Waarom lees ik de tekst?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waarom lees ik de tekst?"

Transcriptie

1 remedieerlad lok 3, strategie Groep -6 Waarom lees ik de tekst? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Waarom lees ik de tekst? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet. Wat moet je weten? Soms he je gewoon zin om te lezen. Bij het leesdoel zin om te lezen passen plezierteksten als: verhalen en strips moppen en raadsels gedichten en liedjes Je kunt je leesdoel nog duidelijker maken. Stel jezelf de vraag: wat ga ik na het lezen met de tekst doen? Wil je een tekst lezen voor jezelf? Wil je een tekst lezen om erover te vertellen? Wil je iemand de tekst aanraden? Wil je er iets over schrijven? 0 Een strand vol zand Een zee... Een zee met alles d r op en d r aan. Hoge golven en meeuwen die krijsend langs de hemel scheren. Een strand vol zand, een strand vol mensen. Er zijn schelpen en kwallen en er is een ijscoman. Oma zit in een strandstoel. Ze heeft haar kousen uitgetrokken. Ik durf het water niet in, zegt oma, die zee is me te groot en te diep. We maken wel een klein zeetje voor u, zegt Florien. Pieter en Kees graven een kuil vlak naast haar stoel. Florien rent weg met een emmertje om water te halen. Steven en Koentje helpen ook mee. Maar het water zakt steeds weg. Koentje egrijpt er niks van. De zee lijft dáár wel staan, roept-ie oos, en hier kruipt-ie in de grond. Floriens moeder schiet te hulp. Ze heeft een paar plastic zakken die ze op de odem legt. Dat helpt. Nu lijft het water er wél in staan. Uit: Anke de Vries, Wedden dat ik durf!, Lemniscaat, Rotterdam 98 2 Het woordenoek van Vos en Haas In de lente zijn er geen noten! zegt Uil. Geen noten? jammert Pluim radeloos. Maar dat is een ramp! Dat is verschrikkelijk! Een ramp is heel erg. Een overstroming is een ramp. En een aardeving. Dat zijn natuurrampen. Een grote rand is ook een ramp. Of een schip dat zinkt. Niet alle rampen zijn even erg. Misschien is je kamer wel een ramp. Dan moet je die nodig opruimen. Uit: Sylvia Vanden Heede, Het woordenoek van Vos en Haas, Lannoo, Tielt 2002 / 2

2 remedieerlad lok 3, strategie Groep -6 Maak de vragen Bekijk tekst. a Welke soort tekst is het? Kruis aan. een gedicht een raadsel een mop een verhaal Voor wie is tekst een goede tekst? Kruis aan. Ik wil iets leren. Ik he zin om te lezen. 2 Lees tekst. a Stel, jij gaat iemand iets over het oek vertellen. Wat vertel je dan? Kleur vier dingen. wie het oek geschreven heeft / hoe het oek heet / alles wat er geeurt in het verhaal / wat er ongeveer geeurt in het verhaal / hoeveel hoofdstukken het oek heeft / wat je van het oek vond Zou jij dit verhaal iemand aanraden? Streep door en vul in. Ja / nee, want Bijvooreeld: ja, want ik vind het mooi geschreven. 3 Bekijk tekst 2. a Tekst 2 estaat uit twee soorten teksten: een verhaal en een woordenoek. Welke twee leesdoelen passen hierij? Kruis aan. Ik he zin om te lezen. Ik wil iets kopen. Ik wil iets leren. Ik wil iets maken. Stel, je gaat iets schrijven over tekst 2. Kun je opschrijven hoe het verhaal afloopt, denk je? Streep door en vul in. Ja / nee, want het is een woordenoek. Een woordenoek estaat uit losse stukjes. Kijk terug Een pleziertekst past ij het leesdoel zin om te lezen. Bedenk alvast wat je na het lezen met de tekst wilt doen. Dan weet je je leesdoel nog eter. 4 Welk oek zou jij voor je plezier lezen? Wedden dat ik durf! of Het woordenoek van Vos en Haas? Schrijf op. Bijvooreeld: Het woordenoek van Vos en Haas, want ik houd van nieuwe woorden leren. 2 / 2

3 remedieerlad lok 3, strategie 2 Groep -6 Waar gaat de tekst over? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Waar gaat de tekst over? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. Wat moet je weten? Je weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden. De titel, de plaatjes, de kopjes en zelfs de naam van de schrijver kunnen je helpen. Er is nog een manier: kijken naar de alinea s. Weet je nog? Een tekst is verdeeld in alinea s. Een alinea is een stukje tekst dat op een nieuwe regel egint. De eerste zin van de alinea is elangrijk. Daar kun je vaak het onderwerp van de alinea uit halen. Hoe doe je dat? Lees en markeer de eerste zin van elke alinea. Bedenk ij elke eerste zin: wat is het onderwerp van de alinea? Bedenk dan: wat zou het onderwerp van de hele tekst kunnen zijn? Wat wordt erover verteld? Als je de eerste zin van elke alinea het gelezen, kun je eter voorspellen waar de tekst over gaat. 0 Echt Nederlands? Nederland is eroemd om zijn tulpen. Elk jaar komen er veel toeristen naar de loeiende tulpen kijken. Maar is de tulp eigenlijk wel echt Nederlands? Uit Turkije De Turkse sultans hadden tulpen in de tuin van hun paleis. Eén sultan gaf tulpenollen cadeau aan een man uit Oostenrijk. En hij gaf weer een paar ollen aan Carolus Clusius. Clusius werkte aan de universiteit van Leiden. Daar deed hij onderzoek naar loemen. En zo kwam de tulp in 93 in Nederland. vraag 3a vraag 4a 20 Van duur naar goedkoop Een tulpenol was vroeger dus heel ijzonder. Alleen heel rijke mensen konden tulpenollen kopen. Een ol kostte soms net zoveel als een groot huis in Amsterdam. Later ging men veel meer ollen kweken. Daardoor werden de ollen goedkoper en konden ook gewone mensen ze kopen. vraag a / 2

4 remedieerlad lok 3, strategie 2 Groep -6 Maak de vragen Lees de titel van de tekst. a Weet je al wat het onderwerp van de tekst is? Kruis aan. ja nee een eetje Lees de kopjes en kijk naar de foto. Waar zal de tekst over gaan, denk je? Kruis aan. De tulp is echt Nederlands en was vroeger heel duur. De tulp komt uit Turkije en was vroeger heel duur. De tulp komt uit Turkije en was vroeger heel goedkoop. 2 De tekst is verdeeld in alinea s. Hoeveel alinea s heeft deze tekst? Begin met tellen ij de vetgedrukte alinea. Vul in. Er zijn drie alinea s. 3 Bekijk de eerste, vetgedrukte alinea. a Markeer de eerste zin van deze alinea. Wat is het onderwerp van de alinea? Kruis aan. Nederland eroemd tulpen 4 Bekijk de tweede alinea. a Markeer de eerste zin van deze alinea. Wat is het onderwerp van de alinea, denk je? Vul in. De tulp komt uit Turkije. Bekijk de derde alinea. a Markeer de eerste zin van deze alinea. Wat is het onderwerp van de alinea? Streep de foute antwoorden door. Een tulpenol was vroeger heel duur / goedkoop en is nu duur / goedkoop. Kijk terug Je het geleerd het onderwerp van de tekst nog eter te voorspellen. Dat doe je door de eerste zin van elke alinea te lezen en te markeren. Wat denk jij? Waar gaat de tekst over? 6 Lees de tekst helemaal. Was de tekst anders dan je had verwacht? Streep door en vul in. Ja / nee, want Bijvooreeld: nee, want het elangrijkste had ik al gelezen in de kopjes en de eerste zinnen. 2 / 2

5 remedieerlad lok 3, strategie 3 Groep -6 Wat weet ik al over het onderwerp? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Wat weet ik al over het onderwerp? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. Wat moet je weten? Je weet dat je nieuwe woorden uit de tekst kunt verinden met woorden die je al kent. Zo gaat het ook met je achtergrondkennis. Die geruik je voor én tijdens het lezen. Stel: je leest over olifanten met kleine oren in India. Wat je al wist: wat olifanten zijn, hoe ze eruitzien, dat ze in Afrika wonen. Wat je nog niet wist: dat olifanten ook in India wonen. Wat je verindt aan elkaar: olifanten in Afrika heen grote oren en olifanten in India kleine oren. Tijdens het lezen stop je nieuwe informatie ij je achtergrondkennis. Meestal doe je dat vanzelf. In je hoofd verind je wat je al weet met wat nieuw voor je is Lekker naar uiten In het voorjaar gaan de meeste koeien weer naar uiten. Dat is altijd leuk om te zien. De koeien rennen het weiland op en maken gekke sprongen. In de wei In het voorjaar groeit het gras in het weiland. Als het gras hoog genoeg is, is er genoeg eten voor de koeien. Ze kunnen naar uiten! Tot ongeveer eind septemer gaan de koeien elke dag naar uiten. En in de zomer lijven ze ook s nachts uiten. Ze komen dan alleen innen om gemolken te worden. In de stal Alle koeien staan in de herfst en de winter in de stal. Maar sommige koeien gaan nooit naar uiten. Dat komt omdat melk heel goedkoop is. Om toch genoeg te verdienen, kopen de oeren meer koeien. Meer koeien etekent meer melk en meer geld. Vaak heeft een oer niet genoeg weiland voor al die koeien. Dus laat hij de koeien in een grote stal. Zo n grote stal met heel veel koeien, noem je een megastal. Bron: / 2

6 remedieerlad lok 3, strategie 3 Groep -6 Maak de vragen Bekijk de tekst. De tekst gaat over koeien. a Wat jij weet daar al over? Maak een woordwe. Je mag ook meer lijnen tekenen. Lees de eerste, vetgedrukte alinea en ekijk de foto. Weet je nu meer over koeien? Schrijf dat in een andere kleur in het woordwe. 2 Lees de alinea In de wei. Wat wist jij al? Kruis aan. Als het gras hoog genoeg is, kunnen de koeien naar uiten. De koeien gaan tot eind septemer elke dag naar uiten. In de zomer lijven de koeien ook s nachts uiten. 3 Bekijk de foto naast de alinea In de stal. a Wat zie je op de foto? Schrijf op. een stal met koeien c Weet jij al hoe een grote stal met heel veel koeien heet? Kruis aan. Nee, dat weet ik niet niet. Ja, ik denk dat ik het al weet. Lees de alinea In de stal. Hoe heet een grote stal met heel veel koeien? Schrijf op. een megastal Kijk terug Je weet nu dat je kennis steeds verandert. In je hoofd verind je wat al weet met wat nieuw voor je is. 4 Je het de tekst over koeien helemaal gelezen. Wat was nieuw voor je? Schrijf twee dingen op. Bijvooreeld: Koeien lijven in de zomer ook s nachts uiten. 2 Bijvooreeld: Boeren heen megastallen omdat ze anders niet genoeg verdienen. 2 / 2

7 remedieerlad lok 3, strategie 4 Groep -6 Wat doe ik als ik het niet meer snap? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Wat doe ik als ik het niet meer snap? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Als je de tekst opeens niet meer egrijpt, kun je naar de verwijswoorden kijken. Een verwijswoord is een woord dat wijst naar een ander woord in de tekst. Bijvooreeld: Tom leest de tekst. Hij houdt van lezen. Hij is een verwijswoord. Hij wijst naar Tom. Belangrijke verwijswoorden zijn: ik mij/me mijn jij/je/u jou/je/u jouw/je/uw hij/zij/ze/het hem/haar/het zijn/haar wij/we ons ons/onze jullie jullie jullie zij/ze hen hun Schrijf in plaats van het verwijswoord het echte woord. Dat helpt! 0 20 Spelletjes om uiten te spelen De lente is weer egonnen! Je wilt nu natuurlijk veel uiten spelen. Hieronder twee spelletjes die je met een groep kunt doen. Fopal Iedereen staat in een kring met de handen op de rug. Een kind (ijvooreeld Nick) staat in het midden met een al. Hij gooit de al naar iemand, of doet net alsof hij gaat gooien. Gooit Nick de al niet, maar haalt Bram wel zijn handen van zijn rug? Dan is Bram af. Gooit Nick de al wel, maar vangt Bram hem niet? Dan is hij ook af. Paraplu-quiz Dit is een groepsspel voor in de regen! Alle kinderen edenken eerst een paar moeilijke vragen. Dit mag van alles zijn. Hoofdsteden van landen, verjaardagen van vriendjes, voetalspelers, noem maar op. Ze schrijven de antwoorden erij. En geven de vragen aan de spelleider. De kinderen pakken dan een paraplu en gaan naar uiten. De spelleider stelt hen om de eurt een vraag. Weet iemand (ijvooreeld: Rolf) het antwoord niet of heeft hij het fout? Dan moet hij zijn paraplu tien seconden weg doen. Degene die het droogst lijft, wint! Bron: en vraag 2 / 2

8 remedieerlad lok 3, strategie 4 Groep -6 Maak de vragen Lees de alinea Fopal. a Lees: Hij gooit de al naar iemand (regel 8 en 9). Wie gooit de al naar iemand? Kruis aan. hij = Nick hij = Bram c Lees: maar vangt Bram hem niet? (regel ) Naar wat wijst hem? Vul in. hem = de al Lees: Dan is hij ook af. (regel ) Maak er een zin van zonder verwijswoord. Vul in. Dan is Bram ook af. 2 Lees de alinea Fopal nog eens. Welke verwijswoorden wijzen naar Nick? Markeer twee woorden. 3 Lees de alinea Paraplu-quiz. a Lees: Ze schrijven de antwoorden erij. (regel 7) Naar wie wijst ze? Kruis aan. c d hoofdsteden kinderen voetalspelers vriendjes Lees: De spelleider... een vraag. (regel 9) Maak er een zin van zonder verwijswoord. Vul in. De spelleider stelt de kinderen om de eurt een vraag. Naar wie wijst hen dus? Vul in. hen = de kinderen Lees: Dan moet... weg doen. (regel 20) Naar wie wijst zijn? Kruis aan. van de spelleider van Rolf Kijk terug Begrijp je de tekst niet meer? Ga dan op zoek naar de verwijswoorden. Kijk waar ze ij horen. 4 Lees regel 3 en 4. Naar wie wijst het verwijswoord je? Vul in. je = ik / de lezer van deze tekst 2 / 2

9 remedieerlad lok 3, strategie Groep -6 Welke vragen zie ik? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Welke vragen zie ik? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en lees de teksten. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Bij epaalde tekstsoorten kun je altijd dezelfde WH-vragen stellen. Instructieve teksten Wat he ik nodig? Hoe moet ik het doen? Reclameteksten Wat kost het? Waar kun je het kopen? Plezierteksten Waar gaat het over? Hoe loopt het af? Tijdens het lezen stel je jezelf die vragen. Soms vind je het antwoord al snel. Maar als je verder leest, kan je antwoord veranderen. 0 Skaten in het verkeer? Dat doe je zo! De avonden worden langer. Het weer wordt mooier. Je kunt weer gaan skaten! Zorg wel dat je goed voorereid op pad gaat. - Draag altijd een helm. En eschermers voor pols, knie en elleoog. - Zorg dat je goed kunt remmen voor je het verkeer in gaat. - Skate zoveel mogelijk op de stoep. - Skate alleen op het fietspad of de weg als het er rustig is. Doe het niet op plaatsen waar veel auto s, rommers en fietsen zijn. - Doe nooit een mp3-speler op als je skate. - Skate niet van een heuvel af. Dat is gevaarlijk! Loop liever een stukje. - Neem altijd een flesje water mee. Fijn voor als je dorst het. Maar ook handig als je valt. Je kunt een schaafwond dan schoonspoelen. Bron: 2 Skatehelmen te koop Ga je skaten? Zorg dan voor een goede helm. Ze zijn er in alle soorten en maten. Een goede helm kost tussen de en 7. Het is heel elangrijk dat de helm goed past. Kom dus langs in de winkel, Dorpsstraat 83, om rustig te passen. Wij geven je advies om de perfecte helm te vinden. vraag 2a vraag 4a vraag 4 / 2

10 remedieerlad lok 3, strategie Groep -6 Maak de vragen Bekijk tekst. a Wat voor tekstsoort is dit? Kruis aan. pleziertekst instructieve tekst reclametekst Welke twee WH-vragen kun je stellen ij tekst? Vul in. Wat he ik nodig? 2 Hoe moet ik het doen? 2 Lees tekst. Kijk naar wat je ij vraag het ingevuld. a In regel 6 vind je het antwoord op je eerste vraag. Markeer het antwoord in de tekst. He je nu alles gemarkeerd wat je nodig het als je gaat skaten? Streep door en vul in. Ja / nee, want in regel 3 staat dat je ook altijd een flesje water mee moet nemen. 3 Bekijk tekst 2. a Wat voor tekstsoort is dit? Kruis aan. pleziertekst instructieve tekst reclametekst Welke twee WH-vragen kun je stellen ij tekst 2? Schrijf op. Wat kost het? 2 Waar kun je het kopen? 4 Lees tekst 2. a Hoeveel kost een skatehelm? Markeer het antwoord in de tekst. Wat is het antwoord op de tweede vraag die je ij 3 het opgeschreven? Markeer het in de tekst. Kijk terug Bij elke tekstsoort horen een paar WH-vragen die je altijd kunt stellen. Stel, je leest een tekst over een jongen die net leert skaten. Hij wil door een tunnel door skaten. Maar dat gaat iets harder dan hij dacht... Welke vraag kun je stellen over dit verhaal? Schrijf op. Hoe loopt het af? 2 / 2

11 remedieerlad lok 3, strategie 6 Groep -6 Welk plaatje past ij de tekst? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Welk plaatje past ij de tekst? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen maak je plaatjes in je hoofd. Je weet al dat er speciale woorden zijn die je helpen ij het maken van die plaatjes. Zulke woorden zijn slimme hulpjes voor je hersenen. Een tekst kan gaan over een proleem en een oplossing. Een proleem: iets wat niet goed is. Een oplossing: iets waardoor het weer goed komt. Je herkent een proleem en een oplossing aan speciale woorden. proleem: lastig, moeilijk, vervelend, onduidelijk, oneerlijk, naar oplossing: idee, proeren, helpen, plan, manier, methode Herken je het proleem en de oplossing in een tekst? Dan zie je hoe de tekst in elkaar zit. Je snapt de opouw Hulp voor oversteek padden Het is voorjaar en de padden zijn weer wakker. Ze zijn klaar met hun winterslaap en trekken allemaal naar het water. Alle padden gaan op zoek naar een sloot of een vijver. Daar leggen ze hun eitjes in. Het lastige is dat padden vaak een drukke weg moeten oversteken. Veel padden worden dan doodgereden. Daarom helpen mensen de padden met oversteken. Het is naar als zoveel padden doodgaan ij hun oversteek. Hoe kunnen mensen ze helpen met oversteken? Eén methode is het neerzetten van schermen en emmers langs de weg. De padden kunnen niet over de schermen klimmen. Ze lopen erlangs totdat ze in een emmer vallen. Mensen rengen de padden dan veilig naar de overkant. Maar een eter plan is het maken van een tunnel onder een drukke weg. Zo kunnen de padden zelf veilig naar de overkant. Ook hier staan schermen langs de weg. De padden lopen erlangs en komen zo vanzelf ij de tunnel. Bron: vraag 2 vraag 3a vraag 3 vraag 3 / 2

12 remedieerlad lok 3, strategie 6 Groep -6 Maak de vragen De tekst gaat over padden die naar het water trekken. Waarom doen ze dat eigenlijk? Vul in. In het water leggen ze hun eitjes. 2 Lees regel 7 tot en met 0. a In welke zin lees je over een proleem? Kruis aan. Alle padden... een vijver. (regel 7) Daar leggen... eitjes in. (regel 7 en 8) Het lastige... moeten oversteken. (regel 8 en 9) Daarom helpen... met oversteken. (regel 9 en 0) c Aan welk woord herken je de oplossing voor dit proleem? Markeer het woord in de tekst. Wat is het proleem en wat is de oplossing? Vul het schema in. 3 Lees regel 2 tot en met 2. a Aan welk woord herken je het proleem? Markeer het woord in de tekst. c Er staan twee oplossingen voor dit proleem. Aan welke woorden herken je die oplossingen? Markeer de woorden in de tekst. Wat is het proleem en wat zijn de twee oplossingen? Vul het schema in. Kijk terug Herken je het proleem en de oplossing in een tekst? Dan zie je hoe de tekst in elkaar zit. 4 Bij vraag 3 he je twee oplossingen opgeschreven. Waarom is het maken van een tunnel de este oplossing? Schrijf op. Omdat padden dan zelf veilig naar de overkant kunnen gaan. 2 / 2

13 remedieerlad lok 3, strategie 7 Groep -6 Hoe vat ik samen? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Hoe vat ik samen? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Je maakt een samenvatting als je de tekst wilt navertellen of wilt onthouden. Hoe maak je een samenvatting? Markeer in de tekst: - de kernwoorden - de kernzin van elke alinea 2 Zoek de hoofdgedachte en geef deze zin een andere kleur. 3 Markeer de kopjes. Die zijn vaak ook elangrijk. 4 Geruik alles wat je gemarkeerd het om een korte, duidelijke tekst te schrijven. Geruik ook je eigen woorden als dat nodig is. Lees dan de samenvatting aan je zelf voor. He je goede zinnen geschreven? Is alles duidelijk? Nu he je een samenvatting gemaakt door een korte tekst te schrijven. 0 Bestuiving Als een loem evrucht is, maakt hij zaden. De zaden kunnen ook in een vrucht groeien. Bijvooreeld in een appel. Een loem wordt evrucht door estuiving. Zo werkt het Elke loem heeft meeldraden () en een stamper (2). Op de meeldraden zit stuifmeel. Als het stuifmeel op de stamper van een andere loem komt, heet dat estuiving. Beneden in de stamper zit een soort eitje (3). Het stuifmeel komt ij het eitje en de loem is evrucht. vraag 3 vraag 20 Twee manieren Bestuiving kan op twee manieren: door de wind en door insecten. De wind. Sommige planten maken héél veel stuifmeel, zoals de hazelnoot. De loemen zijn lang en open. Zo kan de wind het stuifmeel makkelijk meenemen. 2 Insecten. Sommige planten heen loemen met mooie kleuren en lekkere geuren. Zo lokken ze insecten, zoals ijen. De ij kruipt in de loem. Het stuifmeel lijft aan zijn lijfje kleven. Bij de volgende loem lijft dat stuifmeel plakken aan de stamper. loem van hazelnoot Bron: vraag 2 / 2

14 remedieerlad lok 3, strategie 7 Groep -6 Maak de vragen Lees de alinea Zo werkt het. a In deze alinea staat een kernwoord. Wat is het kernwoord in deze alinea? Schrijf op. estuiving De kernzin van deze alinea is niet de eerste of laatste zin. Markeer de kernzin in deze alinea. Tip: let op het kernwoord. 2 Lees de alinea Twee manieren. a Wat zijn de twee kernwoorden in deze alinea? Schrijf op. wind en insecten Markeer de kernzin in deze alinea. 3 Lees de vetgedrukte alinea. De hoofdgedachte staat vaak in de eerste alinea. Het is een zin waarin de schrijver het elangrijkste uit zijn tekst vertelt. Markeer de hoofdgedachte met een andere kleur. 4 Zet je de kopjes van deze tekst in je samenvatting? Streep door en vul in. Ja / nee, omdat het een korte tekst is. Maak een samenvatting. a Schrijf een korte tekst. Geruik wat je in de tekst gemarkeerd het. Een loem wordt evrucht door estuiving. Als het stuifmeel op de stamper van een andere loem komt, heet dat estuiving. Bestuiving kan op twee manieren: door de wind en door insecten. Lees de samenvatting aan jezelf voor. Is hij duidelijk? Staat alles erin? Vereter je samenvatting als dat nodig is. Kijk terug Je weet nu hoe je moet samenvatten. Je markeert kernwoorden en kernzinnen. Je zoekt de hoofdgedachte. Je markeert de kopjes. Je schrijft dan een korte, duidelijke tekst. 6 Lees je samenvatting nog eens. Welke informatie zou jij er nog ij kunnen zetten? Schrijf op. Bijvooreeld: hoe wind en insecten loemen estuiven. 2 / 2

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet.

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. remedieerlad lok 3, strategie Groep 7-8 Leesdoel epalen Wat ga je doen? Je gaat de leesstrategie Leesdoel epalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. Wat

Nadere informatie

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. 2015 lok 2, week 7, les 1 Groep 5-6 Hoe vat ik samen? Wat ga je leren? Je kunt straks: vertellen wat de hoofdgedachte is de hoofdgedachte in de tekst vinden uitleggen hoe je de hoofdgedachte kunt geruiken

Nadere informatie

Welk plaatje past bij de tekst?

Welk plaatje past bij de tekst? 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 5-6 Welk plaatje past ij de tekst? Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes

Nadere informatie

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. 2015 lok 2, week 7, les 1 Groep 7-8 Samenvatten Wat ga je leren? Je kunt straks: het schrijversdoel herkennen de hoofdgedachte herkennen uitleggen hoe je de hoofdgedachte en/of het schrijversdoel geruikt

Nadere informatie

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan.

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan. HANDLEIDING lok 3, week 3, les 2 groep 5-6 achtergrondinformatie Leesstrategie alle leesstrategieën Lesdoelen De kinderen kunnen: de tekst ekijken voordat ze gaan lezen (stap 1 t/m 3) edenken wat ze moeten

Nadere informatie

informatieve tekst (artikel) en instructieve tekst (spelregels en tips)

informatieve tekst (artikel) en instructieve tekst (spelregels en tips) HANDLEIDING lok 3, week 7, les 2 groep 5-6 ahtergrondinformatie Leesstrategie alle leesstrategieën Lesdoelen De kinderen kunnen: de tekst ekijken voordat ze gaan lezen (stap 1 t/m 3) edenken wat ze moeten

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet.

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Toets 2 Naam Wat ga je doen? Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Moeilijke woorden verschijnen een besluit nemen = van boeken: voor het eerst

Nadere informatie

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 3, LES 1 GROEP 5-6 ahtergrondinformatie Leesstrategie Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen wat er tijdens het lezen geeurt

Nadere informatie

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet.

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Toets 2 Naam Wat ga je doen? Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Moeilijke woorden verschijnen een besluit nemen = van boeken: voor het eerst

Nadere informatie

Wat doe ik als ik het niet meer snap?

Wat doe ik als ik het niet meer snap? 2014 lok 2, week 4, les 1 Groep 5-6 Wat doe ik als ik het niet meer snap? Wat ga je leren? Je kunt straks: de etekenis van een onekend woord zoeken in de tekst Wat ga je doen? Je gaat een tekst lezen over

Nadere informatie

HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 5-6

HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 5-6 HANDLEIDING BLOK 3, WEEK, LES GROEP -6 achtergrondinformatie Leesstrategie Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel epalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen welke teksten passen ij het leesdoel zin om

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet.

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet. remedieerlad lok 2, strategie Groep 7-8 Leesdoel epalen Wat ga je doen? Je gaat de leesstrategie Leesdoel epalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet.

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B Begrijpend lezen Strategie 6 & 7 Extra oefenen Niveau B Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau B 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Strategieles Samenvatten niveau B

Strategieles Samenvatten niveau B Strategieles Samenvatten niveau B Wat doe je in deze les? Bij Nieuwsbegrip moet je een tekst kunnen samenvatten. Samenvatten is een strategie die je gebruikt om te controleren of je de tekst begrepen hebt.

Nadere informatie

Je gaat de strategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet!

Je gaat de strategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet! remedieerlad lok, strategie Groep 7-8 Leesdoel epalen Wat ga je doen? Je gaat de strategie Leesdoel epalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet! Wat moet

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 36 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? bepalen Waarom lees ik de tekst? Waar gaat de tekst over? ophalen Wat weet ik al over het onderwerp?

Nadere informatie

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat 2014 lok 2, week 4, les 1 Groep 7-8 Herstellen Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders edoelt dan wat er staat Wat ga je doen?

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Begrijpend Lezen moet je Lezen Denken Begrijpen!

Begrijpend Lezen moet je Lezen Denken Begrijpen! Begrijpend Lezen moet je Lezen Denken Begrijpen! Drie soorten strategieën: Sturingsstrategieën: Leesdoel bepalen Oriënteren op de tekst Actualiseren van kennis en woordenschat Actief lezen door toepassen

Nadere informatie

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over: Lees de uitleg. Voorspellen en tekst lezen Voor je een tekst gaat lezen, voorspel je waarover hij gaat. Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de tekst soms al zien

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk...

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk... Hulp van Sam - voorspellen Ik ga een tekst lezen. Lees je mee wat ik denk? Ik kan dus voorspellen waar de tekst over gaat. Dat zie ik aan de titel, de kopjes en de plaatjes. Zie je hoe de tekst heet? Het

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les: Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie

Nadere informatie

Dit weet ik er al over:

Dit weet ik er al over: Lees de uitleg. Voorspellen en tekst lezen Voor je een tekst gaat lezen, voorspel je waarover hij gaat. Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de tekst soms al zien

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord. Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Welke voorkeur heb jij?

Welke voorkeur heb jij? Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Titel, plaatjes en kopjes

Titel, plaatjes en kopjes Strategie-activiteit Voorspellen 1 Titel, plaatjes en kopjes Voorspellen Je hebt een stukje van een leestekst gekregen. Kruis aan welk stukje. Ik heb: О een titel О een plaatje О kopjes Doe nu een voorspelling.

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4 Raar, maar waar! deel 1 Natuur groep 3 en 4 Inhoud 1 Raar, maar waar! 3 2 Een vreemd ei 4 3 Spring er maar uit 5 4 Verstopt 6 5 Slim 7 6 Vlieg er niet in 8 7 Een kever met een luchtje 9 8 Een zware hap

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Contactgegevens Annemarieke Kool a.kool@cps.nl 06 55 81 87 65 Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Theorie strategieën

Nadere informatie

Kinderzwerfboek laat alle kinderen lezen

Kinderzwerfboek laat alle kinderen lezen Kinderzwerfboek laat alle kinderen lezen Lezen is heel erg belangrijk voor je ontwikkeling. Kinderen die lezen, gaan gemiddeld drie jaar langer naar school. Hierdoor hebben ze later meer kans op een goede

Nadere informatie

Benodigdheden: Thuiswerkblad, voor kind en ouder(s) (afhankelijk van niveau meer of minder hulp van ouders hierbij) Kringopstelling

Benodigdheden: Thuiswerkblad, voor kind en ouder(s) (afhankelijk van niveau meer of minder hulp van ouders hierbij) Kringopstelling Titel van deze les: De piekerparkeerplaats Uitdaging: Overtuigingen (attributiestijlen) Denkwolk onderwerp: Piekeren (blz. 21) Vakgebied(en): Psycho-educatie, sociaal emotionele ontwikkeling Doelgroep

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Verwijswoorden begrijpen

Verwijswoorden begrijpen 1. Lees de uitleg. Verwijswoorden begrijpen Een verwijswoord wijst naar een ander woord. In veel zinnen in de tekst staan verwijswoorden. Bijvoorbeeld: het, hij, daar, die, dat, ze, haar, er, deze, daarmee.

Nadere informatie

1 De tekst gaat over de modderman. Waar denk jij aan bij modder? Kleur die vakjes. 2 De modderman is een verhaal. Hoe weet je dat? Kruis aan.

1 De tekst gaat over de modderman. Waar denk jij aan bij modder? Kleur die vakjes. 2 De modderman is een verhaal. Hoe weet je dat? Kruis aan. Blok 2 LB 16-17 LES 1 EEN KLODDER MODDER Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 De tekst gaat over de modderman. Waar denk jij aan bij modder? Kleur die vakjes. de aarde schoon glijden nat de blubber

Nadere informatie

Dingen die licht geven:

Dingen die licht geven: Vooraf 1 Licht geven in het donker Niveau C - Les 1 ls je vanavond in het donker in de auto of in de tram zit, kijk dan eens naar buiten. Probeer een fietser met licht, en een fietser zonder licht te ontdekken.

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd eruitzien

Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd eruitzien 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 7-8 Visualiseren Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd

Nadere informatie

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan. Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Voorspellen en tekst lezen

Voorspellen en tekst lezen Voorspellen en tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je gaat lezen, doe je eerst een voorspelling. Waar zou de tekst over gaan? Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de

Nadere informatie

Les 33. Zwangerschap

Les 33. Zwangerschap http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde

Nadere informatie

Waarom zijn er ongelukkige mensen?

Waarom zijn er ongelukkige mensen? Eerste Communieproject 8 Waarom zijn er ongelukkige mensen? De mensen doen niet wat God wil Je hebt gezien wat geluk is. Als mensen van jou houden, word je gelukkig. Niet iedereen is gelukkig. Als andere

Nadere informatie

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt Speciale les over auteursrecht tekst niveau AA Thuis films kijken 1 Jij kijkt vast wel eens naar een film. 2 Dat kan in de bioscoop. 3 Maar je kunt films ook thuis bekijken. Op internet. 4 Dat is lekker

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Wat is dat dan precies, een ecoduct? Zo vroeg een jonge

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekreclame

Uitleg boekverslag en boekreclame Uitleg boekverslag en boekreclame groep 7 schooljaar 2015-2016 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave Stap 4: Inhoud boekverslag

Nadere informatie

Toets informatieve en andere teksten Niveau AA Toets 2 (februari), deel 2

Toets informatieve en andere teksten Niveau AA Toets 2 (februari), deel 2 Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Deze toets bestaat uit twee delen. Dit is deel 2. Je krijgt drie teksten en 10 opdrachten. Geef altijd een antwoord! Succes! pagina 1 van 8 Tekst 1 Hotel

Nadere informatie

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. Fase.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. 1 1 Lees onderstaande tekst. Daarna ga je zelf een soortgelijke tekst schrijven.

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden. week 11 10 maart 2014 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden? Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie