RICHTLIJN INVOERING MELDING VERSIE 5, ONDERZOEKSMELDING 3 MELDING EERSTE BEVINDINGEN (VOORHEEN VONDSTMELDING) 13

Transcriptie

1 Inhoudsopgave RICHTLIJN INVOERING MELDING VERSIE 5, Vragen 2 ONDERZOEKSMELDING 3 Werkwijze 3 Toelichting op invoeren in Archis 2 3 MELDING EERSTE BEVINDINGEN (VOORHEEN VONDSTMELDING) 13 Werkwijze 13 Voltooiing opgraving 13 Nog niet alle gegevens bekend 13 Geen vondsten en/of grondsporen aangetroffen 15 Toelichting op invoeren in Archis2 15 GEREEDMELDING ONDERZOEK EN AANLEVEREN RAPPORTAGE 24 Werkwijze aanleveren rapportages 24 Wijze van aanleveren digitale rapport 24 Omzetten rapport in pdf/a-formaat 24 Werkwijze gereedmelden onderzoek 25 Vondstmelding (melding eerste bevindingen) wordt waarneming 25 Geen of geen relevante vondsten en/of grondsporen aangetroffen 25 Toelichting op invoeren in Archis 2 25 MELDEN ONVOORZIENE ONTWIKKELINGEN 26 Werkwijze melden onvoorziene ontwikkelingen 26 1

2 Richtlijn invoeren melding In de opgravingsvergunning zijn voorschriften geformuleerd die betrekking hebben op het doen van meldingen en de aanlevering van de rapportage. Deze dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met deze richtlijn invoering melding. De richtlijn maakt onderdeel uit van de voorschriften bij de opgravingsvergunning. Vragen Als u vragen heeft kun u contact opnemen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via de Infodesk: info@cultureelerfgoed.nl, telefoon:

3 Onderzoeksmelding De vergunninghouder meldt de opgraving uiterlijk twee weken voor aanvang daarvan (onderzoeksmelding). Werkwijze Invoeren in het Archis 2 systeem en tevens uploaden in Archis 2 van - het digitale Programma van Eisen vergezeld van kaartmateriaal, zoals genoemd in de KNA Leidraad Programma van Eisen, - als er geen Programma van Eisen maar een Plan van Aanpak zoals genoemd in het KNA protocol Inventariserend veldonderzoek, is opgesteld, dan dit Plan van Aanpak uploaden inclusief een topografische kaart, waarop het te onderzoeken gebied duidelijk staat aangegeven. Uiterlijk twee weken voor aanvang van de opgraving Door vergunninghouder Het doen van een onderzoeksmelding geldt voor iedere opgraving waartoe ook de booronderzoeken behoren. Toelichting op het invoeren in Archis 2 Voer een onderzoeksmelding in en sla deze op in Archis 2, zoals beschreven in hoofdstuk 5 van de Gebruikershandleiding versie 2.3. In dit hoofdstuk wordt het invoeren van een Onderzoeksmelding (= Artikel 46 melding) beschreven. Hierbij moeten zowel administratieve gegevens als een ruimtelijke weergave (= vlak/polygoon) van het onderzoeksgebied worden ingevoerd. Een Onderzoeksmelding dient voor aanvang van een onderzoek te worden aangemeld. Aan deze Onderzoeksmelding kunnen dan later, nadat de rapportagegereed is, de onderzoeksresultaten (= Onderzoek) worden gekoppeld. De Gebruikershandleiding is te vinden onder de Help functie van Archis 2. 3

4 Het uploaden van het Programma van Eisen (PVE) of Plan van Aanpak (PVA) Voer een onderzoeksmelding in en sla deze op in Archis, zoals beschreven in hoofdstuk 5 van de Gebruikershandleiding versie 2.3. De Gebruikershandleiding is te vinden onder de Help functie van Archis. Zoals in figuur 1 te zien is kan bij Uitvoerder nu gekozen worden uit de scroll-lijst van organisaties (Indien uw organisatie niet in de lijst voorkomt kunt u een sturen naar het Archismeldpunt (archismeldpunt@cultureelerfgoed.nl) met het verzoek uw organisatie aan de lijst te laten toevoegen). Figuur 1 4

5 Figuur 2 Wanneer de Onderzoeksmelding is ingevoerd en opgeslagen, klik dan vervolgens met de linkermuisknop op de button Upload, zoals hierboven weergegeven in figuur 2. Er verschijnt een nieuw scherm zoals is te zien in figuur 3 op de volgende pagina. 5

6 Figuur 3 Nadat op de Uploadbutton is geklikt verschijnt een nieuw scherm zoals hier is afgebeeld (zorg er voor dat alle pop-up blokkeerders in uw browser en toolbar uit staan, anders verschijnt dit scherm niet!). Via dit scherm kan het PVE/PVA en de eventuele bijbehorende bijlagen in PDF-formaat worden klaargezet om te uploaden. Om het rapport op te zoeken en gereed te zetten voor uploaden, dient op de button Bladeren te worden geklikt met de linkermuisknop. 6

7 Figuur 4 Nadat op Bladeren is geklikt met de linkermuisknop zoals aangegeven in figuur 3. Zal vervolgens het hier weergegeven scherm verschijnen waarmee op de harde schijf van de eigen PC het PVE/PVA kan worden opgezocht dat men wil uploaden. Selecteer vervolgens het PVE/PVA zoals weergegeven in figuur 4. Klik nu op Openen om het rapport voor uploaden gereed te zetten, zoals wordt getoond in figuur 5 op de volgende pagina. 7

8 Klik vervolgens met de linkermuisknop op de button Zet gereed zoals hier met de rode pijl is aangegeven. Door het klikken op de Zet gereed button verandert dit scherm in het scherm zoals hieronder is weergegeven in figuur 6. Figuur 5 8

9 Neem even de tijd om de hier weergegeven tekst goed te lezen. In deze tekst wordt uitgelegd hoe men verder dient te handelen om het PVE/PVA en (eventuele) bijlagen definitief te uploaden en op te slaan, nadat, zoals het scherm in figuur 6 toont, Rapport en (eventuele) bijlagen zijn klaargezet. Figuur 6 Nu moet in de buttonbar van Archis op button 18, de diskette, worden geklikt met de linkermuisknop om het rapport definitief te uploaden en op te slaan in het systeem. Als voorgaande handeling is uitgevoerd verschijnt een nieuw scherm (zie figuur 7). Lees vervolgens de tekst die verschijnt in het genoemde venstertje aangegeven door de rode pijl in figuur 7 op de volgende pagina goed door. 9

10 Figuur 7 Lees dit informatiebericht goed! Klik vervolgens met de linkermuisknop op de OK button. Wanneer het rapport is opgeslagen zal een melding verschijnen zoals weergegeven in figuur 8 op de volgende pagina. 10

11 Figuur 8 Klik nu op OK om het scherm met de boodschap te laten verdwijnen. In figuur 9 op de volgende pagina is nu in het veld PVE/PVA aanwezig een vinkje geplaatst waarmee wordt aangegeven dat het PVE/PVA is geupload. Na op OK te hebben geklikt ziet het scherm er uit zoals afgebeeld in figuur 9. 11

12 Sluit de Onderzoeksmelding af door een klik met de linkermuisknop op het kruisje in de rechterbovenhoek van de Onderzoeksmelding. Nu kan (indien nodig) een nieuwe onderzoeksmelding worden gedaan, zoals beschreven in de voorgaande stappen. Figuur 9 12

13 Melding eerste bevindingen (vondstmelding) De vergunninghouder meldt binnen twee weken na voltooiing van de opgraving de eerste bevindingen daarvan (melding eerste bevindingen). Werkwijze Door het invoeren van een vondstmelding in Archis2 Binnen twee weken na voltooiing van de opgraving Door vergunninghouder Voltooiing opgraving Onder opgraving wordt verstaan het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, sub h, Monumentenwet 1988 te weten het verrichten van werkzaamheden met als doel het opsporen of onderzoeken van monumenten, waardoor verstoring van de bodem optreedt. Onder voltooiing van de opgraving dient derhalve verstaan te worden de voltooiing van het zogenoemde veldwerk. Nog niet alle gegevens bekend Vanzelfsprekend zullen niet alle gegevens direct bij deze melding in het systeem kunnen worden vastgelegd. Sommige vondsten en grondsporen zullen bijvoorbeeld nog nader onderzocht moeten worden om ze goed te kunnen determineren en vervolgens als vondst aan de melding toe te voegen. Er is op deze korte termijn ook nog geen rapport betreffende het onderzoek verschenen, dus dit kan nog niet worden vermeld bij het onderdeel Literatuur van de vondstmelding, etc. Indien het onmogelijk is om vondsten en/of grondsporen aan de vondstmelding toe te voegen, omdat bijvoorbeeld het vondstmateriaal op dat moment niet determineerbaar is, kan worden volstaan met het invullen van de eerste drie tabbladen van de vondstmelding, nl. Algemeen, Vondstomstandigheden en Onderzoek. Bij het gereed melden onderzoek kan e.e.a. alsnog worden aangepast, gewijzigd en/of aangevuld. Het is daarom van groot belang dat bij de betreffende vondstmelding geen vinkje wordt gezet bij Gereed voor opwerken (zie afbeelding hieronder). 13

14 Hier dus geen vinkje plaatsen bij het melden van de eerste bevindingen. Dit vinkje dient pas geplaatst te worden bij het gereed melden van het onderzoek. Zolang er geen vinkje staat bij Gereed voor opwerken zal deze melding dus niet worden opgewerkt tot een waarneming, en kan de invoerder deze vondstmelding te allen tijde aanpassen, wijzigen en aanvullen. 14

15 Geen vondsten en/of grondsporen aangetroffen Indien bij het onderzoek geen vondsten en/of grondsporen zijn aangetroffen, dient er wel een melding eerste bevindingen (vondstmelding) te worden gedaan. Op het tabblad beschrijving van de vondstmelding moet dan de tekst: Geen vondsten en/of grondsporen aangetroffen tijdens het onderzoek worden vermeld. Bij het verschijnen van het rapport en het daarmee samenhangende gereed melden (zie pagina 21 van dit document) van de onderzoeksmelding dient de eerder genoemde (lege) vondstmelding te worden verwijderd. Toelichting op invoeren in Archis2 In hoofdstuk 7 van de gebruikershandleiding van Archis2 kan nadere informatie betreffende het invoeren van vondstmeldingen worden opgezocht. Voor alle duidelijkheid is dit hoofdstuk hieronder weergegeven. HOOFDSTUK 7 VONDSTMELDINGEN Een vondstmelding is de benaming voor een nog niet gevalideerde waarneming. Onder vondstmeldingen worden één of meer vondsten afkomstig uit een archeologisch onderzoek ondergebracht, of een toevalsvondst van bijvoorbeeld een amateur. Bij het invullen van het administratieve gedeelte van een vondstmelding is het noodzakelijk om ook de kaartmodule geopend te hebben. Dit is onder andere nodig om de velden Kaartblad, Gemeente en Provincie door het systeem te laten genereren / invullen. Een vondstmelding wordt vastgelegd als puntlocatie. LET OP!! Een vondstmelding moet altijd vondsten en of grondsporen bevatten. Het tabblad vondsten dient dus altijd minimaal één vondst of grondspoor te bevatten. Het is niet toegestaan de vondsten en/of grondsporen in het vrije tekstveld bij het tabblad beschrijving te vermelden! Het Opwerken van een Vondstmelding tot Waarneming - Is de vondstmelding compleet, dan kan het vakje Gereed voor opwerken worden aangevinkt. Er verschijnt een v in dit vakje. Hiermee wordt aangegeven dat de vondstmelding gereed is, om opgewerkt te worden tot een waarneming. - Het Opwerken van een Vondstmelding tot Waarneming wordt bij de RCE gedaan. De melder van de vondst dient dus het vakje gereed voor opwerken alleen aan te vinken wanneer de vondstmelding helemaal compleet is. Het kan zijn dat de vondstmelding pas compleet gemaakt kan worden na afronding van de rapportage. Voor de afronding van een rapportage staat een termijn van twee jaar. Het is dus theoretisch mogelijk dat een vondstmelding pas na een periode van twee jaar wordt gecompleteerd en dat dan dus pas een vinkje bij gereed voor opwerken wordt geplaatst. 15

16 7.1 Invoeren van een vondstmelding 1. Functiebar: kies onder Kaart voor Kaart. 2. Het Kaartvenster verschijnt met daarin de kaartlaag Provincies_default. (Verplaats de kaart naast het administratieve deel, door te klikken op de balk bovenaan en de kaart te verslepen naar rechts). 3. Functiebar: kies onder Meldingen voor Vondstmelding. 4. Het venster Vondstmelding: Selecteren verschijnt (figuur 44). Figuur 44: Beginscherm van een Vondstmelding 5. Buttonbar: Annuleren zoekvraag (button 15). 6. Het venster Vondstmelding: Raadplegen verschijnt. 7. Buttonbar: Bewerker/raadplegen (button 16). 8. Het venster Vondstmelding: Bewerken verschijnt. 9. Buttonbar: Toevoegen (button 19). 16

17 - Losse vondst: ga verder naar hoofdstuk 7.2*. - Meerdere vondsten (afkomstig uit vondstconcentratie of uit onderzoek): ga verder naar hoofdstuk 7.3*. * Zowel voor een losse vondst als voor het melden van meerdere vondsten dienen de coördinaten te worden ingevuld. Ze worden beiden gezien als puntlocatie. 7.2 Vondstmelding van een (losse) vondst (Stap 1 t/m 9 in paragraaf 7.1) 10. Ga terug naar het administratieve gedeelte (het venster Vondstmelding: Bewerken). 11 Vul de gegevens in op alle tabbladen van de Vondstmelding, dat wil zeggen: vul minimaal de groene velden in het administratieve gedeelte in (figuur 45) Voor de details betreffende het invullen van de tabbladen zie de uitleg in hoofdstuk 7.4. Figuur 45: Eerste tabblad van een Vondstmelding: Algemeen 17

18 Figuur 46: Tweede tabblad van een Vondstmelding: Vondstomstandigheden 18

19 Figuur 47: Derde tabblad van een Vondstmelding: Onderzoeksmeldingsnummer Figuur 48: Vierde tabblad van een Vondstmelding: Vondsten 19

20 Figuur 49: Vijfde tabblad van een Vondstmelding: Collectie 20

21 Figuur 50: Zesde tabblad van een Vondstmelding: Documentatie Figuur 51: Zevende tabblad van een Vondstmelding: Literatuur 21

22 Figuur 52: Achtste tabblad van een Vondstmelding: Beschrijving 12. Vink op het eerste tabblad het hokje Gereed voor opwerken aan (indien de vondstmelding nog niet volledig is, en er op een later tijdstip nog aanvullingen gedaan moeten worden, laat het vinkje dan achterwege. Plaats het vinkje pas op het moment dat alle aanvullingen zijn gedaan). 13. Buttonbar: Opslaan (button 17). 14. Eventuele foutmeldingen aanpassen. 15. Buttonbar: Opslaan (button 17). 7.3 Vondstmelding van meerdere vondsten (afkomstig van vondstconcentratie of vondsten afkomstig uit één onderzoek) (Stap 1 t/m 9 in paragraaf 7.1) 10. Voeg de kaartlaag Onderzoeken, stijl Kleur toe en zoom in op het onderzoek waarvan de Vondstmelding(en) afkomstig is/zijn. 11. Ga terug naar het administratieve gedeelte (het venster Vondstmelding: Bewerken). 12. Vul de gegevens aan (op alle tabbladen van de Vondstmelding), dat wil zeggen: vul de groene velden in het administratieve gedeelte in, en voor zover mogelijk de witte velden. Zoek op de kaart de centrale coördinaat van de concentratie van de vondsten of van de vondsten die afkomstig zijn van het onderzoek en vul dit in. (Voor details invullen van de tabbladen zie de uitleg in hoofdstuk 7.4). 22

23 13. Vink op het eerste tabblad het hokje Gereed voor opwerken aan. (indien de vondstmelding nog niet volledig is, en er op een later tijdstip nog aanvullingen gedaan moeten worden, laat het vinkje dan nog even achterwege. Plaats het vinkje pas dan als alle aanvullingen zijn gedaan). 14. Buttonbar: Opslaan (button 17). 15. Eventuele foutmeldingen aanpassen. 16. Buttonbar: Opslaan (button 17). 7.4 Opmerkingen bij de tabbladen van de Vondstmelding 1. Groene velden zijn verplichte velden. 2. Alle velden zijn in de functionele gebruikershandleiding apart beschreven, een toelichting is aldaar te vinden. De functionele gebruikershandleiding is te vinden onder de functie Help. 3. Bij het tabblad Onderzoek moet, wanneer er ook een onderzoeksmelding en/of onderzoek heeft plaatsgevonden, het onderzoeksmeldingsnummer ingevuld worden. 4. Zowel voor een losse vondst als voor het melden van meerdere vondsten (een vondstconcentratie of vondsten afkomstig van een onderzoek) moeten de coördinaten worden ingevuld. Het zijn puntlocaties. De coördinaten moeten in het tabblad Vondstomstandigheden zelf ingevuld worden. De coördinaten dienen zonder punt ingevoerd te worden. Dus en niet Het Kaartblad, de Gemeente en de Provincie worden automatisch gegenereerd, nadat de coördinaten zijn ingevuld en verder gaat naar een ander invulveld door bijvoorbeeld de Tab-toets te gebruiken. 5. Bij het tabblad Vondsten zijn de in te vullen velden wit. Er is hier sprake van een zogenaamde één op meer relatie. Dit betekent dat voor iedere vondst die aan de vondstmelding wordt toegevoegd eerst op de Buttonbar Toevoegen (button 18) moet worden ingedrukt. Zodra dit is gebeurd kan de eerste vondst worden ingevuld. De verplichte velden zullen groen worden weergegeven. Bij elke nieuw toe te voegen vondst dient dus opnieuw button 18 Toevoegen te worden aangeklikt. 6. Voor de tabbladen Collectie, Documentatie en Literatuur geldt hetzelfde als bij het tabblad Vondsten (zie opmerking 5). 7. Wanneer de vondstmelding gereed is om opgewerkt te worden dient Gereed voor opwerken aangevinkt te worden. Wanneer dit is aangevinkt, is de vondstmelding klaar om opgewerkt te worden tot Waarneming (opwerken gebeurd door de RCE). 8. Zolang Gereed voor opwerken niet is aangevinkt en de Vondstmelding dus niet opgewerkt kan worden, blijft het voor de invoerder mogelijk de Vondstmelding aan te passen of te wijzigen. 9. De Vondstmelding kan niet door anderen worden gewijzigd, behalve door de invoerder zelf. 10. De button Upload op het eerste tabblad is om documenten digitaal aan de vondstmelding te koppelen en met de vondstmelding mee te sturen. Deze optie is echter nog niet beschikbaar. 11. De vierkante hokjes voor een aantal velden kunnen worden aangevinkt. Daarmee neemt het systeem de al ingevoerde codes over, bij bijvoorbeeld het invoeren van een nieuwe vondstmelding of toevoegen van meerdere vondsten aan een vondstmelding 23

24 7.5 Raadplegen van vondstmeldingen 1. Functiebar: kies onder Meldingen voor Vondstmelding. 2. Vul in het veld Invoerder bijvoorbeeld de eigen code in, of bij Melding nr. het Vondstmeldingsnummer. 3. Buttonbar: Uitvoeren zoekvraag (button 14). De administratieve gegevens en ruimtelijke weergave kunnen nu worden bekeken. Het venster Vondstmelding: Raadplegen verschijnt. 4. De administratieve gegevens uit de database kunnen nu bekeken worden, zo ook de ruimtelijke weergave (=puntlocatie) in het venster Kaart. Je moet dan wel de kaart Vondstmeldingen toevoegen en natuurlijk ook inzoomen. Als je wilt kan je ook de Top10 ((C) TDN) Kaart er nog onder leggen (max. schaal 1:25.000)). 5. Vensters afsluiten (kruisje rechtsboven in het venster). Gereedmelding onderzoek en aanleveren rapportage De vergunninghouder legt binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving aan de RCE (in pdf versie) als aan de eigenaar, bedoeld in artikel 50 van de Monumentenwet 1988, als aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de opgraving is voltooid, een rapport over, waarin de resultaten van de opgraving zijn beschreven, en meldt de afronding van het onderzoek (gereedmelding onderzoek). Werkwijze aanleveren rapportages Een pdf versie van het rapport, waarin de resultaten van de opgraving zijn beschreven, uploaden in Archis met behulp van de rapport meldingsfunctie. Binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving Door vergunninghouder Tevens verzenden van een rapport, waarin de resultaten van de opgraving zijn beschreven aan de eigenaar (provincie/gemeente of rijk) en aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de opgraving is voltooid Wijze van aanleveren pdf exemplaar In Archis is een handleiding opgenomen met informatie over het uploaden van de rapporten. Deze handreiking staat onder de helpfunctie. Het is aan te raden om de digitale versie van het rapport in het pdf/a-formaat aan te leveren Deze variant van pdf biedt momenteel de beste mogelijkheden voor een duurzame digitale archivering en blijvende leesbaarheid. Onder andere door alle lettertypes in het document op te nemen en geen dynamische inhoud of beveiliging toe te staan. Omzetten rapport in pdf/a-formaat Op de website van de Koninklijke Bibliotheek staat een toelichting opgenomen voor het omzetten van bestanden in pdf/a-formaat. Zie voor deze PDF Guidelines, Recommendations for the creation of PDF files for long-term preservation and access de onderstaande link: 24

25 Werkwijze gereedmelden onderzoek Afronding onderzoek melden in Archis 2 Binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving Door vergunninghouder Vondstmelding (melding eerste bevindingen) wordt uiteindelijk een waarneming De resultaten van het onderzoek zullen nu bekend zijn en gepubliceerd in een rapport. Betreffende resultaten zullen dan ook meestal afwijken van de vondstmelding die is gedaan bij het melden van de eerste bevindingen. Daardoor dient de melding van de eerste bevindingen te worden aangepast, gewijzigd en aangevuld. Alle vondsten, grondsporen, literatuur, documentatie, depot etc. kunnen nu aan deze melding worden toegevoegd. N.B. Het is niet toegestaan de vondsten en grondsporen in het vrije tekstveld bij het tabblad beschrijving te vermelden! Als de melding compleet is, dient bij Gereed voor opwerken een vinkje te worden geplaatst. De vondstmelding staat nu klaar om te worden opgewerkt tot waarneming. Op het tweede tabblad van de Onderzoeksmelding in Archis2, genaamd Onderzoek, worden een aantal meetgegevens ingevoerd. Bij selectieadvies dient de conclusie/aanbeveling van het rapport te worden vermeld en bij toelichting de literatuurverwijzing naar het betreffende rapport. Geen of geen relevante vondsten en/of grondsporen aangetroffen Het kan zijn dat er uiteindelijk, na het determineren van de vondsten en/of grondsporen, geen of geen relevante vondsten en/of grondsporen blijken te zijn aangetroffen, waarvan het dus niet de moeite waard is om deze te registreren bij de vondstmelding of geregistreerd te laten staan in Archis2. De vondstmelding moet dan worden verwijderd. Een vondstmelding kan immers niet leeg zijn. Deze dient altijd minimaal één vondst of grondspoor te bevatten. Er kan voor het gereed melden dan worden volstaan met de procedure zoals hieronder wordt beschreven bij het gereed melden. Toelichting op invoeren in Archis 2 In hoofdstuk 6 van de gebruikershandleiding van Archis2 kan nadere informatie betreffende het invoeren van het Onderzoek (Gereedmelding) worden opgezocht. 25

26 Melden onvoorziene ontwikkelingen De vergunninghouder meldt onvoorziene ontwikkelingen in zijn organisatie. Werkwijze melden onvoorziene ontwikkelingen Melden bij de RCE, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort o.v.v. melding onvoorziene ontwikkeling opgravingsvergunning Van onvoorziene ontwikkelingen in de organisatie van de vergunninghouder Door de vergunninghouder zo spoedig mogelijk na het bekend worden (bij de vergunninghouder) maar uiterlijk binnen drie weken daarna. De opgravingsvergunning op basis van artikel 45 Monumentenwet1988 bevat het voorschrift dat de vergunninghouder onvoorziene ontwikkelingen in zijn organisatie meldt. Doel van het melden van onvoorziene ontwikkelingen is dat de vergunningverlener kan beoordelen of de onvoorziene wijziging gevolgen heeft voor de verleende vergunning. De situatie kan zich voordoen dat door een niet voorziene wijziging de organisatie zodanig verandert dat er geen sprake meer kan zijn van het uitvoeren van een goed kwaliteitsniveau van het doen van opgravingen. In het uiterste geval kan dit leiden tot het intrekken van de opgravingsvergunning. Deze is immers verleend nadat de aanvrager heeft aangetoond dat zijn organisatie zodanig is ingericht dat een goed kwaliteitsniveau voor het doen van opgravingen is gewaarborgd. Definitie van onvoorziene ontwikkelingen Onvoorziene ontwikkelingen zijn die ontwikkelingen met betrekking tot aspecten die bij de beoordeling van de aanvraag opgravingsvergunning relevant waren en die bij het moment van de vergunning aanvraag niet voorzien waren. Dus met betrekking tot de materiële, financiële en personele kwaliteit van een opgravingsorganisatie. 26

27 Wat te melden? Inherent aan het gegeven dat ontwikkelingen onvoorzien zijn is dat daarvan geen uitputtend overzicht gemaakt kan worden. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke omstandigheden in elk geval als onvoorzien gemeld moeten worden. De vergunninghouder blijft eindverantwoordelijk voor de inschatting of sprake is van een onvoorziene ontwikkeling. Uiteraard kan deze bij twijfel in overleg treden met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Categorie Situatie Waarom een meldingsplicht Personeel Geen seniorarcheoloog in organisatie aanwezig bijvoorbeeld door langdurige ziekte Organisatie dient ten minste te beschikken over een senior archeoloog Materieel Leidinggevende/senior archeoloog wordt onherroepelijk veroordeeld wegens het plegen van een strafbaar feit als bedoeld in de artikelen 61e n 62 van de Monumentenwet 1988 De ruimte voor het tijdelijke depot is niet meer bruikbaar door bijvoorbeeld een calamiteit als Organisatie dient te beschikken over integere leidinggevenden. Organisatie dient te beschikken over voldoende faciliteiten om vondsten tijdelijk Beoordeling op welke wijze de organisatie het kwaliteitsniveau behoudt. Wijze van beoordeling hangt af van de door de organisatie gekozen oplossing voor het niet aanwezig zijn van de senior archeoloog. Beoordeling of nog sprake is van integere opgravingsorganisatie. Daartoe dient nieuwe verklaring omtrent gedrag gevraagd te worden door de betrokken persoon. Bij weigeren vog wordt betrokken persoon niet meer aangemerkt als leidinggevende. Beoordeling hoe organisatie invulling geeft aan het vereiste van een ruimte voor 27

28 Financieel/Economisch (Bedrijfsvoering) brand/overstroming/instorting of door verkoop; verhuizing; einde huurcontract Surseance van betaling aangevraagd Faillissement aangevraagd Faillissement uitgesproken Overname van de opgravingsorganisatie op te slaan. Organisatie moet bedrijfseconomisch solide te zijn Organisatie moet bedrijfseconomisch solide te zijn Organisatie moet bedrijfseconomisch solide te zijn Opgravingsvergunning is niet overdraagbaar tijdelijk depot. Hierbij is van doorslaggevend belang in hoeverre er sprake is van eigen verantwoordelijkheid van de organisatie. Een calamiteit kan niet altijd voorkomen worden. Terwijl een verhuizing te voorzien is. Na overleg met curator en evt. aanvullende gegevens wordt beoordeeld in hoeverre de organisatie nog bedrijfseconomisch solide is. Na overleg met curator en evt. aanvullende gegevens wordt beoordeeld in hoeverre de organisatie nog bedrijfseconomisch solide is. Opgravingsvergunning wordt ingetrokken omdat na faillissement feitelijk sprake is van een nieuwe opgravingsorganisatie Na overleg met de betrokken partijen en op basis van bedrijfsgegevens als 28

29 Herindeling van het bestuursorgaan waar de opgravingsorganisatie deel van uitmaakt Wijziging naam opgravingsorganisatie Organisatie wijzigt in andere rechtspersoon Opgravingsvergunning is niet overdraagbaar Opgravingsvergunning is niet overdraagbaar Opgravingsvergunning is niet overdraagbaar bijvoorbeeld de inschrijving in Kamer van Koophandel beoordelen of er nog sprake is van dezelfde opgravingsorganisatie. Na overleg met betrokken partijen en op basis van onder ander het herindelingsbesluit beoordelen of er nog sprake is van dezelfde opgravingsorganisatie Na overleg met de betrokken partijen en op basis van bedrijfsgegevens als bijvoorbeeld de inschrijving in Kamer van Koophandel beoordelen of er sprake is van dezelfde opgravingsorganisatie Na overleg met de betrokken partijen en op basis van bedrijfsgegevens als bijvoorbeeld de inschrijving in Kamer van Koophandel beoordelen of er sprake is van dezelfde opgravingsorganisatie 29