"De toekomst van mijn pensioen"

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""De toekomst van mijn pensioen""

Transcriptie

1 "De toekomst van mijn pensioen" Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de recreatie over hun pensioen Haarlem September 2011 De toekomst van mijn pensioen. Drs. M.G. Schriemer Een onderzoek in opdracht van FNV Recreatie

2

3 Medewerking Aan de totstandkoming van dit onderzoek werkten mee: Uitvoering: Drs. Martien G. Schriemer Ondersteuning: Heleen Veenhof (SOHRC) Drs. Frank B.P. Jansen (FNV Recreatie) Auteursrecht Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Onderzoek Horeca Recreatie en Catering (SOHRC). SOHRC / 3

4

5 Samenvatting Er bestaat geen uniforme 'pensioenklant' meer. Jongeren willen meer investeren in hun pensioentoekomst dan ouderen; ouderen kiezen voor zekerheid; hoger opgeleiden kunnen en willen meer risico nemen. Financiële crisis De jaren '90 waren relatief gunstige jaren voor de pensioenfondsen, maar begin jaren '00 spatte de internetzeepbel uiteen wat gevolgen had voor de beurzen en dus ook voor pensioenfondsen. Door de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende faillissementen van grote banken (zoals Lehman Brothers 1 en Icesave 2 ), oplopende schuldenlasten van landen 3, oplopende werkloosheid 4, dalende rentes 5 (waardoor pensioenverplichtingen stegen) en de gestegen levensverwachting zijn per saldo de totale beleggingsresultaten van de institutionele bellegers (zoals de Nederlandse pensioenfondsen) gedaald 6. Dat heeft ertoe geleid dat de dekkingsgraden van veel pensioenfondsen op korte en lange termijn onder de wettelijke en verplichte normen kwamen. Deze pensioenfondsen hebben maatregelen moeten nemen om de financiële positie op korte en lange termijn te verbeteren. Dit geldt ook voor Pensioenfonds Recreatie. Daarnaast speelt het landelijk pensioenakkoord. Beide zaken roept de vraag op hoe de pensioenregeling in de recreatie in de toekomst er uit dient te zien. Vandaar dit onderzoek onder de werknemers in de recreatie. Opzet onderzoek Er is onder werknemers in de recreatie onderzoek gedaan met behulp van internet. Enerzijds zijn leden van FNV Recreatie opgenomen in de onderzoekspopulatie anderzijds zijn niet-leden via twee externe panels geraadpleegd en is gebruik gemaakt van de contacten van FNV Recreatie in de sector om zo een goede spreiding van de respons te krijgen. De resultaten zijn verkregen tussen maart en juni van 2011, en heeft geresulteerd in een onderzoekspopulatie van 275 respondenten. Kennis van het pensioen De beantwoording van de vragen laat zien dat een flink gedeelte van de respondenten over de pensioenregelingen niet veel kennis heeft. Dit is een zorg voor alle betrokken partijen: werkgevers- en 1 Op 15 september 2008 vroeg het bedrijf surseance van betaling of uitstel van betaling ("Chapter 11") aan (Wikipedia 2011, Lehman) 2 Op 7 oktober 2008 werden alle activiteiten van Icesave Nederland en Landsbanki stilgelegd (Wikipedia, 2011, Icesave) 3 (NOS 2011). 4 In de periode december februari 2009 waren gemiddeld 314 duizend personen werkloos. Dit komt overeen met 4,1 procent van de beroepsbevolking. (CBS 2009) 5 De hoogte van de actuele marktrenten en de renteverwachting voor de toekomst hebben een grote invloed op de (waarde)ontwikkeling van een groot aantal financiële producten. (Homefinance.nl 2011) SOHRC / 5

6 werknemersorganisaties, het pensioenfonds én de overheid. Een actiepunt is dat er een informatieoverdracht moet komen over de huidige situatie en over de waarde van de pensioenen van de werknemers dat wél werkt. De beantwoording van de vragen uit dit onderzoek door de werknemers laat zien dat er geen sprake meer is van een uniforme pensioenklant voor het pensioenfonds. De keuzes die men maakt zijn vaak op logische gronden te verklaren vanuit de achtergrond van de respondent: jongeren hebben een nog langere tijd te gaan waarin ze pensioen kunnen opbouwen en hebben meer fiducie in maatregelen zoals meer pensioenpremie om onzekerheid over de waarde van hun pensioen op te vangen. Ouderen kiezen voor zekerheid en geen risico's en koopkrachtbehoud. Ouderen hebben natuurlijk minder werkzame jaren te gaan en willen hun opgebouwde rechten niet zien 'verdampen'. Ten slotte komt de groep hoger opgeleiden naar voren: zij hebben navenant een hoger inkomen en maken daarom ook andere keuzes. Zij zijn bereid (meer) risico te nemen omtrent de opbouw van hun, dat is voor werknemers met bijvoorbeeld een minimumloon minder makkelijk financieel haalbaar. Pensioenonderhandelingen Ten aanzien van de punten die opgenomen moeten worden in de pensioenonderhandelingen met de werkgevers is men redelijk eensluidend (in volgorde van prioriteit): 1. Koopkrachtbehoud van de toekomstige pensioenen 2. Voortzetting van het pensioen als men arbeidsongeschikt wordt 3. De hoogte van het ouderdomspensioen Onzekerheden opvangen Voor het opvangen van onzekerheden voor het toekomstig pensioen zijn de respondenten tot twee alternatieven gekomen die meeste de respondenten aanspreken: 1. 'een gedeelte van mijn toekomstige pensioenuitkering garanderen, rest wordt dan risicodragend' 2. 'ik wil zelf meer pensioenpremie betalen' 6 Minister Donner (Sociale Zaken, CDA) stelt een onderzoek in naar de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel. Als daaruit blijkt dat het Nederlandse stelsel te kwetsbaar is, is verlaging van de pensioenen onontkoombaar (NRC.nl 2010). SOHRC / 6

7 Keuzes Aan de respondenten zijn twee vragen voorgelegd om een uitruil te maken. De eerste vraag gaat over de manier waarop men het uitruilen van extra premie over de alternatieven zou willen zien (onderstaand). De tweede vraag gaat over het uitruilen van een gedeelte van hun ouderdomspensioen over de volgende alternatieven: Meer collectief ouderdomspensioen Zekerheid over uw toekomstige pensioen Meer partnerpensioen Koopkrachtbehoud van toekomstig pensioen Verzekeren pensioen indien werkeloos Verzekeren pensioen indien arbeidsongeschikt Anders, namelijk Weet niet, geen mening De meeste respondenten kiezen in beide gevallen (zowel voor het uitruilen van extra premie als voor het uitruilen van een gedeelte van hun ouderdomspensioen) overtuigend voor 'zekerheid van hun toekomstig pensioen' met als tweede optie 'koopkrachtbehoud van toekomstig pensioen'. SOHRC / 7

8

9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING CONCLUSIES & EVALUATIE ONDERZOEKSRESULTATEN DISCUSSIE / EVALUATIE AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKER ONDERZOEKSOPZET PROBLEEM- & DOELSTELLING ONDERZOEK METHODEN VAN ONDERZOEK ONDERZOEKSPOPULATIE EN RESPONS STEEKPROEFOPZET ENQUÊTE DESKRESEARCH ONTBREKENDE ANTWOORDEN HERCODERING SECTOR RESULTATEN SCREENING & HERCODERING RECREATIE UW WERK KENNIS VAN HET PENSIOEN MENING OVER HET PENSIOEN ONDERHANDELINGEN OPVANGEN ONZEKERHEDEN EXTRA PREMIE VERDELEN GEDEELTE OUDERDOMSPENSIOEN VERDELEN Bijlagen De bijlagen bij dit rapport zijn separaat verstrekt, het betreffen de volgende vier bijlagen: Bijlagen (behorend bij dit rapport). Hierin treft u naast de geraadpleegde literatuur en bronnen (ed.) tevens enkele artikelen uit de Volkskrant aan over het actuele onderwerp 'pensioen' 7 en 'pensioenonderhandelingen' 8 ). Frequentieverdelingen en kruistabellen Vragenlijst Rapport evaluatie testvragenlijst 7 Zie bijlagen VII, VIII, IX, XI, XII 8 Zie bijlagen VII, X. SOHRC / 9

10 Figuren, tabellen, citaten, ed. Onderzoeksrapport: Wat wil ik met mijn pensioen? 1. CITAAT. ONBEKEND MET PENSIOEN CITAAT. WANTROUWEN CITAAT. KENNIS OVER PENSIOEN CITAAT. ZEKERHEID GEWENST FIGUUR. HORECAINFO NUMMER 2, 2011, PAG TABEL. OVERZICHT AANTALLEN ONDERZOEKSPOPULATIE TABEL. OVERZICHT GEHANTEERDE BRONNEN T.B.V. DE DATACOLLECTIE SCHEMA. HYPERLINK PER SEGMENTNUMMER SCHEMA. HYPERLINKS PANELCLIX PER SEGMENTNUMMER TABEL. OVERZICHT RESPONSPERIODES DEELONDERZOEKEN FIGUUR. SCHEMATISCH OVERZICHT VAN DE KENNISOPBOUW VAN RESPONDENT TABEL. OVERZICHT BENADERING RESPONDENTEN M.B.T. VRAGENLIJSTTEST TABEL. GEMIDDELDE LEEFTIJD BIJ OVERLIJDEN GRAFIEK. GEMIDDELDE LEEFTIJD BIJ OVERLIJDEN CONTROL CHART. SPEELT MEDIA EEN ROL IN DE MENINGSVORMING? TABEL. VRAAG 2 (SECTOR) EN VRAAG 3 (SUBSECTOR) UIT DE VRAGENLIJST TABEL. CONSISTENTE EN INCONSISTENTE ANTWOORDEN TABEL. KWALITEIT RESPONS & DE HERCODERINGEN TABEL. OVERZICHT MOGELIJKE FOUTEN PER BRONADMINISTRATIE TABEL. VALIDE EN NIET-VALIDE LEEFTIJDEN PER DEELPOPULATIE TABEL. SCREENINGSRESULTATEN NAAR SECTOR TABEL. RECREATIE + SUBSECTOR TABEL. AANTAL WERKNEMERS IN SECTOR RECREATIE (2008) TABEL. BIJ WELK PENSIOENFONDS BOUWT U NU PENSIOEN OP? TABEL. RECREATIE + SUBSECTOR (GEHERCODEERDE AANTALLEN) TABEL. SOORT CONTRACT NAAR AANTAL UREN PER WEEK TABEL. GEHERCODEERD AANTAL WERKNEMERS NAAR AANTAL CONTRACTUREN PER WEEK TABEL. LID VAKBOND NAAR BRON TABEL. AANTAL JAREN WERKERVARING NAAR INTENTIE WERKZAAM TE BLIJVEN BINNEN DE SECTOR TABEL. PROVINCIE WAAR MEN WERKT (L) & AANTAL WERKNEMERS (R) TABEL. PENSIOENOPBOUW BIJ HETZELFDE FONDS? TABEL. WIE BETAALT DE PENSIOENPREMIE? BOOMDIAGRAM. WIE BETAALT (MEE AAN) UW PENSIOENPREMIE? CITAAT. ONBEGRIP TABEL. SALARISGROEP 10 OF HOGER EN MENING OVER VERPLICHTSTELLING BOXPLOT. SCHATTING VAN DE TE BETALEN PENSIOENPREMIE OP JAARBASIS FIGUUR. HISTOGRAM VAN GESCHATTE PENSIOEN% (L) EN DE CIRKELDIAGRAM (R) VAN DE JUISTHEID VAN DE SCHATTINGEN TABEL. TEVREDENHEID PENSIOEN FORMULE. BEREKENING TEVREDENHEID PENSIOEN OP BASIS VAN VIJF ITEMVRAGEN (OVERALL GEMIDDELDE) FIGUUR. STAAFDIAGRAM VAN DE GEMIDDELDEN VAN DE ITEMVRAGEN MET ALS RODE LIJN DE PENSIOENTEVREDENHEID FIGUUR. PREFERENTIES VAN ONDERWERPEN VOOR DE PENSIOENONDERHANDELINGEN CITATEN. MINDER RISICOVOL BELEGGEN TABEL. OVERZICHT VOORKEUR ONDERHANDELINGSONDERWERPEN NAAR LEEFTIJD FIGUUR. OPVANGEN VAN ONZEKERHEDEN TABEL. OPVANGEN VAN ONZEKERHEDEN FIGUUR. OPVANGEN ONZEKERHEDEN & AANTAL AANGEKRUISTE ALTERNATIEVEN TABEL. OPVANGEN ONZEKERHEDEN: TOP TABEL. ANTWOORDCATEGORIEËN VRAAG 39 'HOE EXTRA PREMIE TE VERDELEN' TABEL. KWALITEIT BEANTWOORDING VRAAG 39 'HOE EXTRA PREMIE TE VERDELEN' BOXPLOT. HOE EXTRA PREMIE TE VERDELEN OVER DE ALTERNATIEVEN BOXPLOT. HOE EXTRA PREMIE TE VERDELEN OVER DE ALTERNATIEVEN (ALLEEN VALIDE ANTWOORDEN) GRAFIEK. EXTRA PREMIE VERDELEN ONDER 'ZEKERHEID OVER TOEKOMSTIGE PENSIOEN' NAAR LEEFTIJD TABEL. ANTWOORDCATEGORIEËN VRAAG 40 'HOE GEDEELTE PENSIOEN TE VERDELEN' TABEL. KWALITEIT BEANTWOORDING VRAAG 40 'HOE GEDEELTE PENSIOEN TE VERDELEN' BOXPLOT. HOE EEN GEDEELTE VAN HET PENSIOEN VERDELEN OVER DE ALTERNATIEVEN SOHRC / 10

11 56. BOXPLOT. HOE GEDEELTE PENSIOEN TE VERDELEN OVER DE ALTERNATIEVEN (ALLEEN VALIDE ANTWOORDEN) GRAFIEK. 'MEER NABESTAANDENPENSIOEN' NAAR LEEFTIJD SOHRC / 11

12

13 1 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de bevindingen van het onderzoek dat gehouden werd in het voorjaar van 2011 onder de medewerkers in de recreatie. Doel van het onderzoek is: wat vinden werknemers in de recreatie van hun pensioen, welke eisen zij eraan zouden willen stellen en welke inbreng zien zij graag van de FNV Recreatie in de pensioenonderhandelingen met de werkgevers. De conclusies, evaluaties en aanbevelingen staan in hoofdstuk 2. De beschrijving van de opzet van het onderzoek treft u aan in hoofdstuk 3, alsmede de wijze waarop de data zijn verzameld en de beschrijving van het meetinstrument. Hoofdstuk 4 geeft de resultaten weer van het onderzoek in de volgorde waarin de internetenquête is afgenomen, dus startend met de screening en eindigend met de 'uitruilvragen' uit dit onderzoek. Aanleiding onderzoek De directe aanleiding voor dit onderzoek zijn de aanvullende maatregelen die Pensioenfonds Recreatie heeft genomen en het landelijk pensioenakkoord. FNV Recreatie wil weten wat werknemers in de recreatie van hun pensioen vinden. Daartoe heeft FNV Recreatie een onderzoek gehouden onder hun leden en via externe panels aan niet-leden omtrent hun wensen en ideeën over de wijze waarop de pensioenonderhandelingen ingegaan moeten worden voor een nieuwe pensioenregeling (zie voor de onderzoeksopzet 3.3). Tevens diende meegenomen te worden in het onderzoek de uitgangspunten van het landelijk pensioenakkoord over de levensverwachting van Daar komt bij dat de ontwikkeling rondom de pensioenfondsen (zie voorgaande paragraaf) veel (Europese) werknemers ongerust maken 9, ook die van Nederland.. De wijze waarop het onderwerp uitonderhandeld moet worden is binnen de FNV-gelederen zelf ook onderwerp van discussie 10. In dit licht kan dit als een belangrijk onderzoek worden gezien. Leeswijzer Voor een vlot te lezen doch goed begrip van dit onderzoek wordt aangeraden de samenvatting en de aanbevelingen te lezen. Indien de evaluatie van het onderzoek zelf van belang is voor de lezer wordt aangeraden de opzet van het onderzoek (hoofdstuk 3) en de evaluatie (hoofdstuk 2) te lezen. Hoofdstuk 4 bevat een uitgebreide puntsgewijze beschrijving van de resultaten uit dit onderzoek. Hoofdstuk 4 is een statistische verantwoording van de bevindingen en voor de niet-statistisch onderlegde lezer misschien bij tijd en wijle moeilijk te volgen, daar elk verschil zo veel mogelijk getoetst is op significantie. Toch is getracht ook dat hoofdstuk zo leesbaar mogelijk te houden, voor elke geïnteresseerde lezer. 9 Schuttrups, M. (2010). 10 Zie Alphen, F. van & Stoker, E. (2011) & bijlage X. SOHRC / 13

14 Bijlagen De bijlagen zijn separaat geleverd bij dit rapport. Dat is gedaan om het leesgemak te vergroten, de desbetreffende pagina van de bijlage kan bij het rapport worden gehouden, zonder telkens in hetzelfde rapport te moeten heen- en terugbladeren. De bijlagen bij dit rapport: Bijlagen (behorend bij dit rapport). Hierin treft u naast de geraadpleegde literatuur en bronnen (ed.) tevens enkele artikelen uit de Volkskrant aan over het actuele onderwerp 'pensioen' 11 en 'pensioenonderhandelingen' 12 ). Frequentieverdelingen en kruistabellen. Vragenlijst. Rapport evaluatie testvragenlijst. 11 Zie bijlagen VII, VIII, IX, XI, XII 12 Zie bijlagen VII, X. SOHRC / 14

15 2 Conclusies & evaluatie Onderstaande conclusies zijn direct herleidbaar vanuit de resultaten van deskresearch en van het kwantitatief onderzoek. Alle conclusies en aanbevelingen worden genummerd opdat in gesprekken daar makkelijk naar verwezen kan worden. 2.1 Onderzoeksresultaten 1. De vergrijzing heeft tot gevolg dat het aantal werkenden zal afnemen waardoor er minder werknemers zijn om geld in te brengen voor pensioengerechtigden (CBS 2007, p4). Alle reden voor de politiek, werkgevers- en werknemersorganisaties en 'last but not least' de pensioenfondsen daar op relevante en goede wijze op in te spelen met maatregelen en aangepast beleid. 2. Niet alleen leven Nederlanders steeds langer, ze leven ook meer jaren zonder lichamelijke beperkingen. De verwachte levensduur zonder deze beperkingen nam in de afgelopen kwart eeuw met ruim 5 jaar toe. De levensverwachting bij geboorte was in 2007 voor mannen 78,0 jaar en voor vrouwen 82,3 jaar. Op 1 januari 2007 heeft Nederland nog 10 miljoen inwoners van 20 tot 65 jaar. Tussen nu en 2040 zal de potentiële beroepsbevolking naar verwachting afnemen van 10 naar 9 miljoen. 3. Voor veel respondenten gaat het onderwerp pensioen 'boven hun pet', getuige de hoge percentages 'geen mening' op diverse vragen. Hierdoor wordt de druk op de werkgevers- en werknemersorganisaties om goede en zorgvuldig afgewogen beslissingen te nemen pregnanter: het vertrouwen van de werknemers rust op hun schouders en getuige de soms felle bewoordingen van de respondenten om hun pensioen niet te verkwanselen, lijkt het niet ondenkbaar dat sociale onrust niet ver weg is in geval een hun onwelgevallige besluitvorming hierover. 4. Dat pensioenen ook voor interne strubbelingen tussen de FNV Vakcentrale en de aangesloten bonden kan leiden (die vervolgens opgelost zijn ten tijde van het 'ter perse gaan' van dit rapport) is prominent weergegeven in de media. Alhoewel het evident is dat de media t.a.v. 'pensioenen' een invloed heeft op de mening van de respondenten is dat niet significant gebleken vanuit dit onderzoek. 5. Sommige respondenten geven aan dat zij bij sector horeca zitten en vullen bij de vervolgvraag over de subsector 'anders namelijk: welness' in en geven aan bij het Pensioenfonds Recreatie pensioen op te bouwen. Totaal heeft 3% van de respondenten een dergelijk inconsistent antwoord gegeven. Van die respondenten is één of meerdere codering aangepast of zijn verwijderd. 6. Sommige respondenten hebben aangegeven bij een ander pensioenfonds dan Pensioenfonds Recreatie pensioen op te bouwen. Het is mogelijk dat dit een gevolg is van privatisering van het bedrijf vanuit het verleden, vandaar dat die respondenten als valide beschouwd worden. Het is evenwel mogelijk dat de respondent onterecht en abusievelijk een ander pensioenfonds heeft aangegeven. SOHRC / 15

16 7. Na screening bleven er 275 respondenten van de 2367 over (de totale responspopulatie voor de onderzoeken horeca, recreatie en catering) die hebben aangegeven in de recreatie werkzaam te zijn. Het blijkt dat 52% van de respondenten die de sector recreatie hebben 'aangekruist' aangeven in de verblijfsrecreatie te zitten. 10% geeft aan dagrecreatie, 17% zwembaden en 21% geeft aan in een andere subsector werkzaam te zijn. Deze aantallen blijken representatief te zijn voor verblijfsrecreatie en zwembaden. 8. Van de 248 (valide) respondenten heeft 5% aangegeven een directiefunctie te hebben, 19% gaf aan overig management. 61% heeft uitvoerend aangeven en 15% "overig". De meerderheid van de respondenten (44%) heeft een vast contract heeft en een volledige werkweek. Ca. 29% heeft een vaste aanstelling en werkt uur in de week % van alle respondenten is lid van een vakbond, daarvan geven 91% aan lid te zijn van FNV Recreatie. 10. De meeste respondenten (48%) zijn al lang werkzaam in de sector (meer dan 10 jaar). 47% van de respondenten is tussen de 1 en 10 jaar werkzaam in de branche. Ongeveer de helft van de respondenten heeft de intentie om daar beslist in die sector te blijven werken, opvallend is in dit overzicht het aantal twijfelaars om het zo maar uit te drukken: ca. 50% van de respondenten die 1 tot 10 jaar in de sector werken, twijfelen of ze daarin blijven werken. Een kleiner deel (eenderde van de respondenten) die langer dan 10 jaar in de sector werken, twijfelen daaraan of daarin blijven weren. Kennis over pensioen 11. Het meest voorkomende pensioenfonds onder de respondenten van de sector recreatie is (logischerwijs) Pensioenfonds Recreatie (70% van de respondenten). 50 respondenten geven aan altijd bij een ander pensioenfonds pensioen opgebouwd te hebben (zoals ABP, Stipp, Pensioenfonds Zorg en Welzijn). Van de 112 respondenten die niet altijd bij hetzelfde pensioenfonds hun pensioen hebben opgebouwd zitten nu de meeste respondenten (84 ~ 75%) nu (wel) bij Pensioenfonds Recreatie. 12. In het algemeen is het zo dat de werkgever en de werknemer beiden pensioenpremie afdragen voor de pensioenopbouw van de werknemer. Een aantal respondenten (18%) weet niet wie hun pensioenpremie betaalt. Dit komt overeen met een vorig onderzoek 13 dat onder recreatiepersoneel werd gehouden, namelijk toen wist 17% niet wie er meebetaalde aan hun pensioenpremie. Wat in het algemeen opvalt is, dat als men ouder is, meer dienstjaren heeft, man is, kinderen heeft en samenwoont, dat men dan beter weet wie bijdragen aan de pensioenpremies. 13 Zie Schriemer (2006). SOHRC / 16

17 13. Verder blijkt dat 20% van de respondenten er vanuit gaat dat zij als enige de premies betalen. 25% zegt dat alleen hun werkgever de premies betalen en de meerderheid (38%) zegt dat zowel de werkgever alsmede zijzelf de premies betalen. 14. Ruwweg 86% van de respondenten weet hoe het pensioen daadwerkelijk opgebouwd wordt, namelijk dat het bestaat uit een AOW-deel en een bedrijfstakpensioen. Dat is beslist hoger dan is gebleken uit het vorige onderzoek 14, toen was dat 47%. Het blijkt dat 75% van de jongere respondenten (< 30 jaar) en 78% van degenen met minder dan 10 dienstjaren dit weten, hetgeen in beide gevallen minder is dan de andere doelgroepen. 15. Ten aanzien van het ouderdomspensioen blijkt dat overall 14% aangeeft 'ken ik niet', 40% 'ken ik een beetje' en 46% 'ken ik'. De significante uitschieters hier zijn de jongere respondenten (< 30 jaar), die zijn minder op de hoogte ('ken ik' zegt 26%). Naarmate de respondent ouder is, neemt de kennis erover toe (30-49 jaar ~ 37%; jaar ~ 70%). 16. Ten aanzien van het partnerpensioen blijkt dat overall 11% aangeeft 'ken ik niet', 43% 'ken ik een beetje' en 46% 'ken ik'. Jongeren (<30 jaar) zijn ook van deze regeling minder op de hoogte: 28% zeggen de regeling te kennen. Naarmate men ouder wordt neemt de kennis over deze regeling toe % van de respondenten geeft aan dat zij als werknemer in salarisgroep 10 of hoger zitten. 22% van de lager opgeleiden geeft aan in de salarisgroep 10 of hoger te zitten, doch het betreft hier slechts 9 respondenten, dus de uitkomst is hoogstens indicatief. Met wel genoeg respondenten valt met zekerheid te zeggen dat fulltimers vaker in salarisgroep 10 of hoger zitten (13%) dan parttimers (6%). Bezien naar leeftijd blijkt dat geen van de jongeren (<30 jaar) in die salarisgroep zit, 10% van de leeftijdscategorie jaar en 16% van de leeftijdscategorie jaar, hetgeen logisch is. Hetzelfde beeld wordt verkregen naar het aantal dienstjaren: als een respondent minder dan 10 dienstjaren heeft dan zit 8% een salarisgroep 10 of hoger. Bij meer dan 10 dienstjaren zit 14% in salarisgroep 10 of hoger. Ten aanzien van de vraag "Vindt u dat salarisgroep 10 of hoger ook onder de verplichtstelling moet vallen?" geeft 31% van de respondenten aan dat het niet verplicht moet zijn, dus 69% vindt dat het wel verplicht moet zijn. Het blijkt dat 63% van de respondenten die zelf in salarisgroep 9 of lager zitten vinden dat werknemers in salarisgroep 10 of hoger onder de verplichtstelling van Pensioenfonds Recreatie moeten vallen. Mening over pensioen % van de respondenten weten niet wat de hoogte van hun pensioenuitkering is. Van degenen die wel weten hoe hoog hun pensioenuitkering is blijkt 37% tevreden te zijn. Naarmate men ouder is, des te minder tevreden is men over de hoogte van de uitkering. T.a.v. de vraag 'Zou u de mogelijkheid willen hebben om extra pensioen op te bouwen?' geeft 74% aan dat ze dat willen. 14 Zie Schriemer (2006). SOHRC / 17

18 19. De huidige pensioenregeling kent 19% van alle respondenten als (zeer) tevreden. T.a.v. de informatie over het pensioen is men iets meer (zeer) tevreden (34%). De wijze waarop het pensioen wordt aangepast aan de inflatie kent 13% van de respondenten (zeer) tevreden. De hoogte van de premie kent 23% van de respondenten (zeer) tevreden en als laatste is gevraagd hoe tevreden men is over de zekerheid van het toekomstige pensioen, dan blijkt dat 16% daar (zeer) tevreden over is. Het is evident dat de overgrote meerderheid van de respondenten niet bijster tevreden zijn over het pensioen zoals het nu is. Deze resultaten geven geen aanleiding tot een rustig achterover leunen en tevreden terugkijken naar het gerealiseerde, integendeel. 20. De 'overall' tevredenheid ten aanzien van hun pensioen, het pensioenfonds en hun toekomstige pensioenuitkering is matig te noemen (het gemiddelde zit tussen 'ontevreden' en 'niet ontevreden, niet tevreden' in). 21. Pensioenopbouw voortzetten bij arbeidsongeschiktheid? 'Ja' zegt 96% van de respondenten. Voortzetten bij werkeloosheid? 'Ja' zegt 74% van de respondenten. Onderzoeksvragen 22. Over de pensioenonderhandelingen zijn de respondenten het over het algemeen onderling eens, de top 4: 1. Koopkrachtbehoud van de toekomstige pensioenen 2. Voortzetting van het pensioen als men arbeidsongeschikt wordt 3. Hoogte van de pensioenpremie In mindere mate wordt gekozen voor de opties 'voortzetting van het pensioen als men werkloos wordt' en 'de hoogte van de pensioenpremie'. Wat vaak spontaan genoemd werd om mee te nemen in de pensioenonderhandelingen betreft de kwaliteit van de beleggingen: men ziet liever minder risicovolle beleggingen. Nadere analyse naar achtergrondkenmerken laat zien dat 'de hoogte van het partnerpensioen' voor de hogere leeftijdsgroep (50-64 jaar) een belangrijk onderwerp is om mee te nemen in de onderhandelingen, de lagere leeftijdsgroepen zien dat beslist niet zo. Dat geldt ook voor 'koopkrachtbehoud huidige pensioenen'. Het tegenovergestelde is te zien t.a.v. de 'hoogte van de pensioenpremie', hoe ouder, des te minder men dat als onderhandelingsonderwerp ziet. 23. De respondenten geven aan dat er twee alternatieven zijn t.a.v. 'op welke wijze wilt u dat pensioenfondsen onzekerheden, zoals stijging van de levensverwachtingen en ontwikkelingen op de financiële markten, opvangt?', maar niet een combinatie van deze twee: 1. 22% geeft aan: 'een gedeelte van mijn toekomstige pensioenuitkering garanderen, rest wordt dan risicodragend' % geeft aan: 'ik wil zelf meer pensioenpremie betalen'. Andere combinaties van alternatieven kennen geen grote groepen van voorstanders. 24. Indien respondenten wordt gevraagd een extra premiebedrag te verdelen over de diverse alternatieven dan kiest de meerderheid voor 'zekerheid van hun toekomstig pensioen': 50% van de respondenten die hebben aangegeven dat hun extra premie voor 30% tot 80% daaraan besteed SOHRC / 18

19 moet worden. Voor 'koopkrachtbehoud van toekomstig pensioen geldt soortgelijk: 50% van de respondenten die hebben aangegeven dat hun extra premie voor 20% tot 60% daaraan besteed moet worden. T.a.v. 'koopkrachtbehoud van toekomstig pensioen' blijkt dat jongere respondenten deze zekerheid minder vaker willen dan oudere respondenten. Waarschijnlijk komt dit doordat de jongere werknemer de tijd heeft om het een en ander te 'sparen'. Dit in tegenstelling tot de oudere werknemer, die zit dichter tegen zijn pensioengerechtigde leeftijd aan. 25. Indien respondenten wordt gevraagd een gedeelte van hun pensioen te verdelen over de diverse alternatieven dan kiest de meerderheid ook dan voor 'zekerheid van hun toekomstig pensioen': 50% van de respondenten hebben aangegeven dat een gedeelte van hun pensioen voor 35% tot 80% daaraan besteed moet worden. Voor 'koopkrachtbehoud van toekomstig pensioen geldt soortgelijk: 50% van de respondenten hebben aangegeven dat hun extra premie voor 25% tot 85% daaraan besteed moet worden. Vergelijkbaar dus met de uitkomsten van de verdeling van extra premie. 2.2 Discussie / evaluatie 1. Zoals altijd is er voor de onderzoeker een gezonde spanning tussen voorbereiding (en het budgetlast ervan) en de deadlines. In dit geval was er te weinig tijd voor de voorbereiding: het neerzetten van het theoretisch kader en een daaruit volgend conceptueel model. Dit is door de onderzoeker opgevangen door in een korte periode (enkele dagen) uitgebreide gesprekken te voeren met pensioendeskundige van de opdrachtgever. Nadeel van deze aanpak is dat sommige besluiten t.a.v. de vragenlijst niet gepaard gaan met bronvermeldingen, maar het gevolg zijn van inzichten die verkregen zijn uit die gesprekken. Hierdoor is het voor de lezer moeilijk na te gaan wat de precieze gedachtegang is geweest bij een bepaalde vraag, daar de vragenlijst immers snel on line moest staan. De praktijk blijkt echter altijd weerbarstiger: medio april werd besloten tot een verlengde responsperiode om meer werknemers uit de horeca, recreatie en catering de gelegenheid te geven de on line vragenlijst in te vullen. Deze responsverlenging heeft terugkijkend enige gelegenheid kunnen bieden voor nader deskresearch, met name een nadere analyse naar de mediadruk omtrent de geschillen in de FNV-gelederen. 2. Panelclix is een internet accespanel en heeft een duidelijk voordeel: in tegenstelling tot andere bronnen waar de responsperiode zich voltrok over soms meer dan twee weken is bij Panelclix 90% van respons binnen 3 dagen binnen, doch de kwaliteit van de respons is minder goed dan de administraties van FNV Recreatie, dan wel het SOHRC-panel. Indien de volgende keer weer gekozen wordt voor gebruik van Panelclix is het raadzaam de screening (nog) stringenter toe te passen dan nu al is gedaan, bijvoorbeeld door via een 'pull down menu' alle relevante functies te laten zien en de respondenten daaruit te laten kiezen in combinatie met een 'pull down menuutje' SOHRC / 19

20 van de subsectoren. Het blijkt namelijk dat men wel weet in welke subsector men zit, maar een gevoel heeft dat men in de sector recreatie thuishoort (wat feitelijk onjuist is). 3. Het is evenwel aanbevelenswaardig in de toekomst de aankruisoptie als volgt te verwoorden: FNV Recreatie (FNV Horecabond) Op de wijze worden respondenten die het nog niet wisten dat FNV Horecabond in de recreatie de naam FNV Recreatie gebruikt subtiel erop gewezen dat de vakbond in de recreatie als naam FNV Recreatie gebruikt. 4. Een aantal opmerkingen dat is gemaakt door respondenten betrof hun onbekendheid met de materie. 1. Citaat. Onbekend met pensioen. Respondent 266: het blijft een moeilijke materie, graag meer uitleg Voorafgaand aan de start van een dergelijk onderzoek over pensioen via een internetenquête is het raadzaam eerst een kwalitatief onderzoek te houden onder een vijf- tot achttal doelgroeppersonen: dit om de kennis en ervaringen met pensioen te onderzoeken onder de deelpopulaties. Dit kan geschieden via telefonisch onderzoek, of via een door een gespreksleider geleide chatruimte. In het laatste geval kunnen er tevens via internet testvragen getoond worden. Daar zijn goede ervaringen mee opgedaan. 2.3 Aanbevelingen van de onderzoeker Onderstaande aanbevelingen behoeven niet rechtstreeks herleidbaar te zijn vanuit de resultaten van het onderzoek. Ze komen echter voort uit de bevindingen van de onderzoeker die al analyserende met de materie is bezig geweest. Deze bevindingen zijn zo opvallend dat iedere onafhankelijke onderzoeker tot dezelfde aanbevelingen zou kunnen komen. De bevindingen zijn zodoende niet persoonsgebonden. Wegnemen wantrouwen door informatie dat wel begrepen wordt Het blijkt dat er veel onbekend is over het eigen pensioen. Of dat nu de bijdrage aan de pensioenpremie betreft, de hoogte van de uitkering of aan welke pensioenregelingen men deelneemt. Het is de indruk van de onderzoeker dat dit een bron van veel ongenoegen is bij de werknemers. Zij worden ineens geconfronteerd met een situatie waarvan 'iedereen zegt dat die slecht is voor de toekomstige pensioenen', maar wat zij niet (ten volle) begrijpen wat leidt tot wantrouwen jegens de 'beslissers'. 2. Citaat. Wantrouwen. Respondent 132: Hoe moet het verder allemaal, we worden zo dom gehouden door de overheid'. De hoge piefen zijn van alles goed verzekerd, de mensen op de vloer heel onzeker dit is geen fijn gevoel! SOHRC / 20

21 Toch valt voor deze sector op dat er ook respondenten zijn die goed weten hoe hun pensioen in elkaar zit en welk percentage zij op jaarbasis 'bijeensparen' voor hun pensioen. Neemt niet weg dat er groepen respondenten zijn die er 'geen kaas van hebben gegeten'. Dat is geen goede ontwikkeling, enerzijds omdat de waarde van de belegde fondsen onder druk komt te staan vanwege de huidige financiële perikelen, waardoor het meer dan zinvol is dat de werknemer zicht houdt op de waardeontwikkeling van zijn pensioen. Anderzijds doordat de werknemer het door allerlei internettoepassingen gemakkelijker wordt gemaakt om inzicht te krijgen én te houden over zijn pensioen. Uit dit onderzoek is niet gebleken dat men tevreden is over de rol van het pensioenfonds, een understatement zou ik zeggen. Dit moet niet onderschat worden. Er rust een belangwekkende taak op de schouders van het pensioenfonds, de werkgevers- en werknemersorganisaties én wellicht ook de overheid (vanwege de AOW-uitkering) om tot een informatieoverdracht te komen dat wél werkt. Ter illustratie onderstaand een citaat van een respondent die inmiddels 1-5 jaar in de verblijfsrecreatie werkzaam is. 3. Citaat. Kennis over pensioen. Respondent 111: ik heb (nog) niet zo veel verstand van pensioenen. Heb mezelf er nog nooit echt in verdiept. Onzekerheidsreductie In het algemeen kan men stellen dat de respondent zekerheid wil, hij wil geen risico lopen en als er risico's zijn, dan moeten die 'verzekerd' worden: liever zekerheid over het toekomstig pensioen dan kans op een hogere pensioenuitkering. De angst voor het niet meer kunnen werken indien men werkeloos of arbeidsongeschikt wordt moet verzekerd worden. Ook koopkrachtbehoud komt steeds weer terug als thema. Of zoals een respondent dat treffend onder woorden brengt in het onderstaand citaat. 4. Citaat. Zekerheid gewenst. Respondent 258: zekerheid dat er pensioen wordt uitgekeerd daar wordt tenslotte een behoorlijke premie voor betaald. Niet over één kam De uniforme doelgroep bestaat niet meer. Uit de meningen van de respondenten is vaak op te maken dat er (significante) verschillen zijn tussen deelpopulaties. Soms zijn die verschillen evident, bijvoorbeeld als er gevraagd wordt of men bekend is met het nabestaandenpensioen, dan zeggen respondenten met een partner vaker 'ja'. Maar vaak zijn de verschillen minder voor de hand liggend. Bijvoorbeeld als het gaat om meningen van respondenten over de uitruil van extra pensioenpremie of de uitruil van een gedeelte van hun ouderdomspensioen. Het valt op dat de deelpopulatie ouderen (50-64 jaar) en hoge opleiding (HBO, WO) vaker een afwijkende mening hebben over dergelijke onderwerpen, soms niet significant, maar wel afwijkend. SOHRC / 21

22 De verklaring kan zijn dat ouderen dichter bij hun pensioengerechtigde leeftijd zitten en om die reden: vaker meer zekerheid willen, omdat ze niet meer de tijd hebben om een eventueel gat in hun pensioen op te vullen. Zij willen vaak ook niet langer werken, willen vaker minder risico lopen. Zo geldt bijvoorbeeld voor jongeren (jonger dan 30 jaar) zijn bijvoorbeeld bereid meer pensioenpremie te betalen om onzekerheid over de pensioenuitkering op te vangen dan ouderen. Van de hoger opgeleiden is het aannemelijk dat ze een hoger inkomen hebben dan de middelbaar en lager opgeleiden. Vanuit dat perspectief is het begrijpelijk dat de hoger opgeleide werknemers vaker bereid zijn een risico te lopen met hun pensioen in ruil voor een hogere pensioenuitkering, of dat ze een lagere pensioenuitkering eerder een alternatief vinden om uit te ruilen, of dat ze een hogere pensioenpremie een reëel alternatief vinden om de onzekerheden op te vangen aangaande hun toekomstig pensioen. Logisch want voor een werknemer met een minimumloon 15 is 20 euro per maand een groter percentage van zijn netto besteedbaar inkomen, dan voor een werknemer die een modaal inkomen heeft. Dergelijke deelpopulaties worden nu als één uniform geheel behandeld door de pensioenfondsen, terwijl er verschillende gezichtspunten en verschillende belangen zijn. Als er keuzes gemaakt moeten worden om de tekorten bij pensioenfondsen op te vangen, dan zullen er meerdere scenario's doorgerekend moeten worden: rekening houdend met leeftijd en hoogte inkomen. 15 Bruto minimumloon voor een 23-jarige (of ouder) bedraagt per ,40 per maand, hetgeen overeenkomt met ca per jaar. Voor 2011 bedraagt het modale inkomen per jaar, bron: Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid, via SOHRC / 22

23 3 Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het bruto responstotaal van 2367 (alle respondenten horeca, catering, recreatie) tot stand is gekomen (zie 3.3). Hiervan is uiteindelijk na screening 275 respondenten die in de recreatie werkzaam zijn overgebleven. Eerst wordt de probleem- & doelstelling uiteengezet voor dit onderzoek. Alsmede de deelvragen die vooraf zijn geformuleerd alsmede de begrenzing van het onderzoek. Daarna wordt de methode van onderzoek beschreven: in dit onderzoek is overigens uitsluitend gebruik gemaakt van de methodiek internetenquête (met 13 verschillende hyperlinks). In de daaropvolgende paragraaf worden de verschillende deelpopulaties en de responsresultaten beschreven. Daarna wordt beschreven de steekproeftrekking en met de bijbehorende verzenddata. Het meetinstrument wordt in de paragraaf Enquête behandeld. Deskresearch wordt beschreven in de daaropvolgende paragraaf. De problematiek rondom de ontbrekende antwoorden en de inconsistente antwoorden omtrent de sector waarin men werkzaam is sluit het hoofdstuk af. 3.1 Probleem- & doelstelling onderzoek Onderstaand de probleemstellingen en doelstellingen per sector. Probleemstelling recreatie Het is onbekend wat werknemers van de sector recreatie vinden van hun pensioen, welke eisen zij eraan zouden willen stellen en welke inbreng zij graag van de FNV Recreatie zien in pensioenonderhandelingen met de werkgevers. Doelstelling onderzoek recreatie Het onderzoek dient inzicht te verschaffen in de wensen en eisen van de werknemers uit de sector recreatie t.a.v. hun pensioen. Grenzen aan het onderzoek Voorafgaand aan het onderzoek zijn de volgende grenzen aangebracht aan het onderzoek: In het onderzoek worden geen gepensioneerden meegenomen (65 jaar of ouder, zij bouwen geen pensioen meer op). Werknemers jonger dan 21 jaar bouwen geen pensioen op. Deze groep mag in het onderzoek worden meegenomen. Echter, zij moeten wel als aparte groep te identificeren zijn. Vroegpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioenen behoeven niet te worden meegenomen, deze vormen van pensioencontracten kunnen inmiddels niet meer afgesloten. SOHRC / 23

24 De levensloopregeling is geen onderdeel van de pensioenregeling en hoeft ook niet te worden meegenomen. Het onderzoek dient de eerste onderzoeksresultaten van de sectoren horeca en catering begin april op te leveren, onderzoeksresultaten van de sector recreatie kunnen een week later opgeleverd worden. Deelvragen Op voorhand worden onderstaande deelvragen herkend, deze deelvragen gelden in principe voor elke sector en is een niet-definitieve lijst en zal gaande het onderzoek gewijzigd kunnen worden. Sectorale verschillen worden tijdens het vooronderzoek beschreven. Zijn er verschillen tussen: - Sectoren (horeca, recreatie, catering) - Grootte van het bedrijf waar men werkt (kleinbedrijf en MKB versus grootbedrijf en multinationals) - Soort functie (bediening, huishouden, koks, etc.), aantal dienstjaren, fulltime versus parttime. - Wel of geen vakbondslid. - Verschillen in sekse. - Huishoudsamenstelling, leeftijd (jong, midden, oud). Welke kennis hebben de onderzoeksdoelgroepen over hun pensioen, zoals: - Wie betaalt / betalen de premies voor het bedrijfstakpensioen? - Hoe het pensioen is opgebouwd (AOW & bedrijfstakpensioen)? - Weet men wat ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen is? In welke mate willen werknemers zekerheid over de hoogte van hun pensioen? Hoe wilt u dat in de toekomst wordt omgegaan met stijging van de levensverwachting in de pensioenen? Hoeveel pensioenpremie bent u bereid te betalen? (meer betalen, hoger pensioen, minder betalen, minder pensioen)? Waaraan wilt u dat de pensioenpremie wordt besteed: ouderdoms-, partner-, en/of wezenpensioen Wilt u dat de pensioenopbouw wordt voorgezet tijdens arbeidsongeschiktheid? Zijn er specifieke wensen t.a.v. hun pensioen t.a.v. de informatieverstrekking? Zijn er verschillen tussen 'salarisgroep 9 en lager' versus 'salarisgroep 10 en hoger' t.a.v. verplichtstelling pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds Recreatie? Welke voorkeur heeft men: een overgang naar een premiestelsel, of het huidige omslagstelsel handhaven? SOHRC / 24

25 3.2 Methoden van onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een internetenquête. Op een aantal manieren konden de deelpopulaties (leden en niet-leden) aan het onderzoek deelnemen, zie onderstaand de verzendingen naar de deelpopulaties van FNV Horeca, FNV Catering en FNV Recreatie (deze zijn gezamenlijk verzonden): Leden (horeca, recreatie, catering) HorecaInfo nummer 2, De oplage is stuks en het ledenblad gaat naar alle leden. HorecaInfo nummer 3, De oplage is stuks en het ledenblad gaat naar alle leden. Horeca (leden) Nieuwsbrief, nummer 3, 25 maart 2011 en nummer 4, 20 april Digitale uitnodiging 17 maart Deze is naar leden gegaan 16. Brief 14 maart 2011 (van de leden waarvan we geen adres van hebben). De brief is naar leden gegaan. Catering (leden) Nieuwsbrief, nummer 3, 25 maart 2011 en nummer 4, 20 april Special uitnodiging 16 maart Deze is naar leden gegaan 17. Brief 14 maart 2011 (van de leden waarvan we geen adres van hebben). De brief is naar leden gegaan. De sectorbestuurder catering heeft daarnaast ook de voorzitter van het ondernemingsradenplatform in de catering geïnformeerd met het verzoek 'deelname aan het onderzoek' onder de ondernemingsraden uit te zetten. Verder hebben de werkgevers van KCS en Albron toegezegd dit onderzoek onder de aandacht van hun medewerkers te brengen. Recreatie (leden) Nieuwsbrief, nummer 3, 23 maart 2011 en nummer 4, 20 april Special uitnodiging 16 maart Digitale uitnodiging is naar 764 leden gegaan 18. Brief 14 maart 2011 (van de leden waarvan we geen adres van hebben). De brief is naar 329 leden gegaan. Sectorbestuurder heeft naar diverse zwembaden een gestuurd. Optisport heeft aangegeven dat de werknemers via de wekelijkse digitale nieuwsbrief over het pensioenonderzoek worden geïnformeerd 16 Zie bijlage XVI. 17 Zie bijlage XIV. 18 Zie bijlage XV. SOHRC / 25

26 (verzonden op 30 maart 2011 en op 31 maart reactie ontvangen). Laco (Recreatie) heeft op 30 maart aangegeven dat zij het onderzoek intern onder de aandacht zouden brengen. Verder heeft organisatie Landal aangegeven de uitnodiging voor dit onderzoek onder haar werknemers kenbaar te maken en heeft de ondernemingsraad van De Roompot toegezegd het onderzoek onder de aandacht bij de werknemers te brengen. Niet-leden Vic-nieuwsbrief 25 maart 2011 en 21 april 2011 naar resp adressen en adressen. Deze nieuwsbrief gaat naar niet-leden. In de nieuwsbrief wordt met verschillende logo's aangegeven voor welke sector de informatie relevant is. Bij de berichten voor het pensioenonderzoek zijn steeds alle drie de sectoren aangegeven. Opmerkingen Niet alle berichten komen aan doordat de adressen niet kloppen. Dit geldt natuurlijk ook voor de verzending van brieven en het ledenblad, daar mensen verhuizen en hun nieuwe adres niet doorgeven. Alle deelpopulaties die via een zijn uitgenodigd, hebben later een reminder ontvangen met een licht aangepaste uitnodigingstekst. Het onderzoek onder de leden van FNV Recreatie heeft het karakter van een ledenraadpleging: elk lid is in de gelegenheid geweest zijn of haar mening via de internetenquête kenbaar te maken. Zie figuur onderstaand. 5. Figuur. HorecaInfo nummer 2, 2011, pag 27. SOHRC / 26

27 Voor dit onderzoek geldt dat er geen onderscheid gemaakt wordt naar leden en niet-leden van een vakbond, zoals ook duidelijk stond vermeld in HorecaInfo, alhoewel nadere analyse moet uitwijzen of er wel of geen verschillen tussen deze twee deelpopulaties zijn. Er zijn aldus zowel leden van een vakbond alsmede niet-leden uitgenodigd worden voor deelname aan het onderzoek. De vakbondsbestuurders treffen elkaar via diverse overlegstructuren en kennen elkaar dientengevolge. Op deze wijze zijn andere vakbonden via rechtstreeks persoonlijk contact van de opdrachtgever op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om via de link op de website deel te nemen aan het onderzoek. Andere vertegenwoordigers werknemersorganisaties hebben al dan niet op hun eigen wijze (onbekend bij de onderzoeker) hun leden mogelijk attent gemaakt op dit onderzoek en (mogelijk) gewezen op de mogelijkheid hier ook aan deel te nemen. Niet-leden (van de FNV Recreatie) werden uitdrukkelijk via een eigen link op de FNV-site opgeroepen deel te nemen aan het onderzoek. Zoals zal blijken hebben ook een aantal niet-leden deelgenomen aan dit onderzoek. Hun mening wordt, althans als deze afwijkend is van de leden, vermeld in dit rapport. 3.3 Onderzoekspopulatie en respons Onderstaande tabel geeft weer de bruto responsaantallen en responspercentages per sector 19. De totale respons bedraagt respondenten (alle respondenten horeca, catering, recreatie), waarvan 348 (14,0%) aangaven werkeloos, arbeidsongeschikt of in een andere sector te werkzaam te zijn. In hoofdstuk 4 worden de aantallen na hercodering van de sector vermeld. Aantallen afgerond op honderdtallen. Het betreft hier zowel leden en niet-leden van een vakbond. 6. Tabel. Overzicht aantallen onderzoekspopulatie. Sector Bron Aantal werknemers Respons Respons% Horeca CBS (voorlopig 2009) ,5% Recreatie Sociaal Fonds Recreatie (2007) ,8% Catering Veneca 2009/ ,7% Totaal Horeca, recreatie, catering ,6% Werkeloos, arbeidsongeschikt of werkzaam andere sector 348 Totaal Bruto respons Ruig (2007, p.40) omschrijft de recreatiesector als volgt: "de recreatiebranche is te kenschetsen als een jonge branche. Er werken veel middelbaar opgeleiden en vrouwen. Zwembaden en buitensportbedrijven tellen relatief veel beroepsopgeleiden. Kenmerkend is verder dat veel werknemers in de branche hun baan 19 Zie bijlage II voor de onderzoekspopulatie. SOHRC / 27

28 bestempelen als bijbaan. De meeste werknemers hebben een functie op het gebied van leisure en sport en voedselbereiding en bediening. Het merendeel van het personeel heeft een contract op parttime- of flexitimebasis. ( ) De grootste groep werknemers heeft enkele jaren werkervaring". Al deze typen respondenten zijn vertegenwoordigd in de responspopulatie, doch niet elke groep komt naar evenredigheid voor. 3.4 Steekproefopzet Via diverse bronnen zijn de doelgroepen benaderd. Onderstaande tabel geeft weer de data die door verschillende organisaties als panel of bestand is opgebouwd en beschikbaar is gesteld voor dit onderzoek, tezamen met de bruto respons. 7. Tabel. Overzicht gehanteerde bronnen t.b.v. de datacollectie. Bron Doelgroepomschrijving Aantal Respons Respons% SOHRC-panel Horeca, recreatie, catering ,6% Panelclix Horeca, gastvrijheid, entertainment of recreatie, vrijetijdsindustrie ,8% FNV Horeca Horeca ,7% FNV Recreatie Recreatie ,6% FNV Catering Catering ,1% Totaal ,5% In de vorige paragraaf 3.3 is vermeld hoe en wanneer en met welke aantallen de verzending is geschied. Eerder onderzoek liet zien dat datacollectie van andere deelpopulaties dan catering uit het SOHRC-panel niet leidde tot veel respondenten, namelijk maar 4 respondenten 21, vandaar dat op voorhand gezocht is naar een ander extern panel, i.c. Panelclix, om extra respons te genereren, daar van Panelclix bekend is dat het vaak een hoge respons geeft. Om de datacollectie in goede banen te kunnen leiden is er een schema gemaakt met verschillende hyperlinks, voor elke deelpopulatie een unieke eigen link. Zie onderstaand schema. Er worden aldus verschillende hyperlinks gemaakt, waarbij echter geldt dat het wel elke keer dezelfde vragenlijst betreft, slechts alleen op logische gronden verschillend: sommige vragen worden aangepast voor de desbetreffende sector 22. De vragenlijst staat in de separate bijlage vermeld. 20 Zie: SOHRC (2009). 21 Zie: Schriemer (2007). 22 Zie bijlagen XVII, XVIII, XIX, XX. SOHRC / 28

29 8. Schema. Hyperlink per segmentnummer. Sector Segment Bron Verzendwijze Soort link Horeca 1 SOHRC-panel Directe link in bericht 2 FNV Horeca Ledenbestand Directe link in bericht 3 VIC bestand Schriftelijk Recreatie 4 SOHRC-panel Directe link in bericht 5 FNV Horeca Ledenbestand Directe link in bericht 6 VIC bestand Schriftelijk Catering 7 SOHRC-panel Directe link in bericht 8 FNV Horeca Ledenbestand Directe link in bericht 9 VIC bestand Schriftelijk Voor de sectoren horeca, recreatie en catering zijn met behulp van een extern panel (Panelclix) respondenten geworven. Dit is in vier tranches gedaan. Na de eerste tranche eind maart (over de drie sectoren) is besloten eind april nogmaals dit panel te benaderen omdat de totale respons dan verhoogd kon worden over de drie segmenten, nu per sector. Hierbij is de respons gemaximeerd, zie schema onderstaand. De respons is daarbij gemaximeerd omwille van de kosten, omdat bij het maximumaantal genoeg respons is verzameld. 9. Schema. Hyperlinks Panelclix per segmentnummer. Sector Segment Bron Verzendwijze Soort link Horeca 10 Panelclix Directe link in bericht 11 Panelclix (max 100) Directe link in bericht Recreatie 10 Panelclix Directe link in bericht 12 Panelclix (max 50) Directe link in bericht Catering 10 Panelclix Directe link in bericht 13 Panelclix (max 50) Directe link in bericht In onderstaande tabel treft u aan de looptijden van de verscheidende onderzoeken. De eerste respons werd op 12 maart 2011 ontvangen. Na sluiting van de responsperiode zijn er nog enkele respondenten binnengekomen (minder dan 15), hetgeen zo weinig is, dat het meenemen van die respons niet tot een ander resultaat leidt. SOHRC / 29

30 10. Tabel. Overzicht responsperiodes deelonderzoeken. Onderzoeksrapport: Wat wil ik met mijn pensioen? Overzicht responsperiode naar deelpopulatie Bron Total SOHRC Horeca: SOHRC-panel Horeca: FNV Ledenbestand Horeca: FNV horeca website Recreatie: SOHRC-panel Recreatie: FNV Ledenbestand Recreatie: FNV recreatie website Catering: SOHRC-panel Catering: FNV Ledenbestand Catering: FNV catering website Recreatie: Panelclix Horeca: Panelclix Recreatie: Panelclix Catering: Panelclix Datum respons 1e respons Laatste respons Totaal respons De deelpopulaties (horeca, recreatie en catering) die via het SOHRC-panel zijn benaderd, zijn allen vanaf via benaderd. Het segment non-respons van SOHRC-panel heeft eind maart één reminder gehad. SOHRC / 30

31 3.5 Enquête In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de vragenlijst 23 is gestructureerd en op welke wijze de vragenlijst is getest, daar er op voorhand zorgen waren en onduidelijkheid was hoe de vragenlijst geïnterpreteerd zou worden door de respondenten. Structuur vragenlijst De vragenlijst (enquête) die is gehanteerd is gebaseerd op het idee dat respondenten niet veel kennis hebben van hun pensioen en de regelingen die daarvoor gelden. Om die reden is de vragenlijst zo opgesteld dat er per vraag meer diepgang in de vragenlijst komt en zo de respondent al doende meer leert over het onderwerp. De structuur in de vragenlijst is de volgende 24 : 1. Inleiding Korte tekst voor de respondent over de vragen die gaan volgen. 2. Screening Sommige personen zullen worden uitgesloten van dit onderzoek, zoals personen die niet in de horeca, recreatie of catering werken en personen jonger dan 18 en ouder of gelijk aan Uw werk Vragen over de bedrijfsgrootte (aantal werkzame personen), hoeveel uur een persoon werkt, welke contractsvorm, etc. 4. Pensioen Vragen over de kennis die de respondent heeft over zijn pensioen, zoals wie (kennis) bijdraagt aan de premiebetaling, welke regelingen er zijn, etc. 5. Pensioen In dit onderdeel wordt gevraagd naar de mening van de respondent over zijn (mening) pensioen en hoe dat nu geregeld is. 6. Onderwerpen Hierin wordt gevraagd aan de respondent welke onderwerpen hij graag ziet voor de onderhandelingen geschieden. Als cruciaal onderdeel wordt beschouwd de vraag waarbij de ingebracht in de pensioenonderhandelingen, en op welke manier dat dient te respondent aangeeft hoe hij het budget (neutraal) zou verdelen over de opties. 7. Achtergrond Vragen over de achtergrond van de respondent, zoals sekse, opleiding en dergelijke. 8. Afsluiting Als de respondent nog opmerkingen wil toevoegen, kan dat bij dit onderdeel gebeuren. 23 Zie separate bijlage Vragenlijst en bijlage III t/m V voor het bijbehorende codeboek. 24 Voor een volledig overzicht van alle gestelde vragen zie separate bijlage Vragenlijst. SOHRC / 31

32 In onderstaande figuur wordt het kennisniveau van de respondent visueel, schematisch weergegeven: naarmate de respondent verder komt in de vragenlijst wordt zijn kennis erover getoetst en vervolgens kan hij die toepassen voor het onderdeel "onderwerpen voor de pensioenonderhandelingen". 11. Figuur. Schematisch overzicht van de kennisopbouw van respondent. Opmerkingen t.a.v. werkelozen & arbeidsongeschikten De opdrachtgever wilde het karakter van de ledenraadpleging weerspiegeld zien in dit onderzoek. Dat houdt in dat elk vakbondslid in de gelegenheid moest zijn om deel te nemen aan dit onderzoek. Daar enkele leden op het moment van raadpleging werkeloos kunnen zijn, of (100%) arbeidsongeschikt, is ten aanzien van de screening een uitzondering gemaakt voor deze deelpopulaties. Terwijl voor andere bronnen zoals Panelclix iemand die werkeloos is, niet deel kon nemen aan het onderzoek ('screen out'), is bij de enquêtesites op een andere wijze hiermee omgegaan. Als een FNV-lid aangaf werkeloos te zijn of (100%) arbeidsongeschikt, dan is het de bedoeling hun mening over de onderhandelingen en de uitruil juist wel te vernemen. Vandaar dat deze respondenten het gedeelte over 'kennis pensioen' en 'mening pensioen' overgeslagen hebben en direct kunnen aanvangen met de vragen over onderhandelingen e.d. Opmerkingen t.a.v. onzekerheid opvangen Het onderdeel van de vragenlijst waarin gevraagd wordt aan de respondenten op welke wijze de onzekerheden rondom het pensioen opvangen moeten worden, kent onderstaande antwoordopties. SOHRC / 32

33 Op welke wijze wilt u dat pensioenfondsen onzekerheden, zoals stijging van de levensverwachtingen en ontwikkelingen op de financiële markten, opvangt? (Meerdere antwoorden mogelijk). Partnerpensioen voor iedereen (ongeacht inkomen) Voortzetting van het pensioen als men arbeidsongeschikt wordt De hoogte van de pensioenpremie Koopkrachtbehoud van de toekomstige pensioenen Hogere pensioenleeftijd De hoogte van het ouderdomspensioen Mogelijkheid om aanvullend ouderdomspensioen op te bouwen Voortzetting van het pensioen als men werkloos wordt Koopkrachtbehoud voor de huidige gepensioneerden De hoogte van het partnerpensioen Anders, namelijk: Geen mening De antwoordoptie 'zekerheid over uw toekomstig pensioen' is hierbij bewust niet meegenomen. Dit, daar anders elke respondent deze optie (logischerwijs) zou 'aanvinken'. De logica erachter is immers dat er een sturende kracht, er een autosuggestie vanuit gaat: de onzekerheden op te vangen door (meer) zekerheid te verlangen. Testen vragenlijst De vragenlijst voor het onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca is geëvalueerd in opdracht van FNV Horeca, deze vragenlijst is ook gehanteerd bij de sector recreatie. De vragenlijst voor de recreatie komt grotendeels overeen met die voor de horeca, daarom is de specifieke vragenlijst voor de recreatie niet getest. Om de vragenlijst te testen zijn een viertal respondenten 25 uit het SOHRC-panel telefonisch benaderd op 8 maart 2011 en zijn vervolgens gevraagd om deel te nemen aan een onderzoek over pensioenen, waarbij het doel is dat ze de vragenlijst invullen, waarna de respondent op het afgesproken tijdstip telefonisch benaderd wordt om de vragenlijst te evalueren. De uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek (voor de test) treft u in de bijlage XIII aan, deze is via verzonden aan alle 4 'testers'. Voor het telefonisch interview hanteert de interviewer dezelfde vragenlijst die de respondent heeft ingevuld, tezamen met zijn antwoorden en loopt deze vervolgens met de respondent door waarbij telkens de vraag is: wat vond u van de vraag en hoe heeft hij de vraag heeft geïnterpreteerd. Hierdoor moet duidelijk worden dat er overeenstemming is tussen de intentie waarmee de vraag is gesteld en de interpretatie van de respondent. Als eerste vraag wordt aan de respondent gesteld: wat vond u van de vragenlijst? 25 Vanwege de tijdsdruk was er geen gelegenheid meer respondenten te ondervragen. SOHRC / 33

34 Resultaat test vragenlijst Onderstaande tabel geeft het overzicht van de opzet van de test. 12. Tabel. Overzicht benadering respondenten m.b.t. vragenlijsttest. Respondent Datum uitnodiging testvragenlijst Datum telefonische benadering Tijdstip telefonische benadering Respondent heeft meegedaan uur Ja uur Ja uur Ja uur Ja De vragenlijst werd in het algemeen 'goed en duidelijk' gevonden. Toelichtingen in de vragenlijst en pensioenbegrippen werden ook correct begrepen. Ondanks het geringe aantal respondenten is het de indruk van de onderzoeker dat de belangrijkste 'pijnpunten' uit de (oude) vragenlist boven water zijn gehaald en vervolgens aangepast. Voor een verdere beschrijving van de test, zie Schriemer (2011). 3.6 Deskresearch Enkele bronnen en literatuur zijn geraadpleegd om een beter beeld te verkrijgen van de probleemstellingen en de bijbehorende deelvragen. Onderstaand treft u de beschrijving aan van de resultaten ervan. Levensverwachting De gemiddelde levensverwachting van de Nederlanders wordt steeds hoger: 'Niet alleen leven Nederlanders steeds langer, ze leven ook meer jaren zonder lichamelijke beperkingen. De verwachte levensduur zonder deze beperkingen nam in de afgelopen kwart eeuw met ruim 5 jaar toe' 26. Dit wordt ook weerspiegeld in de gemiddelde leeftijd bij overlijden 27, zie onderstaande tabel van de afgelopen 21 jaar: van ca. 71 jaar (mannen) en ca. 77 jaar (vrouwen) in 1989 tot ca. 74 jaar (mannen) en ca. 79 jaar (vrouwen). Vergelijking van deze twee kengetallen geeft aan dat men optimistischer is over de levensverwachting (bij gezond leven), dan dat de gemiddelde leeftijdstijging bij overlijden laat zien: een lichte overschatting van de eigen levensverwachting. 26 Bruggink et al (2009). 27 Bron: CBS (2011) SOHRC / 34

35 13. Tabel. Gemiddelde leeftijd bij overlijden. Jaar Gemiddelde leeftijd bij overlijden Mannen Vrouwen ,9 76, ,7 76, ,9 77, ,9 77, ,3 77, ,2 77, ,4 77, ,5 77, ,7 78, ,7 78, ,9 78, ,9 78, ,0 78, ,3 78, ,4 78, ,5 78, ,0 78, ,2 79, ,4 79, ,6 79, ,7 79,4 Visualisatie van bovenstaande tabel treft u onderstaand aan. 14. Grafiek. Gemiddelde leeftijd bij overlijden. Gemiddelde leeftijd bij overlijden Leeftijd (jaren) 82,0 80,0 78,0 76,0 74,0 72,0 70,0 68,0 66, Mannen Jaartal Vrouwen Poos en Wilk (2008) komen in hun artikel tot een soortgelijke conclusie: "De levensverwachting bij geboorte was in 2007 voor mannen 78,0 jaar en voor vrouwen 82,3 jaar. Vrouwen leven dus gemiddeld 4,3 jaar langer dan mannen. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door lagere sterftekansen voor vrouwen dan voor mannen van boven de 65 jaar. Daardoor is ook de resterende levensverwachting SOHRC / 35

36 voor vrouwen op 65-jarige leeftijd nog steeds 3,4 jaar groter dan voor mannen (20,0 jaar versus 16,6 jaar)". Deze vergrijzing heeft uiteraard ook tot gevolg dat het aantal werkenden zal afnemen, zoals CBS (CBS 2007, p4) stelt: "Na een voortdurende groei in de afgelopen eeuw staat de potentiële beroepsbevolking op het punt te gaan krimpen. Op 1 januari 2007 heeft Nederland nog 10 miljoen inwoners van 20 tot 65 jaar. Tussen nu en 2040 zal de potentiële beroepsbevolking naar verwachting afnemen van 10 naar 9 miljoen". Alle reden voor de politiek, werkgevers en werknemers en 'last but not least' de pensioenfondsen daar op relevante en goede wijze op in te spelen met maatregelen en aangepast beleid. Media Pensioenen is een veelbesproken onderwerp geweest en is het nog steeds in de media. De dekkingsgraden van de pensioenfondsen, de ongerustheid bij de werknemers en daarenboven de commotie binnen de FNV-gelederen zijn niet onopgemerkt gebleven, ongetwijfeld geldt dat ook voor de respondenten. In hoeverre zij zich hierdoor hebben laten leiden in hun antwoorden is op voorhand niet geheel duidelijk. Wel is na te gaan dat de meeste respons al bij de onderzoeker 'binnen was' (ca. 70%), voordat de media breeduit rapporteerde over die meningsverschillen. Zie bijlage X het artikel in de Volkskrant van 21 april (Alphen & Stoker 2011). In dit onderzoek kan niet worden verondersteld dat de media géén invloed hebben gehad op de mening van de respondenten. Om die reden is een analyse gedaan om dat effect nader te beschouwen. Hiertoe is de het antwoord van één van de belangrijkste deelvragen uit het onderzoek met behulp van een analyse op basis van de voortschrijdende responsdata gedaan: Hoe beoordeelt u uw pensioen t.a.v. 'de zekerheid dat u heeft over uw toekomstige pensioen'? De antwoorden konden op een Likertschaal gegeven worden: van 'zeer ontevreden' tot en met 'zeer tevreden'. Zie onderstaande figuur. SOHRC / 36

37 15. Control chart. Speelt media een rol in de meningsvorming? Bovenstaande analyse is uitgevoerd met een spanne van telkens 15 respondenten, gesorteerd naar responsdatum. Daar in de tussenliggende periode tussen start van de responsperioden en het einde geen significante verschillen t.o.v. het gemiddelde zichtbaar zijn 28, mag geconcludeerd worden dat de media geen effect heeft gehad op de meningsvorming van de respondenten. Opmerking T.a.v. het responscluster toegewezen aan de laatste datum wordt het gemiddelde wél (significant) hoger dan de bovengrens. Opvallend zeker dat de 'zekerheid' over het pensioen over de latere respondenten hoger uitvalt, gezien de onenigheid binnen de FNV-gelederen. Zouden werknemers vertrouwen putten uit het feit dat er ook bestuurders zijn die meer zekerheid willen voor de toekomstige pensioenen? Dat valt niet met zekerheid te concluderen. Dit laatste gemiddelde is echter 'zonder samenhang' van andere, latere, waarnemingen, waardoor er op dit moment niet met zekerheid te stellen valt dat dit een blijvende trend is of binnen de toevalskaders vallen. 28 De gemiddelde van 'de zekerheid dat u heeft over uw toekomstige pensioen' komt niet boven de upper criteria limit of onder de lower criteria limit uit, dat vast te stellen een betrouwbaarheidpercentage van 95%. SOHRC / 37

38 3.7 Ontbrekende antwoorden Elke datavergaring kent het fenomeen van ontbrekende antwoorden. In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de behandeling van het ontbrekende antwoord in het algemeen geschiedt. Mocht voor een analyse een andere behandeling zijn gekozen, wordt dat in dit rapport aldaar apart aangegeven. Definitie Een ontbrekend antwoord is een missing value (Eng: niet-valide antwoord). Missing values zijn antwoorden op vragen die voldoen aan de onderstaande kenmerken: De vraag is overgeslagen, er is helemaal niets ingevuld. De vraag is beantwoord met "niet van toepassing". De vraag is beantwoord met "weet niet". De vraag is beantwoord met "geen mening". De vraag is onleesbaar of met een onbegrijpelijk antwoord ingevuld. Behandeling missing values De behandeling van de ontbrekende vragen tijdens de analyse is altijd, tenzij anders vermeld dat alle respondenten worden meegenomen die een valide antwoord hebben gegeven op een vraag. Hierdoor kunnen het aantal valide antwoorden per vraag, per analyse verschillen. Het alternatief is om alleen die respondenten in een analyse op te nemen die op álle vragen een valide antwoord hebben; de onderzoeker heeft daar niet voor gekozen, daar er dan minder respondenten overblijven voor de analyses en omdat de onderzoeker geen reden heeft om aan te nemen dat een respondent die op de ene vraag geen valide antwoord heeft gegeven en op een andere vraag dat wel doet, dat dan niet een serieus antwoord zou kunnen betreffen. Dit was af te leiden uit de telefonische interviews die zijn gehouden onder een paar respondenten om de vragenlijst voorafgaand aan dit onderzoek te testen 29. Daar bleek namelijk dat als een respondent de ene vraag niet goed begreep of een 'weet niet' invulde dat het andere antwoord wel serieus te nemen was. 3.8 Hercodering sector Op basis van de eerste analyses werd al snel duidelijk dat sommige respondenten zichzelf verkeerde antwoorden hebben toegedicht. Dat komt met name doordat de medewerkers zich vaak 'recreatie medewerker' voelen, terwijl ze bijvoorbeeld feitelijk werken in de sector recreatie, maar dan bijvoorbeeld kelner zijn in een restaurant op een vakantiepark. Nadere analyses lieten zien dat er meerdere coderingsproblemen voorkwamen. 29 Zie Schriemer (2011). SOHRC / 38

39 Van elke respondent was bekend uit welk bronadministratie de respondent kwam (bron). Dat gecombineerd met de drie vragen: sector, subsector en pensioenfonds geeft een beeld over de consistentie van de antwoorden van de respondent. Voor het leesgemak van de lezer worden hier de twee vragen over de sector en subsector vermeld. 16. Tabel. Vraag 2 (sector) en vraag 3 (subsector) uit de vragenlijst. In welke sector bent u werkzaam? Horeca dan vervolgvraag Recreatie dan vervolgvraag Catering dan vervolgvraag Ik ben nu werkeloos Ik ben 100% arbeidsongeschikt Anders namelijk In welke subsector bent u werkzaam? Hotelsector (hotel, pension, hotel-restaurant, conferentieoord) Restaurantsector (restaurant, bistro, eetcafé, petit-restaurant) Fastfood sector (cafetaria, snackbar, fastfoodrestaurant) Drankensector (café, discotheek, bar, kantine, zalen- & partycentra) Weet niet Overig, namelijk: Verblijfsrecreatie: campings, bungalowparken, groepsaccommodaties Dagrecreatie: dierenparken, attractieparken Zwembaden Weet niet Overig, namelijk: Bedrijfscatering (overheid, kantoren, bedrijven) Institutionele catering (zorginstellingen, gevangenissen, asielzoekerscentra) Onderwijscatering (universiteiten, scholen, opleidingsinstituten) Inflightcatering (luchtvaart) Weet niet Overig, namelijk: T.a.v. pensioenfonds waren er de volgende antwoordmogelijkheden: ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) Pensioenfonds Recreatie Pensioenfonds Zorg & Welzijn PH&C (Pensioenfonds Horeca & Catering) Stipp (Pensioenfonds voor Personeelsdiensten) Anders, namelijk: Weet niet Sommige respondenten geven aan dat zij bij Horeca zitten en vullen bij de vervolgvraag over de subsector 'anders namelijk: welness' in en geven aan bij het Pensioenfonds Recreatie pensioen op te bouwen. Dergelijke interpretaties van de respondent zijn soms verklaarbaar en soms niet. Dat heeft ertoe geleid dat de onderzoeker met behulp van de opdrachtgever de inconsistente antwoorden is nagelopen om deze eventueel te hercoderen naar de 'juiste' sector. In onderstaande tabel staan enkele voorbeelden van consistente en inconsistente antwoorden. SOHRC / 39

40 17. Tabel. Consistente en inconsistente antwoorden Kwalificatie respons Sector Subsector Pensioenfonds Consistent Inconsistent Horeca Hotelsector PH&C Recreatie Zwembaden Pensioenfonds Recreatie Catering Onderwijscatering PH&C Horeca Weet niet ABP Recreatie Anders namelijk: 'inflight' PH&C Catering Anders namelijk: 'combinatie' Anders namelijk: 'Zwitserleven' Verklaringen ten aanzien van de inconsistenties Inconsistenties kunnen ontstaan doordat bijvoorbeeld de werknemer van werkgever is veranderd en dan in een ander sector terechtkomt. Als die wijziging van werkgever en/of sector niet doorgeven wordt aan de eigenaar van de bronadministratie, dan blijft deze vorm van bestandsvervuiling onontdekt, totnogtoe althans. Deze bevindingen worden doorgegeven aan de opdrachtgever. De actie die voor dit onderzoek ondernomen wordt, is dat de sector die de respondent heeft aangegeven tijdens dit onderzoek in combinatie met subsector als 'leading' wordt gezien 30. Zoals hierboven beschreven zijn de data gecontroleerd op inconsistenties, daarbij heeft de onderzoeker zich laten leiden door de volgende mogelijke foutsoorten: Geen hercodering: er zijn geen inconsistenties aangetroffen. Pensioenfonds goed, maar de sector hoort daar niet bij en is gehercodeerd. Bijvoorbeeld sector = horeca, subsector = vakantiepark en pensioenfonds = Pensioenfonds Recreatie. Ander voorbeeld: partycatering is horeca, maar respondenten geven als sector recreatie aan. Sector goed, maar het pensioenfonds hoort daar niet bij gehercodeerd. Dit geval kwam één keer voor, de respondent had aangegeven bij 'horeca gilde' zijn pensioen op te bouwen. In combinatie met de andere antwoorden van de respondent is deze gehercodeerd naar pensioenfonds PH&C. Om de codering in goede banen te leiden is in geval van twijfelgevallen ook gekeken naar de vakbond waar de respondent al dan niet lid van was en de leeftijd. Alleen subsector gehercodeerd: een verbetering t.o.v. het oorspronkelijke antwoord van de respondent. Zoals geschiedde bij catering en "anders namelijk = inflight", dan is dat antwoord van die respondent naar de juiste subsector van de sector catering gecodeerd. De respondent behoort niet tot doelgroep: de respondent wordt verwijderd uit het onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn dat de respondent bijvoorbeeld aangaf "directie" te zijn met een "0-uren contract" in de subcategorie "overig, namelijk = sport" en "pensioen = geen". Dergelijke combinaties 30 Om elke lezer de gelegenheid te geven zichzelf te vergewissen van de (her)coderingen die zijn toegepast is het volledige coderingsschema aan de hand van de syntax integraal in de bijlage VI terug te vinden. SOHRC / 40

41 zijn behalve ongebruikelijk vooral niet-hanteerbaar voor de onderzoeker. De antwoorden van die respondent t.a.v. de pensioenvragen zijn in dat licht op zijn minst dubieus te noemen. Onderstaande tabel laat zien het resultaat van de schoning. Al met al is 3% van de respondent verwijderd of is één of meerdere codering aangepast. 18. Tabel. Kwaliteit respons & de hercoderingen. Overzicht kwaliteit respons per sector Hercodering van antwoorden tav sector / pensioenfonds Totaal SOHRC Geen hercodering Pensioenfonds goed, sector gehercodeerd Sector goed, pensioenfonds gehercodeerd Alleen subsector gehercodeerd Behoort niet tot doelgroep: verwijder respondent Sector werkzaam Totaal Horeca Recreatie Catering Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % ,1% ,2% ,3% ,9% 14 1,0% 2,7% 1,3% 17,9% 1,1% 1,1% 14 1,0% 2,7% 1,3% 17,9% 12,9% 15 5,4% 27 1,4% ,0% ,0% ,0% ,0% De belangrijkste hercoderingen die hebben plaatsgevonden zijn: 27 respondenten (1%) worden verwijderd; bij 17 andere respondenten (1%) wordt (alleen) de subsector gehercodeerd; vervolgens is bij 17 andere respondenten (1%) de sector gehercodeerd. Opvallend is dat het externe panel Panelclix de meeste verwijderde respondenten ten gevolge heeft gehad. Dit is niet verwonderlijk, daar de respondenten uit dat panel 'betaald' worden 31 en in het algemeen erg gemotiveerd zijn om die betaling te verkrijgen en dan soms het bewust of onbewust minder nauw nemen met de definities van de begrippen om maar voorbij de screening te kunnen komen. Onderstaande tabel laat de bestandsvervuiling naar bron zien. 31 Respondenten krijgen betaald in 'clix'. Zie "PanelClix is sinds 1999 als online veldwerk leverancier actief in het beheren en bouwen van een online internationaal panel". SOHRC / 41

42 19. Tabel. Overzicht mogelijke fouten per bronadministratie. Overzicht mogelijk fouten in bron-administraties Bron Totaal SOHRC Horeca: SOHRC-panel Horeca: FNV Ledenbestand Horeca: FNV horeca website Recreatie: SOHRC-panel Recreatie: FNV Ledenbestand Recreatie: FNV recreatie website Catering: SOHRC-panel Catering: FNV Ledenbestand Catering: FNV catering website Recreatie: Panelclix Horeca: Panelclix Recreatie: Panelclix Catering: Panelclix Fout in bron- administratie Totaal Geen fout Mogelijke fout Aantal % Aantal % Aantal % ,7% 4 2,3% ,0% ,0% 7 1,0% ,0% ,4% 1,6% ,0% ,0% ,0% ,0% ,0% ,0% ,0% 10 90,9% 1 9,1% ,0% ,4% 5 2,6% ,0% 76 98,7% 1 1,3% ,0% ,6% 17 6,4% ,0% ,7% 5 3,3% ,0% ,0% ,0% ,1% 4,9% ,0% ,1% 45 1,9% ,0% Van alle respondenten (ook zij die de vragenlijst niet geheel hebben ingevuld en ook zij die niet door de screening zijn gekomen) zijn er 45 (2%) die (mogelijk) fout of onterecht in die administratie zijn opgenomen. Enkele opvallende uitkomsten Voor respondenten die als uitzendkracht werkzaam zijn, gebaseerd op het feit dat zij hebben aangegeven bij pensioenfonds Stipp pensioen op te bouwen geldt dat de respons als valide beschouwd wordt. Immers: zij zijn in staat om de vragen te beantwoorden en te evalueren, aangezien zij in de sector werkzaam zijn. Sommige respondenten hebben aangegeven bij het ABP pensioen op te bouwen. In geval van de sector recreatie kan dit een gevolg zijn van privatisering van het bedrijf vanuit het verleden, vandaar dat die respondenten als valide beschouwd worden. Het is evenwel mogelijk dat de respondent onterecht en abusievelijk ABP heeft aangegeven. SOHRC / 42

43 4 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven zoals ze verkregen zijn uit het onderzoek. De indeling van dit hoofdstuk volgt feitelijk de chronologie van de vragenlijst, behalve dat eerst gestart wordt met een beschrijving van de responspopulatie, dit aan de hand van de screening en vervolgens de beschrijving van de achtergrondkenmerken van de respondent. In de navolgende paragrafen worden de resultaten behandeld over de kennis van de respondent t.a.v. (zijn) pensioen en zijn mening over het huidige pensioen(regelingen). Deze resultaten en de resultaten van de volgende paragrafen worden steeds met dezelfde variabelen gekruist. Vervolgens worden de resultaten behandeld van de kernvragen uit dit onderzoek: welke onderwerpen moeten er ingebracht worden in de pensioenonderhandelingen en welke uitruil is de respondent bereid te maken. De gehanteerde kruisvariabelen zijn: Subsector recreatie Grootte van het bedrijf waar men werkt a.d.h.v. het aantal werkzame personen: 50 of > 50. Het aantal dienstjaren: 10 of > 10 jaar. Fulltime (25-40 uur) versus parttime (1-24 uur) werkzaam. Wel of geen vakbondslid. Verschillen in sekse (man of vrouw). Huishoudsamenstelling (samenwonend of alleenstaand) Leeftijd: jong (18-29 jaar), midden (30-49 jaar), oud (50-64 jaar). 4.1 Screening & hercodering De inleidende tekst voorafgaand aan de internetenquête voordat de eerste screeningsvragen werden gesteld was: Het beantwoorden van deze vragenlijst duurt ongeveer 12 minuten. Het gaat over uw pensioen. Dit in verband met de aanstaande pensioenonderhandelingen in uw sector tussen de werkgevers en werknemers. Om een goed beeld te krijgen van uzelf stellen we eerst enkele vragen over uw werk. Daarna krijgt u enkele vragen over uw pensioen en uw wensen t.a.v. het pensioen. Daarin kunt u aangeven wat uw ideeën zijn ten aanzien van die pensioenonderhandelingen. Leeftijd De eerste screening betrof leeftijd: als de respondent jonger dan 18 en ouder of gelijk aan 65 was, werd deze uitgesloten van het onderzoek. Maar ook als de respondent liever zijn leeftijd niet bekend wil maken ('zeg ik liever niet') was een antwoordoptie) dan werd de respondent ook eruit gefilterd. Het blijkt dat overall 98,4% van de respondenten de juiste leeftijd hadden (18-64 jaar), 0,3% was te jong en SOHRC / 43

44 1,3% was te oud. Hierdoor resteerden respondenten, die naar de volgende vraag konden gaan. Zij die niet aan het leeftijdscriterium voldeden werden eruit gefilterd: Voor dit onderzoek zoeken we andere personen. Dank voor u medewerking, graag tot volgende keer! Onderstaande tabel geeft per deelpopulatie de filtering op leeftijd aan. 20. Tabel. Valide en niet-valide leeftijden per deelpopulatie. Valide en niet-valide leeftijden Bron Total SOHRC Horeca: SOHRC-panel Horeca: FNV Ledenbestand Horeca: FNV horeca website Recreatie: SOHRC-panel Recreatie: FNV Ledenbestand Recreatie: FNV recreatie website Catering: SOHRC-panel Catering: FNV Ledenbestand Catering: FNV catering website Recreatie: Panelclix Horeca: Panelclix Recreatie: Panelclix Catering: Panelclix Te jong (< 18 jaar) Respondenten met (niet-)valide leeftijd Valide leeftijd (18-64 jaar) Te oud (>= 65 jaar) Total Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % 3 1,7% ,1% 2 1,1% ,0% ,7% 9 1,3% ,0% ,9% 9 5,1% ,0% ,0% ,0% 55 98,2% 1 1,8% ,0% 57 95,0% 3 5,0% ,0% ,0% ,0% ,5% 1,5% ,0% 75 97,4% 2 2,6% ,0% ,6% 1,4% ,0% 1,7% ,3% ,0% ,0% ,0% 2,4% ,9% 3,6% ,0% 6,3% ,4% 31 1,3% ,0% Sector De volgende screeningsvraag betrof de sector waar men nu werkte. De toelichting voor de respondent was: Als u meerdere banen in verschillende sectoren heeft, kies dan de sector waar u het meeste in werkt. Alle volgende vragen gaan dan over die functie met die werkzaamheden. De drie sectoren waar het in dit onderzoek om gaat zijn horeca, recreatie en catering. Als men op dit moment werkeloos is of 100% arbeidsongeschikt is kon men toch aan het onderzoek deelnemen. Voor de vier onderzoeken die zijn uitgevoerd op het externe panel van Panelclix zijn deze antwoordcategorieën toch uitgefilterd om dat anders op geen andere manier gericht respondenten gezocht konden worden uit de desbetreffende sector. Zie onderstaande tabel. Het betreffen hier de oorspronkelijke antwoorden van de respondenten, dus niet de in paragraaf 4.9 beschreven hercoderingen. SOHRC / 44

45 21. Tabel. Screeningsresultaten naar sector. Sector werkzaam Valid Missing Total Horeca Recreatie Catering Werkeloos 100% AO Anders, namelijk: Total Vraag niet gehad Aantal % , , ,1 72 3,0 34 1, , ,9 50 2, ,0 Sommige respondenten (50 stuks ~ 2,1%) haken direct al af bij deze vraag, zonder hem verder in te vullen. Met het resterende deel van 2317 respondenten resulteert dit in (59,2%) respondenten die hebben aangegeven in de horeca werkzaam te zijn, 280 (11,8%) die in de sector recreatie werkzaam te zijn, 287 (12,1%) die in de sector catering werkzaam is. 3,0% gaf aan op dit moment werkeloos te zijn en 1,4% van alle respondenten is 100% arbeidsongeschikt. De 242 respondenten die iets anders ('anders namelijk') aangaven dan één van de vijf voorgaf gecodeerde opties zijn allen eruit gefilterd. Dat bleek in vrijwel alle gevallen correct, daar die respondenten aangaven te werken in de sector detailhandel, energiesector ed. In een klein aantal gevallen hebben respondenten 'anders namelijk' ingevuld wat erop duidt dat zij wel tot de goede doelgroep behoorden: 'vakantieverblijven en zwembadinr' (1x), 'Paresto catering' (1x), 'Party Catering' (1x), 'horeca/recreatie (1x), recreatie cao' (1x), 'ik heb 50%horeca en 50% arbeidsongeschikt' (1x), 'inflight catering' (3x) Het betreffen aldus totaal 8 respondenten die onterecht eruit zijn gefilterd. Op een totaal van 2317 is dat een meer dan aanvaardbaar 'lekverlies'. Het feit dat die 8 respondenten zichzelf niet herkenden in één van de vooraf gecodeerde antwoordopties is te ondervangen door de vraagstelling anders vorm te geven, namelijk via de 'pull down-techniek' waar bij eerst de sector naam staat en erachter de subsector. In dit onderzoek zijn daar twee gescheiden vragen van gemaakt. Het voordeel van die gescheiden vragen is wel dat de antwoordopties 'werkeloos' en 'arbeidsongeschikt' een prominentere positie innemen in de 'rij van aankruisopties' dan dat dit het geval geweest zou zijn in een 'pull down- SOHRC / 45

46 techniek'. Hierdoor wordt voorkomen dat mensen die werkeloos of arbeidsongeschikt zijn, zichzelf niet herkennen in de opties en de vragenlijst ten onrechte zouden verlaten of zich misschien gedwongen voelen een andere optie te kezen. Subsector Op basis van de vraag over de sector kreeg de respondent een vervolgvraag over de subsector waar hij/zij werkzaam is. Dat resulteert in onderstaande tabel. Het betreffen hier de oorspronkelijke antwoorden van de respondenten, dus niet op basis van de in paragraaf 4.9 beschreven hercoderingen. 22. Tabel. Recreatie + subsector. Recreatiesubsector In welke recreatie-subsector bent u werkzaam? Totaal SOHRC Verblijfsrecreatie: campings, bungalowparken, groepsaccommod Dagrecreatie: dierenparken, attractieparken Zwembaden Overig, namelijk: Aantal % ,0% 24 9,5% 38 15,0% 62 24,5% ,0% Het blijkt dat 51% van de respondenten die de sector recreatie hebben 'aangekruist' aangeven in de verblijfsrecreatie te zitten. 15% geeft aan zwembaden, 10% dagrecreatie en 25% geeft aan in een andere subsector werkzaam te zijn. Volgens de opgave van Bakker & Hoogeveen (2008, p10) waren er in op 1 januari bedrijven in de branche verblijfsrecreatie 32, 325 in de zwembadenbranche 33 en 120 in de buitensportondernemingen 34. Onderstaande tabel is geconstrueerd op basis van die rapportage. 23. Tabel. Aantal werknemers in sector recreatie (2008). Subsector Aantal Perc. Verblijfsrecreatie % Zwembaden (ed) % Buitensport 975 4% Totaal % Het blijkt dat de verblijfsrecreatie de grootste subsector is in Nederland, vervolgens zwembaden. De representativiteit van die twee subsectoren is gecontroleerd: de steekproef is representatief 35 te noemen t.a.v. die twee subsectoren. De opleidingsverdeling wordt in dezelfde rapportage tevens genoemd voor 32 SBI SBI en SBI Chikwadraattoets: X 2 =1,271, gvv =1, p=0,260. SOHRC / 46

47 de gehele sector: laag (24%), middel (44%) en hoog opgeleid (33%). Toetsing op representativiteit 36 van de opleiding (laag, middel, hoog) geeft aan dat er een ondervertegenwoordiging in de responspopulatie aanwezig is van laag en hoog opgeleiden en (dus) een flinke oververtegenwoordiging van middelbaar opgeleiden. Dat houdt in dat de bevindingen niet naar opleiding gegeneraliseerd kunnen worden. Pensioenfonds Onderstaande tabel geeft weer de antwoorden van de respondenten t.a.v. hun pensioenfonds. Het betreffen hier de oorspronkelijke antwoorden van de respondenten, dus niet op basis van de in paragraaf 4.9 beschreven hercoderingen. 24. Tabel. Bij welk pensioenfonds bouwt u nu pensioen op? Pensioenfonds Bij welk pensioenfonds bouwt u nu pensioen op? Totaal SOHRC ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) Pensioenfonds Recreatie Pensioenfonds Zorg & Welzijn PH&C (Pensioenfonds Horeca & Catering) Stipp (Pensioenfonds voor Personeelsdiensten) Ander pensioenfonds, namelijk: Aantal % 14 8,0% ,3% 5 2,9% 9 5,1% 4 2,3% 34 19,4% ,0% Van alle respondenten blijkt dat de 62% bij Pensioenfonds Recreatie pensioen opbouwen. Verder bouwt 8% pensioen op bij ABP, 5% bij PH&C, 3% bij Pensioenfods Zorg & Welzijn, 2% bij Stipp en 19% bouwt elders pensioen op. Er waren geen respondenten die het niet wisten bij welk pensioenfonds zij pensioen opbouwen. Voor de fondsen ABP en Zorg & Welzijn is het mogelijk dat de werkgever in de desbetreffende sector niet valt of niet meer valt onder de verplichtstelling, maar de werknemer voelt zich wellicht (op-en-top) werknemer in de recreatie en heeft om die reden aangegeven dat hij in de recreatie werkzaam is: dergelijke respondenten zijn wel meegenomen. Het pensioenfonds voor personeelsdiensten Stipp is bestemd voor uitzendkrachten. Hiermee is dan tevens een schatting van het aantal uitzendkrachten in de responspopulatie zichtbaar: ruim 2%, dit is meer dan bij andere sectoren het geval is. 36 Chikwadraattoets: X 2 =31,311, gvv =2, p=0,000. SOHRC / 47

48 4.2 Recreatie In de hiernavolgende worden de analyses weergegeven op basis van de gehercodeerde resultaten, zoals beschreven in paragraaf 3.9. Dat houdt in dat de volgende aantallen verkregen worden. Er zijn totaal 248 respondenten (van de 275 die tot de responspopulatie behoren) die hebben aangegeven in de recreatie werkzaam te zijn. 25. Tabel. Recreatie + subsector (gehercodeerde aantallen). Respondenten: sector recreatie en subsector Recreatie Totaal SOHRC Verblijfs. Dagrecreatie Zwembaden Overig Aantal % ,0% 24 9,7% 41 16,5% 54 21,8% ,0% Het blijkt dat 52% van de respondenten die de sector recreatie hebben 'aangekruist' aangeven in de verblijfsrecreatie te zitten. 10% geeft aan dagrecreatie, 17% zwembaden en 21% geeft aan in een andere subsector werkzaam te zijn. Deze aantallen blijken representatief te zijn voor verblijfsrecreatie en zwembaden. 4.3 Uw werk Functie Van de 248 (valide) respondenten heeft 5% aangegeven een directiefunctie te hebben, 19% gaf aan overig management. 61% heeft uitvoerend aangeven en 15% "overig". SOHRC / 48

49 Werk Indien het aantal gewerkte uren in relatie tot het soort uren contract van de respondenten vergeleken wordt dan valt duidelijk op dat de meerderheid van de respondenten (44%) een vast contract heeft en een volledige werkweek heeft. Ca. 29% heeft een vaste aanstelling en werkt uur in de week. 26. Tabel. Soort contract naar aantal uren per week. Soort contract Wat voor soort contract heeft u op dit moment? Totaal SOHRC Toetsing met de gegevens zoals berekend uit Ruig en De Wit (2009) laat zien dat de responspopulatie niet representatief 37 0-uren contract (oproepbasis) Tijdelijk contract van 1 jaar of minder Tijdelijk contract voor meer dan 1 jaar Vast contract (voor onbepaalde tijd) herberekende populatiewaarden weer is ten aanzien van het aantal contracturen. Onderstaande tabel geeft de 27. Tabel. Gehercodeerd aantal werknemers naar aantal contracturen per week. Hoeveel uur werkt u gemiddeld per week? >= 33 Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % 6 2,5% 7 3,0% 2,8% 3 1,3% 18 7,6% 2,8% 6 2,5% 5 2,1% 22 9,3% 35 14,8% 1,4% 4 1,7% 1,4% 6 2,5% 7 3,0% 38 16,0% 30 12,7% ,5% ,1% 16 6,8% 55 23,2% 37 15,6% ,4% ,0% Aantal uren Gemiddelde Gemiddelde, alleen vast aantal uren Geen vast aantal uren 27 1 t/m 11 uur t/m 19 uur t/m 37 uur uur of meer Totaal Vakbond 51% van alle respondenten is lid van een vakbond. Verbijzondering naar herkomst van de respons wordt weergegeven in onderstaande tabel. 37 Chikwadraattoets, X 2 = 106,112, gvv = 3, p = 0,000. SOHRC / 49

50 28. Tabel. Lid vakbond naar bron. Lid vakbond naar bron Bron Totaal SOHRC Horeca: SOHRC-panel Horeca: FNV Ledenbestand Horeca: FNV horeca website Recreatie: SOHRC-panel Recreatie: FNV Ledenbestand Recreatie: FNV recreatie website Catering: FNV Ledenbestand Catering: FNV catering website Recreatie: Panelclix Horeca: Panelclix Lid vakbond Totaal Nee Ja Aantal % Aantal % Aantal % 3 2,5% 3 1,2% 16 12,9% 16 6,6% 4 3,2% 4 1,6% 5 4,2% 5 4,0% 10 4,1% 1,8% 49 39,5% 50 20,5% 20 16,7% 33 26,6% 53 21,7% 1,8% 1,4% 1,8% 1,4% 90 75,0% 13 10,5% ,2% 1,8% 2 1,6% 3 1,2% ,0% ,0% ,0% Het blijkt hier dat 1 vakbondslid de opzegging van het lidmaatschap niet heeft doorgegeven aan de vakbond, óf dat de administratie van de vakbond niet de opzegging al verwerkt heeft, óf dat het communicatiebestand (met de adressen) niet bijgewerkt is. In dit geval wordt er vanuit gegaan dat de respondent naar waarheid deze vraag heeft beantwoord en het naijlen van de administratie bij de desbetreffende vakbond hier debet aan de 'bestandsvervuiling' is. De hercodering zoals beschreven in vorige paragraaf laat zien dat er 11% van de respondenten via een ander ledenbestand verkregen zijn, namelijk FNV Horeca en FNV Catering. De respondenten die lid zijn van de vakbond, daarvan geven 91% lid te zijn van FNV Recreatie. 'FNV Horecabond' is bewust als antwoordoptie in de vragenlijst is opgenomen om de herkenbaarheid van de vakbond voor de respondenten te vergroten. Het is evenwel aanbevelenswaardig in de toekomst de aankruisoptie als volgt te verwoorden: FNV Recreatie (voorheen FNV Horecabond). Op de wijze worden respondenten die het nog niet wisten dat FNV Horecabond in de recreatie de naam FNV Recreatie gebruikt subtiel erop gewezen dat de vakbond in de recreatie als naam FNV Recreatie gebruikt. De overige respondenten hebben andere vakbonden aangegeven zoals CNV, FNV Bondgenoten, Recron (alhoewel Recron geen vakbond is, heeft een respondent dat als 'vakbond' ingevuld). SOHRC / 50

51 Werkervaring De meeste respondenten (48%) zijn al lang werkzaam in de sector (meer dan 10 jaar). 47% van de respondenten is tussen de 1 en 10 jaar werkzaam in de branche. Ongeveer de helft van de respondenten heeft de intentie om daar beslist in die sector te blijven werken, opvallend is in dit overzicht het aantal twijfelaars om het zo maar uit te drukken: ca. 50% van de respondenten die 1 tot 10 jaar in de sector werken, twijfelen of ze daarin blijven werken. Een kleiner deel (eenderde van de respondenten) die langer dan 10 jaar in de sector werken, twijfelen daaraan of daarin blijven werken. 29. Tabel. Aantal jaren werkervaring naar intentie werkzaam te blijven binnen de sector. Werkervaring & intentie Hoeveel jaar bent u in de sector werkzaam? Totaal SOHRC < >= 10 Bent u van plan een aanzienlijk deel van uw werkzame leven in deze sector te werken? Nee, beslist niet Misschien Ja, zeker Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % 1 6,7% 6 6,5% 4 3,5% 11 5,0% 9 60,0% 24 26,1% 21 18,3% 54 24,3% 2 13,3% 26 28,3% 23 20,0% 51 23,0% 3 20,0% 36 39,1% 67 58,3% ,7% ,0% ,0% ,0% ,0% Organisatie De meeste respondenten werken in Zuid- of Noord-Holland (resp. 18% en 17%). De verdeling van het aantal werknemers naar provincie is niet toetsbaar gebleken vanwege niet overeenkomende begrippen 'recreatie' met CBS in vergelijking met FNV Recreatie 'recreatie'. 30. Tabel. Provincie waar men werkt (l) & aantal werknemers (r). Provincie Aantal werkzame personen Provincie Totaal Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Noord-Holland Utrecht Gelderland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg Aantal % 9 4,9% 3 1,6% 13 7,0% 8 4,3% 1,5% 31 16,8% 3 1,6% 15 8,1% 34 18,4% 29 15,7% 11 5,9% 28 15,1% ,0% Hoeveel werknemers telt de organisatie waar u werkzaam bent? Totaal SOHRC 1 9 werknemers werknemers werknemers = 50 werknemers Aantal % 46 20,2% 23 10,1% 39 17,1% ,6% ,0% SOHRC SOHRC / 51

52 4.4 Kennis van het pensioen In deze paragraaf worden de antwoorden van de respondenten behandeld die gaan over kennisvragen t.a.v. hun pensioen. Pensioenfonds Het meest voorkomende pensioenfonds onder de respondenten van de sector recreatie is (logischerwijs) Pensioenfonds Recreatie (70% van de respondenten). 50 respondenten geven aan altijd bij een ander pensioenfonds pensioen opgebouwd te hebben (zoals ABP, Stipp, Pensioenfonds Zorg en Welzijn). Van de 112 respondenten die niet altijd bij hetzelfde pensioenfonds hun pensioen hebben opgebouwd zitten nu de meeste respondenten (84 ~ 75%) nu (wel) bij Pensioenfonds Recreatie. Zie onderstaande tabel. 31. Tabel. Pensioenopbouw bij hetzelfde fonds? Pensioen opbouw bij zelfde fonds? Pensioenfonds (nw) Totaal SOHRC ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) Pensioenfonds Recreatie Pensioenfonds Zorg & Welzijn PH&C (Pensioenfonds Horeca & Catering) Stipp (Pensioenfonds voor Personeelsdiensten) Ander pensioenfonds, namelijk: Heeft u altijd bij dit huidige pensioenfonds uw pensioen opgebouwd? Nee Ja Weet niet Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % 6 5,4% 6 11,5% 12 7,1% 84 75,0% 32 61,5% 3 60,0% ,4% 3 2,7% 2 3,8% 5 3,0% 3 2,7% 4 7,7% 1 20,0% 8 4,7% 3 2,7% 1 1,9% 4 2,4% 13 11,6% 7 13,5% 1 20,0% 21 12,4% ,0% ,0% 5 100,0% ,0% SOHRC / 52

53 Wie betaalt de premies voor uw pensioen? Het blijkt dat 63% van de respondenten aangeeft dat hun werkgever de premies betaalt, 57% geeft aan dat zij dat zelf doen. Zie onderstaande tabel. 32. Tabel. Wie betaalt de pensioenpremie? Kennis omtrent premiebetaling Wie betaalt de premie voor uw pensiioen? Totaal Mijn werkgever Ikzelf De overheid Weet niet Aantal % , ,1 2, , ,0 Percentages behoeven niet op te tellen tot 100%. SOHRC Een aantal respondenten (18%) weet niet wie hun pensioenpremie betaalt. Dit is vergelijkbaar met een vorig onderzoek 38 dat onder recreatiepersoneel werd gehouden, namelijk toen wist 17% niet wie er meebetaalde aan hun pensioenpremie. Het valt op dat de jongere werknemers (< 30 jaar) 39 het vaker 'niet weten' (37%) dan ouderen (30-49 jaar: 18% en jaar: 6%). Verder valt op dat vrouwen (23%) het vaker niet weten dan mannen (7%) en verder dat alleenstaanden (24%) het vaker niet weten dat respondenten met een partner (12%) en respondenten zonder kinderen (23%) het vaker niet weten dan respondenten met kinderen (13%). Wat in het algemeen opvalt is, dat als men ouder is, meer dienstjaren heeft, man is, kinderen heeft en samenwoont, dat men dan beter weet wie bijdragen aan de pensioenpremies. In het algemeen is het zo dat de werkgever en de werknemer beiden 40 pensioenpremie afdragen voor de pensioenopbouw van de werknemer. Uit het overzicht van Pensioenfonds Recreatie t.a.v. de premies en bijdragen moet zichtbaar zijn wat er ingehouden wordt op de loonstrook. 38 Zie Schriemer (2006). 39 En dus ook zij met minder dienstjaren, want dat zijn juist vaak de jongere werknemers. 40 Zoals blijkt uit Reglement van Pensioenfonds Recreatie (2010), artikel 46 (1 en 2): ' ( ) De hiervoor onder a bedoelde premie is vastgesteld op 19,4% van de pensioengrondslag. (..) De werkgever heeft het recht om de helft van de onder het eerste lid sub b genoemde premie te verhalen op de betreffende deelnemer door inhouding bij elke uitbetaling van het salaris dan wel de uitkering.' 41 Zie Pensioenfonds Recreatie (2010). SOHRC / 53

54 Totaal hebben 233 respondenten (is voor de onderstaande boomdiagramanalyse 'de 100%') deze vraag beantwoord. Nadere analyse van de combinaties van antwoorden laat zien dat 20% er vanuit gaat dat zij als enige de premies betalen. 25% zegt dat alleen hun werkgever de premies betalen en de meerderheid (38%) zegt dat zowel de werkgever alsmede zijzelf de premies betalen Boomdiagram. Wie betaalt (mee aan) uw pensioenpremie? Weet u wie uw pensioen betaalt? 233 ~ 100% Ja, dat weet ik. 192 ~ 83% Nee, dat weet ik niet. 41 ~ 17% Mijn werkgever betaalt. 146 ~ 63% Mijn werkgever betaalt niet, ik wel. 46 ~ 20% Ik betaal ook. 88 ~ 38% Ik betaal niet. 58 ~ 25% Uit het bovenstaande blijkt dat niet elke respondent weet hoe het nu precies zit t.a.v. de pensioenen, maar respondenten zijn zich dat (soms) wel bewust, getuige de opmerking van een respondent naar aanleiding van de vragenlijst. Zie onderstaand. 34. Citaat. Onbegrip. Respondent 79: ik begrijp het niet van die vragen. Opbouw pensioen Ruwweg 86% van de respondenten weet hoe het pensioen daadwerkelijk opgebouwd wordt, namelijk dat het bestaat uit een AOW-deel (uitkering van het Rijk) en een bedrijfstakpensioen (wordt 'bijeengespaard' door de werkgever en de werknemer zelf), ook wel kortweg aangeduid met het pensioen. Dat is beslist hoger dan is gebleken uit het vorige onderzoek 43, toen was dat 47%. Nadere analyse naar diverse achtergrondkenmerken laat zien dat 75% van de jongere respondenten (< 30 jaar) 42 In het boomdiagram zijn de percentages afgerond en kunnen dientengevolge verschillen van de statistische bijlage. 43 Zie Schriemer (2006). SOHRC / 54

55 en 78% van degenen met minder dan 10 dienstjaren dit weten, hetgeen in beide gevallen minder is dan de andere doelgroepen. Ouderdomspensioen In de vraagstelling is als aankruisopties gegeven: 'ken ik niet', 'ken ik een beetje' en 'ken ik'. Het blijkt dat overall 14% aangeeft 'ken ik niet', 40% 'ken ik een beetje' en 46% 'ken ik'. Dit ligt in lijn met eerdere bevindingen (zie Schriemer 2006). De significante 44 uitschieters hier zijn de jongere respondenten (< 30 jaar); zij zijn minder op de hoogte. 'Ken ik', zegt 26% en naarmate de respondent ouder is, neemt de kennis erover toe (30-49 jaar ~ 37%; 5-64 jaar ~ 70%). Nabestaandenpensioen Ook hier is in de vraagstelling als aankruisopties gegeven: 'ken ik niet', 'ken ik een beetje' en 'ken ik'. Het blijkt dat overall 11% aangeeft 'ken ik niet', 43% 'ken ik een beetje' en 46% 'ken ik'. Jongeren (<30 jaar) zijn ook van deze regeling minder op de hoogte (28%) zeggen de regeling te kennen, naarmate men ouder wordt neemt de kennis over deze regeling toe, de verschillen tussen de leeftijdsklassen zijn significant 45. Salarisgroep '10 of hoger' en verplichtstelling 12% van de respondenten geeft aan dat zij als werknemer in salarisgroep 10 of hoger zitten. De verwachting voorafgaand aan het onderzoek was dat lager opgeleiden minder vaak in salarisgroep 10 of hoger zouden zitten, dan hoger opgeleiden. Dat blijkt niet het geval te zijn binnen deze responspopulatie, daar 22% van de lager opgeleiden aangeeft in de salarisgroep 10 of hoger te zitten, doch het betreft hier slechts 9 respondenten, dus de uitkomst is hoogstens indicatief. Met genoeg respondenten valt met zekerheid te zeggen dat fulltimers vaker in salarisgroep 10 of hoger zitten (13%) dan parttimers (6%). Bezien naar leeftijd blijkt dat geen van de jongeren (<30 jaar) in die salarisgroep zit, 10% van de leeftijdscategorie jaar en 16% van de leeftijdscategorie jaar, hetgeen logisch is. Hetzelfde beeld wordt verkregen naar het aantal dienstjaren: als een respondent minder dan 10 dienstjaren heeft dan zit 8% een salarisgroep 10 of hoger. Bij meer dan 10 dienstjaren zit 14% in salarisgroep 10 of hoger. 44 Kruskal Wallis test: X 2 met gvv 2 = 26,006, p = 0, Kruskal Wallis test: X 2 met gvv 2 = 16,070, p = 0,000. SOHRC / 55

56 Ten aanzien van de vraag "Vindt u dat salarisgroep 10 of hoger ook onder de verplichtstelling moet vallen?" geeft 31% van de respondenten aan dat het niet verplicht moet zijn, dus 69% vindt dat het wel verplicht moet zijn. Vergelijking van dit resultaat naar diverse achtergrondkenmerken geeft wel enige Salarisgroep & verplichtstelling Vindt u dat salarisgroep 10 of hoger ook onder de verplichtstelling moet vallen? Totaal SOHRC verschillen, maar leidt niet tot een andere conclusie. Combinatie van bovenstaande geeft onderstaande tabel. 35. Tabel. Salarisgroep 10 of hoger en mening over verplichtstelling. Het blijkt dat 63% van de respondenten die in salarisgroep 9 of lager zitten vinden dat werknemers in salarisgroep 10 of hoger onder de verplichtstelling moeten vallen. Hetzelfde resultaat (zij het als indicatief gegeven vanwege de geringe aantallen respondenten) geven respondenten uit de salarisgroep 10 of hoger aan. Premiepercentage Naar aanleiding van de vraag 'Weet u toevallig hoeveel procent u van uw inkomen nu afdraagt aan uw pensioen?' bleek dat 67% niet wist hoeveel dat is, 23% dacht het ongeveer te weten en 10% zei dat wel te weten. Van de respondenten die aangaven het niet te weten werd gevraagd of ze desalniettemin toch een schatting wilden doen. Niet iedereen wilde dat (65%) en voelde zich wellicht niet bekwaam of te onzeker om die schatting te maken. 54 (35%) respondenten waren alsnog bereid een schatting te maken. De schattingen van het premiepercentage lopen in het algemeen van 0,10% tot en met 45%. Zie onderstaande grafiek. Nee, niet verplicht Ja, wel verplicht Zit u als werknemer in salarisgroep 10 of hoger? Nee, ik zit in salarisgroep 9 of lager Ja, ik zit in salarisgroep 10 of hoger Totaal Aantal % Aantal % Aantal % 25 36,8% 3 25,0% 28 35,0% 43 63,2% 9 75,0% 52 65,0% ,0% ,0% ,0% SOHRC / 56

57 36. Boxplot. Schatting van de te betalen pensioenpremie op jaarbasis. Uitleg boxplot: zie bijlage XXII. Het is duidelijk dat hier een aantal niet-serieuze antwoorden tussen zitten 46. Het percentage van het bruto jaarloon dat afgedragen wordt gebaseerd op de premiegrondslag 19,4% 47 bedraagt bij een minimumloon van ca. 3,3% en voor een modaal inkomen bedraagt dat ca. 6,4%. Vandaar dat er is er een hercodering toegepast om de redelijke en serieuze van de zeer slechte schattingen te onderscheiden. Alle schattingen van de premiepercentages gelijk aan 0% en die hoger zijn dan 15% zijn dientengevolge als niet serieus beschouwd. Opvallend is dat veel respondenten rond de 7% zitten met hun schatting, hetgeen misschien doet vermoeden dat de respondenten de vraag anders hebben opgevat dan de onderzoeker heeft bedoeld. Bedoeld werd het totale percentage dat afgedragen wordt op jaarbasis, de respondenten hebben misschien begrepen het gedeelte van de pensioengrondslag dat zij afdragen (9,7%). Dit is toch een verrassend resultaat, daar dit aspect getest is: de respondenten in de test van de vragenlijst gaven in het telefonisch interview aan dat ze begrepen dat het om 'totaalpercentage' ging 48. De onderzoeker 46 De waarden vanaf 17 en hoger zijn niet in de grafiek opgenomen, dat betreffen allen outliers. 47 Zie Pensioenfonds Recreatie Reglement (2010). De percentages voor de werkgever en de werknemer van de pensioengrondslag staan daar aldus vermeld. 48 'Begrijpt u het wat er wordt verstaan met % en dat het geldt voor uw eigen bijdrage en dat van de werkgever?' 'Ja', en de respondent kon % toelichten en begreep dat het om totaal ging. Zie Schriemer (2011). SOHRC / 57

58 denkt dan ook dat er eerder een overschatting wordt gegeven door de respondenten, dan dat ze de vraag verkeerd hebben geïnterpreteerd. De grens van een (veel) te lage schatting is gesteld op 1% of minder. Een (veel) te hoge schatting wordt dan bepaald als het percentage hoger is dan 15%. Zie onderstaande figuren. 37. Figuur. Histogram van geschatte pensioen% (l) en cirkeldiagram (r) van de juistheid van de schattingen. Uit het histogram blijkt duidelijk dat er veel goede schattingen worden gemaakt én een paar veel te hoge schattingen (>15%). Het blijkt dat 97% van de 99 respondenten die een goede schatting hebben gemaakt. Er zijn geen noemenswaardige verschillen aangetroffen naar de achtergrondkenmerken. SOHRC / 58

"De toekomst van mijn pensioen" Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen

De toekomst van mijn pensioen Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen "De toekomst van mijn pensioen" Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen Haarlem September 2011 Medewerking Aan de totstandkoming van dit onderzoek werkten de volgende

Nadere informatie

"De toekomst van mijn pensioen" Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen

De toekomst van mijn pensioen Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen "De toekomst van mijn pensioen" Onderzoek naar behoeften en wensen van werknemers in de horeca over hun pensioen Haarlem September 2011 Medewerking Aan de totstandkoming van dit onderzoek werkten de volgende

Nadere informatie

"De toekomst van mijn pensioen"

De toekomst van mijn pensioen "De toekomst van mijn pensioen" Bijlagen horeca Haarlem September 2011 De toekomst van mijn pensioen. Drs. M.G. Schriemer Een onderzoek in opdracht van FNV Horeca Bijlagen I. LITERATUUR, GERAADPLEEGDE

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014 De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds mei, 2014 1 Beste DNB er Hartelijk dank voor jouw deelname aan en/of interesse in dit deelnemersonderzoek onder (ex)werknemers van DNB. Van

Nadere informatie

Pensioen aanvullende pensioenregelingen. Wat krijg je in onze aanvullende regelingen? Extra ouderdomspensioen. Laag 1.

Pensioen aanvullende pensioenregelingen. Wat krijg je in onze aanvullende regelingen? Extra ouderdomspensioen. Laag 1. Pensioen 1-2-3 aanvullende pensioenregelingen Werk je bij een werkgever die bij ons is aangesloten, dan bouw je automatisch ouderdomspensioen bij ons op in de basispensioenregeling. Daarnaast kan je werkgever

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS De pensioenregeling van SBZ STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS Uw pensioen bij SBZ Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) is het pensioenfonds voor de zorgverzekeringssector

Nadere informatie

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2016 December 2016

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2016 December 2016 Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2016 December 2016 Inhoud Profiel respondenten Pagina 5 t/m 7 Pensioenbewustzijn & kennis Pagina 8 t/m 20 Vertrouwen in pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2014 December 2014

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2014 December 2014 Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Resultaten deelnemersonderzoek 2014 December 2014 Inhoud Profiel respondenten Pagina 5 en 6 Pensioenbewustzijn & kennis Pagina 7 t/m 27 Vertrouwen in pensioenfonds

Nadere informatie

Uw mening over pensioen

Uw mening over pensioen Uw mening over pensioen Onderzoek naar de risicohouding van pensioenopbouwers en pensioenontvangers van Philips Pensioenfonds mei / juni 2013 Philips Pensioenfonds Inhoud Aanleiding onderzoek Opzet onderzoek

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw Pluspensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Wijzer over uw pensioen. In 12 antwoorden

Wijzer over uw pensioen. In 12 antwoorden Wijzer over uw pensioen In 12 antwoorden Pensioen. Geen gemakkelijk onderwerp als u er niet regelmatig mee bezig bent. En toch is het belangrijk. Want er komt een moment dat uw pensioen uw inkomen is.

Nadere informatie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? 1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014 1.B Jouw Cosun pensioen Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014 1 Agenda Pensioen in Nederland Waarom een nieuwe regeling bij Cosun? Pensioenpremie Toeslagverlening (indexatie) Discussie

Nadere informatie

Werknemers, zzp ers en gepensioneerden over pensioen en BPF Schilders

Werknemers, zzp ers en gepensioneerden over pensioen en BPF Schilders Werknemers, zzp ers en gepensioneerden over pensioen en BPF Schilders kwantitatief risicobereidheidsonderzoek Peter Zegwaart Juli 2019 Waarom dit onderzoek? Het bestuur van BPF Schilders vindt het belangrijk

Nadere informatie

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op De Ahold Pensioenregeling 2015 Welkom bij Ahold Pensioenfonds! Met ingang van uw 21ste verjaardag of latere datum in dienst bouwt u pensioen bij ons op. Dit doet u via Ahold Delhaize. Elk pensioenfonds

Nadere informatie

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli De weg naar het nieuwe pensioencontract Stichting Pensioenfonds OWASE 18 juli 2013 1/10/2014 Inhoud Samenvatting Conclusies Aanbevelingen Resultaten - per vraag

Nadere informatie

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen Jubileum / 21-4-2010 / P.1 / 21-4-2010 / P.1 Onderzoeksrapportage Amsterdam April 2010

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015

Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015 Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015 Als bestuur willen wij graag van de deelnemers weten wat ze vinden van zekerheid en risico s in hun pensioenregeling. Daarom heeft het pensioenfonds een onafhankelijke

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Hoe is uw pensioen geregeld? De Ahold Pensioenregeling 2015 Geachte heer, mevrouw, Welkom bij Ahold Pensioenfonds! Als u 21 jaar of ouder bent, bouwt u vanaf uw datum in dienst pensioen bij ons op. Dit

Nadere informatie

Uw pensioenfonds in 2018 Verkort jaarverslag

Uw pensioenfonds in 2018 Verkort jaarverslag Uw pensioenfonds in Verkort jaarverslag in vogelvlucht We vinden het belangrijk om transparant te zijn in wat we doen en wat dat oplevert. Daar verantwoorden we ons over in het jaarverslag. Speciaal voor

Nadere informatie

Uw pensioen in onzekere tijden

Uw pensioen in onzekere tijden Uw pensioen in onzekere tijden Stichting Pensioenfonds 1 Inleiding Dekkingsgraad per 31 december 2011 is 83,7%. Het pensioenfonds loopt (ver) achter op herstelplan. Voorlopig kortingsbesluit is noodzakelijk.

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar de oudedagsvoorziening

Nadere informatie

Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB

Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB vanwege verlagen pensioenen, april 2013 1. Waarom moet Pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste

Nadere informatie

12 VRAGEN over pensioen

12 VRAGEN over pensioen 12 VRAGEN over pensioen Q&A s voor dieren artsassistenten 12 vragen Inhoudsopgave 01 Waarom bouw ik bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn pensioen op? 3 02 Kan ik ervoor kiezen om geen pensioen op te bouwen?

Nadere informatie

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Stichting PENSIOENFONDS CAPGEMINI Nederland Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie

Nadere informatie

RISICOBEREIDHEIDSONDERZOEK

RISICOBEREIDHEIDSONDERZOEK RISICOBEREIDHEIDSONDERZOEK PPF APG Pieter Kasse / Manja Rietjens 15/16/17 januari 2014 RISICOBEREIDHEIDSONDERZOEK ONDER DEELNEMERS AANLEIDING ONDERZOEK Inzicht in (risico)voorkeuren van deelnemers en gepensioneerden

Nadere informatie

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen. Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen

Nadere informatie

Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie

Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen - Pensioenvertrouwen ad hoc oktober 2009/ 11-1-2010 / P.1 / 11-1-2010 / P.1 Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie Onderzoeksrapportage

Nadere informatie

Opiniepeiling Pensioenakkoord

Opiniepeiling Pensioenakkoord Opiniepeiling Pensioenakkoord Een online onderzoek in opdracht van Unie Services Juni - 2011 Ellen Cox Marij Tillmanns (27533) Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Onderzoeksverantwoording 3 Resultaten B Bijlagen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek 2011 Actieven 27 december 2011

Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek 2011 Actieven 27 december 2011 Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek 2011 Actieven 27 december 2011 Inhoud Profiel respondenten Pagina 5 & 6 Pensioenbewustzijn Pagina 7 t/m 26 Vertrouwen in het pensioenfonds

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Beleggingspakket In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt

Nadere informatie

Inhoud. Bijna met pensioen 3

Inhoud. Bijna met pensioen 3 Bijna met pensioen Inhoud 2 Bijna met pensioen 3 Keuzemogelijkheden rondom uw pensioen 3 1. Eerder of later met pensioen 3 2. Deeltijdpensioen 3 3. Uitruilen ouderdomspensioen en partnerpensioen 4 4. Conversie

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief NUMMER 12 > JAARGANG 8 > SEPTEMBER 2011 inhoud > De financiële situatie bij pensioenfondsen [p.1] Pensioenleeftijd 65 jaar, wat als ik eerder

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Resultaten deelnemersonderzoek 2012 Oktober 2012

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Resultaten deelnemersonderzoek 2012 Oktober 2012 Stichting Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Resultaten deelnemersonderzoek Oktober Inhoud Profiel respondenten Pagina 4 & 5 Pensioenbewustzijn & kennis Pagina 6 t/m 19 Vertrouwen in het pensioenfonds Pagina

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief NUMMER 16 > JAARGANG 12 > APRIL 2015 INHOUD > Hoe is de nieuwe pensioenregeling tot stand gekomen? [p.1] Fiscaal kader per 1 januari 2015 [p.2]

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S Pensioenfonds B&S Pensioenkrant 2014 Pensioen fonds B&S I n h o u d s o p g a v e Woord vooraf... 4 1. Jaarverslag 2013 in hoofdijnen... 5 2. Dekkingsgraad 2014... 7 3.Nieuw pensioenstelsel 2015... 8

Nadere informatie

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op Welkom bij Ahold Delhaize Pensioen! Met ingang van je 21ste verjaardag of latere datum in dienst bouw je pensioen bij ons op. Dit doe je via Ahold Delhaize. Elk pensioenfonds heeft zijn eigen pensioenregeling.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).* Beste lezer, Dit overzicht met veelgestelde vragen hebben wij opgesteld naar aanleiding van de brief d.d. 10 november 2016 over de liquidatie van Coop Pensioenfonds. Heeft u een vraag die hier niet tussenstaat

Nadere informatie

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden Ferry Pereboom Angelique Kansouh Februari 2012 De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS Inhoudsopgave 0. Voorwoord......... 3 1. Lage dekkingsgraad

Nadere informatie

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe Pensioenfonds Avebe Pensioen 1-2-3 Meer informatie over uw pensioenregeling Welkom bij Pensioenfonds Avebe. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Dat is belangrijk

Nadere informatie

N.B. De werknemers in de Horeca en de Contractcatering (Bedrijf) vallen onder de bedrijfstakpensioenfondsregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering.

N.B. De werknemers in de Horeca en de Contractcatering (Bedrijf) vallen onder de bedrijfstakpensioenfondsregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Pensioenen 1.1. Overzicht van profiel fondsen op hoofdlijnen N.B. De werknemers in de Horeca en de Contractcatering (Bedrijf) vallen onder de bedrijfstakpensioenfondsregeling van Pensioenfonds Horeca &

Nadere informatie

Je partner en kinderen krijgen een pensioen als je overlijdt. Je bouwt bij ons ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Overlijd je? Dan geldt dit.

Je partner en kinderen krijgen een pensioen als je overlijdt. Je bouwt bij ons ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Overlijd je? Dan geldt dit. Alsjeblieft! Dit is laag 2 van pensioen 1-2-3 Je leest wat je wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. In deze laag 2 staan alle belangrijke kenmerken van onze pensioenregeling. Je leest hier meer

Nadere informatie

Bewaar deze brief en de bijbehorende brochure zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

Bewaar deze brief en de bijbehorende brochure zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn. Model startbrief Naam Adres Postcode Woonplaats Datum Onderwerp Bewaar deze brief en de bijbehorende brochure zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

CHECKLIST VOOR WERKGEVERS

CHECKLIST VOOR WERKGEVERS Er verandert iets in de werksituatie van uw werknemer Wat betekent dat voor u en uw werknemer? Situatie Nieuw in dienst Actie U meldt uw werknemer aan via de mutatiebestanden. Hij krijgt van ons binnen

Nadere informatie

Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2. Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13

Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2. Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13 Bijlagen Pensioenen: solidariteit en keuzevrijheid Stella Hoff Inhoud Bijlage A Enquête solidariteit in de pensioenen... 2 Bijlage B Multivariate regressieanalyses... 13 Bijlagen SCP-publicatie Pensioenen:

Nadere informatie

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen. Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen

Nadere informatie

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening Position paper: Toekomst pensioenstelsel Publicatiedatum: juni 2016 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) Extra uitleg en Q&A Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana Wat is pensioen? Tekst uit het filmpje Wist je dat je nu waarschijnlijk al pensioen opbouwt? Een klein

Nadere informatie

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Inleiding Op verzoek van de NVZ heeft PFZW een vergelijking op hoofdlijnen gemaakt tussen beide pensioenregelingen in samenspraak

Nadere informatie

Uitleg over uw pensioenoverzicht

Uitleg over uw pensioenoverzicht Toelichting bij uw Uniform pensioenoverzicht 2014 Uitkeringsovereenkomst Uitleg over uw pensioenoverzicht U ziet in uw pensioenoverzicht hoeveel pensioen u later van ons kunt krijgen. Het is belangrijk

Nadere informatie

Uw pensioen bij Avebe Over wat er voor u belangrijk is als het om uw pensioen gaat. Pensioenfonds Avebe

Uw pensioen bij Avebe Over wat er voor u belangrijk is als het om uw pensioen gaat. Pensioenfonds Avebe Uw pensioen bij Avebe Over wat er voor u belangrijk is als het om uw pensioen gaat Pensioenfonds Avebe Wat is het belangrijkste dat ik moet weten? Wat is nog meer handig om te weten? Ik wil alles weten

Nadere informatie

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen - Pensioenvertrouwen ad hoc september 2009/ 19-10-2009 / P.1 / 19-10-2009 / P.1 Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn. Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn. Geachte heer/mevrouw.., Van harte welkom bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer aan deze pensioenregeling; - U bent arbeidsongeschikt. Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011 Zorgen over het pensioeninkomen 6 oktober 2011 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. De pensioensituatie van Nederlanders 3. De situatie van gepensioneerden 4. Kennis en informatievoorziening 5. Kennis van

Nadere informatie

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn

Nadere informatie

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno.

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno. Memorandum Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO Van Dr. F. Phillipson Onderwerp Risicobereidheidsonderzoek Pensioenfonds TNO Inleiding In de periode juni-augustus 2014 is er een risicobereidheidsonderzoek

Nadere informatie

Welk pensioen kunt u verwachten?

Welk pensioen kunt u verwachten? Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975 pagina 1 van 7 Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 1 januari 2019 Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: 999999 Relatienummer: xyz123456 Uw partner

Nadere informatie

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting

Nadere informatie

Pensioen Nieuws. Uw pensioenregeling verandert opnieuw. #12 februari 15 P4 P6. Pensioenfonds

Pensioen Nieuws. Uw pensioenregeling verandert opnieuw. #12 februari 15 P4 P6. Pensioenfonds Pensioen Nieuws Een uitgave van Stichting Pensioenfonds AVEBE www.pensioenfondsavebe.nl #12 februari 15 1 Uw pensioenregeling verandert opnieuw 3 Interview met Manager Martien Smid 4 Onze dekkingsgraad

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Beleggingspakket In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt

Nadere informatie

CHECKLIST VOOR WERKGEVERS

CHECKLIST VOOR WERKGEVERS Er verandert iets in de werksituatie van je werknemer Wat betekent dat voor je en jouw werknemer? Situatie Actie Nieuw in dienst Je meldt jouw werknemer aan via de mutatiebestanden. Hij krijgt van ons

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Situatie en centrale vraagstelling

Inhoudsopgave. Situatie en centrale vraagstelling Mei 2016 Inhoudsopgave Situatie en centrale vraagstelling Bevindingen, conclusies en aanbevelingen Deelnemers Pensioengerechtigden Deelnemers 45- versus deelnemers 45 + Deelnemers versus pensioengerechtigden

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Het AVEBE Pensioen samengevat

Het AVEBE Pensioen samengevat Het AVEBE Pensioen samengevat Deze folder is bedoeld voor alle medewerkers die bij AVEBE in dienst zijn getreden. Pensioenfonds Ouderdomspensioen: het AVEBE Pensioen vanaf uw pensionering Het AVEBE Pensioen

Nadere informatie

Marktanalyse. Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN

Marktanalyse. Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN Marktanalyse Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN AWVN Bezuidenhoutseweg 12 Postbus 93050 2509 AB Den Haag AWVN-werkgeverslijn: Telefoon 070 850 86 00 E-mail werkgeverslijn@awvn.nl Internet www.awvn.nl

Nadere informatie

Laag 2 netto pensioenregeling. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Netto ouderdomspensioen. Netto nabestaanden- en wezenpensioen

Laag 2 netto pensioenregeling. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Netto ouderdomspensioen. Netto nabestaanden- en wezenpensioen Laag 2 netto pensioenregeling Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Netto ouderdomspensioen Via uw werkgever KLM neemt u deel in de netto pensioenregeling van Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM en bouwt

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Hoe is uw pensioen geregeld? Mevr. J. Jansen Voorbeeldstraat 51 2056 LG Voorbeeldplaats Geachte mevrouw Jansen, Welkom bij . U bouwt vanaf pensioen bij ons op. Dit doet

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever Stichting Autoriteit Financiële Markten pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Resultaten deelnemersonderzoek mei 2016

Stichting Pensioenfonds SABIC Resultaten deelnemersonderzoek mei 2016 Stichting Pensioenfonds SABIC Resultaten deelnemersonderzoek mei 2016 Respondenten 3.030 werknemers aangeschreven Vereiste response: 342 Behaalde response: 509 Response rate = 16,8% Sommige vragen zijn

Nadere informatie

201506 brochure pensioen in zicht 2015. Pensioen in zicht

201506 brochure pensioen in zicht 2015. Pensioen in zicht Pensioen in zicht INHOUD PAGINA 1. Wanneer gaat het pensioen in? 3 2. Kan het pensioen ook op een eerdere datum ingaan? 3 3. Is een vervroegde pensionering haalbaar? 3 4. Vervroegde ingang van het pensioen

Nadere informatie

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Wat krijgt u in uw pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever Stichting Autoriteit Financiële Markten pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in

Nadere informatie

Toelichting berekening pensioenpremie

Toelichting berekening pensioenpremie Toelichting berekening pensioenpremie Op basis van de door u verstrekte gegevens berekent het pensioenfonds de pensioenpremie. U betaalt over het hele jaar een pensioenpremie, die geïnd wordt in 4 kwartalen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek 2012 Oktober 2012

Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek 2012 Oktober 2012 Stichting Pensioenfonds SABIC (SPF) Resultaten deelnemersonderzoek Oktober Inhoud Profiel respondenten Pagina 5 & 6 Pensioenbewustzijn & kennis Pagina 7 t/m 25 Vertrouwen in het pensioenfonds Pagina 26

Nadere informatie

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015 Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015 Inhoudsopgave Management Summary Pagina 3 Onderzoeksresultaten Pagina 7 Onderzoeksverantwoording Pagina 40 oktober 2015 2 Management Summary

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever AZL N.V. pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in uw pensioenregeling. Pensioen

Nadere informatie

Vragen en antwoorden pensioenakkoord

Vragen en antwoorden pensioenakkoord Vragen en antwoorden pensioenakkoord 1. Waarover gaat dit pensioenakkoord? Het pensioenakkoord gaat over drie onderwerpen: de AOW, de aanvullende pensioenen, en de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijg je in onze pensioenregeling? Pensioen 1-2-3 Hoe is je pensioen geregeld? Excedentregeling In dit Pensioen 1-2-3 lees je wat je wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over jouw

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie