De deelnemingsverrekening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De deelnemingsverrekening"

Transcriptie

1 De deelnemingsverrekening 1

2 2

3 De deelnemingsverrekening Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan Tilburg University, op gezag van de rector magnificus, prof.dr. Ph. Eijlander, in het openbaar te verdedigen ten overstaan van een door het college voor promoties aangewezen commissie in de aula van de Universiteit op dinsdag 22 november 2011 om uur door Aart Willem Hofman geboren op 29 maart 1976 te Gouda 3

4 Promotores: Overige leden: Prof.dr. J.A.G. van der Geld en prof. mr. dr. R.P.W.C.M. Brandsma prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, prof. dr. P.H.J. Essers en prof. dr. S.A. Stevens Tilburg University / Tilburg School of Economics and Management Internet: ISBN ???? 20[..], Aart Willem Hofman All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means electronic or mechanical, including photocopying, recording, or by any information storage and retrieval system, without permission in writing from the author. 4

5 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 5 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding voor en relevantie van dit onderzoek Doelstelling van dit onderzoek en toetsingskader Opzet van dit onderzoek Afbakening van dit onderzoek HOOFDSTUK 2 KADERS EN ACHTERGRONDEN Inleiding Essentie en bedoeling deelnemingsvrijstelling Inleiding Achterliggende beginselen Het sluitende systeem van de deelnemingsvrijstelling De liquidatieverliesregeling Inleiding De gekozen vormgeving De liquidatieverliesregeling in buitenlandse verhoudingen Het moment waarop het liquidatieverlies kan worden genomen Kostenaftrek Het non-voorraadvereiste Niet-ter-beleggingsvereiste tot Inleiding Niet-ter-beleggingsvereiste in binnenlandse situaties tot 1 januari Buitenlandse verhoudingen Bedoeling van de wetgever met de deelnemingsverrekening en achterliggende beginselen Beschrijving fundamentele verschillen deelnemingsverrekening en deelnemingsvrijstelling Overwegingen van de wetgever bij de invoering van de deelnemingsverrekening Hoofdlijnen systematiek deelnemingsverrekening Wanneer geldt de deelnemingsverrekening? De omvang van de voordelen uit hoofde van een verrekeningsdeelneming De berekening van de verrekening Herwaarderingsverplichting Verhouding tot de verrekening voor passieve winst uit buitenlandse onderneming ex artikel 39 BvdB Europeesrechtelijke toelaatbaarheid deelnemingsverrekening Inleiding Het VwEU Inleiding Verhouding deelnemingsverrekening tot grondbeginselen en algemene jurisprudentie Jurisprudentie Gevolgen voor de Nederlandse deelnemingsverrekening in relatie tot EU-landen

6 Gevolgen voor de Nederlandse deelnemingsverrekening in relatie tot derde landen Rangorderegeling Gevolgen voor de Nederlandse deelnemingsverrekening De Moeder-Dochterrichtlijn Samenvatting en conclusies HOOFDSTUK 3 DE OOGMERKTOETS Inleiding Wanneer wordt een deelneming ter belegging gehouden? Algemene lijn oogmerktoets Het wegen van (de samenhang tussen) de functies van de moedervennootschap en de dochtervennootschap De verhouding tot de jurisprudentie die is gewezen onder de tot 1 januari 2007 geldende wetgeving De fictie voor een lichaam dat grotendeels kleine aandelenbelangen houdt Inhoud van de fictie De vormgeving van de fictie De fictie voor een deelneming in een lichaam dat grotendeels binnen de groep financiert of ter beschikking stelt Inhoud en nut van de fictie Reikwijdte van de fictie Reikwijdte van de oogmerktoets Samenvatting en conclusies HOOFDSTUK 4 DE ONDERWORPENHEIDSTOETS Inleiding Toepassing van de onderworpenheidstoets Inleiding Onderworpenheidstoets bij nominaal tarief van ten minste 10% Onderworpenheidstoets bij nominaal tarief lager dan 10% Invloed van Nederlandse bijzondere tarieven Stroomschema onderworpenheidstoets Elementen van de onderworpenheidstoets nader beschouwd Inleiding Kwalificerende belastingplichtige en vereiste subjectieve onderworpenheid Kwalificerende belastingen De winst waarover een heffing wordt vereist De toetsingsperiode Onderworpenheidstoets en latente belastingdruk Toepassing van de onderworpenheidstoets in een aantal concrete situaties Inleiding Tussenhoudstersituaties Toepassing van de onderworpenheidstoets in vaste inrichtingssituaties Toetsing bij beide landen Relatie met verdragen en BvdB Vaste inrichting en vertaalresultaten Het lichaam waarin de belastingplichtige een deelneming houdt, participeert in een hybride entiteit 107 6

7 4.5.5 Dochtermaatschappij verkrijgt inkomsten waarop te verrekenen buitenlandse bronheffing rust Deelneming in hybride entiteit Toepassing van de onderworpenheidstoets als sprake is van fiscale verliezen Inleiding Toetsing in een verliesjaar Toetsing in een verrekeningsjaar Toepassing onderworpenheidstoets bij fiscale eenheid of group relief Inleiding Group relief en group contribution Fiscale eenheid De onderworpenheidstoets in de periode Inleiding Omrekening van de buitenlandse belastinggrondslag naar Nederlandse maatstaven Onderworpenheidstoets in vaste inrichtingsituaties Toepassing van de onderworpenheidstoets in een verrekeningsjaar Samenvatting en conclusies De onderworpenheidstoets vanaf 1 januari De onderworpenheidstoets in de periode HOOFDSTUK 5 DE BEZITTINGENTOETS Inleiding Het begrip vrije belegging Definitie Specifieke activa getoetst Inleiding Beleggingen van verzekeraars en banken Liquide middelen Kleine aandelenbelangen Fictieve belegging op grond van artikel 13 lid 14 Wet Vpb Kleine aandelenbelangen vrije belegging? De toerekeningsbalans Waardering, de pro rata toerekening en het doorgaanscriterium Invloed van kwalificatieverschillen De rotte appelbenadering De toets of sprake is van een laagbelaste vrije belegging Groepsfinanciering en terbeschikkingstelling in relatie tot de bezittingentoets Inleiding Welke bezittingen vallen onder de fictie van artikel 13 lid 12 onderdeel b en c Wet Vpb 1969? De uitzondering voor actieve financiering en actieve terbeschikkingstelling De uitzondering voor externe financiering Is voldoende tegenbewijs tegen de fictie mogelijk? De anti-oppompbepaling Tariefsarbitrage en buitenlandse consolidatieregimes Dubbeltellingen Financiering bezittingen met vreemd vermogen De uitzondering voor vastgoed Bewijsrechtelijke aspecten van de bezittingentoets Inleiding Bewijslastverdeling en bewijskracht geconsolideerde balans Evaluatie toetsen Inleiding

8 5.9.2 Geschiktheid huidige systematiek waarbij een deelneming wordt gekwalificeerd Geschiktheid van de toetsingsvoorwaarden Alternatief voor huidige oogmerk-, bezittingen- en onderworpenheidstoets Bezittingentoets in de periode Groepsfinanciering in relatie tot de voormalige bezittingentoets Inleiding Wanneer was een groepsfinancieringsvordering, afgezien van fictiebepalingen, een vrije belegging? De fictie van artikel 13 lid 11 Wet Vpb Doelstelling van de fictie Het bereik van artikel 13 lid 11 Wet Vpb De toerekeningssystematiek van artikel 13 lid 11 Wet Vpb Vastgoed in relatie tot de voormalige bezittingentoets Inleiding De 90%-grens en consolidatie Tegemoetkomingen in het besluit van 26 februari Inleiding De versoepeling van het 90%-criterium Het begrip onroerende zaken De goedkeuring voor verhuur binnen de groep Evaluatie voormalige vastgoedregeling Samenvatting en conclusies De bezittingentoets vanaf 1 januari Beantwoorden toetsen aan doelstelling wetgever en samenloop tussen de toetsen De bezittingentoets in de periode HOOFDSTUK 6 DE BRUTERINGS- EN VERREKENINGSSYSTEMATIEK Inleiding De bruteringssystematiek Inleiding De te bruteren voordelen en bruteringsbreuk Aan- en verkoopkosten De uitzonderingen op de bruterings- en verrekeningssystematiek De deelnemingsverrekening in verliessituaties Brutering in relatie tot de Moeder-Dochterrichtlijn De herwaarderingsverplichting ex artikel 13a Wet Vpb Inleiding Toepassingsvoorwaarden De werking van de herwaarderingsverplichting De verrekeningssystematiek Inleiding Belastingdruk voortvloeiend uit deelnemingsverrekening Forfaitaire winstbelastingdruk van 5% Tweede en derde limiet en doorschuifregeling De brutering en verrekening in EU-situaties Inleiding Toepassingsvoorwaarden De werking van de regeling Inleiding De berekening van de toerekenbare belasting Toerekenbare belastingen en bronheffingen Herwaardering gevolgd door dividenduitkering Rangorderegeling

9 6.7 Samenvatting en conclusies HOOFDSTUK 7 DE DEELNEMINGSVERREKENING IN SAMENLOOPSITUATIES Inleiding Toepassing van de herinvesteringsreserve op een verrekeningsdeelneming Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en commissarisbeloning Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en afgewaardeerde vorderingen Inleiding Samenloop met artikel 13b Wet Vpb Samenloop met artikel 13ba Wet Vpb Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en artikel 13c Wet Vpb Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en de liquidatieverliesregeling Inleiding Volstaat verrekening van het verlies? Gevolgen van het niet van toepassing zijn van artikel 13d Wet Vpb 1969 op verrekeningsdeelnemingen Inleiding Verhoging opgeofferde bedrag Dividendcorrectieregeling Tussenhoudstercorrecties Maatregelen tegen het oppompen van het opgeofferde bedrag De bepalingen inzake verliesverrekening en voortzetting Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en (bedrijfs)fusie/(af)splitsing Inleiding Belastingplichtige met belang in verrekeningsdeelneming is betrokken bij (bedrijfs)fusie of (af)splitsing Deelnemingsverrekeningsclaim van de overdragende/verdwijnende vennootschap Deelnemingsverrekeningsclaim van de verkrijgende/overnemende vennootschap Het lichaam waarin de belastingplichtige een verrekeningsdeelneming houdt, is betrokken bij een fusie of (af)splitsing Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en aandelenfusie Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en de fiscale eenheid Inleiding Een lichaam waarin een verrekeningsdeelneming wordt gehouden, wordt opgenomen in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting Eén of meerdere fiscale eenheidsvennootschappen houden een verrekeningsdeelneming Inleiding Deelnemingsverrekening over het voegingstijdstip Uitvoeringsregels inzake cumulatie deelnemingsverrekeningsaanspraken Deelnemingsverrekening over het ontvoegingstijdstip Fiscale eenheid houdt een verrekeningsdeelneming in een lichaam met een gevoegde vaste inrichting Inleiding en essentie van artikel 36 Besluit Fiscale Eenheid Artikel 36 Besluit Fiscale Eenheid 2003 in winstsituaties Artikel 36 Besluit Fiscale Eenheid 2003 in verliessituaties Afrondende opmerkingen inzake artikel 36 Besluit Fiscale Eenheid Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en de houdsterverliesbepaling van artikel 20 lid 4 Wet Vpb Samenloop tussen de deelnemingsverrekening en dividendbelasting

10 7.12 Samenvatting en conclusies Samenloop met afgewaardeerde vorderingen Samenloop met artikel 13c Wet Vpb Samenloop met de liquidatieverliesregeling Samenloop met het fiscale eenheidsregime Overige conclusies HOOFDSTUK 8 COMPARTIMENTERING Inleiding De compartimenteringsleer nader beschouwd Achtergrond van de compartimenteringsleer De werking en reikwijdte van de compartimenteringsleer uit de jurisprudentie Werking van de compartimenteringsleer uit de jurisprudentie Reikwijdte van de compartimenteringsleer uit de jurisprudentie Uitbreiding van de compartimenteringsleer naar verrekeningsdeelnemingen Wettelijke compartimenteringsbepaling vereist? De werking van de uitgebreide compartimenteringsleer Samenhang tussen compartimentering en artikel 13 lid 6 (earn-out) Samenhang tussen compartimentering en artikel 13 lid 16 (aflopende deelneming) Samenhang tussen compartimentering en het voormalige artikel 13a Wet Vpb 1969 (saldoverliesregeling) Samenhang tussen compartimentering en het artikel 13a Wet Vpb 1969 (herwaarderingsverplichting) Samenhang tussen compartimentering en de liquidatieverliesregeling Inleiding Sfeerovergang van verrekeningsdeelneming naar vrijstellingsdeelneming Sfeerovergang van vrijstellingsdeelneming naar verrekeningsdeelneming Samenhang tussen compartimentering en gefacilieerde fusie/splitsing Inleiding Sfeerovergang met betrekking tot aandelenbelang dat overgaat bij fusie/splitsing Sfeerovergang op aandeelhoudersniveau Inleiding Sfeerovergang van niet-deelneming naar deelneming Sfeerovergang van deelneming naar niet-deelneming Sfeerovergang tussen vrijstellingsdeelneming en verrekeningsdeelneming De beperkingen van compartimentering Koppeling tussen belastingheffing bij dochter- en moedervennootschap Compartimentering en dividendbelasting Samenvatting en conclusies HOOFDSTUK 9 ALTERNATIEVEN Inleiding Alternatief 1: Introductie van een CFC-systematiek Inleiding Basiskenmerken CFC-stelsel Verdrags- en EU-rechtelijke bezwaren van CFC-stelsels Plaats van een CFC-stelsel in het Nederlandse fiscale stelsel

11 9.3 Alternatief 2: Terug naar de pré-2007 regeling Samenvatting en conclusies HOOFDSTUK 10 EVALUATIES EN CONCLUSIES Inleiding De plaats van de deelnemingsverrekening binnen de Nederlandse fiscale context De basissystematiek van de Nederlandse deelnemingsverrekening Verbetering van de effectiviteit van de deelnemingsverrekening Inleiding Latente belastingdruk De anti-oppompbepaling De uitzondering voor financiering met vreemd vermogen Verbetering van de proportionaliteit van de deelnemingsverrekening Inleiding Bijheffing over gefaciliteerde inkomsten Aan- en verkoopkosten De uitzondering voor financiering met vreemd vermogen De consistentie van de deelnemingsverrekening Inleiding De toetsingsvoorwaarden Inleiding Wetssystematische bezwaren tegen de huidige toetsen Praktische bezwaren tegen de huidige toetsen Voorstel tot vervanging huidige toetsen door nieuwe oogmerktoets Financiering met vreemd vermogen De uitvoerbaarheid van de deelnemingsverrekening Aanpassingen in verband met Europees recht Slotopmerkingen THE PARTICIPATION CREDIT SYSTEM IN DUTCH CORPORATE INCOME TAX LAW (ENGLISH SUMMARY) I The place of the participation credit system in the Dutch tax system II The basic system of the Dutch participation credit system III Improving the effectiveness of the participation credit system IV Improving the proportionality of the participation credit system V Improving the consistency of the participation credit system VI Improving the feasibility of the participation credit system VII Changes in connection with European law BIJLAGE WETTEKSTEN ARTIKEL 13, 13A, 13AA EN 23C WET VPB 1969 PER 1 JANUARI

12 Artikel Artikel 13a Artikel 13aa Artikel 23c GERAADPLEEGDE LITERATUUR

13 Lijst van gebruikte afkortingen AG Advocaat-Generaal ATR Advance Tax Ruling blz. bladzijde BNB Beslissingen in belastingzaken, Nederlandse belastingrechtspraak BvdB 2001 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Btw Belasting Toegevoegde Waarde BW Burgerlijk Wetboek CCCTB Common Consolidated Corporate Tax Base CFC Controlled Foreign Company (gecontroleerde buitenlandse vennootschap) CFM Concernfinancieringsmaatschappij DBI Definitief belaste inkomsten EER Europese Economische Ruimte EG/EU Europese Gemeenschap(pen)/Unie f.e. Fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting FED Fiscaal Weekblad FED FBI Fiscale Beleggingsinstelling ex artikel 28 Wet vennootschapsbelasting 1969 Fusierichtlijn Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies HvJ EU Hof van Justitie van de Europese Unie i.e. id est Jo. Juncto IBFD International Bureau of Fiscal Documentation Interest- en royaltyrichtlijn Richtlijn van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (2003/49/EC) LIFO Last In First Out l.k. MBB Linkerkolom Maandblad Belastingbeschouwingen, onafhankelijk maandblad voor Belastingrecht en Belastingpraktijk Moeder-Dochterrichtlijn Richtlijn van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende Lid- Staten (90/435/EEG) Minister NDFR NOB nr. Minister van Financiën Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Nummer 13

14 NDFR Nederlandse Documentatie voor Fiscaal Recht NTFR Nederlands Tijdschrift Fiscaal Recht NSV Nederlands Standaard Verdrag NSW Natuurschoonwet OECD Organisation for Economic Co-Operation and Development OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling R&D Research & Development r.k. Rechterkolom SPV Special Purpose Vehicle Staatssecretaris Staatssecretaris van Financiën Stb. Staatsblad TFO Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht UB Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971 VBI Vrijgestelde Beleggingsinstelling v.i. Vaste inrichting VN Vakstudie Nieuws Vpb Vennootschapsbelasting VwEU Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie WBR Wet op belastingen van rechtsverkeer Wet IB 2001 Wet op de inkomstenbelasting 2001 Wet werken aan winst / Wet Vpb 2007 Wet Wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota << Werken aan Winst >> (Wet werken aan winst), Kamerstuknummer Wet Dividendbelasting 1965 Wet op de dividendbelasting 1965 Wet Vpb 1969 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad Fiscaal Recht 14

15 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor en relevantie van dit onderzoek Nederland heeft vanouds een open economie, met een relatief kleine interne markt en een internationale oriëntatie. Bij de vormgeving van het fiscale stelsel heeft deze economische context een grote rol gespeeld en is vanouds veel belang gehecht aan het bieden van een aantrekkelijk fiscaal regime voor bedrijven die vanuit of via Nederland buitenlandse investeringen plegen. Hierbij is het beginsel van kapitaalimportneutraliteit van groot belang: als in Nederland niet wordt bijgeheven over in het buitenlandse behaalde winsten kunnen Nederlandse bedrijven op buitenlandse markten op gelijkwaardige voet concurreren met lokale marktpartijen. Vanuit deze achtergrond vormt de deelnemingsvrijstelling een belangrijke pijler van het Nederlandse vestigingsklimaat. Om recht te doen aan het grote belang van de deelnemingsvrijstelling, die ook wel wordt aangeduid als een visitekaartje van het Nederlandse vestigingsklimaat, dient deze pijler echter voldoende stabiel te zijn, zodat investeerders zekerheid hebben over hun meerjarige fiscale positie. In dit verband is opmerkelijk dat de deelnemingvrijstelling de achterliggende jaren twee keer ingrijpend is gewijzigd. Tot 1 januari 2007 kende de deelnemingsvrijstelling een uitzondering voor (onder meer) ter belegging gehouden deelnemingen in buitenlandse lichamen. De inkomsten uit dergelijke deelnemingen werden belast tegen het reguliere Nederlandse Vpb-tarief, zonder dat een verrekening van de onderliggende belastingdruk werd toegestaan. Of sprake was van een ter belegging gehouden deelneming, was afhankelijk van het subjectieve oogmerk van de aandeelhouder, hetgeen onder meer kon worden getoetst aan de hand van de functies die de aandeelhouder vervulde in relatie tot het lichaam waarin een deelneming werd gehouden. Per 1 januari 2007 heeft de wetgever de deelnemingsverrekening ingevoerd. Op basis van deze regeling gold de deelnemingsvrijstelling niet voor inkomsten uit laagbelaste beleggingsdeelnemingen, maar werden deze inkomsten aan een aanvullende Nederlandse vennootschapsbelastingheffing onderworpen. Van een laagbelaste beleggingsdeelneming was sprake indien de middellijke en onmiddellijke bezittingen van het lichaam waarin een deelneming werd gehouden grotendeels bestonden uit vrije beleggingen (de bezittingentoets), en het betreffende lichaam niet was onderworpen aan een heffing naar een tarief van ten minste 10% over een naar Nederlandse maatstaven bepaalde grondslag (de onderworpenheidstoets). Zowel de bezittingentoets als de onderworpenheidstoets vereiste een mathematische precisie, terwijl de hiertoe benodigde informatie veelal moeilijk verkrijgbaar was. In verband met de moeilijke toepasbaarheid van de bezittingen- en onderworpenheidstoets heeft de wetgever per 1 januari 2010 de toepassingsvoorwaarden voor de deelnemingsverrekening aangepast. Hierbij is er niet voor gekozen om de bezittingen- en onderworpenheidstoets te laten vervallen, maar zijn deze toetsen aangevuld met een geherintroduceerde oogmerktoets. Daarnaast is een aantal versoepelingen aangebracht, waardoor onder meer de bezittingentoets niet langer op een continue basis hoeft plaats te vinden en niet langer is vereist dat alle middellijke en onmiddellijke bezittingen van het lichaam waarin de belastingplichtige een deelneming houdt, worden getoetst. Deze opeenvolgende wijzigingen in de sfeer van de deelnemingsvrijstelling geven aan dat de wetgever worstelt met de reikwijdte van de vrijstelling in het besef dat voor twee uitersten dient te worden gewaakt. Indien onvoldoende maatregelen tegen kapitaalvlucht worden genomen, zal de Nederlandse schatkist inkomsten mislopen en dienen de gemiste inkomsten (al dan niet deels) te worden verhaald op andere belastingplichtigen. Indien daarentegen te 15

16 veel afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van kapitaalimportneutraliteit, kan dit ongunstig zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat en schade toebrengen aan de Nederlandse economie. Het onderwerp van dit onderzoek, de reikwijdte van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling, heeft dan ook grote maatschappelijke relevantie. Vanuit fiscaal wetenschappelijk oogpunt is van belang om na te gaan in hoeverre de inbreuk die de deelnemingsverrekening pleegt op het in Nederland vanouds gerespecteerde beginsel van kapitaalimportneutraliteit gerechtvaardigd, effectief en proportioneel is en hoe deze inbreuk zich verhoudt tot het overige Nederlandse belastingrecht, de internationale fiscale ontwikkelingen en het relevante Europese recht. Albert 1 en Van der Geld 2 hebben in hun boek over de deelnemingsvrijstelling een aantal hoofdstukken besteed aan de deelnemingsverrekening. Daarnaast is een aantal deelaspecten van de deelnemingsverrekening in verschillende tijdschriftartikelen aan de orde geweest. Voorts heeft Snel een onderzoek verricht naar de werking van systemen ter voorkoming van cumulatie van vennootschapstax in deelnemingssituaties. 3 Een specifiek en integraal onderzoek naar de Nederlandse deelnemingsverrekening waarin bovenstaande vragen aan de orde zijn gesteld, bestond tot op heden echter niet, zodat dit onderzoek op dit punt in een leemte voorziet. 1.2 Doelstelling van dit onderzoek en toetsingskader De probleemstelling van dit onderzoek is: In hoeverre voldoet de deelnemingsverrekening aan de door de wetgever gegeven doelstelling, namelijk het ontmoedigen van kapitaalvlucht door een bijheffing toe te passen op inkomsten die afkomstig zijn uit laagbelast mobiel kapitaal en via een deelneming worden genoten? Bij het beantwoorden van deze probleemstelling hanteer ik de volgende subvragen als toetsingskader: - In hoeverre is de deelnemingsverrekening regeling effectief, in die zin dat de regeling daadwerkelijk van toepassing is in situaties waarin sprake is van laagbelast mobiel kapitaal? - Is hoeverre is de regeling proportioneel, zodat belastingplichtigen die met de deelnemingsverrekening in aanraking komen niet onnodig hard worden getroffen? - In hoeverre past de deelnemingsverrekening bij de Nederlandse fiscale context? - Is de deelnemingsverrekening, inclusief haar toepassingsvoorwaarden, een consistent geheel en is de regeling op een juiste wijze ingepast in de Wet Vpb 1969? - Is de regeling voldoende uitvoerbaar? - Voldoet de deelnemingsverrekening aan de Europeesrechtelijke vereisten? Naast de beantwoording van bovenstaande vragen zal ik waar nodig aanpassingen voorstellen waardoor de deelnemingsverrekening beter aan haar doelstelling kan voldoen. 1.3 Opzet van dit onderzoek De deelnemingsverrekening is ontstaan vanuit de deelnemingsvrijstelling. Voor een goed begrip van de deelnemingsverrekening dient dan ook eerst kennis te worden genomen van de 1 P.G.H. Albert, Deelnemingsvrijstelling SDU, Den Haag, 2010, hoofdstukken 4a tot en met 7. 2 J.A.G. van der Geld, De deelnemingsvrijstelling, Fiscale Monografieën deel 20, Kluwer, Deventer, 2011, hoofdstuk 5. 3 F.P.J. Snel, Van moeders en dochters. Systemen ter voorkoming van cumulatie van vennootschapstax in deelnemingssituaties. SDU, Amersfoort,

17 deelnemingsvrijstelling. In het eerste hoofdstuk wordt de deelnemingsvrijstelling besproken en wordt geschetst met welk doel de wetgever vanuit deze regeling de deelnemingsverrekening heeft geïntroduceerd. Daarnaast wordt in het eerste hoofdstuk de relevante Europeesrechtelijke context besproken. Volgens de bedoeling van de wetgever heeft de deelnemingsverrekening een rood lichtfunctie 4 en zal de regeling slechts in een beperkt aantal situaties worden toegepast. In de praktijk zal de aandacht dan ook veelal uitgaan naar de vraag hoe de toepassing van de deelnemingsverrekening kan worden voorkomen. In de hoofdstukken 3 tot en met 5 staan de toepassingsvoorwaarden van de deelnemingsverrekening centraal, respectievelijk de oogmerktoets, de onderworpenheidstoets en de bezittingentoets. Indien de deelnemingsverrekening toch dient te worden toegepast, krijgt de belastingplichtige te maken met de bruterings- en verrekeningssystematiek die er toe zou moeten leiden dat het betreffende voordeel tegen het reguliere Nederlandse Vpb-tarief wordt belast, onder verrekening van de onderliggende buitenlandse winstbelasting. In hoofdstuk 6 wordt deze bruterings- en verrekeningssystematiek behandeld. De deelnemingsverrekening staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van de Wet Vpb 1969 waarin tal van andere complexe regelingen zijn opgenomen. De deelnemingsverrekening kan onder meer samenlopen met de regelingen inzake afgewaardeerde vorderingen, de splitsingsen fusiebepalingen en het fiscale eenheidsregime. In hoofdstuk 7 ga ik in op deze en andere samenloopsituaties. Vóór de invoering van de deelnemingsverrekening bestond de mogelijkheid dat de status van een aandelenpakket wijzigde van deelneming naar niet-deelneming of vice versa. Onder de huidige wetgeving bestaat daarnaast de mogelijkheid van een sfeerovergang van verrekeningsdeelneming naar vrijstellingsdeelneming of vice versa. De verschillende mogelijke sfeerovergangen kunnen leiden tot complexe compartimenteringsvraagstukken. In hoofdstuk 8 ga ik hier op in. In hoofdstuk 9 bespreek ik mogelijke alternatieven voor de deelnemingsverrekening. Hierbij wordt eerst aandacht gegeven aan de mogelijkheid van de introductie van een CFC-stelsel. Een groot aantal landen kent een dergelijk stelsel en de OECD heeft invoering van een CFCstelsel aanbevolen, omdat een dergelijk stelsel een effectief middel zou zijn in de strijd tegen kapitaalvlucht. Dit rechtvaardigt de vraag of ook Nederland een dergelijk stelsel zou moeten invoeren. Daarnaast wordt in hoofdstuk 9 ingegaan op de vraag of de wetgever zou moeten terugkeren naar het tot 1 januari 2007 geldende regime (eventueel met aanpassingen). In hoofdstuk 10 tenslotte wordt de deelnemingsverrekening geëvalueerd en wordt aangegeven welke wijzigingen mogelijk zijn om de consistentie van de regeling te vergroten en te bereiken dat de regeling beter aan haar ratio voldoet. 1.4 Afbakening van dit onderzoek Dit onderzoek betreft de deelnemingsverrekening. Gezien de nauwe verwevenheid tussen de deelnemingsverrekening en andere regelingen in de Wet Vpb 1969 zullen in dit onderzoek echter ook onderwerpen aan de orde komen die een bredere relevantie hebben dan alleen de deelnemingsverrekening. Voorbeelden hiervan zijn de compartimenteringsjurisprudentie en het rangordevraagstuk tussen de vrijheid van kapitaalverkeer en de vrijheid van vestiging. Over dergelijke onderwerpen is vaak al zeer veel literatuur beschikbaar, zodat ik deze 4 Deze term is ontleend aan S.A.W.J. Strik, Wetsvoorstel Werken aan winst: gaat het werken?, WFR 2006/1049, paragraaf

18 onderwerpen voor zover nodig wel behandel, maar niet grondig uitwerk. Evenmin ga ik uitgebreid in op onderwerpen die zijdelings van belang zijn voor mijn onderwerp, maar al uitputtend in de fiscale literatuur zijn behandeld vanwege de relevantie voor andere regelingen. Een voorbeeld van een dergelijk onderwerp is (het ontbreken van) de rechtsgrond van de vennootschapsbelasting. De deelnemingsvrijstelling en de deelnemingsverrekening moeten worden bezien tegen de achtergrond van de specifieke Nederlandse context. Zoals aangegeven in paragraaf 1.1. heeft Nederland vanouds een aantrekkelijk fiscaal klimaat willen bieden voor bedrijven die vanuit of via Nederland investeren in het buitenland. Dit blijkt onder meer uit een omvangrijk verdragennetwerk, de afwezigheid van bronbelastingen op interest- en royaltybetalingen, de liquidatieverliesregeling, het rulingbeleid en heeft ook zijn weerslag gevonden in de reikwijdte en werking van de deelnemingsvrijstelling en -verrekening. De Nederlandse deelnemingsverrekening kan dan ook niet zonder meer vergeleken worden met regelingen in andere landen waar de genoemde achtergrond niet of veel minder sterk een rol speelt. Om deze reden blijft in dit onderzoek een brede rechtsvergelijking achterwege. Uiteraard kan er op onderdelen wel lering worden getrokken uit ervaringen in het buitenland. Daar waar dit zinvol is, zal in dit onderzoek dan ook worden verwezen naar buitenlandse regelingen. Zoals hiervoor is aangegeven, is de deelnemingsverrekening ontstaan per 1 januari 2007 en vervolgens per 1 januari 2010 ingrijpend gewijzigd. Een weergave van de regeling zoals deze gold in de periode kan in dit onderzoek niet achterwege blijven, onder meer omdat een inzicht in de destijds geldende regeling van belang is voor een beter begrip van de per 1 januari 2010 ingevoerde wijzigingen. In verband met de leesbaarheid van dit onderzoek en ter voorkoming van doublures heb ik er voor gekozen om geen integrale beschrijving te geven van de vanaf 1 januari 2007 tot en met 2009 geldende regeling. Beperkte verschillen met de huidige regeling heb ik aangegeven bij de beschrijving van de huidige regeling. Een aantal fundamentele verschillen tussen de huidige regeling en de voormalige regeling wordt besproken in afzonderlijke paragrafen in de hoofdstukken over de onderworpenheidstoets en de bezittingentoets. Dit onderzoek is afgesloten op 22 augustus

19 Hoofdstuk 2 Kaders en achtergronden 2.1 Inleiding De regeling inzake de deelnemingsverrekening is ontstaan vanuit en hangt nauw samen met de reeds langer bestaande regeling inzake de deelnemingsvrijstelling. Om eerstgenoemde regeling goed te kunnen plaatsen, is het van belang om een goed begrip te hebben van de essentie van de deelnemingsvrijstelling, de bedoeling van deze regeling en de aanleiding die in de regeling van de deelnemingsvrijstelling werd gevonden om de deelnemingsverrekening in te voeren. Daarnaast dient de deelnemingsverrekening te worden geplaatst in het kader van het Nederlandse internationale belastingrecht en het relevante Europese recht. In paragraaf 2.2 zal ik ingaan op de essentie van de deelnemingsvrijstelling, de bedoeling van de wetgever met deze vrijstelling en de wijze waarop deze bedoeling in de verschillende onderdelen van de regeling tot uitdrukking is gekomen. Bij de ontstaansgeschiedenis van de deelnemingsvrijstelling en haar historie zal niet uitgebreid worden stilgestaan; hiervoor wordt verwezen naar de bestaande literatuur. 5 Evenmin zal worden ingegaan op (het ontbreken van) de rechtsgronden voor de heffing van vennootschapsbelasting. 6 In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de aanleiding voor de invoering van de regeling inzake deelnemingsverrekening, de essentie van deze regeling, en de bedoeling van de wetgever met de regeling. In paragraaf 2.4 schets ik de hoofdlijnen van de deelnemingsverrekening. In paragraaf 2.5 ten slotte wordt ingegaan op de vraag of de deelnemingsverrekening Europeesrechtelijk toelaatbaar is. Dit hoofdstuk wordt afgesloten in paragraaf 2.6 met een samenvatting en conclusies. 2.2 Essentie en bedoeling deelnemingsvrijstelling Inleiding In deze paragraaf zal ik in hoofdlijnen de essentie en de bedoeling van de deelnemingsvrijstelling beschrijven. In paragraaf zal worden stilgestaan bij de leidende beginselen die ten grondslag liggen aan de deelnemingsvrijstelling. In paragraaf ga ik in op het door de wetgever ontworpen sluitende systeem en op de ficties die hierbij door de wetgever zijn gehanteerd. Een goed begrip van dit systeem is voor het juist kunnen plaatsen van zowel de deelnemingsvrijstelling als de deelnemingsverrekening onontbeerlijk. In de paragrafen tot en met zal van een aantal elementen van de deelnemingsvrijstelling worden besproken hoe deze zich verhouden tot de leidende beginselen van de deelnemingsvrijstelling en het door de wetgever geformuleerde sluitende systeem. Het betreft achtereenvolgens de liquidatieverliesregeling, de behandeling van met de deelneming samenhangende kosten, het non-voorraadvereiste en het niet-terbeleggingsvereiste. Het non-voorraadvereiste is vanaf 1 januari 2007 niet meer expliciet in de wettekst opgenomen. Naar de mening van de staatssecretaris is de strekking van het voormalige non-voorraadvereiste echter nog steeds van toepassing, hetgeen inhoudt dat de 5 Zie onder meer: J.H. Christiaanse, Deelnemingsvrijstelling in het besluit op de vennootschapsbelasting 1942 en het ontwerp van de Wet op de vennootschapsbelasting 1960, Kluwer, Deventer, 1962; J.A.G. van der Geld, De deelnemingsvrijstelling, Fiscale Monografieën, nr. 20. Kluwer, Deventer, 2011, paragraaf 2.2 en D. Juch, De deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. FED, Deventer, Hiervoor zij verwezen naar onder meer J. Verburg, Vennootschapsbelasting. Fiscale Hand- en Studieboeken nr. 4, tweede druk. Kluwer. Deventer, 2000, J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer, 2010, Hoofdstuk 2 en F.P.J. Snel, Van moeders en dochters. Systemen ter voorkoming van cumulatie van vennootschapstax in deelnemingssituaties. SDU, Amersfoort, 2005, paragraaf

20 deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is op een dienstverleningsvergoeding. Daarnaast biedt het voormalige non-voorraadvereiste inzicht in de reikwijdte en grondslag van de deelnemingsvrijstelling. Een bespreking van dit vereiste kan dus niet achterwege blijven in dit onderzoek. Gezien het vele geschrevene over genoemde onderwerpen heb ik niet de pretentie om hierover veel nieuwe inzichten te ontvouwen. Niettemin kan een bespreking van genoemde onderwerpen niet achterwege blijven in een onderzoek over de deelnemingsverrekening, aangezien deze elementen van de deelnemingsvrijstelling, en hun verhouding tot de leidende beginselen van de deelnemingsvrijstelling, later in dit onderzoek van belang zijn bij het evalueren van de deelnemingsverrekening Achterliggende beginselen In essentie bewerkstelligt de deelnemingsvrijstelling dat winsten die bij een dochtermaatschappij reeds aan belastingheffing onderworpen zijn geweest, bij de moedervennootschap niet nogmaals worden belast. Hierbij is niet van belang of de voordelen aan de moedermaatschappij ten goede komen in de vorm van koerswinsten dan wel dividenden. Vanuit de hierna te bespreken achterliggende beginselen zou een dergelijk onderscheid ook niet gerechtvaardigd zijn. 7 Zonder de deelnemingsvrijstelling zou concernvorming ernstig worden belemmerd, aangezien elke schakel in het concern additionele belastingheffing zou oproepen. Het is van belang om vast te stellen welke leidende beginselen ten grondslag liggen aan de deelnemingsvrijstelling, onder meer omdat de rechter bij de uitleg van de regeling veel gewicht toekent aan de bedoeling van de wetgever, soms zelfs zodanig dat voorbij wordt gegaan aan de letterlijke tekst van de wet. 8 Ook kunnen de leidende beginselen voor de wetgever zelf van belang zijn, namelijk om (voorgestelde) wijzigingen en ontwikkelingen in de deelnemingsvrijstelling te toetsen aan de oorspronkelijke bedoelingen. In de fiscale literatuur worden de volgende leidende beginselen van de deelnemingsvrijstelling onderscheiden: - het ne bis in idem-beginsel; - het verlengstukbeginsel; - het neutraliteitsbeginsel. De Latijnse frase ne bis in idem betekent niet twee keer hetzelfde. 9 In relatie tot de deelnemingsvrijstelling houdt de term in dat dezelfde winst niet twee keer aan een vennootschapsbelastingheffing moet worden onderworpen. 10 Met andere woorden: winsten die bij een dochtervennootschap reeds in aanmerking zijn genomen, dienen bij moedervennootschap niet nogmaals aan belastingheffing te worden onderworpen, indien deze winsten in de vorm van dividenden of koerswinsten door de moedermaatschappij worden genoten. 7 Onder het Besluit Vpb 1942 gold de deelnemingsvrijstelling overigens alleen voor dividenden en niet voor koerswinsten. In de praktijk leidde dit tot structuren waarbij de heffing over vervreemdingswinst werd ontgaan door voorafgaand aan een verkoop eerst een winstuitkering te doen. Zie hierover onder meer J.H. Christiaanse, Deelnemingsvrijstelling in het besluit op de vennootschapsbelasting 1942 en het ontwerp van de Wet op de vennootschapsbelasting 1960, Kluwer, Deventer, 1962, blz. 250 e.v. 8 Voor arresten waarin de Hoge Raad nadrukkelijk teruggrijpt op de bedoeling van de wetgever zie onder meer: Hoge Raad 22 november 2002, nr , BNB 2003/34 c* en Hoge Raad, 24 mei 2002, nr , BNB 2002/262 c*. 9 De frase ne bis in idem wordt ook gehanteerd in het strafrecht en houdt daar in dat voor hetzelfde feit niet twee keer strafvervolging kan worden ingesteld. 10 Het ne bis in idem-beginsel heeft geen betrekking op het voorkomen van een cumulatie van vennootschapsbelastingheffing met inkomstenbelastingheffing. Zie Hoge Raad 17 mei 1995, nr , BNB 1995/250*. 20

21 De verlengstukgedachte gaat ervan uit dat de dochtervennootschap feitelijk een verlengstuk vormt van de moedervennootschap. Hiervan uitgaand kan de winst van de dochtervennootschap worden aangemerkt als eigen winst van de moedervennootschap, zodat er geen aanleiding is om bij winstuitdeling door de dochter nogmaals te heffen bij de moedervennootschap. Kenmerkend aan de verlengstukgedachte is dat kwantitatieve dan wel kwalitatieve vereisten kunnen worden gesteld aan een aandelenbezit, alvorens een dochtervennootschap wordt aangemerkt als een verlengstuk van de moedervennootschap. Met name Juch is een pleitbezorger voor de verlengstukgedachte als het dragende beginsel van de deelnemingsvrijstelling. 11 De neutraliteitsgedachte in relatie tot de deelnemingsvrijstelling 12 gaat ervan dat een moedervennootschap bij het opstarten van nieuwe activiteiten in hoofdlijn kan kiezen uit twee alternatieven. Het eerste alternatief houdt in dat de activiteiten vanuit de moedervennootschap worden uitgeoefend, waarbij eventueel een filiaal of een buitenlandse vaste inrichting ontstaat. Daarnaast kan de moedervennootschap de activiteiten onderbrengen in een dochtervennootschap. Op basis van de neutraliteitsgedachte moet deze keuze van de moedervennootschap zo min mogelijk door fiscale overwegingen worden verstoord. De neutraliteitsgedachte in relatie tot de deelnemingsvrijstelling is met name verwoord door Verburg. 13 Naast de genoemde beginselen speelt in buitenlandse verhoudingen het soevereiniteitsbeginsel een rol. De deelnemingsvrijstelling fungeert in buitenlandse verhoudingen als een eenzijdige maatregel ter voorkoming van dubbele belasting. Op de grondslagen van de deelnemingsvrijstelling in buitenlandse verhoudingen zal ik in paragraaf nader ingaan. In de fiscale literatuur zijn de meningen verdeeld over de vraag welk beginsel als fundament van de deelnemingsvrijstelling moet worden aangewezen. Elk van de genoemde beginselen is door verschillende auteurs afgewezen. Hierbij is er op gewezen dat van elk beginsel kan worden betoogd dat het niet volledig tot uitdrukking komt in alle facetten van de fiscale relatie tussen de moedervennootschap en dochtervennootschap. Wat betreft het ne bis in idem-beginsel kan worden gewezen op het 5%-vereiste en het tot 1 januari 2007 expliciet in de wettekst opgenomen non-voorraadvereiste. Door deze vereisten kan c.q. kon onder omstandigheden winst die bij de dochtervennootschap reeds belast is geweest, nogmaals aan belastingheffing onderworpen zijn bij de moedermaatschappij. Deze dubbele heffing is in essentie strijdig met de ne bis in idem-gedachte. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat een vordering uit hoofde van een hybride lening ex artikel 13 lid 4 onderdeel b Wet Vpb 1969 in Nederland onder de deelnemingsvrijstelling wordt begrepen, hetgeen resulteert in onbelastbaarheid van de ontvangen rente, terwijl in het buitenland de rente op de betreffende schuld aftrekbaar is. Een dergelijke douple dip strookt evenmin met het ne bis in idembeginsel. Op grond van dit beginsel is een vrijstelling op niveau van de moedervennootschap immers slechts terecht als de betreffende winst op het niveau van de dochtervennootschap aan winstbelasting is onderworpen geweest. Wat betreft de verlengstukgedachte kan worden opgemerkt dat deze gedachte pas volledig tot zijn recht komt, indien een dochtervennootschap met de moedervennootschap is opgenomen 11 D. Juch, De deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. FED, Deventer, Meer in het algemeen merk ik op dat het neutraliteitsbeginsel bij de belastingheffing een belangrijk uitgangspunt vormt op grond waarvan de belastingheffing economische beslissingen zo min mogelijk moet beïnvloeden, tenzij bepaalde keuzes van belastingplichtigen door middel van fiscale prikkels wordt gestimuleerd of ontmoedigd. 13 Zie J. Verburg, Vennootschapsbelasting. Fiscale Hand- en Studieboeken nr. 4, tweede druk. Kluwer. Deventer, 2000, paragraaf

22 in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. 14 In deelnemingsverhoudingen daarentegen komt de verlengstukgedachte slechts beperkt tot uitdrukking. Zo kunnen verliezen van de dochtervennootschap niet direct bij de moedervennootschap in aanmerking worden genomen. Daarnaast kunnen onderlinge transacties tussen moedervennootschap en dochtervennootschap gevolgen hebben voor de heffing van vennootschapsbelasting. Voorts is de verlengstukgedachte ver te zoeken bij minderheidsdeelnemingen waarop de moedervennootschap slechts beperkte invloed heeft en met activiteiten waarvan niet goed denkbaar is dat de moedervennootschap deze zelf zou hebben uitgeoefend. Tot slot kan worden opgemerkt dat de hierboven omschreven double dip, waardoor een resultaat noch bij de dochtervennootschap noch bij de moedervennootschap wordt belast, niet strookt met de verlengstukgedachte. Op grond van soortgelijke argumenten kan eveneens de neutraliteitsgedachte als dragende grond van de deelnemingsvrijstelling worden afgewezen. Er bestaan immers diverse fiscale verschillen tussen het uitvoeren van activiteiten door de moedervennootschap dan wel door een dochtervennootschap, waaronder de hierboven genoemde verschillen met betrekking tot verliesverrekening en onderlinge transacties. De literatuur is dus niet eensluidend over de vraag welk beginsel als het fundament van de deelnemingsvrijstelling moet worden aangemerkt. Ook de parlementaire geschiedenis biedt hierin geen volledige helderheid. In met name oudere parlementaire stukken wordt in het kader van de strekking van de deelnemingsvrijstelling veelal niet verwezen naar een van bovengenoemde beginselen, maar wordt volstaan met een meer algemene omschrijving. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de parlementaire geschiedenis bij de totstandkoming van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, waar wordt gesteld dat de deelnemingsvrijstelling ten doel heeft in de deelnemingsverhouding te voorkomen dat eenzelfde bedrijfsresultaat tweemaal in de vennootschapsbelasting wordt betrokken. 15 Ook werd opgemerkt dat uitgangspunt voor de deelnemingsvrijstelling moet zijn dat winsten en verliezen slechts eenmaal in aanmerking worden genomen. 16 De vraag kan echter worden gesteld in hoeverre het zinvol en noodzakelijk is om één van genoemde beginselen aan te wijzen als hét fundament van de deelnemingsvrijstelling. Hiervoor is aangegeven dat als onderscheid tussen de ne bis in idem-gedachte en de verlengstukgedachte met name wordt aangewezen dat het binnen de verlengstukgedachte passend is dat aan vereisten moet worden voldaan alvorens kan worden geconcludeerd dat een dochtervennootschap een verlengstuk is van de moedervennootschap. Wanneer de ne bis in idem-gedachte echter slechts wordt toegepast op deelnemingsverhoudingen - zoals ook gebeurt in de hierboven geciteerde parlementaire stukken - komt het onderscheid tussen de op deze wijze toegepaste ne bis in idem-gedachte en de verlengstukgedachte te vervagen. 17 Anders gezegd, de ne bis in idem-gedachte, aangevuld met een aantal waarborgen om een al te ruim gebruik van de deelnemingsvrijstelling te voorkomen, vertoont in zijn uitwerking grote overeenkomsten met de verlengstukgedachte. Het is dan ook niet zonder reden dat Juch in zijn dissertatie het verlengstukbeginsel een species noemt van het ne bis in idem-beginsel. Dat niet altijd een scherp onderscheid wordt getrokken tussen het ne bis in idem-beginsel en de verlengstukgedachte blijkt ook uit parlementaire behandeling bij de herziening van de deelnemingsvrijstelling in 1990, waar de ne bis in idem-gedachte door de PvdA-leden een uitvloeisel wordt genoemd van de verlengstukgedachte en is gesteld dat de verlengstuk- 14 Voor kritiekpunten op de verlengstukgedachte als dragende grond achter de deelnemingsvrijstelling zij onder meer verwezen naar N.H. de Vries, Cursus Belastingrecht, Deel Vennootschapsbelasting, B.f. 15 Vergaderjaar , 6000, Nota, nr. 9, blz. 15. Soortgelijke omschrijvingen zijn ook gegeven bij de parlementaire geschiedenis inzake de herziening van de deelnemingsvrijstelling in Zie onder meer Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, blz Vergaderjaar , 6000, Memorie van Antwoord, nr. 9. blz Ook Van der Geld merkt op dat het ne bis in idem-beginsel en de verlengstukgedachte sterk aan elkaar verwant zijn. J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer, 2010, paragraaf

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Grondslagen van de interne markt De interne markt omvat een ruimte

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Deelnemings vrij stelling

Deelnemings vrij stelling Deelnemings vrij stelling prof.mr.dr. P.G.H. Aïbert Sdu Uitgevers Den Haag Inhoudsopgave Voorwoord / Inleiding / Opzet van het boek / 5 1 Wettekst, wetsgeschiedenis en ratio van art. 13 Wet Vpb 1969 /

Nadere informatie

De plaats van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting / 7

De plaats van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting / 7 Woord vooraf Woord vooraf Dit boek bevat een samenvoeging (en bewerking) van onze boeken over de deelnemingsvrijstelling (voorheen Fiscale Monografie nr. 20) en de deelnemingsverrekening (voorheen Fiscale

Nadere informatie

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop Spoedreparatie fiscale eenheid Michel Ruijschop Spoedreparatiemaatregelen Uitgangspunten en vragen Geen temporele beperking (!) Hoe ver gaat het wegdenken? Ook wegdenken als de fiscale eenheid nadelig

Nadere informatie

De onderworpenheidstoets binnen de deelnemingsvrijstelling

De onderworpenheidstoets binnen de deelnemingsvrijstelling De onderworpenheidstoets binnen de deelnemingsvrijstelling De onderworpenheidstoets belicht vanuit diverse Nederlands fiscaal-economische en fiscaal-juridische perspectieven Rotterdam, 31 mei 2012 De onderworpenheidstoets

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst Inhoud Lijst van bewerkers 15 Afkortingen 17 1 Inleiding belastingrecht 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Soorten heffingen 21 1.3 Doel van belastingheffing 23 1.4 De plaats van het belastingrecht in het recht 24

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

een verbetering? Bachelor thesis

een verbetering? Bachelor thesis Bachelor thesis Het huidige regime van de nietkwalificerende beleggingsdeelneming een verbetering? QuickTime and a decompressor are needed to see this picture. Naam: Wai Ling Chow Studierichting: Fiscaal

Nadere informatie

Wetsvoorstel compartimenteringsreserve

Wetsvoorstel compartimenteringsreserve Wetsvoorstel compartimenteringsreserve Frederik van der Does 5602939 mei 2015 Rozengracht 8c 1016 NB Amsterdam 06 10687430 fjavanderdoes@gmail.com dhr. mr. drs. A. (Angelo) Spadaro dhr. prof. dr. mr. E.J.W.

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011

Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011 Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? 08 February 2011 Buitenlandse activiteiten Factoren en vragen, o.a.: 100% dochter, joint

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 709 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en van enige andere belastingwetten in verband met de fiscale begeleiding van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! VPB 2010 Het consultatiedocument Maurice de Clercq & Gunther Hoffmann 25 november 2009 Programma Inleiding Groepsrentebox Renteaftrekbeperkingen Laagbelaste beleggingsdeelneming Inleiding

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingrecht in Hoofdlijnen Belastingrecht in Hoofdlijnen Prof. dr. CA. de Kam (eindredactie) Mr. P.M. van Schie Prof. dr. I.J.J. Burgers Mr. drs. F.J.P.M. Haas Mr.J. Lamens Dr. mr. A.M. van Amsterdam RA Mr. C.M. Ettema Mr. dr. D.V.E.M.

Nadere informatie

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding...3 Hoofdstuk 2 De deelnemingsvrijstelling van artikel 13 Wet VPB 1969...4 2.1 Wat is een deelneming?...4 2.2 Wanneer wordt de deelnemingsvrijstelling toegepast?...5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen

Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen Prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen KLUWER Tjj? Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / Xfll HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1 1.1

Nadere informatie

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017

NEDERBELGENMAIL DECEMBER 2017 In deze Nederbelgenmail brengen wij u op de hoogte van wat het ondernemen in Nederland voor Belgische inwoners aantrekkelijk maakt, kapitaalvermindering en DBI aftrek. De inhoud van deze mail is louter

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 689 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 teneinde beleggingsinstellingen de mogelijkheid te bieden om vastgoed te ontwikkelen

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Recent heeft de advocaat-generaal bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg (HvJ)

Nadere informatie

onderworpenheidstoets waarbij de activiteiten van de dochtervennootschap voor minder dan 10% belast zouden moeten worden, berekend op grond van

onderworpenheidstoets waarbij de activiteiten van de dochtervennootschap voor minder dan 10% belast zouden moeten worden, berekend op grond van Mr.M.V.Lambooij Dames en heren! Gegeven de beperkte tijd van twintig minuten zal ik mij ook beperkingen moeten opleggen. Ik wil met name aandacht besteden aan de gewijzigde voorwaarden voor de deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Op 4 juni 2018 is het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid ( het wetsvoorstel ) bij de Tweede Kamer ingediend (zie onze eerdere

Nadere informatie

De deelnemingsvrijstelling in 2010 de oogmerktoets onder de loep

De deelnemingsvrijstelling in 2010 de oogmerktoets onder de loep De deelnemingsvrijstelling in 2010 de oogmerktoets onder de loep In deze scriptie wordt ingegaan op de wijzigingen per 1 januari 2010 in de deelnemingsvrijstelling. Vlierden, 19 april 2010 1 De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Rente-aftrekbeperking door art. 13l VPB

Rente-aftrekbeperking door art. 13l VPB Rente-aftrekbeperking door art. 13l VPB De gevolgen voor de praktijk Heico Reinoud & Wibren Veldhuizen Inleiding Doel en strekking Casusposities Administratieve lasten 2 Doel en strekking 3 Doel en strekking

Nadere informatie

Algemene inhoudsopgave

Algemene inhoudsopgave Algemene inhoudsopgave pag. Voorwoord...5 Algemene inhoudsopgave...7 Alfabetische inhoudsopgave...12 Lijst van afkortingen...17 1 Inkomstenbelasting...1 Wet inkomstenbelasting 2001...5 Overgangsrecht Wet

Nadere informatie

2. Compartimentering bij sfeerovergang voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling

2. Compartimentering bij sfeerovergang voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) Nota naar aanleiding van het verslag 1. Inleiding

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Wetsvoorstel compartimenteringsreserve. : Fiscale Economie. : Nick Alberts. Administratienummer : Datum : april 2014

BACHELOR THESIS. Wetsvoorstel compartimenteringsreserve. : Fiscale Economie. : Nick Alberts. Administratienummer : Datum : april 2014 BACHELOR THESIS Fiscale Economie Wetsvoorstel compartimenteringsreserve Naam: : Nick Alberts Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 911562 Datum : april 2014 Examencommissie : Mr. G.C.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

Bachelor Thesis. : Fiscale Economie. De wenselijkheid van de Wet compartimenteringsreserve. : Roxanne Kuijpers

Bachelor Thesis. : Fiscale Economie. De wenselijkheid van de Wet compartimenteringsreserve. : Roxanne Kuijpers Bachelor Thesis Fiscale Economie De wenselijkheid van de Wet compartimenteringsreserve Naam : Roxanne Kuijpers Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 524518 Datum : april 2014 Examencommissie

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17208 1 april 2019 Omzetbelasting. Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen; bijzonder overheidstoezicht Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING uitwerkingen Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

Inhoud Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoud Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoud 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 14 Kennisvragen hoofdstuk 1 15 2 De bronnen van

Nadere informatie

Het uitblijven van de rentebox

Het uitblijven van de rentebox de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Het uitblijven van de rentebox Vinod Kalloe Europese Commissie 1 Gedragscode inzake belastingregelingen voor ondernemingen Politiek akkoord (EU Resolutie 1 december

Nadere informatie

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969.

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Naam: L. Horsmeijer Studie: Master Fiscaal Recht, accent directe belastingen

Nadere informatie

Algemene inhoudsopgave

Algemene inhoudsopgave pag. Voorwoord...5 Algemene inhoudsopgave...7 Alfabetische inhoudsopgave...12 Lijst van afkortingen...17 1 Inkomstenbelasting...1 Wet inkomstenbelasting 2001...5 Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001.....

Nadere informatie

Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb

Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb Heico Reinoud, Baker & McKenzie Mounia Benabdallah, Baker & McKenzie Peter Schonewille, Europese Commissie Programma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 3 40 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 00) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder zijn

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van 01.03.2018 van het Grondwettelijk Hof inzake het verzoek tot nietigverklaring van de Fairness Tax Samenvatting

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de heer S. Weeber Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

Bachelorthesis Fiscale Economie

Bachelorthesis Fiscale Economie Bachelorthesis Fiscale Economie Het arrest X Holding BV Naam : Malou van Dijnsen Adres : Kromwaarde 3A 4714 GW Sprundel Telefoonnummer : 0165-386605 Studierichting : Fiscale Economie Datum : 09 mei 2011

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

Ahead of Tax 2012. Amsterdam, 29 maart. Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling.

Ahead of Tax 2012. Amsterdam, 29 maart. Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling. Ahead of Tax 2012 Amsterdam, 29 maart Ahead of Tax 2012 Voorkoming van dubbele belasting inzake vaste inrichtingen en de nieuwe objectvrijstelling Jurjen Bevers Ahead of Tax 2012 1 Evenredige belastingvrijstelling

Nadere informatie

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit:

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit: De nieuwe Europese Anti-Belastingontwijking richtlijn Op 17 juni 2016 werd de nieuwe Europese richtlijn, die belastingontwijking door multinationals moet helpen bestrijden, gestemd door de Europese ministers

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 OOGMERKTOETS

HOOFDSTUK 1 OOGMERKTOETS HOOFDSTUK 1 OOGMERKTOETS A Wetteksten A.1. V-N 2009/46.5. Voorstel van wet Kamerstukken II 2009/10, 32129, nr. 2 Artikel IV De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: (...) B.

Nadere informatie

Staten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

Staten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd. Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2007 2008 A 31 275 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Jersey inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties

Nadere informatie

De standaardvoorwaarden voor de juridische fusie: van standaard naar maatwerk?

De standaardvoorwaarden voor de juridische fusie: van standaard naar maatwerk? De standaardvoorwaarden voor de juridische fusie: van standaard naar maatwerk? mr. R.R. van der Heide 1 1. Inleiding Een internationaal concern is geen statische groep vennootschappen, maar vormt een dynamisch

Nadere informatie

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs JJJ JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 7 oktober 2008

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

1 Introductie H. Vermeulen. 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal

1 Introductie H. Vermeulen. 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal VOORWOORD 1 Introductie H. Vermeulen 2 De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen A. Rozendal 3 Internationale bepalingen in de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de loonbelasting

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's Gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's Gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Overgangsrecht Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Overgangsrecht Invoeringswet IB 2001 Artikel IV. Overgangsrecht vennootschapsbelasting Sanctiebepaling participatiemaatschappijen Herwaardering onroerende zaken buitenlands belastingplichtigen A. Sanctiebepaling

Nadere informatie

Algemene inhoudsopgave

Algemene inhoudsopgave Algemene inhoudsopgave pag. Voorwoord...5 Algemene inhoudsopgave...7 Alfabetische inhoudsopgave...12 Lijst van afkortingen...17 1 Inkomstenbelasting...1 Wet inkomstenbelasting 2001...5 Overgangsrecht Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen 1. Inleiding In dit memorandum gaan wij in op een aantal fiscale aspecten die een rol kunnen spelen bij het opzetten van een (particulier)

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie