Hoofdlijnennotitie Reïntegratie 2013 Noord-Beveland

Transcriptie

1 Hoofdlijnennotitie Reïntegratie 2013 Noord-Beveland

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding/ontwikkelingen Centrale ambitie en hoofdtaken Poortwachterfunctie en handhaving Activering Inkomensverstrekking Begroting werkdeel Samenvatting... 8 Bijlagen 1. Situatie arbeidsmarkt Nieuwe wetgeving/regeerakkoord/overige ontwikkelingen.9 3. Terugblik op 2012 en hoofdlijnen beleid Aantal onderdelen apart belicht Visie op de toekomst sociale zaken in schema..16 2

3 1. Inleiding/ontwikkelingen Het jaar 2013 kan worden gezien als een overgangsjaar richting de nieuwe Participatiewet die in het regeerakkoord is aangekondigd. Deze Participatiewet zal per 2014 worden ingevoerd. Belangrijk onderdeel van deze Participatiewet is de ontschotting van budgetten; het gaat dan om de middelen voor reïntegratie, sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong. Deze ontschotting gaat gepaard met een nog verdere bezuiniging op de reïntegratiemiddelen; de korting op die middelen loopt op tot 22% in Vanaf 2014 zal de instroom in de sociale werkvoorziening in de huidige vorm worden gestopt; daarvoor in de plaats komen instroommogelijkheden in beschut werken op het niveau van het wettelijk minimumloon (in plaats van het volgen van de CAO voor de sociale werkvoorziening). Het volume in de sociale werkvoorziening zal op lange termijn drastisch afnemen (tot circa een derde van de huidige populatie). Aangezien de elementen van schaarse middelen en meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid van de klant ook in 2013 terugkomen, zal het in 2012 ingezette beleid dat hierop inspeelt in 2013 versterkt worden doorgezet. Vooral op het gebied van samenwerking gebeurt er veel gezien de intergemeentelijke samenwerking op de Bevelanden en de vorming van het regionaal gemeentelijk werkbedrijf. Tenslotte wordt er in 2013 een gewijzigde Wet inburgering ingevoerd die betekent dat de gemeentelijke taken op het gebied van inburgering komen te vervallen. Verwachting is dat dit grote impact zal hebben op de nieuwe groep inburgeraars vanaf In de bijlagen bij deze notitie wordt nader ingegaan op nieuwe wetgeving, relevante ontwikkelingen en het regeerakkoord. Daarnaast wordt een korte terugblik op 2012 gegeven en worden de hoofdlijnen van het beleid van 2013 vermeld. Tenslotte worden enkele belangrijke onderdelen apart belicht. Wat betreft A&I heeft het regeerakkoord vooral impact vanaf Met elementen als selectieve inzet van middelen, meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid en meer inzet op handhaving anticiperen we nadrukkelijk op wat er vanaf 2014 staat te gebeuren. Een belangrijk en groot financieel risico dat de gemeenten lopen, zit in het inkomensdeel. De systematiek van het pas in het lopende kalenderjaar definitief vaststellen van de budgetten inkomensdeel blijft in 2013 gehandhaafd. Goed nieuws is dat de hoogte van het macro-budget inkomensdeel vanaf 2012 wel beter aansluit bij de daadwerkelijke (macro)uitgaven aan uitkeringen (zie verder bijlage 4, onderdeel inkomensdeel). 2. Centrale ambitie en hoofdtaken Centrale ambitie De centrale ambitie voor 2013 is gelijk aan de ambitie van 2012 namelijk minimaal stabilisering van het uitkeringsbestand. Om dit te kunnen realiseren is een goede poortwachterfunctie nodig en moeten we daarnaast blijven investeren in reïntegratie van degenen die instromen in de uitkering. Uit de resultaten tot op heden in 2012 (zie bijlage 3) blijkt dat dit ook effect heeft. De hierboven aangegeven centrale ambitie van stabilisering van het uitkeringsbestand wordt als volgt concreet vertaald in een doelstelling voor Stabiliseren uitkeringsbestand Aantal uitkeringen per : 81 * (95 personen) Instroom uitkeringen in 2013: 50 (59 personen) Uitstroom uitkeringen in 2013: 50 (59 personen) Aantal uitkeringen per : 81 (95 personen) * Doelstelling 2012 was 75 uitkeringen per

4 Cijfermatige doelstelling is om het uitkeringsbestand te stabiliseren op het niveau van 1 januari De prognose is dat dit een omvang van 81 (95 personen) zal hebben. Ook voor 2013 geldt dat de economische omstandigheden en bijvoorbeeld ook de demografie grote invloed hebben op de instroom in de bijstand en dat de gemeente daar maar (zeer) beperkt invloed op heeft. Per kwartaal wordt er gerapporteerd over de voortgang en kunnen er, indien nodig, prognoses worden bijgesteld. Hoofdtaken Het realiseren van de centrale ambitie is met name afhankelijk van de volgende hoofdtaken A&I: - poortwachter/handhaving; - activering; - inkomensverstrekking. Hieronder zal worden aangegeven wat de hoofdtaak inhoudt, welke nieuwe acties er in 2013 worden ondernomen en wat de (sub)doelstelling per hoofdtaak is. 3. Poortwachterfunctie en handhaving In 2013 zal ook de poortwachterfunctie weer van groot belang zijn om (onterechte) instroom in de uitkering te voorkomen en snelle uitstroom te bewerkstelligen. De kracht van onze poortwachterfunctie is gelegen in een combinatie van zeer alert zijn op voorliggende voorzieningen, strenge handhaving aan de poort en het direct inzetten van activering via het nijverheidscentrum. De strenge handhaving wordt ook ondersteund door het regeerakkoord en door recente wetgeving die (zeer) zware sancties zet op het frauderen met een uitkering. Van de klanten die een uitkering aanvragen, wordt gevraagd om iets terug te doen voor de uitkering via participatietrajecten. Ook dat is in lijn met het regeerakkoord. Eerst wordt gekeken of een traject naar betaald werk aan de orde is. Als dat niet kan, dan wordt gekeken naar mogelijkheden voor maatschappelijke participatie dan wel vrijwilligerswerk; voorzieningen die dit mogelijk maken, zullen in veel gevallen niet uit het werkdeel worden bekostigd (maar bijvoorbeeld vanuit de WMO). Alleen als iemand op enig moment echt niets kan doen, wordt die persoon (tijdelijk) ontheven van de arbeidsverplichtingen. Nieuwe acties Naast het doorzetten van het beleid vanuit 2012 is een aantal nieuwe acties in gang gezet die verder in 2013 hun beslag zullen krijgen, namelijk: - elementen van de zoekperiode voor jongeren ook toepassen op de doelgroep 27+: uit de ervaringspraktijk met de zoekperiode voor jongeren in 2012 blijkt dat die een positief effect heeft op het nemen van de eigen verantwoordelijkheid door jongeren en het voorkomen van instroom in de uitkering; dat is mede te danken aan onze aanpak waarin we streng doch rechtvaardig optreden en daarbij de kwetsbare jongeren niet laten zwemmen ; - pilot intensivering huisbezoeken bij aanvragen uitkering: in de huidige werkwijze worden al huisbezoeken gedaan in het geval van vermoedens van fraude; er wordt een pilot gestart om het aantal huisbezoeken te intensiveren met als doel om mogelijke fraude etc. eerder aan te pakken en daarmee het onterecht verstrekken van uitkeringen te voorkomen; de veronderstelling is dat 100% huisbezoeken bij aanvraag mogelijk effectiever zal zijn dan de huidige systematiek met signaalsturing (risicogestuurd); met de huidige werkwijze op basis van risicoprofielen krijgt ongeveer 25% van de aanvragers van een uitkering een huisbezoek; de pilot houdt in dat de helft van de aanvragers op de gebruikelijke wijze wordt benaderd (op basis van de risicoprofielen) en dat de andere helft (at random gekozen) van de aanvragers voor 100% een huisbezoek krijgt; uit evaluatie zal blijken of het intensiveren van de huisbezoeken ook daadwerkelijk betere resultaten oplevert; de pilot zal in januari 2013 worden gestart en duurt 3 maanden; daarna zal een evaluatie aan het college van B&W worden aangeboden 4

5 - intensiveren van de handhaving van de arbeidsverplichtingen: vanuit nieuwe wetgeving en het regeerakkoord is duidelijk dat de gemeenten worden geacht streng te handhaven; in concrete zin zal er sneller actie worden ondernomen na het niet voldoen aan verplichtingen (lik op stuk); belangrijk zijn daarbij de verzuimcontrole en de sollicitatiecontrole op het nijverheidscentrum; uiteraard is het belangrijk dat personen die een uitkering komen aanvragen vooraf duidelijk worden gewezen op de rechten en plichten. Beoogd resultaat Een preventiequote van 30%, dat wil zeggen dat minimaal 30% van de meldingen voor een uitkering niet leidt tot instroom in de bijstand. Dit wordt als volgt concreet vertaald in aantallen voor Aantal meldingen voor een uitkering: 71 Aantal aanvragen uitkering: 60 Aantal toekenningen uitkering: Activering Nog meer dan voorheen zullen (potentiële) bijstandsgerechtigden worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid om actie te ondernemen om hun eigen situatie zelf te verbeteren. Daar waar dat nodig is en effectief kan zijn, zullen wij hen daarin ondersteunen. Dat is de essentie van activering van de toekomst. De inzet van de klantmanagers activering en voorzieningen zoals het nijverheidscentrum en het werkgeversservicepunt blijven daarin cruciaal voor onze gemeente. Nieuwe acties Naast het doorzetten van het beleid vanuit 2012 is een aantal nieuwe acties in gang gezet die verder in 2013 hun beslag zullen krijgen, namelijk: - samenwerking uitzendbureaus aan de kop van het proces: in 2012 zijn er al samenwerkingsafspraken gemaakt met Tempo Team; de gemeente is in gesprek met Randstad om ook met die organisatie afspraken te maken; bedoeling is om die groep van de (potentiële) instromers in de bijstand die directe arbeidsmarktkansen hebben zo snel mogelijk regulier te plaatsen; het rechtstreeks betrekken van uitzendbureau aan de kop van het proces kan daarin extra kansen opleveren vooral voor de zogenaamde zelfzoekers; uiteraard is en blijft het van belang om ook het onderdeel jobhunting een duidelijke rol te geven aan de kop van het proces met name in de voorziening nijverheidscentrum; - verder uitwerken social return on investment en samenwerking economische zaken: in het inkoopbeleid van de gemeente is al rekening gehouden met social return on investment en werkgelegenheid van gemeentelijke doelgroepen; uitdaging is om alle kansen die zich voordoen op dit gebied te benutten, maar dat wel op een verantwoorde manier te doen; medewerking van opdrachtnemers/ondernemers is immers keihard nodig en gemeentelijke eisen/regels op dit gebied moeten kunnen rekenen op enig draagvlak bij degenen die ze moeten uitvoeren (ondernemers); Zeeuwse samenwerking op het gebied van social return is aangewezen om een en ander uitvoerbaar te houden; samenwerking met economische zaken is belangrijk omdat deze afdeling de contacten heeft met ondernemers die zich in de gemeente willen vestigen of uitbreidingsplannen hebben; vroegtijdig instappen wat betreft de werkgelegenheid van gemeentelijke doelgroepen kan wederom extra kansen bieden voor deze groep; er is een projectplan social return in ontwikkeling dat verder uitwerking zal geven aan bovenstaande; 5

6 - project uitstroom inburgeraars: uit de ervaringspraktijk tot op heden met inburgeraars blijkt dat deze groep maar zelden aan betaald werk komt en dat geldt ook voor de groep die het inburgeringsexamen heeft behaald; extra, specifieke inzet op deze doelgroep is gerechtvaardigd aangezien een aanzienlijke deel van deze groep wel reële arbeidsmarktkansen heeft en zonder interventie van de gemeente nog vele jaren afhankelijk is van een uitkering; dat is uiteraard ongewenst; de feitelijke inhoud van de uitstroomtrajecten is maatwerk en moet leiden tot betaald werk en/of instroom in een opleiding; ook voor deze groep geldt dat de investeringen in trajecten vanuit het werkdeel in principe alleen worden gedaan ten aanzien van de groep die binnen een jaar aan het werk kan komen; het gaat voor de gemeente Noord-Beveland om een totale doelgroep van circa 10 inburgeraars en ex-inburgeraars met een uitkering; doel van het project is de uitstroom te vergroten en ook met deze groep het beoogde resultaat van 50% uitstroom (zie hieronder) te behalen; een aantal interventies die onderdeel uitmaken van het projectplan zijn het inzetten van jobcoaches en taalcoaches op de werkvloer, het aanpassen van het diagnostisch instrument en de succestraining in het nijverheidscentrum voor deze doelgroep, het inzetten op niveauverhoging van Nederlands via trajecten volwasseneneducatie en instroom in MBOniveau-1 (Scool) en extra aandacht in de werkgeversbenadering voor deze groep; - pilots met reïntegratie van moeilijke doelgroepen (SAP/Mozaik en Het werkt): de inzet op de groep die binnen een jaar werk kan vinden, zou de indruk kunnen wekken dat er niets gebeurt met de doelgroep met meervoudige en complexe problemen; eerder is al opgemerkt dat deze groep gebruik kan maken van voorzieningen die vanuit andere middelen dan het werkdeel worden bekostigd (denk aan de ruilwinkel en het steunpunt vrijwilligerswerk); in beperkte mate worden er echter ook voor deze groep reïntegratietrajecten ingezet; concrete voorbeelden hiervan zijn trajecten via SAP/Mozaik en trajecten bij het bureau Het Werkt; met specifieke interventies via deze trajecten zijn er namelijk ook voor deze moeilijke doelgroep met meervoudige en complexe problemen kansen om binnen afzienbare tijd (in principe binnen 1 jaar) aan een betaalde baan te komen; de trajecten van SAP/Mozaik worden vooral ingezet voor de groep met een achtergrond van psychische en psychiatrische problemen; de trajecten van Het Werkt worden ingezet op een moeilijk bemiddelbare groep, met name degenen met een verslavings- en of detentieverleden; - pilot intensivering samenwerking A&I/RMC: de gemeente werkt met een specifieke aanpak voor jongeren (tot 27 jaar); dat wordt ingegeven door de specifieke wetgeving op het gebied van jongeren in de Wet werk en bijstand (zoekperiode) en vanuit de RMC-wetgeving (behalen van een startkwalificatie); aangezien de klantmanagers activering te maken hebben met hoge caseloads (meer dan 100 klanten per fte) en gezien de expertise van het RMC op het gebied van kwetsbare jongeren zal de samenwerking tussen activering en RMC verder worden geïntensiveerd; deze intensivering houdt in dat het RMC voor de doelgroep jongeren zonder startkwalificatie tot 23 jaar met een uitkering (doelgroep RMC) de volledige regie over het activeringstraject voor zijn rekening zal nemen (inclusief trajectplan en eventuele maatregelen); bedoeling hiervan is dat dit het team activering tijdwinst oplevert, waardoor er meer tijd is voor activering en uitstroom van de overige WWB-klanten en dat het klantvriendelijker is, doordat de jongeren nog maar te maken hebben met één (vaste) contactpersoon. Beoogd resultaat De hoofddoelstelling van activering is het behalen van een rendement van minimaal 50%. Hiermee wordt bedoeld dat minimaal 50% van de trajecten gericht op betaald werk leiden tot duurzame uitplaatsing naar betaald werk (minimaal ½ jaar). 5. Inkomensverstrekking Bij alle aanvragen voor een uitkering worden de voorliggende voorzieningen beoordeeld en wordt beoordeeld of betrokkene recht heeft op een uitkering. Vervolgens wordt gezorgd voor een snelle en efficiënte afhandeling van de aanvragen levensonderhoud. 6

7 Beoogd resultaat De uitkeringen worden na de (eventuele wachttijd) voor 95% van de gevallen afgehandeld binnen een termijn van 4 weken na aanvraag en met een foutenpercentage dat ligt binnen de door de accountant gehanteerde normen. 6. Begroting werkdeel 2013 Begroting 2013 werkdeel/financiële vertaling basispakket aan reïntegratie De reïntegratievoorzieningen die nodig zijn om de reïntegratietaak naar behoren te kunnen uitvoeren (basispakket reïntegratie), worden als volgt vertaald in een begroting werkdeel 2013 Begroting werkdeel 2013 Noord-Beveland (alle bedragen in euro) Lasten 2013 begroting 2012 Loonkosten Wiwdienstbetrekkingen (3) realisatie Budget Werkdeel Baten 2013 begroting realisatie Budget inburgering uitgaven B-flex uitgaven WSP uitgaven detacheringen en loonkostensubsidies uitgaven overige trajecten uitgaven inburgering Totaal *** Totaal Saldo werkdeel Toelichting: - De uitgaven aan Wiw-banen betreft 3 banen; deze banen lopen allemaal af wegens natuurlijk verloop, 1 in 2013 en 2 in De uitgaven aan jobhunting worden ingezet in het gemeentelijk werkgeversservicepunt (WSP) Oosterschelderegio. - Het rijksbudget werkdeel is al officieel toegekend; stellige verwachting is dat dit niet naar beneden zal worden bijgesteld (hooguit een kleine verhoging van het budget i.v.m. indexering). - De totale uitgaven aan inburgeringstrajecten (afwikkeling trajecten 2012) zijn gelijk aan het budget over 2013, namelijk ,-. Het gaat om afwikkeling wat betreft betaling van ongeveer 4 a 5 trajecten. - Belangrijk is dat er gaandeweg 2013 kan worden geschoven met de posten in geval dat blijkt dat een andere verdeling van de middelen over de voorzieningen een effectievere inzet geeft; er zal op worden gestuurd dat het totaal aan uitgaven werkdeel niet zal worden overschreden. 7

8 7. Samenvatting De notitie kan als volgt worden samengevat: - vanuit de nieuwe wetgeving en het regeerakkoord blijkt nog meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid en strenger handhaven van de verplichtingen; daarnaast wordt van de doelgroep van bijstand verwacht dat ze participeren; - er zijn (nog) kleinere reïntegratiebudgetten en er blijft een groot risico op het inkomensdeel WWB; - het antwoord van de gemeente is het verder versterken van de inzet op de poortwachterfunctie en inzet van activering waar dat effectief is; - bij de poortwachterfunctie gaat het onder andere om: risicoprofielen benutten; (onaangekondigde) huisbezoeken; strenger aan de poort, o.a. via sollicitatiecontrole; elementen wachttijd jongeren ook gebruiken voor 27 jaar en ouder; direct aan de slag; - bij activering gaat het onder andere om: eigen initiatief stimuleren en ondersteunen; selectieve inzet van middelen (binnen 1 jaar aan het werk); samenwerking met uitzendbureaus; consequent handhaven van de arbeidsplicht; slim samenwerken; - al deze inzet moet resulteren in 30% preventie en 50% uitstroom van de gestarte trajecten in maximaal 1 jaar; - ambitie is dat dit allemaal minimaal leidt tot stabilisering van het uitkeringsbestand in

9 Bijlage 1: Situatie arbeidsmarkt In de regionale arbeidsmarktschets voor Zeeland van UWV Werkbedrijf van september 2012 wordt een voorzichtige stijging van de werkgelegenheid voorspeld in Pas in 2014 wordt er echt herstel verwacht. Inmiddels is duidelijk dat de meest recente voorspellingen zelfs een lichte daling van de werkgelegenheid in 2013 aangeven. In 2012 is er nog een daling van het aantal banen en vacatures te verwachten en een stijging van het aantal werkzoekenden. In de maand september 2012 bedroeg het aantal geregistreerde vacatures in Zeeland Precies een jaar daarvoor (september 2011) was dat nog (daling van 9%). De meeste vacatures in Zeeland komen voor in de technische en industrieberoepen, verzorgende en dienstverlenende beroepen en economisch/administratieve beroepen. Zeeland wordt gekenmerkt als een gemiddelde arbeidsmarkt. De vergrijzing is op lange termijn een kans voor de werkzoekenden vanwege de verwachte vervangingsvraag. De jeugdwerkloosheid is in Zeeland relatief laag. In de sectoren gezondheidszorg en de kleine sector informatie en communicatie wordt groei verwacht en daar liggen dus concrete kansen. Verder zijn de horeca, detailhandel en industrie grote sectoren in Zeeland. In verhouding tot de rest van Nederland heeft Zeeland een lage werkloosheid; voor Zeeland geldt een percentage van 4,6% werkzoekenden op de totale beroepsbevolking in oktober Landelijk is dat 6,5%. In de vestiging Goes (Oosterschelderegio) is het beeld zelfs nog wat positiever, namelijk 4,1%. Recente ontslaggolven zoals die bij Termphos en Neckermann zullen uiteraard een negatieve invloed hebben op de mooie Zeeuwse cijfers. Landelijk probleem op de arbeidsmarkt is de zogenaamde kwalitatieve mismatch. Het opleidingsniveau en de competenties die voor vele vacatures worden gevraagd zijn niet aanwezig bij een belangrijk deel van de werkzoekenden. Met name de groep zonder startkwalificatie krijgt het steeds moeilijker om een baan te vinden, hoewel Zeeland op dat gebied nog relatief gunstige kansen biedt. Ander belangrijk probleem is dat een substantieel deel van de werkzoekenden (circa 40%) ouder is dan 50 jaar en daarmee een extra handicap heeft om aan het werk te komen. 9

10 Bijlage 2: Nieuwe wetgeving/regeerakkoord/overige ontwikkelingen Nieuwe Wet inburgering in 2013 In 2013 zal een gewijzigde Wet inburgering worden ingevoerd. Dat betekent de gemeentelijke taken komen te vervallen ten aanzien van de groep die vanaf 1 januari 2013 met inburgering start. Deze nieuwe groep moet zijn inburgeringstraject zelf regelen en kan daarvoor een lening afsluiten bij de dienst uitvoering onderwijs (DUO); het is een soort studiefinanciering. DUO is ook verantwoordelijk voor de handhaving van de inburgeringsplicht. De gemeenten blijven nog wel verantwoordelijk voor de afronding van alle vóór 1 januari 2013 gestarte inburgeringstrajecten inclusief de handhaving. Het afwikkelen van deze lopende trajecten kan nog wel enige jaren duren. Verwachting is dat de nieuwe wetgeving aanzienlijke uitvoeringsproblemen kan opleveren. De gemeente blijft namelijk verantwoordelijk voor de huisvesting van vergunninghouders en ook voor het verstrekken van een uitkering en de reïntegratie van deze groep. De gemeente heeft er dus alle belang bij dat de inburgeringstrajecten op een adequate manier worden opgepakt. In het regeerakkoord staat vermeld dat personen met een verblijfsvergunning asiel een inburgeringsaanbod krijgen. Onduidelijk is wie dat aanbod gaat verzorgen (gemeente of DUO) en of dit voor die groep kosteloos wordt aangeboden. Regeerakkoord Bruggen slaan Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven van de onderdelen van het regeerakkoord die van belang zijn voor activering en inkomen. Grote lijnen De grote lijnen van het regeerakkoord als het gaat om sociale zekerheid zien er als volgt uit: - wie kan werken, hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering; - werken moet lonen (verschil tussen uitkering en inkomsten uit werk); - iedereen met een uitkering moet zich inspannen om aan het werk te gaan of iets terug te doen voor zijn uitkering; - striktere handhaving, zwaardere sancties bij het niet voldoen aan de verplichtingen. Concrete plannen ten aanzien van sociale zekerheid Hieronder volgt een aantal concrete plannen vanuit het regeerakkoord over sociale zekerheid: - de huishoudinkomenstoets wordt vervangen door een huishouduitkeringstoets; daarmee wordt een stapeling van uitkeringen voorkomen; deze wordt ingevoerd per voor iedereen geldt de arbeids- en reïntegratieplicht of de plicht tot tegenprestatie naar vermogen; ontheffingen zijn uitsluitend individueel en tijdelijk en hebben alleen betrekking op de arbeidsplicht; permanente ontheffingen zijn alleen mogelijk bij volledige arbeidsongeschiktheid; - in de Wet werk en bijstand wordt geregeld dat gemeenten de uitkering 3 maanden moeten stoppen bij het niet voldoen aan de sollicitatieplicht; - de handhaving van de WWB-verplichtingen wordt strikter; duur en hoogte van sancties m.b.t. de arbeidsplicht worden centraal vastgesteld (landelijk uniform); ernstige misdragingen tegen ambtenaren leidt tot stopzetting van de uitkering; - de mogelijkheden voor individuele bijzondere bijstand worden verruimd; - de maximale duur van een nabestaandenuitkering wordt beperkt tot een jaar; - de duur van de WW wordt maximaal 24 maanden, 12 maanden gerelateerd aan het laatstverdiende loon en 12 maanden gerelateerd aan het wettelijk minimumloon; per 2014 wordt de definitie van passende arbeid binnen de WW aangescherpt; al na 6 maanden WW (in plaats van 12 maanden) is alle werk passend; - de arbeidskorting neemt toe tot 500 euro per werkende per jaar in Ten aanzien van al deze plannen moet nog wetgeving volgen. Integratie en inburgering In het regeerakkoord is het volgende geregeld over integratie en inburgering: - de eisen voor inburgering, zowel in het buitenland als in Nederland, worden aangescherpt; - de voorbereiding op het inburgeringsexamen is een eigen verantwoordelijkheid; mensen met een asielstatus krijgen een aanbod; voor anderen is een sociaal leenstelstel beschikbaar; 10

11 - het onvoldoende inzetten voor inburgering heeft gevolgen voor de verblijfsvergunning; dat geldt niet voor personen met een verblijfsvergunning asiel; - wie de Nederlandse taal niet beheerst, krijgt geen uitkering; - het dragen van gezichtsbedekkende kleding (boerka s) heeft gevolgen voor de bijstandsuitkering; - het Kabinet gaat zich inspannen om in EU-verband te regelen dat EU-onderdanen pas na zeven jaar (in Nederland) bijstand kunnen krijgen. Ook ten aanzien van de plannen over integratie en inburgering moet nog wetgeving volgen. Participatiewet Het wetsvoorstel Werken naar Vermogen wordt vervangen door een nieuwe Participatiewet; deze nieuwe wet zal op 1 januari 2014 ingaan. Deze wet is een samenvoeging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong (jonggehandicapten). Een aantal belangrijke onderdelen van deze Participatiewet zijn de volgende: - er komt een quotumregeling voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten door grotere werkgevers (meer dan 25 werknemers). Deze quotumregeling wordt vanaf 2015 in zes jaar stapsgewijs ingevoerd tot uiteindelijk een quotum van 5%; als niet aan het quotum wordt voldaan, dan volgt een boete ( 5.000,- per werkplaats); - de sociale werkvoorziening krijgt te maken met een efficiencykorting die wordt gespreid over zes jaar; - de instroom in de sociale werkvoorziening in de huidige vorm stopt per 1 januari 2014; gemeenten mogen zelf beschut werk organiseren; er is budget voor uiteindelijk arbeidsplekken beschut werken gebaseerd op 100% van het wettelijk minimumloon; dat is slechts ongeveer een derde van de huidige populatie in de sociale werkvoorziening; - per 1 januari 2014 wordt de Wajong alleen toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten; de resterende groep valt onder de Participatiewet; de rechten van de huidige groep Wsw-ers en Wajongeren blijven gehandhaafd - werken onder het minimumloon is altijd tijdelijk en het totaal van loon en aanvullende uitkering moet toegroeien naar het wettelijk minimumloon; - op de middelen van reïntegratie van zowel UWV als de gemeenten wordt nog verder bezuinigd; - de gemeentelijke reïntegratiemiddelen worden samengevoegd in één gebundeld reïntegratiebudget; bedoeling is om deze middelen (nog) gerichter en efficiënter in te zetten, met speciale aandacht voor de groep met een arbeidshandicap; vanaf 1 januari 2014 nemen deze middelen over een periode van 6 jaar geleidelijk af (bezuiniging). Overige relevante onderdelen van het regeerakkoord Onderdeel van het regeerakkoord zijn diverse kortingen op het gemeentefonds. De combinatie van de bezuinigingen op het gemeentefonds en de gemeentelijke (werk)budgetten in relatie tot de toename van taken, verantwoordelijkheden en risico s die bij de gemeente liggen, zal ertoe leiden dat de druk op de gemeentefinanciën en op het gemeentepersoneel de komende jaren zal toenemen. 11

12 Mogelijke financiële gevolgen bezuinigingen op reïntegratiemiddelen De in het regeerakkoord aangekondigde bezuinigingen op de reïntegratiemiddelen kunnen als volgt worden vertaald naar de gemeente Noord-Beveland. N.B.: Dit is slechts een prognose gebaseerd op landelijke cijfers; daadwerkelijke budgetten kunnen afwijken van de hieronder gegeven prognose Struct Participatiebudget landelijk in mln mutatie landelijk in mln Participatiebudget Noord-Beveland mutatie budget Noord-Beveland Overige ontwikkelingen Hierboven is uitleg gegeven over de inhoud van het regeerakkoord. Duidelijk is dat de gemeenten ook in 2013 te maken hebben met lagere budgetten. Tegen het landelijke beeld in geldt voor Noord-Beveland dat het budget voor reïntegratie in 2013 hoger is dan in 2012 (van ,- in 2012 naar ,- in 2013). De ontwikkeling in de wetgeving van het meer aanspreken van de klant op zijn eigen verantwoordelijkheid zal ook in 2013 verder worden doorgezet. We gaan daarbij uit van de eigen kracht van de klant en dat is een uitgangspunt dat al geruime tijd wordt gehanteerd. Er is echter een groep die zijn verantwoordelijkheid niet kan nemen en de vraag is wat de overheid voor die groep als rol ziet weggelegd. Dat thema komt ook nadrukkelijk op andere terreinen zoals de WMO en bij de decentralisaties jeugdzorg en AWBZ aan de orde. De in 2012 ingezette ontwikkeling van de terugtreding van het UWV zet zich ook in 2013 door. Er is nauwelijks nog begeleiding vanuit het UWV voor de WW-populatie. Het is aan de gemeenten om alert te zijn op de groep die het maximum van zijn WW-periode bereikt en om deze groep daar waar dat zinvol is preventief op te pakken om daarmee een uitkering te voorkomen; het nijverheidscentrum is daarbij één van de mogelijkheden die kan worden ingezet. Door de verkorting van de WW-periode zal de instroom in de bijstand in de toekomst waarschijnlijk toenemen. Het aantal vestigingen van UWV wordt landelijk teruggebracht van 100 naar 30; dat betekent concreet dat er nog één vestiging is in Zeeland en die zal in Goes komen. Het UWV biedt nog wel volop de diensten van werkgeversbenadering en begeleiding van arbeidsgehandicapten aan. Er is een samenwerking tussen UWV en gemeenten in het werkgeversservicepunt en die kan ook in 2013 worden voortgezet. In het regeerakkoord is een forse stelselherziening van de sociale werkvoorziening (Wsw) voorzien per Deze gaat gepaard met een bezuiniging op de Wsw-middelen die uiteindelijk oploopt tot 650 miljoen euro structureel (landelijk); overigens is de bezuiniging op de Wsw in 2014 nog slechts 20 miljoen euro oplopend tot 90 miljoen euro in 2017 (op een totaalbudget van ruim 2,3 miljard). In 2013 is de rijksbijdrage Wsw redelijk stabiel ten opzichte van Desondanks is de rijksbijdrage ook in 2013 niet toereikend om de totale kosten van de sociale werkvoorziening te dekken. Dit tekort leidt in 2013 niet tot hogere gemeentelijke bijdragen aangezien de Betho dit kan opvangen vanuit het eigen vermogen. Regionaal werkbedrijf (RWB) In januari 2012 heeft het college van B&W ingestemd met een bestuursopdracht om te komen tot een schetsontwerp voor een regionaal gemeentelijk werkbedrijf (RWB) voor de gemeenten in de Bevelanden en Tholen. Inmiddels heeft het college van B&W een besluit genomen over het schetsontwerp van het RWB. Dit besluit houdt in grote lijnen in dat het college akkoord is met het vormen van een RWB per juli 2013 waarin de volgende taken worden uitgevoerd: - werken met loonwaarde; - work first, dat wil zeggen het onderdeel reïntegratie van het nijverheidscentrum; - eenduidige werkgeversbenadering; 12

13 - beschut werken en werk voor de huidige Wsw; - clustering van werk in het kader van maatschappelijke participatie. Het grote voordeel van samenwerking in een RWB is de schaalgrootte waardoor een flink deel van de inspanningen die deze activiteiten qua ontwikkeling en uitvoering voor onze organisatie met zich mee brengen, kunnen worden gebundeld. Door de grotere schaalgrootte kan meer worden geïnvesteerd in kwaliteit en effectiviteit en kan bijvoorbeeld vanwege een hogere uitstroom als gevolg van een hogere effectiviteit een zekere kostenbesparing reëel worden geacht. Een koppeling van het werkgeversservicepunt (WSP) met de detacheringafdeling van de huidige Betho (Bethode) binnen dit RWB lijkt eveneens voordelen te kunnen bieden door uitwisseling van deskundigheid en infrastructuur. Dit wordt binnen het project RWB momenteel onderzocht. Belangrijke randvoorwaarde is dat een intensieve samenwerking met de klantmanagers activering van de gemeenten en ook met het UWV wordt gegarandeerd. Huisvesting van het WSP binnen het stadskantoor dicht bij de toekomstige afdeling sociale zaken (Bevelanden) en UWV lijkt ons vanwege korte lijnen daartoe essentieel. Samenwerking GR de Bevelanden In de afgelopen jaren is de samenwerking tussen de gemeenten op het gebied van sociale zaken gegroeid. In de Oosterschelderegio is er een bestaande samenwerking binnen het WSP. Daarnaast is er afstemming tussen de gemeenten op het gebied van beleid en systemen (onder andere het uitkeringssysteem: GWS4 All). Op andere gebieden zijn er nog (grote) verschillen ten aanzien van bijvoorbeeld de invulling van de poortwachterfunctie, methodiekontwikkeling, schaalgrootte en specialisaties en het combineren van taken zoals WWB en WMO. De wil is er om de werkprocessen op elkaar te gaan afstemmen en elkaar te ondersteunen in de kwetsbaarheden. Dit is een ontwikkelingsproces dat wij uitvoeren op basis van het vlekkenplan voor de Bevelandse Samenwerking. De eerste stappen die ambtelijk zijn gezet, betreffen het uitwerken van de functies die binnen de regionale afdeling sociale zaken ondergebracht moeten worden om succesvol te kunnen opereren. Vervolgens moet worden bepaald op welke wijze deze functies moeten worden ingevuld. Tenslotte zal dan een veranderstrategie worden vastgesteld, een businessplan worden gemaakt en een implementatietraject worden gestart om volgens planning per 1 januari 2014 met de implementatie te kunnen starten. De gemeenten Noord-Beveland, Goes, Kapelle en Reimerswaal hebben zich verbonden aan de samenwerking de Bevelanden in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Wat betreft A&I gaat het over het samengaan in één afdeling werk, inkomen en zorg (inclusief de dienstverlening van onze afdeling zorg) te huisvesten in Goes. Inmiddels heeft de gemeente Borsele aangegeven dat zij bereid zijn om de optie open te houden om alsnog mee te gaan in deze samenwerking. Of de gemeente Borsele ook daadwerkelijk zal meegaan in de nog te vormen gezamenlijke afdeling werk, inkomen en zorg zal in 2013 blijken. 13

14 Bijlage 3: Terugblik op 2012 en hoofdlijnen beleid 2013 Korte terugblik op 2012 Voor 2013 gaan we voor een belangrijk deel uit van het beleid vanuit de hoofdlijnennotitie reïntegratie Het is inmiddels ook duidelijk dat met het reïntegratiebeleid 2012, ondanks de sterk verminderde middelen, er goede resultaten worden geboekt. Uit een evaluatie over de eerste 9 maanden van 2012 is gebleken dat er 53 meldingen voor een uitkering zijn geweest waarvan uiteindelijk in 25 % (13) van de gevallen geen uitkering is toegekend. Deze mensen hadden ofwel geen recht op een uitkering, wilden niet aan de verplichtingen voldoen die ze werden opgelegd (bijvoorbeeld onmiddellijke start op het Nijverheidscentrum) of konden binnen enkele weken weer aan werk komen via Nijverheidscentrum/WSP of op eigen kracht. Dat is een redelijk resultaat voor de poortwachterfunctie. Het ligt iets onder het in het beleid gestelde doel van 30%. Mogelijke verklaring daarvoor is dat de gemeente Noord-Beveland relatief weinig instroom van jongeren kent en dat juist voor deze groep, mede vanwege de wettelijke zoekperiode, de poortwachterfunctie extra effectief is. De meest recente cijfers geven aan dat het aantal meldingen voor een uitkering in oktober en november 2012 is toegenomen; dat maakt het extra lastig om de ambitieuze doelstelling van stabilisering van het uitkeringsbestand te halen. Er is in 2012 tot en met oktober een uitstroom vanuit de trajecten met WWB-ers van 39 gerealiseerd. Van de 39 uitstromers is bijna 49% (19) aan het werk gegaan, bijna 3% (1) is ingestroomd in scholing, bijna 13% (5) is ingestroomd in een werkervaringsplaats/stage en de resterende 35% (14) is om andere reden uitgestroomd (zoals verhuizing). Dat is een goed resultaat, met name vanwege de nog steeds lastige arbeidsmarktomstandigheden en voldoet aan de doelstelling van minimaal 50% plaatsing op betaald werk. Hoofdlijnen beleid 2013 Hoofdlijnen sociale zekerheid Vanuit nieuwe wetgeving en het regeerakkoord komen de volgende hoofdlijnen voor de sociale zekerheid naar voren: eigen verantwoordelijkheid van het individu (arbeids- en reïntegratieplicht); strengere voorwaarden voor uitkeringsgerechtigden om in aanmerking te (blijven) komen voor een bijstandsuitkering (aanscherping poortwachterfunctie); primaat van werk boven inkomen; strenge handhaving op reïntegratieplicht, fraude en participatie (tegenprestatie); invoering van huishouduitkeringstoets (werken moet lonen); iedereen draagt naar vermogen bij aan het arbeidsproces. Uitdagingen voor A&I De gegeven ontwikkelingen leiden tot de volgende uitdagingen voor de toekomst van A&I: Met minder geld meer en anders presteren met name selectieve inzet van (reïntegratie)middelen en effectiviteit van de inzet verder vergroten De poortwachterfunctie maximaal benutten strengere selectie aan de poort; stimuleren van zelfstandigheid en beperken van instroom Strengere Handhaving ten aanzien van uitkeringsfraude en reïntegratieverplichtingen onder andere via inzet van huisbezoeken en bestandsvergelijking uitkeringsfraude bestrijden en het intensief handhaven van de arbeidsplicht Nieuwe verbindingen zoeken met het private bedrijfsleven effectieve werkgeversbenadering in combinatie met inzet op social return on investment (maatschappelijk verantwoord ondernemen) 14

15 Samenwerken met partners (private en overheden), daar waar dat een meerwaarde heeft voor kandidaten in de sociale zekerheid strategisch partnerschap met UWV en werkgevers, partners in zorgnetwerken en samenwerking tussen gemeenten. Integraliteit van beleid en uitvoering vormgeven afstemming tussen de beleidsterreinen die vallen onder de Decentralisaties (3D); AWBZ/WMO, Jeugdzorg en Participatiewet Reeds ingezette maatregelen Meer met minder heeft ertoe geleid dat in het beleid keuzes zijn gemaakt die kostenbeperkend werken; het gaat met name om de volgende maatregelen: a. kortere reïntegratietrajecten (maximaal 1 jaar) en delen van kosten met werkgevers (door loonkostensubsidie en proefplaatsingen); b. beperking van de doelgroep waar geld in wordt geïnvesteerd tot de mensen waar dat geld bij kan renderen (o.a. leeftijdscriterium); c. dure trajecten als detacheringen sterk beperken; d. de subsidie voor WIW- en ID banen beëindigen; e. strengere toelatingscriteria en handhaving; f. kostenbesparingen op uitvoering uitkeringen en administratieve processen; g. samenwerking op het gebied van beleid. Er is niet alleen gekeken naar beperking van de kosten, maar er is ook geïnvesteerd: - werkgeversbenadering, samenwerking UWV en een goed lopende adviesraad van werkgevers; - nijverheidscentrum als belangrijk element in de poortfunctie (naast streng op voorliggende voorzieningen en handhaving aan de poort); - meer samenwerking (regionaal gemeentelijk werkbedrijf en samenwerking de Bevelanden); - effectief en efficiënt werken via methodisch werken. 15

16 Bijlage 4: Aantal onderdelen apart belicht Hierboven zijn de twee belangrijkste doelstellingen van het reïntegratiebeleid uitgewerkt, namelijk het voorkomen van een uitkering (preventie) en het aan het werk helpen van personen die een gemeentelijke uitkering ontvangen. De hieronder genoemde voorzieningen, te weten nijverheidscentrum en werkgeversservicepunt, dragen in belangrijke mate bij aan het behalen van deze doelstellingen. Dat geldt ook voor andere reïntegratievoorzieningen die we inzetten. Er is vaak een combinatie van voorzieningen nodig om het resultaat van uitstroom te kunnen behalen. Nijverheidscentrum Ook in 2013 is het nijverheidscentrum één van de cruciale voorzieningen in het reïntegratiebeleid. Het is juist de combinatie van de poortwachterfunctie en het direct iets moeten doen die de kracht van het nijverheidscentrum vormen. Aangetoond is dat de kansen op werk dalen naarmate de werkloosheid langer duurt en met het nijverheidscentrum is er een voorziening in handen die het mogelijk maakt om snel te handelen. Ander element van het nijverheidscentrum is dat er direct een soort tegenprestatie wordt verwacht; in combinatie met de poortwachterfunctie (voorliggende voorzieningen) heeft dat zeker een preventieve werking wat betreft de instroom in de uitkering. De werkwijze in het nijverheidscentrum sluit ook prima aan bij de plannen in het regeerakkoord. Van iedere deelnemer wordt verwacht dat ze zich inspannen voor betaald werk of participeren c.q. iets terug doen voor de uitkering. Voor degenen die dat echt niet kunnen, is een (tijdelijke) ontheffing mogelijk. Ook handhaving heeft een prominente rol in het nijverheidscentrum. Er was al een verzuimcontrole op het nijverheidscentrum gerealiseerd. Dat wil zeggen dat alle verzuim wordt geregistreerd en bij de klantmanager activering bekend is. De snelheid waarmee vervolgens een maatregel wordt beoordeeld (lik op stuk) is nog voor verbetering vatbaar. Dat gaan we in 2013 oppakken. In het nijverheidscentrum wordt ondersteuning bij sollicitaties geboden. Daarnaast zal ook een intensieve sollicitatiecontrole plaatsvinden om in een zo vroeg mogelijk stadium vinger aan de pols te houden wat betreft het voldoen aan de arbeidsplicht. Daarbij gaan we er van uit dat de klant in belangrijke mate zelf (ook) actie onderneemt om aan een betaalde baan te komen. In het nijverheidscentrum wordt aan de klanten een breed pakket aangeboden. Er is een diagnoseinstrument, er is een training (empowerment), er wordt gewerkt met behoud van uitkering en er is jobhunting voor degenen met directe arbeidsmarktkansen. Door dit brede pakket is iedereen in beeld en wordt binnen de periode in het nijverheidscentrum (in principe maximaal 6 weken) duidelijk wat het eventuele vervolgtraject moet zijn (plan van aanpak). Belangrijk voor de effectiviteit van de trajecten is om het onderdeel jobhunting en directe plaatsing via bijvoorbeeld uitzendbureau goed te koppelen aan het traject in het nijverheidscentrum met als doel om zo veel mogelijk van de (potentiële) instromers in de WWB al in de eerste 6 weken te plaatsen. In 2013 zal het regionaal gemeentelijk werkbedrijf (RWB) verder vorm krijgen en zal naar verwachting ook de werkgeversbenadering onderdeel uit gaan maken van het RWB. Het is dan ook van groot belang om de aansluiting tussen poortwachter/nijverheidscentrum van de gemeente en de uitvoering van reïntegratie vanuit het RWB goed te regelen. Doelstelling van het nijverheidcentrum is dat minimaal 30% binnen 6 weken is geplaatst op betaald werk of om andere reden uitstroomt uit de uitkering. We gaan uit van maximaal 20% uitval (geen uitstroomkansen). De resterende 50% stroomt door naar een vervolgtraject. Werkgeversservicepunt (WSP) In 2012 is een gemeentelijke werkgeversservicepunt (WSP) neergezet dat werkt voor de gemeenten in de Oosterschelderegio. Vanaf 2012 werkt het UWV wat betreft de werkgeversbenadering op Zeeuwse schaal. Met dit Zeeuwse WSP van het UWV zijn goede samenwerkingsafspraken gemaakt; er wordt gewerkt met één aanspreekpunt voor de werkgevers (één telefoonnummer, één logo). We gaan ervan uit dat het gemeentelijke WSP ook in 2013 wordt voortgezet. De colleges van B&W van de deelnemende gemeenten nemen daarover in december 2012 een definitief besluit. 16

17 De inzet van de gemeente Noord-Beveland in het WSP voor 2013 blijft staan op ,- (conform het niveau van 2012). De totale formatie van het gemeentelijke WSP is bijna 4 fte voor de hele Oosterschelderegio (78 uur per week voor de Bevelanden). De target plaatsingen van WWB-ers in 2013 voor de gemeente Noord-Beveland is bepaald op 10. Inkomensdeel Voor 2013 is een voorlopig budget inkomensdeel aan de gemeente Noord-Beveland toegekend van ,-. In 2012 ging het nog om ,-, derhalve een stijging met 3,5%. Daarnaast worden er inkomsten uit terugvordering en verhaal begroot van ,-. Dat betekent dat er in totaal ,- beschikbaar is aan baten. De uitgaven aan gemeentelijke uitkeringen (excl. Bbz) worden begroot op circa ,-. Er is derhalve een begroot tekort op het inkomensdeel in 2013 van circa ,-. Uitgangspunt is dat het macro-budget inkomensdeel toereikend zou moeten zijn voor de landelijke uitgaven aan uitkeringen. Pas in juni/juli 2013 wordt een nadere prognose bekend gemaakt van het definitieve budget inkomensdeel 2013 en pas dan kunnen we een reële inschatting maken of de gemeente Noord-Beveland ook daadwerkelijk tekort komt of overhoudt op het inkomensdeel. Het financiële risico voor de gemeenten in het inkomensdeel is ingeperkt tot maximaal 10% van het toegekende budget. Voor de gemeente Noord-Beveland gaat het op dit moment om ruim ,- aan eigen risico. Overigens zijn de voorwaarden om voor een aanvullende uitkering van het ministerie (tekort groter dan 10%) per 2013 aangescherpt. Als de gemeente gebruik maakt van die regeling, moet de gemeente aantonen dat er voldoende alert is opgetreden met betrekking tot poortwachter, naleving inlichtingenplicht, een actief invorderingsbeleid en een actief fraudebeleid. Vanaf 2012 sluit het budget inkomensdeel beter aan bij de feitelijke uitgaven aan uitkeringen. Bij deze constatering moet een aantal kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste wordt door het Rijk vooral gekeken naar het landelijke beeld. Als de gemeente onverhoopt negatief afwijkt van het landelijk gemiddelde, bijvoorbeeld doordat het verdeelmodel ongunstig uitpakt of doordat relatief veel bedrijven failliet gaan, dan kan de betreffende gemeente alsnog worden geconfronteerd met een (aanzienlijk) tekort op het inkomensdeel (terwijl de landelijke uitgaven wel in de pas lopen met het landelijke budget). Ten tweede neemt het Kabinet een aantal maatregelen die gepaard gaan met hoge verwachtingen ten aanzien van de besparingen op de uitkeringsuitgaven (landelijk). Het gaat dan om de huishouduitkeringstoets en om het aanscherpen van de voorwaarden om voor bijstand in aanmerking te komen. Als die verwachte effecten zich niet voordoen, dan is de bezuiniging toch al ingeboekt en is maar zeer de vraag of de gemeenten gecompenseerd gaan worden voor de tekorten die dan ontstaan. De VNG vraagt in zijn reactie op het regeerakkoord om het monitoren van de effecten en vindt dat de gemeenten gecompenseerd moeten worden als de verwachte effecten niet optreden. Of het Rijk daar rekening mee houdt, is twijfelachtig. Verder vraagt de VNG inzicht in de effecten van het inkorten van de WW en de Anw (nabestaandenwet) op de instroom in de bijstand en op de bijstandsuitgaven in de toekomst. Bijlage 5: Visie op de toekomst sociale zaken in schema De functies van een afdeling sociale zaken zijn te onderscheiden naar inkomensverstrekking, activering en handhaving. In nauwe samenhang worden deze taken de afgelopen jaren ook in de gemeente vormgegeven. Daarnaast is er een afdeling zorg die vooral is gebouwd rond de WMOvoorzieningen, maar waar ook taken zoals schuldhulpverlening en minimabeleid worden uitgevoerd. In veel gemeenten vormen beide afdelingen samen, de afdeling sociale zaken. Wat betreft activering en inkomen kunnen de volgende kerntaken worden onderscheiden: Poortwachterfunctie Activering Inkomen Werkbedrijf 17

18 Deze kerntaken kunnen als volgt schematisch worden weergegeven. Eigen verantwoordelijkheid > Eigen verantwoordelijkheid > Eigen verantwoordelijkheid Poort en inkomen Activering en Inkomen Werkbedrijf Intake KMI: eigen verantwoordelijkheid = streng aan de poort (selectie) KMA regie op reïntegratie KMI regie op inkomen na 1 dag Intake KMA = boodschap Work First! volgende dag NHC: diagnose en training, solliciteren (6 weken) Rapportage Lokale Werkgevers Benadering i.s.m. met economische zaken en WSP Werkgeversservicepunt (WSP) Jobhunting en matching Werkervaring (WEP) zoals vervolgtrajecten NHC (na 6 weken, B- Flex, Participatietrajecten* zoals vervolgtrajecten SMWO, WMO, 3 decentralisaties Zorgtrajecten Mozaik, Beschut Werken Inkomen/handhaving > Inkomen/handhaving > Inkomen/handhaving KMA = Klantmanager Activering KMI = Klantmanager Inkomen 18