Juni Prognoses en bandbreedtes -Overige afwijkingen

Transcriptie

1

2

3 Begrotingsmonitor Juni Prognoses en bandbreedtes -Overige afwijkingen Inhoud 1. INLEIDING INGESCHATTE AFWIJKINGEN 2014 (MET BANDBREEDTES) RESUMÉ

4 1. Inleiding In de vorige bestuursperiode waren de tussenrapportages nog sterk beïnvloed door de effecten van de economische crisis (vandaar dat de naam crisismonitor werd gebruikt). In de praktijk werden deze tussenrapportages ook gebruikt voor het presenteren van diverse niet- crisisgerelateerde overige afwijkingen. De naam begrotingsmonitor doet wat dat betreft meer recht aan de inhoud en de tussenrapportages zullen dan ook deze naam dragen. De onderwerpen in deze begrotingsmonitor sluiten grotendeels aan bij de voorgaande monitoren en betreffen respectievelijk: - Uitkeringen - Interne projecturen en doorbelasting kosten bedrijfsvoering - Sociale lasten en CAO ontwikkelingen - Rente - Legesinkomsten - Algemene uitkering - Belastingsontvangsten In feite is de begrotingsmonitor een toevoeging op de paragraaf weerstandsvermogen, die tweemaal per jaar gepresenteerd wordt in de programmabegroting (van het komende begrotingsjaar) en het jaarverslag (van het afgelopen begrotingsjaar). De begrotingsmonitor geeft een tussenstand van het lopende begrotingsjaar en kent daarom een hogere actualiteit dan de risico-inschatting in de paragraaf weerstandsvermogen. Om de fluctuaties ten opzichte van de begroting te kunnen monitoren wordt in tegenstelling tot de statische beschrijving van risico s in de paragraaf weerstandsvermogen (kans maal gevolg) in deze begrotingsmonitor gewerkt met financiële bandbreedtes. Een ander verschil is dat binnen de begrotingsmonitor de aandacht vooral uitgaat naar die zaken die in 2014 tot een afwijking kunnen leiden. Externe ontwikkelingen raken tal van taken van de gemeente. Hierbij is het van belang onderscheid te maken tussen: 1. Begrotingsonderdelen waarvan we de resultaten direct zelf kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld de uitgaven aan het sportbeleid en het beheer en onderhoud) en; 2. Begrotingsonderdelen waarvan het heel moeilijk, of niet mogelijk is, resultaten direct zelf te beïnvloeden (zoals bijvoorbeeld inkomsten uit bouwleges, open einde regelingen en de algemene uitkering). De eerste categorie vereist reguliere begrotingsdiscipline, de tweede vormen een risico. Deze begrotingsmonitor gaat met name in op de taken die een risico vormen in het begrotingsjaar 2014, omdat de resultaten hiervan niet of slecht beïnvloed kunnen worden. De ontwikkelingen binnen uitgelichte begrotingsonderdelen worden binnen paragraaf 2.1 vertaald naar financiële bandbreedtes, waarbij een antwoord wordt gegeven op de volgende vragen: A. De begrotingsstand 2014 (wat is er in de begroting 2014 opgenomen?) B. Wat zijn de financiële bandbreedtes waarbinnen het gemeentelijk aandachtsgebied zich bevindt? Meest gunstige afwijking; Verwachte afwijking (is de begroting 2014 nog actueel of al achterhaald?); Meest ongunstige afwijking. 2

5 2.1 Ingeschatte afwijkingen 2014 (met bandbreedtes) Uitkeringen Onderdeel Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Uitkeringslast Rijksbijdrage Budget materieel evenwicht Totaal Nadere toelichting: 1. Uitkeringslast In de vastgestelde programmabegroting zijn de ramingen voor de klantaantallen nog gebaseerd op de prognoses Centraal Plan Bureau (CPB) uit september 2013 ; een groei van 7% in 2014 ten opzichte van Voor Lelystad resulterend in een gemiddeld klantaantal van 2277 in De uiteindelijke realisatie van het gemiddeld klantaantal 2013 is positiever uitgevallen dan begroot (25 minder klanten gemiddeld). Dit zou - bij gelijkblijvende prognoses - een positieve doorwerking hebben in De laatste CPB-prognose uit maart gaat echter uit van een groei van de klantaantallen met 8% in 2014 (in plaats van de begrote 7%). Het mogelijke voordeel uit 2013 wordt hiermee teniet gedaan. Per saldo iser daarmee op dit moment geen afwijking ten opzichte van de begroting te verwachten. Als bandbreedte wordt uitgegaan van een bandbreedte van 50 klanten gemiddeld; resulterend in een voor- resp. nadeel ten opzichte van de begroting van Rijksbijdrage Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft - via het Gemeenteloket SZW - kenbaar gemaakt dat het macrobudget WWB BUIG naar verwachting met 8% neerwaarts wordt bijgesteld. Voor de gemeente Lelystad betekent dit een lagere rijksbijdrage van 2,9 mln. ten opzichte van de begroting. Als bandbreedte voor de rijksbijdrage wordt op dit moment ingeschat dat het meest ongunstige scenario nagenoeg gelijk is aan de op dit moment verwachte afwijking. Daar waar in september 2013 het macrobudget nog aan de hoge kant leek te zijn (en de gemeente voorzichtigheidshalve het hieronder beschreven budget 'materieel evenwicht' heeft ingesteld) lijkt de meest recente inschatting van het ministerie juist aan de lage kant te zijn (een verlaging van het macrobudget met 8%). 3. Budget materieel evenwicht De hierboven genoemde tegenvaller van 2,9 mln. kan deels worden opgevangen door een beroep te doen op de hiervoor ingestelde 'budget materieel evenwicht WWB uitkeringen' van 1,6 mln. Dit budget is ingesteld om fluctuaties binnen de uitkeringslast en de rijksbijdrage op te kunnen vangen. Per saldo resteert op dit moment een ingeschat nadeel van 1,3 mln. 3

6 2.1.2 Interne projecturen en doorbelasting kosten bedrijfsvoering Onderdeel Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Interne projecturen Bedrijfsvoeringskosten Totaal Nadere toelichting: Het marktherstel in de vraag naar grond blijft nog uit. Het MPG 2013 is gebaseerd op het scenario "behoedzaam". Als de werkelijke marktontwikkeling echter leidt tot een lagere feitelijke woningbouwproductie dan zal dit leiden tot een geringere afname van "interne producten" door het Grondbedrijf. Daarnaast is geconstateerd dat als gevolg van de beschikbare voorraad bouwrijpe grond er binnen de grondexploitatie de komende jaren onvoldoende dekking is voor de bij het behoedzame scenario (200 woningen en 5,5 ha. bedrijventerrein) behorende bedrijfsvoeringkosten en interne uren. Bij de programmabegroting 2014 is in dit verband een structureel risico benoemd van circa 1 miljoen. Bij de jaarrekening 2013 is vervolgens aangegeven dat voor 2014 en 2015 uitgegaan zal worden van 50 woningen resp. 1,5 ha bedrijventerrein. Als gevolg van het voorgaande ontstaat voor 2014 het volgende beeld: T.o.v. de begroting 2014 lager aantal interne uren t.l.v. het grondbedrijf : -/- 0,9 mln. Pro rato lagere dekking bedrijfvoeringkosten: -/- 0,5 mln. Toename van werkzaamheden t.b.v. Groot Onderhoud en opbrengst detachering van medewerkers: + 0,3 mln. Daarnaast is nog sprake van een afwijking van de beschikbare dekking t.o.v. het werkplan: -/- 0.3 mln. In het werkplan is enerzijds sprake van overstijgende werkzaamheden die de randvoorwaarden van ontwikkeling of de regie op de ontwikkeling betreffen. Deze worden niet door de normactiviteiten binnen een GREX gedekt. Anderzijds worden werkzaamheden verricht in gebieden waar de uitgevoerde activiteiten in de GREX niet in de betreffende jaarschijf worden / zijn voorzien. In totaal voor 2014 een verwacht nadeel van 1,4 mln. 4

7 2.1.3 Sociale lasten en CAO ontwikkelingen Onderdeel Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Sociale lasten CAO ontwikkelingen Totaal Nadere toelichting: 1. Sociale lasten De doorrekening van de verwerkte premiekosten tot en met april laat per saldo een licht ongunstige ontwikkeling zien (ABP premies, WAO-WIA, Zorgverzekeringswet, UFO). Anderzijds zorgt de inmiddels terugontvangen WAO/WIA premies, zoals reeds aangekondigd in het belastingplan 2014, voor een incidentele verlaging van de premies in 2014 (per saldo ,- incidenteel voordeel in 2014). 2. CAO-ontwikkelingen Na een nieuwe start van onderhandelingen zijn de onderhandelaars opnieuw uiteen gegaan zonder overeenstemming bereikt te hebben over een nieuwe CAO. De bonden hebben een nieuw ulitimatum gesteld en de VNG heeft daar in een brief van 17 maart afwijzend op gereageerd. De bonden bereiden nu acties voor. Het is niet te voorzien wanneer de onderhandelingen weer opgepakt gaan worden, noch wat daar het resultaat van zal zijn. Het is niet onwaarschijnlijk dat er toch een beperkte CAO loonstijging in 2014 overeen gekomen wordt. In de begroting 2014 is hier geen rekening mee gehouden ( ,- nadeel komt overeen met 1% loonstijging over 2014). Voor de begroting 2015 is reeds rekening gehouden met 1% loonstijging en in 2016 reeds met 2%. Daarnaast wordt de algemene uitkering uit het gemeentefonds jaarlijks gecorrigeerd voor loon-/ prijontwikkeling (hogere baten), wat in de begroting doorvertaald zal worden om een verdere stijging van de CAO en sociale lasten op te vangen. In hoeverre dit toereikend zal zijn hangt af van enerzijds de uitkomsten van de CAO onderhandelingen en anderzijds van de exacte compensatie binnen het gemeentefonds (mei-/ septembercirculaire). 5

8 2.1.4 Rente Bedragen x 1000, Onderdeel Begroting 2014 Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Geld aantrekken met een looptijd van langer dan één jaar Geld aantrekken met een looptijd van korter dan één jaar Totaal Nadere toelichting: 1. Geld aantrekken met een looptijd van langer dan één jaar Van de bestaande leningenporteuille van de gemeente Lelystad is in 2013 circa 52 mln. afgelost, waarvan 50,- mln is geherfinancierd. De lange rente was in 2013 historisch laag en ook begin 2014 lijkt dit niveau nog enige tijd gehandhaafd te blijven. Deze lage rente heeft een positief effect op nieuw af te sluiten leningen en zo ook op de herfinanciering van 50,- mln. in Deze leningen zijn tegen een lager dan geraamd percentage afgesloten, waardoor de inschatting is dat er een gering voordeel ontstaat in 2014 ( ,-). 2. Geld aantrekken met een looptijd van korter dan één jaar Binnen de grenzen van de wet Fido (kasgeldlimiet) maakt de gemeente gebruik van korte financiering (aanzienlijk lagere rentelasten vergeleken met lange financiering). De korte rente is, evenals de lange rente, historisch laag. Daar komt bij dat de ECB in november 2013 de zg. refi-rente (maatstaf voor de korte rente) nog verder verlaagd heeft van 0,50% naar 0,25%. Bij een aantrekkende economie / een hogere inflatie zal de korte rente weer oplopen richting historisch gemiddelde, maar voor 2014 wordt gezien de ontwikkelingen, vooralsnog een voordeel ingeschat van ,-. 6

9 2.1.5 Legesinkomsten Onderdeel Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Leges bouwvergunningen Leges reisdocumenten Leges rijbewijzen Leges burgerlijke stand Totaal Nadere toelichting: Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking 1. Leges bouwvergunningen De legesinkomsten zijn sterk afhankelijk van de grotere projecten en de laatste jaren zit dit percentage op 4 a 5 % van de aanvragen (terwijl dit percentage enkele jaren geleden nog 7 a 8 % bedroeg). In opeenvolgende p&c documenten zijn de inkomsten uit bouwleges telkens voor de eerstkomende jaarschijven naar beneden toe bijgesteld en wordt er in de meerjarenraming nog uitgegaan van herstel. Gedurende het jaar 2013 heeft de negatieve trend in de legesinkomsten nog verder doorgezet dan waar in de begroting rekening was gehouden. Ten opzichte van het jaar ervoor kwam erca 10 % minder bouwleges binnen en deze trend lijkt zich in 2014 onverminderd voort te zetten, resulterend in een verwacht nadeel van ,-. Met name de terugloop in grote bouwprojecten heeft een nadelig effect op de legesinkomsten. De bandbreedte waarbinnen deze verwachting zich bevindt is dan ook afhankelijk van het al dan niet realiseren van een aantal grotere projecten. Erwordt wel veel verbouwd, dus qua aantallen van te behandelen aanvragen iser geen teruggang meer, echter dit levert nauwelijks leges op. Dit iseen landelijke ontwikkeling en hierin is Lelystad niet uniek. 2. Leges reisdocumenten Er wordt geen afwijking verwacht. De begin 2014 goedgekeurde wetgeving rond het 10 jarige paspoort is op 9 maart ingevoerd. Dit heeft mogelijk een positieve invloed op het aantal uit tegeven paspoorten, waardoor een positieve afwijking van ,- mogelijk is. 3. Leges rijbewijzen De cyclus van een rijbewijs is 10 jaar, de begroting is gebaseerd op een gemiddelde van deze jaren.het RDW geeft voor het jaar 2014 aan dat de verwachte vervanging rijbewijzen 3756 stuks zal zijn. Dat isminder dan het gemiddelde. Op basis van dat gegeven en de trend realisatie is de verwachte afwijking ,-. Pas met ingang van 2016 wordt er verwacht dat er weer een positief resultaat behaald zal worden (ten opzichte van de begroting). 4.Leges burgerlijke stand Op basis van de realisatie 2013 is de verwachting dat er een afwijking van ,- in 2014 zal zijn. 7

10 2.1.6 Algemene uitkering Onderdeel Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Algemene uitkering Totaal Nadere toelichting: Gemeenten en provincies beschikken over verschillende inkomstenbronnen om de uitgaven voor hun taken te financieren. Eén van de belangrijkste inkomstenbronnen voor decentrale overheden is de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De jaarlijkse ontwikkeling van de omvang van het gemeentefonds wordt sinds 1995 bepaald door de normeringssystematiek, waarbij het fonds gekoppeld is aan de ontwikkeling van de uitgaven van het Rijk, de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (ngru). De jaarlijkse toe- en afname van het gemeentefonds die voortvloeit uit de koppeling aan de rijksuitgaven, wordt het accres genoemd. Door middel van een verscheidenheid van maatstaven tracht het Rijk deze verdeling van het gemeentefonds zo 'eerlijk' mogelijk te laten verlopen. Daarnaast ontvangt de gemeente Lelystad in 2014 ook verschillende decentralisatieuitkeringen en één integratieuitkering (Wmo). De gemeente Lelystad is in die zin een unieke gemeente, aangezien ze daarnaast een zogeheten aanvullende uitkering ontvangt vanuit het gemeentefonds, de zogeheten Interdepartementale Commissie Lelystadbijdrage (de ICLuitkering). De mei circulaire van 2013 ging nog uit van een enorm positief accres in 2014 (groei van het gemeentefonds van 972,- mln.), voornamelijk veroorzaakt door pieken in infrastructurele projecten op Rijksniveau. Er kwamen echter al snel berichten dat dit accres veel te rooskleurig voorgespiegeld werd en dat gemeenten er verstandig aan deden in de gemeentebegroting rekening te houden met een significant lager accres in 2014 (onder andere als gevolg van aanvullende Rijksbezuinigingen en het opschuiven in de tijd van investeringen). In de septembercirculaire 2013 werden de eerste effecten zichtbaar en werd het accres in 2014 al naar beneden toe bijgesteld naar ( 691,- mln.). Nog steeds bestond de kantekening dat dit acress waarschijnlijk te hoog zou zijn en binnen de gemeentebegroting is voor 2014 daarom rekening gehouden met een verdere daling van het accres. Deze winstwaarschuwing blijkt terecht geweest te zijn: het accres 2014, zoals gepubliceerd in de mei circulaire 2014, is becijferd op 481,- mln. In de gemeentebegroting is rekening gehouden met een nog iets lager accress, wat (samen met diverse licht positieve technische aanpassingen uit de mei circulaire 2014) resulteert in een voordeel ten opzichte van de begroting (schatting is zo'n 0,5 mln.) 8

11 2.1.7 Belastinginkomsten Onderdeel Begroting 2014 Bedragen x 1000,- Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014 Begroting 2014 (= nullijn) Meest ongunstige afwijking Verwachte afwijking Meest gunstige afwijking Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag Aantallen Bedrag 1. Onroerende-zaakbelasting Kwijtschelding Precario Totaal Nadere toelichting: 1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) In de kadernota is voor 2014 een areaal vergroting van ,- opgenomen. Het gaat hierbij om de ver- en nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. Met betrekking tot het areaal is de meest ongunstige afwijking dat er in het geheel geen ver- en nieuwbouw plaatsvindt en het financiele risico dus op ,- uitkomt. Daarnaast kan de economische recessie ook gevolgen hebben voor het aantal bedrijfspanden dat leeg staat. Over leegstaande bedrijfspanden kan de gemeente geen gebruikers OZB heffen en dit leegstandsrisico wordt in het negatiefste geval ingeschat op ,-. Daarmee komt het maximale bedrag aan inkomstenderving uit op ,- in het meest ongunstigste geval. Daarnaast lopen er nog een aantal juridische procedures en onderzoeken waardoor de geraamde opbrengst hoger uit kan vallen. 2. Kwijtschelding Vanaf 2009 tot en met 2013 ishet totaal bedrag dat kwijtgescholden isopgelopen van ,- naar ,-. Voor 2014 isde verwachting dat de economische situatie stabiliseert. Het kwijtschedingsbedrag 2014 zal naar verwachting nagenoeg gelijk zijn aan het rekening resultaat 2013 en valt nagenoeg binnen de begroting In het slechste scenario komt er ,- aan kwijt te schelden belastinginkomsten bij. Het is niet te verwachten dat er zich een positiever sceanario ontwikkelt. 3. Precario Precario wordt geheven over kabels en leidingen in de grond. Op dit moment is bekend welke kabels onttrokken zijn en welke uitbreiding van de ondergrondse bekabeling heeft plaatsgevonden. De totale opbrengst voor 2014 zal naar verwachting uitkomen op ,-. Er is een bedrag van ,- begroot. De verwachte negatieve afwijking komt uit op circa ,-. Afwijking wordt veroorzaakt door een onterechte opgave van het aantal strekkende meters ondergrondse leidingen. Daarnaast is er nog sprake zijn van een juridisch risico van ,-. 9

12 2.1.8 Overige afwijkingen + begroot rekeningresultaat 2014 Overige afwijkingen begroot resultaat 2014 Bedragen x ,- Verwachte afwijking op de begroting Wmo (huishoudelijke ondersteuning) Verwacht: + 0,76 2. Beroepsprocedure incidenteel aanvullende uitkering 2011 Verwacht: PM + 3. Besluit bijstand zelfstandigen Verwacht: - 0,25 4. Markten Verwacht: - 0,05 5. Begraafexploitatie Verwacht: - 0,15 6. Parkeerexploitatie Verwacht: - 0,35 7. Algemeen toezicht Verwacht: - 0,06 8. Wachtgeldverplichtingen en 5 ipv 4 portefeuillehouders Verwacht: - 0,35 9. Gemeentelijk vastgoed Verwacht: - 0, Verkiezingen Verwacht: - 0,20 Subtotaal overige afwijkingen 2014 Verwacht: - 0,65 0, Begroot rekeningresultaat ,13 Subtotaal begroot rekeningresultaat ,13 Overige afwijkingen + begroot rekeningresultaat Verwacht: + 1,48 1. Wmo (huishoudelijke hulp) Met ingang van 2015 zal de gemeente geconfronteerd worden met lagere inkomsten binnen de integratie-uitkering Wmo (als gevolg van de forse korting die het Rijk doorvoert op het gebied van de huishoudelijke hulp). Door reeds voor te sorteren op deze bezuinigingen met ingang van 2015 wordt in 2014 een incidenteel voordeel behaald, wat op dit moment wordt ingeschat op ruim 0,7 mln. 2. Beroepsprocedure incidenteel aanvullende uitkering 2011 De staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het door de gemeente aangetekende bezwaar tegen de afwijzing van de Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 ongegrond verklaard (zie raadsbrief met kenmerk ). De gemeente heeft de beroepsprocedure tegen deze ongegrond verklaring inmiddels in gang gezet, aangezien de gemeente overtuigd was en is van haar recht op deze aanvullende uitkering, alsmede de juistheid van haar argumentatie. De behandeling van dit beroep is geagendeerd voor 15 juli. Bij een positieve uitspraak zal dit resulteren in een voordeel van 2,6 mln. in Deze mogelijke baat is vooralsnog buiten beschouwing gelaten in de prognoses van deze begrotingsmonitor. 3. Besluit bijstand zelfstandigen Door een onjuiste systematiek voor raming van de door gemeente Lelystad van het Zelfstandigen Loket Flevoland (ZLF) afgenomen producten en een onjuist declaratiepercentage voor de rijksvergoeding is een discrepantie ontstaan tussen de werkelijke lasten en baten en de begroting ( ,- nadelig). 4. Markten Op het terrein van de markten wordt op basis van de realisatie 2013 een tekort verwacht dat voor 2014 wordt ingeschat op ,-. 5. Begraafexploitatie Het aantal begravingen neemt af ten opzichte van het aantal crematies. Op basis van de realisatie tot eind april wordt ingeschat dat het gemiddelde aantal begravingen per jaar naar beneden toe bijgesteld moet worden, resulterend in een verwacht tekort van ,- in

13 6. Parkeerexploitatie Met betrekking tot de parkeerexploitatie is in 2013 gemeld dat het verwachte gemiddelde tekort per maand werd ingeschat op zo n ,- (zie raadsbrief van 30 oktober 2013, met kenmerk ). Hierbij is de afspraak gemaakt dat tekorten worden gedekt uit de egalisatiereserve, welke naar verwachting tot halverwege 2014 toereikend zou zijn. Zoals het er nu naar uitziet zal het tekort op de parkeerexploitatie zich echter bewegen tussen de ,- en ,- in 2014 (na uitputting van de egalisatiereserve). Op basis van het resultaat over het eerste kwartaal van 2014 en een prognose op basis van het resultaat over 2013 zal dit tekort zal zich naar verwachting voor gaan doen bij ongewijzigd beleid. Dit beeld wordt met name veroorzaakt door de lagere opbrengst uit parkeren. 7. Algemeen toezicht Het betreft een omissie in de gemeentebegroting op het gebied van algemeen toezicht (nadeel van ,-). 8. Wachtgeldverplichtingen en 5 in plaats van 4 portefeuillehouders De gemeentelijke wachtgeldverplichting voor de niet teruggekeerde portefeuillehouders (nadeel van ,- in 2014). Daarnaast bestaat het nieuwe college uit 5 portefeuillehouders inclusief ondersteuning, terwijl de begroting uitgaat van 4 (nadeel van ,- in 2014). Meerjarige effecten worden verwerkt in de begroting Gemeentelijk vastgoed Op het gebied van het gemeentelijk vastgoed zijn er een aantal structurele nadelen waarneembaar op het gebied van de schoonmaak-, gas-, en elektrakosten van scholen en MFA s. Tegelijkertijd is er in 2014 ook sprake van incidentele voordelen, bijvoorbeeld als gevolg van de besluitvorming uit het IHP Per saldo wordt daarom op dit moment geen afwijkingen op het gebied van gemeentelijk vastgoed verwacht in Verkiezingen In de meerjarenbegroting wordt er jaarlijks ruim ,- geraamd voor verkiezingen. Indien er geen verkiezingen plaatsvinden valt dit bedrag vrij, maar indien er wel verkiezingen plaatsvinden is dit bedrag niet toereikend. In 2014 vinden er zowel de verkiezingen plaats voor de gemeenteraad, als voor het Europees Parlement. Het verwachte nadeel wordt ingeschat op , Reeds begroot rekeningresultaat Naast de overige afwijkingen heeft de programmabegroting 2014 ook een begroot rekeningresultaat van 2,13 mln. positief. 11

14 3. Resumé Zoals in de inleiding is aangegeven wordt met deze begrotingsmonitor beoogd om inzicht te geven in het verloop van de gemeentebegroting In onderstaand overzicht volgt de samenvatting van de 7 specifiek uitgelichte begrotingsonderdelen en de overige afwijkingen. Begrotingsmonitor mei Uitkeringen 2. Interne projecturen en doorbelasting kosten bedrijfsvoering 2. Sociale lasten en CAO ontwikkelingen 3. Rente 4. Legesinkomsten 5. Algemene uitkering 6. Belastinginkomsten 7. Overige afwijkingen + begroot resultaat Subtotaal begrotingsmonitor (bandbreedtes) Bedragen x ,- Bandbreedte ten opzichte van de begroting 2014 Meest gunstig: + 2,3 Verwacht: - 1,3 Meest ongunstig: - 2,1 Meest gunstig: - 1,2 Verwacht: - 1,4 Meest ongunstig: - 1,8 Meest gunstig: + 0,2 Verwacht: - 0,3 Meest ongunstig: - 0,5 Meest gunstig: + 1,1 Verwacht: + 0,8 Meest ongunstig: + 0,4 Meest gunstig: + 0,0 Verwacht: - 0,3 Meest ongunstig: - 0,5 Meest gunstig: + 0,8 Verwacht: + 0,5 Meest ongunstig: + 0,0 Meest gunstig: + 0,4 Verwacht: - 0,1 Meest ongunstig: - 0,5 Meest gunstig: + 1,5 Verwacht: + 1,5 Meest ongunstig: + 1,5 Meest gunstig: + 5,1 Verwacht: - 0,6 Meest ongunstig: - 3,5 De analyses uit deze begrotingsmonitor, gecombineerd met de overige verwachte afwijkingen geven een weergave van het op dit moment ingeschatte rekeningresultaat Het verwachte rekeningresultaat bedraagt op dit moment 0,6 mln. nadelig bewegend tussen de bandbreedte van 5.1 mln. voordelig in het meest gunstige geval en 3,5 mln. nadelig in het meest ongunstige geval. 12