Satisficing en Optimizing in Telefonische en Face-to-Face Survey Interviews

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Satisficing en Optimizing in Telefonische en Face-to-Face Survey Interviews"

Transcriptie

1 Satisficing en Optimizing in Telefonische en Face-to-Face Survey Interviews Een vergelijking van respondent satisficing en optimizing in telefonische en face-to-face interviews Masterscriptie Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Letteren Communicatie- en informatiewetenschappen Scriptiebegeleidster: Y.P. Ongena Tweede lezer: M. Haan 29 april 2014 Joricke Jaspers S Boekenberghstraat GA Hoogeveen jorickejaspers@hotmail.com

2 Samenvatting Om meningen en attitudes van een doelgroep te verkrijgen, wordt vaak gebruik gemaakt van vragenlijst onderzoek. Het afnemen van vragenlijstonderzoek kan echter meetfouten met zich mee brengen. Een veel voorkomende meetfout is satisficing. Dit houdt in dat de respondent probeert om de interviewer tevreden te stellen door de vraag te beantwoorden, maar met zo weinig mogelijk moeite. Met andere woorden, een respondent neemt een kortere weg om met zo weinig mogelijk cognitieve inspanning antwoord te geven op een survey vraag (Krosnick, 1999). Hierbij kunnen drie categorieën in antwoordgerdrag worden onderscheiden: non-differentiation, don t know antwoorden en aqcuiescence (Haan, et.al. 2014B). Nondifferentiation is het geven van dezelfde antwoorden in een set vragen met dezelfde antwoordmogelijkheden. Don t know antwoorden zijn weet niet antwoorden die gegeven worden door de respondent. Acquiescence is met weinig inspanning instemmen met een vraag door mee eens te antwoorden. Lijnrecht tegenover satisficing staat optimizing, waarbij de respondent juist veel moeite doet om een vraag te beantwoorden. Hierbij vraagt de respondent bijvoorbeeld om herhaling of toelichting van een vraag. In dit onderzoek is het verschil tussen telefonische en face-to-face interviews onderzocht met betrekking tot satisficing en optimizing, waarbij de rol van de interviewer belangrijk is. De data die in dit onderzoek zijn gebruikt, zijn afkomstig van Nederlandse respondenten van de European Social Survey (ESS). Dit is een vragenlijst die via verschillende modi wordt afgenomen: face-to-face, telefonisch en via het web. De rol van de interviewer die belangrijk is in de hoofdvraag, is de reden dat er in dit onderzoek is gekozen voor face-to-face en telefonische interviews. Bij deze twee modi is zowel een respondent als een interviewer aanwezig, waardoor de verbale interactie tussen de interviewer en respondent nauwkeurig bestudeerd kan worden. Om dit onderzoek uit te voeren, zijn vragen geselecteerd uit de ESS die gevoelig zijn voor satisficing antwoorden. Dit zijn vragen in batterijen die dezelfde antwoordmogelijkheden hebben (Holbrook, et.al., 2003). Doordat dezelfde antwoordmogelijkheden achter elkaar beschikbaar zijn, kunnen de antwoorden met zo min mogelijk cognitieve moeite worden herhaald. Op deze manier wordt er met zo min mogelijk moeite toch voldaan aan de vraag van de interviewer. 2

3 Allereerst is een kwalitatieve analyse uitgevoerd om het gedrag van de respondent en interviewer in kaart te brengen. De kwalitatieve analyse laat zien dat de interviewer ervoor kiest om zich aan de vragenlijst te houden, of hij kiest ervoor om de standaardisatie naar de achtergrond te brengen en de voorkeur te geven aan rapport. Rapport is het creëren van een band met de respondent. De kwalitatieve analyse liet zien, dat wanneer de interviewer zich niet aan de standaardisatie houdt, dit op drie manieren kan. Hij kan afwijken van de vragenlijst, lachen, of afwijken van de vragenlijst èn lachen. Met betrekking tot de respondent laat de kwalitatieve analyse zien dat respondenten zowel satisficing gedrag als optimizing gedrag vertonen. Satisficing gedrag komt naar voren in de eerder genoemde categorieën en optimizing gedrag ontstaat wanneer de respondent vraagt om toelichting of herhaling van een vraag. Aan de hand van deze bevindingen is het codeerschema voor de kwantitatieve analyse opgesteld. De kwantitatieve analyse bestond uit drie hypotheses. De eerste hypothese was dat telefonische respondenten meer satisficing gedrag vertonen dan face-to-face respondenten. Hier is voor alle drie categorieën van satisficing geen significant verschil gevonden. De tweede hypothese was dat een interviewer vaker afwijkt van de vragenlijst in face-to-face interviews dan in telefonische interviews. Dit bleek wel significant. De laatste hypothese was dat respondenten vaker optimizing gedrag vertonen in face-to-face interviews dan in telefonische interviews. Hier waren geen significante verschillen te zien. Ten slotte is getoetst of het gedrag van de interviewer invloed heeft op het satisficing gedrag van de respondent. Hier is alleen een significant verschil gevonden voor don t know antwoorden. De verschillen voor non-differentiation en acquiescence waren niet significant. Al met al heeft het onderzoek uitgewezen dat voor de interviewer geldt dat hij aandacht moet besteden aan het combineren van rapport en standaardisatie. Het is belangrijk dat interviewers de vraag zo voorlezen dat er absoluut geen interpretatie verschillen kunnen ontstaan, maar mee lachen met de respondent of kort in gaan op een uiting van een respondent moet geaccepteerd worden om zo de band tussen de respondent en interviewer te versterken. 3

4 Inhoudsopgave 1. Introductie 6 2. Theoretisch kader Survey interviews De interviewer en de respondent Verstandhouding (rapport) tussen interviewer en respondent Interviewmodi Face-to-face interviews (CAPI) Telefonische interviews (CATI) Meetfouten Satisficing en optimizing Sterke en zwakke satisficing Beïnvloedende factoren van antwoordkwaliteit Non-verbale communicatie Tempo van vraag en antwoord Multitasking door respondent Eerder onderzoek en hypotheses Methode Materiaal European Social Survey Geslecteerde satisficing vragen Proefpersonen Steekproef en populatie Verdeling proefpersonen Kwalitatieve analyse Rapport in face-to-face en telefonische interviews Expliciete vorm van rapport Rapport door lachen Standaardisatie in face-to-face en telefonische interviews Satisficing gedrag door respondenten Optimizing gedrag door respondenten Conclusie Codeerschema 37 4

5 5. Resultaten Satisficing gedrag Non-differentiation Don t know antwoorden Acquiescence Vrije keuze of geen keuze Gender verschillen Gedrag van de interviewer Optimizing gedrag Effect van interviewergedrag op satisficing Non-differentiation Acquiescence Don t know antwoorden Conclusie en Discussie Bevindingen kwalitatieve analyse Satisficing gedrag Gedrag van de interviewer Optimizing gedrag Effect van interviewergedrag op satisficing Antwoord hoofdvraag Bibliografie 56 5

6 1. Introductie Waarschijnlijk komt het u wel bekend voor stiekem Het invullen van vragenlijsten waarbij soms volledige kennis ontbreekt, waarbij meestal geen of weinig aandacht aanwezig is, waardoor het antwoorden u net wat gemakkelijker af gaat dan dat de interviewer van u wenst. Vragenlijsten worden gebruikt om inzicht te krijgen in het gedrag, de attitude en/of karaktereigenschappen van een bepaalde doelgroep. Aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst probeert een onderzoeker door middel van een steekproef van respondenten informatie te winnen die kan dienen voor verschillende doeleinden, om op deze manier iets te weten te komen over de gehele populatie (Ongena, 2005). Het afnemen van een vragenlijst kan op verschillende manieren. De drie meest gebruikte modi zijn face-to-face, telefoon of web interviews. Het interviewen van respondenten in welke modus dan ook, brengt verschillende gevaren met zich mee. Een veelvoorkomende respons fout in interviews is het ontstaan van satisficing. Dit houdt in dat de respondent niet met volle aandacht wil of kan deelnemen, en hierdoor bijvoorbeeld vaak het middelste antwoorden geeft, of de optie weet ik niet gebruikt (Krosnick, 1999). De respondent wil in dit geval met zo min mogelijk moeite toch de onderzoeker tevreden stellen door wel de vragenlijst in te vullen. Satisficing gedrag heeft negatieve gevolgen voor een onderzoeker die gegevens probeert te verzamelen aan de hand van de vragenlijst. Respondenten die satisficing gedrag vertonen, beïnvloeden de respons kwaliteit (Holbrook et.al., 2003). Het is belangrijk dat de antwoorden die de respondenten geven eerlijke antwoorden zijn, aangezien de uitkomst van het onderzoek anders geen juiste weerspiegeling van de echte gedragingen en meningen van respondenten omvat. Lijnrecht tegenover satisficing staat optimizing. Wanneer tijdens een survey interview optimizing optreedt, betekent dit dat de respondent juist veel moeite doet om antwoord te geven. Er is al eerder onderzoek gedaan naar deze meetfouten in combinatie met interviewmodi. Eerder onderzoek laat zien dat face-to-face interviews het meest geschikt zijn om verschillende oorzaken van meetfouten, dus ook satisficing, te verminderen. Smyth et.al. (2007) bewijzen namelijk met hun onderzoek dat respondenten eerder serieus antwoord geven wanneer tijdens het interview de interviewer en respondent fysiek bij elkaar aanwezig zijn. Ook een onderzoek van Holbrook et.al. (2003) wijst uit dat respondenten die meededen aan interviews waarbij gebruik werd gemaakt van een lange vragenlijst, telefonische respondenten eerder geneigd zijn om te satisficing gedrag te vertonen dan face-to-face respondenten. 6

7 In dit onderzoek wil ik nagaan of telefonische en face-to-face interviews een verschil laten zien met betrekking tot satisficing en optimizing en dit kwalitatief gaan toelichten door een aantal voorbeelden uit het onderzoek verder onder de loep te nemen. Ik heb gekozen voor telefonische en face-to-face interviews, omdat bij deze twee vormen zowel een respondent als een interviewer betrokken zijn. Doordat er zowel een interviewer als een respondent aanwezig zijn, kan naar hun gedrag worden gekeken door middel van behavior coding. Behavior Coding is de systematische taak van het coderen van het zichtbare gedrag van de interviewer en de respondent in interviews (Dijkstra, 2008). Door te kijken naar de interactie tussen de interviewer en respondent, valt veel informatie te achterhalen over het antwoordgedrag van respondenten en de mogelijke rol van de interviewer hiervan. Er is al veel onderzoek gedaan naar de analyses van respondentantwoorden door o.a. Smyth et.al. (2007), Haan et.al (2014B) en Holbrook et.al. (2003), maar in weinig onderzoek wordt ook de interactie eromheen bestudeerd. Het nauwkeurig bestuderen van deze interactie is juist van belang, zodat er meer informatie verkregen wordt over de achtergrond van een gegeven antwoord zodat er juiste conclusies getrokken kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld worden vast gesteld dat een antwoord satisficing of optimizing gedrag bevat, en dat er geen andere redenen zijn waarom een respondent een bepaald antwoord geeft. Vragen die centraal staan zijn: houdt de interviewer zich strikt aan het script van de vragenlijst? Of past hij de vragen aan? Hoe leest de interviewer de vraag voor? Maakt zijn intonatie de respondent enthousiast of juist niet? En wat betreft de respondent? Vraagt hij om toelichting of opheldering? Verandert zijn enthousiasme en manier van antwoorden in de loop van het onderzoek? Dit zijn onder andere vragen die belangrijk zijn voor dit onderzoek. De volgende hoofdvraag staat centraal: Wat is het verschil tussen telefonische en face-to-face interviews met betrekking tot satisficing en optimizing en hoe dragen de interviewer en de respondent bij aan dit verschil? In het tweede hoofdstuk worden verschillende begrippen verder uitgelegd en worden bestaande onderzoeken besproken en hypotheses geformuleerd. In hoofdstuk 3 zal ik de methode van het onderzoek bespreken en vervolgens zal ik de resultaten presenteren. Ten slotte volgt de discussie waar de hypotheses worden bevestigd of verworpen en worden eventuele ideeën voor vervolgonderzoek besproken. 7

8 2. Theoretisch kader Het is van belang om alle belangrijke begrippen die aan de orde zijn in dit onderzoek duidelijk toe te lichten zodat hier geen onduidelijkheden over ontstaan tijdens het onderzoek. Daarnaast is het van belang om voorgaande literatuur te bespreken en zo een duidelijke context te creëren om de hypotheses op te baseren. Allereerst zal ik dieper ingaan op survey interviews en wat daarbij centraal staat: de interviewer en respondent. Vervolgens zal ik twee verschillende interviewmodi beschrijven die mondeling worden afgenomen en dus van belang zijn in dit onderzoek. Daarna zal ik dieper ingaan op satisficing en optimizing en ten slotte zal ik mijn hypotheses opstellen en toelichten. 2.1 Survey interviews Het doel van het afnemen van een survey, ook wel vragenlijstonderzoek, is het verzamelen van informatie over gedrag, attitudes en karakteristieken van respondenten, ook wel het verzamelen van informatie over de sociale wereld. Deze informatie wordt geworven door middel van een steekproef die een grotere populatie moet vertegenwoordigen (Ongena, 2005). Vragenlijsten kunnen worden afgenomen op verschillende manieren, zoals in de vorm van een mondeling interview, maar ook schriftelijk of elektronisch (web survey). In survey onderzoek wordt voor deze verschillende manieren de term modus gebruikt, die verwijst naar het kanaal dat gebruikt wordt om het interview af te nemen (Haan, 2012). De vier modi die het meest gebruikt worden zijn face-to-face, telefonisch, post (papieren vragenlijst) en het internet (Jans, 2008). Zoals vermeld in de inleiding kijk ik in dit onderzoek echter alleen naar surveys waarbij een interviewer aanwezig is, omdat er veel informatie te halen valt uit behavior coding, waarbij de verbale interactie tussen de interviewer en respondent centraal staat. Hierbij vallen de papieren vragenlijst en de internet vragenlijst af en kijk ik dus alleen naar face-to-face en telefonische interviews. Daarom zal ik in paragraaf 2.2 verder ingaan op de twee verschillende modi van mondelinge interviews. Wanneer ik vanaf nu spreek van een survey interview, wordt de mondelinge vorm bedoeld. In de survey interviews, wordt vaak gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst waarbij de interviewers wordt opgedragen om de vragenlijst zo standaard en letterlijk mogelijk af te nemen waarbij ze niet afwijken van de vraag om zo interpretatieverschillen te voorkomen (Ongena, 2005). Een survey interview kan worden gedefinieerd als een conversatie tussen een interviewer en een 8

9 geïnterviewde (respondent), waarbij de interviewer de leiding neemt om het doel van de interactie, het werven van onderzoek-relevante informatie, verwezenlijkt. De interviewer focust zich hierbij op de inhoud die gespecificeerd wordt door onderzoeksdoelen van systematische beschrijving, voorspelling of verklaring. (Cannel & Kahn, 1968). De definitie van Cannel en Kahn en de beschrijving van het doel van een survey interview door Ongena, laten duidelijk zien dat een survey interview veel meer is dan slechts een procedure waarbij op een gestandaardiseerde manier data wordt verzameld. Het interactionele aspect is ook zeker van belang. Vanaf het moment dat de interviewer het gesprek met de respondent start, steunt het interview op de conventies van alledaagse conversaties (Suchman & Jordan, 1990). Dit is het geval omdat de meeste respondenten niet gewend zijn om interviews te geven, maar juist gewend zijn aan normale, alledaagse gesprekken welke hele andere regels en conventies bevatten. Bijvoorbeeld in alledaagse conversaties geef je geen losse antwoorden op verschillende opvolgende vragen en geef je vaak een verklaring wanneer je een ja/nee vraag wordt gesteld (Houtkoop-Steenstra, 2000) De interviewer en de respondent Het belang van onderzoek naar het interview proces is de laatste decennia erg toegenomen. Eerst werd er vooral onderzoek gedaan naar het gedrag van de interviewer en wat voor effect het heeft op de data als een interviewer slecht presteert. Later werd ook duidelijk dat het gedrag van de respondent even belangrijk is voor het begrijpen van het interview proces (Ongena, 2005). Een interviewer heeft meerdere taken zoals het stellen van vragen op een nauwkeurige manier, de respondent motiveren en zorgen voor correcte antwoorden en deze rapporteren. De interviewer moet de vragen nauwkeurig stellen om interpretatieverschillen te voorkomen. Dit is een erg belangrijke taak, aangezien de kwaliteit van een onderzoek afhangt van de interviewer en hoe hij zijn data verzameld (Gwartney, 2007). Daarnaast moet de interviewer ook de respondenten motiveren en aanzetten tot het geven van correcte antwoorden en deze antwoorden noteren (Ongena, 2005). Vooral het motiveren van respondenten is een lastig verhaal. In surveys is het belangrijk dat de interviewer de vragen zo nauwkeurig mogelijk stelt om interpretatie verschillen tussen verschillende respondenten te voorkomen, maar Cannel en Kahn (1968) vinden dat het gebruik van teksten met een script niet helpen als het gaat om het motiveren van respondenten. Zij stellen dat een script niet kan anticiperen op het 9

10 gevoel en de stemming van de respondent. Daarnaast is het lastig om niet van een script af te wijken, als een respondent meer uitleg nodig heeft en hierom vraagt. Cannel en Kahn stellen dat het beter is om een interview spontaan te houden, omdat dit voor hogere motivatie zorgt bij de respondent en dit komt weer ten goede aan het resultaat van het interview. Het is dus van groot belang om een afweging te maken tussen nauwkeurigheid en spontaniteit: blijf je nauwkeurig en voorkom je interpretatie verschillen, maar hou je het enthousiasme tegen? Of werk je mee aan het enthousiasme van de respondent, maar breng je de interpretatie in gevaar? Zoals eerder gezegd is niet alleen de interviewer van belang als het gaat om het vergaren van data en eventuele negatieve effecten, de respondent is minstens zo belangrijk in dit verhaal. Voor de respondent is het belangrijk dat de antwoorden die hij geeft, duidelijk en helder geformuleerd zijn. De meeste problemen ontstaan omdat de respondent de taak van antwoorden op gestandaardiseerde interviews niet begrijpt. Deze speciale vragenlijsten vragen veel van de respondent en het kan zijn dat de respondent niet aan deze eisen kan of wil voldoen, en zo ontstaan meetfouten. (Cannel et.al. 1977). Wanneer een respondent om opheldering vraagt omdat hij een vraag niet helemaal begrijpt, kan dit effect hebben op de taak van de interviewer, omdat hij antwoord moet geven en daardoor dus moet afwijken van zijn vragenlijst. Fowler & Mangione (1990) stellen dat dit niet perse betekent dat de interviewer af moet wijken van de standaardisatie. Zij stellen dat de interviewer ook slechts de vraag kan herhalen of een standaard antwoord kunnen geven als wat u daar zelf onder verstaat Verstandhouding (rapport) tussen interviewer en respondent Een lastig aspect met betrekking tot het in stand houden van de standaardisatie in een survey interview, is de verstandshouding tussen de interviewer en de respondent, ook wel bekend onder de Engelse term rapport. Hoe kan een interviewer zich tegelijkertijd houden aan de standaard regels van een survey interview, maar tegelijkertijd ook genoeg aandacht besteden aan een gepaste relatie tussen de interviewer en respondent (Lavin & Maynard, 2001)? De verstandhouding wordt gezien als een belangrijk aspect in interviews, maar het is tegelijkertijd ook lastig voor onderzoek aangezien het een heel breed concept is (Goudy & Potter, 1975). Weiss (1970) heeft aan de hand van verschillende studies geconcludeerd dat onderzoekers kijken naar verstandhouding als een globaal concept. Ze kijken naar gedrag als oogcontact, knikken, sub-interacties die niet over de taak gaan en nee antwoorden. Wanneer er geen duidelijke conceptualisering bestaat over een begrip is het lastig om het te meten. Ook 10

11 bij verstandhouding is dit het geval. Het is lastig om verschillende bevindingen hierover te combineren, aangezien ze vaak op verschillende manieren worden gemeten door het verschil in conceptualisering. Om deze reden is door Weiss een suggestie gedaan om het concept van verstandhouding weg te laten en de focus te leggen op het specifieke gedrag waardoor de verstandhouding wordt gevormd. Lavin & Maynard (2001) spreken bijvoorbeeld over het lachen van een respondent tijdens een survey interview en de reactie hierop van de interviewer. Dit is een typisch geval van rapport, want de interviewer zit nu met een dilemma; lach je mee, dan gaat het ten koste van de standaardisatie omdat de interviewer een sterkere band met de respondent creëert. Lach je niet mee, dan bestaat de kans dat de respondent dit niet waardeert en de verstandhouding in gevaar komt. 2.2 Interviewmodi In dit onderzoek kijk ik alleen naar face-to-face en telefonische interviews. Daarom zal ik deze twee modi nu verder aan het licht brengen Face-to-face interviews (CAPI) Een face-to-face interview kan worden gedefinieerd als een interviewmodus, waarbij een interviewer een gestructureerde, of deels gestructureerde vragenlijst afneemt bij een respondent, binnen een bepaalde tijd en in aanwezigheid (vaak thuis) van de respondent (Groves & Kahn, 1979). Deze manier van interviewen is één van de oudste manieren om data te verzamelen van een respondent. Was dit vroeger een simpele en snelle manier van data verzameling, tegenwoordig is het een complex en uitgebreid systeem. Vroeger werd het faceto-face interview met pen en papier afgenomen maar tegenwoordig wordt de computer gebruikt bij het voorlezen van de vragen en het invoeren van de antwoorden. Tegenwoordig duiden we face-to-face interviews daarom ook wel aan met CAPI, wat staat voor Computer Assisted Personal Interviewing. Face-to-face interviews worden sinds een lange tijd, en nog steeds, gezien als het de beste manier qua afnemen van een interview (de Leeuw, 1992). Bij face-to-face interviews kan gebruik worden gemaakt van antwoordkaarten, waarop de antwoordmogelijkheden staan die de respondent kan kiezen. Het kiezen voor face-to-face als modus heeft als voordeel dat de interviewer en respondent in fysieke aanwezigheid van elkaar zijn. Op deze manier is er niet alleen sprake van verbale communicatie maar ook van non-verbale communicatie. Zo kan een interviewer bijvoorbeeld 11

12 aan de hand van non-verbale handelingen zijn enthousiasme uitdrukken, waardoor de respondent wordt meegenomen in dit enthousiasme. Aan de andere kant kunnen face-to-face interviews ook nadelig werken aangezien respondenten eerder de neiging hebben om sociaal wenselijk te antwoorden (Bradburn et.al., 2004). Dit houdt in dat de respondent antwoorden geeft die sociaal gezien correct zijn en volgens de norm van de samenleving. Dit komt door het feit dat mensen vaak eerlijker zijn wanneer er een grotere sociale afstand is tussen hunzelf en de interviewer (Holbrook et.al., 2003). Deze sociale afstand wordt minder wanneer het interview face-to-face wordt afgelegd in het huis van de respondent en hierdoor is de kans groot dat de respondent niet helemaal eerlijk is, maar antwoorden geeft die sociaal correct zijn Telefonische interview (CATI) Naast computer assisted personal interviewing (CAPI) is ook CATI een manier om een survey af te nemen. CATI staat voor Computer Assisted Telephone Interviewing. Ook hierbij wordt de vragenlijst ingevuld in de computer, maar in dit geval vindt de communicatie plaats via de telefoon. Een verschil met face-to-face interviews is het feit dat bij telefonische interviews geen gebruik kan worden gemaakt van antwoordkaarten.. In het geval van het telefonische interview worden de vragen en antwoorden opgelezen, aangezien het niet mogelijk is kaarten te gebruiken. De respondent geeft dan een antwoord en deze wordt door de interviewer in de computer ingevoerd (Haan, 2012). Sinds de jaren negentig van de 20 e eeuw is het gebruik van de telefoon voor interviews aanzienlijk toegenomen. Dit komt onder andere door het feit dat er nieuwe ontwikkelingen hebben plaats gevonden op het gebied van technologie en door het gebruik van random digit dialing als steekproef techniek (Leeuw, 1992). Het gebruik van de telefoon voor het houden van interviews is erg veelzijdig omdat deze methode veel praktische voordelen heeft en de kosten vaak laag zijn. (Holbrook et.al., 2003). Een belangrijk fenomeen dat voorkomt bij telefonische interviews is sociaal wenselijk antwoorden. Een interviewer die zijn respondent via de telefoon interviewt, heeft in mindere mate de mogelijkheid om gunstige of ongunstige non-verbale reacties af te lezen dan wanneer het interview face-to-face word afgenomen. Dit kan ervoor zorgen dat de respondent via de telefoon eerlijker antwoord kan geven en zich niet aanpast aan de norm van de samenleving. Aan de andere kant wordt er via een telefonisch interview een minder sterk rapport ontwikkeld dan via face-to-face interviews, waardoor het 12

13 minder comfortabel en interpersoonlijk wordt (Drolet & Morris, 2000). Dit zorgt ervoor dat respondenten via de telefoon er minder zeker van zijn dat de interviewer hun vertrouwelijkheid zal beschermen. Daar komt nog bij dat face-to-face respondenten identificatie materialen en papieren kunnen zien van de interviewers, terwijl dit bij telefonische respondenten niet het geval is. Dit kan ervoor zorgen dat respondenten liever niet over gevoelige onderwerpen praten omdat ze niet zeker weten wat het motief is van de persoon aan de andere kant van de lijn. Alles samengenomen kunnen deze processen ertoe leiden dat respondenten via de telefoon toch minder eerlijk zijn over hun antwoord en hun antwoorden aanpassen naar een sociaal wenselijk niveau (Holbrook, et.al., 2003). Een ander proces van telefonisch interviewen is het optreden van satisficing, doordat het tempo van het interview vaak hoger ligt dan in face-to-face interviews. De respondent geeft in dit geval wel antwoorden op de vragenlijst omdat hij de interviewer tevreden wil stellen, maar doet dit met zo weinig mogelijk moeite. Vaak wordt dan het middelste antwoord gekozen, of geen mening of weet ik niet. In paragraaf zal ik hier uitgebreider op ingaan. Andere nadelen van telefonische interviews zijn het gebrek aan non-verbale signalen van zowel de interviewer als de respondent, de ongemakkelijke situaties die kunnen ontstaan door momenten van stilte (wat de verstandhouding tussen interviewer en respondent negatief beïnvloedt), de slechtere kwaliteit door de telefoonlijn en de waarschijnlijkheid dat een respondent aan de telefoon kan multitasken en niet zijn volle aandacht bij het interviews heeft (Lynn & Kaminska, 2011). 2.3 Meetfouten Een meetfout ontstaat wanneer bepaalde factoren tijdens het interview voorkomen die de antwoorden van de respondent beïnvloeden. Hierdoor zijn de antwoorden die gegeven worden niet meer volledig valide want ze zijn geen weerspiegeling meer van de werkelijke gedachten van de respondent. Deze meetfouten kunnen ontstaan door interviewers, door de vragenlijst, de respondent of een combinatie van deze (Haan, 2012). De interviewer moet zijn taak heel nauwkeurig volbrengen. Wanneer verschillende respondenten een bepaalde vraag anders interpreteren door een fout in de formulering van de interviewer, zorgt dit voor fouten in de resultaten. Van de respondent wordt verwacht dat ze eerlijk antwoord geven en zich niet laten beïnvloeden door de aanwezigheid van de interviewer of door bijvoorbeeld de lengte van het 13

14 interview. Ook het design van de vragenlijst is van cruciaal belang. De formulering en volgorde van de vragen en antwoordopties moet duidelijk zijn. (Krosnick & Presser, 2010) Satisficing en optimizing Een veel voorkomende oorzaak van een meetfout is satisficing. Dit houdt in dat de respondent probeert om de interviewer tevreden te stellen, maar met zo weinig mogelijk moeite. Met andere woorden, ze nemen een soort kortere weg om met zo weinig mogelijk cognitieve inspanning antwoord te geven op een survey vraag (Krosnick, 1999). De vragen in surveys die gevoelig zijn voor satisficing antwoorden, zijn vragen in batterijen, die dezelfde antwoordmogelijkheden hebben (Holbrook, et.al., 2003). Doordat dezelfde antwoordmogelijkheden achterelkaar beschikbaar zijn, kan met zo min mogelijk cognitieve moeite de antwoorden worden herhaald. Op deze manier wordt er met zo weinig mogelijk moeite toch voldaan aan de vraag van de interviewer. Optimizing staat aan de andere kant van de lijn: hierbij doet de respondent juist alle moeite om een vraag te beantwoorden. De satisficing theorie van Krosnick is gebaseerd op het feit dat er bij het optimaal beantwoorden van een vraag (optimizing) veel cognitief werk komt kijken. Een respondent moet de inhoud en betekenis van elke vraag eerst interpreteren, vervolgens moet hij alle relevante informatie die al in het geheugen aanwezig is over dit onderwerp bijvoegen, deze informatie moet dan geïntegreerd worden in een oordeel en van dit oordeel moet ten slotte een nauwkeurig verslag worden gedaan (Tourangeau et.al., 2000). Veel respondenten die beginnen aan een interview zijn bereid om deze stappen te ondernemen totdat het interview is afgelopen, maar het is aannemelijk dat dit niet voor iedereen geldt. Er zijn ook respondenten die hun motivatie verliezen en niet meer al deze stappen nemen tijdens het geven van een antwoord. Daarnaast zijn er ook respondenten die het wel willen, maar die niet de kennis hebben en respondenten die vanaf het begin niet de intentie hebben om met zorg over de vragen na te denken (Holbrook et.al., 2003) Sterke en zwakke satisficing Volgens de satisficing theorie van Krosnick (1991) zijn er twee manier van satisfcing: sterke en zwakke satisficing. Zwakke satisficing treedt op wanneer een respondent wel alle eerder genoemde cognitieve stappen onderneemt die nodig zijn om antwoord te geven, maar dan minder volledig dan bij optimizing. Hierbij geeft de respondent vaak het eerst genoemde antwoord, of sluit hij zich aan bij wat de interviewer zegt. Sterke satisficing treedt op wanneer een respondent helemaal geen motivatie (meer) heeft. De respondent zal nu zoeken naar 14

15 antwoorden die de interviewer redelijk vindt, maar hierbij zoekt hij niet in zijn geheugen naar informatie. Nu geeft hij antwoorden als ik weet niet of hij kiest random een antwoord (Holbrook et.al., (2003) Beïnvloedende factoren voor antwoordkwaliteit De verschillende interviewmodi zijn besproken en ook satisficing is aan het licht gekomen. Het is duidelijk geworden dat verschillende interviewmodi de kwaliteit van het antwoord (in dit geval satisficing) van de respondent kunnen beïnvloeden. Volgens Holbrook et al. (2003) kan dit het geval zijn door drie redenen: non-verbale communicatie, snelheid van vragenstellen en de snelheid van antwoorden en de mogelijkheid van de respondent om te multitasken Non-verbale communicatie Chartrand et al. (1999) stellen dat wanneer een interviewer een face-to-face interview houdt met een respondent, zijn non-verbale cues besmettelijk zijn. Dit houdt in dat de non-verbale signalen makkelijk worden overgenomen door iemand anders, waardoor de stemming van de ander kan veranderen. Als een interviewer bijvoorbeeld vermoeid is, kan dit leiden tot een ongemotiveerde houding bij de respondent. Andersom kan een interviewer non-verbale cues ook positief gebruiken. Als een respondent de motivatie verliest, kan een interviewer dit recht trekken door non-verbale communicatie te verbeteren door enthousiasme aan te wakkeren. Doordat de respondent meer motivatie krijgt, zal zijn moeite om de vier cognitieve stappen te doorlopen vergroten en zijn antwoord optimaliseren. Daarnaast zorgen de non-verbale cues van de respondent ervoor dat tekenen van onbegrip, onzekerheid of verwarring gelijk duidelijk zijn bij de interviewer. Deze kan hier dan snel op reageren door bijvoorbeeld de moeilijkheid van de taak aan te passen door middel van bijvoorbeeld het verlagen van spreektempo of duidelijker articuleren. Wanneer het interview via de telefoon wordt afgenomen, zijn deze visuele non-verbale cues niet zichtbaar, maar auditieve non-verbale cues, zoals zuchten, wel. Natuurlijk kunnen interviewers een deel van deze genoemde voordelen verbaal oplossen zoals enthousiasme creëren, maar dit kan ook in face-to-face interviews (Barath & Cannel, 1976; Oksenberg et.al., 1986) Tempo van vraag en antwoord Een tweede aspect dat zorgt voor verschil in antwoordkwaliteit tussen de verschillende modi 15

16 is de snelheid waarmee de vragen worden gesteld en de snelheid waarmee de vragen worden beantwoord door de respondent (Holbrook et.al., 2003). Een doel van alle interviewers is het zo snel mogelijk voltooien van het interview, maar vooral aan de telefoon is het van belang om het tempo erin te houden om geen onduidelijke of ongemakkelijke gevoelens te creëren door stiltes die vallen. Bij een interview via de telefoon ziet een respondent niet wat de reden is van een tijdelijke ingelaste stilte door de interviewer. Zo kan het zijn dat de interviewer een antwoord aan het invoeren is. Maar dit is andersom ook het geval. Een respondent kan ook een tijdelijke stilte inlassen doordat hij aan het nadenken is, of doordat hij wordt afgeleid door iets anders in zijn omgeving. Om deze redenen voelt de interviewer vaak meer druk om sneller door het telefonische interview te gaan dan face-fo-face interviews. Maar wanneer een interviewer het tempo van het vragenstellen versnelt, kan het lastiger zijn voor de respondent om de vragen te begrijpen. Daarnaast creëert de interviewer door middel van snelheid ook het idee dat het interview niet zo belangrijk is en dat hoe sneller ze er door heen zijn, hoe beter het is. Zowel het niet begrijpen van de vraag door de respondent als het creëren van het onbelangrijke gevoel door de interviewer, kan leiden tot satisficing Multitasking door respondent Multitasking komt duidelijk vaker voor bij telefonische interviews dan bij face-to-face interviews (Holbrook et. al 2003). Iemand die aan de telefoon is kan, zonder dat de interviewer dit door heeft, in dezelfde tijd andere dingen doen zoals huishoudelijke klusjes, televisie kijken, bezig zijn met de kinderen, enzovoorts. Ook bij face-to-face interviews is het in praktijk mogelijk dat de respondent aan multitasking doet, maar de drempel ligt in dit geval hoger aangezien de interviewer dit altijd door heeft. De afleiding die ontstaat door multitasking vergroot de moeilijkheid van de taak, wat de kans op satisificing vergroot (Holbrook et.al. 2003). 2.5 Eerder onderzoek en hypotheses Holbrook et. al (2003) hebben in hun onderzoek een respondentvergelijking gedaan met betrekking tot sociale wenselijkheid en satisficing, waarbij telefonische en face-to-face interviews met lange vragenlijsten werden vergeleken. De resultaten van het onderzoek lieten zien dat telefonische respondenten meer satisficing lieten zien dan face-to-face respondenten. Ze hebben satisficing concreet vastgesteld door middel van het meten van no opinion antwoorden, nondifferentation en acquiescence. Daarnaast waren telefonische 16

17 respondenten minder coöperatief en minder betrokken tijdens het interview en lieten ze duidelijker blijken dat ze ontevreden waren over de lengte van het interview, terwijl de telefonische interviews sneller waren afgerond dan de face-to-face interviews. Aan de hand van dit onderzoek heb ik de volgende hypothese opgesteld. H1: Respondenten geven vaker een strong satisficing antwoord in telefonische interviews dan in face-to-face interviews. De satisficing antwoorden zijn te specificeren in 3 categorieën: nondifferentation, acquiscence en don t know antwoorden. In het hoofdstuk methode worden deze categorieën verder besproken. De besproken theorie heeft laten zien dat de rol van de interviewer en de respondent erg belangrijk zijn bij het concept satisficing. De rol van de interviewer is dat hij de vragenlijst nauwkeurig voorleest, maar ook een goede verstandhouding bewaart met de respondent. Uit de theorie bleek ook dat face-to-face gesprekken zorgen voor een kleinere sociale afstand tussen de interviewer en de respondent. Hieruit kan worden afgeleid dat een face-to-face interview meer kenmerken van een alledaagse conversatie zal hebben dan een telefonisch interview. Dit zal er voor zorgen dat de verstandhouding belangrijker wordt dan de standaardisatie van de vragenlijst. Daarom heb ik de volgende hypothese opgesteld: H2: De interviewer houdt zich vaker aan de standaardisatie in telefonische interviews dan in face-to-face interviews. Of de interviewer zich aan de standaardisatie houdt of niet, kan concreet worden aangetoond aan de hand van behavior coding. De interviewer kan bijvoorbeeld beslissen om de standaardisatie te laten varen en ervoor te kiezen om verder in te gaan op de antwoorden van de respondent. Een ander voorbeeld kan zijn wanneer de interviewer lacht met de respondent. De kwalitatieve analyse van de interviews zal verschillende categorieën opleveren waar mee standaardisatie kan worden gecodeerd. Het codeerschema komt ter sprake in paragraaf 4.5. Niet alleen het gedrag van de interviewer verschilt in verschillende interviewmodi. Drolet & Morris (2000) laten in hun onderzoek zien dat face-to-face contact een beter resultaat heeft op het vervullen van complexe taken die moeten worden vervuld en dat de verstandhouding tussen duo s hier effect op heeft. Door face-to-face contact voelt een respondent zich meer op 17

18 een lijn met de interviewer en wordt de verstandhouding tussen de twee beter. Hierdoor wordt de prestatie om de taak te vervullen vergroot en ontstaan er minder onduidelijkheden tijdens de conversatie. Ondanks het feit dat dit onderzoek niet specifiek over survey interviews gaat maar over conversaties, is het idee wel toepasbaar voor survey interviews. Zoals eerder in het theoretisch kader bleek, laten onderzoeken van Cannel & Kahn (1968) en Suchman & Jordan (1990) zien dat een survey interview op veel vlakken vergelijkbaar is met een alledaagse conversatie Aan de hand van deze studies heb ik de volgende hypothese opgesteld:. H3: Er is vaker sprake van optimizing door de respondent in face-to-face interviews dan in telefonische interviews Het optimizing gedrag van de respondent wordt ook geconstateerd door middel van behavior coding. Optimizing kan bijvoorbeeld optreden wanneer een respondent vraagt of de interviewer een vraag kan herhalen of wanneer een respondent vraagt wat bedoelt u daar precies mee?. Deze voorbeelden laten immers zien dat de respondent moeite doet om te voldoen aan de verwachtingen van de interviewer: het beantwoorden van de vraag. De kwalitatieve analyse laat een codering zien in paragraaf 4.5 voor het gedrag van de interviewer. Lavin & Maynard (2001) hebben onderzoek gedaan naar de verstandhouding tussen interviewer en respondent in telefonische interviews. Zij keken specifiek naar de reactie van de interviewer wanneer een respondent lacht. Het wordt interviewers vaak verboden om te lachen tijdens een interview, omdat dit de standaardisatie in gevaar zou brengen. Lavin en Maynard doen onderzoek naar hoe de interviewers dan (moeten) omgaan met een lachende respondent. Uit hun onderzoek blijkt dat de meeste interviewers reageren door vast de houden aan de structuur van het interview. Ze weigeren de uitnodiging van de respondent om te lachen, maar dit betekent niet dat ze de respondent gewoonweg negeren. Ze richten zich volledig op het doel van het interview. Lavin en Maynard laten in hetzelfde onderzoek ook zien dat in andere gevallen de interviewers op sommige momenten reageren door het gebruik van pseudo-lach technieken: glimlach-geluid of quasi lachen. Door gebruik te maken van deze tactieken houden de interviewers zowel de standaardisatie, als de goede verstandhouding hoog door beide op elkaar af te stemmen. Het onderzoek van Lavin & Maynard (2001) focust zich alleen op telefonische interviews en kijkt alleen naar lachen als geval van 18

19 verstandhouding. In dit onderzoek wil ik ook de focus leggen op face-to-face interviews en daarnaast ook andere aspecten van verstandhouding bekijken. Aangezien het onderzoek van Bradburn et. al (2004) liet zien dat de sociale afstand bij face-to-face interviews kleiner is, is het van belang om in de kwalitatieve analyse vast te stellen hoe de verstandhouding tot stand komt. Hierbij is het van groot belang wat er in de interactie eromheen precies gebeurt, zodat effecten van sociale afstand kunnen worden afgeleid. In de kwalitatieve analyse hoop ik relevante gedragingen aan zowel de kant van de interviewer als aan de kant van de respondent te ontdekken. Hierbij staat het al dan niet houden aan de standaardisatie van de vragenlijst bij de interviewer centraal, en staat satisficing gedrag en optimizing gedrag centraal bij de respondent. In het volgende hoofdstuk wordt de methode uitgelegd waarmee ik de genoemde hypotheses zal gaan toetsen. 19

20 3. Methode Dit onderzoek heeft zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve benadering. Er wordt allereerst een kwalitatieve analyse van telefonische en face-to-face interacties uitgevoerd. De kwalitatieve analyse zal de opvallende aspecten in de interacties belichten. Deze bijzonderheden dienen als basis voor het codeerschema dat vervolgens wordt opgesteld voor het uitvoeren van de kwantitatieve analyse. Vervolgens wordt een kwantitatieve analyse uitgevoerd om de gestelde hypotheses de testen. De kwantitatieve analyse moet uitwijzen of de interviewers vaker van hun standaard vragenlijst afwijken in face-to-face dan in telefonische interviews. Daarnaast moet de analyse uitwijzen of antwoord gedrag dat wijst op satisficing gedrag vaker voorkomt in telefonische dan in face-to-face interviews. En tenslotte wordt gekeken of optimizing vaker voor komt in face-to-face dan in telefonische interviews. 3.1 Materiaal De interviews die voor dit onderzoek zijn gebruikt, komen uit een eerder onderzoek van Haan et. al. (2014A). Zij onderzoeken de effecten van verschillende keuzes in respons-modus op het responspercentage en de voorkeur voor respons-modus bij moeilijk bereikbare groepen (jonge volwassenen, mensen die full-time werken, inwoners van grote steden en niet-westerse immigranten) in de European Social Survey. Haan et.al (2014A) vergeleken telefonische, face-to-face en web-interviews. Voor dit onderzoek maak ik echter alleen gebruik van de telefonische en face-to-face interviews, omdat de aanwezigheid van de interviewer zorgt voor een interactie die geanalyseerd kan worden European Social Survey (ESS) De European Social Survey (ESS) is een academische cross-nationale survey die om de twee jaar wordt uitgevoerd in Europa. Met de vragenlijst worden attitudes, overtuigingen en gedragspatronen gemeten van verschillende populaties uit meer dan 30 bevolkingsgroepen. De ESS heeft een aantal hoofddoelen (European Social Survey, 2013): - Het in kaart brengen van stabiliteit en verandering in de sociale structuur en attitudes in Europa. - Interpreteren hoe Europa s sociale, politieke en morele situaties aan het veranderen zijn. - Het verbeteren van de vragenlijstonderzoek in cross-nationale onderzoeken in de sociale wetenschap. De vragenlijst bevat een groot aantal vragen over politiek, religie, sociale demografie, 20

21 etniciteit, nationaliteit en sociale klasse. De antwoordmogelijkheden zijn ja/nee antwoorden, schaal antwoorden of open antwoorden Geselecteerde satisficing vragen Voor het onderzoek is een selectie gemaakt van vragen uit de European Social Survey die gevoelig zijn voor satisficing antwoorden. Zoals in het theoretisch kader bleek zijn dit vragen in batterijen. Dit zijn vragen met dezelfde antwoordmogelijkheden. De vragen die in dit onderzoek zijn gebruikt zijn 2 sets van vagen en stellingen. De eerste set bestaat uit vragen die de respondent moet beantwoorden met een 10-puntschaal. De stellingen zijn weergegeven in tabel 1. De tweede set bestaat uit een aantal attitude vraagstukken met een 5-punts Likertschaal, waarbij de respondenten moesten aangeven in hoeverre ze het eens waren met de stellingen. Deze stellingen zijn weergegeven in tabel 2. Tabel 1: Set 1 satisficing vragen Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk heeft in elk van de volgende instellingen? 0 betekent dat u helemaal geen vertrouwen heeft in een instelling en 10 dat u volledig vertrouwen heeft. Noem een cijfer van 0 tot 10. Ten eerste: Hoeveel vertrouwen heeft u in het Nederlands Parlement? En hoeveel vertrouwen heeft u in het rechtsstelsel? En hoeveel vertrouwen heeft u in de politie? En hoeveel vertrouwen heeft u in politici? En hoeveel vertrouwen heeft u in politieke partijen? En hoeveel vertrouwen heeft u in het Europees parlement? En hoeveel vertrouwen heeft u in de Verenigde Naties? 21

22 Tabel 2: Set 2 satisficing vragen Kunt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende stellingen? De antwoordmogelijkheden: helemaal mee eens, eens, niet eens niet oneens, oneens of helemaal oneens. De overheid zou maatregelen moeten nemen om inkomensverschillen te verminderen. Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten vrij zijn om hun leven te leiden zoals zij dat willen Politieke partijen die de democratie omver willen werpen moeten worden verboden Men kan op de moderne wetenschap rekenen voor de oplossing van onze milieu problematiek Voor dit onderzoek zijn juist deze vragen geselecteerd, omdat ze samen een set van vragen of stellingen met dezelfde antwoordmogelijkheden zijn. Dit is satisficing gevoelig (Holbrook et.al., 2003). Zoals eerder gezegd treedt er satisficing op wanneer respondenten met zo min mogelijk cognitieve moeite toch antwoord geven op de vraag van de interviewer (Krosnick, 1991). Wanneer er dus een set vragen is waarbij de respondent telkens uit dezelfde antwoorden kan kiezen omdat de antwoordmogelijkheden telkens hetzelfde zijn, zal iemand die zo min mogelijk moeite wil doen steeds dezelfde antwoorden geven. Dit wordt door Haan et.al. (2014B) ook wel gecategoriseerd als non-differentiation. Zij categoriseren nog twee uitingsvormen van satisficing, namelijk don t know antwoorden, waarbij de respondent aangeeft geen antwoord op de vraag of stelling te weten. Ten slotte is acquiescence ook een uitingsvorm van satisficing, waarbij de respondent steeds mee eens antwoordt op attitude vragen. Het is passieve vorm van instemming. In dit onderzoek worden deze 3 categorieën van Haan et.al. (2014B) gebruikt om satisficing gedrag vast te stellen. - Non-differentiation - Don t know antwoorden - Acquiescence 22

23 De satisficing vragen in tabel 1 zijn vragen die beantwoord worden met een 10-puntschaal. Deze vragen zijn gevoelig voor non differentation. Hier is geen sprake van instemming, aangezien het geen attitude-vragen of ja/nee-vragen zijn. De tweede set vragen lenen zich juist wel voor passieve instemming, omdat het wel attitude vragen zijn en dus mee eens een van de antwoordmogelijkheid is. Het middelste antwoord van deze set stellingen niet eens en niet oneens kan in dit onderzoek aan de categorie weet ik niet antwoorden worden toegevoegd. Het middelste antwoord van een 5-puntschaal of 7- puntschaal kan worden gezien als een alternatief op het weet niet antwoord. Wanneer een respondent een weet niet antwoord geeft, kan de respondent dit als een gezichtsbedreigende handeling ervaren, want de respondent kan niet voldoen aan de vraag van de respondent. Door het geven van het middelste antwoord kan gezichtsverlies worden verbloemd (Sturgis et.al, 2014) 3.2 Proefpersonen In deze paragraaf worden de steekproef en de populatie en de geselecteerde proefpersonen besproken Steekproef en Populatie Om een steekproef te maken die representatief is voor de gehele populatie van hun onderzoek, hebben Haan et.al (2014A) eerst alle 441 gemeenten van Nederland vergeleken op locatie en niveau van stedelijkheid. Vervolgens is de tweede stap van de steekproeftrekking uitgevoerd waarbij op basis van postcode gebieden zijn geselecteerd die tenminste aan 1 van de criteria van de 4 geselecteerde moeilijk te bereiken groepen voldeden. Dit zijn dus postcodegebieden waarin relatief veel mensen wonen die aan deze categorieën voldoen. Aan de hand van deze analyse werden 283 gemeenten geselecteerd. In een derde stap van de steekproeftrekking werden 169 gemeenten geselecteerd op basis van de locaties van de interviewers die werken voor GFK, een onafhankelijk onderzoeksbureau. Bij de vierde en laatste stap werden uiteindelijk 40 gemeentes geselecteerd op basis van locatie, zodat er evenveel plaatsen in elk van de 12 provincies werden geselecteerd, en op basis van stedelijkheid. Uiteindelijk werden deze 40 gemeenten gebruikt. Binnen deze gemeentes werden aan de hand van een steekproef op basis van adres (postcode) uiteindelijk 3496 huishoudens geselecteerd die werd gevraagd mee te doen aan het onderzoek. Van deze 3496 proefpersonen deden uiteindelijk 824 mee aan het onderzoek. In tabel 3 worden de 23

24 proefpersonen, benadering en modus weergegeven. De intro betreft de manier waarop de proefpersonen werden geïntroduceerd met het ESS onderzoek. Alle proefpersonen werden eerst geïnformeerd via een brief. De contact modus is de manier waarop de proefpersonen benaderd zijn of ze mee wilden doen aan het onderzoek. Dit gebeurde face-to-face of telefonisch. Als de proefpersonen wilden deelnemen aan het onderzoek kon dit telefonisch (CATI), face-to-face (CAPI) of met een onlinevragenlijst (CASI). Een deel van de proefpersonen had geen keuze van modus, zij werden willekeurig ingedeeld. In de tabel wordt de manier waarop de proefpersonen deelnamen aangeduid met keuze. Tabel 3: Benadering proefpersonen Groep 1 Groep 2 Groep 3 Totaal Intro Brief Brief Brief Contact modus Face- to- face Telefonisch Telefonisch Keuze CAPI / CASI CATI / CASI RANDOM CATI CAPI CASI CAPI 117 x respondenten CATI respondenten x Verdeling proefpersonen In totaal deden er 423 face-to-face en telefonische proefpersonen mee aan het onderzoek van Haan et.al., waarvan 217 face-to-face respondenten en 206 telefonische respondenten. De data om hypothese1 te toetsen was al beschikbaar, dus alle proefpersonen zijn gebruikt in hypothese 1. Van de 423 interviews met respondenten, zijn er 178 opgenomen en is dus een transcriptie van het interview beschikbaar. Hiervan zijn 94 face-to-face en 84 telefonisch. De data om hypothese 2 en 3 te toetsen was nog niet beschikbaar en is beschikbaar geworden door de transcripties. Echter, dit betroffen dus minder proefpersonen. Tabel 4: proefpersonen in huidig onderzoek Wel een transcriptie Geen transcriptie Totaal Face-to-Face Telefonisch Totaal 178 (H2,3) (H1) 24

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

De invloed van de interviewer op sociaal wenselijke antwoorden in survey interviews

De invloed van de interviewer op sociaal wenselijke antwoorden in survey interviews De invloed van de interviewer op sociaal wenselijke antwoorden in survey interviews Masterscriptie Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Letteren Afdeling: Communicatie- & Informatiewetenschappen Begeleider:

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

6 Valkuilen bij het maken van testvragen die eenvoudig zijn te ontwijken. Meer informatie? Bezoek ons op

6 Valkuilen bij het maken van testvragen die eenvoudig zijn te ontwijken. Meer informatie? Bezoek ons op 6 Valkuilen bij het maken van testvragen die eenvoudig zijn te ontwijken Veel hangt af van de formulering van een vraag in een test, quiz of enquête. Ook als je precies weet wat je wilt vragen beïnvloedt

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Lachgedrag in CAPI en CATI interviews. Een interactie- onderzoek naar lachen in face- to- face en telefonische interviews

Lachgedrag in CAPI en CATI interviews. Een interactie- onderzoek naar lachen in face- to- face en telefonische interviews Lachgedrag in CAPI en CATI interviews Een interactie- onderzoek naar lachen in face- to- face en telefonische interviews Karen Runneboom Masterscriptie Communicatie-en Informatiewetenschappen Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK IN DE WIJK DE STRIJP Onderzoeksverantwoording Dongen, mei 2001 Ond.nr.: 3444.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek 3. De steekproef

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Interview kadering : rollen interviewer & respondent. gespreksinleiding

Interview kadering : rollen interviewer & respondent. gespreksinleiding Interview kadering : rollen interviewer & respondent gespreksinleiding Prof. S. Celestin-Westreich, Basisvaardigheden Interview & Observatie, AJ0506 / p.1 Interviewen : wat? Vraaggesprek : Interviewer

Nadere informatie

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Provincie Noord-Brabant Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda T 076 515 13 88 info@dimensus.nl

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 5

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS ONDERZOEK GEMEENTEGIDS Gemeente Hulst GfK Panel Services I juli 2014 GfK 2014 Onderzoek gemeentegids gemeente Hulst juli 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Gebruik papieren

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014 Meten van Resultaat Carine van Schie 22 april 2014 Outline 1 Onderzoek 2 Gedragsverandering 3 Resultaat en (effect) metingen 4 Vragenlijst 5 Observatie 6 Respondenten 7 Analyse Onderzoek: Wat wil je weten

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Hoofdstuk 14. Gegevens verzamelen in het veld, nonresponsefouten. en screening van vragenlijsten

Hoofdstuk 14. Gegevens verzamelen in het veld, nonresponsefouten. en screening van vragenlijsten Hoofdstuk 14 Gegevens verzamelen in veld, nonresponsefouten en screening van vragenlijsten Niet-steekproefgebonden fouten in marktonderzoek Niet-steekproefgebonden fouten omvatten: alle soorten non-responsefout

Nadere informatie

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen TIPS VOOR ENQUÊTES 1. Opstellen van de enquête 1.1 Bepalen van het doel van de enquête Voor je een enquête opstelt denk je eerst na over wat je wil weten en waarom. Vermijd een te ruime omschrijving van

Nadere informatie

Effecten van enquêtemethoden op participatie en antwoordgedrag

Effecten van enquêtemethoden op participatie en antwoordgedrag 19 mei, 2015 1 Effecten van enquêtemethoden op participatie en antwoordgedrag Marieke Haan Rijksuniversiteit Groningen NPSO Innovatiedag, 19 mei 2015 CBS, Den Haag 19 mei, 2015 2 Achtergrond Aanleiding

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek

Nadere informatie

Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie

Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie Een onderzoek bij de inwoners van Mol en Dessel Universiteit Antwerpen 29 mei 2017 Lien Verbeeck Doel HOOFDVRAGEN - Hoe goed zijn de

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Reader Gespreksvoering

Reader Gespreksvoering Reader Gespreksvoering Achtergrondinformatie Soorten vragen Actief Luisteren Slecht nieuws Gesprek Fasen in het gesprek Soorten Vragen In een gesprek kun je verschillende soorten vragen stellen. Al je

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden. Actief luisteren Om effectief te kunnen communiceren en de boodschap van een ander goed te begrijpen, is het belangrijk om de essentie te achterhalen. Je bent geneigd te denken dat je een ander wel begrijpt,

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Technisch rapport kiesintentiemetingen

Technisch rapport kiesintentiemetingen Technisch rapport kiesintentiemetingen (In te vullen door het betrokken instituut en terug te sturen naar het secretariaat Febelmar, ter publicatie op de Febelmar website.) Dit rapport omvat een geheel

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Stap 1: Bepalen van het doel

Stap 1: Bepalen van het doel Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Rapportage cliëntervaringsonderzoek Rapportage cliëntervaringsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga december 2017 www.triqs.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leeswijzer... 4 Methode... 5 Uitkomsten meting... 6 Samenvatting...

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

Rapportage resultaten enquête project derdengelden Rapportage resultaten enquête project derdengelden Inleiding De verplichting om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief 20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma. Kübra Ozisik Februari 2018 Frans Oldersma www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3 2.2 Definitie kindermishandeling... 3 2.3 Campagne

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Hoofdstuk 9 Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Voordelen van surveys Standaardisering Eenvoudige toepasbaarheid Mogelijkheid om het onzichbare op het spoor te komen Geschiktheid voor statistische

Nadere informatie

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens BIJLAGE 2, nr. 248011 Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens April 2016 Gemeente Elburg Gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Deel 1. Inleiding 3 Deel 2. Motivatie afval

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie