ONDERNEMINGSRAAD. A.v.d.Akker , Commissiekamer 3, Aula. Agendapunt ONDERWERP

Transcriptie

1 Ans van den Akker Telefoon / a.r.vandenakker-meurs@tudelft.nl Onderwerp verslag ORV 244 dd Ons Opgesteld door Technische Universiteit Delft VASTGESTELD IN ORV 245 DD ONDERNEMINGSRAAD Betreft Verslag ORV 244 dd Aanwezig Afwezig met bericht J.H.Baggen, A.Beeloo, M.Blaauw, V.P.M. van Croonenburg, P.J. van Dijk, F.R.Edoo, B.H.Heersma (vz), A.den Hollander, M.H.Koopman (secr.), H.X.Lin, E.Louw, J.J.Meijer, D.A.Roozemond, B.Stuivenberg,, N.Tholen, A.C.E. van de Vusse, N.v.Wingaarde D.Hoeneveld, W.Schuite, M.N.P.Swarte Verslag Gasten Verzonden aan A.v.d.Akker D.A.Hoogwater, H.F.M.Corstens, OdC-3ME, OdC TBM. Aan alle aan- en afwezigen volgend overleg , Commissiekamer 3, Aula. Agendapunt ONDERWERP 244/ /2 244/5.g Opening en mededelingen Heersma opent de vergadering en heet iedereen welkom. De OdC-leden van TBM zijn al aanwezig en besloten wordt de herijking TBM direct na punt 2 te behandelen. De volgende mededelingen worden gedaan: LOVUM: de bijeenkomst in Eindhoven staat gepland voor 8 maart a.s. ; OR DB + ambtelijk secretarissen OR en SR bezoeken deze bijeenkomst. LOVUM: op 4 okt is het LOVUM te gast in Delft. Een programma wordt voorbereid. Wijziging baancodes: de wijziging is gemeld en staat bij de vergaderstukken op de U- schijf. Vacature OR: met het vertrek van Stefan Delfgou is een vacature ontstaan van de ABVA/KABO. Voorzien wordt dat deze niet opgevuld kan worden. GV Vertrouwenscommissie: er is voor vrijdagochtend een hoorzitting gepland waarbij het voorzittersoverleg uitgenodigd is over het nieuwe CvB-lid te spreken. Spreekrecht toehoorders Hiervan wordt op dit moment geen gebruik gemaakt. Herijkingsmaatregel TBM (gasten: Joost Groot Kormelink, Otto Kroeze, Jan Willem vd Plas, Laurens de Vries) Heersma meldt dat er een bijeenkomst van de Taskforce is geweest, waarin zij opgemerkt heeft dat het proces niet fijn is verlopen, maar dat het verheugend is te zien dat er aanpassingen zijn geweest. Wel is door Heersma nog wel commentaar geleverd op o.a. oudnieuw-vergelijking, een nieuwe vacature zonder omschrijving en is nadrukkelijk de vraag neergelegd om alles in 1 totaalplan te bezien. De vraag om het in 6 deelplannen te beschouwen, is onbekend bij de OdC TBM. Omdat er nog een aantal onbeantwoorde vragen zijn, wordt afgesproken de vragen zsm te formuleren en naar het CvB te zenden ter beantwoording door de faculteit. Baggen en Louw worden gevraagd de vragen te formuleren. Pag./van 1/8

2 Groot Kormelink meldt dat er van verschillende kanten vragen binnen komen bij de faculteit. OR is enigszins verbaasd hierover, want alles loopt via de lijn van het CvB. Duidelijk wordt, dat de faculteitssecretaris vragen heeft ontvangen die gesteld zijn door de Taskforce. Vragen worden onderschreven door de OR. Koopman vraagt Groot Kormelink om de vragen door te zenden. Ook het VLO heeft een advies uitgebracht over deze herijking. Dit advies wordt ter informatie doorgestuurd naar de OdC TBM. T.a.v. het VLO advies licht Van Schagen nog toe dat er z.i. veel cijfermatig en essentiële informatie ontbreekt voor wat betreft aantallen fte, functie inhoud, nieuwe functies, motivatie aangaande het opheffen van functies. De situatie van ITAF is onduidelijk. Het herijkingsdocument staat vol met aannames en verwachtingen voor de toekomst. Als dit niet allemaal gaat zoals beschreven, is het risico op een nieuwe reorganisatie erg groot. De onderbouwing waarop bepaalde secties moeten verdwijnen is er niet. Expliciet is in het stuk mismanagement genoemd. Dit n.a.v. excuses van het management aangaand falend beleid in het verleden. Groot Kormelink vult aan dat er van uit gegaan wordt dat onderwijsvakken heel makkelijk door andere docenten overgenomen kunnen worden. Er zijn cijfers opgevraagd en een overzichtje is ontvangen met de huidige docent en de toekomstige docent. Masters hebben prioriteit en gesneden wordt in de vrije vakken. Duurzaamheids-aantekening kan niet zo maar verdwijnen, dat is een faculteitsaangelegenheid. Portfolioreductie is al eerder gerealiseerd; minors zijn teruggebracht. In dit geheel wordt voorbij gegaan aan het behouden van expertise en geconstateerd wordt dat de nadruk ligt op onderzoek. De medewerkers die thans boventallig verklaard worden, zijn straks weer heel hard nodig. Ondertussen zijn er ook 7 nieuwe vacatures gemeld in de organisatie. Er is een mondelinge toezegging 5 personen van de huidige formatie hierop in te zetten. Een garantie is niet gegeven. Het is beleid om studenteninstroom op peil te houden. Minorsaantal gaat weer naar 7 waarbij de Minors Entrepeneurship worden samengevoegd. Het is nog een plan, met overtuiging gedragen en heeft perspectief, maar moet nog wel gerealiseerd worden. T.a.v. de boventalligheid is er kritiek verwoord door de OdC in haar reactie omdat er een omgekeerde werkwijze is gehanteerd en er geen beleid is te herkennen achter de boventallig-verklaring van een 14-tal medewerkers. Desgevraagd antwoordt de OdC dat de faculteit altijd een forse 3e geldstroom heeft gekend. Mensen zijn (oneigenlijk) vast aangesteld op basis van deze 3e en 2e geldstroom. Nu vermindert deze geldstroom en worden de mensen boventallig. Het is een beleid van jaren en niet verwijtbaar aan de laatste decaan. Kroeze merkt op dat er cijfers opgevraagd zijn. Daaruit blijkt dat in de periode fte aangenomen is. Uitgezet tegen de mensen die nu weg moeten, geeft dat een scheef beeld. Corstens merkt op dat er verschil is in tijdelijke plekken: met een afloop nu en aflopend na Dat levert problemen op in de toekomst. Er moet meer inzicht verkregen worden in dit proces. Van Schagen stelt dat een 3e geldstroom contractverplichtingen meebrengt. Op het moment dat iemand boventallig wordt, wordt hij niet geacht op zijn eigen werkplek verder te gaan, want zijn functie is opgeheven. Van Schagen vraagt nadrukkelijk aan de OdC om dit duidelijk te maken aan de decaan, bij het overhandigen van de brief met boventallig-verklaring aan de medewerker. Op moment dat het CvB een reorganisatie goedkeurt met daarbij het personeelsplan, treedt boventalligheid in en kan er niet meer gewijzigd worden. Het is niet mogelijk om gefaseerd boventalligheid toe te wijzen. Van Schagen vult aan dat het Sociaal Plan in 2014 niet meer van kracht is en dat erop wordt toegezien, dat dit voor de huidige boventalligen nog wel van kracht blijft. Tholen wijst erop dat de decaan er van uit gaat dat per alles gerealiseerd is. VdPlas geeft aan dat in 1e instantie is gekeken naar de oplossing via Pag./van 2/8

3 /5.b natuurlijk verloop, maar vervolgens werd geconstateerd dat de lopende contracten niet opgezegd of verbroken konden worden. Heersma stelt voor om de vragen te formuleren (regel 41 t/m 45, Studium Generale inbegrepen) en ter beantwoording in te dienen. Roozemond stelt voor om de hoofdvragen in de vergadering van in te brengen en de detailvragen schriftelijk aan te bieden met het verzoek binnen 2 weken voor beantwoording zorg te dragen. Baggen merkt nog op dat het niet correct is om de reorganisatie met verschillende categorieën aan te duiden en vervolgens te vragen om het als 1 totaalplan te behandelen. Daarnaast is er nog een aankondiging van een nieuwe reorganisatie in Het CvB zal om duidelijke antwoorden worden gevraagd. Blaauw vraagt of de OR het ermee eens is dat er een overcapaciteit is, gebaseerd op aannames tlv de 3e geldstroom en nu akkoord gaat met deze reorganisatie. Als dit zo is, dan moet de OR de besluitvorming niet vertragen. Het is al een heel slepend proces geweest. Medewerkers zijn gebaat met snel duidelijkheid. Directe herplaatsing van mensen is een belangrijk punt. Het gaat hier om medewerkers van een stichting binnen een faculteit. Baggen merkt op dat dit nooit gemeld is. Als dit een stichting is binnen de universiteit, heeft de OR het recht om bestuurders te benoemen hierin. Tholen brengt in herinnering dat de OR akkoord is gegaan met de eerste 15 M bezuiniging om zaken op orde te krijgen, maar dat er niet zonder meer goedkeuring is gegeven op de volgende bezuinigingen. Groot Kormelink merkt nog op dat een zorgelijk punt uit het OdC-memo, de procesgang is geweest. Heersma vat de discussie als volgt samen: de OR besluit om meer informatie op te vragen in de overlegvergadering van 14-2 hierover voor de eerste keer te discussiëren om vervolgens een goed besluit te kunnen nemen, waarna de strategie verder wordt bepaald. Baggen vraagt naar de 69-herijkingsmaatregelen. Dit overzicht wordt hem toegestuurd. Herijkingsmaatregel 3ME (Gast: Erik Ulijn) Ulijn merkt op dat de OdC zich ernstig zorgen maakt over het verkrijgen van goede managementinformatie, zowel over onderwijs als over onderzoek. Hiertoe wordt een nieuw ICT-systeem ingezet, waarin de OdC nog geen vertrouwen in heeft. Een ander punt van zorg is de kwaliteitsbewaking. Het plan is al heel oud, minstens twee jaar en thans zijn er opmerkingen gemaakt m.b.t. de inschaling en is de functieomschrijving aangepast. De OdC vraagt zich af of het wenselijk is om in deze functie beleid als onderdeel op te nemen. In het laatste plan is de functie omschrijving aangepast (academisch werk en denkniveau), waarop een schaal 12 gebaseerd is. De huidige medewerkers zouden niet over de benodigde competenties beschikken om deze functie te kunnen vervullen. De aanleiding tot dit plan is niet meer te achterhalen, maar wel is destijds gevraagd of er niet mogelijk andere organisatiedelen eerder in aanmerking zouden komen voor wijzigingen. Dat werd stellig van de hand gewezen, maar de huidige decaan is hierop teruggekomen. VdVusse merkt op dat het idee verkregen wordt dat het hier om slecht functionerende mensen gaat. In dat geval is de R&O de eerste stap. De faculteit wil andere mogelijkheden bekijken, als de OdC mee wil werken. Meijer merkt op dat het niet alleen een financiële prikkel is; het raakt de opzet van o.a. de onderwijsdirectie, kwaliteitszorg, diverse onderwijsperikelen, werkdruk. Heersma antwoordt dat het niet acceptabel is. Besloten wordt dat het punt wel op de agenda blijft en om vervolgens gezamenlijk te concluderen dat er een negatief advies afgeven gaat worden en de decaan te (laten) adviseren om een goed doordacht totaalplan in te brengen. Pag./van 3/8

4 /5.c 244/5.d In aansluiting op het gegeven om functies samen te voegen had het de OR logischer geleken eventuele problemen eerst in de R&O cyclus te hebben besproken. Roozemond vraagt in hoeverre er sprake is van een reorganisatie, als de BHV-medewerker vertrokken is, maar de functie gehandhaafd blijft. Hiervan is geen sprake, evenmin als een project gewoon is afgerond. Tholen trekt de discussie nog scherper door te stellen dat de TU geen medewerkers heeft met als functiebeschrijving BHV. Met algemene instemming wordt besloten om een brief te sturen met daarin benadrukt de volgende punten: 2 mensen weg 1 terughalen Geruchtenstroom. Heersma dankt Ulijn voor zijn toelichting en zegt toe hem verder op de hoogte te houden. Herijkingsmaatregel TNW (RID/O&O) Herijkingsmaatregel TNW (R3/RID/O&O) (gast: -/-) Met deze herijkingsmaatregelen verklaart de OdC TNW zich akkoord. Het VLO-advies is er op gericht om de uitwisselbaarheid van functies aan te laten tonen. Blaauw geeft een toelichting op de situatie. Deze actie kan beter gezien worden als onderhoud. De medewerkers zelf zijn niet ontevreden met deze oplossing. Voor de ene is er niet genoeg werk op het niveau dat de betrokkene aankan; de andere medewerker is inmiddels met pensioen. Volgens Heersma is dit niet de manier waarop personeelsbeleid uitgevoerd behoord te worden. Dit had veel eerder opgepakt kunnen worden. Van Croonenburg stipt aan dat dit in de praktijk veel voorkomt. Heersma geeft aan dit als hamerstuk te willen behandelen. De vergadering stemt hiermee in. Blaauw vraagt nog aandacht voor de procesgang. De medewerkers hebben 2 jaar geleden hun slecht-nieuwsgesprek gehad, met de aankondiging dat ze in juni 2012 na een formeel besluit van het CvB en positief advies van de OR, boventallig verklaard zouden worden. Ondertussen zijn de medewerkers vertrokken en nu ligt het bij de OR op tafel. Deze maatregelen hebben ernstige vertraging opgelopen voordat de medezeggenschap kan adviseren. Dit is opnieuw een voorbeeld waaruit blijkt dat er weinig controle of regie op de herijkingsagenda aanwezig is. Van Croonenburg geeft aan dat dit een goed moment is om te stellen dat nu de maat vol is en dit is het punt wat de OR moet maken. Roozemond merkt op dat in de TF Herijking de vraag werd gesteld wie de regie op de herijking voerde. Vanuit het CvB wordt dat bij de TF neergelegd en vice versa. Tevens wordt de TF niet als proactief ervaren en beschikt over weinig informatie wat er op de faculteiten gebeurt. Afgestemd wordt wie in de vergadering woordvoerder is. (Hoeneveld is in principe TNW-woordvoerder, maar was er niet bij.) Besloten wordt dat Heersma woordvoerder is, met bijval/aanvulling van Van Croonenburg als procesbewaker. Het doel is uiteindelijk antwoord te krijgen op de welke maatregelen het CvB denkt te gaan treffen om ervoor te zorgen dat dit soort stukken tijdig bij de OR op tafel komen. Thans is het zo dat ze op de OR-tafel belanden als alles al is uitgevoerd en van wezenlijke invloed weinig sprake is. Meijer legt de vraag voor of de procedure bij de Ondernemingskamer gemeld kan worden. Hoogwater legt uit dat melding eerst bij het CvB moet en als het CvB zich daar niet aan houdt, er een geschil is. Dan is het dus op basis van een casus en niet een procedure. Hooguit kun je het melden als dreigement. Roozemond geeft aan dat het CvB behoorlijk druk heeft uitgeoefend om snel te handelen. De afspraken worden geschonden en de gezamenlijke doelstelling snel en zorgvuldig is niet meer teruggezien. Hoe staat het CvB daar tegenover? Meijer merkt nog op dat de OR telkens met plannen geconfronteerd wordt die grotendeels al uitgevoerd zijn voordat er wezenlijke Pag./van 4/8

5 / / invloed uitgeoefend kan worden. Heersma neemt het inschakelen van de Delta in overweging. Van Croonenburg stelt voor om een aantal scenario s aan het CvB voor te leggen: moeten wij als OR dan naar de Ondernemingskamer of moeten wij dan publiceren? Want wij zien eigenlijk geen andere uitweg meer. Vervolgens krijgt het CvB ruimte om dit te organiseren en te reageren, want dat kan vermoedelijk niet direct. De 2e stap is dat de OR het aangekondigde scenario tot uitvoering brengt. Wat de OR wil, is wezenlijke invloed op de besluitvorming. Corstens en Hoogwater adviseren de focus te leggen op TBM en 3ME. Van Croonenburg refereert aan een gelijksoortige discussie over de financiële positie van de faculteiten. Het was lastig voor het CvB om grip te krijgen op de uitgaven van de faculteiten. Vervolgens is besloten dat Rullmann maandelijks contact zou hebben met de faculteiten om deze inzage te verkrijgen. Het zou voor de uitvoering van herijkingsmaatregelen ook ingezet kunnen worden: maandelijks contact met de faculteiten, inventarisatie stavaza en rapportages. De OR besluit dat TNW niet inhoudelijk behandeld hoeft te worden, maar wel de procesgang. Het uitnodigen van de decaan is daarom niet nodig, echter dat is aan het CvB. Terugkoppeling Heisessie 5 en 6 februari 2013 Heersma merkt op dat het een enthousiaste sessie was, waarin de leden volop meededen. Voorbespreking OV conceptagenda De volgende punten moeten nog worden besproken: Integriteit : hoe blijven OR en CvB dit onder de aandacht brengen? wijziging informeel overleg CvB: OR ziet graag een andere invulling van het informeel overleg. De voorkeur gaat uit naar een informele avond of 2-uurtjes sessie en dan echt brainstormen. CvB en OR kunnen elkaar meenemen in de vrije gedachtenvorming De instituten: diverse instituten zijn opgeheven en er worden weer nieuwe gestart. Ongetwijfeld zal een weerwoord van het CvB zijn dat er geen personeel binnen de instituten zit en ze geen geld kosten, maar het is een beetje vreemd. Meijer merkt op dat de definitie van instituut gewijzigd is. Er zijn instituten als virtuele organisatie of volgens het beheersplan. In de universiteit is nog niet duidelijk naar voren gekomen welke definitie van toepassing is op de TUD. Afgesproken wordt dat Heersma dit aan de orde zal stellen in de rondvraag. Ombudsman en initiatiefrecht: deze worden even geparkeerd. De OR heeft daarop instemming. Brief Vastgoed: OR heeft aangegeven dat de OR graag (mee) wil prioriteren en de volgorde wil weten. In onderling overleg wordt besloten FMVG een brief te sturen. WG Vastgoed zal een concept maken. Roozemond merkt op dat er nog twijfel is om dit mondeling tijdens het e.v. overleg aan te kaarten of schriftelijk. Baggen merkt op dat het al zo vaak mondeling is aangekaart, maar nog steeds niet tot de gewenste informatie heeft geleid. Van Croonenburg merkt op dat bovenaan de prioriteitenladder het onderwerp Vastgoed staat. Hij legt voor om te vragen wanneer de informatie hierover beschikbaar komt en zonodig een deadline te stellen wanneer de informatie uiterlijk beschikbaar moet zijn. Bemensing Cie s: daar komt een nieuw aangepast overzicht van, met de correcte benaming van de commissies en werkgroepen. N.a.v. instituten, merkt VdVusse op begrepen te hebben dat er ook diverse stichtingen zijn binnen de TU, welke niet gemeld zijn/worden aan de medezeggenschap. Zij zou daar graag eens een overzicht van zien. Tholen verwijst naar het jaarverslag, waarin deze stichtingen vermeld staan. Hoogwater legt uit dat, als het gaat om een stichting of onderneming van de TUD de OR het recht heeft ten minste de helft van de bestuurders te leveren. Een boeiend Pag./van 5/8

6 gegeven, maar de indruk bestaat dat dit niet gebeurt. Dit is ter compensatie van het feit dat de instituten geen medezeggenschap hebben. Besloten wordt hierover op dit moment geen vraag te formuleren. Roozemond stelt voor om als we dit gaan bekijken, hierop extern advies in te winnen. Roozemond zal de vraag om informatie betreffende de prioritering Vastgoed, in de rondvraag stellen, dan wordt het in de notulen opgenomen. Hij zal benadrukken dat de beantwoording van eminent belang is voordat er op welke aanvraag over Vastgoed dan ook gereageerd wordt. Roozemond wil het zo expliciet stellen dat de aanvraag van de verbouwing van BK hieraan gekoppeld wordt. Den Hollander vraagt vanaf welk bedrag de OR geïnformeerd wenst te worden. Eigenlijk niet gerelateerd aan geld, maar alles wat een belangrijke investering wordt., Heersma geeft aan dat verschillende bedragen besproken zijn, echter soms is met een plan van ca. 500 K al veel schade te berokkenen. Dat is niet gekoppeld aan een specifiek bedrag. Het Bandridgegebouw is voor 12 M aangekocht. Dit heeft de OR uit de CvB-verslagen moeten lezen. De OR wil graag de zaken op een goede manier op scherp stellen. VdVusse denkt dat het raadzaam is om na het stellen van deze vraag in de rondvraag, het alsnog schriftelijk aan te bieden. En de definitie van belangrijk heeft de OR al laten uitzoeken. Definitie van belangrijk is volgens de wet niet opgehangen aan euro s maar betekent wel een behoorlijk percentage van je omzet (10 M t.b.v. RvT, is redelijk) maar voor de OR is van belang de kleine investeringen die ook grote personele of andere gevolgen kunnen hebben. Volgens Meijer is het belangrijk, dat de OR wel over de basis informatie moet kunnen beschikken, wil de OR aanvragen voor vastgoedinvesteringen kunnen beoordelen. Roozemond geeft aan dat de WG Vastgoed op dit moment redelijk meegenomen wordt in de planvorming. Zeker bij TNW is de OdC behoorlijk ingewijd. Maar er is minder inzicht in allerlei kleine dingen en de ingezette prioritering is onduidelijk. De OR heeft geen inzicht in de diverse relaties tussen VG-projecten. Van Croonenburg merkt op dat geconstateerd mag worden dat de OR niet goed geïnformeerd wordt en haalt als voorbeeld aan de aanschaf van DWW-gebouw (is niet gemeld bij de OR) en toevallig, omdat ernaar gevraagd is, wetende dat de aanbesteding heeft plaatsgevonden, komt achteraf de informatie over de prioritering van BK naar boven. Roozemond vult aan dat hij ook wel de aanvragen voor plan- of adviesstudies en onderzoeksopdrachten zou willen zien. Hier moet in bredere setting nog over gesproken worden, maar er gaat veel geld om in deze onderzoekjes, die vervolgens worden afgeboekt. Is het niet wenselijk om dit soort zaken ook van een advies te voorzien voordat gestart wordt? Aanvullend merkt Hoogwater op dat de OR adviesrecht heeft op het inhuren van externe expertise, zelfs op de formulering van de opdracht. Roozemond heeft de vraag over Bk zowel bij Stokkers als VdBerg als Rullmann neergelegd en 3 verschillende antwoorden gekregen. Louw merkt op dat hij nog steeds het doel mist, het hoe, wat en waar. Roozemond legt uit dat het doel is dat er sober en doelmatig geld uitgegeven wordt aan de goede dingen. Vastgoed heeft een ambitieus plan en het is mede aan de OR of het de juiste prioritering is en dat het in de juiste volgorde plaatsvindt, m.a.w. de belangrijkste dingen eerst. Tholen wijst nog naar de campusvisie waarover is gediscussieerd, maar die niet voor ligt. De visie wordt bewerkt, maar moet ook bijdragen tot het plaatje hoe het er hier in 2020 uitziet en dat is niet zichtbaar. Tholen geeft ook aan dat het wenselijk is om te weten waarom er een gebouw moet komen, wat erin komt, hoe goedkoop, de onderwijsfaciliteiten en het inschatten van financiële risico s voor de TU. Vastgoed bekijkt de zaken met andere ogen: een ouder gebouw in stand houden kost volgens Vastgoed veel geld. Heersma meldt nog dat er in het AD een aardig stuk heeft gestaan over de invulling van de campus en het betrekken van de kelders hierbij. Stuk wordt nog nagestuurd. Pag./van 6/8

7 244/5.a /5.e 244/5.f Vaststellen verslag OV 133 Daar de aanlevering wat vertraagd is, heeft niemand het gelezen. Behandeling wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. Koopman meldt dat haar bij een snelle scan een punt opviel in regel 180 VdB licht zijn persoonlijke opinie toe. Roozemond zal het verslag doornemen en indien nodig in de vergadering hierop reageren. Nevenwerkzaamheden Er is een conceptadvies opgesteld door Meijer t.b.v. de VLO. Er zullen nog enkele aanpassingen gedaan worden. Voorbespreking presentatie Bewust belonen De presentatie wordt gehouden door Jansen, directeur HR. De OdC heeft hierop een schriftelijke reactie gegeven. Na enige discussie wordt besloten om vooraf geen vragen in te sturen. Louw stelt dat het CvB de beantwoording van de door de OdC gestelde vragen via de OR laat lopen. Dat is de juiste routing. Van Croonenburg merkt op dat het uitgangspunt eigenlijk is dat er te weinig geld beschikbaar is om mensen te belonen als dit in mindering wordt gebracht op de toegekende geldstroom. We moeten er naar toe mensen op een eerlijke, gelijke manier te beoordelen en middelen te verdelen. En de faculteiten zouden meer aan het beloningssysteem moeten uitgeven. Maar zij kiezen ervoor dat anders te besteden. Er is geen enkele faculteit die aan 0,5% komt, laat staan aan de 2%. Blijkbaar krijgt de UD de financiële ruimte en vindt de UD bewust belonen belangrijk. De faculteiten zien dat anders. En het feit blijft dat de OR al jaren vraagt om gegevens, nu is er wat ontvangen over 2010 en 2011, maar het is nog steeds niet compleet. Meijer merkt op dat in voorkomende gevallen ook wel eens gedacht wordt aan het toestaan van een leuke training of deelname aan een congres. Dit wordt door de meerderheid niet gezien als bewust belonen, maar als werk. Blaauw geeft aan dat verschillende (groepen) mensen verschillende soorten beloningen nodig kunnen hebben, om gemotiveerd te worden. We zouden als OR kunnen zeggen dat de faculteiten 1% van de loonsom apart zetten en oormerken voor bewust belonen. Roozemond ziet dan graag dat deze 1% extra toegevoegd wordt. Dat is precies waar het om gaat, lukt het niet met 1%, spreek dan af 0,5%, maar dan voor iedereen en geef het dan wel uit. Hoogwater adviseert deze presentatie en reactie van de OdC UD ook naar de VLO door te sturen. Wellicht dat er van die kant ook nog wat aanvullende vragen komen. Verder stipt Hoogwater het punt aan dat gratificaties meegenomen worden in de R&O gesprekken. Tevens blijkt dat op een aantal plaatsen de R&O gesprekken niet jaarlijks gevoerd worden, maar 2-jaarlijks. Het totaalbeeld raakt hierdoor kwijt. Daarnaast is het geven van een gratificatie het geven van een blijk van waardering. Opgemerkt wordt dat het niet gaat om extra toe te kennen geld, maar om het vrijmaken van geld uit de vigerende begroting. Hoogwater merkt verder op dat de regeling goed doorgenomen zou moeten worden, omdat bijv. er ook staat dat het niet is toegestaan om 2 jaar achter elkaar een gratificatie toe te kennen aan dezelfde werknemer. Dan wordt het gezien als een toelage. Heersma rondt de discussie af met het verzoek aan allen om de presentatie eens rustig door te nemen en eventueel zelf vragen te formuleren en die te stellen. Heersma vraagt of er nog nijpende zaken zijn, anders stelt zij voor door te schuiven: Agp.5.a. vaststelling verslag OV 133 (indien nog nodig) Agp 6.3. voors en tegens uit Roadmap Agp 7. rapportage uit de commissies, WG, SR, GV, VLO e.o. Pag./van 7/8

8 Herijkingsmaatregel OTB/Bk Louw stelt dat deze OR steken heeft laten vallen als het gaat om de integratie van OTB/Bk en de schuld wordt nu afgeschoven op de OdC. Er begint nu ook gemor te ontstaan, vanwege het feit dat de OR niets doet. Heersma weerlegt dit met klem. Zij heeft geprobeerd achter de schermen mensen te bewegen, maar er is geen beweging in te krijgen. Heersma geeft aan geprobeerd te hebben BK te bewegen om de OTB-mensen eens te laten zien waar ze gehuisvest gaan worden, want dat is de grote zorg van de OTB-medewerkers. De bereidheid is wel uitgesproken, alleen het wordt niet uitgevoerd. Een van de uitspraken die Roozemond als schadelijk heeft ervaren, is een reactie van de decaan Laglas waarbij zij zegt dat de OdC OTB geen gesprekspartner is. Van Croonenburg heeft nog niet gehoord wat er nu van de OR verwacht wordt. Louw merkt op dat er niet zolang gewacht kan worden met het doen van een uitspraak. De verhuizing is een jaar uitgesteld en er is getracht meer ruimte voor OTB te verkrijgen, maar de verhuizing gaat door. Baggen merkt op dat er destijds onvoldoende informatie beschikbaar was om een goed advies af te geven. Roozemond stelt dat de bestuurder de gevraagde informatie nog steeds niet beschikbaar heeft. Gezien de ernst van de zaak, is het inderdaad niet netjes om geen uitspraak te doen. Het zijn twee partijen die samen verder moeten, maar de belangen verschillen aanzienlijk. In dit geval is de OR de bepalende partij en gaat een advies geven. De OdC Bk vindt alles goed en de OdC OTB heeft daar moeite mee. Vanuit het CvB is er een brief ontvangen met het verzoek om voor 25 febr een advies af te geven. Koopman vraagt wat het antwoord van de OR is. Van Croonenburg merkt op dat in dit geval er onvoldoende informatie aanwezig is om een fatsoenlijk advies uit te brengen en daarbij ook nog onvoldoende vertrouwen en dat geeft aanleiding tot een negatief advies. En als de OR negatief adviseert, moet er een gemotiveerd beslissing komen waarom CvB/Bk afwijken. Na enige discussie wordt besloten om dit punt OTB/Bk in te brengen in het algemene punt herijking en een negatief advies aan te kondigen. W.v.t.t.k. / Rondvraag Tenure Track In de vergadering met het MT en de OdC LR heeft decaan van LR zich laten ontvallen de tenure track niet altijd toe te passen. Deze mededeling heeft Menno ook in het HRcie overleg met Jansen neergelegd. OTB/Bk Louw geeft aan graag hierover verder te willen praten met de OR in een besloten vergadering. De vergadering gaat akkoord en de voorzitter sluit het openbare gedeelte, onder dankzegging naar de toehoorders. Pag./van 8/8