Succesvol beleggen in binnenstedelijke winkelcentra

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Succesvol beleggen in binnenstedelijke winkelcentra"

Transcriptie

1 Succesvol beleggen in binnenstedelijke winkelcentra Een aanzet voor een toetsingsmodel door en voor de belegger Annette Postma Amsterdam, augustus 2008

2 Succesvol beleggen in binnenstedelijke winkelcentra Een aanzet voor een toetsingsmodel door en voor de belegger MASTER THESIS Master of Studies in Real Estate Amsterdam School of Real Estate Auteur: Begeleider ASRE: Begeleider CB Richard Ellis: Mevrouw A. Postma De heer drs. G.A. Vos De heer drs. R.L. Bak Amsterdam, augustus 2008

3 VOORWOORD Deze Master Thesis vormt het resultaat van de afronding van de opleiding Master of Studies in Real Estate (MSRE) aan de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). Deze titel wordt verkregen als drie van de zeven MSRE vakken zijn afgerond en een Master Thesis is geschreven. Door te kiezen voor de vakken Marktanalyse, Assetmanagement en Waarderen heb ik het beroepsprofiel Management gevolgd. Binnen dit profiel staat sturen op waarde van vastgoed centraal en het onderwerp van de Master Thesis moet gericht zijn op vraagstukken betreffende de vastgoedvoorraad. De start van het schrijven van deze Master Thesis vond tegelijkertijd plaats met mijn indiensttreding als researcher bij de internationale vastgoedorganisatie CB Richard Ellis. De keuze van het onderwerp is voortgekomen uit het feit dat de werkzaamheden binnen mijn nieuwe functie voor een groot deel samenhangen met het analyseren van winkels. Daarnaast heeft mijn persoonlijke interesse in binnenstedelijk winkelvastgoed tot de uiteindelijke keuze van het onderwerp geleid. Vanuit de Amsterdam School of Real Estate is dit onderzoek begeleid door Gerjan Vos, docent aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam. Hierbij wil ik hem bedanken voor de goede adviezen, opbouwende kritiek en plezierige samenwerking. Voor de interne begeleiding vanuit CB Richard Ellis was mijn direct leidinggevende Rudolf Bak, Director Research, verantwoordelijk. Ik wil hem bedanken voor zijn waardevolle inhoudelijke adviezen. Binnen de afdeling Retail van CB Richard Ellis gaat mijn dank uit naar Krijn Taconis, omdat ik gebruik heb mogen maken van zijn kennis van en contacten binnen winkelvastgoedmarkt. Ook wil ik de negen winkelbeleggers bedanken, die ik heb mogen interviewen. De Master Thesis is tot stand gekomen door een balans te zoeken tussen werk, studie en privé. Mijn speciale dank gaat daarom uit naar mijn vriend Willem van der Kooij voor zijn inhoudelijke feedback en morele ondersteuning. Amsterdam, augustus 2008 Annette Postma 2

4 SAMENVATTING Aanleiding, probleemstelling en doelstelling Het afgelopen decennium is ongeveer 11 miljoen m² winkelvloeroppervlak opgeleverd. Dit komt neer op een stijging van de Nederlandse winkelvoorraad met bijna 65% tot ruim 28 miljoen m². De Nederlandse bevolking heeft met ongeveer 1,7 m² per persoon nooit eerder over zo veel winkelruimte kunnen beschikken. De huidige totale planvoorraad van de Nederlandse projectontwikkelaars omvat ruim 4,9 miljoen m². In de binnensteden is nauwelijks nog ruimte beschikbaar voor de toevoeging van nieuwe winkelmeters. Aan de stadsranden bestaan echter nog steeds voldoende mogelijkheden. Met de nieuwe Nota Ruimte, die in januari 2006 door het Ministerie van VROM is geïntroduceerd, is de regelgeving ten aanzien van de ontwikkeling van grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden verder versoepeld. Door de centrale ligging in de stad en de doorgaans kleinschalige openbare ruimte bestaan in binnensteden vrijwel altijd problemen ten aanzien van bereikbaarheid en parkeren. Hierdoor zijn consumenten geneigd uit te wijken naar beter bereikbare winkelgebieden aan de rand van de stad. Hierdoor is de concurrentiepositie van de binnensteden ten opzichte van de stadsranden verslechterd. Dit komt tot uitdrukking in de bezoekersaantallen van winkels in de Nederlandse binnensteden, die de afgelopen jaren zijn gedaald. Ondanks het gebrek aan ruimte heeft in vrijwel alle Nederlandse binnensteden het afgelopen decennium een planmatige ontwikkeling van een winkelcentrum plaatsgevonden. Het grootste gedeelte van de projecten is succesvol gebleken door de hoge aantallen bezoekers en daaruit voortvloeiende forse winkelomzetten. Een aantal projecten kampt echter met tegenvallende bezoekersaantallen en een achterblijvende omzet. Op dit moment zijn in meerdere binnensteden planmatige winkelcentra in ontwikkeling. Het wordt voor een winkelbelegger echter steeds risicovoller om te investeren in een dergelijk project. Wanneer de druk op de binnensteden verder toeneemt, zullen de bezoekersaantallen blijven teruglopen en de omzet van de winkeliers achterblijven, hetgeen een drukkend effect op het beleggingsrendement heeft. De Master Thesis heeft als doel inzicht te krijgen in de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad als beleggingsobject. Om deze doelstelling te bereiken dient de onderstaande onderzoeksvraag te worden beantwoord. Wat zijn de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad als beleggingsobject en in welke mate dragen de afzonderlijke factoren bij aan dit succes? De voltooiing van deze Master Thesis zal een eerste stap zijn naar een model waarmee een belegger het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad vooraf kan toetsen. 3

5 Methode van onderzoek Het theoretische gedeelte van het onderzoek is uitgevoerd door middel van literatuurstudie. Als eerste zijn de kenmerken van de Nederlandse winkelmarkt in kaart gebracht. Vervolgens is vastgesteld wanneer een winkelcentrum kan worden getypeerd als een succesvol beleggingsobject. Als laatste zijn de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied geïnventariseerd. Voor de uitvoering van het praktijkgedeelte van het onderzoek is gebruik gemaakt van mondelinge interviews, die zijn gehouden bij toonaangevende beleggingsorganisaties in winkelvastgoed. De waardebepalende factoren, die bij het theoretische gedeelte van het onderzoek zijn geïnventariseerd, zijn door de geïnterviewden gerangschikt. De mate waarin de afzonderlijke factoren invloed uitoefenen op de hoogte van het beleggingsrendement van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied is hierbij het uitgangspunt. Het laatste gedeelte van het onderzoek bestaat uit een analyse van de resultaten van de gehouden interviews. Nederlandse winkelbeleggingsmarkt De Nederlandse winkelmarkt wordt gekenmerkt door een fijnmazige verzorgingsstructuur, bestaande uit binnensteden, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra. Door de veranderende bevolkingssamenstelling en consumentenvoorkeuren is op de winkelmarkt echter sprake van ruimtelijke ontmenging. Dit betekent dat er steeds meer onderscheid komt in locaties voor recreatief winkelen (binnensteden), locaties voor doelgerichte aankopen (stadsdeelcentra) en locaties voor dagelijkse inkopen (buurt- en wijkwinkelcentra). Andere belangrijke trends op de Nederlandse winkelmarkt zijn de schaalvergroting van winkelunits, de filialisering van winkelbedrijven en de internationalisering van formules. De Nederlandse winkelmarkt wordt gekenmerkt door een laag leegstandspercentage van ongeveer 4%. In het hoofdwinkelgebied van de binnensteden komt leegstand niet of nauwelijks voor en vrijkomende winkelruimte vindt vrijwel meteen een nieuwe gebruiker. Hierdoor zijn de huurprijzen de afgelopen jaren fors gestegen. Beleggen in winkelvastgoed is mede door het lage leegstandsrisico en het hoge en stabiele huurprijsniveau erg populair. Ook door de afnemende aantrekkelijkheid van de beleggingsmarkten van kantoren en bedrijfsruimten is de vraag naar winkels de afgelopen jaren gestegen. De prestaties van een beleggingsobject kunnen meetbaar worden gemaakt aan de hand van het rendement. Het totale rendement geeft de opbrengst van de investering van een object weer gedurende de exploitatieperiode en bestaat uit een direct en indirect gedeelte. Het afgelopen decennium is op winkels een hoger totaal rendement behaald dan op de andere traditionele segmenten binnen de vastgoedmarkt. Waardebepalende factoren In de praktijk worden door vastgoedpartijen verschillende indelingsmethoden van waardebepalende factoren gebruikt om inzicht te krijgen in de rendementsontwikkeling van winkelvoorzieningen. In 1995 heeft Zimmer op basis van een analyse van de op dat moment bestaande indelingen en zijn ervaringen uit de praktijk een indeling gemaakt van vijftig 4

6 waardebepalende factoren, die gelijkmatig zijn verdeeld over vijf verschillende kwaliteitsaspecten. De indeling van Zimmer dient als uitgangspunt bij de ontwikkeling van een model waarmee een belegger vooraf het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad kan toetsen. Omdat er veel overeenkomsten tussen de waardebepalende factoren van Zimmer bestaan, zijn de factoren gecomprimeerd tot een kleiner aantal. De vijftien waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad als beleggingsobject en de mate waarin de afzonderlijke factoren bijdragen aan dit succes zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Kwaliteitsaspect Waardebepalende factor Weging Locationele en omgevingskwaliteit 42 Verzorgingsgebied 21 9 Concurrentiepositie 11 4 Overheidsbeleid 7 3 Standplaatskwaliteit Bereikbaarheid 18 8 Parkeren Functionele kwaliteit 27 Branchering Trekkers Leisure Fysieke kwaliteit 19 Routing 34 6 Maatvoering 29 6 Uitbreidingsmogelijkheden 16 3 Vormgeving Commerciële kwaliteit 12 Doelgroep 52 6 Positionering Conclusies De binnensteden vervullen in toenemende mate een recreatieve rol binnen de Nederlandse winkelmarkt en onderscheiden zich ten opzichte van de overige winkelgebieden, in het bijzonder door de opbouw van de voorraad en de ontwikkelingen op de verhuurmarkt. Hoewel er verschillende indelingsmethoden van waardebepalende factoren bestaan om de rendementsontwikkeling van zowel individuele winkels als winkelcentra inzichtelijk te maken, bestaat er geen indeling specifiek voor binnenstedelijk winkelvastgoed. De locationele en omgevingskwaliteit bepaalt volgens de geïnterviewde beleggers grotendeels het rendement van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied, gevolgd door de functionele kwaliteit, de fysieke kwaliteit en de commerciële kwaliteit. De mate waarin de onderliggende waardebepalende factoren door de belegger te beïnvloeden zijn, ligt aan de weging te grondslag. 5

7 Het gewicht van de locationele en omgevingskwaliteit wordt grotendeels beïnvloed door de standplaatskwaliteit van het winkelcentrum en de omvang van het verzorgingsgebied. Het aantal consumenten dat een winkelcentrum bezoekt is namelijk in de meeste gevallen doorslaggevend voor de hoogte van het beleggingsrendement. Omdat er zonder sterke trekkers geen goede branchering kan bestaan, is de functionele kwaliteit voor bijna de helft afhankelijk van de trekkers die in het winkelcentrum zijn gehuisvest. Bij fysieke kwaliteit bestaan er minder grote verschillen tussen de invloed van de bijbehorende waardebepalende factoren. Toch bepaald de routing voor het grootste gedeelte de fysieke kwaliteit van een winkelcentrum. Bij commerciële kwaliteit is het verschil tussen de twee waardebepalende factoren erg klein. De focus op het aantal en het soort doelgroepen en de bijbehorende positionering van het winkelcentrum in de markt gaan vrijwel gelijk op. Aanbevelingen Om tot een toetsingsmodel te komen, waarmee een belegger het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad vooraf kan toetsen dienen de onderstaande vervolgstappen te worden genomen. 1. De vijftien waardebepalende factoren dienen te worden omgezet naar meetbare prestatie-indicatoren en vervolgens te worden vertaald naar een conceptueel toetsingsmodel. 2. De betrouwbaarheid en werkbaarheid van het conceptuele model kan worden getoetst door middel van een aantal casestudies. Hierbij dienen planmatig ontwikkelde winkelcentra in binnensteden als de onderzoekseenheden. 3. Aan de hand van een analyse van het toetsingsresultaat kan het conceptueel model worden aangepast. Uiteindelijk wordt het definitieve model opgesteld waarmee een belegger het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad vooraf kan toetsen. 6

8 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 2 SAMENVATTING... 3 OVERZICHT VAN FIGUREN EN TABELLEN INLEIDING Aanleiding Probleemstelling Doelstelling Vraagstelling Onderzoeksmethode Leeswijzer KENMERKEN VAN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Opbouw huidige winkelvoorraad Overheidsbeleid Planvoorraad nieuwbouwontwikkelingen Markttrends Verhuurmarkt Beleggingsmarkt WINKELBELEGGINGEN EN RENDEMENT Direct en indirect beleggingsrendement Karakteristieken winkelbeleggingen WAARDEBEPALENDE FACTOREN WINKELCENTRA WAARDEBEPALENDE FACTOREN WINKELCENTRA NAAR KWALITEIT Locationele en omgevingskwaliteit Verzorgingsgebied Concurrentiepositie Overheidsbeleid Standplaatskwaliteit Bereikbaarheid en parkeren Functionele kwaliteit Branchering Trekkers Leisure Fysieke kwaliteit Routing Maatvoering en uitbreidingsmogelijkheden Vormgeving Commerciële kwaliteit Doelgroep

9 Positionering Samenvatting EEN WEGING VAN DE WAARDEBEPALENDE FACTOREN Beschrijving van de interviews Opbouw van de interviews Uitgangspunten van de interviews Verwerking van de uitkomsten van de interviews Analyse van de uitkomsten van de interviews Locationele en omgevingskwaliteit Functionele kwaliteit Fysieke kwaliteit Commerciële kwaliteit Samenvatting CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Aanbevelingen BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN Bijlage 1: Voorbeeld van het interview Bijlage 2: Overzicht van steden Bijlage 3: Overzicht van planmatig ontwikkelde winkelcentra in binnensteden Bijlage 4: Uitkomsten van de interviews Bijlage 5: Uitkomsten van de interviews, gecorrigeerd 8

10 OVERZICHT VAN FIGUREN EN TABELLEN Figuren Figuur 1.1: Stroomschema onderzoek Figuur 2.1: Voorraad naar type winkelgebied Figuur 2.2: Interstedelijke verzorgingsstructuur volgens Christaller Figuur 2.3: Ontwikkeling totaal rendement vier beleggingscategorieën Figuur 2.4: Ontwikkeling direct rendement vier beleggingscategorieën Figuur 2.5: Ontwikkeling indirecte rendement vier beleggingscategorieën Figuur 3.1: Opbouw beleggingsrendement Figuur 5.1: Branchering A1-standkwaliteit binnensteden Figuur 5.2: Branchering A2-standkwaliteit binnensteden Figuur 5.3: Relatie omvang hoofdwinkelgebied en hoogte huurprijs Tabellen Tabel 4.1: Indeling waardebepalende factoren volgens het CIMK Tabel 4.2: Indeling waardebepalende factoren naar kwaliteiten Tabel 4.3: Indeling waardebepalende factoren volgens Koot Tabel 5.1: Waardebepalende factoren locationele en omgevingskwaliteit Tabel 5.2: Standplaatskwaliteiten Tabel 5.3: Waardebepalende factoren functionele kwaliteit Tabel 5.4: Waardebepalende factoren fysieke kwaliteit Tabel 5.5: Waardebepalende factoren commerciële kwaliteit Tabel 5.6: Kwaliteitsaspecten en waardebepalende factoren Tabel 6.1: Uitkomsten kwaliteitsaspecten Tabel 6.2: Uitkomsten locationele en omgevingskwaliteit Tabel 6.3: Uitkomsten functionele kwaliteit Tabel 6.4: Uitkomsten fysieke kwaliteit Tabel 6.5: Uitkomsten commerciële kwaliteit Tabel 6.6: Eindresultaat interviews

11 1. INLEIDING In dit hoofdstuk komt allereerst de aanleiding van deze Master Thesis aan de orde. Vervolgens worden de doelstelling, de probleemstelling en de vraagstelling gepresenteerd. De gehanteerde onderzoeksmethode wordt in de vijfde paragraaf beschreven. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk voorziet in een korte vooruitblik op de opbouw van deze Master Thesis. 1.1 Aanleiding Locatus (2007), leverancier van informatie over winkels en winkelgebieden, telt in Nederland bijna winkels met een totaal vloeroppervlak van ongeveer 28,2 miljoen m². De Nederlandse bevolking heeft met ongeveer 1,7 m² per persoon nooit eerder over zo veel winkelruimte kunnen beschikken. Ook vergeleken met andere Europese landen is deze metrage erg hoog. Het afgelopen decennium is ongeveer 11 miljoen m² aan de winkelvoorraad toegevoegd. Uit onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) (2007) blijkt dat de huidige totale planvoorraad van de Nederlandse projectontwikkelaars ruim 4,9 miljoen m² winkelruimte omvat. Het is de bedoeling dat deze nieuwe meters de komende tien jaar worden opgeleverd. Uit een artikel van Hanff (2007) in Vastgoedmarkt blijkt dat een aantal partijen binnen de winkelmarkt de omvang van de huidige planvoorraad negatief bekritiseert. Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) vindt dat er een einde moet komen aan de ongeremde groei van het winkelvloeroppervlak in Nederland. In tien jaar tijd zijn de bestedingen van de Nederlandse huishoudens binnen de detailhandel met 21% gestegen. Dit percentage staat echter niet in verhouding tot de groei van het winkelvloeroppervlak dat in dezelfde periode met maar liefst 64% is gestegen. Het HBD stelt dat de totale omzet binnen de detailhandel over steeds meer meters moet worden verdeeld. Ook de NEPROM is ongerust over de omvang van de planvoorraad. Volgens de vereniging kan aan de winkelmarkt nog slechts 1 tot 1,5 miljoen m² worden toegevoegd. De berekeningen zijn gebaseerd op de huidige winkeldichtheid van ongeveer 1,7 m² per persoon en de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geprognosticeerde groei van de Nederlandse bevolking. In de komende vijfentwintig jaar kan de bevolking nog stijgen met ongeveer personen. Het CBS verwacht dat de bevolkingsgroei daarna zal omslaan in krimp. Ondanks de scheve verhouding tussen de groei van de bestedingen van de Nederlandse huishoudens enerzijds en het aantal opgeleverde winkelmeters anderzijds, heeft de winkelmarkt de forse uitbreidingen goed kunnen opvangen. Dit komt onder andere tot uitdrukking in het lage leegstandspercentage van gemiddeld 4% (DTZ Zadelhoff, 2008). Het is echter de vraag of dit ook voor de toekomst zal gelden. Als de Nederlandse winkelmarkt daadwerkelijk verzadigd raakt en er een overschot aan meters ontstaat, zal niet alleen de concurrentie tussen de verschillende winkelsteden toenemen, maar ook de concurrentie tussen de verschillende typen winkelgebieden binnen een stad. De grotere Nederlandse winkelsteden onderscheiden binnensteden, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra, buurtwinkelcentra en grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden. Onder een binnenstad wordt in Nederland het meestal historische gedeelte van 10

12 een stad verstaan dat door de aanwezigheid van winkels, kantoren en andere voorzieningen een centrumfunctie vervult voor een regio. Door de centrale ligging kampen binnensteden vrijwel altijd met problemen ten aanzien van bereikbaarheid en parkeren. Door deze problematiek is de druk op de winkels in de Nederlandse binnensteden de afgelopen jaren toegenomen. De opkomst van concurrerende winkelontwikkelingen aan de stadsranden heeft deze druk verder vergroot. De verslechterde positie van de binnensteden komt tot uitdrukking in de bezoekersaantallen, die volgens Locatus (2007) in de periode 2000 tot 2007 met 20% zijn gedaald. In de binnensteden is nauwelijks nog ruimte beschikbaar voor de toevoeging van nieuwe winkelmeters. Aan de stadsranden bestaan echter wel voldoende mogelijkheden. Met de nieuwe Nota Ruimte, die in januari 2006 door het Ministerie van VROM is geïntroduceerd, is de regelgeving ten aanzien van de ontwikkeling van grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden verder versoepeld (Ministerie van VROM, 2008). Ondanks het gebrek aan ruimte heeft in vrijwel alle Nederlandse binnensteden de afgelopen vijftien jaar een planmatige ontwikkeling van een winkelcentrum plaatsgevonden. Het ging hierbij om zowel het opnieuw positioneren van bestaande winkelruimte als het realiseren van winkels op voormalige woonlocaties en bedrijfslocaties. In enkele gevallen werd ontwikkeld op leegstaand terrein. Voorbeelden van planmatig ontwikkelde winkelcentra in binnensteden zijn Magna Plaza in Amsterdam, Beursplein in Rotterdam, Haagsche Bluf in Den Haag, Drakennest in Amersfoort, Piazza Center in Eindhoven en Musiskwartier in Arnhem. De Nederlandse Raad voor Winkelcentra (NRW) (2008) publiceert jaarlijks een register van planmatig ontwikkelde centra in Nederland. In tegenstelling tot historisch gegroeide winkelconcentraties gaat het bij planmatig opgezette centra om een samenhangend geheel van consumentenverzorgende bedrijven, zowel naar functie als naar vormgeving en bouwwijze. Alle winkelcentra die planmatig ontwikkeld zijn, minimaal een bruto vloeroppervlak van m² hebben en minimaal drie verkooppunten bezitten zijn in het register opgenomen. Het NRW telt ongeveer van dergelijke concentraties met een totaal vloeroppervlak van ongeveer 9 miljoen m². Volgens de afdeling Retail van CB Richard Ellis is het grootste gedeelte van de planmatige ontwikkelingen, zoals Beursplein en Piazza Center, een succes gebleken door de hoge bezoekersaantallen en daaruit voortvloeiende forse winkelomzetten. De eigenaren van deze winkelcentra hebben dan ook een goed beleggingsrendement kunnen incasseren. Een aantal projecten kampt echter met een tegenvallend aantal bezoekers en achterblijvende omzetten. Een voorbeeld hiervan is het in 1992 geopende Magna Plaza. Door de lage bezoekersaantallen besloot een aantal huurders te vertrekken met leegstaande winkelunits tot gevolg. Hierdoor liet het huurniveau een daling zien. Ook de projecten Drakennest en Haagsche Bluf, beide opgeleverd in 2001, voldeden niet aan de verwachtingen. 1.2 Probleemstelling In verschillende Nederlandse binnensteden worden momenteel opnieuw planmatig winkelcentra ontwikkeld. Nieuw Hoog Catharijne in Utrecht, De Raaks in Haarlem en Rond de Admirant in Eindhoven zijn hiervan enkele voorbeelden. Ook voor de toekomst bestaan er verschillende plannen. Het wordt voor een winkelbelegger echter steeds risicovoller om te 11

13 investeren in een dergelijk winkelproject. Wanneer de druk op de binnensteden blijft toenemen, zullen de bezoekersaantallen verder teruglopen en de omzet van de winkeliers achterblijven. Een toenemende leegstand en dalende huurprijzen zullen een drukkend effect hebben op het beleggingsrendement. Het wordt voor een winkelbelegger dan ook steeds belangrijker om vooraf het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied in te kunnen schatten. 1.3 Doelstelling Het doel van de Master Thesis is inzicht te krijgen in de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad als beleggingsobject. De voltooiing van deze Master Thesis zal een eerste stap zijn naar een model waarmee een belegger het succes van een dergelijk winkelcentrum vooraf kan toetsen. 1.4 Vraagstelling Om de doelstelling uit de voorgaande paragraaf te realiseren dient de onderstaande onderzoeksvraag te worden beantwoord. Wat zijn de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad als beleggingsobject en in welke mate dragen de afzonderlijke factoren bij aan dit succes? Om een antwoord te kunnen geven op de centrale onderzoeksvraag moeten eerst een aantal deelvragen worden beantwoord. 1. Wat zijn de kenmerken van de Nederlandse winkelmarkt? 2. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de binnensteden en de overige winkelgebieden, zoals stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra, buurtwinkelcentra en winkelconcentraties aan de stadsranden. 3. Wanneer wordt een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad getypeerd als een succesvol beleggingsobject? 4. Welke waardebepalende factoren worden door de belegger gehanteerd bij de beoordeling van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad? 5. In welke mate dragen de afzonderlijke waardebepalende factoren bij aan het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in de binnenstad? 12

14 1.5 Onderzoeksmethode Het onderzoek van de Master Thesis kan worden opgesplitst in een theoretisch, een praktisch en een analytisch gedeelte. In figuur 1.1 zijn de stappen van het onderzoek en de bijbehorende methoden schematisch weergegeven. Nederlandse winkelbeleggingsmarkt Binnensteden Planmatig ontwikkelde winkelcentra Literatuurstudie Overzicht waardebepalende factoren Theorie Interview Weging waardebepalende factoren Praktijk Analyse Conclusies en Aanbevelingen Analyse Figuur 1.1: Stroomschema onderzoek (bron: eigen bewerking) Het theoretische gedeelte van het onderzoek is uitgevoerd door middel van literatuurstudie. Er is voor deze onderzoeksmethode gekozen, omdat er ruim voldoende relevante literatuur over het onderwerp beschikbaar is. Als eerste zijn de kenmerken van de Nederlandse winkelmarkt in kaart gebracht. Vervolgens is vastgesteld wanneer een winkelcentrum kan worden getypeerd als een succesvol beleggingsobject. Als laatste zijn de waardebepalende factoren van het succes van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied geïnventariseerd. Dit theoretische gedeelte van het onderzoek geeft een antwoord op de eerste vier deelvragen die in de voorgaande paragraaf zijn geformuleerd. Het praktijkgedeelte van het onderzoek is uitgevoerd met behulp van mondelinge interviews, die zijn gehouden bij verschillende beleggingsorganisaties in winkelvastgoed. De waardebepalende factoren, die bij het theoretische gedeelte van het onderzoek zijn 13

15 geïnventariseerd, zijn door de geïnterviewden gerangschikt. De mate waarin de afzonderlijke factoren invloed uitoefenen op de hoogte van het beleggingsrendement van een planmatig ontwikkeld winkelcentrum in binnenstedelijk gebied was hierbij het uitgangspunt. Dit praktische gedeelte van het onderzoek geeft een antwoord op de laatste deelvraag. Er is voor mondelinge interviews als onderzoeksmethode gekozen, omdat door het persoonlijke contact met de deskundigen een optimale hoeveelheid kennis kan worden verkregen. Het laatste gedeelte van het onderzoek bestaat uit een analyse van de resultaten van de gehouden interviews. Aan de hand van deze analyse wordt de centrale onderzoeksvraag van deze Master Thesis beantwoord en worden aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoek gedaan. 1.6 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk van deze Master Thesis zijn de kenmerken van de Nederlandse winkelmarkt beschreven. De opbouw van het beleggingsrendement wordt in het derde hoofdstuk toegelicht. Ook worden in dit hoofdstuk de karakteristieken van beleggen in het winkelsegment op een rij gezet. Het vierde hoofdstuk bevat een overzicht van de bestaande indelingsmethoden van waardebepalende factoren die worden gebruikt om inzicht te krijgen in de rendementsontwikkeling van winkels. De indeling van waardebepalende factoren naar vier kwaliteitsaspecten wordt in het vijfde hoofdstuk uitgelicht. Aan elke waardebepalende factor wordt een afzonderlijke paragraaf gewijd. De eerste vier hoofdstukken gelden als theoretische basis voor de rest van het onderzoek. In het zesde hoofdstuk worden de uitkomsten van de gehouden interviews toegelicht en geanalyseerd. Het laatste hoofdstuk bevat de conclusies en aanbevelingen. 14

16 2. KENMERKEN VAN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de kenmerken van de Nederlandse winkelmarkt. Achtereenvolgens komen de opbouw van de huidige winkelvoorraad, het overheidsbeleid, de planvoorraad van nieuwbouwontwikkelingen, de belangrijkste markttrends, de verhuurmarkt en de beleggingsmarkt aan bod. Bij de beschrijving zullen de binnenstedelijke winkelgebieden centraal staan. De informatie die in dit hoofdstuk aan de orde komt, dient als theoretische basis voor de rest van de Master Thesis. 2.1 Opbouw huidige winkelvoorraad De Nederlandse winkelmarkt wordt gekenmerkt door een fijnmazige verzorgingsstructuur, bestaande uit binnenstedelijke winkelgebieden, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra. Uitgangspunt van de structuur is dat de consument de dagelijkse boodschappen op loopafstand moet kunnen doen. In figuur 2.1 is de Nederlandse winkelvoorraad verdeeld over de te onderscheiden gebiedstypen. De binnenstedelijke winkels maken ongeveer 7% uit van de totale voorraad. Binnenstad 7% 37% 16% Hoofdwinkelgebied Kernverzorgend centrum Stadsdeelcentrum Wijkcentrum 15% Buurtcentrum 11% 2% 8% 4% Grootschalige concentratie Verspreide bewinkeling Figuur 2.1: Voorraad naar type winkelgebied (bron: Locatus, 2007) Het ruimtelijke spreidingspatroon van winkelgebieden in Nederland is gebaseerd op de Centrale Plaatsen Theorie (1933) van de Duitse econoom Christaller. De theorie heeft als uitgangspunt dat er een bepaald vraagniveau nodig is om binnen de detailhandel een artikel rendabel aan te kunnen bieden. In dit verband heeft elk artikel een eigen consumentendraagvlak. Volgens Christaller vormen artikelen met hetzelfde draagvlak samen een centrum en ontstaat er binnen een gebied een rangorde onder winkelcentra. De centrale plaats van de eerste orde wordt gekenmerkt door het grootste aantal winkels en het omvangrijkste winkelvloeroppervlak. Deze plaatsen hebben verzorgingsgebieden die de marktgebieden van centra van een lagere orde omsluiten. Volgens de indeling van Christaller kunnen binnen een gewest in interstedelijk verband grote, middelgrote en kleine hoofdcentra en dorpsvoorzieningen worden onderscheiden. Binnen grotere plaatsen kan ook een intrastedelijke hiërarchie bestaan met een binnenstad, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra (Bolt, 2003). De Centrale Plaatsen Theorie wordt uitgebeeld in figuur

17 Figuur 2.2: Interstedelijke verzorgingsstructuur volgens Christaller (bron: Bolt, 2003) De fijnmazige verzorgingsstructuur is echter aan het vervagen en er komt steeds meer onderscheid in locaties voor recreatief winkelen, doelgerichte aankopen en dagelijkse inkopen. Naast binnensteden, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra zijn er winkelconcentraties aan de stadranden ontstaan, die een steeds belangrijkere rol binnen de winkelmarkt gaan spelen. In de komende paragrafen van dit hoofdstuk zal deze ruimtelijke ontmenging verder worden toegelicht. In 2007 bedroeg het gemiddelde verkoopoppervlak van een winkelunit volgens Locatus (2007) 252 m² tegenover 210 m² vijf jaar eerder. Units die onderdeel uitmaken van een grootschalige winkelconcentratie hebben een gemiddelde grootte van ruim m². De binnenstedelijke winkelunits behoren met een oppervlakte van gemiddeld ongeveer 165 m² tot de kleinste van Nederland. Volgens Locatus (2007) is ongeveer 20% van het totale winkelvloeroppervlak gericht op de dagelijkse voorzieningen, zoals levensmiddelen en persoonlijke verzorging. Het overige gedeelte heeft betrekking op de niet dagelijkse voorzieningen. De branche wonen is het grootst. Wanneer gemeten wordt naar het aantal verkooppunten staan de branches levensmiddelen en kleding en mode op een eerste en tweede plaats en volgt wonen als derde. Er bestaan grote verschillen in branchespreiding tussen de te onderscheiden gebiedstypen. In de Nederlandse binnensteden zijn de branches kleding en mode, schoenen en lederwaren en warenhuizen veruit het sterkst vertegenwoordigt. 16

18 2.2 Overheidsbeleid Het Nederlandse overheidsbeleid was jarenlang gericht op het in stand houden van de fijnmazige verzorgingsstructuur. Daarnaast werd er een restrictief beleid gevoerd ten aanzien van grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden. In de nieuwe Nota Ruimte van het Ministerie van VROM verschuiven de verantwoordelijkheden voor het locatiebeleid van de detailhandel van het Rijk naar de provincies en gemeenten. Daarmee krijgen deze lagere overheden de taak een voldoende, gevarieerd, op de vraag afgestemd aanbod van locaties te creëren. Met de Nota zijn ook de mogelijkheden voor grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden verder vergroot. Uitgangspunt is dat nieuwe vestigingslocaties niet ten koste mogen gaan van de bestaande detailhandelsstructuur in wijkwinkelcentra en binnensteden (Ministerie van VROM, 2008). 2.3 Planvoorraad nieuwbouwontwikkelingen Uit onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) (2007) blijkt dat er in 2007 bij de Nederlandse projectontwikkelaars plannen waren om de winkelvoorraad het komende decennium met ruim 4,9 miljoen m² uit te breiden of te vernieuwen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat in 2006 bijna m² aan nieuwe winkels werd opgeleverd. Dat was fors minder dan de m² in het voorgaande jaar. De NEPROM verwacht dat in 2008 en 2009 ongeveer m² per jaar zal worden opgeleverd. Er treedt een geleidelijke verschuiving op van plannen voor binnensteden naar plannen voor locaties aan de randen van de stad. Hoewel de meeste plannen nog steeds worden gemaakt voor binnensteden, nam het aandeel in vloeroppervlak af van 45% in 2006 naar 40% in De planvoorraad voor grootschalige detailhandelsvestigingen aan de stadsranden nam licht toe naar 26% van het totale aanbod aan gepland vloeroppervlak. De NEPROM verwacht dat de planvoorraad betreffende nieuwe winkelcentra geleidelijk zal afnemen. Aan de andere kant zal de renovatie en uitbreiding van bestaande winkelgebieden steeds belangrijker worden. 2.4 Markttrends Door de veranderende bevolkingssamenstelling en consumentenvoorkeuren is de Nederlandse winkelmarkt erg trendgevoelig. In de Thermometer Winkels van de Vereniging voor Ontwikkelaars en Bouwondernemers (NVB) (2005) komen vier belangrijke trends naar voren, te weten schaalvergroting, filialisering, internationalisering en ruimtelijke ontmenging. Deze trends zijn waarneembaar in alle te onderscheiden gebieden van de winkelmarkt. Al decennia lang is sprake van een schaalvergrotingstrend binnen de detailhandel. Het totale winkelvloeroppervlak neemt jaarlijks toe, terwijl het aantal verkooppunten telkens afneemt. De oorzaak hiervan is gelegen in het groter worden van de individuele winkelunits. Uit cijfers van Locatus blijkt dat in 2007 het verkoopoppervlak van een gemiddelde winkel 252 m² bedroeg tegenover 210 m² vijf jaar eerder. 17

19 De tweede trend betreft de filialisering van de winkelmarkt. Bestaande ketens breiden het aantal vestigingen uit en nieuwe ketens betreden de markt. Doordat overal dezelfde ketens zijn gevestigd, gaan de Nederlandse hoofdwinkelstraten steeds meer op elkaar lijken. Een andere ontwikkeling is de internationalisering van de Nederlandse winkelmarkt. Momenteel opereren al een groot aantal internationale winkelketens op Nederlands grondgebied. Daarnaast betreden vanuit het buitenland ook geregeld nieuwe winkelformules de Nederlandse markt. De vierde trend gaat ten koste van de fijnmazige winkelstructuur en kan worden aangeduid als ruimtelijke ontmenging. Er komt steeds meer onderscheid in locaties voor recreatief winkelen (binnensteden), locaties voor doelgerichte aankopen (perifere winkelgebieden) en locaties voor dagelijkse inkopen (buurt- en wijkwinkelcentra). 2.5 Verhuurmarkt Volgens DTZ Zadelhoff (2008) staat in Nederland gemiddeld 4% van de winkelvoorraad leeg. Dit komt neer op een metrage van ongeveer 1,1 miljoen m². De leegstand heeft voornamelijk betrekking op gedateerde panden in de aanloopstraten naar het binnenstedelijke hoofdwinkelgebied en op units in kleinschalige wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra. In de belangrijkste winkelstraten van de Nederlandse binnensteden komt leegstand niet of nauwelijks voor. Leegkomende winkelruimte in dit gebied vindt vrijwel meteen een nieuwe gebruiker en hoge overnamesommen zijn geen uitzondering. Door de schaalvergrotingstrend bestaat er een tekort aan grootschalige winkelunits. Momenteel komt de vraag naar winkels op toplocaties voornamelijk van buitenlandse winkelketens en al in Nederland gevestigde belangrijke winkelformules, die willen verhuizen naar een grotere ruimte. Het afgelopen decennium zijn de huurprijzen van alle te onderscheiden gebieden van de winkelmarkt gestegen. Vooral in de hoofdwinkelstraten van de Nederlandse binnensteden zijn de prijzen fors gestegen. De hoogte van de huurprijzen van de verschillende typen winkelgebieden varieert enorm. Op de toplocaties in de grotere binnensteden wordt meer dan per m² per jaar betaald. In een gemiddeld wijkwinkelcentrum liggen de huurprijzen tussen de 100 en 300 per m² per jaar. De huren van grootschalige perifere detailhandelsvoorzieningen komen vaak niet boven de 100 per m² per jaar. (DTZ Zadelhoff, 2008) 2.6 Beleggingsmarkt Uit informatie van de afdeling Retail van CB Richard Ellis blijkt dat beleggen in winkelvastgoed mede door het stabiele en hoge huurprijsniveau en het lage leegstandsrisico erg populair is. Ook door de afnemende aantrekkelijkheid van de beleggingsmarkten van kantoren en bedrijfsruimten is de vraag naar winkels de afgelopen jaren gestegen. Hierdoor is schaarste ontstaan in het aanbod van goede beleggingsobjecten en portefeuilles. De schaarste doet zich voor in alle segmenten van de winkelmarkt. 18

20 De positieve ontwikkelingen op de winkelbeleggingsmarkt komen tot uitdrukking in de figuren 2.3, 2.4 en 2.5. Achtereenvolgens wordt de ontwikkeling van het totale rendement, de jaarlijkse huurwaardegroei en de jaarlijkse groei van de waarde van het onroerend goed van de vier traditionele beleggingscategorieën, te weten winkels, kantoren, woningen en bedrijfsruimten, weergegeven. 20 Winkels Kantoren Woningen Bedrijfsruimten % '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 Figuur 2.3: Ontwikkeling totaal rendement vier beleggingscategorieën (bron: Stichting ROZ Vastgoedindex, 2008) Uit figuur 2.3 blijkt dat het totale rendement van winkels de afgelopen tien jaar een minder volatiel verloop heeft gekend dan het rendement van de andere drie categorieën. Daarnaast werd vanaf het jaar 2002 op winkelvastgoed jaarlijks het hoogste rendement behaald. 7 Winkels Kantoren Woningen Bedrijfsruimten % '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07-2 Figuur 2.4: Ontwikkeling direct rendement vier beleggingscategorieën (bron: Stichting ROZ Vastgoedindex, 2008) 19

21 Figuur 2.4 laat zien dat winkels vergeleken met kantoren en bedrijfsruimten het afgelopen decennium een bovengemiddelde groei van de huurwaarde hebben gekend. Terwijl het directe rendement van kantoren en bedrijfsruimte in de periode 2003 tot 2005 zelfs daalde, bleef de huurwaarde van winkels op niveau. Het directe rendement van winkels groeide het afgelopen decennium gemiddeld 2,4% per jaar. 14 Winkels Kantoren Woningen Bedrijfsruimten % '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07-4 Figuur 2.5: Ontwikkeling indirecte rendement vier beleggingscategorieën (bron: Stichting ROZ Vastgoedindex, 2008) Uit figuur 2.5 blijkt het indirecte rendement van het onroerend goed, oftewel de waardegroei, ongeveer hetzelfde verloop kent als de ontwikkeling van het totale rendement. 20

22 3. WINKELBELEGGINGEN EN RENDEMENT Deze Master Thesis wordt uitgevoerd vanuit het oogpunt van de winkelbelegger. Van Gool, Jager en Weisz (2007) geven in hun boek een definitie van beleggen in onroerend goed. Hieronder wordt verstaan het vastleggen van vermogen in onroerend goed met als doel om uit de exploitatie en de eventuele verkoop een stroom geldelijke middelen te realiseren. Vastgoedbeleggingen kunnen worden onderscheiden in beleggen in direct en indirect onroerend goed. Bij deze Master Thesis ligt de focus op de eerste categorie. Men spreekt van directe beleggingen in onroerend goed als de belegger rechtstreeks eigenaar is van het vastgoed of eigenaar is van financiële vermogenstitels die recht geven op de opbrengsten van dat vastgoed waarbij de belegger en een meerderheidsbelang heeft en de zeggenschap heeft over het management van dat vastgoed. De Master Thesis heeft als uiteindelijke doel het succes van planmatig ontwikkelde winkelcentra in binnensteden voor de belegger toetsbaar te maken. De opbrengsten van het vastgoed komen tot uitdrukking in het beleggingsrendement. In de eerste paragraaf wordt de opbouw van het rendement toegelicht. Vervolgens worden in de tweede paragraaf de karakteristieken van de winkelbeleggingsmarkt op een rij gezet. 3.1 Direct en indirect beleggingsrendement De prestaties van een beleggingsobject of portefeuille kunnen meetbaar worden gemaakt aan de hand van het rendement. De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) onderhoudt een vastgoedindex voor de vier traditionele beleggingsvormen, te weten: winkels, kantoren, woningen en bedrijfsruimten. Beleggers kunnen met behulp van de vastgoedindex de prestaties van een object of portefeuille beoordelen door een vergelijking te maken tussen het rendement van het eigen vastgoed en dat van anderen. Het totale rendement geeft de opbrengst van de investering van een object of portefeuille weer gedurende de exploitatieperiode en bestaat uit een direct en indirect gedeelte. In figuur 3.1 is de opbouw van het rendement schematisch weegegeven. Rendement Direct Indirect Bruto huurinkomsten minus exploitatiekosten Verkoopsom minus verkoopkosten Exploitatieresultaat Verkoopresultaat Figuur 3.1: Opbouw beleggingsrendement (bron: Stichting ROZ Vastgoedindex, 2007 / eigen bewerking) 21

23 Het directe rendement, ook wel exploitatieresultaat of cashflow rendement genoemd, wordt berekend op basis van de bruto huuropbrengsten minus de exploitatiekosten van het onroerend goed als percentage van het geïnvesteerde vermogen. De hoogte van het directe rendement is grotendeels afhankelijk van de hoogte van de inkomsten uit verhuur en wordt door de belegger periodiek geïncasseerd. Ook het leegstandspercentage speelt een belangrijke rol. Het indirecte rendement, ook wel verkoopresultaat genoemd, is de opbrengst die behaald kan worden bij de verkoop van het onroerend goed minus de verkoopkosten en aflossing van een eventuele hypothecaire geldlening. Het indirecte rendement geeft de procentuele appreciatie of depreciatie van de waarde van het onroerend goed weer, die heeft plaatsgevonden gedurende de exploitatieperiode. Het rendement kan de belegger alleen incasseren bij de verkoop van het object of de portefeuille. Wel kan de ontwikkeling van het rendement met behulp van taxaties periodiek inzichtelijk worden gemaakt. De hoogte kan in de loop van de tijd fluctueren en wordt bepaald door meerdere factoren. De hoogte van de inkomsten uit verhuur spelen een belangrijke rol. Daarnaast zijn ook de kosten van de financiering van vreemd vermogen bepalend voor het verkoopresultaat. Tot slot zijn ook de kwaliteit van de locatie, het object en de eventuele huurders van invloed op de hoogte van het indirecte rendement. 3.2 Karakteristieken winkelbeleggingen De beleggingsmarkt voor winkels richt zich op het commercieel onroerend goed met een detailhandelsfunctie. De beleggingsmarkt onderscheidt zich ten opzichte van beleggingen in kantoren, woningen en bedrijfsruimten. Op basis van het boek van Van Gool, Jager en Weisz (2007) gecombineerd met informatie van de afdeling Retail van CB Richard Ellis worden de belangrijkste karakteristieken van de beleggingsmarkt voor winkelvastgoed beschreven. Omdat de Master Thesis is gericht op winkels in de binnenstad hebben de punten in een aantal gevallen uitsluitend betrekking op dit gebied. Uit de voorgaande paragraaf van dit hoofdstuk is onder andere gebleken dat de winkelmarkt sterk aan trends en ontwikkelingen onderhevig is door de veranderende bevolkingssamenstelling en consumentenvoorkeuren. Dit betekent dat bij het beleggen in winkels kennis van de markt en intensief management belangrijker zijn dan bij kantoren, woningen en bedrijfsruimten. In paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk is de nieuwe Nota Ruimte van het ministerie van VROM toegelicht. Het ruimtelijke overheidsbeleid kent ten aanzien van winkels beduidend meer bemoeienis dan ten aanzien van kantoren en bedrijfsruimten. Binnen de Nederlandse huurwetgeving genieten huurders van winkelruimte meer bescherming dan de huurders van kantoren en bedrijfsruimten. Dit kan als nadeel voor de belegger worden gezien. Werkzaamheden ten behoeve van onderhoud en renovatie, die niet betrekking hebben op de structureel bouwkundige zaken, zijn bij winkels voor rekening van de huurder. 22

24 Over het algemeen is de locatie bij winkels belangrijker dan bij bijvoorbeeld kantoren, woningen en bedrijfsruimten. Ook uit de volgende hoofdstukken van deze Master Thesis zal blijken dat er sprake is van een zeer sterke correlatie tussen de locatie van het object en de hoogte van het omzetniveau voor de winkelier. Er bestaan grote huurprijsverschillen tussen winkels in de grote binnensteden enerzijds en winkels aan de stadsranden, in de buurtwinkelcentra en in de dorpskernen anderzijds. De huurprijs voor een winkelunit in de Amsterdamse Kalverstraat kan oplopen tot per m². Voor winkelruimte aan de stadsranden, in de buurtwinkelcentra en in de dorpskernen worden gemiddeld huurprijzen tussen de 200 en 300 per m² betaald. (DTZ Zadelhoff, 2008) De afgelopen jaren zijn de winkelhuurprijzen, in het bijzonder in de binnensteden, telkens gestegen. De huurprijzen van kantoren en bedrijfsruimten hebben in dezelfde periode door de economische recessie in Nederland onder druk gestaan. De prijs van grond met een winkelbestemming is hoger dan de grondprijs van kantoren en bedrijfsruimten. Bij winkelbeleggingen beslaat de grondwaarde dan ook een groter gedeelte van de investeringssom dan bij beleggingen in kantoren en bedrijfsruimten. Uit paragraaf 2.5 van dit hoofdstuk kwam naar voren dat de verhuurmarkt van winkelruimte op de goede locaties krap te noemen is. Het landelijke leegstandspercentage bedraagt slechts 4% en op de toplocaties komt leegstand nauwelijks voor. Op de kantorenmarkt en bedrijfsruimtemarkt is het aandeel leegstaande objecten veel hoger. (DTZ Zadelhoff, 2008) Hierdoor is het leegstandrisico bij een winkelbelegging beduidend lager dan bij beleggingen in de andere segmenten van de markt. 23

25 4. WAARDEBEPALENDE FACTOREN WINKELCENTRA De prestaties van een belegging worden meetbaar gemaakt aan de hand van het rendement. In de praktijk worden door vastgoedpartijen verschillende indelingsmethoden van waardebepalende factoren gebruikt om de rendementsontwikkeling van winkelcentra inzichtelijk te maken. In dit hoofdstuk wordt een opsomming van de meest voorkomende methoden gegeven. Hoewel de Master Thesis betrekking heeft op planmatig gerealiseerde winkelcentra in binnenstedelijk gebied hebben de indelingsmethoden in dit hoofdstuk betrekking op alle winkelcategorieën. De opsomming geschiedt op basis van een chronologische volgorde. Achtereenvolgens worden de indelingen van Bolt, het Centraal Instituut Midden en Kleinbedrijf (CIMK), Zimmer en Koot behandeld. Bolt (2003) verdeelt de waardebepalende factoren van een winkelvoorziening onder in drie niveaus, te weten macro, meso en micro. Onderstaand worden deze niveaus toegelicht. Factoren op macroniveau hebben betrekking op het inkaderen van het winkelcentrum in zijn omgeving als groter geheel. Voorbeelden van deze factoren zijn de ontwikkeling van het consumentendraagvlak, het ruimtelijke ordeningsbeleid, de concurrentie van andere winkelcentra, de mate van bereikbaarheid en de betaalbaarheid van de parkeervoorzieningen. De macrofactoren zijn niet of slechts in geringe mate door de belegger te beïnvloeden. Factoren op mesoniveau hebben betrekking op de kenmerken van het winkelcentrum als product. Voorbeelden zijn de passantenstromen, de branchering, het aandeel en de kwaliteit van de trekkers, de courantheid en flexibiliteit van de units, de vormgeving, uitstraling en sfeer van het centrum en de uitbreidingsmogelijkheden. Een aantal van deze factoren zijn min of meer door de belegger te beïnvloeden. Bij volledig eigendom van het winkelcentrum neemt de beïnvloedbaarheid beduidend toe. Factoren op microniveau hebben betrekking op de kenmerken van de in het centrum voorkomende winkels. De factoren betreffen voornamelijk de kwaliteit van de individuele winkelformules en de technische staat van de units. De beïnvloedbaarheid van de microfactoren is voor de belegger het grootst. Aan het begin van de jaren tachtig heeft het CIMK een checklist voor de toetsing van winkelcentra ontwikkeld. In 1985 en 2006 hebben Vaders en Kolen aan de hand van deze checklist eerst 32 en vervolgens 90 winkelcentra geanalyseerd. Een samenvatting van het laatste onderzoek is onderdeel van de publicatie Visies op winkelvastgoed 2007 van De Soet. De beoordeling van zowel buurtcentra, wijkwinkelcentra, stadsdeelcentra, dorpscentra als zelfstandige onderdelen van binnensteden geschiedt aan de hand van de locatie, de bereikbaarheid, de distributieve sector en de belevingswaarde. Deze vier criteria zijn onderverdeeld in indicatoren en maatstaven. Hoewel Vaders en Kolen de indeling uit 1985 als enigszins gedateerd beschouwen, zijn de indicatoren en maatstaven toch onveranderd gehandhaafd bij het laatste onderzoek om een optimale vergelijking tussen beide tijdstippen te kunnen maken. In tabel 4.1 zijn de criteria met bijbehorende indicatoren en maatstaven weergegeven. 24

26 Criteria Indicatoren Maatstaven 1. Distributieve sector Branche patroon Aanbod VGM Aanbod DOG Aanbod Horeca Aanbod overig Voorzieningen Concurrentiekracht Discount Trekkers Verhouding filialen en franchise Assortimenten Prijsniveau Breedte Diepte Modisch Kwalitatief 2. Locatie Ligging t.o.v. koopstromen Woningen Kantoren Ligging t.o.v. concurrentie Ligging 3. Bereikbaarheid Parkeergelegenheid Aantal parkeerplaatsen Afstand WC Inrichting Externe bereikbaarheid Te voet Per fiets Per auto Per openbaar vervoer Aan en afvoer situatie Aparte aan en afvoer Ligging 4. Belevingswaarde Kwaliteit winkels Exterieur Etalages Indeling Opstelling Inventaris Verblijfsklimaat Gevels/luifels Routing Sierelementen Onderhoud Uitstraling Appelatie Tabel 4.1: Indeling waardebepalende factoren volgens het CIMK (bron: De Soet, 2007) Zimmer (1995) heeft de bestaande indelingsmethoden van waardebepalende factoren van winkelcentra geanalyseerd. Op basis van deze analyse en zijn ervaringen uit de praktijk heeft hij een nieuwe indeling gemaakt. Vijftig waardebepalende factoren zijn gelijkmatig verdeeld over vijf verschillende kwaliteitsaspecten, te weten: omgevingskwaliteit, locationele kwaliteit, functionele kwaliteit, fysieke kwaliteit en commerciële kwaliteit. De eerste twee categorieën zijn door hun macro-economische aard niet of nauwelijks door de belegger te beïnvloeden. De overige drie aspecten zijn voor een belegger beter beïnvloedbaar. Onderstaand worden de vijf kwaliteitsaspecten puntsgewijs toegelicht. 25

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus Alles blijft Anders Het winkellandschap 2003-2011-2020 Gerard Zandbergen CEO Locatus Enkele begrippen Dagelijks aankopen Winkels / Detailhandel Mode & Luxe Wel oppervlak: Vrije Tijd WVO = In en om het

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied november 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten in Nederland is een strijd gaande

Nadere informatie

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van

Nadere informatie

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht Factsheets Profielen gemeentes van Utrecht Leeswijzer Profielen gemeentes van Utrecht Per gemeente van de provincie Utrecht is een profiel gemaakt. Dit profiel is weergegeven op basis van vier pagina s.

Nadere informatie

Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT

Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Inhoud Introductie spreker: drs. Jeroen M. Lokerse MSRE MRICS Korte introductie Cushman & Wakefield

Nadere informatie

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuidwest-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuidwest-Nederland (*1. m²) 35.536 13.629 459 Overig Nederland In Zuidwest-Nederland ligt circa 29%

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 12 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noord-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noord-Nederland (*1. m²) 46.787 643 973 1.222 Drenthe Friesland Groningen Overig Nederland De drie noordelijke

Nadere informatie

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 19 april 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 8 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws.

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws. Peter Nieland (PN) Echtgenoot Blogger Directeur Kadastermens Mountainbiker Westfries Vader van Nick PN = Positief Nieuws Kaartenman Voorzitter Bar-End Shopper (kijker) Winkelman En wie bent u? Naam. Gemeente.

Nadere informatie

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland /

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland  / DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland WWW.LOCATUS.COM / INFO@LOCATUS.COM Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland Pelmolenlaan

Nadere informatie

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuid-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuid-Nederland (*1. m²) 42.2 2.15 5.518 Overig Nederland Het totale oppervlak aan kantoormeters in en

Nadere informatie

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument.

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument. Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument www.locatus.com info@locatus.com Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Enkele basisbegrippen... 2 2.1.

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017

Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 32 SPF Nederlandse Sectorrapport Slagersbedrijven Vastgoedmarkt Winkelmarkt 2017 Voorjaarsupdate Stand van zaken GEBRUIKERSMARKT Consumenten besteden meer,

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied November 2014 Duidelijk. DTZ Zadelhoff www.dtz.nl De strijd om de harde A1 DTZ Zadelhoff 1 De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 9 Beleggersmarkt 2011 9.1 Veranderend investeringsgedrag: vastgoed met weinig risico Klik hier direct door naar regionale ontwikkelingen > Veranderend investeringsgedrag:

Nadere informatie

Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing

Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing 04 February 2013 De transformatie van winkelstraten financieel beschouwd De snelle groei van online winkelen, de filialisering van winkelcentra,

Nadere informatie

INVESTMENT SNAPSHOT. Nederland Januari 2012. Cushman & Wakefield Research Publicatie

INVESTMENT SNAPSHOT. Nederland Januari 2012. Cushman & Wakefield Research Publicatie INVESTMENT SNAPSHOT Nederland Januari 2012 DE BELEGGINGSMARKT IN 2011 ALGEMEEN Het jaar 2011 begon met een positieve stemming op zowel de gebruikers als de beleggingsmarkt. Ondanks dat de beleggingsniveaus

Nadere informatie

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Onderwerpen: Wat is er gebeurd de afgelopen jaren? Wat gaat er gebeuren

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad In Nederland staat veel kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte leeg. Leegstand van bedrijfsvastgoed lijkt structureel te worden en de verwachting is

Nadere informatie

Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Waarde? Winkels! [ C L I C K TO S TA R T ] Boris van der Gijp. Provada, 6 juni 2018

Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Waarde? Winkels! [ C L I C K TO S TA R T ] Boris van der Gijp. Provada, 6 juni 2018 Waarde? Winkels! [ C L I C K TO S TA R T ] Boris van der Gijp Syntrus Achmea Real Estate & Finance Provada, 6 juni 2018 Start 2 % Syntrus Achmea Real Estate & Finance 20 Totaal rendement bron MSCI Winkels

Nadere informatie

Nederlandse winkelmarkt

Nederlandse winkelmarkt April 213 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse winkelmarkt 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein Vormgeving

Nadere informatie

Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en Strategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie Mei 2017

Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en Strategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie Mei 2017 Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en trategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie ei Binnen de Nederlandse winkelmarkt is op dit moment de door Locatus

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 8 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

NEDERLANDSE WINKELMARKT

NEDERLANDSE WINKELMARKT April 214 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van STAND VAN ZAKEN NEDERLANDSE WINKELMARKT 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G. Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein Vormgeving

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april 2018 super 2/28 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 24 april 2018 Inhoud Samenvatting 4 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april 2018 super 2/28 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 24 april 2018 Inhoud Samenvatting 4 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Voorwoord. Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

Voorwoord. Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Voorwoord Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. In 2017 zijn er weer veel ontwikkelingen te noemen die hebben plaatsgevonden in Arnhem entrum. Zo

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Winkelcentrum - Binnenban 4 2.2 In de Fuik 5 2.3 Lengweg 5 2.4

Nadere informatie

Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics

Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics IVBN scriptieprijs Léon van der Wal TU Delft Introductie Onderzoeksopzet Empirisch onderzoek Resultaten & Conclusies Aanbevelingen

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei 2017 super 2/24 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 23 mei 2017 Inhoud Samenvatting 5 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Winkelen in het Internettijdperk

Winkelen in het Internettijdperk Winkelen in het Internettijdperk De (ruimtelijke) gevolgen van internet winkelen dr. Jesse Weltevreden, Hoofd Onderzoek BOVAG 1 Inhoud Winkelgebieden in Nederland Internet winkelen in Nederland E-shoppers:

Nadere informatie

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

advies, management, verhuur, (her)ontwikkeling, taxaties en bemiddeling SAMEN MEER WAARDE

advies, management, verhuur, (her)ontwikkeling, taxaties en bemiddeling SAMEN MEER WAARDE advies, management, verhuur, (her)ontwikkeling, taxaties en bemiddeling SAMEN MEER WAARDE SAMENMEERWAARDE WPM Groep staat voor ruim 20 jaar visie, kennis en ervaring op het gebied van advies, ontwikkeling

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Waarom een winkelhuurprijzenonderzoek? Ondernemers willen een redelijke prijs betalen voor de goederen en diensten die worden aangeschaft. Bedrijfshuisvestiging

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Leegstand van winkels, 2004-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van winkels in de detailhandel. Gemiddeld staat 8% van het winkelvloeroppervlakte leeg in 2013. Dit percentage stijgt sinds 2008.

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2016 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2016 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

8Vastgoedmarkt. Vastgoedmarkt

8Vastgoedmarkt. Vastgoedmarkt 8Vastgoedmarkt Stedelijke ontwikkeling Vastgoedmarkt In het afgelopen jaar komt de opname aan Utrechte kantoorruimte uit op 88.000 m². Dit is aanzienlijk meer dan de 65.000 m² in het voorgaande jaar. Tegelijkertijd

Nadere informatie

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Inleiding De gemeente Veenendaal heeft een sterk kernwinkelgebied, vier buurtwinkelcentra en twee woonboulevards. Veenendaal wil de positie van de

Nadere informatie

Nederlandse winkelmarkt

Nederlandse winkelmarkt September 212 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse winkelmarkt 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

De opmars van zorgvastgoed

De opmars van zorgvastgoed De opmars van zorgvastgoed september 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De opmars van zorgvastgoed Met een gemiddeld aandeel van 56% van het totale investeringsvolume, lag de nadruk op de beleggingsmarkt

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Leegstand van kantoren, 1991-2013

Leegstand van kantoren, 1991-2013 Leegstand van kantoren, 1991-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van kantoorvloeroppervlakte. Gemiddeld 16% van het kantoorvloeroppervlakte staat leeg in 2013. Dit percentage neemt nog steeds

Nadere informatie

WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen LANDELIJKE MARKT ONTWIKKELINGEN Het consumentenvertrouwen is in de eerste maanden van 2011 verbeterd. Niettemin zijn de meeste consumenten nog

Nadere informatie

Parkeren op grens van beleving

Parkeren op grens van beleving Parkeren op grens van beleving Belevingswaarde bepaalt parkeertarieven www.dtz.nl www.dtz-ugl.com Parkeren: op de grens van beleving Het is algemeen bekend dat een goede bereikbaarheid een vereiste is

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2018 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2018 zijn (naast een hoofdrapport en een internetapplicatie) factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Rob de Jong Directeur Leyten & bestuurslid NEPROM Programma 13.10 Retailvisie 2011 13.30 Het Nieuwe Winkelen 14.15 Pauze 14.45 Vormgeven aan het nieuwe winkelen

Nadere informatie

Detailhandel in cijfers Leiden 2013

Detailhandel in cijfers Leiden 2013 Maart 214 Detailhandel in cijfers Leiden 213 Dit feitenblad laat zien hoe het gaat met de winkels in Leiden. We kijken naar verschillende aspecten zoals aantal winkels, branches, bezoekersgegevens en leegstand.

Nadere informatie

Halfjaarverslag 2016

Halfjaarverslag 2016 Halfjaarverslag 2016 Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat opereert onder een AIFM vergunning.

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Mede dankzij enkele grote transacties in diverse steden bereikte de opname van kantoorruimte de eerste maanden van 2012 een (onverwacht) hoog niveau. Deze goede start zette

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Managementsamenvatting 2011 Het Vastgoedrapport Groningen-Assen 2011 stelt zich ten doel om een belangrijke informatiebron te zijn voor de hele regionale vastgoedsector.

Nadere informatie

winkelcentra kennen de wijk

winkelcentra kennen de wijk P. 210 Slimme Bas Buvelot winkelcentra kennen de wijk P. 211 Veel naoorlogse wijken in Nederland worden momenteel vernieuwd omdat de woningvoorraad niet meer aansluit bij de woonwensen van de hedendaagse

Nadere informatie

Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed

Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed Huurprijsherziening bij winkelvastgoed De huurwetgeving voor detailhandelsbedrijfsruimte biedt een hoge mate van huurdersbescherming. Deze huurdersbescherming

Nadere informatie

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Voorwoord Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Het jaar 2016 heeft zowel voor stabilisatie, alsook voor herstel gezorgd in de winkelmarkt

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Stijgende parkeertarieven maken binnensteden minder aantrekkelijk voor consumenten en ondernemers, stelde

Nadere informatie

Bedrijfsverzamelgebouwen

Bedrijfsverzamelgebouwen Bedrijfsverzamelgebouwen Een onderzoek naar de toegevoegde waarde van bedrijfsverzamelgebouwen P5 presentatie 2 juli 2014 Student: Jeroen Ketting, 4168860 Faculteit TU Delft, Bouwkunde Afdeling: Real Estate

Nadere informatie

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert 13.321 // DPO Beekstraatkwartier Weert Hub Ploem 22 januari 2014 Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier

Nadere informatie

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Rapportnummer:

Nadere informatie

Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar

Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar drs. O.J. van der Heijden o.heijden@marma.nl www.evbinnenstad.nl 1 Belang van Wonen in de Binnenstad Een juiste combinatie van functies in de binnen

Nadere informatie

De zekerheid van supermarkten

De zekerheid van supermarkten De zekerheid van supermarkten Onderzoek naar de kenmerken van supermarktbeleggingen www.dtz.nl www.dtz.com Supermarktbeleggingen: een veilige haven Schaarse locaties Zeker in tijden van economische onzekerheid

Nadere informatie

Te huur Uniek kantoorgebouw. Noordeinde 2e, Leiden

Te huur Uniek kantoorgebouw. Noordeinde 2e, Leiden Te huur Uniek kantoorgebouw Noordeinde 2e, Leiden Rijksmonument Gelegen op een unieke zichtlocatie Circa 664 m² www.dtz.nl Het object is in 1878 gebouwd en oorspronkelijk ingericht als een kazerne. In

Nadere informatie

Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden

Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden Afstudeeronderzoek van Anky Dasselaar Locatus BV - Woerden Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Ruimtelijke

Nadere informatie

Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar

Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar drs. O.J. van der Heijden o.heijden@marma.nl www.evbinnenstad.nl 1 Belang van Wonen in de Binnenstad Een juiste combinatie van functies in de binnen

Nadere informatie

Hillegersberg - Schiebroek

Hillegersberg - Schiebroek Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Hillegersberg - Schiebroek Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in Hillegersberg-Schiebroek 4 2.1 Bergse Dorpsstraat

Nadere informatie

Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep. Special huurprijzen winkelmarkt 2016

Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep. Special huurprijzen winkelmarkt 2016 Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep Special huurprijzen winkelmarkt 2016 Normalisatie van winkelhuren biedt retailers perspectief De winkelhuurprijzen zijn in tweederde van de door JLL

Nadere informatie

WINKELMARKT NOORDWEST- NEDERLAND Flevoland, Noord-Holland en Utrecht

WINKELMARKT NOORDWEST- NEDERLAND Flevoland, Noord-Holland en Utrecht WINKELMARKT NOORDWEST- NEDERLAND Flevoland, Noord-Holland en Utrecht LANDELIJKE MARKT ONTWIKKELINGEN Het consumentenvertrouwen is in de eerste maanden van 2011 verbeterd. Niettemin zijn de meeste consumenten

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Nieuwe dynamiek voor binnensteden

Nieuwe dynamiek voor binnensteden Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland Nieuwe dynamiek voor binnensteden Drs. I.R.M. Ploegmakers MRICS Manager Retail Consultancy bij WPM Groep De binnensteden van de toekomst Ingrid Ploegmakers

Nadere informatie

Winkels in de Leidse binnenstad 2011

Winkels in de Leidse binnenstad 2011 December 211 ugu Winkels in de Leidse binnenstad 211 heeft de ambitie om de beste binnenstad van Nederland te worden, en in het Programma Binnenstad worden daartoe allerlei projecten in samenhang uitgevoerd.

Nadere informatie

Ravenswade 2, Nieuwegein

Ravenswade 2, Nieuwegein Te huur Ravenswade 2, Nieuwegein prominente zichtlocatie uitstekend bereikbaar deelverhuur vanaf 300 m² www.dtz.nl Te huur Het betreft een multifunctioneel bedrijfsgebouw. Het object is uniek door de hoogwaardige

Nadere informatie

Special huurprijzen winkelmarkt

Special huurprijzen winkelmarkt januari 2016 Special huurprijzen winkelmarkt Huurprijsdaling zet zich gestaag door in 2015 Voor de Nederlandse winkelmarkt geldt, zoals ook zichtbaar binnen de andere commerciële vastgoedsectoren, dat

Nadere informatie

WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen WINKELMARKT NOORD- NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen Landelijke marktontwikkelingen Nog nooit eerder waren consumenten zo somber gestemd als in de afgelopen maanden. Het consumentenvertrouwen ligt

Nadere informatie

TOEKOMSTPERSPECTIEF EN OPGAVEN BRABANTSE WINKELGEBIEDEN

TOEKOMSTPERSPECTIEF EN OPGAVEN BRABANTSE WINKELGEBIEDEN TOEKOMSTPERSPECTIEF EN OPGAVEN BRABANTSE WINKELGEBIEDEN Programma Werklocaties Inhoud Samenvatting 5 Aanleiding 8 Structuur en werkwijze 10 1 Winkelaanbod 11 1.1 Ontwikkeling aantal winkels 11 1.2 Ontwikkeling

Nadere informatie

Kantorenmarkt Nederland 4e kwartaal 2018

Kantorenmarkt Nederland 4e kwartaal 2018 Opname De opname in het vierde kwartaal van 218 bedroeg circa 44. m², dit is vrijwel gelijk aan het derde kwartaal (49. m²). Ten opzichte van het vierde kwartaal in 217 lag de opname zo n 19% lager. Gemeten

Nadere informatie

Commerciële ruimte (huur) Klaasstraat 29 VENLO TE HUUR. HUURPRIJS 2.250,- per maand excl. BTW

Commerciële ruimte (huur) Klaasstraat 29 VENLO TE HUUR. HUURPRIJS 2.250,- per maand excl. BTW Commerciële ruimte (huur) TE HUUR Klaasstraat 29 VENLO HUURPRIJS 2.250,- per maand excl. BTW OBJECT LIGGING In het kernwinkelgebied van Venlo gelegen, fraai afgewerkte winkelruimte van 112 m2 met opslagruimte

Nadere informatie

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE Maart 214 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van STAND VAN ZAKEN NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.A. Raven Bron gegevens NVM Data & Research,

Nadere informatie

Kansen in de bestaande winkelvoorraad 2 oktober 2013 Presentatie Jan Fokkema, NEPROM

Kansen in de bestaande winkelvoorraad 2 oktober 2013 Presentatie Jan Fokkema, NEPROM Kansen in de bestaande winkelvoorraad 2 oktober 2013 Presentatie Jan Fokkema, NEPROM In het eerste halfjaar van 2013 hebben we voor de 10 e keer ons onderzoek Nieuw Commercieel Vastgoed uitgevoerd onder

Nadere informatie

Factsheets Leeswijzer

Factsheets Leeswijzer Factsheets Leeswijzer Voor het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten overzichtelijk en helder te presenteren.

Nadere informatie

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten Halfjaarverslag 2017 Woningen Winkels Bedrijfsruimten Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat

Nadere informatie

Johnny van Doornplein 12, Arnhem

Johnny van Doornplein 12, Arnhem Te huur Johnny van Doornplein 12, Arnhem (W inkel)unit in het Musiskwartier Aan de entree van het k ernwinkelgebied 840 m² en een front van ca. 9,5 meter www.dtz.nl (Winkel)unit aan het Johnny van Doornplein

Nadere informatie

BIJLAGE. Samenvatting trends kantorenmarkt 2012

BIJLAGE. Samenvatting trends kantorenmarkt 2012 BIJLAGE Samenvatting trends kantorenmarkt 2012 Opname en aanbod redelijk stabiel De opname van kantoren in 2011 is redelijk vergelijkbaar met de twee jaren daarvoor. In totaal werd 1,25 miljoen m² opgenomen;

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Noord. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Noord. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 erboulevard (Zwartjanstraat en molenstraat) 4 2.2 Zwaanshalsgebied

Nadere informatie

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010 Pagina // Bijlage HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS uari Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend

Nadere informatie

OPLOSSINGEN WINKELLEEGSTAND BINNENSTEDEN

OPLOSSINGEN WINKELLEEGSTAND BINNENSTEDEN OPLOSSINGEN WINKELLEEGSTAND BINNENSTEDEN 1-7-2013 Eindrapport afstudeeronderzoek In dit onderzoeksrapport is onderzocht welke mogelijke oplossingen er zijn om leegstand van winkelruimte te verminderen.

Nadere informatie

Notitie Definitie perifere detailhandel

Notitie Definitie perifere detailhandel Notitie Definitie perifere detailhandel Gemeente Apeldoorn Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Mei 2013 2 Inleiding In februari 2010 is door de gemeenteraad het nieuwe beleidskader voor perifere en grootschalige

Nadere informatie

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Oosterhout, visie boodschappenstructuur Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Achtergrond Detailhandel sterk in beweging Opkomst e-commerce Dalende bestedingen Omvallende ketens Leegstand

Nadere informatie

2014 Hoofdstuk 15. Programma Binnenstad Inleiding. Staat van Leiden

2014 Hoofdstuk 15. Programma Binnenstad Inleiding. Staat van Leiden Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 15 Programma Binnenstad 15.1 Inleiding Het programma Binnenstad werkt aan een steeds beter functionerende economie in de binnenstad en stelt in de uitvoering de bezoeker

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt oost-nederland Overijssel en Gelderland

Bedrijfsruimtemarkt oost-nederland Overijssel en Gelderland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS

NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS APRIL 2015 Inhoudsopgave: 1. Voorwoord Blz. 3 2. Update leegstand bedrijven en kantoren Blz. 4 2.a Algemene

Nadere informatie