Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden"

Transcriptie

1 Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden Afstudeeronderzoek van Anky Dasselaar Locatus BV - Woerden Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen Mei, 2004

2 Winkels in de etalage, een analyse van langdurige leegstand in de Nederlandse hoofdwinkelgebieden Afstudeeronderzoek van Anky Dasselaar Locatus BV - Woerden Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen Mei, 2004 Begeleiders: E.F. Nozeman Rijksuniversiteit Groningen G.J. Slob Locatus B.V.

3 Voorwoord In het kader van mijn studie Sociale Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen heb ik tijdens een afstudeerstage onderzoek gedaan naar de oorzaken van leegstand in de winkelmarkt. De scriptie die voor u ligt, geldt als afsluiting van mijn studierichting Economische Geografie met specialisatie vastgoed en is mede uitgevoerd in opdracht van Locatus. Van de verschillende vastgoedsectoren spreekt de winkelmarkt me bijzonder aan. Deze interesse wordt vooral gewekt door het extra facet dat, naast een gebruiker van het vastgoed, ook de consument een belangrijke bijdrage levert aan de prestatie van het pand. Het aanbod van een afstudeerstage met een onderzoek naar winkelvastgoed, was voor mij dan ook een schot in de roos. Waarom nu leegstand? Wat mij altijd intrigeerde was de vraag waarom op bepaalde plekken nu leegstand kon ontstaan. Bij Locatus bestond de behoefte aan een uitgebreide leegstandsanalyse met de gegevens die bij hen beschikbaar zijn. Het lezen van de NVB Thermometer Winkels in de zomer van 2003 waarin gewaarschuwd werd voor een overaanbod aan winkels met als gevolg het ontstaan van leegstand, maakte mij verder nieuwsgierig naar de achterliggende factoren van dit verschijnsel. Ik wil graag aan een aantal personen mijn dank te betuigen. Allereerst wil ik Locatus heel hartelijk danken voor het beschikbaar stellen van de data voor dit onderzoek. Alle collega s hebben mij wel een keer ergens in het traject geholpen en er in ieder geval voor gezorgd dat ik elke dag in een gezellige werksfeer zat. Vervolgens wil ik de personen bedanken die mee hebben willen werken aan een diepte-interview voor dit onderzoek. Niet alle informatie valt uit data te halen is. Van u allen heb ik kennis mogen vernemen die alleen uit ervaring in de praktijk te leren valt. Deze kennis is een substantieel onderdeel van dit onderzoek geworden, dus daarvoor bijzonder veel dank! Dan wil ik ook speciaal nog mijn beide begeleiders noemen voor een woord van dank. Gertjan Slob bij Locatus heeft me keer op keer weten te motiveren met nieuwe ideeën en heeft oplossingen geboden bij problemen. De heer Nozeman heeft vanuit de Rijksuniversiteit Groningen, Den Haag en de andere kant van de oceaan, gezorgd voor uitdagende feedback en opbouwende kritiek waardoor de kaders van het onderzoek scherp gesteld werden. Tot slot wil ik graag vrienden, familie en in het bijzonder Bart, bedanken voor alle steun, motivatie en inspiratie tijdens het lange traject dat een scriptie schrijven nu eenmaal beslaat. Anky Dasselaar Woerden, mei 2004 I

4 Samenvatting De Nederlandse winkelvastgoedmarkt is aan sterke verandering onderhevig. Het aanbod van winkelruimte is fors toegenomen en de verwachting is dat deze groei door zal blijven gaan. Aanleiding voor dit onderzoek is het grote aantal winkelmeters wat nog in de planning zit en de mogelijkheid dat dit de leegstand nog verder doet vergroten. Het doel van dit onderzoek is het inzicht in de belangrijkste achterliggende oorzaken van leegstand te vergroten om het risico van leegstand te bepalen. Het onderzoeksdoel laat zich daarmee vertalen naar een probleemstelling. De hoofdvraag in dit onderzoek luidt: Wat zijn de achterliggende factoren van de leegstand van winkels in binnensteden en hoofdwinkelgebieden? Dit onderzoek richt zich op de binnensteden en hoofdwinkelgebieden in Nederland. De belangrijkste beleggings- en investeringsvraagstukken zijn hier geconcentreerd. Gekozen is voor de ondergrens van winkelgebieden met 300 winkels of meer. Het onderzoeksobject in dit onderzoek is de leegstand. Maar wat is nu precies leegstand? Uit de literatuur blijkt dat er verschillende vormen van leegstand zijn. Frictieleegstand, is de leegstand die tijdelijk voorkomt als gevolg van bedrijfsverplaatsingen, waarbij de achtergelaten ruimte maximaal één jaar leegstaat (Van Gool et al, 1999). Aanvangsleegstand, is leegstand die ontstaat aansluitend na nieuwbouw of renovatie en waarvan de opleveringsdatum aan het eind van de meetperiode niet meer dan twee jaar geleden is geweest. Langdurige leegstand is de leegstand die aan het eind van de meetperiode tussen de één en twee jaar beloopt (ROZ-IPD, 1996). In dit onderzoek zullen de leegstandsperioden van frictieleegstand, aanvangsleegstand en langdurige leegstand bij elkaar worden genomen. Wanneer de leegstand langer duurt dan de hierboven beschreven perioden, is er een andere vorm van leegstand ontstaan, namelijk structurele leegstand. Structurele leegstand is leegstand die aan het eind van de meetperiode langer dan twee jaar beloopt (ROZ-IPD, 1996). Er wordt bij het onderzoek ook gekeken naar de leegstand op het niveau van locatiesegment binnen het winkelgebied. In de literatuur wordt gesproken over A-1, A-2, B en C locaties. De definities komen voort uit gedane passantentellingen. Een locatie wordt gerekend tot een A1 locatie indien het aantal passanten op die plek 75 tot 100 % bedraagt van het aantal passanten geteld op de drukste plek. Voor A2, B en C locaties geldt respectievelijk dat er 50 tot 75 %, 25 tot 50% en 10 tot 25 % van het aantal passanten geteld op de drukste locatie, gepasseerd moeten zijn. De overige locaties die buiten deze categorieën vallen worden in de segmentatie aangeduid met NVT. Het beeld van de Nederlandse economie blijft somber voor de korte termijn. Het vertrouwen van de consument bevindt zich in 2003 en 2004 op het laagste niveau sinds begin jaren tachtig. Met name de bereidheid om grote aankopen te doen, is sterk afgenomen. II

5 Er is een algemene trend van grensverlegging naar de maximale verkoopruimte via megastores.in de detailhandel waar te nemen. De wettelijke verplichting tot het doen van distributie-planologisch onderzoek bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen is vervallen. Provincies en gemeenten kunnen volgens de huidige richtlijnen zelf beslissen in welke mate het onderzoek als onderdeel van de ruimtelijke plannen van belang is. Gekeken in dit onderzoek is naar de omvang van de leegstand en waar die zich bevindt. De leegstand in geheel Nederland, dus ook alle winkels buiten hoofdwinkelcentra, is 5,29% van de totale winkelvoorraad. Voor het totaal van de 67 geselecteerde gebieden gold in 2003 een leegstand van 7,2%. Hiermee is m² leegstaand w.v.o. gemoeid, hetgeen 9,1% van het totaal aantal vierkante meters w.v.o. is. Vanaf 1999 heeft zich duidelijk een toename van de leegstand voorgedaan. Opvallend is dat in 2003 een daling in de trend is te zien. Voor 2,4% van de totale voorraad geldt een structurele leegstand. Wanneer de structurele leegstand gekoppeld wordt aan het winkelvloeroppervlak, dan staat er in 3,5% van de totale voorraad winkelmeters structureel leeg. Bij de ontwikkeling van structurele leegstand in de tijd blijkt dat de trend stijgend is. Van de verschillende regio s kan worden geconcludeerd dat de regionale spreiding van leegstand en structurele leegstand, zowel wat betreft winkelunits en w.v.o, geconcentreerd is in het zuiden. Voor de verschillende provincies heeft de provincie Limburg de hoogste incidentele en structurele leegstand voor het aantal verkooppunten en winkelvloeroppervlak.. Voor de verschillende steden in 2003 bevindt zich relatief gezien de grootste leegstand in Schiedam en Roermond. Breda kent voor 2003 de grootste structurele leegstand. Concluderend kan voor de verschillende locaties binnen het winkelgebied gezegd worden dat A1-locaties relatief zelden leeg staan en nauwelijks in aanmerking voor leegstand over een langere periode komen, terwijl C-locaties veelvuldig leegstaan en ook voor een langere periode. Deze structurele leegstand wordt veroorzaakt door een aantal factoren. Aan de hand van literatuur zijn een 9-tal factoren geformuleerd die invloed uitoefenen op de winkelvastgoedmarkt en daarmee dus ook op het ontstaan van structurele leegstand. Nieuwbouw Uit de data-analyse blijkt dat er geen statistisch verband is aan te tonen tussen de mate van nieuwbouw en structurele leegstand. Uit de interviews komt dat er geen verband hoeft te zijn tussen het ontstaan van structurele leegstand en nieuwbouw. Nieuwbouw kan positief zijn voor een winkelgebied. Maar als in zo n mate bijgebouwd wordt dat het aantal vierkante meters winkelareaal te hoog is voor het verzorgingsgebied, dan is er zeker wel een samenhang met het ontstaan van structurele leegstand. III

6 Aanbod wvo per inwoner Uit de analyse van de data blijkt dat er geen statistische samenhang is te vinden tussen relatief hoge structurele leegstand en relatief hoge aantal vierkante meters winkelaanbod per inwoner. Uit bijna alle reacties in de diepte-interviews blijkt echter dat leegstand wel degelijk samenhangt met een te groot aantal vierkante meters winkelaanbod per inwoner. Door het groot aantal winkels gaan steden en dorpen elkaar steeds verder beconcurreren door overlap van de verzorgingsgebieden die daardoor zijn ontstaan. Omvang pand Er staan niet overduidelijk panden met een bepaalde omvang relatief vaker leeg. Toch staan een paar procent meer kleine pandjes en een paar procent minder grote panden structureel leeg. Uit de interviews blijkt dat de tendens naar schaalvergroting zorgt dat kleine panden relatief langer zullen leegstaan dan grote panden. Op A1 locaties staan relatief vaak kleine panden leeg. Op A2 locaties staan tevens relatief meer kleine panden leeg, maar ook de extra grote panden staan hier relatief meer leeg. Dit laatste is te wijten aan het feit dat het hier om een flink aantal vierkante meters gaat waarvoor niet veel formules geschikt zijn. De formules die geschikt zijn, wachten liever op een pand in het A1 gebied. Uit de overige uitkomsten blijkt dat 100 tot 500 m² een populaire omvang is in de drukste locatiesegementen. In de interviews kwam naar voren dat grote winkelketens voorbij lopen aan deze panden want daar kunnen ze hun assortiment niet kwijt. De kleine ondernemers komen met personeelskosten en de hoge huur die gevraagd wordt op A1 locaties niet uit met de relatief lage omzet die te halen valt op zo n kleine oppervlakte. Dus zowel grote als kleine ondernemers hebben geen belangstelling voor deze grootte van panden, waardoor ze moeilijker te verhuren zijn. Huurder en branche Uit de data-analyse blijkt dat een zelfstandige ondernemer relatief vaker de laatste huurder is geweest van een structureel leeggekomen pand. De branches levensmiddelen, bruin- en witgoed, hobby en wonen zijn ook oververtegenwoordigd in de groep van laatste huurders. Deze kenmerken vergroten het risico tot het ontstaan van structurele leegstand. Uit de interviews kwam naar voren dat grote winkelformules langer zullen standhouden dan zelfstandige ondernemers omdat ze kunnen terugvallen op de winstgevendheid van andere filialen. Ook de schaalvoordelen die een grote winkelformule genereert maakt dat deze huurder langer bestand is tegen faillissement. Toch zijn er ook problemen bij enkele grote winkelketens en blijft de bedrijfsvoering van groot belang. Vaak hebben de grootwinkelbedrijven de financiële middelen om op A1 locaties te huren. Wanneer zo n grootwinkelbedrijf toch failliet gaat, zijn de panden vaak wel zo populair dat ze snel weer verhuurd worden en niet structureel leeg komen te staan. Daarnaast waren de respondenten van mening dat de lokale ondernemers in foodspeciaalzaken omvallen door het marktaandeel dat opgeslokt wordt door de grote supermarkten. IV

7 Door de huidige economische recessie besteden consumenten minder en raken de ondernemers in de branche wonen in de problemen. Huurprijsniveau en type eigenaar Hoge huren veroorzaken geen leegstand. Uit de analyse blijkt zelfs dat er een significant positief verband is tussen hoge huren en structurele leegstand. Waar veel vraag naar panden is kunnen hoge huren gevraagd worden en is weinig structurele leegstand vanwege de populariteit van de winkelstraat. Uit de interviews blijkt dat locatie hierbij van groot belang is en bepaalt daarmee ook de huur. Zolang een omzet hoog genoeg is om een hoge huur te kunnen bekostigen, zal een huur niet snel te hoog zijn en dus geen structurele leegstand veroorzaken. Het is dus afhankelijk van de plek in het winkelgebied, de omzet en een samenspel van factoren dat de huur te hoog maakt voor een huurder. Uit de interviews komt naar voren dat aan de ene kant een particuliere belegger minder lang in staat is leegstand te accepteren omdat hij met minder panden minder spreiding en dus meer risico heeft. Hij zal het direct merken in zijn rendement en daarom flexibel naar een oplossing voor de leegstand zoeken. Aan de andere kant zijn er ook particuliere partijen die een grote portefeuille hebben waar bovenstaande niet voor geldt. Echter, een professionele institutionele belegger heeft schaalvoordelen in zijn administratie en dergelijke waardoor hij efficiënter kan werken. Er zijn bijna geen gegevens bekend over eigendomsverhoudingen en structurele leegstand. De verwachtingen zijn over het algemeen echter dat de verhouding 50% om 50% zal zijn. Dat het dus niets uitmaakt wie eigenaar is als het om structurele leegstand gaat. Locatie en routing Locatie wordt als primaire oorzaak gezien achter het ontstaan van leegstand. Daar waar minder mensen lopen is de locatie van mindere kwaliteit en daarmee wordt de routing ook een belangrijke factor. Toch zijn aanlooproutes, waar minder mensen lopen en de structurele leegstand zich concentreert, nodig voor het goed functioneren van het gehele winkelgebied. Routing kan ook verlegd worden, waarmee aanloopstraten en dus risicogebieden voor structurele leegstand, verschuiven. Volgens de theorie is een trekker in staat de routing te verleggen. Echter, uit de reacties in de diepte-interviews blijkt dat dit in de praktijk niet altijd zo werkt. Een trekker kan namelijk zijn aantrekkingskracht in de loop van de tijd verliezen. De veelzijdigheid van alle winkels bij elkaar zorgt uiteindelijk voor de sterkste aantrekkingskracht. Daar zal dus de routing het sterkst gehandhaafd blijven en de kans op structurele leegstand beperkt zijn. Stedebouwkundige kwaliteit Stedebouwkundige kwaliteit in een winkelgebied creëert een bepaalde sfeer die het verblijf in de binnenstad kan veraangenamen en de duur ervan verlengen. Maar als deze sfeer ontbreekt heeft dit niet direct leegstand tot gevolg. Het aanbod van winkels en de functionaliteit van een winkelcentrum zijn van groter belang voor het succes van het centrum. Als echter alle factoren goed samenspelen, zal de aantrekkingskracht, en daarmee ook de omzet, groter zijn. V

8 Bereikbaarheid en parkeren Uit de data bleek dat de gemiddelde afstand voor alle verkooppunten groter is dan voor de punten die incidenteel en structureel leeg staan. De afstand tot de parkeergarage bepaalt niet de kans op leegstand. In de interviews kwam naar voren dat aan de ene kant bereikbaarheid en parkeren als belangrijke factoren worden gezien bij het slagen van een winkelgebied. Als de consument veel moeite moet doen om in een binnenstad te komen, een grote weerstand moet overwinnen, dan konden ze nog wel eens wegblijven. Maar aan de andere kant geldt dat als het verzorgingsgebied goed is en het winkelaanbod is aantrekkelijk, dat de consument ook zonder goede bereikbaarheid en parkeermogelijkheden bereid is te komen. Het omslagpunt waarop de weerstand voor een consument te hoog is voor het doel dat hij of zij wil bereiken, is moeilijk te bepalen. Daarom is de link tussen het ontstaan van structurele leegstand en slechte bereikbaarheid en parkeermogelijkheden niet eenduidig te leggen. Gemeentelijke invloed Via het ruimtelijk ordeningsbeleid kan de gemeente wel degelijk invloed uitoefenen op de kans op leegstand. Het is echter niet alleen de gemeente die hier invloed op heeft, van andere partijen in de vastgoedmarkt mag ook verwacht worden dat zij meedenken met het te voeren beleid. De gemeente maakt wel te weinig gebruik van de invloed die zij hebben. Intergemeentelijk overleg zou meer moeten plaatsvinden en beleid moet duidelijk naar buiten toe gecommuniceerd worden. Maar zelfs als het beleid goed lijkt te zijn, dan kunnen andere factoren nog de structurele leegstand veroorzaken. De gemeente kan alleen sturen. Tot slot hebben de respondenten een score op de schaal van 1 tot 5 gegeven aan de bovengenoemde factoren. Kort concluderend kan gesteld worden dat, ondanks onderlinge meningsverschillen over de overige factoren, toch alle partijen de grootste invloed op het ontstaan van structurele leegstand toekennen aan de factor locatie. Deze hangt nauw samen met de routing welke daarmee ook een belangrijke rol krijgt. Daarnaast blijkt het succes of falen van een winkel volgens de respondenten grote afhankelijk te tonen van de algemene economische situatie. Gebleken is dat structurele leegstand zich op bepaalde locaties concentreert, binnen het winkelgebied maar ook tussen de verschillende winkelgebieden. De factor locatie wordt primair als oorzaak aangewezen achter het ontstaan van structurele leegstand. Wanneer er iets mis is met de locatie, wordt de kans op structurele vergroot. De gevleugelde uitspraak van Hilton Locatie, locatie, locatie als drie belangrijkste pijlers van de vastgoedmarkt, blijkt met de uitkomsten in dit onderzoek nog steeds van toepassing. VI

9 Inhoudsopgave Pagina Voorwoord Samenvatting Inhoudsopgave I II V Hoofdstuk 1 Inleiding Probleem-, doel- en vraagstelling Opbouw 2 Hoofdstuk 2 De onderzoeksaanpak Soort onderzoek Grenzen van het onderzoeksgebied Conceptueel model Werkwijze en technieken Definities Leegstand Binnensteden en hoofdwinkelgebieden Locatiesegmentatie 16 Hoofdstuk 3 Algemene indicatoren: economie en beleid als beïnvloedende variabelen Economisch klimaat, consumentenvertrouwen en koopbereidheid De detailhandel in Nederland Bestedingen en omzetontwikkelingen ` Algemene trends in de detailhandel Overheidsbeleid 25 Hoofdstuk 4 Leegstandsanalyse Leegstand van winkelvastgoed in Nederland Leegstand in alle geselecteerde winkelgebieden Leegstand naar regio Leegstand naar provincie Leegstand naar steden Leegstand naar locatiesegment Resumé 42 V

10 Pagina Hoofdstuk 5 Leegstandsvariabelen: een analyse Nieuwbouw Winkelaanbod per inwoners Omvang pand Verdeling over de grootteklassen Verdeling leegstand grootteklasse per locatiesegment Huurder en branche Type huurder Branche huurder Huurprijsniveau en type eigenaar Huurprijsniveau Type eigenaar Locatie en routing Stedebouwkundige kwaliteit Parkeren en bereikbaarheid Overheidsbeleid Het belang van de factoren Scores van de respondenten Meervoudige regressie analyse 93 Hoofdstuk 6 Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen 101 Literatuurlijst 95 Bijlagen Bijlage I Lijst met de steden van de 67 geselecteerde winkelgebieden Bijlage II Interviewvragen Bijlage III Lijst respondenten Bijlage IV Belang van verschillende bedrijven en organisaties binnen de (winkel)vastgoedmarkt Bijlage V Praktijkvoorbeeld conflict met gewijzigd PDV/GDV beleid Bijlage VI Totale leegstand in de verschillende provincies van 1999 tot en met 2003 Bijlage VII Totale leegstand in de 67 geselecteerde steden voor de jaren 1999 tot en met 2003 Bijlage VIII Vergelijk van de indexcijfers van de 67 geselecteerde steden structurele leegstand in de tijd Bijlage IX Tabel van Kendall s tau Bijlage X Klasseverdeling steden naar inwonertal VI

11 Bijlage XI Bijlage XII Bijlage XIII Lijst steden met verhouding aantal m² wvo per inwoner Uitvoer SPSS meervoudige lineaire regressie analyse voor leegstand Uitvoer SPSS meervoudige lineaire regressie analyse voor structurele leegstand VII

12 1. Inleiding 1.1. Probleem-, doel- en vraagstelling De Nederlandse winkelvastgoedmarkt is aan sterke verandering onderhevig. Het aanbod van winkelruimte is fors toegenomen en de verwachting is dat deze groei door zal blijven gaan. Opvallend is dan dat ondanks deze groei, er echter een leegstand is op de winkelvastgoedmarkt die in april 2003 was opgelopen tot 1,6 miljoen m². Sinds medio 2001 is de totale leegstand aan winkelruimte in Nederland gegroeid met ongeveer 40%, waarmee zo n 12 duizend verkooppunten gemoeid waren (Locatus, 2003). Dit betekent overigens niet dat de projectontwikkelaar en bouwondernemers minder winkelruimte gaan bouwen. Voor de komende jaren wordt de oplevering van niet minder dan drie miljoen vierkante meter winkelruimte verwacht (NVB, 2003). Zorgelijk voor de detailhandel is het feit dat, volgend op de krimpende economie in 2002, het consumentenvertrouwen sterk is gedaald. De consument is vooral minder snel bereid gebleken grote uitgaven te doen. Daarnaast is door de gebeurtenissen op de (inter)nationale aandelenmarkten de koopkracht van particuliere beleggers aangetast, hetgeen eveneens invloed heeft op het sentiment en de kooplust (CBS, 2003). Verder zijn nog andere factoren van invloed op de winkelvastgoedmarkt en dus ook op de leegstand Ondanks de hierboven genoemde ontwikkelingen blijft het een feit dat het totale aantal winkelmeters per hoofd van de Nederlandse bevolking nog steeds groeit (Locatus, 2003). Aanleiding voor dit onderzoek is het grote aantal winkelmeters wat nog in de planning zit en de mogelijkheid dat dit de leegstand nog verder gaat vergroten. Ook is het de vraag wat de toekomst is voor die winkelpanden die langdurig leegstaan. Om een antwoord op deze vragen te vinden moet onderzocht worden welke de belangrijkste achterliggende oorzaken van leegstand zijn. Deze oorzaken en hun mate van invloed hebben dan een voorspellende waarde voor toekomstige leegstand. Het doel van dit onderzoek is het inzicht in de belangrijkste achterliggende oorzaken van leegstand te vergroten om het risico van leegstand bepalen. Dit doel dient een wetenschappelijk en maatschappelijk belang. Ten eerste is leegstand in winkelvastgoed nog een tamelijk onderbelicht onderwerp in de literatuur, dit in tegenstelling tot de andere sectoren van vastgoed. Zo wordt er bijvoorbeeld jaarlijks een kantorenmonitor uitgebracht door DTZ Zadelhoff en Neprom, waarin het aanbod van kantoorruimte zowel kwantitatief als kwalitatief geïnventariseerd en geanalyseerd wordt. Hierbij wordt ook ingegaan op het aandeel leegstand van de kantorenmarkt en welke oorzaken dit heeft (DTZ Zadelhoff & Neprom, 2003). Het feit dat in de Nederlandse Centrale Catalogus 940 treffers gevonden worden bij de zoekterm woningmarkt en slechts 7 treffers voor het 1

13 zoekwoord winkelmarkt, geeft het verschil in belang in de literatuur wellicht op praktische wijze weer. Het blijkt dus van wetenschappelijke relevantie om, naast de informatie beschikbaar over andere sectoren in de vastgoedmarkt, ook de leegstand in het winkelvastgoed in kaart te brengen en te analyseren. Daarnaast vormen gebouwen op toplocaties goede beleggingsobjecten. Dit geldt ook voor winkels. De winkelmarkt in Nederland is een eigenzinnige sector binnen het commercieel onroerend goed, die zich minder aantrekt van economische tegenwind. Dit betekent dat de sector een welkome aanvulling is op de portefeuille voor een optimale risicospreiding. Maar ook winkels kennen leegstand met de financiële consequentie dat er huurderving plaatsvindt (NVB, 2003). Leegstand hangt samen met het functioneren van de vastgoedmarkt. Enerzijds is een zekere leegstand noodzakelijk om de markt goed te laten functioneren. Immers, door verhuizingen en de afstemming van vraag en aanbod staat een percentage van de voorraad leeg, ook wel frictieleegstand genoemd. Anderzijds treedt een andere, ernstiger vorm van leegstand op als vraag naar, en aanbod van vastgoed niet op elkaar zijn afgestemd. Dit wijst op een verstoring van het functioneren van de markt (Grootenboer, 1986). Het gebruiksnut en de maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is, dat de nieuw gevonden inzichten over leegstand wellicht als ondersteuning kunnen dienen bij toekomstige investeringsbeslissingen van projectontwikkelaars, beleggers en gemeenten. Ook kunnen aanbevelingen voor beleid, dat betrekking heeft op de detailhandel, gedaan worden om de winkelmarkt zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Het onderzoeksdoel laat zich daarmee vertalen naar een probleemstelling die hieronder wordt uitgesplitst van een hoofdvraag naar verschillende deelvragen. De hoofdvraag in dit onderzoek: Wat zijn de achterliggende factoren van de leegstand van winkels in binnensteden en hoofdwinkelgebieden? Om op deze vraag antwoord te kunnen geven zijn een aantal deelvragen opgesteld; Wat wordt verstaan onder leegstand, binnensteden en hoofdwinkelgebieden? Wat is structurele leegstand, hoe groot is die en waar bevindt het zich? Bestaat er een verband tussen leegstand en factoren als: o Stijging aantal m² aan winkelareaal o Routing o Omvang en indeling van pand o Laatst gevestigde branche en huurder o Eigenaar en huurprijsniveau 2

14 Is er verschil in leegstand tussen regio s? Is er verschil tussen leegstand van winkelvastgoed in verschillende typen winkelgebieden? De antwoorden op de hierboven geformuleerde vragen worden gezocht binnen een bepaald onderzoekskader. Gepoogd wordt de verschillen in leegstand op diverse ruimtelijke schaalniveaus met behulp van factoranalyse te verklaren. De hoofdlijnen van de te gebruiken methoden, welke in hoofdstuk 2 in detail beschreven zullen worden, zijn een analyse van de data beschikbaar bij Locatus, een reeks diepte-interviews met verschillende partijen in de winkelvastgoedmarkt en een meervoudige regressie analyse om de invloed van een reeks factoren op de leegstand te onderzoeken. Een leeswijzer van het volledige rapport wordt in de volgende paragraaf gegeven Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft de grenzen van het onderzoekskader en behandelt de methoden en technieken die als middel dienen bij dit onderzoek. Er wordt eveneens een verklaring en motivering gegeven voor de gekozen onderzoeksafbakening. Daarnaast zal ook het conceptueel model voor dit onderzoek gevormd worden. Op basis hiervan worden een aantal verwachtingen geformuleerd. Tevens worden in dit hoofdstuk de definities van leegstand, binnensteden, hoofdwinkelgebieden en locatiesegmentatie gegeven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de huidige algemene economische indicatoren. Het gaat om indicatoren waarvan aangenomen wordt dat ze van invloed zijn op de winkelvastgoedmarkt zoals economisch klimaat, koopbereidheid van de consument, de omzetontwikkeling in de detailhandel en overheidsbeleid. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de uitkomsten van het kwantitatieve onderzoek naar totale en structurele leegstand. Vanuit de totale winkelvoorraad in heel Nederland wordt ingezoomd op de omvang van leegstand en structurele leegstand op het niveau van regio, provincie, stad en locatiesegment binnen de geselecteerde winkelgebieden. Eveneens wordt ingegaan op de ontwikkeling van leegstand op de verschillende locaties in de periode van 1999 tot en met Vervolgens komen in hoofdstuk 5 de, uit onderzoek gebleken, verbanden en oorzaken van factoren achter leegstand aan de orde. Hierbij worden verwachtingen onderzocht aan de hand van literatuur, data en diepte-interviews. Tot slot wordt uit een meervoudige regressie analyse en de diepte-interviews de mate van invloed van de factoren opgenomen. In het laatste hoofdstuk worden hypothesen ad hoc vastgesteld en de conclusies besproken. Tevens worden aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan. 3

15 2. De onderzoeksaanpak In dit hoofdstuk wordt het onderzoekskader beschreven. In de eerste paragraaf wordt ingegaan op het soort onderzoek dat toegepast zal worden in dit onderzoek. Daarna wordt in paragraaf 2.2 een beschrijving gegeven van de gekozen onderzoeksafbakening. Paragraaf 2.3 behandelt de methoden en technieken die als middel zullen dienen bij dit onderzoek. Tevens wordt verklaring en motivering gegeven hiervoor. In de daarop volgende paragraaf zullen de definities van leegstand, binnensteden, hoofdwinkelgebieden en locatiesegmentatie geformuleerd worden. Tot slot wordt in paragraaf 2.5 het conceptueel model voor dit onderzoek vorm gegeven. Op basis hiervan worden een aantal verwachtingen opgesteld Soort onderzoek Het gaat bij dit onderzoek om een verkennend onderzoek, ook wel exploratief onderzoek genoemd. Dit onderzoek is het beste te beschrijven als een tussenvorm tussen descriptief en toetsingsonderzoek (de Groot, 1975). Er is voor deze vorm van onderzoek gekozen, omdat er nog weinig over winkelleegstand bekend is. Bij dit soort onderzoek gaat het er vooral om, te ontdekken welke eigenschappen van het onderzoeksobject van belang zijn. Het onderzoeksobject is hier de leegstand van winkels en de relatie met achterliggende oorzaken. De opsporingsoriëntatie die past bij dit soort onderzoek, vraagt om een flexibele onderzoeksopzet. Een strakke opzet die generaliseerbaar is, is hier niet geschikt. Het ontdekken van relevante variabelen staat voorop, waarmee dan vervolgens het onderzochte object, dus de leegstand, kan worden gekarakteriseerd (Segers, 1999). Deze relevante variabelen worden verderop in dit hoofdstuk bij het conceptueel model behandeld. De doelstelling is niet zozeer het veld verkennen en te registreren maar uitdrukkelijk het vormen en selecteren van hypothesen. Er wordt uitgegaan van zekere verwachtingen, maar deze zijn niet in de vorm van scherp gestelde hypothesen vooraf geformuleerd. Het gaat niet zozeer, of niet alleen om een overzicht van wat er is (Hoofdstuk 4: leegstandsanalyse), maar tenminste ook om verwachte en te vinden samenhangen, die voor een praktisch doel relevant kunnen zijn (de Groot, 1975). De verwachtingen die gesteld worden, staan beschreven in dit hoofdstuk. Voor de exploratie van mogelijke samenhangen staan allerlei statistische technieken ter beschikking, zoals correlatie-rekening en factor-analyse. Het streven is er dan op gericht vooral die samenhangen voor de hypothesevorming in het oog te houden, die in dit materiaal iets hebben opgeleverd. Voor een vergelijking van de sterkte of opvallendheid van de verschillende geprobeerde samenhangen, wordt gebruik gemaakt van statistische toetsen. Hierbij moet in het oog gehouden worden dat het hypothesen toetsen niet kan in de zin van een strikte kansinterpretatie van de (P-)uitkomsten. In de conclusie zal blijken welke hypothesen ad hoc er vanuit de verwachtingen en na uitvoeren van het onderzoek, geformuleerd kunnen worden (de Groot, 1975). 4

16 2.2. Grenzen van het onderzoeksgebied Een winkel ontleent een belangrijk deel van zijn kwaliteit aan zijn locatie en dus ook aan het winkelgebied waar het gevestigd is. Dit onderzoek zal zich richten op de binnensteden en hoofdwinkelgebieden in Nederland. In deze gebieden, op de verspreide bewinkeling na, bevindt zich het grootste aandeel winkelvoorraad (Locatus, 2003). Hiermee valt samen dat ook een groot deel van beleggingsportefeuilles bestaat uit winkels uit de centrale winkelgebieden. Het directe beleggingsresultaat, de huuropbrengsten, is hier ook het hoogst. De grote waarde voor beleggers van winkels in de binnensteden geldt ook als argument om het onderzoek hier op te concentreren. De reden waarom niet gekozen is voor de verspreide bewinkeling is, dat winkels niet meer weg te denken zijn uit het verstedelijkte landschap en dominant aanwezig zijn in de binnenstad. Een groot deel van de aantrekkingskracht van de Nederlandse binnensteden hangt af van het daar gevestigde winkelapparaat (Boekema et al, 1996). Daar valt aan toe te voegen dat Locatus de beschikking over passantentellingen heeft in deze gebieden, die gebruikt kunnen worden bij het onderzoek. Met deze passantentellingen kan bepaald worden of een winkelpand langs een drukke of minder drukke passantenstroom ligt. Zoals reeds eerder gezegd ontleent een winkel een belangrijk deel van zijn kwaliteit aan de locatie, wat samenhangt met de hoeveelheid passanten dat langs zijn etalage loopt. Echter, er zijn geen passantentellingen gedaan in de verspreide bewinkeling en wel in de binnensteden en hoofdwinkelgebieden. Kort concluderend, het feit dat winkels in de binnensteden van Nederland zo n prominente rol spelen, dat de belangrijkste beleggings- en investeringsvraagstukken hier geconcentreerd zijn en de aanwezigheid van passantentellingen in de binnensteden, hebben er voor gezorgd dat dit onderzoek zich richt op deze centrale winkelgebieden. Bij het gebruik van de gegevens uit het volledige winkelbestand van Locatus zal een selectie van winkelgebieden worden gemaakt. Het winkelbestand waarmee gewerkt wordt is de extractie uit de Locatusdata van september Gekozen wordt voor de ondergrens van winkelgebieden met 300 winkels of meer. Dit om het onderzoeksgebied te specificeren op de hoofdwinkelcentra van de eerste orde en zo aan te sluiten bij de definitie van hoofdwinkelcentra zoals E.J. Bolt (1995) die in Productvorming in de detailhandel beschrijft. Deze definitie wordt in paragraaf uitgebreid behandeld. Daarnaast heeft, zoals hiervoor al gezegd, Locatus de beschikking over passantentellingen die gebruikt kunnen worden bij het onderzoek. Echter, de passantentellingen zijn alleen compleet voor winkelgebieden met 300 winkels of meer. De keuze voor de grens van dit onderzoek heeft dus een praktische achtergrond en is gebonden aan de beschikbaarheid van data. Uit de definitie van Locatus (2003), die ook in paragraaf wordt behandeld, volgt dat in de database onder 5

17 binnensteden wordt verstaan de winkelgebieden met meer dan 400 winkels. Hoofdwinkelgebieden bevatten 100 tot 400 winkels. Het resultaat van de selectie uit het databestand van winkelgebieden die 300 of meer winkels bevatten, zijn 67 steden met hoofdwinkelcentra van de eerste orde (zie Bijlage I). Dit zijn dus, volgens de definitie van Locatus (2003), in ieder geval altijd binnensteden en een deel van de hoofdwinkelgebieden. Vervolgens worden de bestanden van 1999 tot en met 2003 van Locatus gebruikt om de ontwikkeling van leegstand in de tijd in beeld te brengen. De exacte populatie steden (en dus ook panden) zoals die geselecteerd zal worden, wordt uit de bestanden 1999 tot en met 2002 gehaald. Immers, winkelgebieden in steden groeien ten opzichte van elkaar. De grensgebieden worden dus niet opnieuw per jaar bepaald worden want dan zou een andere selectie steden kunnen ontstaan. Op deze manier wordt in het gehele onderzoek dezelfde populatie behandeld, wat ten goede komt aan de conclusies. Kanttekening dient geplaatst te worden bij de beschrijving van de ontwikkeling in de jaren van de leegstand. Hierbij kan alleen ingegaan worden op het aantal units dat leegstaat en niet op het winkelvloeroppervlak. Dit, omdat er in het bestand van Locatus geen gegevens wat betreft winkelvloeroppervlak van leegstand zijn van vóór Een groot deel van de aantrekkingskracht van de Nederlandse binnensteden hangt af van het daar gevestigde winkelapparaat. Maar de publieksfunctie van de binnenstad bestaat uit meer dan alleen detailhandel. Horeca, culturele voorzieningen en allerlei vormen van vrije tijdsfuncties zijn ook prominent aanwezig in de binnenstad (Boekema et al, 1996). Daarom is niet gekozen om uitsluitend de detailhandel te behandelen in dit onderzoek. De branches 0 tot en met 6 worden meegenomen en alleen branche 9 wordt uitgesloten. Branche 9 bevat overige activiteiten, zoals gebouwen met als functie onder andere woning, kantoor en overheidsgebouw. Daarmee valt dit vastgoed buiten de sector winkelvastgoed en zodanig niet van belang in dit onderzoek. De branches 0 tot en met 6 bevatten de leegstand (branche 0), detailhandel (branche 1 t/m 3), transport & brandstoffen (branche 4), horeca (branche 5) en diensten (branche 6). Tot slot dient een kanttekening geplaatst te worden bij het winkelgebied van Eindhoven. In de selectie van de winkels in de binnenstad van Eindhoven zal het Piazza Centrum in Eindhoven niet worden meegenomen. Het gaat bij dit centrum om een uitzonderlijk voorval waar het volledige nieuwbouwproject al verhuurd is maar opgenomen is in het databestand onder leegstand. Met dit grote aantal units en nog meer vierkante meters w.v.o. wordt een vertekend beeld gegeven van de leegstand in Eindhoven, aangezien het nieuwe Piazza centrum al bijna volledig verhuurd is. Van de m² winkels was bij de start van de bouw 90% verhuurd, aan 6

18 nationale en internationale bedrijven (o.a. Zara, Mexx, Esprit, H&M, Perry Sport, Mediamarkt en ICI Paris XL) (William Properties, 2003) Conceptueel model en verwachtingen vooraf In deze paragraaf worden het conceptueel model en de daaruit af te leiden verwachtingen behandeld. Allereerst zal het conceptueel model beschreven worden. Daarna volgen de verwachtingen die nauw samenhang vertonen met het model. Het opgestelde conceptueel model kan gezien worden als een dynamisch proces van de winkelvastgoedmarkt. Het is niet te doen om alle verschijnselen en alle mogelijke gezichtshoeken die met leegstand van winkelvastgoed te maken hebben, in dit onderzoek te betrekken. Zodoende is er met behulp van het conceptueel model een selectie gemaakt. In figuur 4.2 is het model af te lezen. Centraal staat de leegstand van een winkel, waar acht factoren direct of indirect verband mee houden. Deze factoren beïnvloeden of worden beïnvloed door diverse elementen in de winkelmarkt, in dit onderzoek worden dit partijen genoemd. De partijen beïnvloeden dus direct of indirect via de factoren de leegstand van winkelvastgoed. Het gaat bij de relaties tussen de factoren, partijen en het onderzoeksobject overigens om verwachte relaties. Uit het onderzoek moet nog blijken of die relaties in feite al dan niet aanwezig zijn (Segers, 1999). De keuze voor de geselecteerde partijen en factoren is uit literatuur over de winkelmarkt te herleiden. Zo wordt in het boek van Van Gool, Jager en Weisz (2001) Onroerend goed als belegging de vraag naar winkelvastgoed bepaald door afzet- en winstmogelijkheden op een locatie, in het model vertaald naar Omzet. De vraag is afkomstig van grootwinkelbedrijven en individuele winkeliers en dit is in het model de Retailer. De vraag wordt in grote lijnen door de volgende factoren bepaald en opgenomen in het model als: - consumentengedrag, in het model Consument - koopkracht die bepaald wordt door de heersende economische situatie, in het model Algemene economische situatie - bevolkingssamenstelling, in het model Consument - concurrentie binnen het verzorgingsgebied en van andere winkelgebieden, in het model concurrentie - aantrekkelijkheid van het winkelgebied, in het model stedebouwkundige kwaliteit Het aanbod op de winkelmarkt wordt bepaald door beleggers respectievelijk de ontwikkelaar, vandaar de partij Eigenaar/Belegger in het model. Dit aanbod wordt beïnvloed door de factoren huurwaardeontwikkeling en de beschikbare ruimte, in het model vertaald met respectievelijk huur en nieuwbouw (Van Gool et al, 2001). 7

19 In Productvorming in de detailhandel van Bolt (1995) worden nog een aantal factoren genoemd die de winkelmarkt beïnvloeden: - locatie van een winkel binnen een centrum, in het model locatie - de grootte van het pand, in het model omvang pand - de branchesamenstelling, in het model wordt dit bij de Retailer gevoegd - het ruimtelijk ordeningsbeleid, in het model weergegeven door nieuwbouw en stedebouwkundige kwaliteit. De partij die dit beleid voert is de overheid, dus vandaar Gemeente in het model. - Verkeers- en parkeerbeleid, in het model parkeren en bereikbaarheid Bij exploratief onderzoek wordt uitgegaan van zekere verwachtingen en is gericht op het vinden van bepaalde soorten samenhangen. Deze verwachtingen worden vooraf gesteld en zijn niet in de vorm van scherp gestelde (toetsbare) hypothesen geformuleerd. Deze scherp gevormde hypothesen worden achteraf opgesteld: hypothese ad hoc. Om te beginnen, wordt de verwachte samenhang van de factoren op leegstand beschreven. De algemene economische situatie heeft invloed op de relatie tussen consument en omzet. Deze bepaalt het bestedingsbedrag door middel van het besteedbaar inkomen. Daarnaast wordt de relatie ook beïnvloed door de mate van concurrentie. De huurhoogte is van invloed op de relatie van de omzet met de leegstand. De huur wordt namelijk in mindering gebracht op de omzet en bepaalt daarmee mede de marge die overblijft. Hoe hoger de huur, des te lager de winst. De huur kan ook de gebruiker van het pand bepalen. Een beginnende ondernemer kan vaak niet een hoge huur betalen dit terwijl een grootwinkelbedrijf dat over het algemeen wel kan. De omzet is, door middel van de gestelde winstmarges en de huur, van invloed op de leegstand. Een hoge omzet kan ervoor zorgen dat een gebruiker een hoge winst heeft en tevreden is met zijn winkel. Een lage omzet kan echter de kans op leegstand vergroten. Omvang pand bepaalt mede de huur. De huur wordt namelijk betaald per vierkante meter en de mate van courantheid van de omvang. Een lang en smal pand, de zogenaamde pijpenla, is minder courant dan een pand met een gevel van 7 meter en een groot oppervlak. Men is bereid meer huur te betalen voor een courant pand. Daarnaast zorgt het aantal vierkante meters ook voor ruimte voor het assortiment van de retailer. De omzet is afhankelijk van het assortiment wat aangeboden wordt en de verkoop daarvan. De locatie is van invloed op de hoogte van de huur. Op de ene locatie wordt een hogere huur per vierkante meter betaald dan op andere, afhankelijk van de vraag naar dat type locatie. 8

20 De locatie houdt verband met de routing, een consument kan er voor kiezen zijn routing aan te passen om een bepaalde aantrekkelijke locatie aan te kunnen doen. De locatie heeft een directe invloed op de leegstand. Als een locatie verlaten wordt dan staat het pand leeg. De kans dat een locatie verlaten wordt is afhankelijk van de invloed van andere factoren op de locatie. Voor routing geldt de invloed op locatie dat de routing (en dus de consument) er wel respectievelijk niet langs loopt. De routing van de consument is van invloed op de omzet, want hoe vaker een winkel gepasseerd wordt des te groter is de kans dat een consument naar binnen gaat en aankopen doet. De stedebouwkundige kwaliteit van een omgeving is van invloed op de aantrekkelijkheid van een locatie en daarmee ook op de routing van de klant. Een aantrekkelijk gebouw of winkelpassage nodigt uit om te bezoeken en kan de routing van consumenten verleggen. Nieuwbouw heeft als relatie met de routing dat de consument de routing kan aanpassen om het nieuwbouwproject te kunnen bezoeken. Daarnaast kan nieuwbouw de stedebouwkundige kwaliteit van een winkelgebied verbeteren en op die manier consumenten trekken. Bereikbaarheid en parkeren hebben invloed op de loop van de consumenten. Waar een parkeerplaats is, begint en eindigt de winkeltrip van een consument die met de auto is gekomen. De bovengenoemde factoren kunnen in grote mate of in mindere mate hun invloed uitoefenen op leegstand. Verwacht wordt dat er zeker een verschil zal bestaan hierin. Als gekeken wordt naar de theorie van Christaller dan wordt zijn uitgangspunt dat, om in de detailhandel een artikel rendabel aan te kunnen bieden, een bepaald(e) vraagniveau (omzet) noodzakelijk is. De verwachting die naar aanleiding van deze theorie geformuleerd kan worden, is dat leegstand de meeste invloed zal ondervinden van factoren als bestedingen en omzet, aanbod van winkels en algmene economische situatie. Vervolgens wordt gekeken naar de verschillende partijen die zo hun verwachte invloed hebben op de factoren en de leegstand. De consument is van invloed op de omzet door de mate waarin het inkomen besteed wordt in een winkel. De samenhang tussen routing en de consument is dat alle individuele consumenten samen de passantenstroom, oftewel de routing, vormen. 9

21 Figuur 2.1 Conceptueel model Algemene economische situatie Concurrentie Consument Retailer Eigenaar/Belegger Omvang pand Huur Omzet Leegstand van winkels Locatie Routing Nieuwbouw Stedebouwkundige kwaliteit van omgeving Gemeente Parkeren en bereikbaarheid 10

22 De directe invloed van de retailer op leegstand is, wanneer een ondernemer te oud is om zijn zaak nog draaiende te houden en geen opvolger kan vinden. Daarnaast kan een retailer ook zijn omzet vergroten door zijn bedrijfsvoering. Onderdeel daarvan kunnen extra services en aanbiedingen zijn. De retailer houdt verband met de locatie omdat hij met zijn formule een bepaalde locatie extra aantrekkelijk kan maken. Zo n retailer wordt ook wel trekker genoemd (Bolt, 1999). De eigenaar/belegger is van invloed op de huur, hij bepaalt de hoogte ervan. Daarnaast bepaalt hij ook de gebruiker. Hij zal hoogstwaarschijnlijk de huurder nemen waarbij het minste rendementsrisico wordt gelopen. De gemeente beïnvloedt het parkeren door de locaties daarvoor aan te wijzen en de parkeertarieven te bepalen. Van belang in dit onderzoek zal niet alleen de leegstand zijn, maar vooral ook de langdurige leegstand, oftewel de structurele leegstand. De vraag is nu welke van deze factoren en in welke mate er voor zorgen dat een pand langer leeg blijft staan. In hoofdstuk 5 worden per factor de verwachte samenhangen naar aanleiding van gevonden literatuur weergegeven. Tot zover de verwachtingen ten opzichte van de diverse factoren en partijen. Naast deze invloeden kunnen er ook verwachtingen geformuleerd met betrekking tot het voorkomen of ontbreken van leegstand op verschillende ruimtelijke schaalniveaus. Naar aanleiding van de Locatus-data en overige beweringen over leegstand die reeds gepubliceerd zijn in het NVB Thermometer Winkels 2003 kunnen een aantal verwachtingen geformuleerd worden met betrekking leegstand op ruimtelijk schaalniveau. De provincies Limburg, Drenthe en Overijssel hebben een bovengemiddelde leegstand. Naar aanleiding van deze uitkomsten over totale incidentele leegstand in alle winkelgebieden, wordt wel verwacht dat in de provincie Limburg ook de (structurele) leegstand voor de hoofdwinkelgebieden het hoogst zal zijn. In de NVB Thermometer wordt tevens gesteld dat de kloof tussen goede en slechte locaties groeit. Op A1- locaties zou gebrek aan goede winkelpanden zijn, terwijl op mindere locaties (B en C locaties) sprake is van oplopende leegstand. Uit de analyses zal vervolgens moeten blijken of deze verwachtingen ten opzichte van ruimtelijke concentraties van leegstand, blijken uit te komen Werkwijze en technieken Er zal op zowel kwalitatieve en kwantitatieve wijze onderzoek gedaan worden. Voor het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek zal vooral de databank van Locatus van essentieel belang zijn. Het afnemen van diepte-interviews gaat het kwalitatieve onderzoek invullen. 11

23 De selectie van de populatie, volgens bovenstaande randvoorwaarden, wordt uitgevoerd met het computerprogramma Microsoft Access. Voor de analyse van het geselecteerde databestand zal gebruik gemaakt worden van SPSS 11.5 for Windows en Microsoft Excel De ontwikkeling van leegstand in de tijd is met de Locatus bestanden van 1999 tot en met 2003 in beeld te brengen voor de 67 geselecteerde winkelgebieden. Om er achter te komen welke panden structureel leeg staan zal er gekeken worden naar de jaren 2001, 2002 en De definitie van structurele leegstand wordt in paragraaf behandeld. Een koppeling wordt gemaakt met een bestand van meer dan twee jaar daarvoor om uiteindelijk een populatie van winkelpanden over te houden die structureel leegstaan. Voor het bestand van 1999 geldt dat het gekoppeld zal worden aan het bestand van Hetzelfde geldt voor het bestand van 2002 met het enige verschil dat dat bestand gekoppeld wordt aan het bestand van Tot slot is het bestand van 2003 gekoppeld aan dat van 2001 zodat precies die panden overblijven die in 2001 leeg stonden en in 2003 nog steeds. Om te kunnen bepalen wat de invloed van een toename van het aantal winkelmeters in een winkelgebied is op de leegstand, wordt gebruik gemaakt van het register van de Nederlandse Raad van Winkelcentra Er zal een selectie worden gemaakt van nieuwbouwprojecten uit het register. Daarbij is uitgegaan van de 67 geselecteerde steden en het daar gerealiseerde aantal vierkante meters nieuw w.v.o. in 1999 en Via het NRW bestand worden de nieuwbouwprojecten gekozen die in 2001 geopend zijn. Met een set steden wordt vervolgens gekeken of er samenhang is tussen de mate van toevoeging van nieuw winkelareaal en de hoogte van de leegstand. Het verband met de hoogte van de huur en de leegstand wordt bepaald met de hulp van huurprijscijfers van DTZ Zadelhoff. Met een set van 10 straten in 10 verschillende maar vergelijkbare steden wordt gekeken of er een correlatie te vinden is tussen de hoogte van de huur en de omvang van de leegstand. De oorzaken van en verbanden met leegstand zullen daarnaast ook door analyse van de Locatusbestanden en diepte-interviews verkregen moeten worden. De diepte-interviews zullen worden gehouden met diverse partijen binnen de winkelvastgoedmarkt. Deze deskundigen worden in de praktijk zodanig geconfronteerd met de winkelmarkt, dat zij een goede omschrijving kunnen geven van de mate van invloed die bepaalde factoren hebben op leegstand. De respondenten worden onderverdeeld in 4 groepen, namelijk deskundigen, beleggers, retailers en gemeente. Voor de eerste drie groepen wordt telkens van vijf personen interviews 12

24 afgenomen. Van de gemeente worden er slechts twee benaderd, dit omdat het werkveld van één gemeente zich niet over Nederland uitstrekt. De gemeente waar een interview zal worden afgenomen, zal een opvallende ontwikkeling met betrekking tot leegstand moeten kennen. Eén gemeente wordt geselecteerd op het feit dat het een hoge structurele leegstand kent en een andere gemeente waar de structurele leegstand in de tijd is afgenomen. De groep van deskundigen zal bestaan uit personen die vanuit de praktijk waarin ze werken, veel te maken hebben met de winkelmarkt, maar niet behoren tot de andere drie groepen. De groep van beleggers kent professionele beleggers met een hoog percentage winkelvastgoed in de portefeuille. Voor de groep van retailers geldt dat het hier om ketenbedrijven gaat, omdat hun werkveld en blik zich over geheel Nederland uitstrekken. De interviewvragen zullen betrekking hebben op de genoemde factoren en hun relaties met de leegstand, zoals die in het conceptueel model voorkomen. Daarnaast zullen een aantal uitkomsten van de leegstandsanalyse in Nederland, voorgelegd worden en om de opinie hierover gevraagd worden. In bijlage II en III zijn de interviewvragen en een lijst met de respondenten opgenomen. In bijlage IV staan diverse top tien lijsten gegeven met bedrijven of instellingen. Dit geeft het belang van het bedrijf op de (winkel)vastgoedmarkt weer. Alle respondenten zijn gekozen uit bedrijven, die voorkomen in één van de top tien lijsten. De functies die deze personen binnen het bedrijf bekleden, moeten gerelateerd zijn aan winkelvastgoed. Tot slot zal met behulp van een meervoudige regressie-analyse worden gekeken in welke mate onafhankelijke variabelen de afhankelijke variabele van leegstand weten te verklaren. Bepalend hiervoor is of de variabelen weergegeven kunnen worden op ratio schaal. Bij een lineaire meervoudige regressie wordt een analyse gedaan waarbij gekeken wordt welke variabele nu de meeste variatie in de leegstand en structurele leegstand verklaart. Met andere woorden, welke variabele is statistisch gezien de meest verklarende factor achter leegstand (Huizingh, Definities In deze paragraaf wordt ingegaan op de verschillende definities die van belang zijn voor het onderzoek. Het gaat hierbij om de definitie van leegstand, binnensteden en hoofdwinkelgebieden, en locatiesegmentatie Leegstand Het onderzoeksobject in dit onderzoek is de leegstand. Maar wat is nu precies leegstand? Uit de literatuur blijkt dat er verschillende vormen van leegstand zijn. Frictieleegstand, ook wel mutatieleegstand, is de leegstand die tijdelijk voorkomt uit bedrijfsverhuizingen, waarbij de achtergelaten ruimte maximaal één jaar leegstaat. Het 13

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 12 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Leegstand van winkels, 2004-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van winkels in de detailhandel. Gemiddeld staat 8% van het winkelvloeroppervlakte leeg in 2013. Dit percentage stijgt sinds 2008.

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad In Nederland staat veel kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte leeg. Leegstand van bedrijfsvastgoed lijkt structureel te worden en de verwachting is

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 8 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 8 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 19 april 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws.

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws. Peter Nieland (PN) Echtgenoot Blogger Directeur Kadastermens Mountainbiker Westfries Vader van Nick PN = Positief Nieuws Kaartenman Voorzitter Bar-End Shopper (kijker) Winkelman En wie bent u? Naam. Gemeente.

Nadere informatie

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek 2013. Aanbod bedrijfs-, kantooren winkelruimte

Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek 2013. Aanbod bedrijfs-, kantooren winkelruimte Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek Aanbod bedrijfs-, kantooren winkelruimte Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek Aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte Mede door de prima ligging en gunstige regionale

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei 2017 super 2/24 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 23 mei 2017 Inhoud Samenvatting 5 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april 2018 super 2/28 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 24 april 2018 Inhoud Samenvatting 4 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april 2018 super 2/28 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 24 april 2018 Inhoud Samenvatting 4 Positieve ontwikkelingen in de Brabantse

Nadere informatie

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Voorwoord Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Het jaar 2016 heeft zowel voor stabilisatie, alsook voor herstel gezorgd in de winkelmarkt

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 5 2. Werkgelegenheid Brabantse detailhandel... 6 3. Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 3.1 Winkels per type winkelgebied... 9 3.2 Winkels in 4 grootste steden,

Nadere informatie

Voorwoord. Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

Voorwoord. Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Voorwoord Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. In 2017 zijn er weer veel ontwikkelingen te noemen die hebben plaatsgevonden in Arnhem entrum. Zo

Nadere informatie

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus Alles blijft Anders Het winkellandschap 2003-2011-2020 Gerard Zandbergen CEO Locatus Enkele begrippen Dagelijks aankopen Winkels / Detailhandel Mode & Luxe Wel oppervlak: Vrije Tijd WVO = In en om het

Nadere informatie

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert 13.321 // DPO Beekstraatkwartier Weert Hub Ploem 22 januari 2014 Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland /

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland  / DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland WWW.LOCATUS.COM / INFO@LOCATUS.COM Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland Pelmolenlaan

Nadere informatie

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuid-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuid-Nederland (*1. m²) 42.2 2.15 5.518 Overig Nederland Het totale oppervlak aan kantoormeters in en

Nadere informatie

Leegstand van kantoren,

Leegstand van kantoren, Indicator 23 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Leegstand van kantoren, 1991-2013

Leegstand van kantoren, 1991-2013 Leegstand van kantoren, 1991-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van kantoorvloeroppervlakte. Gemiddeld 16% van het kantoorvloeroppervlakte staat leeg in 2013. Dit percentage neemt nog steeds

Nadere informatie

ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015

ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015 ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015 Inleiding Op 18 december 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders conceptvisies over deelaspecten van het centrum aan raads- en burgerleden

Nadere informatie

Factsheet Quick Scan Bedrijfsvastgoed Rekenkamercommissie Almere

Factsheet Quick Scan Bedrijfsvastgoed Rekenkamercommissie Almere Factsheet Quick Scan Bedrijfsvastgoed Rekenkamercommissie Almere Inleiding In Nederland nam de van bedrijfsvastgoed (kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte) de laatste jaren toe. De verwachting is dat de

Nadere informatie

Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics

Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics Retail vacancy in inner cities The importance of area and object characteristics IVBN scriptieprijs Léon van der Wal TU Delft Introductie Onderzoeksopzet Empirisch onderzoek Resultaten & Conclusies Aanbevelingen

Nadere informatie

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuidwest-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuidwest-Nederland (*1. m²) 35.536 13.629 459 Overig Nederland In Zuidwest-Nederland ligt circa 29%

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied november 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten in Nederland is een strijd gaande

Nadere informatie

Nederlandse winkelmarkt

Nederlandse winkelmarkt April 213 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse winkelmarkt 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein Vormgeving

Nadere informatie

Na de aandacht voor de kantorenleegstand

Na de aandacht voor de kantorenleegstand METEN IS WETEN Leegstand detailhandel herbezien 1 Steeds meer winkels staan leeg. Dit artikel laat zien dat het leegstandsprobleem (nog) groter is dan tot nu toe werd gedacht. 8% van detailhandelsvestingen

Nadere informatie

downloadbaar document, behorende bij bijlage I

downloadbaar document, behorende bij bijlage I Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2009-2010 downloadbaar document, behorende bij bijlage I Definities monitor B.V. en verschillen met andere bronnen Om een foute interpretatie van

Nadere informatie

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument.

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument. Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument www.locatus.com info@locatus.com Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Enkele basisbegrippen... 2 2.1.

Nadere informatie

Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed

Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed Grip op de zaak Huurprijsherziening bij winkelvastgoed Huurprijsherziening bij winkelvastgoed De huurwetgeving voor detailhandelsbedrijfsruimte biedt een hoge mate van huurdersbescherming. Deze huurdersbescherming

Nadere informatie

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord 1 Staat van de detailhandel, Stadsdeel Fact sheet juni 215 In zijn 316 winkels met een totale vloeroppervlakte van ruim 1. m 2. Het grootste deel betreft winkels voor niet-dagelijkse boodschappen. De winkels

Nadere informatie

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van

Nadere informatie

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen Landelijke marktontwikkelingen Mede dankzij enkele grote transacties in diverse steden bereikte de opname van kantoorruimte de eerste maanden van 2012 een (onverwacht) hoog niveau. Deze goede start zette

Nadere informatie

Winkelen in het Internettijdperk

Winkelen in het Internettijdperk Winkelen in het Internettijdperk De (ruimtelijke) gevolgen van internet winkelen dr. Jesse Weltevreden, Hoofd Onderzoek BOVAG 1 Inhoud Winkelgebieden in Nederland Internet winkelen in Nederland E-shoppers:

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Leegstand van kantoren,

Leegstand van kantoren, Indicator 30 November 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek Aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte

Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek Aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek 215 Aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte Monitor Bedrijvenaanbod Amerstreek 215 Aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte Mede door de prima ligging en gunstige

Nadere informatie

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht Factsheets Profielen gemeentes van Utrecht Leeswijzer Profielen gemeentes van Utrecht Per gemeente van de provincie Utrecht is een profiel gemaakt. Dit profiel is weergegeven op basis van vier pagina s.

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Waarom een winkelhuurprijzenonderzoek? Ondernemers willen een redelijke prijs betalen voor de goederen en diensten die worden aangeschaft. Bedrijfshuisvestiging

Nadere informatie

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link) CONCENTRATIE VAN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTEN IN GEMEENTELIJK VASTGOED NAAR AANLEIDING VAN DEMOGRAFISCHE TRANSITIE Een casestudie in landelijke gemeenten in Noord-Brabant, Nederland Afstudeeronderzoek van

Nadere informatie

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Stijgende parkeertarieven maken binnensteden minder aantrekkelijk voor consumenten en ondernemers, stelde

Nadere informatie

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Onderwerpen: Wat is er gebeurd de afgelopen jaren? Wat gaat er gebeuren

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland RETAI LFACTS2017 Kenget al l enov erdeneder l andsedet ai l handel Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inleiding 3 Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4 Kengetallen oppervlakten in m² per provincie

Nadere informatie

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Rapportnummer:

Nadere informatie

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noord-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noord-Nederland (*1. m²) 46.787 643 973 1.222 Drenthe Friesland Groningen Overig Nederland De drie noordelijke

Nadere informatie

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland RETAI LFACTS2019 Kenget al l enov erdeneder l andsedet ai l handel Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inleiding 3 Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4 Kengetallen oppervlakten in m² per provincie

Nadere informatie

TE HUUR. Groningen, Vismarkt 27A

TE HUUR. Groningen, Vismarkt 27A VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR Groningen, Vismarkt 27A 50 m² BVO entree, ca. 900 m² BVO 1e verdieping, ca. 100 m² BVO tussenverdieping en ca. 800 m² BVO 2e verdieping. Winkel 1 ALGEMEEN OBJECT

Nadere informatie

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten Halfjaarverslag 2017 Woningen Winkels Bedrijfsruimten Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat

Nadere informatie

Nederlandse winkelmarkt

Nederlandse winkelmarkt September 212 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse winkelmarkt 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Analyse leegstand per 1 januari 2013

Analyse leegstand per 1 januari 2013 DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP Analyse leegstand per 1 januari 2013 Toelichting bij Persbericht 13 februari 2013 WWW.LOCATUS.COM / INFO@LOCATUS.COM Leegstand 1 januari 2013 Halfjaarlijkse

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2019 Toelichting, 2 juli 2019

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2019 Toelichting, 2 juli 2019 Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2019 Toelichting, 2 juli 2019 Provincie Noord-Brabant super WONEN TOTAAL Inhoud Samenvatting...2 1. Inleiding...5 2. Werkgelegenheid Brabantse detailhandel...

Nadere informatie

Binnenstad in beweging. Rob van de Peppel I&O Research

Binnenstad in beweging. Rob van de Peppel I&O Research Binnenstad in beweging Rob van de Peppel I&O Research Ontwikkelingen landelijk Bepalende factoren Case: Binnenstad Enschede Lokale en landelijke drivers Winkelaanbod en leegstand 5.000 minder winkels (-5%

Nadere informatie

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Retailscan De Retailscan 2014 is 350 x ingevuld. 24% van de respondenten is werkzaam in de foodsector en 76% in de non food. Van de respondenten

Nadere informatie

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58 Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad 10-02-2017 10:58 Door Nick MÃ ller Redactie RetailWatching De afgelopen jaren is er veel veranderd in het winkellandschap, dat is niemand ontgaan.

Nadere informatie

NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS

NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS NOTITIE UPDATE LEEGSTAND BEDRIJFS ONROEREND GOED SOEST SOESTERBERG BEDRIJVEN, KANTOREN EN WINKELS APRIL 2015 Inhoudsopgave: 1. Voorwoord Blz. 3 2. Update leegstand bedrijven en kantoren Blz. 4 2.a Algemene

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Strategie en Onderzoek, september 2013 Inleiding Begin september 2013 is onder Leidse winkeliers een enquête gehouden over de openstelling

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2018 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2018 zijn (naast een hoofdrapport en een internetapplicatie) factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2016 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2016 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Zondag openstelling voor kleine ondernemers. CDA Schiedam. Andreas Lepidis

Zondag openstelling voor kleine ondernemers. CDA Schiedam. Andreas Lepidis 2015 Zondag openstelling voor kleine ondernemers CDA Schiedam Andreas Lepidis Aanleiding In 2011 besloot de gemeenteraad dat de zondag openstelling voor de winkels in Schiedam verruimd werd van 12 zondagen

Nadere informatie

Crowdfinance Crowdfunding met financieel rendement in Nederland

Crowdfinance Crowdfunding met financieel rendement in Nederland Crowdfinance 2016 Crowdfunding met financieel rendement in Nederland CROWDFINANCE 2016 www.crowdfundmarkt.nl www.crowdfundpanel.com i OVER ONS Beleggers in crowdfunding staan bij Crowdfundmarkt.nl en Crowdfundpanel.com

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld.

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder Postbus 36, 1780 AA, Den Helder Den Helder, 16 maart 2015 Geachte heer, mevrouw, Namens een groep verontruste winkeliers, diverse ondernemersverenigingen,

Nadere informatie

Winkelruimtemarkt Nederland 4e kwartaal 2018

Winkelruimtemarkt Nederland 4e kwartaal 2018 De omzet (ongecorrigeerd) van de detailhandel is in het vierde kwartaal met 3,4% gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. De volumes stegen met 2,5%. De omzet van de food winkels steeg met 3,3%.

Nadere informatie

VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR. Utrecht, Oude Gracht m² BVO Winkelruimte UTRECHT - OUDE GRACHT 97

VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR. Utrecht, Oude Gracht m² BVO Winkelruimte UTRECHT - OUDE GRACHT 97 VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR Utrecht, Oude Gracht 97 255 m² BVO Winkelruimte 1 ALGEMEEN OBJECT Prachtige winkelruimte gelegen aan de Oude Gracht, vlakbij de Lange Vie. Het front van de winkel

Nadere informatie

Factsheets Leeswijzer

Factsheets Leeswijzer Factsheets Leeswijzer Voor het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten overzichtelijk en helder te presenteren.

Nadere informatie

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht

Nadere informatie

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ruimtelijk-economisch onderzoek Zwolle perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus

Nadere informatie

De zekerheid van supermarkten

De zekerheid van supermarkten De zekerheid van supermarkten Onderzoek naar de kenmerken van supermarktbeleggingen www.dtz.nl www.dtz.com Supermarktbeleggingen: een veilige haven Schaarse locaties Zeker in tijden van economische onzekerheid

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Managementsamenvatting 2011 Het Vastgoedrapport Groningen-Assen 2011 stelt zich ten doel om een belangrijke informatiebron te zijn voor de hele regionale vastgoedsector.

Nadere informatie

Centrummonitor Hengelo 2014. Oktober 2014

Centrummonitor Hengelo 2014. Oktober 2014 Centrummonitor Hengelo 214 Oktober 214 1 Inhoudsopgave Pagina Introductie 3 Samenvatting 4 Bezoekersenquête 5 Passantentellingen 16 Leegstand 18 Werkgelegenheid 2 Bijlagen 21 2 Introductie De Centrummonitor

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

774 objecten. 396 woningen 378 niet woningen. 2 onderzoeksgebied

774 objecten. 396 woningen 378 niet woningen. 2 onderzoeksgebied 774 objecten 396 woningen 378 niet woningen 2 onderzoeksgebied 3 Inhoudsopgave Themakaarten: Woonplaats eigenaar (Kadaster - 2017) Leeftijd eigenaar (Kadaster - 2017) Transacties (Kadaster - 2017) Eigendomspositie

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Leegstand bedrijfsruimten 3 3 Typering leegstand 6 Bijlage 1 Contactpersonen 9 Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES

MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES 2015 Introductie Met gepaste trots voorzien wij u bij deze van onze nieuwste marktupdate over de Nederlandse vastgoedbeleggingsmarkt. Wij geven u op deze manier graag

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 9 Beleggersmarkt 2011 9.1 Veranderend investeringsgedrag: vastgoed met weinig risico Klik hier direct door naar regionale ontwikkelingen > Veranderend investeringsgedrag:

Nadere informatie

Aantrekkelijkheid van de Nederlandse binnensteden. Patty Roosen

Aantrekkelijkheid van de Nederlandse binnensteden. Patty Roosen Aantrekkelijkheid van de Nederlandse binnensteden Patty Roosen Verkenning van de effecten van beleving op de aantrekkelijkheid van de binnensteden en de bijbehorende financiële prestaties van winkelvastgoed

Nadere informatie

Begeleidingscommissie

Begeleidingscommissie Bijlage 1 Begeleidingscommissie Bijlage 2 Begrippenlijst mevrouw D. Bogers mevrouw E. Lambooy mevrouw S.N. MinkemaWedzinga de heer J.S. Nota de heer A. van Wanroij Gemeente Soest KvK Gooi en Eemland Gemeente

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Bruisende binnensteden en dorpskernen

Bruisende binnensteden en dorpskernen Bruisende binnensteden en dorpskernen Wat is er aan de hand? Van dorp naar stad 70% van de wereldbevolking woont in 2050 in steden of stedelijke gebieden. 10 miljoen mensen wonen in 2050 in de Randstad

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud In de eerste week van het nieuwe jaar maakte Graydon al bekend dat een laagterecord kent wat betreft het aantal faillissementen. Het aantal bedrijven dat failliet

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q3 216, Q4 216 en Q1 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Voorwoord 2. Inleiding 3. Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4. Kengetallen oppervlakten in m² per provincie naar groep in % 5

Voorwoord 2. Inleiding 3. Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4. Kengetallen oppervlakten in m² per provincie naar groep in % 5 RETAI LFACTS2017 Kenget al l enov erdebel gi sc hedet ai l handel Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inleiding 3 Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4 Kengetallen oppervlakten in m² per provincie

Nadere informatie

Memo stand van zaken retailadviescommissie, detailhandelsmonitor en koopstromenonderzoek

Memo stand van zaken retailadviescommissie, detailhandelsmonitor en koopstromenonderzoek Bijlage 3.1 Memo stand van zaken retailadviescommissie, detailhandelsmonitor en koopstromenonderzoek Retailadviescommissie De provincie stelt een provinciale retailadviescommissie in. Deze commissie van

Nadere informatie

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Memo Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Green Development 25 januari 2011 BOR035/Hft/0105 1 Inleiding Green Development is in samenwerking met de gemeente Heemskerk

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

Groesbeek DPO Plan Dorpsstraat Groesbeek Opdrachtgever: Gemeente Groesbeek Projectnummer: 896.1109 Datum: 2 december 2009 DPO plan Dorpsstraat DROOGH TROMMELEN EN PARTNERS Voorstadslaan 254 6542 TG Nijmegen

Nadere informatie

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen 2 COLOFON Opdrachtgever: Ondernemingsvereniging GO-Olst & Plaatselijk Belang Olst Datum: 31 augustus 2015 3 SAMENVATTING In Olst

Nadere informatie

Bestemmingsplan Supermarkt Gouden Leeuw Venray en omgevingsvergunning. Eindrapport zienswijzen

Bestemmingsplan Supermarkt Gouden Leeuw Venray en omgevingsvergunning. Eindrapport zienswijzen 17 september 2014 Bestemmingsplan Supermarkt Gouden Leeuw Venray en omgevingsvergunning Eindrapport zienswijzen Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Inhoud 1 Inleiding 6 2 Zienswijzen bestemmingsplan

Nadere informatie