L. tot beëindiging van de subsidierelatie met MEE Groningen op 37-L die de gemeente Groningen namens de 18 gemeenten is aangegaan.

Transcriptie

1 Besluitnota Voortgang cliëntondersteuning en MEE 2017 Versie: 1.0 vastgesteld door de Stuurgroep Cliëntondersteuning & MEE d.d. 3 juni 2016 Gevraagd collegebesluítvoor 7 juli 2076 bij 78 gemeenten Het college besluit L. tot beëindiging van de subsidierelatie met MEE Groningen op 37-L die de gemeente Groningen namens de 18 gemeenten is aangegaan. 2. een subsidieovereenkomstvia de Regionaal Inkooporganisatie Groninger GemeentenIRIGG) aan te gaan voor 20L7 en hierin aanvullende voorwaarden op te nemen. 3. om uiterlijk voor aan MEE Groningen de intentie kenbaar te maken over de vormgeving van de lokale inrichting van de cliëntondersteuning per en zorg te dragen voor de definitieve besluitvorming voor de resterende middelen voor de ontwikkelopdracht 2015/20L6 aan de RIGG toe te kennen en beschikbaar te houden voor begeleiding en implementatie van het gemeentelijk proces en sturing op de transformatie bij MEE in20\6/20l7. Samenvatting Voor 2016 hebben 18 gemeenten het Regionaal Transitie Arrangement met de MEE organisatie verlengd onder gelijkluidende afspraken als in 2015 en voorzien van een ontwikkelopdracht. Hiertoe is besloten in de vergadering van Bestuurlijk OGOO/ DB PG&Z van 3 juli 2015 en door MEE Groningen is hiermee ingestemd. Doel van de opdracht is om vanuít een gezamenlijke verantwoordelijkheid, de lokale inbedding van de MEE expertise in de cliëntondersteuníng en de kennisontwikkelíng te borgen per Door inspanning van alle partijen willen we voorkomen dat er sprake ís van (frictie) kosten van de MEE organísatie. Ten aanzien van de gemeentelijk opbrengsten van de inhoud en de gemeentelijke verwachtingen over de toekomstige bijdrage van de geboden diensten van MEE Groningen zijn er verschillen waarneembaar in de 18 gemeenten. Deze verschillen rondom de visie, [infra)structuur, aanpak en tempo hebben geleid tot een heroriëntatie op de oorspronkelijke opdracht. Op het ingelaste bestuurlijk overleg OGOO en DB PG&Zvan29 maart jl. is de meerwaarde van de MEE expertise voor de cliëntondersteuning bevestigd en zijn een aantal varianten met inhoudelijke, financiële en juridische consequenties besproken om tot een werkbare oplossing te komen. Er is verzocht om drie varianten nader uit te werken. Variant 1: Voortzetting gezamenlijke opdracht tot T-7-20L8 om ontwikkelruimte te creëren via een inkoop- of subsidierelatie met de MEE Groningen. Variant 2:Yoorzetting subsidierelatie met een deel van de gemeenten tot L-7-20L8, de overige gemeenten kiezen voor overname per L7 Variant 3: Vasthouden aan de huidige opdracht en stoppen per L-L-20\7 7

2 Tijdens de bestuurlijke bijeenkomst op 29 april werd duidelijk dat de vormgeving van het lokale opdrachtgeverschap per L-L-2078 de voorkeur heeft en dat voor 20L7 de inzet cliëntondersteuning via een inkoop/aanbesteding een pre heeft. Dit onder de voorwaarde dat in de uitwerking blijkt dat dit inhoudelijk en juridisch haalbaar is, er geen nieuwe langdurige verplichtingen worden aangegaan, het een impuls geeft aan de realisatie van het gewenste doel in 2018 en er geen transitiekosten van de MEE organisatie voor rekening van de 18 gemeenten komen. Gemeenten maken om die reden voor kenbaar in welke vorm de cliëntondersteuning in 2018 een vervolg krijgt. Hierdoor werken gemeenten mee aan de "zachte landing van de cliëntondersteuning van MEE en krijgt MEE Groningen nog een jaar de tijd om verder te transformeren naar het eindplaatje Bij de nadere uitwerking blijkt dat de risico's bij een inkoopvariant voor alle partijen toch te groot zijn. furidisch technisch zou de aanbesteding passen in de door de RIGG uitgevoerde variant. Echter in het afgelopen jaar zijn afspraken gemaakt over een zachte landing en over het in rekening kunnen brengen van transitiekosten. Hiermee ontstaat voor de aanbestedende partij ( gemeenten) een juridisch risico gezien de ongelijke uitgangspositie voor inschrijvende partijen in de aanbesteding Voor de aanbieder ( MEE organisatie) is er een financieel risico omdat bij inkoop via een aanbesteding bij voorbaat geen budget of verplichte afname kan worden gegarandeerd en hier door hen nog onvoldoende op kan worden geanticipeerd. MEE Groningen had in eerste instantie instemmend gereageerd op de inkoopvariant maar ziet voor 2017 meer mogelijkheden tot verdere transformatie in subsidierelatie. Het beste alternatief is om in 2017 te kiezen voor een de subsidierelatie met aanvullende voorwaarden om aan de transformatie doelen te kunnen blijven werken. Door de overeenkomst via de RIGG te laten lopen kan gezien de aanwezige infrastructuur, intensief sturing aan de implementatie, de transformatiedoelstellingen en de besluitvorming worden gegeven. Als de RIGG de subsidietaken richting MEE overneemt van de gemeente Groningen namens de andere gemeenten, verandert er niets in de subsidievorm en zou veronderstelt kunnen worden dat hierdoor verplichtingen ontstaan conform artikel 4:51 Awb. Aangezien het vertrouwensbeginsel hiervoor ook bepalend is en de subsidie ontvanger MEE Groningen als sinds 2015 actief betrokken is bij de ontwikkeling en besluiworming, worden door dit derde subsidiejaar geen nieuwe verplichtingen aangegaan. De ontwikkelopdracht vraagt een omzetting naar een begeleiding- en implementatietraject van het gemeentelijk proces en sturing op de transformatie bij MEE in 2016/2017. De resterende middelen vanuit 2016 kunnen hiervoor worden aangewend. In de besluitnota lichten we de uitwerking van de inkoopvariant toe en werken we de subsidievariant uit. -2-

3 Besluitnota Aanleiding en doel Yoor 2016 hebben 18 gemeenten het Regionaal Transitie Arrangement met de MEE organisatie verlengd onder gelijkluidende afspraken als in 2015 en voorzien van een ontwikkelopdracht. "Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid, de lokale inbedding van de MEE expertise in de cliëntondersteuning en de kennisontwikkeling te borgen per L-L-20L7. Door inspanning van alle partijen voorkomen dat er [frictie) kosten van de MEE organisatie ontstaan". Vanaf oktober 2015 is projectmatig aan deze opdracht gewerkt en is in maart 2016 bestuurlijk geconstateerd dat de opdracht moest worden bijgesteld. Er zijn hiervoor verschillende varianten uitgewerkt waarvan de meeste haalbare variant voortzetting gezamenlijke opdracht tot nu voor u ligt. De functie van cliëntondersteuning wordt door gemeenten als belangrijke aanvulling op de basisvoorzieningen gezien, met name voor inwoners met een beperking. Om de transitie van deze functie in het sociaal domein en van de organisatie van MEE zelf, te stimuleren, lag er een voorkeur voor het gezamenlijk ontwikkelen van een inkooprelatie voor 20t7. Hierdoor kan worden toegewerkt naar andere (onaftrankelijker) relatie tussen MEE en de gemeenten die vergelijkbaar wordt met andere aanbieders in het sociaal domein en kunnen gemeenten een gefundeerde keuze maken voor Het leek mogelijk om dit via een aanbesteding bij het RIGG te laten verlopen door de toevoeging van extra gelabeld geld en een uitvraag naar nieuw producten. Uit nader onderzoek blijken de juridische consequenties voor de gemeenten in deze fase echter te groot, omdat er bij een aanbesteding een grote mate van onafhankelijkheid en transparantie nodig is en er al toezeggingen aan MEE Groningen zijn gedaan. Voor MEE Groningen geeft deze inkoopvariant financiële risico's waardoor gemeenten alsnog voor transitiekosten kunnen komen te staan. Het beste alternatief om tot het gewenst eindplaatje per 7-\-2018 te komen, is het aangaan van een nieuwe subsidierelatie onder aangescherpte condities, dit onder te brengen bij de RIGG en dit te laten eindigen op 3L-\ MEE wordt hiermee voldoende in de gelegenheid gesteld om op dit voornemen te anticiperen en gemeenten kunnen voorbereidingen treffen t.a.v. inkoop en/ of subsidierelatie of overdracht personeel. Kader Wettelijk kader: Wmo 2015, feugdwet en Participatiewet Transitiearrangement MEE Groningen 2015 Regionaal Transitie Arrangement MEE Groningen 2016 Uitwerking Om het inkoopproces gecontroleerd te laten verlopen en de MEE organisatie niet voor een onmogelijk opdracht te plaatsen is onderzocht hoe het inkoopproces eenvoudig, transparant en gezamenlijk kan worden ingericht. Het product cliëntondersteuning kan toegevoegd worden als nieuw product met extra gelabeld geld in de aanbesteding die de RIGG in de jeugdhulp voor 2076 gedaan heeft. -3-

4 In de aanbesteding kan onderscheid gemaakt worden in een vast deel van het contract, een garantiedeel (= tot een bepaalde productie garanderen we de financiering) en een variabel deel (levering product na vraag gemeente). Er zijn echter een aantal nadelen bij deze inkoopvariant. MEE is in de jeugdhulp aanbieder en geen contractpartner. Omdat de aanbieders en contractpartners vast staan, kan MEE alleen haar aanbod leveren via een contractpartner. MEE wordt voor het bieden aftrankelijk van een contractpartner.. Andere aanbieders moeten een gelijke kans krijgen om een concurrerend aanbod te doen. Bij voorbaat kan dus geen budget of verplichte afname aan MEE worden gegarandeerd. Dit stemt niet overeen met eerder gemaakte afspraken en levert financiële risico's voor alle partijen.. Het product cliëntondersteuning kan niet per fte gedefinieerd worden, maar per dagdeel of uur. Het leveren van fte lijkt te veel op detachering en kan BTW plichtig zijn. MEE en de gemeenten zullen hun werkprocessen en registratie hierop moeten aanpassen. We constateren dat de lopende aanbesteding jeugdhulp RIGG wordt belast met een risicovolle aanvullende aanbesteding. Het beste alternatief voor 2017 is het aangaan van een subsidierelatie via de RIGG en in de overeenkomst aanvullende voorwaarden op te ten aanzien van ziektevervanging, faciliteiten, aansturing, rapportages en de ruimte om lokaal afspraken te maken. Binnen de subsidie kan een verplichtend transformatiedoel worden opgenomen, waardoor MEE en gemeenten kunnen toegroeien naar hun nieuwe rol. Het budget voor 2017 aan MEE Groningen wordt gegarandeerd op het niveau van2016. Door de overeenkomst via de RIGG te laten lopen kan sturing aan de transformatiedoelstelling worden gegeven. Beoogd wordt om net als bij de groep 18- ook zorgte dragen voor het realiseren van de beleidsdoelstelling 18+ en de afstemming tussen WMO en Jeugd bewerkstelligen. Het contractbeheer en controle op de sturing is eenvoudig te realiseren binnen de infrastructuur van de RIGG. De RIGG subsidieert nu ook noodzakelijke voorzieningen via subsidie [bijv. veilig thuis) en dit traject kan ondergebracht bij project 4. Het risico dat partijen niet in een aftrankelijkheidsrelatie blijven waardoor de noodzakelijk stappen bij MEE en gemeenten niet worden gemaakt en nieuwe verplichtingen ontstaan worden ondervangen. De subsidieovereenkomst namens de 18 gemeenten wordt voor 1 jaar aangegaan en gemeenten maken voor kenbaar in welke vorm de cliëntondersteuning in 2018 een vervolg krijgt. De consequenties van het voornemen worden vervolgens in kaart worden gebracht t.b.v. de definitieve besluitvorming voor t juli Hierdoor werken gemeenten mee aan de "zachte landing van de cliëntondersteuning van MEE en wordt MEE Groningen nog 1,5 jaar in staat gesteld om verplichtingen af te bouwen te anticiperen op de gewijzigde situatie per 7-L De ontwikkelopdracht vraagt een omzetting naar een begeleiding- en implementatietraject van het gemeentelijk proces en sturing op de transformatie bij MEE in201.6/2077. De resterende middelen vanuit 2016 kunnen hiervoor worden aangewend. Dit wordt onderbouwd in de paragraaf financiële consequenties. Bestuurlijk zal er regie gevoerd moeten worden om tot de gewenste eindplaatjes per I te komen Daarnaast zullen per cluster van gemeenten voorbereidingen getroffen moeten worden t.a.v. inkoop en/ of subsidierelatie of overdracht personeel en het realiseren van de beleidsdoelstelling en afstemming tussen WMO en Jeugd en zal MEE hierop actief moeten participeren. -4-

5 Maatschappe Iiik draagvlak en participatie Het doel van de gemeenten is om te komen tot een duurzaam houdbare afspraak over de inrichting van uitvoering en kwaliteitsborging van cliëntondersteuning bij complexe vragen van cliënten met beperkingen. Door ruimte te creëren kan continuiteit in de cliëntondersteuning worden geboden en geanticipeerd op de ontwikkelingen bij de gemeenten (gemeentelijke herindeling kerntaken discussie, ontwikkeling basisteams, RIGG en Inkoopprocedures WMO) Daarnaast gaat MEE gaat akkoord met de gekozen oplossing voor 2017 e.v. Financiële consequenties Ln2017 wordt binnen het budget de afgesproken cliëntondersteuning geleverd op het niveau van 20L6. Dit is inclusief 3o/o reservering voor vervanging langdurig verzuim. Onderstaand overzicht geeft de verdeling per gemeente weer. Gemeente Appingedam Delfzijl Loppersum Bedum de Marne W-insum Eemsmond Groningen Ten Boer Hoogezand-Sappemeer Slochteren Menterwolde ,3 0,8 1 DAL , 4, ,9 BMWE 5,30 rts.437 LU.677 r L,2 r,4 1., rl{}.090 2s ,8 Groningen 1..6æ ,30 0,5 2,7 0,9 7 HSSM 4!60 Bellingwedde , ,9 Oldambt ,2 Oldambt ,2 Grootegast Leek Marum Zuidhorn , ,9 t,6 0,7 1,3 Westerkwartier 4,50 Totaal , Met de keuze voor de voorzetting van de subsidierelatie tot uiterlijk 37-t en de vroegtijdige melding van het voornemen over wijze waarop de clientondersteuning lokaal wordt ingebed, is MEE in staat te anticiperen op de situatie per Voor de inrichtingvan de begeleiding- en implementatietraject2016/2017 kunnen middelen worden vrijgemaakt uit het overeengekomen en beschikbare budget van in 2015 ( bestuurlijk OOGO overleg ). De kosten tot juli 2016 waren geraamd op ca en naar verwachting kan dit met ca , - naar beneden worden bijgesteld. -5-

6 Overige consequenties a a MEE dient door elke individuele gemeente die participeert voor 1 juli 2016 te worden geïnformeerd over hun voorgenomen besluit inzake de inzet van MEE bij cliëntondersteuning in20\7 en dat de subsidie eindigt op 3L De consequenties van het voornemen over wijze waarop de clientondersteuning in 2018 lokaal wordt ingebed moeten in kaart worden gebracht t.b.v. de definitieve besluitvorming waarbij het financieel risico van de tranisitiekosten moet worden voorkomen. Vervolg o Het opstellen van subsidieovereenkomst met MEE Groningen. o MEE informeren over de het besluit inzake de inzet van MEE bii cliëntondersteuning in 2017 en het voornemen voor o Inrichting begeleiding- en implementatietraject 2016/2017 en de resterende middelen voor de ontwikkelopdracht 2015/2016 aan de RIGG toe te kennen. 6