EN-NE-DRM1.A.12 3 netwerk Dramaproductie. EN-NE-LIT2Q.A.14 5 netwerk Jeugdliteratuur

Transcriptie

1 Opleiding: LVO 2e Gr. Nederlands - Code curriculum: ZWO.LVONE.1516.SEP.VT-AL. opleidingsjaar J1 - Eerste jaar Semestervariantplan: MP.EN-NE2M1.A.15 EN-NE-DID1Q.A.14 3 netwerk Didactiek 1 Nederlands EN-NE-DRM1.A.12 3 netwerk Dramaproductie EN-NE-LIT1.A.12 4 individueel 1 EN-NE-LIT2Q.A.14 5 netwerk Jeugdliteratuur EN-NE-TLB1.A.12 4 individueel Taalbeheersing 1 (Lees- en schrijfvaardigheid 1) EN-NE-TLB2.A.12 3 individueel Taalbeheersing 2 (Mondelinge taalvaardigheid 1) EN-NE-TLB3.A.12 3 netwerk Taalbeheersing 3 (Voorlezen en vertellen) EN-NE-TLK1.A.15 4 netwerk Taalkunde 1 Spelling en ontleden EN-NE-TLK2.A.12 4 individueel Taalkunde 2 (Inleiding Taalwetenschap) EN-NE-VDN1Q.A.14 3 netwerk Vakdidactiek Nederlands 1 EN-NE-VDN2Q.A.14 5 individueel Vakdidactiek Nederlands 2 EN-VO-DRA1.A.12 3 individueel Drama 1 EN-VO-LWS1.A.15 8 individueel Leerwerkstage jaar 1 EN-VO-ONWK1Q.A individueel Onderwijskunde/pedagogiek 1 EN-VO-ONWK2.A.12 3 individueel Onderwijskunde 2 EN-VO-SLB1.A.15 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 1 LVO opleidingsjaar J2 - Tweede jaar Semestervariantplan: MH.EN-NE2M2.A.15 EN-NE-DID2Q.A.14 3 individueel Vakdidactiek 2 EN-NE-LIT3Q.A.14 4 individueel III Poëzie- en proza-analyse 2 EN-NE-LIT4.A.13 4 individueel IV Moderne letterkunde EN-NE-TLB4Q.A.14 5 individueel Taalbeheersing IV Lees- en Schrijfvaardigheid 2 EN-NE-TLK3Q.A.14 3 individueel Taalkunde III Inleiding Taalwetenschap 2 EN-NE-TLK4Q.A.14 3 individueel Taalkunde IV Inleiding Nederlands als tweede taal (NT2) EN-NE-VDN3.A.14 2 individueel Vakdidactiek Nederlands 3 EN-VO-DRA2.A.12 3 netwerk Drama 2 EN-VO-LEV1.A.12 3 individueel Levensbeschouwelijke oriëntatie opleidingsjaar J2 - Tweede jaar Semestervariantplan: MI.EN-NE-OPL1.A.15 EN-NE-TLB5Q.A.14 4 netwerk Taalbeheersing V Taal en media EN-NE-TLB6.A.13 3 individueel Taalbeheersing VI Argumenteren EN-NE-TLK5.A.13 3 individueel Taalkunde 5: Dyslexie en Taalleerproblemen EN-NE-TLK6Q.A.14 3 individueel Taalkunde 6: Taalgebruiksgrammatica EN-VO-LWS2.A.15 8 individueel leerwerkstage jaar 2 EN-VO-LWS2I.A.15 2 individueel Leerwerkstage: Internationalisering EN-VO-LWS2O.A.14 2 individueel Leerwerkstage 2 onderzoek in de school EN-VO-ONWK3.A.12 3 individueel Onderwijskunde/pedagogiek 3 EN-VO-SLB2.A.14 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding jaar 2 opleidingsjaar J3 - Derde jaar Semestervariantplan: MH.EN-NE2M3.A.15 EN-NE-DRM2.A.13 3 individueel Theaterbeschouwing 3 EN-NE-LIT5Q.A.14 3 individueel 5 EN-NE-LIT6Q.A.15 4 netwerk 6 EN-NE-LWS3.A.14 8 individueel Leerwerkstage Nederlands 3 EN-NE-VDN4.A.14 4 individueel Vakdidactiek Nederlands 4 EN-VO-DRA3Q.A.14 3 netwerk En nu even anders! Creativiteit geeft kracht EN-VO-ONWK4Q.A individueel Onderwijskunde 4

2 Opleiding: LVO 2e Gr. Nederlands - Code curriculum: ZWO.LVONE.1516.SEP.VT-AL. opleidingsjaar J3 - Derde jaar Semestervariantplan: MH.EN-NE2M3.A.15 EN-VO-SLB3.A.13 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 3 opleidingsjaar J4 - Vierde jaar Semestervariantplan: MH.EN-NE2M4.A.15 EN-NE-LKT.A.15 1 individueel Landelijke kennisbasistoets EN-NE-LWS4.A individueel Afstudeerstage EN-NE-TLB7.A.13 3 netwerk Taalbeheersing 7 EN-NE-TLK8.A.13 3 individueel Taalkunde 8: Verdieping NT2 EN-NE-VAKW.A.15 8 individueel Vakwerk Nederlands Afstandsleren EN-NE-VDN5.A.14 4 individueel Vakdidactiek Nederlands 5 EN-VO-EIOZ.A netwerk Afstudeeronderzoek EN-VO-LEV2.A.15 3 individueel Levensbeschouwelijke vorming: jij en de ander EN-VO-ONWK5.A.13 3 netwerk Onderwijskunde 5 EN-VO-SLB4.A.13 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 4

3 Curriculum: ZWO.LVONE.1516.SEP.VT-AL. Opleiding: LVO 2e Gr. Nederlands Studiejaar: SVP: MP.EN-NE2M1.A.15 Beschrijving onderwijseenheid Verkorte naam: EN-NE-TLK2.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Taalkunde 2 (Inleiding Taalwetenschap) De student kan onderscheid maken tussen taal en taalvermogen; kent theorieën over taalverwerving, het verloop van het taalverwervingsproces en de principes van eerste- en tweedetaalverwerving; kent de rol van het aangeboren taalvermogen en het taalaanbod bij de taalverwerving; kent de belangrijkste begrippen uit de pragmatiek: taalhandelingstheorie, conversationele implicatuur, coöperatieprincipe, locutie/illocutie/perlocutie, conversatieanalyse; kan enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren; kan constituenten, zinsdelen en woordsoorten benoemen; kent de principes van functioneel spellingonderwijs; kent de basisbegrippen van de semantiek, het onderscheid tussen lexicale en grammaticale woorden, soorten betekenisrelaties en het mentale lexicon. Een model van de taalgebruiker is een handig hulpmiddel om ontwikkeling van taalvaardigheid te kunnen beoordelen. Bij Taalkunde 2 leer je belangrijke basisbegrippen van taal kennen, zoals het onderscheid tussen taalvermogen en taalgedrag. Je leert hoe het proces van taalverwerving verloopt. Je leert op welke manieren taalgebruikers samenhang creëren in interactie met elkaar en de belangrijkste eigenschappen van taalhandelingen. Je leert op een professionele manier taal te beschouwen en daarbij basisbegrippen te hanteren op het gebied van constituenten en woordsoorten, enkelvoudige en samengestelde zinnen, woordvolgorde en zinsbetekenis. Elearning N.v.t. door docent in elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid EN-NE-TLK1 bekend verondersteld. Basis Opdrachten e-learning 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalkunde 2 (Inleiding taalwetenschap) 1 Hoger of gelijk aan Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.3 Spelling (NE_7.3) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.1 Taalverwerving (NE_8.1) 8.3 Pragmatiek (NE_8.3)

4 Verkorte naam: EN-VO-ONWK1Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Onderwijskunde/pedagogiek 1 Na afronding van deze onderwijseenheid, heeft: 1. de student kennis over het ontstaan van het Nederlands onderwijssysteem en hoe het onderwijssysteem tegenwoordig funtioneert. 2. de student zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft (mentor, docent, management, ondersteunend e.d.). 3. de student een basisinzicht in de belangrijkste leertheorieën en kan deze op een eenvoudige manier toepassen. 4. de student een missie en visie gemaakt voor een onderwijsorganisatie.zie voor een specifieke uitwerking van de doelstellingen de toetsmatrijs OWK1 in de elektronische leeromgeving. Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. De student leert de schoolorganisatie kennen, het Nedelands onderwijssysteem en leert enkele basisbegrippen rondom het 'leren leren' van de leerlingen. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 7. Nederlands onderwijssysteem (GEN_7) 7.1 Nederlands onderwijsstelsel (GEN_7.1) 7.2 Onderwijsconcepten (GEN_7.2) 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur (GEN_7.3)

5 Verkorte naam: EN-NE-LIT1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving 1 Je ontwikkelt en vergroot je literaire competentie; dit doe je door de volgende subdoelen te realiseren: Je leert hoe je verhalen en gedichten kunt analyseren en interpreteren met aandacht voor compositorische, stilistische procedés en literaire conventies; Je leert fictionele procedés kennen en herkennen; Je leert hoe je de in teksten aanwezige mens- en maatschappijbeelden alsook normen en waarden kunt herkennen en hoe je hierop kunt reflecteren; Je leert oog te krijgen voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten; Je leert hoe je een (beargumenteerd) literair waardeoordeel ontwikkelt; Je leert een onderzoekende houding aan t.o.v. het fenomeen fictie; Je ontwikkelt belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na Je analyseert en interpreteert verhalen en gedichten met aandacht voor compositorische, stilistische procedés en literaire conventies. Je kent en herkent fictionele procedés. Ook kun je de in teksten aanwezige mens- en maatschappijbeelden alsmede normen en waarden herkennen en je kunt hierop reflecteren. Verder krijg je oog voor het belang van identificatie en empathie bij het lezen en beleven van teksten. Je ontwikkelt een (beargumenteerd) literair waardeoordeel en je ontwikkelt een onderzoekende houding ten opzichte.van het fenomeen fictie. Ten slotte ontwikkel je belezenheid op het terrein van de Nederlandse letterkunde van na NB. Omdat het tentamen een steekproef is, is het van belang alle vragen over de boeken te kunnen beantwoorden, anders wordt het tentamen niet beoordeeld. In de elo kunt u via een platform leeservaringen uitwisselen met medestudenten en met elkaar samenwerken. niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Schriftelijk toets: 1 1 Hoger of gelijk aan Ontwikkelingvan de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) 10. Fictie: lezen van literaire/fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1)

6 Verkorte naam: EN-NE-TLB2.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Taalbeheersing 2 (Mondelinge taalvaardigheid 1) Na afronding van deze onderwijseenheid - kent de student de theorie van mondelinge communicatie en kan deze toepassen bij de monoloog en de dialoog; - kan de student een verhalende tekst schrijven die aan de kenmerken van deze tekstsoort voldoet; - heeft de student kennis van de beoordelingsmethodes in de praktijk bij de monoloog en de dialoog. De theorie en de praktijk van het mondeling presenteren, interviewen en mentorgespreksvoering. De studenten houden een interview en op basis daarvan schrijft hij een verhalende tekst. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Geen door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier: Taalbeheersing 2 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalbeheersing 2 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst.. : 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.1 Luister- en kijkvormen en -kenmerken (NE_4.1) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.1 Tekstsoorten en -kenmerken (NE_6.1) 6.2 Schrijfproces en schrijfstrategieën (NE_6.2)

7 Verkorte naam: EN-NE-VDN2Q.A.14 Studiepunten: 5 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Vakdidactiek Nederlands 2 Na afronding van deze onderwijseenheid kent de student sleutelbegrippen en eenvoudige toepassingen van samenwerkend leren en kan hij deze toepassen in een les; kent de student kenmerken en voordelen van inductieve en deductieve didactiek; kan de student een eenvoudige toets construeren; kent de student effectieve instructieprincipes voor werkwoordspelling; kan de student vormgeven aan taalbeschouwingsdidactiek; kan de student bij het ontwerpen van leerpraktijken doelbewust ICT inzetten. In deze module vindt verbreding en verdieping plaats van de voorafgaande didactiekmodules over het school Nederlands en de opbouw van een les. Studenten ontwikkelen een toets en enkele lessen, waarbij samenwerkend leren en ICT een plaats hebben. In de praktijk van de stageschool voeren studenten twee onderzoekjes (leerwerktaken) uit op het gebied van werkwoordspelling en ontleden/ taalbeschouwing. Studenten werken aan een aantal opdrachten voor in hun didactisch dossier. Dit is een Individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-vdn1 en en-nedid1 bekend verondersteld. Basis Dossier Vakdidactiek Nederlands 2 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: tentamen Vakdidactiek Nederlands 2 1 Hoger of gelijk aan Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.2 Beginsituatie en aansluiting (NE_1.2) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.4 Spellingdidactiek (NE_7.4) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.4 Taalbeschouwingsdidactiek (NE_8.4)

8 Verkorte naam: EN-NE-LIT2Q.A.14 Studiepunten: 5 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Jeugdliteratuur Je verwerft belezenheid op het terrein van de jeugdliteratuur (15 werken). Je kunt literaire werken voor kinderen en jongeren plaatsen in hun literairhistorische context en binnen verschillende genres in de jeugdliteratuur. Je kunt boeken voor kinderen en jongeren beoordelen op literaire kwaliteit en geschiktheid voor het onderwijs. Je weet hoe je bij leerlingen in het vo een (beargumenteerd) literair waardeoordeel ontwikkelt. Je maakt kennis met literatuurdidactiek: je leert hoe je leerlingen kunt motiveren om te lezen en hoe je betekenisvol fictieonderwijs inricht. Je verdiept je in verschillende genres in de jeugdliteratuur en adolescentenliteratuur. Je maakt kennis met de geschiedenis van de jeugdliteratuur. Je krijgt zicht op de mogelijkheden voor het ontwikkelen van de literaire competentie van je leerlingen. Je oefent je in didactiek van jeugdliteratuur en leert welke leesbevorderingsprogramma s er zijn voor de onderbouw van het vo. Je krijgt inzicht in de literaire competentie en het leesniveau van je leerlingen aan de hand van de leesniveaus van lezenvoordelijst.nl. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid 1 bekend verondersteld. Basis Opdracht: leerwerktaak jeugdliteratuur 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: jeugdliteratuur 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). zie literatuurlijst. : 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) 10. Fictie: lezen van literaire/fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) 10.3 didactiek (NE_10.3) 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1) 9.2 geschiedenis (NE_9.2)

9 Verkorte naam: EN-VO-SLB1.A.15 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Competenties Studieloopbaanbegeleiding 1 LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student persoonlijke en profesionele ontwikkelings doelen formuleren; heeft de student zicht op zijn studievaardigheden; kan de student reflecteren aan de hand van een reflectiemodel en deze reflectie zichtbaar maken aan anderen; heeft de student de taaltoets jaar 1 behaald. In deze onderwijseenheid werkt de student aan zelfsturing op studie en loopbaan. Reflectie zal in eerste instantie een doel zijn, later is het een middel dat bijdraagt aan het zichtbaar maken van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Hij leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: het eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door SLB'er in elektronische leeromgeving. geen Basis Niet voldaan t/m Voldaan Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taaltoets jaar 1 0 Hoger of gelijk aan Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1)

10 Verkorte naam: EN-VO-LWS1.A.15 Studiepunten: 8 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Leerwerkstage jaar 1 Competenties Competent in het samenwerken in een team Competent in reflectie en ontwikkeling Competent in samenwerken met de omgeving Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Vakinhoudelijke en didactisch competent Pedagogisch competent Je werkt in de beroepspraktijk aan de ontwikkeling van je SBL competenties. Je werkt aan zelfsturing in je studie. Je beheerst de competenties op niveau A van het competentievenster. Je kunt na afronding van de onderwijseenheid motiveren of je docent wilt en kunt worden en of het beroep bij je past. Je oriënteert je op het beroep van docenten in al zijn aspecten en participeert in de beroepspraktijk. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je voert gesprekken en begeleidt leerlingen bij activiteiten. Je laat daarbij zien dat je leiding te wilt nemen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van een school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren. Je kunt daarbij denken aan lessen, maar (afhankelijk van de context) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden, binnen projecten of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Centraal in deze onderwijseenheid staan je kwaliteiten, motieven, reflectie en je beroepsbeeld. Leerwerkstage nvt door docenten in de stageschool en vanuit de lerarenopleiding. Geen Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: leerwerkstage 1 1 Hoger of gelijk aan Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.1 Pedagogische driehoek (GEN_8.1)

11 Verkorte naam: EN-NE-TLB1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Taalbeheersing 1 (Lees- en schrijfvaardigheid 1) Na afronding van deze onderwijseenheid: heb je inzicht in het leesproces en kun je verschillende leesstrategieën toepassen. ken je relevante theorieën over basisconcepten van en methodieken voor het analyseren, interpreteren en beoordelen van zakelijke teksten. kun je de inhoud van gecompliceerde teksten schematisch weergeven. ken je strategieën om woorden te herkennen en begrijpen. heb je inzicht in het schrijfproces en kun je verschillende schrijfstrategieën toepassen. kun je doelgericht en publiekgericht schrijven, rekening houdend met tekstconventies ken je diverse wijzen om de kwaliteit van teksten te onderzoeken. Je kunt op grond daarvan effectieve feedback geven op andermans schrijfproducten en reflecteren op je eigen schrijfprestaties en je teksten herschrijven. Deze onderwijseenheid heeft betrekking schrijfvaardigheid en tekstanalyse Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn geen door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten geen Basis Dossier: Taalbeheersing 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalbeheersing 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst. : 2. Vakdidactiek: differentiatie naar doelgroepen (NE_2) 2.7 Woordenschatdidactiek (NE_2.7) 3. Taalvaardigheid: leesvaardigheid (NE_3) 3.1 Teksten en tekstkenmerken (NE_3.1) 3.2 Leesproces en leesstrategieën (NE_3.2) 3.3 Leesvaardigheidsdidactiek (NE_3.3) 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.1 Tekstsoorten en -kenmerken (NE_6.1) 6.2 Schrijfproces en schrijfstrategieën (NE_6.2) 6.3 Schrijfvaardigheidsdidactiek (NE_6.3)

12 Verkorte naam: EN-VO-DRA1.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Drama 1 * studenten zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden * studenten kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten * studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. * studenten kunnen via spel variëren in gedragingen* studenten weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen * studenten weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier: Drama 1 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: solo 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst. : 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1)

13 Verkorte naam: EN-NE-VDN1Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Vakdidactiek Nederlands 1 Na afronding van deze onderwijseenheid: is de student op de hoogte van de inhouden, kerndoelen en eindtermen van het Nederlands in de onderbouw van havo/vwo en vmbo; kent de student verschillende lesmethodes en internetsites met lesmaterialen Nederlands; is de student zich bewust van verschillen in didactische aanpak en werkvormen; kan de student doelgericht lessen Nederlands observeren; kan de student een minilesje geven aan klasgenoten; kent de student verschillende vormen van transfer; heeft de student zich georiënteerd op de beroepsgroep.. Het school Nederlands staat centraal in deze module. en, kerndoelen en eindtermen van het Nederlands in de onderbouw van vmbo en havo/vwo komen aan de orde. Je maakt kennis met verschillende lesmethodes en internetsites met lesmaterialen Nederlands en je wordt je bewust van verschillen in didactische aanpak en werkvormen. Ook observeer en ontwerp je lessen Nederlands. Je werkt aan een aantal opdrachten voor in je didactisch portfolio.. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Geen door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Schriftelijke toets: Tentamen Vakdidactiek Nederlands 1 1 Hoger of gelijk aan Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.2 Beginsituatie en aansluiting (NE_1.2) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 11. Professionele context (NE_11) 11.1 Beroepsgroep (NE_11.1) 11.3 Geschiedenis van het school (NE_11.3)

14 Verkorte naam: EN-NE-DID1Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Didactiek 1 Nederlands Na afronding van deze onderwijseenheid kan de student: een lesplan opstellen aan de hand van een didactisch model (model DI, OVUR); de inhoud van de SBL-competenties uitleggen en gedragsindicatoren hiervan toepassen in het evalueren van een eigen les en die van een medestudent; de vijf dimensies van Marzano uitleggen en toepassen in het evalueren van eigen en andermans lessen; video- en audiomateriaal digitaal maken en bewerken. De opbouw van een les staat centraal in deze module. Studenten maken kennis met didactische modellen als directe instructie (DI) en Oriëntatie, Voorbereiding, Uitvoering en Reflectie (OVUR) en met de didactische inzichten van Marzano. Ze bereiden lesactiviteiten voor waarbij ze een didactische analyse maken. Ze voeren een leeractiviteit uit en maken daarvan een opname die ze analyseren, monteren en presenteren. Studenten werken aan een aantal opdrachten voor in hun didactisch dossier. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Schriftelijke toets: Tentamen Didactiek Nederlands 1 1 Hoger of gelijk aan Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3)

15 Verkorte naam: EN-NE-TLB3.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Taalbeheersing 3 (Voorlezen en vertellen) Na afronding van deze onderwijseenheid ken je de effecten van lichaamstaal, voorlees-, voordracht- en verteltechnieken, ken je verschillende verhaaltypen, kun je prozafragmenten en gedichten effectief voorlezen en je kunt een persoonlijke anekdote vertellen, bestaande verhalen bewerken en navertellen en een digitale vertelling ontwerpen. De onderwijseenheid heeft betrekking op voorlezen, voordragen en vertellen in het voortgezet onderwijs. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn geen door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Geen Basis Dossier: Taalbeheersing 3 1 Hoger of gelijk aan Didactiek en leren (GEN_2) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 4. Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4)

16 Verkorte naam: EN-NE-TLK1.A.15 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Taalkunde 1 Spelling en ontleden Na afloop van deze onderwijseenheid ken je de basisprincipes van de Nederlandse spelling en de principes van de werkwoordspelling en kun je de regels van de spelling toepassen; ken je het onderscheid tussen veranderlijk en onveranderlijk gespelde woorden; ben je vertrouwd met spellingstrategieën kun je de basisbegrippen van de grammatica hanteren; kun je enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus analyseren en zinsdelen en woordsoorten benoemen; kun je de aanpak van spelling en grammatica in een aantal gangbare methodes voor het school Nederlands analyseren en beoordelen. Analyse van enkelvoudige en samengestelde zinnen op alle niveaus; Zinsdelen, woordsoorten en constituenten; Woordvolgorde in hoofd- en bijzin; Beginselen van de Nederlandse spelling: standaarduitspraak, gelijkvormigheid, analogie en etymologie; Niet-alfabetische tekens, spellingtekens en interpunctie; Onderscheid tussen veranderlijk en onveranderlijk gespelde woorden; Principes van de werkwoordspelling: tijd, persoon en getal, schema's voor de werkwoordsvervoeging, ook van werkwoorden van Engelse herkomst; Instructieprincipes en behandeling van werkwoordspelling: regels, analogie, algoritmen, hulpstrategie; Diagnostiek bij spellingprobelemen. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving geen Basis Opdrachten Elearning 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taalkunde 1 (Spelling en ontleden) 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst. : 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.2 Grammatica (NE_7.2) 7.3 Spelling (NE_7.3) 7.4 Spellingdidactiek (NE_7.4)

17 Verkorte naam: EN-NE-DRM1.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Dramaproductie Studenten: - hebben kennis van verschillende verbeeldingsmiddelen - kunnen een toneeltekst verbeelden in een dramatische setting en kunnen daarbij verschillende verbeeldingsmiddelen inzetten Studenten kiezen aan het begin van de cursus een fragmenten die zij willen spelen. Zij werken in groepjes aan het dramatiseren van de gekozen fragmenten. Zij onderzoeken alle dramatische middelen (spel, speelstijl, vormgeving, opbouw, etc.), maken keuzes hierin en maken de scenes herhaalbaar. Aan het einde van de cusus laten zij de scènes aan publiek zien. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. N.v.t. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: Script 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Voorstelling 1 Hoger of gelijk aan Taalvaardigheid: luister- en kijkvaardigheid (NE_4) 4.4 Verbale en non-verbale communicatie (NE_4.4) 5. Taalvaardigheid: gespreksvaardigheid en spreken (NE_5) 5.1 Gespreks- en spreekvormen (NE_5.1) 5.4 Presentatietechnieken (NE_5.4)

18 Verkorte naam: EN-VO-ONWK2.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Onderwijskunde 2 Na afronding van deze onderwijseenheid: 1. weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. 2. hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. 3. hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. 4. hebben de studenten een basisinzicht in de ontwikkelingspsychologische grondbeginselen. De doelen en de e kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs ONWK2. Deze onderwijseenheid heeft als thema orde houden en klassenmanagement. Er wordt er ingegaan op het effectief docentgedrag en hoe de wisselwerking is met leerlinggedrag. Hierbij wordt ingegaan op groepsdynamische processen en interactiepatronen in de klas. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Basis Dossier 67 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht 33 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst. : 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 4. Ontwikkelingvan de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2)

19 SVP: MH.EN-NE2M2.A.15 Beschrijving onderwijseenheid Verkorte naam: EN-NE-LIT4.A.13 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving IV Moderne letterkunde De student kan een primair werk dateren en in zijn literair historische context plaatsen De student kan literair historische apecten in het primaire werk aanwijzen De student kan poëticale opvattingen benoemen en aanwijzen in een primair werk. De student kan secundaire literatuur verbinden met een primair werk. De student kan een primair werk op structuralistische wijze analyseren De student kent recente (digitale) bronnen voor literatuuronderwijs en -onderzoek en kan die inzetten in het eigen onderwijs Deze onderwijseenheid heeft betrekking op de geschiedenis van de Nederlandse literatuur van 1918 tot nu Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn door docent in elektronische leeromgeving Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid en-ne-lit3 bekend verondersteld. Schriftelijke toets: 4 1 Hoger of gelijk aan Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) 10. Fictie: lezen van literaire/fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.3 didactiek (NE_10.3) 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.2 geschiedenis (NE_9.2)

20 Verkorte naam: EN-VO-DRA2.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Drama 2 De student: - krijgt inzicht in verschillende communicatiestijlen en leert ook welke sterke en zwakke kanten bij de eigen communicatiestijl horen. - verkrijgt meer bewustzijn met betrekking tot non-verbale communicatie zowel van zichzelf als van anderen. - krijgt inzicht in gesprekstechnieken en leert deze op een juiste wijze toe te passen. - krijgt inzicht het ontstaan van conflicten, het voorkomen en het oplossen daarvan. - krijgt inzicht in interviewtechnieken en kan deze technieken professioneel toepassen en achteraf analyseren. - kan de theorie en de vaardigheden uit bovenstaande punten zichtbaar en voelbaar maken in een dramatische scène. Deze onderwijseenheid gaat over communicatie en interactie van de student zelf, en is een verdieping op de module Drama1 AL Hier ben ik. Als aankomend docent is communiceren de rode draad binnen je : met collega s, leidinggevenden, leerlingen, ouders, etc. Welke effecten heeft jouw gedrag op een ander? Welk effect heeft het gedrag van een ander op jou? Hoe kun je dit beïnvloeden? Aan de hand van theorie en opdrachten leren en ervaren studenten hun eigen handelen. Op die manier werken ze verder aan hun handelingsbekwaamheid. In deze onderwijseenheid leren studenten een scene te maken (te dramatiseren), waarin zij duidelijk maken wat zij geleerd hebben op het gebied van communicatie in tweegesprekken. In dit onderdeel zijn studenten gericht op hun eigen handelen in relatie tot de ander; tweezijdige communicatie is hier het uitgangspunt. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. N.v.t. door de docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Geen Dossier: Drama 2 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: Dialoog 1 Hoger of gelijk aan Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2)

21 Verkorte naam: EN-NE-TLK4Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Taalkunde IV Inleiding Nederlands als tweede taal (NT2) Studenten verkrijgen kennis van en inzicht in tweedetaalverwerving, theorieën en processen Studenten kunnen taaluitingen van NT2-verwervers analyseren Studenten verkrijgen inzicht in didactische benaderingen van tweedetaalonderwijs en leren die toepassen Studenten maken kennis met taalgericht onderwijs en leren dit toepassen in meertalige klassen Theorieën over en het verloop van tweedetaalverwerving Didactische benaderingen van tweedetaalonderwijs Analyse van taaluitingen van NT2-verwervers Taalgericht onderwijs Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-tlk1, en-netlk2 en en-ne-tlk3 bekend verondersteld. Schriftelijke toets: Taalkunde 4 1 Hoger of gelijk aan Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.3 Omgaan met diversiteit (GEN_9.3) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) 2. Vakdidactiek: differentiatie naar doelgroepen (NE_2) 2.1 Meertalige klassen (NE_2.1) 2.2 Nt2-didactiek (NE_2.2) 2.5 Taalgericht onderwijs (NE_2.5) 2.7 Woordenschatdidactiek (NE_2.7) 7. Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.1 Fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek, lexicologie (NE_7.1) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.1 Taalverwerving (NE_8.1)

22 Verkorte naam: EN-NE-TLB4Q.A.14 Studiepunten: 5 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Taalbeheersing IV Lees- en Schrijfvaardigheid 2 Leesvaardigheid - Je kent theorie over tekstanalyse op macro-, meso- en microniveau en weet deze toe te passen op verschillende soorten tekst; - Je bent bekend met het begrip 'tekstverklaren' en bent bekend met verschillende gerenommeerde artikelen; - Je leert verschillende soorten bronnen te gebruiken. Schrijfvaardigheid - Je maakt een schrijfautobiografie, zodat je inzicht krijgt in je eigen schrijfvaardigheid; - Je schrijft een vier teksten en weet aan welke eisen die teksten moeten voldoen. Je kunt daarbij kiezen uit: - een persbericht - een brief aan ouders - een recensie - een artikel voor jongeren - een reclametekst of - een brochure; - Je hebt inzicht in het schrijfproces en kunt verschillende schrijfstrategieën toepassen. Op basis daarvan kun je je eigen schrijfproces sturen; - Je kunt geschreven teksten op verschillende manieren evalueren. Je kunt op grond daarvan effectieve feedback geven op andermans schrijfproducten en reflecteren op je eigen schrijfprestaties en je teksten herschrijven; - Je kent de regels voor stijl, spelling en tekstverzorging en past deze toe. Didactiek - Je hebt zicht op de doelen en doorgaande leerlijnen van het leesonderwijs en van het schrijfonderwijs; - Je bent op de hoogte van belangrijke inzichten in lees- en schrijfdidactiek in het voortgezet onderwijs, zoals: het belang van metacognitieve strategieën in het leesonderwijs, observerend leren en aandacht voor het schrijfproces; - Je kunt lesmaterialen beoordelen; - Je hebt kennis van de problematiek van het toetsen van schrijfvaardigheid; - Je werkt een leerwerktaak uit over Leesvaardigheid en daarbij werk je aan de volgende doelen: - Je kunt duidelijk verwoorden wat doel- en transfergericht leesstrategie-onderwijs is; - Je kunt beoordelen in welke mate een les in leesstrategieën doel- en transfergericht is; - Je kunt een les ontwikkelen (in aansluiting/aanvulling op methode) waarin leerlingen leren om doelgericht lesstrategieën in te zetten. Om goed te kunnen lezen, maakt de lezer gebruik van leesstrategieën. Tijdens deze onderwijseenheid maak je kennis met deze leesstrategieën en leer je deze toe te passen op langere en complexere teksten. Bovendien komt de tekstanalyse uitgebreid aan de orde. Je leert teksten op verschillende niveaus te analyseren en je weet hoe je tekstanalytische en tekstinhoudelijke vragen moet stellen bij een tekst die geschikt is voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ook leer je om te gaan met verschillende soorten bronnen, zoals actuele bronnen, internetbronnen en handboeken. Je schrijft verschillende teksten, die te maken hebben met de doelgroep in het onderwijs of met het werkveld. Dit zijn onder andere: een jongerenartikel, een brief aan ouders, een persbericht en een brochure. Je leert hoe je je eigen schrijfproces kunt sturen door het maken van een schrijfplan. Daarnaast leer je teksten te evalueren aan de hand van verschillende evaluatiemethodes, zoals het CCC-model en de de +/- methode. Je hebt daarbij aandacht voor spelling, stijl en tekstverzorging. Je verdiept je in theorieën over het schrijfproces en maakt kennis met belangrijke inzichten in schrijfvaardigheidsdidactiek, zoals observerend leren en het toetsen van schrijfvaardigheid. Bij deze module hoort een leerwerktaak, waarvoor je interviews moet houden en lessen moet observeren en uitvoeren over leesvaardigheid. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. EN-NE-TLB1 en EN-NE-TLB2 Dossier schrijfvaardigheid 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht Leerwerktaak Leesvaardigheid 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst.. : 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1)

23 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) 3. Taalvaardigheid: leesvaardigheid (NE_3) 3.2 Leesproces en leesstrategieën (NE_3.2) 3.3 Leesvaardigheidsdidactiek (NE_3.3) 3.4 Bronnen (NE_3.4) 6. Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid (NE_6) 6.1 Tekstsoorten en -kenmerken (NE_6.1) 6.2 Schrijfproces en schrijfstrategieën (NE_6.2) Beschrijving onderwijseenheid Verkorte naam: EN-NE-TLK3Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Taalkunde III Inleiding Taalwetenschap 2 De student beschikt over voor een leraar in het tweedegraadsgebied noodzakelijke kennis op de volgende deelterreinen van de taalkunde: woordenschat en woordvorming spraakklanken; lettergrepen, klemtoon en intonatie verschillen en overeenkomsten tussen talen taalvariatie taalverandering tweetaligheid De student kan de beschikbare taalkundige kennis inzetten in het leerproces van leerlingen. Als leraar Nederlands houd je je voortdurend bezig met de taalvaardigheid van je leerlingen. Je verwerft basiskennis van de didactische aanpak van de inzet van taalkundige kennis in het leerproces van de leerling. Je leert op een professionele manier taal te beschouwen en je leert basisbegrippen van taal kennen op de volgende deelterreinen: semantiek: lexicale en grammaticale woorden; betekenisrelaties tussen woorden; het (mentale) lexicon; fonetiek en fonologie, kennis van en inzicht in de klankstructuur van het Nederlands, zoals spraakklanken, het onderscheid tussen klinkers en medeklinker, fonemen, distinctiviteit, assimilatie; kenmerken van articulatie; begrippen als lettergreep, klemtoon en intonatie; morfologie, waaronder basisbegrippen van woordvorming, zoals het onderscheid tussen gelede en ongelede woorden, morfeem, afleiding, flexie, samenstelling en idioom; vergelijkende taalwetenschap: verschillen en overeenkomsten tussen talen, taalfamilies regionale en sociale taalvariatie: taal en dialect; sociolinguïstiek: groepstalen zoals jongerentaal; taalverandering: categoriale en variabele regels; attitudes ten aanzien van taalverandering; taalgeschiedenis; tweetaligheid. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-tlk2 en en-netlk2 bekend verondersteld. Schriftelijke toets: Taalkunde 3 1 Hoger of gelijk aan Taalbeschouwing: taalstructuren en welgevormdheid (NE_7) 7.1 Fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek, lexicologie (NE_7.1) 8. Taalbeschouwing: taalverwerving, taalgebruik en taalvariatie (NE_8) 8.2 Taalvariatie en taalverandering (NE_8.2) 8.4 Taalbeschouwingsdidactiek (NE_8.4)

24 Verkorte naam: EN-NE-LIT3Q.A.14 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving III Poëzie- en proza-analyse 2 U kunt verhalen gedichten en een (jeugd)roman analyseren en interpreteren met aandacht voor compositorische, stilistische procédés, literaire conventies en intertekstualiteit. U kunt op een verdiept niveau fictionele procédés aanwijzen. U kunt de in de teksten aanwezige mens- en maatschappijbeelden aanwijzen en hierop reflecteren. U kunt een literair waardeoordeel beargumenteren op een verdiept niveau. U ontwikkelt een belezenheid op het terrein van de Nederlandse Letterkunde van na Tijdens deze onderwijseenheid analyseert u een selectie gedichten, enkele novelles en een (jeugd)roman, waarbij zowel de tekstbestudering als de tekstervaring aan bod komen. NB. Omdat het tentamen een steekproef is, is het belangrijk alle vragen over de boeken te kunnen beantwoorden, anders wordt het tentamen afgewezen. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-lit1 en en-nelit2 bekend verondersteld. Schriftelijke toets: 3 1 Hoger of gelijk aan Ontwikkelingvan de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.4 Culturen en levensbeschouwingen (GEN_9.4) 10. Fictie: lezen van literaire/fictionele teksten (NE_10) 10.1 Literaire analyse, interpretatie en kritiek (NE_10.1) 10.2 Stimuleren van leesontwikkeling (NE_10.2) 9. Fictie: literaire/fictionele teksten (NE_9) 9.1 Literaire genres, literaire/fictionele teksten en tekstkenmerken (NE_9.1)

25 Verkorte naam: EN-NE-VDN3.A.14 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Vakdidactiek Nederlands 3 Bij deze module behoren de volgende leerdoelen: - De student heeft kennis van de organisatie en de structuur van de mbo-opleiding - De student kan de vier niveaus op een mbo-opleiding benoemen en kan de inhoud en de doelen van de les daarop aanpassen. - De student is bekend met het concept taalbewust beroepsonderwijs in het mbo - De student kent een aantal vuistregels voor effectieve didactiek voor het mbo en kan deze toepassen in enkele praktijkvoorbeelden. Deze module gaat over het mbo. Je maakt kennis met dit type onderwijs. De structuur van het mbo wordt duidelijk en je kunt de verschillende niveaus inschatten. We werken met een aantal vuistregels voor een effectieve didactiek op het mbo. Uiteindelijk maak je een dossier waarin je beroepstaken uitwerkt voor deze doelgroep. Dit is een individuele module. Niet van toepassing door de docent in de elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden en-ne-vdn1 en en-nevdn2 bekend verondersteld. Dossier: Vakdidactiek Nederlands 3 1 Hoger of gelijk aan 5.5 (). Zie literatuurlijst.. : 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 6. Professionele docent (GEN_6) 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling (GEN_6.1) 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.2 Beginsituatie en aansluiting (NE_1.2) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 1.4 Toetsing en evaluatie (NE_1.4) 11. Professionele context (NE_11) 11.1 Beroepsgroep (NE_11.1) 11.3 Geschiedenis van het school (NE_11.3) 11.4 Nederlands binnen overstijgende contexten (NE_11.4) 2. Vakdidactiek: differentiatie naar doelgroepen (NE_2) 2.6 Taalbeleid (NE_2.6)

26 Verkorte naam: EN-NE-DID2Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Vakdidactiek 2 Na afronding van deze onderwijseenheid heeft de student kennis van inhoud, opbouw en praktijk van en opvattingen binnen (een van) de domeinen van het school Nederlands; kan de student een aantal tijdschriften en databanken gebruiken bij het ontwerpen van lessen en maken van didactische keuzes. In deze module staat het gebruik van onderzoek binnen het school centraal. Studenten onderzoeken leerdoelen, leerstofopbouw, didactische opvattingen en praktijken van de domeinen, waarbij ieder specifiek inzoomt op een van de domeinen. Ze onderzoeken literatuur, methodes en onderwijspraktijk op de stagescholen, en leggen daar verbanden tussen. Onderzoeken worden aan elkaar gepresenteerd. Inzichten worden toegepast in lesontwerpen, waarbij keuzes worden onderbouwd met literatuur. Studenten werken aan een aantal opdrachten voor in hun didactisch dossier. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. Niet van toepassing door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden EN-NE-VDN1, EN-NE- DID1 EN EN-NE-VDN2 bekend verondersteld. Niet voldaan t/m Voldaan Opdracht didactiek 2 Nederlands 1 Hoger of gelijk aan Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 9. Diversiteit en onderwijs (GEN_9) 9.3 Omgaan met diversiteit (GEN_9.3) 1. Vakdidactiek: het school Nederlands (NE_1) 1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen (NE_1.1) 1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormen (NE_1.3) 11. Professionele context (NE_11) 11.2 Onderzoek, literatuur en internetsites (NE_11.2) 11.3 Geschiedenis van het school (NE_11.3)