EN-DU-PRAX1.A.12 4 individueel Praxis Deutsch 1. EN-DU-SFD.A.12 3 individueel Schulfach Deutsch. EN-DU-SPF.A.12 3 individueel Sprachenportfolio

Transcriptie

1 Opleiding: LVO 2e Gr. Duits - Code curriculum: ZWO.LVODU.1516.SEP.VT-AL. opleidingsjaar J1 - Eerste jaar Semestervariantplan: MP.EN-DU2M1.A.15 EN-DU-DID1.A.12 3 individueel Didactiek 1 Duits EN-DU-GRAM.A.12 2 individueel Grammatik EN-DU-KLT1.A.12 4 individueel Kultur 1 EN-DU-KLT23.A.15 6 individueel Kultur 2 en 3 EN-DU-PRAX1.A.12 4 individueel Praxis Deutsch 1 EN-DU-SFD.A.12 3 individueel Schulfach Deutsch EN-DU-SPF.A.12 3 individueel Sprachenportfolio EN-DU-SPR1.A.12 4 netwerk Sprachtraining 1 EN-DU-SPR2.A.12 4 netwerk Sprachtraining 2 EN-DU-SPR3.A.12 4 netwerk Sprachtraining 3 EN-DU-SPR4.A.12 4 netwerk Sprachtraining 4 EN-VO-DRA1.A.12 3 individueel Drama 1 EN-VO-LWS1.A.15 8 individueel Leerwerkstage jaar 1 EN-VO-ONWK1Q.A individueel Onderwijskunde/pedagogiek 1 EN-VO-ONWK2.A.12 3 individueel Onderwijskunde 2 EN-VO-SLB1.A.15 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 1 LVO opleidingsjaar J2 - Tweede jaar Semestervariantplan: MH.EN-DU2M2.A.15 EN-DU-AUS.A individueel Aufenthalt im Ausland EN-DU-DAF1.A.13 3 individueel Deutsch als Fremdsprache 1 EN-DU-KLT4.A.13 2 individueel Kultur 4 EN-DU-LITR1.A.14 3 individueel Literatur 1 EN-DU-SPR5.A.13 4 netwerk Sprachtraining 5 EN-VO-DRA2.A.12 3 netwerk Drama 2 EN-VO-LWS2I.A.15 2 individueel Leerwerkstage: Internationalisering opleidingsjaar J2 - Tweede jaar Semestervariantplan: MI.EN-DU-OPL1.A.15 EN-DU-DID2.A.13 3 individueel Didactiek Duits 2 EN-DU-EXK.A.14 1 individueel Exkursion EN-DU-PRAX2.A.13 4 individueel Praxis Deutsch 2 EN-DU-SPR6.A.13 4 netwerk Sprachtraining 6 EN-VO-LEV1.A.12 3 individueel Levensbeschouwelijke oriëntatie EN-VO-LWS2.A.15 8 individueel leerwerkstage jaar 2 EN-VO-LWS2O.A.14 2 individueel Leerwerkstage 2 onderzoek in de school EN-VO-ONWK3.A.12 3 individueel Onderwijskunde/pedagogiek 3 EN-VO-SLB2.A.14 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding jaar 2 opleidingsjaar J3 - Derde jaar Semestervariantplan: MH.EN-DU2M3.A.15 EN-DU-DAF2.A.13 2 individueel Deutsch als Fremdsprache 2 EN-DU-KLT5.A.13 2 individueel Kultur 5 EN-DU-LWS3.A.12 8 individueel Leerwerkstage 3 EN-DU-PRAX3.A.13 5 individueel Praxis Deutsch 3 EN-DU-SPR7.A.13 3 netwerk Sprachtraining 7 EN-DU-SPRA8.A.14 2 netwerk Sprachtraining 8 EN-VO-DRA3Q.A.14 3 netwerk En nu even anders! Creativiteit geeft kracht EN-VO-ONWK4Q.A individueel Onderwijskunde 4 EN-VO-SLB3.A.13 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 3

2 Opleiding: LVO 2e Gr. Duits - Code curriculum: ZWO.LVODU.1516.SEP.VT-AL. opleidingsjaar J4 - Vierde jaar Semestervariantplan: MH.EN-DU2M4.A.15 EN-DU-ABAX.A.14 8 individueel Abschlussarbeit EN-DU-LING.A.14 2 individueel Linguistik EN-DU-LITR2.A.14 3 individueel Literatur 2 EN-DU-LKT.A.15 1 individueel Landelijke kennisbasistoets EN-DU-LWS4.A individueel Afstudeerstage EN-DU-SPRA10.A.14 1 netwerk Sprachtraining 10 EN-DU-SPRA9.A.14 4 netwerk Sprachtraining 9 EN-VO-EIOZ.A netwerk Afstudeeronderzoek EN-VO-LEV2.A.15 3 individueel Levensbeschouwelijke vorming: jij en de ander EN-VO-ONWK5.A.13 3 netwerk Onderwijskunde 5 EN-VO-SLB4.A.13 2 individueel Studieloopbaanbegeleiding 4

3 Curriculum: Opleiding: ZWO.LVODU.1516.SEP.VT-AL. LVO 2e Gr. Duits Studiejaar: SVP: MP.EN-DU2M1.A.15 Beschrijving onderwijseenheid Verkorte naam: EN-VO-ONWK1Q.A.14 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Onderwijskunde/pedagogiek 1 Na afronding van deze onderwijseenheid, heeft: 1. de student kennis over het ontstaan van het Nederlands onderwijssysteem en hoe het onderwijssysteem tegenwoordig funtioneert. 2. de student zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft (mentor, docent, management, ondersteunend e.d.). 3. de student een basisinzicht in de belangrijkste leertheorieën en kan deze op een eenvoudige manier toepassen. 4. de student een missie en visie gemaakt voor een onderwijsorganisatie.zie voor een specifieke uitwerking van de doelstellingen de toetsmatrijs OWK1 in de elektronische leeromgeving. Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. De student leert de schoolorganisatie kennen, het Nedelands onderwijssysteem en leert enkele basisbegrippen rondom het 'leren leren' van de leerlingen. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.1 Leerlingbegeleiding in de school (GEN_5.1) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 7. Nederlands onderwijssysteem (GEN_7) 7.1 Nederlands onderwijsstelsel (GEN_7.1) 7.2 Onderwijsconcepten (GEN_7.2) 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur (GEN_7.3)

4 Verkorte naam: EN-DU-SPR4.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachtraining 4 Na afloop van deze onderwijseenheid kan de student compensatie- en andere taalleerstrategieën toepassen; kan de student in lessituaties Duits als voertaal gebruiken; kan de student Duits als voertaal gebruiken in standaardsituaties (personen/plaatsen/situaties beschrijven, om verheldering vragen, procedures beschrijven, e.d.); kan de student een onderwerp van algemene aard (bijv. natuur, onderwijs) bespreken in de rol van gespreksdeelnemer en -leider; kan de student feiten en meningen over zakelijke onderwerpen onderscheiden en begrijpen; kan de student tijdens gesprekken en presentaties notities maken; kan de student feiten, meningen, conclusies en argumenten gedetailleerd verwoorden en samenvatten; kan de student voorbereid in een semi-formele setting een actueel onderwerp mondeling presenteren; heeft de student geleid en zelfstandig zijn/haar woordenschat uitgebreid; kan de student grammaticaregels in geconstrueerd en spontaan, authentiek taalgebruik toepassen; kan de student de regels voor uitspraak en intonatie in het Duits toepassen op een niveau dat dat van een near native speaker benadert; heeft de student basiskennis van fonetiek en fonologie en inzicht in de betekenis van intonatie in het Duits; kan de student fonetische transcripties lezen en schrijven; heeft de student basale kennis van taalverwervingstheorieën m.b.t. moedertaal en vreemde taal; kan de student over zijn/haar ervaringen met culturele activiteiten vertellen en zijn/haar mening onderbouwen. Je werkt in deze onderwijseenheid verder aan het ontwikkelen van je taalvaardigheid. Het accent ligt op de productieve vaardigheden spreken en schrijven. Je traint het gebruik van het Duits in allerlei communicatieve situaties waarbij je verschillende rollen vervult. Je oefent je verder in het beschrijven van feiten en zaken, maar ook in het beargumenteren van meningen en het samenvatten. Het mondeling presenteren wordt geoefend als voorbereiding op het afsluitende tentamen net als het schrijven van brieven en argumenterende teksten. Daarnaast verdiep je je in taalkunde. Je gaat verder met opdrachten rond fonetiek en fonologie. Nieuw is het onderwerp taalverwerving. Tenslotte maakt deelname aan culturele activiteiten deel uit van het programma voor taalvaardigheid in de propedeuse (SPR1-4). Dit is een netwerkmodule. Dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. geen door docent in electronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid SPR1-3 en SPF bekend verondersteld. Voor deelname aan het tentamen dient het tentamen SPR2 behaald te zijn. Basis Mondelinge toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur

5 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 2.3 Lexicale kennis (DU_2.3) 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie (DU_2.4) 3. Sociaal-culturele kennis van doeltaallanden (DU_3) 3.1 Kennis van land en samenleving (DU_3.1) 3.2 Geschiedenis en geografie (DU_3.2) 3.3 Literatuur en cultuur (DU_3.3) 3.4 Intercultureel bewustzijn (DU_3.4) 4. Duits als school (DU_4) 4.3 Interferentie (DU_4.3) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.1 Het leren van taal (DU_5.1)

6 Verkorte naam: EN-DU-SPR3.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachtraining 3 Na afronding van deze onderwijseenheid: heeft de student inzicht in zijn/haar capaciteiten op het gebied van taalvaardigheid; kan de student beschrijven waar hij/zij aan moet werken en de wijze waarop hij/zij dat gaat doen onderbouwen. kan de student verschillende taalleerstrategieën toepassen; kan de student in lessituaties Duits als voertaal gebruiken; kan de student Duits als voertaal gebruiken in standaarsituaties (Small talk, telefoongesprekken, vragen en geven van zakelijke informatie, e.d.); kan de student onderwerpen van algemene en persoonlijke aard (bijv. werk en relaties) bespreken als gespreksdeelnemer en -leider; kan de student informatie uit gesproken en geschreven tekst begrijpen; kan de student zijn/haar eigen mening gedetailleerd verwoorden en onderbouwen; kan de student een zakelijke brief schrijven; heeft de student geleid en zelfstandig zijn/haar woordenschat uitgebreid; kan de student grammaticaregels in geconstrueerd en spontaan, authentiek taalgebruik toepassen; kan de student de regels voor uitspraak en intonatie in het Duits toepassen op een niveau dat een near native speaker benadert; heeft de student basiskennis van fonologische processen; kan de student fonetische transcripties lezen en schrijven; heeft de student kennis gemaakt met taal in een culturele context. In deze onderwijseenheid staat het gebruik van Duits als voertaal centraal. Je werkt verder aan het ontwikkelen van je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid; het accent zal liggen op de productieve vaardigheden spreken en schrijven. Door middel van zelfstudie en zelfreflectie word je je bewust van je sterke en zwakke punten. Essentieel is ook dat je inzicht krijgt in de wijze waarop jij het beste leert en wat jij moet doen om je taalvaardigheid verder te vergroten. Je werkt met een individueel oefenprogramma waarin je zelf de vinger aan de pols houdt wat betreft de ontwikkeling van je taalvaardigheid. Dit stel je voortdurend bij. Het Sprachenportfolio en de feedback van de docent zijn daarbij weer een belangrijk hulpmiddel. Je traint het gebruik van het Duits in allerlei communicatieve situaties (Sprachstadt) waarbij je verschillende rollen kunt vervullen. Verder oefen je het gebruik van Duits in en voor de klas. Het gebruikte materiaal, de werkvormen en de opdrachten zijn exemplarisch voor wat je in lessen Duits in de stage en in de toekomstige beroepspraktijk kunt gebruiken. Dit wordt ook geoefend. Verder breid je de kennis van grammatica en je woordenschat uit. Het accent ligt daarbij vooral op de toepassing. Het onderdeel fonetiek heeft een belangrijke plaats. Je werkt aan het verbeteren van je uitspraak en verwerft basiskennis van fonologische processen. Tenslotte maakt deelname aan culturele activiteiten deel uit van het programma. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden SPR1, SPR2 en SPF bekend verondersteld. Basis Niet voldaan t/m Voldaan Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur (). Zie literatuurlijst.. : 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie (DU_2.4) 4. Duits als school (DU_4) 4.4 Doeltaal als voertaal (DU_4.4)

7 Verkorte naam: EN-DU-PRAX1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Praxis Deutsch 1 Na afloop van deze onderwijseenheid kan de student bij de begeleiding van leerlingen gebruik maken van theorie en oefenvormen op het gebied van Landeskunde, grammatica, taalverwerving en fonetiek; kan de student de theorie op deze terreinen verwerken in opdrachten voor leerlingen kan de student zijn opdrachten in lessen toepassen; kan de student de theorie m.b.t. klassemanagement en didactiek in de beroepspraktijk toepassen; kan de student zijn ontwikkelde materialen en handelwijze in de beroepssituatie vanuit de theorie verantwoorden; kan de student in ontwikkelde materialen Duits als voertaal gebruiken; kan de student in de les, bij de uitvoering van opdrachten, Duits als voertaal gebruiken; kan de student het resultaat van zijn werk evalueren en op de uitvoering ervan reflecteren. In deze onderwijseenheid voert de student leerwerktaken uit, die aansluiten bij onderwijseenheden uit de - en beroepsleerlijn. De uitvoering van de opdrachten in deze onderwijseenheid vindt grotendeels op de stageschool plaats. en werkvormen zijn dus toepassingsgericht. De feedback van docent, coach en medestudenten zijn een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van zijn leerwerktaken. De student ontwerpt opdrachten die aansluiten op wat hij in andere onderwijseenheden geleerd heeft. De student verantwoordt de gemaakte keuzes in de uitvoering van de leerwerktaken vanuit de theorie. De student integreert het gebruik van Duits als voertaal in zijn opdrachten en in de uitvoering daarvan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden KLT1, KLT2, SFD en DID1 bekend verondersteld. Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 5.3 Leerproblemen (GEN_5.3)

8 Verkorte naam: EN-DU-PRAX1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Praxis Deutsch 1 Na afloop van deze onderwijseenheid kan de student bij de begeleiding van leerlingen gebruik maken van theorie en oefenvormen op het gebied van Landeskunde, grammatica, taalverwerving en fonetiek; kan de student de theorie op deze terreinen verwerken in opdrachten voor leerlingen kan de student zijn opdrachten in lessen toepassen; kan de student de theorie m.b.t. klassemanagement en didactiek in de beroepspraktijk toepassen; kan de student zijn ontwikkelde materialen en handelwijze in de beroepssituatie vanuit de theorie verantwoorden; kan de student in ontwikkelde materialen Duits als voertaal gebruiken; kan de student in de les, bij de uitvoering van opdrachten, Duits als voertaal gebruiken; kan de student het resultaat van zijn werk evalueren en op de uitvoering ervan reflecteren. In deze onderwijseenheid voert de student leerwerktaken uit, die aansluiten bij onderwijseenheden uit de - en beroepsleerlijn. De uitvoering van de opdrachten in deze onderwijseenheid vindt grotendeels op de stageschool plaats. en werkvormen zijn dus toepassingsgericht. De feedback van docent, coach en medestudenten zijn een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van zijn leerwerktaken. De student ontwerpt opdrachten die aansluiten op wat hij in andere onderwijseenheden geleerd heeft. De student verantwoordt de gemaakte keuzes in de uitvoering van de leerwerktaken vanuit de theorie. De student integreert het gebruik van Duits als voertaal in zijn opdrachten en in de uitvoering daarvan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden KLT1, KLT2, SFD en DID1 bekend verondersteld. Basis 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 3. Sociaal-culturele kennis van doeltaallanden (DU_3) 3.1 Kennis van land en samenleving (DU_3.1) 3.2 Geschiedenis en geografie (DU_3.2) 4. Duits als school (DU_4) 4.2 Vak en maatschappij (DU_4.2) 4.4 Doeltaal als voertaal (DU_4.4) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.1 Het leren van taal (DU_5.1) 5.2 Taalvaardigheid (DU_5.2) 5.4 Uitspraak (DU_5.4) 5.5 Grammatica (DU_5.5) 5.7 Socioculturele kennis en intercultureel bewustzijn (DU_5.7) 5.8 Communicatiestrategieën (DU_5.8) 6. MVT- didactiek specifiek (DU_6) 6.1 Methodologieën van MVT (DU_6.1)

9 Verkorte naam: EN-DU-SFD.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Schulfach Deutsch Na afloop van deze onderwijseenheid: kent de student de kerndoelen voor VTO in de onderbouw; kan de student de kerndoelen koppelen aan zijn/haar eigen onderwijsactiviteit; kent de student verschillende schoolmethodes voor Duits en kan de student de overeenkomsten en verschillen tussen de methodes benoemen; kent de student verschillende lesvormen en materialen (lesmethodes, ICT, media, spelvormen, etc.) en kan de student deze inzetten inzijn/haar eigen onderwijsactiviteit; kan de student onderwijsmateriaal ontwikkelen bij de verschillende taalvaardigheden (lezen, luisteren, spreken, schrijven); kan de student de volledige instructie bij de verschillende opdrachten in het Duits uitvoeren. Tijdens deze onderwijseenheid maak je kennis met alles wat komt kijken bij een les Duits. Je maakt kennis met verschillende methodes, kerndoelen e.d. en gaat eigen lesmateriaal ontwikkelen bij de verschillende taalvaardigheden. Hiervoor maak je kennis met verschillende leerstijlen en leer je een aantal activerende werkvormen kennen. Voor deze opdrachten maak je zoveel mogelijk gebruik van de verschillende materiaalsoorten die je in de cursus worden aangeboden (media, ICT, spelvormen, etc.). De opdrachten worden uitgevoerd en geëvalueerd. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 4. Duits als school (DU_4) 4.1 Kerndoelen en examens (DU_4.1) 4.4 Doeltaal als voertaal (DU_4.4) 4.5 Methodologieën (DU_4.5) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.1 Het leren van taal (DU_5.1) 5.2 Taalvaardigheid (DU_5.2) 5.8 Communicatiestrategieën (DU_5.8) 6. MVT- didactiek specifiek (DU_6) 6.1 Methodologieën van MVT (DU_6.1)

10 Verkorte naam: EN-DU-KLT23.A.15 Studiepunten: 6 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Kultur 2 en 3 Na afronding van de onderwijseenheid: kent de student een aantal belangrijke feiten, personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de Duitse geschiedenis; kan de student deze inzichten vertalen naar de onderwijspraktijk; kan de studenten literaire teksten in een historische context plaatsen; onderzoekt de mogelijkheden van Berlijn als excursiedoel. In deze onderwijseenheid verdiep je je in de geschiedenis van Duitsland van 1450 tot de Wende. De nadruk ligt op gebeurtenissen en personen die een rol gespeeld hebben bij de staatsvorming en centralisatie van Duitsland. Je leest literaire teksten en probeert verbanden te leggen met toenmalige historische ontwikkelingen Daarbij maak je gebruik van audiovisuele middelen en ICT. Verder leer je heden en verleden van Berlijn kennen, waarbij de geschiedenis van Berlijn exemplarisch voor de Duitse geschiedenis zal zijn. Je onderzoekt de historische en maatschappelijke ontwikkelingen in Duitsland. Dit is een individuele module, dat betekent dat er geen samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving. Basis Dossier 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 3. Sociaal-culturele kennis van doeltaallanden (DU_3) 3.1 Kennis van land en samenleving (DU_3.1) 3.2 Geschiedenis en geografie (DU_3.2) 3.3 Literatuur en cultuur (DU_3.3) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.7 Socioculturele kennis en intercultureel bewustzijn (DU_5.7)

11 Verkorte naam: EN-VO-SLB1.A.15 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Competenties Studieloopbaanbegeleiding 1 LVO Zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student persoonlijke en profesionele ontwikkelings doelen formuleren; heeft de student zicht op zijn studievaardigheden; kan de student reflecteren aan de hand van een reflectiemodel en deze reflectie zichtbaar maken aan anderen; heeft de student de taaltoets jaar 1 behaald. In deze onderwijseenheid werkt de student aan zelfsturing op studie en loopbaan. Reflectie zal in eerste instantie een doel zijn, later is het een middel dat bijdraagt aan het zichtbaar maken van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Hij leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: het eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door SLB'er in elektronische leeromgeving. geen Basis Niet voldaan t/m Voldaan Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets: Taaltoets jaar 1 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur

12 Verkorte naam: EN-VO-LWS1.A.15 Studiepunten: 8 ec Doelgroep: Voltijd Afstandsleren Omschrijving Leerwerkstage jaar 1 Competenties Competent in het samenwerken in een team Competent in reflectie en ontwikkeling Competent in samenwerken met de omgeving Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Vakinhoudelijke en didactisch competent Pedagogisch competent Je werkt in de beroepspraktijk aan de ontwikkeling van je SBL competenties. Je werkt aan zelfsturing in je studie. Je beheerst de competenties op niveau A van het competentievenster. Je kunt na afronding van de onderwijseenheid motiveren of je docent wilt en kunt worden en of het beroep bij je past. Je oriënteert je op het beroep van docenten in al zijn aspecten en participeert in de beroepspraktijk. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je voert gesprekken en begeleidt leerlingen bij activiteiten. Je laat daarbij zien dat je leiding te wilt nemen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van een school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren. Je kunt daarbij denken aan lessen, maar (afhankelijk van de context) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden, binnen projecten of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Centraal in deze onderwijseenheid staan je kwaliteiten, motieven, reflectie en je beroepsbeeld. Leerwerkstage nvt door docenten in de stageschool en vanuit de lerarenopleiding. Basis Zeer slecht t/m Uitmuntend Dossier: leerwerkstage 1 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.1 Het concept 'leren' (GEN_1.1) 1.2 Visies op leren (GEN_1.2) 1.4 Leerlingkenmerken (GEN_1.4) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 6.2 Praktijk onderzoek (GEN_6.2) 6.4 Onderwijsvisie en ethiek (GEN_6.4) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.1 Pedagogische driehoek (GEN_8.1)

13 Verkorte naam: EN-DU-SPR2.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachtraining 2 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student verschillende taalleerstrategieën toepassen; kan de student in lessituaties Duits als voertaal gebruiken; kan de student Duits als voertaal gebruiken in standaardsituaties (informatie vragen en geven, aanbevelingen doen, reserveren, e.d.); kan de student door onderhandelen een oplossing bereiken; kan de student in langere authentieke teksten van algemene aard meningen en feiten onderscheiden; kan de student zaken beschrijven; kan de student tijdens gesprekken en presentaties notities maken; kan de student zijn/haar mening globaal verwoorden en onderbouwen; kan de student in een informele setting en voorbereid over een actueel onderwerp vertellen; heeft de student geleid en zelfstandig zijn/haar woordenschat uitgebreid; kan de student grammaticaregels in geconstrueerd taalgebruik toepassen; heeft de student kennis van de regels voor uitspraak en intonatie in het Duits en kan deze toepassen; heeft de student basiskennis van fonetische begrippen m.b.t. het vormen van klanken; kan de student fonetische transcripties lezen; heeft de student kennis gemaakt met taal in een culturele context. In deze module werk je verder aan het ontwikkelen van je taalvaardigheid. Je oefent het gebruik van Duits in en voor de klas. Je werkt aan je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid in o.a. Sprachstadt-situaties en aan de hand van teksten over actuele onderwerpen. Je maakt een begin met het presenteren van informatie en meningen. Het onderdeel fonetiek krijgt een belangrijke plaats: naast werken aan het verbeteren van je uitspraak krijg je inzicht in de manier waarop klanken worden gevormd. Tenslotte maakt deelname aan culturele activiteiten deel uit van het programma. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid SPR1 bekend verondersteld. Basis Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur (). Zie literatuurlijst.. : 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 2.3 Lexicale kennis (DU_2.3) 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie (DU_2.4)

14 Verkorte naam: EN-DU-SPR1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachtraining 1 Na afloop van de onderwijseenheid - kent de student zijn/haar sterke en zwakke punten wat de taalvaardigheden betreft (luisteren, spreken, lezen en schrijven) incl. de deelvaardigheden (uitspraak, grammatica, woordenschat); - kan de student compensatiestrategieën toepassen; - kan de student in lessituaties Duits als voertaal gebruiken; - kan de student Duits als voertaal gebruiken in standaardsituaties (elkaar leren kennen, wegbeschrijving, inkopen doen, aanbevelingen doen); - kan de student deelnemen aan een gesprek over eigen ervaringen en vertrouwde, actuele onderwerpen; - kan de student gesprekken over actuele onderwerpen volgen en belangrijke informatie en meningen begrijpen; - kan de student de globale inhoud van Duitstalige persoonlijke en zakelijke teksten begrijpen; - kan de student zijn/haar mening middels chunks verwoorden en onderbouwen; - kan de student zijn eigen ervaringen en belevenissen vertellen en zijn mening beargumenteren; - kan de student een persoonlijke en zakelijke brief schrijven; - heeft de student geleid zijn/haar woordenschat uitgebreid; - kan de student grammaticaregels in geconstrueerd taalgebruik toepassen; - heeft de student kennis van uitspraakregels in het Duits en kan deze toepassen; - heeft de student kennis gemaakt met taal in een culturele context. In deze onderwijseenheid staat het gebruik van Duits als voertaal centraal. De student werkt aan het ontwikkelen van zijn taalvaardigheid, m.n. de vaardigheden spreken en schrijven. Essentieel hierin is dat de student d.m.v. zelfreflectie zich bewust wordt van zijn sterke en zwakke punten en inzicht krijgt in de wijze waarop hij het beste leert en wat hij moet doen om zijn taalvaardigheid te vergroten. De student leert het correcte gebruik van Duits in veel voorkomende communicatieve situaties en hij leert zijn mening beargumenteren. De student oefent zo het gebruik van Duits in en voor de klas. De student herhaalt de grammatica en hij breidt zijn woordenschat uit. Bij grammatica ligt het accent vooral op toepassing en iets minder op het reproduceren van regels. Ook leert hij uitspraakregels kennen en verbetert hij zijn uitspraak. Ten slotte maakt deelname aan culturele activiteiten deel uit van het programma. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving. Basis Niet voldaan t/m Voldaan Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur (). Zie literatuurlijst.. : 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 2.3 Lexicale kennis (DU_2.3) 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie (DU_2.4)

15 Verkorte naam: EN-DU-DID1.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Didactiek 1 Duits Na afloop van deze onderwijseenheid: kent de student het Model directe instructie en de vijf dimensies van Marzano; kan de student een lesplan opstellen aan de hand van het Model Directe Instructie; kan de student werken met een lesplanformulier en lesdoelen SMART formuleren; maakt de student kennis met de principes van activerende didaktiek; kan de student de bijbehorende leeractiviteiten gericht begeleiden en na afloop sterke en zwakke kanten benoemen en nieuwe leervragen formuleren; kan de student de richtvragen van de vijf dimensies van Marzano uitleggen en toepassen in het evalueren van de eigen les en die van medestudenten; kan de student de functie van de SBL-competenties uitleggen en gedragsindicatoren hiervan toepassen in het evalueren van een eigen les en die van medestudenten; kan de student video- en audiomateriaal digitaal maken en bewerken (kennisbasis ICT 1). Je leert verschillende onderwijsactiviteiten voor te bereiden op basis van het Model Directe Instructie. Hierbij leer je in de voorbereiding van de leeractiviteit een relatie te leggen tussen lesdoelen, onderwijsinhoud, beginsituatie en werkvormen. Tevens maak je kennis met de dimensies van Marzano. De activiteiten worden uitgevoerd voor een groep studenten, deze worden geëvalueerd en er worden nieuwe leervragen geformuleerd. De gemaakte keuzes in het lesontwerp kun je uitleggen aan de hand van de dimensies van Marzano. Voor de lesjes maak je gebruik van verschillende informatiebronnen. Bij deze onderwijseenheid hoort een leerwerktaak, waarin de opgedane kennis in de praktijk wordt toegepast. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. geen door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 4. Duits als school (DU_4) 4.4 Doeltaal als voertaal (DU_4.4) 4.5 Methodologieën (DU_4.5) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.8 Communicatiestrategieën (DU_5.8) 6. MVT- didactiek specifiek (DU_6) 6.1 Methodologieën van MVT (DU_6.1)

16 Verkorte naam: EN-VO-DRA1.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Drama 1 * studenten zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden * studenten kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten * studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. * studenten kunnen via spel variëren in gedragingen* studenten weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen * studenten weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Basis Dossier: Drama 1 0 Hoger of gelijk aan 5.5 Presentatie: solo 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur (). Zie literatuurlijst. : 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.2 Gespreksvoering (GEN_3.2) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3)

17 Verkorte naam: EN-DU-SPF.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachenportfolio Na afloop van deze onderwijseenheid: kan de student zijn/haar eigen taalniveau inschalen volgens de indicatoren van het Europees referentiekader (ERK); kan de student zelfstandig taalvaardigheidsdoelen formuleren in termen van 'Kannbeschreibungen ; kan de student gegeven taaltaken uitvoeren; kan de student op basis van gestelde criteria zelf authentieke taaltaken formuleren en uitvoeren die op zijn/haar eigen niveau aansluiten; kan de student taaltaken formuleren en uitvoeren die bij actuele onderwerpen aansluiten; kan de student authentieke taaltaken uitvoeren die voldoen aan de gestelde criteria en op zijn/haar eigen niveau aansluiten; kan de student aan de hand van bewijzen (taalproducten, uitwerkingen van taken) aantonen dat hij/zij in staat is te werken aan zijn/haar eigen taalvaardigheidsdoelen; kent de student mogelijkheden om aan de verbetering van de vier vaardigheden spreken, luisteren, schrijven en lezen, en aan de deelvaardigheden grammatica en woordenschat te werken; kent de student leertips en strategieën om zijn/haar taalvaardigheid te verhogen. In deze onderwijseenheid wordt door middel van een instaptoets het beginniveau van je taalvaardigheid bepaald. Aan de hand van deze toetsresultaten voer je gegeven taaltaken/opdrachten uit die bij het niveau van je taalvaardigheid passen en die je taalvaardigheid vergroten. Nadat je bestaande taaltaken/opdrachten hebt uitgevoerd, leer je ook zelf authentieke taaltaken te formuleren die bij je taalvaardigheidsdoelen passen. Deze taaltaken moeten aan de gestelde criteria voldoen. Je taaltaken voer je uit en evalueer je. Tijdens het werken aan bestaande en zelf geformuleerde taaltaken werk je aan de vier vaardigheden spreken, luisteren, schrijven en lezen en aan de deelvaardigheden grammatica en woordenschat. In deze onderwijseenheid leer je ook hoe je van actuele onderwerpen een authentieke taaltaak kunt maken en hoe je bestaande leermiddelen kunt gebruiken om taaltaken te formuleren. Je leert het Europees Referentiekader (ERK) kennen en schaalt je eigen niveau volgens het ERK in. Bovendien maak je kennis met het Europees taalportfolio en leer je hoe je dit als instrument kunt inzetten om taalvaardigheidsdoelen te formuleren, te controleren en te bewijzen. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving. geen Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2)

18 Verkorte naam: EN-DU-GRAM.A.12 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Grammatik Na afloop van deze onderwijseenheid: kent de student de belangrijkste Duitse grammaticale begrippen; kan de student de verworven grammaticale kennis grotendeels correct toepassen in een geconstrueerde en authentieke communicatieve context; beheerst de student de meest voorkomende grammaticale structuren van het Duits; kan de student grammaticale fouten analyseren en adequaat corrigeren; kent de student verschillende manieren (o.a. deductief en inductief) van uitleg; kan de student de grammatica aan studiegenoten uitleggen; kan de student ad hoc op vragen over de basisgrammatica antwoord geven; kan de student de grammaticalijn in lesmethodes analyseren en zijn mening erover beargumenteren; heeft de student een beargumenteerde mening over de betekenis van grammatica in het voortgezet onderwijs. In deze onderwijseenheid herhaalt en verdiept de student de basisgrammatica nog eens. De student leert hoe hij zijn grammaticale kennis en vaardigheden op peil kan houden en uitbreiden. Hij ontwikkelt grammaticaoverzichten voor zichzelf en ook voor leerlingen. Hij kan de grammatica in het Duits aan leerlingen en medestudenten uitleggen, waarbij hij rekening kan houden met verschillende leerstijlen. De student leert het verschil tussen de deductieve en inductieve methode en hij kan de voor- en nadelen hiervan benoemen.hij analyseert de grammaticaleerlijn in lesmethodes en ontwikkelt zelf grammaticaoefeningen die bij een lesmethode aansluiten. De onderwijseenheid EN-DU-PRAX1 sluit bij deze onderwijseenheid aan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden SPR1-3 en SPF bekend verondersteld. Basis Dossier 2 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 8 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 4. Duits als school (DU_4) 4.1 Kerndoelen en examens (DU_4.1) 4.5 Methodologieën (DU_4.5) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.5 Grammatica (DU_5.5)

19 Verkorte naam: EN-DU-KLT1.A.12 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Kultur 1 Na afronding van deze onderwijseenheid: kan de student informatie over land en maatschappij van Duitsland verwerken en presenteren; weet de student hoe hij/zij kennis wat betreft Landeskunde up-to-date kan houden; heeft de student inzicht in de rol van Landeskunde in het vreemdetalenonderwijs; kan de student omgaan met o.a. digitale informatiebronnen; kan de student (literaire) leesteksten inzetten om zijn/haar taalvaardigheid en de kennis van de cultuur in Duitsland te vergroten. In deze onderwijseenheid staan het integreren van Landeskunde in het taalleerproces en het ontwikkelen van een open houding tegenover de ervaring en ideeënwereld van anderen centraal. Een taal kun je niet echt begrijpen en leren als je de cultuur waarbinnen die taal gesproken wordt niet kent. Kennis van land en cultuur is dus een voorwaarde voor het goed communiceren in een taal, voor jezelf als student, stagiair(e) en later docent. Landeskunde is daarom een aspect van het moderne taalonderwijs. In deze eerste onderwijseenheid vergroot je je kennis van land, maatschappij en staatsinrichting van het hedendaagse Duitsland. Je doet dit a.d.h.v. actuele ontwikkelingen en literatuur over Duitsland. Centraal staan o.a. topografie en toerisme. Tijdens deze onderwijseenheid lees je literatuur met als thema Duitsland. Verder neemt de beeldvorming rond Duitsland een belangrijke plaats in. We gaan in op de ideeën die er in Duitsland en Nederland over het buurland bestaan en op de oorzaken daarvan. Je doet daar actief onderzoek naar, legt de relatie met historische en maatschappelijke ontwikkelingen en presenteert de uitkomsten. Deze literaire teksten vergroten je taalvaardigheid en kennis van de cultuur in Duitsland. De werkwijze is waar mogelijk exemplarisch, zodat je ervaring opdoet met werkvormen die je zelf in de praktijk kunt toepassen. Het mondeling presenteren van informatie met behulp van multimedia bereidt je voor op het spreken voor de klas en vergroot je ICT-vaardigheden. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten Basis Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 4 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 3. Sociaal-culturele kennis van doeltaallanden (DU_3) 3.1 Kennis van land en samenleving (DU_3.1) 3.2 Geschiedenis en geografie (DU_3.2) 3.3 Literatuur en cultuur (DU_3.3) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.7 Socioculturele kennis en intercultureel bewustzijn (DU_5.7)

20 Verkorte naam: EN-VO-ONWK2.A.12 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Onderwijskunde 2 Na afronding van deze onderwijseenheid: 1. weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. 2. hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. 3. hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. 4. hebben de studenten een basisinzicht in de ontwikkelingspsychologische grondbeginselen. De doelen en de e kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs ONWK2. Deze onderwijseenheid heeft als thema orde houden en klassenmanagement. Er wordt er ingegaan op het effectief docentgedrag en hoe de wisselwerking is met leerlinggedrag. Hierbij wordt ingegaan op groepsdynamische processen en interactiepatronen in de klas. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. nvt door docent in elektronische leeromgeving en bijeenkomsten. Basis Dossier 67 Hoger of gelijk aan 5.5 Opdracht 33 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur (). Zie literatuurlijst. : 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica (GEN_3) 3.1 Communicatiemodellen (GEN_3.1) 3.3 Groepsdynamica (GEN_3.3) 4. Ontwikkelingvan de adolescent (GEN_4) 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent (GEN_4.1) 5. Leerlingen met speciale behoeften (GEN_5) 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? (GEN_5.2) 8. Pedagogisch kwaliteit (GEN_8) 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek (GEN_8.2)

21 SVP: MH.EN-DU2M2.A.15 Beschrijving onderwijseenheid Verkorte naam: EN-DU-KLT4.A.13 Studiepunten: 2 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Kultur 4 Na afloop van deze onderwijseenheid heeft de student kennis van de geschiedenis, topografie en het maatschappelijk leven van Oostenrijk uitgebreid. heeft de student inzicht in culturele verschillen tussen Nederland, Duitsland en Oostenrijk verworven; kan de student landeskundliche informatie selecteren, analyseren, interpreteren en verwerken; kan de student literaire teksten uit Oostenrijk begrijpen en analyseren; heeft de student kennis van Austriazismen en kan verschillen met de Duitse taalvariant benoemen. kan de student zelfontwikkeld materiaal m.b.t. Oostenrijk presenteren waarbij verschillende op de doelgroep afgestemde onderwijs- en leervormen aan bod komen. In KLT4 werkt de student aan de uitbreiding van de didactische competentie en de professionaliseringscompetentie. De student verwerft kennis van de Oostenrijkse cultuur en verbetert zijn taalvaardigheid. Ook oefent hij in het begrijpen en analyseren van literaire teksten uit Oostenrijk.Centraal in deze onderwijseenheid staat kennis met betrekking tot geografie, topografie, geschiedenis, de bevolking, de politiek, eten en drinken, kunst, literatuur, cultuur van Oostenrijk. Thema s als mentaliteit, tradities en gewoontes en de verschillen met Nederland en Duitsland worden behandeld. Daarnaast wordt op de verschillende Sprachvarietäten ingegaan. Dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. n.v.t. door docent in elektronische leeromgeving. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden EN-DU-KLT1-3 bekend verondersteld. Dossier 0,2 Hoger of gelijk aan 5.5 Schriftelijke toets 0,8 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 3. Sociaal-culturele kennis van doeltaallanden (DU_3) 3.1 Kennis van land en samenleving (DU_3.1) 3.2 Geschiedenis en geografie (DU_3.2) 3.3 Literatuur en cultuur (DU_3.3) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.7 Socioculturele kennis en intercultureel bewustzijn (DU_5.7) 5.8 Communicatiestrategieën (DU_5.8)

22 Verkorte naam: EN-DU-DAF1.A.13 Studiepunten: 3 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Deutsch als Fremdsprache 1 Na afloop van deze onderwijseenheid: heeft de student kennis van theorieën en concepten over het trainen van taalvaardigheden; kan de student verbanden leggen tussen taalverwervingstheorieën en aanpak in het mvt-onderwijs; kan de student beargumenteerde keuzes maken voor het gebruik van methodes en lesmaterialen; kan de student oefensequenties voor taalvaardigheden ontwikkelen en beoordelen; kan de student het gebruik van Duits als voertaal in de klas beargumenteren en toepassen. In deze onderwijseenheid staan de volgende activiteiten centraal: het effectief inrichten van communicatief taalonderwijs; het communiceren over leertheorieën gericht op taalonderwijs in relatie tot de beroepspraktijk; het ontwikkelen van lesmateriaal voor het oefenen van taalvaardigheid; het verantwoorden van keuzes voor gebruikte methodieken en materialen; het begeleiden van leerlingen bij het verwerven van taalvaardigheid; het gebruik van de doeltaal als voertaal in de klas. Deze competenties zijn een uitwerking van de SBL-competenties, m.n. 3 en 7. De inhoud en werkvormen zijn toepassingsgericht en deels vraaggestuurd. Je werkt aan het beoordelen en ontwikkelen van lesmateriaal voor de taalvaardigheden (luisteren, lezen, spreken, schrijven). Je leert hoe het materiaal opgebouwd en ingezet kan worden. De koppeling met didactische inzichten is essentieel, de feedback van medestudenten en docent is een hulpmiddel bij het reflecteren op gemaakte keuzes. dit is een individuele module, dat houdt in dat er geen verplichte samenwerkingsopdrachten zijn door docent in de electronische leeromgeving en bijeenkomsten. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheden EN-DU-SFD en EN-DU- DID1 bekend verondersteld. Schriftelijke toets 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Leren in diverse contexten (GEN_1) 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren (GEN_1.3) 2. Didactiek en leren (GEN_2) 2.1 Model didactische analyse (GEN_2.1) 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen (GEN_2.2) 2.3 Vormgeving van leerprocessen (GEN_2.3) 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen (GEN_2.4) 2.5 Begeleiden van leerprocessen (GEN_2.5) 2.6 Toetsing en evaluatie (GEN_2.6) 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.2 Duits in de klas (DU_1.2) 4. Duits als school (DU_4) 4.5 Methodologieën (DU_4.5) 5. Het leren van taal (DU_5) 5.1 Het leren van taal (DU_5.1) 5.2 Taalvaardigheid (DU_5.2) 5.8 Communicatiestrategieën (DU_5.8) 6. MVT- didactiek specifiek (DU_6) 6.1 Methodologieën van MVT (DU_6.1)

23 Verkorte naam: EN-DU-SPR5.A.13 Studiepunten: 4 ec Doelgroep: Afstandsleren Omschrijving Sprachtraining 5 Na afronding van deze onderwijseenheid kan de student de hoofdlijnen van concrete en abstracte onderwerpen volgen en relevante informatie (bijvoorbeeld uit radioprogramma s) opmaken; kan de student een breed scala van teksten begrijpen, onder andere kortere teksten zoals advertenties en langere, gecompliceerde non-fictieteksten, commentaren en reportages; kan de student zich schriftelijk over gecompliceerde onderwerpen duidelijk en gestructureerd uiten; kan de student fouten in teksten van anderen en jezelf categoriseren, analyseren en remediëren; kan de student duidelijk gestructureerde mondelinge weergaves geven over algemene onderwerpen en onderwerpen van uw persoonlijke interesses; kan de student actief deelnemen aan discussies over u bekende onderwerpen, daarbij een positie innemen en uw standpunten helder overbrengen beschikt de student over elementaire kennis van onderdelen van de pragmalinguïstiek; kan de student zijn zwakke punten op het gebied van de fonetiek remediëren; heeft de student zijn kennis van en vaardigheid in de Duitse grammatica verdiept en uitgebreid (receptief en productief); heeft de student kennis gemaakt met taal in een culturele context. Het draait in deze onderwijseenheid o.a. om werken in het buitenland. Je werkt verder aan het ontwikkelen van je taalvaardigheid. Essentieel is zelfreflectie en zelfsturing, waarbij het Sprachenportfolio en de feedback van de docent een belangrijk hulpmiddel zijn. Het verantwoorden van keuzes krijgt steeds meer aandacht. en werkvormen zijn toepassingsgericht.in deze onderwijseenheid leer je, zowel schriftelijk als mondeling, emoties in de doeltaal uit te drukken en passend op gevoelsuitingen van anderen te reageren. Je leert verder gericht vragen te stellen en inlichtingen in te winnen, o.a. bij overheidsinstellingen. Je bekwaamt je in het schrijven van complexere brieven. Verder leer je in de doeltaal stelling te nemen. De aangeboden grammatica is steeds ondersteunend aan de leerdoelen van de cursus.daarnaast neemt het communiceren over communicatie een belangrijke plaats in. Je maakt kennis met het begrip pragmatiek door theorie en praktische oefeningen. Centraal daarbij staat de vraag hoe in teksten samenhang gecreëerd wordt.tenslotte maakt deelname aan culturele activiteiten deel uit van het programma voor taalvaardigheid. N.B. Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de LWS3-drempel. Dit is een netwerkmodule, dat houdt in dat er verplichte samenwerkingsopdrachten zijn. door docent in elektronische leeromgeving en een verplichte contactdag. Voor het volgen van deze onderwijseenheid worden de doelen en inhouden van de onderwijseenheid EN-DU-SPR4 bekend verondersteld. Dossier 1 Hoger of gelijk aan 5.5 Literatuur 1. Taalvaardigheden (DU_1) 1.1 De vaardigheden (DU_1.1) 2. Taalkundige kennis (DU_2) 2.1 Algemene taalkunde (DU_2.1) 2.2 Grammatica (DU_2.2) 2.3 Lexicale kennis (DU_2.3) 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie (DU_2.4)