Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Subjectivering van de zorgvuldigheidsnorm in het kader van buitencontractuele aansprakelijkheid Een analyse van de Belgische rechtspraak Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Ruth Vercruysse (studentennr.: ) Promotor: Prof. Dr. Marc Kruithof Commissaris: Geert Jocqué

2 1

3 Inhoud Woord vooraf... 6 Inleiding... 8 DEEL I: THEORETISCH LUIK Hoofdstuk 1: De buitencontractuele fout Afdeling 1: Inleiding Afdeling 2: Elementen van de fout : Subjectief foutelement A. Schuldbekwaamheid B. Verwijtbaarheid/Toerekenbaarheid C. Schulduitsluitingsgronden : Objectief foutelement A. Schending van een wettelijke norm B. De algemene zorgvuldigheidsnorm C. Rechtvaardigingsgronden Afdeling 3: Risicoaanvaarding Afdeling 4: Samenvattend Hoofdstuk 2: Subjectivering van de zorgvuldigheidsnorm Afdeling 1: Drie vormen van subjectivering Afdeling 2: Interne en externe omstandigheden : Interne omstandigheden : Externe omstandigheden : Een onvolmaakt onderscheid DEEL II: SUBJECTIVERING IN RECHTSPRAAK Hoofdstuk 1: Professionele hoedanigheid als subjectiveringsgrond Afdeling 1: Zorgvuldigheidsnorm in hoofde van een professioneel Afdeling 2: Rechtspraakvoorbeelden Hoofdstuk 2: Leeftijd als subjectiveringsgrond Afdeling 1: Leeftijd en zorgvuldigheidsbeoordeling Afdeling 2: Rechtspraakvoorbeelden : Subjectivering op grond van jeugdige leeftijd A. Activiteiten van de jeugdbeweging B. Sportbeoefening C. Spelsituaties

4 2: Subjectivering op grond van gevorderde leeftijd A. Overstekende bejaarden B. Val van bejaarde : Subjectivering op grond van leeftijd : Conclusie Hoofdstuk 3: Ervaring als subjectiveringsgrond Afdeling 1: Ervaring en zorgvuldigheidsbeoordeling Afdeling 2: Rechtspraakvoorbeelden : Sportieve context A. Zorgvuldigheidsbeoordeling bij sportbeoefening B. Subjectieve rechtspraak naargelang de sporttak a. Balbetwistingen in voetbal b. Motorsport c. Wintersport d. Val bij het muurklimmen e. Fietsen f. Andere sportieve inspanningen : Activiteiten van de jeugdbeweging : Professionele context : Ervaring en medische toestand : Conclusie Hoofdstuk 4: Gezondheidstoestand als subjectiveringsgrond Afdeling 1: Gezondheidstoestand zorgvuldigheidsbeoordeling Afdeling 2: Rechtspraakvoorbeelden : Verkeersongevallen : Schadegevallen andere dan verkeersongevallen : Conclusie Hoofdstuk 5: Kennis als subjectiveringsgrond Afdeling 1: Kennis en zorgvuldigheidsbeoordeling Afdeling 2: Rechtspraakvoorbeelden : Kennis van de plaatsgesteldheid van het ongeval : Andere kennis : Conclusie Hoofdstuk 6: Kracht en gewicht als subjectiveringsgrond

5 DEEL III: CONCLUSIE EN ALTERNATIEVE VERKLARING Hoofdstuk 1: Algemene vaststellingen Hoofdstuk 2: Alternatieve verklaringen Afdeling 1: Voorzienbaarheid van schade : Subjectieve invulling van voorzienbaarheid : De regel toegepast op de geanalyseerde rechtspraak : Conclusie Afdeling 2: Rechtseconomische benadering : Efficiëntie en voorzienbaarheid : Efficiëntie toegepast op de geanalyseerde rechtspraak : Conclusie Bibliografie Rechtspraak Rechtsleer Boeken Artikels

6 5

7 Woord vooraf Het sluitstuk van de vijfjarige rechtenopleiding is de masterproef. Een werkstuk van bloed, zweet en tranen waar ik uiteindelijk met gepaste trots op terugkijk. Met deze masterproef heb ik geïnvesteerd in het analyseren, synthetiseren en kritisch benaderen van rechtspraak en rechtsleer. Het heeft me geleerd dat rechtsregels leven en theorie steeds aan de praktijk getoetst moet worden. Het werkstuk dat voor u ligt, is enkel mogelijk gemaakt door de inzet, toewijding en steun van een aantal personen. Op de eerste plaats bedank ik Prof. Dr. Marc Kruithof die mij het onderwerp van mijn masterproef heeft aangereikt. Zijn geduldige begeleiding, richtlijnen, feedback en kritische vragen hebben mijn kijk op het recht beïnvloed en het werkstuk vorm gegeven. Bovendien wist hij mijn interesse voor het aansprakelijkheidsrecht verder aan te wakkeren. Vervolgens wil ik graag Olivier bedanken, hij heeft de tijd genomen om dit eindwerk van correcte Nederlandse taal te voorzien. Ten slotte verdienen ook mijn ouders, familie en vrienden een plaats in dit dankwoord. Gedurende mijn opleiding gaven zij mij de kans me te ontplooien en zijn ze me vanaf de zijlijn blijven aanmoedigen. Bedankt voor jullie steun. Gent, mei Ruth Vercruysse 6

8 7

9 Inleiding 1. De aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatige handelen wordt geregeld door de artikelen BW. Artikel 1382 BW bepaalt: Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade ontstaan is, deze te vergoeden. Artikel 1383 BW verduidelijkt: Eenieder is verantwoordelijk voor de schade die hij heeft veroorzaakt, niet alleen door zijn daad maar ook door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid. Hieruit blijkt dat de persoonlijke aansprakelijkheid berust op een fout van de dader. Deze fout verschijnt in twee gedaanten: schending van een wettelijke regel of schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm. De schending van de zorgvuldigheidsnorm staat centraal in deze masterproef. 2. Ieder basiswerk en ieder handboek aansprakelijkheidsrecht zal het beamen: de schending van de zorgvuldigheidsnorm berust op een appreciatie in abstracto. Het principe is duidelijk, maar de precieze implicaties zijn dat niet. Waarvan moet de beoordeling zich abstraheren 1? Toch bestaat daarover enigszins unanimiteit: het gedrag van de schadeverwekker moet vergeleken worden met het gedrag van de goede huisvader in dezelfde externe omstandigheden. Met andere woorden persoonlijke eigenschappen, zwakheden of sterktes moeten bij de beoordeling buiten beschouwing blijven 2. Deze abstracte beoordelingswijze belet niet dat rekening gehouden wordt met de professionele hoedanigheid en vaardigheid van de schadeverwekker. Gezien de onderliggende redenering gaat het niet om een uitzondering op de abstracte beoordeling maar om vaardigheden verbonden aan de uitgeoefende activiteit. In die zin gaat het dus om een externe omstandigheid Het abstracte beoordelingsprincipe kwam met een arrest van het Hof van Cassatie van 5 juni 2003 op de helling te staan. In haar arrest besloot het Hof een arrest van het hof van beroep van 1 X. DANDOY, Appréciation in abstracto de la faute civile extracontractuelle, Ann.dr.Louvain 2007, (111) R. DE CORTE en B. DE GROOTE, Privaatrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2012, 714; P. DE TAVERNIER, Buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door minderjarigen in L. CORNELIS (ed.), Actueel aansprakelijkheidsrecht, Gent, Larcier, 2012, 97; H. BOCKEN en I. BOONE, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, die Keure, 2011, 100; R. DE CORTE en B. DE GROOTE, Handboek civiel recht, Gent, Larcier, 2011, en 638; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, ; X. DANDOY, Appréciation in abstracto de la faute civile extracontractuelle, Ann.dr.Louvain 2007, (111) 111; P. DE TAVERNIER, De buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door minderjarigen, Antwerpen, Intersentia, 2006, ; H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY en H. VANDENBERGHE (eds.), Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 30, Brugge, die Keure, 2005, 52; R. DE CORTE, Overzicht van het burgerlijk recht, Gent, Mys & Breesch, 2001, 532; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2001, ; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, 34-35; J.L. FAGNART en M. DENEVE, Cronique de jurisprudence ( ). La responsabilité civile., JT 1986, (297) 298 en 300; R. VANDEPUTTE, Het aquiliaanse foutbegrip, Antwerpen, Kluwer, 1983, 16-17; R.-O. DALCQ, Examen de jurisprudence ( ). La responsabilité délictuelle et quasi délictuelle., RCJB 1980, (355) 361; J.M DE SMET, Beginselen van het burgerlijk recht. Beginselen van gemeen recht., Brussel, Grandvan, 1977, 401; J.L. FAGNART, Cronique de jurisprudence ( ). La responsabilité civile., JT 1976, (569) 587; R.-O. DALCQ, Examen de jurisprudence ( ). La responsabilité délictuelle et quasi délictuelle., RCJB 1973, (627) ; R. DEKKERS, Handboek burgerlijk recht, Brussel, Bruylant, 1971, 118 en ; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, tome deuxième. Les incapables, les obligations., Brussel, Bruylant, 1964, ; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad in X. (ed.), Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl Voor een bespreking zie randnummer 56. 8

10 Bergen, dat bij de zorgvuldigheidsbeoordeling rekening hield met de leeftijd van de begeleider -een duidelijk subjectieve factor- niet te casseren. Op grond van dat arrest concludeert WEYTS het volgende: De conclusie lijkt dan ook gerechtvaardigd dat de algemene zorgvuldigheidsnorm steeds subjectiever wordt. De interne persoonlijke kenmerken van de dader zoals leeftijd, ervaring, medische toestand, winnen aan belang bij de zorgvuldigheidstoetsing. 4. Rechtsleer keek met verwondering naar het arrest, het kwam als een donderslag bij heldere hemel. Vraag is nog maar of de uitspraken van de rechters ten gronde het onweer niet al lang hadden aangekondigd. 4. De subjectiveringsproblematiek wordt in deze masterproef op casuïstische wijze benaderd. Aan de hand van uitspraken van verschillende hoven en rechtbanken zal ik aantonen dat het abstracte beoordelingsprincipe in praktijk minder vanzelfsprekend is dan in de rechtsleer wordt geponeerd. Om tot een goed begrip van deze problematiek te komen, ga ik in het eerste deel van deze masterproef in op de theorie. In het tweede deel wordt een uitvoerig maar allerminst exhaustief rechtspraakonderzoek gevoerd. Het onderzoek gaat na of de subjectivering van de zorgvuldigheidsnorm daadwerkelijk in de rechtspraak is doorgedrongen. De uitspraken worden naargelang de subjectieve factor waarop de uitspraak inspeelt, in een ander hoofdstuk gecatalogeerd. Ieder hoofdstuk wordt op zijn beurt verder onderverdeeld rekening houdend met de concrete omstandigheden van het geval. De rechtspraak wordt zuiver chronologisch opgenomen. In een derde en laatste deel formuleer ik enkele algemene bemerkingen en ga ik op zoek naar een alternatieve verklaring voor deze van de gangbare theorie afwijkende rechtspraak. 4 B. WEYTS, Wordt de algemene zorgvuldigheidsnorm steeds subjectiever?, TBBR 2005, (112) 115, noot onder Cass. 5 juni

11 DEEL I: THEORETISCH LUIK 10

12 Hoofdstuk 1: De buitencontractuele fout Afdeling 1: Inleiding 5. Sinds het ontstaan van het burgerlijk wetboek in 1804 zijn de wettelijk regels van het gemeenrechtelijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht niet of nauwelijks veranderd 5. Hoewel zij na verloop van tijd met bijzondere regelgeving werden aangevuld, ontsnapte het aansprakelijkheidsrecht tot nog toe aan de explosieve groei van wetgeving die andere rechtstakken (hebben) ondergaan. Ook de klassieke aansprakelijkheidstheorie heeft de tand des tijd doorstaan. Een slachtoffer heeft slechts recht op vergoeding van de dader eens hij/zij de volgende drie elementen afdoende beargumenteerd 6 : fout in hoofde van de aangesproken dader, schade en causaal verband tussen fout en schade. Elk van deze drie genoemde voorwaarden is een volwaardige, zodat zij afzonderlijk bewezen moet worden. De loutere aanwezigheid van schade bewijst de fout in hoofde van de aangesproken dader dus niet 7. In het kader van deze masterproef zal enkel de foutvereiste, meer bepaald de invulling van de algemene zorgvuldigheidsnorm aan bod komen. Alvorens daarop in te gaan lijkt het mij gepast de fout in het algemeen te duiden. Afdeling 2: Elementen van de fout 6. Hoewel het burgerlijk wetboek duidelijk kiest voor de fout als grondslag van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, wordt het begrip nergens gedefinieerd 8. De buitencontractuele fout kent twee verschijningsvormen: enerzijds de overtreding van een wettelijke of reglementaire bepaling en anderzijds de schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm 9. Beide vormen vereisen de cumulatieve vervulling van een objectief en een subjectief foutelement 10. De objectieve component, die betrekking heeft op de daad, doelt op de als onrechtmatig te kwalificeren gedraging. De subjectieve component betreft de schuld en wordt in verband gebracht met de persoon 5 Met uitzondering van artikel 1384, tweede lid BW dat bij de wet van 6 juli 1977, BS 2 augustus 1977, werd gewijzigd. 6 De bewijslast rust ingevolge de artikelen 1315 BW en 870 Ger.W. op de eiser. 7 Cass. 10 mei 2001, Arr.Cass. 2001, ; Rb. Brussel 10 december 2008, RGAR 2009, 14553; H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) ; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 125; R. DE CORTE, Overzicht van het burgerlijk recht, Gent, Mys & Breesch, 2001, H. BOCKEN en I. BOONE, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, die Keure, 2011, E. MONTERO en B. GOFFAUX, La référence au paradigme du bon père de famille, en responsabilité extracontractuelle, For.Ass. 2014, (1) 2; S. STIJNS, Verbintenissenrecht. Boek 1bis, Brugge, die Keure, 2013, 40; H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2010, (1749) 1753; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 363; I. CLAEYS, Fout, overmacht en rechtvaardigingsgronden. Zoveel hoofden, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2004, 7; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551)

13 van de dader. Beide componenten zijn samenhangende dimensies van eenzelfde begrip 11 en worden in wat volgt verder uiteengezet. 1: Subjectief foutelement 7. Het subjectieve foutelement peilt naar de schuldbekwaamheid van de dader en de verwijtbaarheid van de schadeverwekkende handeling aan de dader 12. Waar het schuldbekwaamheidsonderzoek zicht toespitst op de algemene geestesgesteldheid van de dader, handelt verwijtbaarheid over de toerekening van de fout aan de dader 13. A. Schuldbekwaamheid 8. Schuldbekwaamheid is een voor zichzelf sprekend begrip, een persoon die bekwaam is schuld te dragen is schuldbekwaam. Deze definitie helpt ons niet veel verder, een woordje uitleg is aangewezen. Pas wanneer de dader bij het begaan van de onrechtmatige daad over voldoende bewustzijn en inzicht beschikt om zijn handelen te controleren, zich de gevolgen van zijn ondernomen acties in te beelden (= feitelijk inzicht) en te weten wat mag en wat niet (= moreel inzicht), is hij schuldbekwaam 14. Bij de bekwaamheidsbeoordeling wordt rekening gehouden met het geestesvermogen en de interne gesteldheid van de dader. Schuldbekwaamheid is dus nauw verbonden met de persoon van de schadeverwekker. Op het eerste zicht lijkt dit af te wijken van de foutbeoordeling in abstracto 15, waarbij men zich juist van de persoonlijke kenmerken van de dader distantieert. Maar dat is niet noodzakelijk het geval. Volgens mij dringt een onderscheid zich op. De foutbeoordeling identificeert en beoordeelt niet alleen de onrechtmatige gedraging an sich maar ook de schuldbekwaamheid van de dader en de toerekenbaarheid aan de dader. De foutbeoordeling steunt zowel op objectieve als subjectieve elementen. De beoordeling van de objectieve component van de fout daarentegen, beperkt zich tot de onrechtmatigheid van de gedraging. Volgens de gangbare theorie is bij deze beoordeling de persoon van de schadeverwekker of zijn subjectieve gesteldheid irrelevant. Dat facet van de foutbeoordeling berust dus op een abstracte beoordeling. Maar de schuld van de dader, het andere facet van de 11 H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY (ed.), Aansprakelijkheidsen verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 48, Brugge, die Keure, 2008, T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 147; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissen, Leuven, Acco, 2006, 370; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, K. GEELEN en S. DE COSTER, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1987, (1255) G. JOCQUE, Bewustzijn en subjectieve verwijtbaarheid in K. BERNAUW en H. BOCKEN (eds.), Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen , XXXIIIste Postuniversitaire cyclus Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2007, H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2000, (1551) 1688; P. DE TAVERNIER, De buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door minderjarigen, Antwerpen, Intersentia, 2006, Over de abstracte foutbeoordeling zie randnummer

14 foutbeoordeling, noodzaakt een concrete subjectieve beoordeling. In dat opzicht kan men dan ook spreken van een relativering van het abstracte toetsingsprincipe Een schuldonbekwame dader kan onmogelijk persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor zijn handelen. De bekwaamheidsdiscussie laait het hoogst op wanneer kinderen en geestesgestoorden in aansprakelijkheidsgedingen betrokken zijn. Toch is de discussie daar niet toe beperkt, ook tijdelijke ziekteverschijnselen, alcohol en drugs kunnen een verminderd bewustzijn teweeg brengen en tot schuldonbekwaamheid leiden. Wie zichzelf op foutieve wijze in staat van schuldonbekwaamheid begeeft, kan zich niet op zijn onbekwaamheid beroepen 17. In dat geval beging de dader een fout die het schadegeval voorafgaat. 10. De schadelijder die met een schuldonbekwame dader geconfronteerd wordt, moet op zoek naar alternatieve gronden om zijn verhaalsvordering op te enten. De wetgever voorzag in zo n alternatieve aansprakelijkheidsgrond in geval een minderjarige of geestesgestoorde de onrechtmatige daad beging. 11. In civiele aansprakelijkheidsgeschillen 18 worden kinderen pas schuldbekwaam geacht eens zij de jaren des onderscheids bereikt hebben 19. Het concept jaren des onderscheids behelst de mogelijkheden van het kind om goed van kwaad te onderscheiden, zijn handelen te controleren en zich de gevolgen van zijn handelen in te beelden 20. Het betreft een feitenkwestie die door de rechter in concreto beoordeeld wordt, rekening houdend met hun leeftijd, fysieke en intellectuele capaciteiten, opvoedingsmilieu, gedrag na het schadegeval, aard van de schadeverwekkende handeling, 21. Er is geen vaste leeftijdsgrens die de bekwaamheid van kinderen vaststelt 22. Wanneer een schuldonbekwame minderjarige schade veroorzaakt, betekent dit niet noodzakelijk dat het slachtoffer met lege handen achterblijft. De wetgever voorziet in twee alternatieve 16 G. JOCQUE, Bewustzijn en subjectieve verwijtbaarheid in K. BERNAUW en H. BOCKEN (eds.), Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen , XXXIIIste Postuniversitaire cyclus Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2007, G. JOCQUE, Bewustzijn en subjectieve verwijtbaarheid in K. BERNAUW en H. BOCKEN (eds.), Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen , XXXIIIste Postuniversitaire cyclus Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2007, Dit in contrast met de in het strafrecht gehanteerde benadering. Strafrechtelijk is men pas aansprakelijk eens men de leeftijd van achttien bereikt heeft, met uitzonderling van de uithandengeving die mogelijk is vanaf zestien. Voor minderjarigen geldt als het ware een uitsluiting, een uitsluiting die niet gebaseerd is op persoonlijke kenmerken van de dader. 19 Cass. 16 februari 1984, Arr.Cass. 1984, ; Cass. 3 mei 1978, Arr.Cass. 1978, ; Cass. 30 mei 1969, RGAR 1970, T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 2107; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, ; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) 1689; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, K. DUERINCKX, Aansprakelijkheidsrecht: een overzicht, Antwerpen, Maklu, 2012, 29; P. DE TAVERNIER, Buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door minderjarigen in L. CORNELIS (ed.), Actueel aansprakelijkheidsrecht, Gent, Larcier, 2012,

15 aansprakelijkheidsgronden. Ten eerste kan het slachtoffer zich tegen de ouders van de dader richten op grond van artikel 1384, tweede lid BW. Opdat de ouders aansprakelijk zouden zijn, is het voldoende dat zoon- of dochterlief een objectief onrechtmatige daad beging. Een tweede vorderingsmogelijkheid ligt vervat in artikel 1384, vierde lid BW. Zowel onderwijzers als ambachtslieden kunnen op die grond aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door de objectief onrechtmatige daad van leerlingen en leerjongens die onder hun toezicht stonden. Een objectief onrechtmatige daad veronderstelt enkel de vervulling van het objectieve foutelement, de schuldbekwaamheidsproblematiek is bijgevolg niet aan de orde. 12. Evenmin schuldbekwaam zijn personen die zich op het moment van handelen in een staat van krankzinnigheid, ernstige geestesstoornis of zwakzinnigheid bevinden. De rechter beoordeelt de staat van personen in concreto 23. De stoornis moet de volledig schuldonbekwaamheid 24 van de dader met zich meebrengen, doch moet niet blijvend zijn 25 noch in het algemeen resulteren in de volledige ongeschiktheid van de dader 26. Bovendien moet de schuldonbekwaamheid ontoerekenbaar, onvoorzienbaar en onoverkomelijk zijn. Wanneer de schuldonbekwaamheid zijn oorsprong vindt in een voorafgaande fout van de dader, zoals dronkenschap, is zijn schuldonbekwaamheid aan hem toe te rekenen. Een schadelijder die met een objectief onrechtmatige gedraging van een schuldonbekwame geestesgestoorde wordt geconfronteerd, kan een aansprakelijkheidsvordering inleiden op grond van artikel 1386bis BW. In die gevallen beslist de rechter op soevereine wijze, rekening houdend met de vermogenstoestand van beide partijen in het geding en de billijkheid, over de hoegrootheid van de schadevergoeding. Omdat de uiteindelijke vergoeding het voorwerp is van de appreciatie van de rechter, blijft de schadelijder tot het einde van het geding in het ongewisse over de grootte van de schadevergoeding. 13. De schuldbekwaamheid van de dader wordt vermoed. Wie zich op zijn schuldonbekwaamheid beroept om te ontsnappen aan aansprakelijkheid, moet op grond van de algemene bewijsregels 27 het bewijs van deze onbekwaamheid leveren. Omdat het een feitenkwestie betreft, mogen alle mogelijke bewijsmiddelen aangevoerd worden. B. Verwijtbaarheid/Toerekenbaarheid 14. Na de bekwaamheidstoetsing wordt het andere subjectieve foutfacet onder de loep genomen: de verwijtbaarheid van de onrechtmatige daad aan de schadeverwekker. Deze vereiste peilt naar het bestaan van vrije wil in hoofde van de dader bij het begaan van de fout 28. Enkel bij de schending van een wettelijke regel is deze vereiste relevant. 23 L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, K. DUERINCKX, Aansprakelijkheidsrecht: een overzicht, Antwerpen, Maklu, 2012, H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) Actori incumbit probatio. Wettelijke grondslag: artikel 1315 BW en artikel 870 Ger.W. 28 H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) ; L. WYNANT, De aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. in S. STIJNS en H. VANDENBERGHE (eds.), Verbintenissenrecht. Themis vormingsonderdeel 5, Brugge, die Keure, 2001,

16 15. Wanneer de dader bij het overtreden van de wettelijk norm willens en wetens of vrij en bewust heeft gehandeld, is de onrechtmatige daad hem toe te rekenen. Het betreft een dubbele vereiste. In eerste instantie moet de dader gehandeld hebben uit vrije wil. Die wil moet hem de keuze gelaten hebben de foutieve gedraging al dan niet te stellen. Indien men zich met succes op een schulduitsluitingsgrond beroept, ontbreekt die vrije wil. Daarenboven moet de schadeverwekker bewust gehandeld hebben. Irrelevant is de kennis van de dader van het met de wet strijdige karakter van zijn handelen, wel moet hij zich bewust geweest zijn van zijn daden. Evenmin moet enige schade voorzienbaar geweest zijn, ter staving beroept het Hof van Cassatie zich op het resultaatsgebonden karakter van wettelijk regels Opnieuw betreft het een feitelijke toestand die met alle middelen van recht bewezen kan worden. C. Schulduitsluitingsgronden 17. De verweerder, die het bestaan van een schulduitsluitingsgrond in zijnen hoofde ten tijde van het stellen van de gewraakte handeling kan bewijzen, is niet schuldbekwaam. Om die reden kan hij niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Het bestaan betreft een feitenkwestie die met alle middelen van recht bewezen kan worden en door de rechter op soevereine wijze wordt beoordeeld. 18. Schulduitsluitingsgronden moeten duidelijk onderscheiden worden van rechtvaardigingsgronden 30. Waar schulduitsluitingsgronden inspelen op het subjectieve foutelement, spelen rechtvaardigingsgronden in op het objectieve foutelement. Schulduitsluitingsgronden werken ad personam, een beoordeling die rekening houdt met de persoon van de dader is daarvan het gevolg. Enkel de persoon op wie het schulduitsluitende kenmerk van toepassing is, kan zich op dat kenmerk beroepen. Rechtvaardigingsgronden daarentegen werken in rem en worden in abstracto beoordeeld. Deze gronden ontnemen de gewraakte handeling hun objectief onrechtmatig karakter 31. Eenieder die voor een gedraging aansprakelijk wordt gesteld, kan zich op het bestaan van een rechtvaardigingsgrond beroepen. Hoewel beide begrippen fundamenteel verschillen, hebben zij één belangrijke gelijkenis: ze verhinderen het bestaan van onrechtmatig gedrag. In theorie is er een duidelijk onderscheid tussen schuld- en rechtvaardigingsgronden, doch is het onderscheid in praktijk niet steeds scherp 32. Bovendien heerst er geen eensgezindheid over de inwerking van schuld- en rechtvaardigingsgronden op de foutelementen 33. Toch is het onderscheid in het kader van de aansprakelijkheid van ouders, aanstellers en onderwijzers ex artikel 1384, tweede tot vierde lid BW juridisch relevant. Deze kwalitatieve aansprakelijkheden komen in het gedrang van zodra 29 Cass. 10 april 1970, Arr.Cass. 1970, ; D. PHILIPPE, M. GOUDEN en M. BERNARD, Inédits de droit de la responsabilité civile, JLMB 2009, (1948) 1951; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad in X. (ed.), Bijzonder overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbladig, Voor een bespreking zie randnummer 31 en volgende. 31 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, ; I. CLAEYS, Fout, overmacht en rechtvaardigingsgronden. Zoveel hoofden, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2004, W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 375 ; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van rechtspraak( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) Voor een overzicht verwijs ik naar I. CLAEYS, Fout, overmacht en rechtvaardigingsgronden. Zoveel hoofden, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2004,

17 diegene waarvoor zij instaan een objectief onrechtmatige gedraging heeft begaan. Omdat het subjectieve foutelement bij de beoordeling van een objectief onrechtmatige daad niet ter zake doend is, verliezen ook de schulduitsluitingsgronden in die context hun betekenis. Rechtvaardigingsgronden daarentegen ontnemen het onrechtmatige karakter aan de gestelde gedraging, waardoor er geen sprake meer is van een objectief onrechtmatige gedraging en de kwalitatief aansprakelijken van hun vergoedingsplicht ontslaan zijn 34. Rekening houdend met de onderscheiden foutbestanddelen gaat mijn voorkeur uit naar een de strikte benadering. 19. De meeste handboeken vermelden dwaling en dwang als schulduitsluitingsgronden. Beide gronden vinden hun oorsprong in de begeleidende omstandigheden van het geval. De onoverkomelijke of onoverwinnelijke verkeerde voorstelling van zaken wordt dwaling genoemd. Dwaling kan zowel betrekking hebben op de feiten als op het objectief toepasselijke recht, ook wel rechtsdwaling genoemd. Om zich op dwaling te kunnen beroepen mag deze niet te wijten zijn aan de nalatigheid of het gebrek aan voorzorg van de schadeverwekker. Met andere woorden ook een normaal zorgvuldig persoon moet in die omstandigheden gedwaald kunnen hebben. Eens de onwetendheid is opgeklaard en de dader een correcte inschatting kan maken van alle ter zake relevante elementen, is er geen sprake meer van dwaling. Dwang schakelt de vrije wil van de dader uit of tast deze ernstig aan. Zowel fysieke als morele dwang hebben schulduitsluitende werking. Ook dwang mag niet door zijn fout veroorzaakt zijn. Bovendien moet dwang onweerstaanbaar zijn, waarmee wordt bedoeld dat de dader geen keuze had en onrechtmatig moest handelen Tijdens één van mijn begeleidingsgespreken stelde professor KRUITHOF zich luidop de vraag of schulduitsluitingsgronden in het aansprakelijkheidsrecht wel bestaan. Met andere woorden zijn er naast de gevallen van schuldonbekwaamheid, nog andere gevallen die louter het subjectieve element aantasten? Naar mijn mening legt hij de vinger op de wonde. Ter verduidelijking: een schadeverwekker is pas schuldbekwaam eens hij beschikt over moreel inzicht, feitelijk inzicht en controle over zijn handelen. Bij gebreke van één van deze drie elementen is de dader schuldonbekwaam. Kan men dwang dan niet kwalificeren als het ontbreken van controle over het eigen handelen en om die reden herleiden tot een geval van schuldonbekwaamheid? Dwaling daarentegen behoort in het licht van zijn visie tot de rechtvaardigingsgronden 36. Omdat de uitdiepping van deze problematiek ons te ver zou leiden, blijft zij voor het overige buiten beschouwing. 2: Objectief foutelement 21. In het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht gedraagt men zich onrechtmatig ofwel bij het overtreden van een rechtsnorm die een bepaald gedrag voorschrijft of verbiedt 34 I. CLAEYS, Fout, overmacht en rechtvaardigingsgronden. Zoveel hoofden, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2004, H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) ; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, Waarover in randnummer 35 meer. 16

18 (resultaatsverbintenis), ofwel bij het overtreden van de algemene zorgvuldigheidsnorm (inspanningsverbintenis) 37. Hoewel de kwalificatie als resultaats- en inspanningsverbintenis in heel wat bronnen terug te vinden is, is zij op twee punten voor kritiek vatbaar. In eerste instantie is het door de wet opgelegde of verboden gedrag niet steeds een resultaatsverbintenis. Bepaalde wettelijke regels verlangen van de onderworpene een bepaalde inspanning 38. Bovendien gaat deze kwalificatie aan een belangrijk punt voorbij, namelijk dat het de aansprakelijkheid is die resulteert in de resultaatsverbintenis tot schadeloosstelling van het slachtoffer. Maar de aansprakelijkheidsregels leggen geen inspanningsverbintenis tot zorgvuldig gedrag op. Met andere woorden zorgvuldig gedrag kan niet afgedwongen worden. Het is dus niet verboden zich onzorgvuldig te gedragen of schade aan derden te veroorzaken, alleen resulteert dergelijk gedrag in de verbintenis tot vergoeding van schade. A. Schending van een wettelijke norm 22. Bij niet-naleving van wettelijke regels die een bepaald gedrag voorschrijven of verbieden, begaat men een fout. Onder wettelijke normen worden alle regels opgelegd door de wet in materiële zin bedoeld. Gelet op de explosieve groei van regels van de onderscheiden overheden heeft deze objectief onrechtmatige gedraging aan belang gewonnen. Bovendien kan deze fout door de schadelijder vrij eenvoudig bewezen worden: immers het gedrag dat niet overeenstemt met het door de wet voorgeschreven gedrag is automatisch onrechtmatig 39. Een cumulatief zorgvuldigheidsonderzoek is niet vereist 40. B. De algemene zorgvuldigheidsnorm 23. Bij gebreke van overtreding van een wettelijke norm, kan alsnog tot het bestaan van een onrechtmatige daad besloten worden bij schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm. Omgekeerd volstaat het louter naleven van de wet niet om zorgvuldig te handelen 41. De algemene 37 E. MONTERO en B. GOFFAUX, La référence au paradigme du bon père de famille en responsabilité extracontractuelle, For.Ass. 2014, (1) 2; H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 1771; L. WYNANT, De aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. in S. STIJNS en H. VANDENBERGHE (eds.), Verbintenissenrecht. Themis vormingsonderdeel 5., Brugge, die Keure, 2001, 81-82; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en P. HAMELINK, Overzicht van rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1980, (1139) G. SCHAMPS, La violation de la loi et la prévisibilité du domage en matière aquilienne, JLMB 1994, (45) B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Doctoraatsthesis Rechten UA, 2003, H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY en H. VANDENBERGHE (eds.), Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 30, Brugge, die Keure, 2005, 49; L. WYNANT, De aansprakelijkheid inzake onrechtmatige daad: de aansprakelijkheid voor eigen daad. in S. STIJNS en H. VANDENBERGHE (eds.), Verbintenissenrecht. Themis vormingsonderdeel 5, Brugge, die Keure, 2001, 80; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 364; H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY en H. VANDENBERGHE (eds.), Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 30, Brugge, die Keure, 2005, 51; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551)

19 zorgvuldigheidsnorm veronderstelt dat men bij deelname aan het maatschappelijk verkeer de nodige zorgvuldigheid aan de dag legt en rekening houdt met andermans persoon en goederen Wie zich niet gedraagt zoals een normaal redelijk persoon geplaatst in dezelfde omstandigheden 43, overtreedt de algemene zorgvuldigheidsnorm. De normaal redelijke persoon, ook wel gekend als de bonus pater familias, is een abstracte referentiepersoon. De zorgvuldigheidsbeoordeling steunt dus op een vergelijking van het door de dader gestelde gedrag met dat van de referentiepersoon. Om te kunnen vergelijken moet de rechter zich noodzakelijkerwijs een beeld vormen van het gedrag van deze referentiepersoon, het referentiegedrag is een product van de rechters geest. Het beeld dat de rechter heeft van zorgvuldig handelen is onderhevig aan veranderingen die voornamelijk volgen uit een evoluerend maatschappelijk klimaat 44. Omdat de wet de zorgvuldigheidsnorm niet concreet invult, kan zonder wetgevend ingrijpen de zorgvuldigheidsnorm aan heersende waarden en normen aangepast worden 45. Bovendien is wat zorgvuldig is in een welbepaalde context, dat niet noodzakelijk in een andere. Ipso facto gaan deze vaststellingen gepaard met enige rechtsonzekerheid voor de schadelijder. Het verwondert dan ook niet dat voornamelijk dit type onrechtmatige daad aanleiding gaf tot talloze juridische bijdrages, artikels en een grote verscheidenheid aan rechtspraak. Deze masterproef spitst zich verder toe op deze vorm van onrechtmatigheid. 25. Het gedrag van de goede huisvader is de maatstaf van zorgvuldig gedrag in een bepaalde context. Iedere afwijking, hoe klein ook, van dit referentiegedrag is een overtreding van de norm en bijgevolg onrechtmatig. De bonus pater familias neemt de redelijkerwijs noodzakelijke voorzorgen om voorzienbare schade te vermijden 46. Wanneer een handeling mogelijks schade veroorzaakt, is schade voorzienbaar, zekerheid hoeft daarover niet te bestaan. Het betreft een redelijkerwijs en niet feitelijk voorzien van enige schade 47. Met andere woorden de dader moet noch de hoegrootheid en aard van 42 R. DE CORTE en B. DE GROOTE, Privaatrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2012, 713; H. BOCKEN en I. BOONE, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, die Keure, 2011, 100; H. VANDENBERGHE, Overzicht rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 1771, 1781, 1808 en H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) 1187; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad in X. (ed.), Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl., E. MONTERO en B. GOFFAUX, La référence au paradigme du bon père de famille en responsabilité extracontractuelle, For.Ass. 2014, (1) 3; H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY (ed.), Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 48., Brugge, die Keure, 2008, H. BOCKEN en I. BOONE, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, die Keure, 2011, 101; H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) Het ontbreken van wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen schendt een wettelijk gebod, niet de algemene zorgvuldigheidsnorm. 47 Cass. 12 november 1951, Arr.Cass. 1952, ; Cass. 5 mei 1971, JT 1971, 662; H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 1848, 1855; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 135; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) 1596, 1604; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, 18

20 de schade noch de uiteindelijke schadelijder voorzien hebben opdat het bestaan van schade voorzienbaar was 48. De cruciale vraag luidt dus: Had de referentiepersoon schade kunnen of moeten voorzien bij het stellen van de gewraakte handeling? Indien schade te voorzien was moet worden nagegaan of de dader in gebreke is gebleven de redelijkerwijs noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te nemen 49. Als ook op die vraag het antwoord affirmatief is, heeft de dader zich niet gedragen als een normaal voorzichtig persoon. Uit deze tweeledige redenering blijkt dat voorzienbaarheid een noodzakelijk maar geen voldoende criterium is. Ipso facto is schade voorzienbaar wanneer de dader opzettelijk handelde, men had immers de intentie een ander te schaden 50. Bij gebreke van voorzienbare schade, heeft de dader zich niet onzorgvuldig gedragen waardoor zijn aansprakelijkheid niet in het gedrang komt Een redelijke invulling van zorgvuldig gedrag moet worden voorgestaan. Met ander woorden de bonus pater familias vergist zich af en toe en berokkent in bepaalde omstandigheden schade aan anderen 52. Of zoals de Britten het treffend formuleerden: De goede huisvader beschikt niet over de moed van Achilles, de wijsheid van Odysseus, noch over de kracht van Hercules, kortom is geen (1115) 1181; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en P. HAEMELINK, Overzicht van rechtspraak ( ) aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 1980, (1139) H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) 1173; R.-O. DALCQ en G. SCHAMPS, Examen de jurisprudence ( ). La responsabilité délictuelle et quasi délictuelle, RCJB 1995, (525) De voorzienbaarheidsvereiste heeft enkel betrekking op de vaststelling van de fout en niet op de omvang van de schadevergoeding. Gelet op het restitutieprincipe draagt de dader alle schade die het gevolg is van zijn fout, zelfs als deze schade onvoorzienbaar was. Bijvoorbeeld een persoon slaat een derde op het hoofd en het slachtoffer overlijdt. Het overlijden van het slachtoffer is het gevolg van een voorafbestaande, maar voor de dader onbekende, lichamelijke toestand. Dat het overlijden het gevolg is van deze lichamelijke predispositie is irrelevant, de dader moest ten gevolge van zijn handelen minstens enige schade voorzien en dient alle schade van het slachtoffer te vergoeden. 49 T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 127; H. VANDENBERGHE, Recente ontwikkelingen bij de foutaansprakelijkheid in H. COUSY en H. VANDENBERGHE (eds.), Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Themis vormingsonderdeel 30, Brugge, die Keure, 2005, 51; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 367; M. DEBAENE, Dient de Bonus Pater Familias groene vingers te hebben?, T.Vred. 2003, (330) 333; G. SCHAMPS, La prévisibilité du dommage en responsabilité civile. De son incidence sur la faute et sur le rapport de causalité, RDPC 1994, (375) T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 135; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) , 1606; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, K. GEELEN en S. DE COSTER, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1987, (1255) H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 1849; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) 1186; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, 36; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, K. GEELEN en S. DE COSTER, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1987, (1255) 1294, 1312; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en P. HAMELINK, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1980, (1139)

21 superman. 53. Evenmin verbiedt de zorgvuldigheidsnorm het beoefenen van zogenaamde gevaarlijke activiteiten, zoals valschermspringen of bungeejumpen. Wel wordt verwacht dat men zich bij de uitoefening ervan gedraagt als een normaal redelijk persoon Bij deze op vergelijking gebaseerde beoordeling onderstreept iedere basiscursus aansprakelijkheidsrecht twee belangrijke principes. In eerste instantie moet het gedrag van de referentiepersoon vastgesteld worden rekening houdend met de concrete externe omstandigheden waarin de schadeveroorzaker zich bevond. Bovendien moet de fout in abstracto getoetst worden. Dat houdt in dat de persoonlijke kenmerken en hoedanigheden van de schadeveroorzaker bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van het gedrag niet in aanmerking genomen worden. Op beide principes wordt in de volgende paragrafen dieper ingegaan. 28. Door het gedrag van de referentiepersoon te kaderen in de concrete externe omstandigheden van het schadegeval, hoedt de rechter zich voor een zogenaamde a posteriori foutbeoordeling. Wanneer rekening wordt gehouden met elementen die de verweerder bij het stellen van het onzorgvuldig gedrag niet bekend waren en ook niet moesten zijn, is er sprake van een a posteriori beoordeling. Het is al te makkelijk eens de schade berokkend is, verwijtend met de vinger te wijzen. Immers nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan, kan men eenvoudig de tot schade leidende gedraging identificeren, betogen hoe de schade voorkomen kon worden en de gestelde gedraging als onzorgvuldig te bestempelen 55. Vanuit economisch oogpunt bepalen deze externe omstandigheden het nut van de gestelde gedraging. Dat nut bepaalt op zijn beurt de mate van voorzorg en de daaraan verbonden kosten. Op grond van deze parameters kan de rechter beslissen of de genomen voorzorgsmaatregelen adequaat waren en volstonden. 29. Onder het begrip externe omstandigheden verstaat men tijdstip, plaats, klimaat, atmosferische toestand, Het gedrag kaderen in de concrete externe omstandigheden leidt tot de zogenaamde gelaagdheid van het foutbegrip en concretiseert het zorgvuldigheidsbegrip tot op 53 Vertaling uit: T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 127; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUCKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) 1607; T. VANSWEEVELT, De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de geneesheer en het ziekenhuis, Antwerpen, Maklu, 1997, 136. Oorspronkelijk boutade uit WINFIELD, JOLOWICZ en ROGERS, On tort, Londen, Sweet & Maxwell, 1984, H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) 1625; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 128; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Doctoraatsthesis Rechten UA, 2003,

22 welbepaalde hoogte 57. Een voorbeeld ter verduidelijking. De vrederechter van Waremme 58 stelde verweerder aansprakelijk voor de dood van enkele koeien door het eten van pas gemaaid gras. Gelet op de rurale omgeving wist zij of moest zij alleszins weten dat pas gemaaid gras voor runderen toxisch is. Zij had voorzorgsmaatregelen moeten treffen opdat de in het naburige weilanden grazende runderen zich hier niet te goed aan konden doen. Dezelfde feiten speelden zich af in een minder rurale omgeving, verweerders gedrag werd niet onzorgvuldig beschouwd 59. De impact van externe omstandigheden op de door de persoon in acht te nemen zorgvuldigheid is enorm. Wat in een bepaalde omstandigheden onzorgvuldig is, is dat niet noodzakelijk in ander 60. Volgens VANSWEEVELT EN WEYTS streeft deze benaderingswijze een gelijke beoordeling na van gelijke/identieke schadegevallen 61. Deze vaststelling gaat voorbij aan de kern van het gelijkheidsbeginsel. Want de strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel wordt aan de hand van drie parameters bepaald: (i) dient de ongelijke behandeling een rechtmatig doel, (ii) is het criterium van onderscheid pertinent en (iii) staat de ongelijke behandeling in verhouding tot het te realiseren doel. Een verschil in beoordeling resulteert dus niet steeds in een ongelijke behandeling. 30. Bovendien berust de foutbeoordeling op een abstracte toetsing die geen rekening houdt met de persoonlijkheid van de dader noch met interne kenmerken zoals leeftijd, intelligentie, geslacht, onervarenheid 62 Deze kenmerken toch bij de foutbeoordeling betrekken, leidt volgens bepaalde auteurs tot een ongelijke behandeling van soortgelijke of identieke situaties 63. Zonder onderzoek naar het doel van de buitencontractuele aansprakelijkheid kan deze vaststelling niet onderbouwd worden. Vanuit economisch oogpunt beoogt aansprakelijkheid efficiëntie te bevorderen. In dat opzicht bepalen 57 B. WEYTS, Wordt de algemene zorgvuldigheidsnorm steeds subjectiever?, TBBR 2005, (112) 113, noot onder Cass. 5 juni 2003; B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Doctoraatsthesis Rechten UA, 2003, 11; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551) 1635; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 1995, (1115) 1186, Vred. Waremme 15 maart 2001, T.Vred. 2003, , noot M. DEBAENE, Dient de Bonus Pater Familias groene vingers te hebben?. 59 Gent 17 februari 1987, T.Agr.R. 1987, 139; Rb. Marche-en-Famme 12 november 1987, RGAR 1990, H. BOCKEN en I. BOONE, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht: buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, die Keure, 2011, 101; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, E. MONTERO en B. GOFFAUX, La référence au paradigme du bon père de famille en responsabilité extracontractuelle, For.Ass. 2014, (1) 3; H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) 1861; X. DANDOY, Appréciation in abstracto de la faute civile extracontractuelle, Ann.droit Louvain 2007, ; I. CLAEYS, Fout, overmacht en rechtvaardigingsgronden. Zoveel hoofden, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2004, 7; B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Doctoraatsthesis Rechten UA, 2003, 10; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, 35; R. VANDEPUTTE, Het aquiliaans foutbegrip, Antwerpen, Maarten Kluwer, 1983, H. VANDENBERGHE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2010, (1749) ; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van de rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., TPR 2000, (1551)

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM?

IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM? Een analyse van de Belgische rechtspraak: de goede huisvader versus Learned Hand Masterproef

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL

AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL IS HET VERANTWOORD OM IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 1386BIS BW TE BEPERKEN TOT EEN CONTROLEVERLIES

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Heeft België nood aan een wijziging van art. 1385 BW? Een rechtsvergelijkend onderzoek met Duitsland, Frankrijk en Nederland

Nadere informatie

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd?

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Masterproef van de

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Verzekeringen

Aansprakelijkheid Verzekeringen Aansprakelijkheid Verzekeringen Vlaamse Stichting Verkeerskunde Verkeer op School 4 en 8 oktober 2012 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Vlaamse Stichting Verkeerskunde 28/05/2013 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout 13 1. Cass., 15 mei 1941 (het steenbakkersarrest)

Nadere informatie

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit Limburg is een

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

Zorginspectie en aansprakelijkheid

Zorginspectie en aansprakelijkheid Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid INSTITUUT VOOR SOCIAAL RECHT Zorginspectie en aansprakelijkheid Onderzoeker Ruth D haese Promotor Prof. dr. Johan Put Rapport van een onderzoek

Nadere informatie

De burgerlijke vordering inzake bestuurdersaansprakelijkheid, ingesteld voor de burgerlijke rechter 1333

De burgerlijke vordering inzake bestuurdersaansprakelijkheid, ingesteld voor de burgerlijke rechter 1333 296 HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID door een bestuurder, tot een uitsluiting of verzachting van diens aansprakelijkheid leiden 1331 (infra, nrs. 541 e.v.). Bij de beoordeling van de bestuurdersaansprakelijkheid

Nadere informatie

Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht

Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Tolpe Alexander (studentennr.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN

DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN VERZEKERINGSCONTEXT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Paulien Walraet

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 FEITELIJKE VERSUS JURIDISCHE CAUSALITEIT: VOLGT DE BELGISCHE RECHTSPRAAK WERKELIJK DE EQUIVALENTIELEER? Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen,

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen, Mevrouw K. Feyen karen.feyen@gmail.com Datum: 18 mei 2012 Betreft: Advies met betrekking tot de professionele aansprakelijkheid van de ziekenhuisfysici Ons kenmerk: Belgische Vereniging voor Ziekenhuisfysici

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 APRIL 2015 P.14.1623.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1623.N L M R V, inverdenkinggestelde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Medische aansprakelijkheid en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor medische beroepen.

Medische aansprakelijkheid en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor medische beroepen. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Medische aansprakelijkheid en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor medische beroepen. Masterproef van de opleiding Master in

Nadere informatie

Zich vergissen in het contractenrecht

Zich vergissen in het contractenrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN. Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN. Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc Extra-contractuele Diverse benamingen Artikels burgerlijk wetboek 1382 tot 1386 bis Waarborgen BA gebouw Verhaal van derden Extra contractuele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de CB-arts

De aansprakelijkheid van de CB-arts De aansprakelijkheid van de CB-arts Raf Van Goethem Advocaat Dewallens & partners Overzicht 1. Algemene inleiding 2. Bevoegdheden van verpleegkundigen tot toedienen van vaccins 3. De aansprakelijkheid

Nadere informatie

MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING

MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING Faculteit rechtsgeleerdheid Academiejaar 2010-2011 MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING Masterproef van de opleiding Master in de Rechten AERSSENS ELINE 00601978 Major Burgerlijk Recht Promotor: Prof.

Nadere informatie

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Kelly Rubrecht

Nadere informatie

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid.

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Deel I : Juridisch luik: de figuur van aansprakelijkheid en schuldig verzuim in de hulpverlening

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

DE VERGOEDING VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEIDSZORGEN

DE VERGOEDING VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEIDSZORGEN Academiejaar 2008-09 DE VERGOEDING VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEIDSZORGEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Judith Demeyer 20040472 Major Burgerlijk recht en Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 NOVEMBER 2012 P.12.0499.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0499.N I. V., burgerlijke partij, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

$DQVSUDNHOLMNKHLGYRRUGLHUHQ (HQMXULGLVFKH]RHNWRFKWGLHRQVOHLGWYDQHHQ RUGLQDLUHKRQGHQEHHWWRWGH]LHNHQKXLVEDFWHULH

$DQVSUDNHOLMNKHLGYRRUGLHUHQ (HQMXULGLVFKH]RHNWRFKWGLHRQVOHLGWYDQHHQ RUGLQDLUHKRQGHQEHHWWRWGH]LHNHQKXLVEDFWHULH $DQVSUDNHOLMNKHLGYRRUGLHUHQ (HQMXULGLVFKH]RHNWRFKWGLHRQVOHLGWYDQHHQ RUGLQDLUHKRQGHQEHHWWRWGH]LHNHQKXLVEDFWHULH /LHQ%HFNHUV Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. D. Simoens 9225:225' Mijn seminariepaper

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht

Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht 2de bach Rechten Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht Prof. T. Van Sweevelt Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R16 7.7 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen.

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen. Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0617.N I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen. III. BESLISSING

Nadere informatie

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS?

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? I. Inleiding 1. Het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 21 november

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 SEPTEMBER 2013 C.12.0303.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0303.F V. P., Me Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. R. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Uw rechten en plichten als 18-jarige

Uw rechten en plichten als 18-jarige Uw rechten en plichten als 18-jarige Hoofdstuk 5 Een 18 de verjaardag is vaak een mijlpaal waarop men zelfstandiger en onafhankelijker wordt, maar het is ook het moment van wettelijke meerderjarigheid.

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De moderne contouren van het leerstuk van het verlies van een kans na het Prizrak arrest Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De

Nadere informatie

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis Basis BA 1 De verschillende soorten aansprakelijkheid onderscheiden (morele, burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid) en bepalen

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de arts voor medische fouten DEWALLENS & PARTNERS

De aansprakelijkheid van de arts voor medische fouten DEWALLENS & PARTNERS De aansprakelijkheid van de arts voor medische fouten Ongeval wiens schuld? morele verantwoordelijkheid = geweten aansprakelijkheid = juridische verantwoordelijkheid Wie is aansprakelijk? tuchtcollege

Nadere informatie

DE MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING

DE MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 DE MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Delphine Folens 00706025 Promotor: Prof.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JUNI 2009 C.08.0546.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0546.N 1. V.R., en 2. V.A., eisers, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 12 oktober 2017 Recente ontwikkelingen omtrent de meldingsplicht van financiële instellingen De begrippen «vermoeden» en «goede trouw»

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2014 S.13.0113.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0113.F VIVIUM nv, Mr. van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. S. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Kanaal- en schoorsteenarrest

Kanaal- en schoorsteenarrest Kanaal- en schoorsteenarrest 1. INSTRUCTIES... 2 2. SCHOORSTEENARREST... 2 A. FEITEN... 2 B. FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN... 2 D. OORDEEL CASSATIE... 2 3. KANAALARREST... 3 A. FEITEN... 3 B. FEITENRECHTER...

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid

Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Sociaal overleg in KMO s: een te zware last voor de werkgever of nodige bescherming voor de werknemer?

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 DECEMBER 2015 F.14.0020.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0020.N UVEDA nv, met zetel te 2140 Antwerpen (Borgerhout), Eliaertsstraat 25, eiseres, met als raadsman mr. Dirk Coudijzer, advocaat

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Aansprakelijkheid buiten overeenkomst Bijzondere aansprakelijkheid - Allerlei. - Handelsagent. - Civielrechtelijke aansprakelijkheid. - Voorwaarden. - Art. 1384, derde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2014 C.12.0605.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0605.N AXA BELGIUM nv, met zetel te 1170 Watermaal-Bosvoorde, Vorstlaan 25, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michèle Grégoire,

Nadere informatie

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN Brokers Training Devlamynck Luc 1 Extra-contractuele Diverse benamingen Artikels burgerlijk wetboek 1382 tot 1386 bis Waarborgen BA gebouw Verhaal van derden 2 Extra contractuele

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW Vermoede fout of toegewezen risico? Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

Centrum Duurzaam Gebouwbeheer

Centrum Duurzaam Gebouwbeheer Even voorstellen CeDuBo: promotie duurzaam bouwen sinds 2001 CDG : Centrum duurzaam gebouwbeheer Nieuw initiatief, gelanceerd 2015 Ondersteuning gebouwbeheerders www.gebouwbeheerder.be Centrum Duurzaam

Nadere informatie

Overdracht van medische gegevens door een behandelend arts aan de voorlopige bewindvoerder van een patiënt

Overdracht van medische gegevens door een behandelend arts aan de voorlopige bewindvoerder van een patiënt Overdracht van medische gegevens door een behandelend arts aan de voorlopige bewindvoerder van een patiënt Doc: a117016 Tijdschrift: 117 p. 11 Datum: 14/07/2007 Origine: NR Thema's: Arts (Behandelend-)

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders

De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Vennootschapsbestuurders

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT Aantal woorden: 38. 973 Maarten Christiaens Studentennummer: 0130508 Promotor(en): Prof. dr. Marc Kruithof Commissaris:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 juni 2003 C.01.0252.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.01.0252.F.- 1. P. T 2. S.A. 3. LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN, Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2011 F.10.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0061.F MEUBELEN ASTRID, nv, Mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie van Kortrijk tegen GEMEENTE BOUSSU, Mr. Dominique Lambot, advocaat

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK AANSPRAKELIJKHEID UIT ONRECHTMATIGE DAAD 1985-1993

OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK AANSPRAKELIJKHEID UIT ONRECHTMATIGE DAAD 1985-1993 -L-~------- -- -- -- _.:_1 --~-----=-- OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK AANSPRAKELIJKHEID UIT ONRECHTMATIGE DAAD 1985-1993 door Prof. Hugo VANDENBERGHE Faculteit Rechtsgeleerdheid K.U.Leuven Prof. Marc VAN QUICKENBORNE

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk?

Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk? Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk? Dr. Tom Thomas Verzekeringsgeneeskunde en Medische expertise 2 maart 2011 Inhoud Medische aansprakelijkheid Soorten Constitutieve elementen Medisch ongeval

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2007 C.06.0457.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0457.F 1. GARAGE HERBOSCH-LA LOUVIERE, naamloze vennootschap, 2. HERBOSCH SAINT-GHISLAIN TOURNAI, naamloze vennootschap, Mr. Philippe

Nadere informatie