DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN VERZEKERINGSCONTEXT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Paulien Walraet (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. Kristiaan Bernauw Commissaris: Jean Rogge

2

3 Inhoud I. INLEIDING... 1 A. SITUERING... 1 B. ONDERZOEKSVRAAG... 2 C. PLAN... 3 II. HET BEGRIP AANSPRAKELIJKHEID... 5 A. INLEIDING... 5 B. FOUT Het objectief element Het subjectief element... 9 C. SCHADE D. CAUSAAL VERBAND E. CONCLUSIE III. DE OPZETTELIJKE FOUT A. HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT Historiek Evolutie in de invulling door het Hof van Cassatie Vergelijking met het strafrecht Lucratieve fouten Fraus omnia corrumpit Opzet en samenloop van aansprakelijkheid...25 B. HET VERZEKERINGSRECHT Inleiding De precontractuele fase Opzettelijk veroorzaken schadegeval Opzettelijk niet aangeven van vermindering of verzwaring van het risico Opzettelijke niet-naleving van de meldingsplicht en de schadebeperkingsplicht Conclusie...39 IV. DE ZWARE FOUT A. SITUERING B. AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT Buitencontractueel Contractueel Conclusie...46 C. VERZEKERINGSRECHT De precontractuele fase Veroorzaken schadegeval Niet aangeven van vermindering of verzwaring van het risico Niet-naleving van de meldingsplicht en de schadebeperkingsplicht Conclusie...58 V. DE BEWIJSPROBLEMATIEK A. SITUERING B. UITSLUITING VERSUS VERVAL Uitsluiting Verval van recht Opzet...62

4 4. Zware fout...65 C. CAUSAAL VERBAND D. BEWIJSMIDDELEN E. CONCLUSIE VI. OPZET EN ZWARE FOUT IN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF A. INLEIDING B. NEDERLAND Opzet Grove fout Conclusie...71 C. FRANKRIJK Opzet Grove fout Conclusie...73 D. DUITSLAND Opzet Grove fout Conclusie...74 E. PRINCIPLES OF EUROPEAN CONTRACT INSURANCE LAW Opzet Grove fout Conclusie...76 F. CONCLUSIE Opzet Grove fout...76 VII. BIJZONDER DEEL A. SITUERING B. PERSOONSVERZEKERINGEN Levensverzekering...78 C. SCHADEVERZEKERINGEN Zaakverzekering Aansprakelijkheidsverzekering...83 D. RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING E. CONCLUSIE VIII.CONCLUSIE IX. BIBLIOGRAFIE A. WETGEVING B. RECHTSPRAAK C. RECHTSLEER

5 I. INLEIDING A. Situering 1. HET RISICO In het dagelijks leven worden personen constant blootgesteld aan onverwachte gebeurtenissen, die een risico op schade met zich meebrengen. Deze schade kan vooreerst een individu persoonlijk treffen; denk aan ziekten, ongevallen en overlijden. Ten tweede kunnen deze gebeurtenissen schade toebrengen aan de goederen van een persoon, wanneer bijvoorbeeld ingebroken wordt in diens voertuig, of zijn woonst afbrandt. Tenslotte kan een persoon ook in zijn vermogen geraakt worden, wanneer de verwezenlijking van een risico ervoor zorgt dat hij onvoorziene kosten moet dragen, die zijn activa aantasten of nog zijn passiva vergroten. Dit verschijnsel wordt omschreven als de zgn. risicoleer Voor deze problematiek hoopt de techniek van de verzekering een oplossing te bieden via het principe van solidariteit. Een verzekering kan algemeen omschreven worden als de omslag van de gevolgen van het toeval op het vermogen van de mens door de onderlinge hulp, ingericht volgens de wetten van de statistiek. 2 Hiervoor steunt ze op het principe van de mutualiteit, dit wil zeggen op de vereniging van een bepaald aantal personen die onderworpen zijn aan hetzelfde risico. Wanneer zich een schadegeval voordoet, wordt de last hiervan gespreid over de leden van de groep. Immers, indien een risico zich realiseert, kunnen de financiële gevolgen voor een individu aanzienlijk zijn. Wanneer deze in geld waardeerbare risico s van personen worden gemutualiseerd in een groep, worden deze gevolgen echter gespreid over de leden, waardoor de schadelast per persoon aanzienlijk verkleint Om dit systeem te doen slagen, is vereist dat de risico s op een nauwkeurige wijze geselecteerd en ingedeeld worden. De meerderheid van de risico s mag zich niet verwezenlijken, opdat het budget toelaat diegene die zich wel realiseren, te vergoeden. Dit kan gegarandeerd worden door de groepen die de risico s verenigen zo groot mogelijk te maken. Op die manier wordt de schadelast immers maximaal gespreid. Anderzijds dienen de risico s echter zorgvuldig geselecteerd te worden. Van de verzekeraar kan niet verwacht worden dat hij elke vorm van schade dekt. 4 Zoals later 1 M. FONTAINE, Risico en verzekering in Verzekeringsrecht, Brussel, Intersentia, 2011, (27) 27, nr.1. 2 M. FONTAINE, De techniek van de verzekeringen in Verzekeringsrecht, Brussel, Intersentia, 2011, (31) 33, nr Ibid., nr Ibid. 1

6 besproken zal worden, zorgt onder andere een opzettelijke veroorzaakt schadegeval dat deze risicoleer op wankele pootjes komt te staan DE VERZEKERING - Een verzekeringsovereenkomst kan omschreven worden als een overeenkomst, waarbij een partij, de verzekeraar, zich er tegen betaling van een vaste of veranderlijke premie tegenover een andere partij, de verzekeringnemer, toe verbindt een in de overeenkomst bepaalde prestatie te leveren in het geval zich een onzekere gebeurtenis voordoet waarbij, naargelang van het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat die zich niet voordoet. 6 Deze wettelijk verankerde definitie bevestigt de aanwezigheid van een onzekere gebeurtenis als voorwaarde om van een verzekering te kunnen spreken. B. Onderzoeksvraag 5. In deze scriptie wil ik het probleem aankaarten van het vage onderscheid tussen de begrippen opzet en zware fout. Doordat deze anders worden ingevuld in verschillende rechtstakken en -stelsels, is er vaak onduidelijkheid voor de rechtsonderhorige over deze grijze zone. Deze heeft echter net voordeel aan een duidelijk onderscheid, daar dit voor hem belangrijke gevolgen heeft. Indien immers door een rechter wordt geoordeeld dat het feit dat hij gepleegd heeft opzettelijk is, wordt door de verzekeraar niet uitbetaald. 7 Indien daarentegen wordt beslist dat de begane fout een zware fout is, is uitbetaling de regel en kan de verzekeraar zich enkel exonereren ingeval van een vooraf bestaand beding. 8 Aangezien beide begrippen slechts door een dunne lijn van elkaar worden onderscheiden, heerst er grote rechtsonzekerheid. Ik hoop dan ook aan te kunnen tonen welke criteria van belang zijn om het verschil tussen beide te bepalen. 5 Infra 14-29, nrs Art. 5,14 wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014, BS 30 april 2014 (hierna: W.Verz.). Voor deze scriptie is vooral het element van de onzekere gebeurtenis van belang. 7 Art. 62, lid 1 W.Verz. 8 Art. 62, lid 2 W.Verz. 2

7 C. Plan 6. Alvorens de begrippen opzet en zware fout concreet kunnen worden ingevuld, is het noodzakelijk de basisprincipes van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht opnieuw te bekijken. Daarom zal eerst kort worden ingegaan op de voorwaarden die in ons rechtssysteem gelden om aansprakelijk te worden gesteld. Hierbij spelen drie cruciale elementen: fout, schade en causaal verband. 7. Het volgende hoofdstuk behandelt het begrip opzet. Eerst wordt bekeken wat de voorwaarden zijn om van een opzettelijke fout te spreken in het aansprakelijkheidsrecht. Hier speelt ook het adagium fraus omnia corrumpit. Vervolgens wordt onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn op verzekeringsrechtelijk vlak, in de verschillende stadia van de verzekeringsovereenkomst. 8. In het volgende hoofdstuk wordt bekeken wat de voorwaarden zijn om van een zware fout te spreken. Alweer wordt eerst het aansprakelijkheidsrecht bekeken, waarna de gevolgen op verzekeringsrechtelijk vlak worden behandeld. 9. Na een algemene invulling van beide begrippen, wordt de bewijsproblematiek behandeld. De vraag op wie de bewijslast rust, hangt samen met de vraag of de weigering van dekking als een uitsluiting, dan wel als verval kan worden beschouwd. 10. In de volgende sectie wordt onderzocht hoe onze buurlanden beide begrippen invullen, en of er een verschil bestaat met de Belgische benadering. Naast een bespreking van het Nederlandse, Franse en Duitse systeem, wordt ook kort ingegaan op de Principles of European Contract Insurance Law. 11. Na deze algemene benadering van de begrippen opzet en zware fout, wordt tenslotte voor een aantal vormen van verzekering apart onderzocht of er bijzondere regels gelden. Dit is het geval bij de levensverzekering, waar vooral de problematiek van zelfmoord een belangrijke rol speelt. Ook voor de brandverzekering moeten een aantal opmerkingen worden gemaakt. In het kader van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering verdienen zowel de WAM-verzekering als de arbeidsongevallenverzekering aandacht. Tenslotte wordt kort ingegaan op de rechtsbijstandsverzekering. 12. Merk tenslotte op dat deze scriptie zich enkel focust op een opzettelijke of zware fout in hoofde van de verzekeringnemer, verzekerde of begunstigde. Er wordt dus niet ingegaan op welke stappen ondernomen kunnen worden indien de verzekeraar als 3

8 contractspartij bedrieglijk handelt. In dit kader kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het Controlereglement op de Verzekeringsondernemingen 9, of nog het belang van de Wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming Koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, BS 11 april Voor een uitgebreide bespreking, zie L. SCHUERMANS, C. VAN SCHOUBROECK, Marktpraktijken en consumentenbescherming in de verzekeringssector in Grondslagen van het Belgische verzekeringsrecht, 3 e editie, Intersentia, 2015,

9 II. HET BEGRIP AANSPRAKELIJKHEID A. Inleiding 13. Vooreerst dienen we de basisprincipes van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht opnieuw te bekijken. Dan pas wordt het immers mogelijk om specifieke vormen van fouten te definiëren. Algemeen gesteld omvat aansprakelijkheid drie grote componenten: een toerekenbare fout, schade, en een causaal verband tussen beiden. In de volgende secties worden elk van deze elementen afzonderlijk behandeld. B. Fout 14. ALGEMEEN - Om aansprakelijk te worden gesteld, dient het bewijs geleverd te worden van een toerekenbare 11 schending van een specifieke wetsbepaling of van de algemene zorgvuldigheidsnorm. 12 Uit deze omschrijving kunnen twee voorwaarden worden onderscheiden. Enerzijds is er het zgn. objectief element, dat een schending van een welbepaalde norm (inclusief de zorgvuldigheidsnorm) vereist. Anderzijds is er het subjectieve criterium, dat bepaalt dat deze schending ook moet kunnen worden verweten aan de dader. 1. Het objectief element a) Situering 15. DE CULPA LEVISSIMA Wanneer een persoon schade berokkent aan een ander, is in ons rechtssysteem de aard van diens fout in principe irrelevant. De culpa levissima of lichtste fout is m.a.w. voldoende om aansprakelijk te worden gesteld. 13 Elke daad die afwijkt van hetgeen een normaal, zorgvuldig persoon zou doen, maakt een fout uit. 14 Dit principe wordt dan ook bevestigd in art BW, dat luidt: Elke daad van de mens, 11 Infra, 10-11, nrs B. WEYTS, Opzet in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht: the story continues in Y. LEMENSE, H. VUYE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, (265) 266, nr Ibid., 265, nr T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) , nr Merk hierbij de kritiek geuit door H. VANDENBERGHE op: hij beargumenteerde, zich baserend op rechtspraak dat niet de lichtste, maar slechts de lichte fout tot aansprakelijkheid leidt. L. CORNELIS gaf hiervoor de terechte reden aan dat de lichtste fout in bepaalde omstandigheden ook zou kunnen begaan zijn door een normaal zorgvuldig persoon. Hierdoor is er geen afwijking van de zorgvuldigheidsnorm, en dus simpelweg geen fout. 5

10 waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden. Door gebruik van het woord elke kan worden geconcludeerd dat zowel de kleinste (culpa levissima) als een zwaarwichtige fout (culpa lata) onder het toepassingsgebied van dit artikel valt. In principe kan en mag de feitenrechter dus geen rekening houden met de zwaarte van de fout BEMERKINGEN - Hoewel de aard van de fout in principe irrelevant is, merken we in bepaalde gevallen toch een verschil in foutgradaties, zowel in het contractueel als in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. In het contractueel aansprakelijkheidsrecht kan art BW als voorbeeld worden aangehaald. Dit artikel bepaalt dat de schuldenaar slechts gehouden is tot vergoeding van de schade die was voorzien of die men heeft kunnen voorzien ten tijde van het aangaan van het contract, wanneer het niet uitvoeren van de verbintenis niet door zijn opzet is veroorzaakt. In dit geval wordt de omvang van de schadevergoeding duidelijk afhankelijk gesteld van de gradatie van de fout. 16 Op buitencontractueel vlak merken we dat de artikelen omtrent aansprakelijkheid zijn samengebracht in een hoofdstuk getiteld Misdrijven en oneigenlijke misdrijven. 17 Het Burgerlijk Wetboek besteedt zelf verder geen aandacht aan deze onderverdeling, aangezien de aard van de fout in principe irrelevant is. Het onderscheid tussen eigenlijke en oneigenlijke misdrijven is gestoeld op een subjectief criterium: de vraag moet gesteld worden of de schadeverwekker al dan niet de intentie had om schade te berokkenen. Een eigenlijk misdrijf, dat deze intentie vertoont, kan zo gelijkgeschakeld worden met een opzettelijke fout. 18 b) Overtreding wetsbepaling 17. Een eerste mogelijke vorm van foutief gedrag bestaat erin dat een persoon een specifieke norm overtreedt. Gezien het adagium nemo censetur ignorare legem, is het logisch dat zo n overtreding een afwijking is van wat een normaal zorgvuldig persoon zou doen, namelijk de wet naleven. Dit principe werd dan ook bevestigd in een Cassatiearrest van 3 oktober 1994: De materiële overtreding van een wets- of verordeningsbepaling maakt op zichzelf een fout uit die leidt tot strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de dader, mits die overtreding wetens en willens is 15 J. VELAERS, Het begrip ZWARE FOUT in het aansprakelijkheidsrecht en in het verzekeringsrecht, Jura Falc , (61) 65: In de praktijk blijkt echter dat de rechter hier in bepaalde gevallen wel degelijk rekening mee houdt. Dit zou kunnen worden verantwoord door de morele noodzaak om de schadeloosstelling aan de schuld te koppelen. 16 Ibid., 260, nr Art BW. 18 T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) 260, nr

11 begaan. 19 Dit arrest heeft voor discussie in de rechtsleer gezorgd. Door gebruik van de woorden wetens en willens wordt immers afbreuk gedaan aan het principe van de overtreding van een wetsbepaling op zich als fout. Het Hof laat hier volgens bepaalde rechtsgeleerden, waaronder CORNELIS, uitschijnen dat de aansprakelijkheid bovendien aan de voorwaarde van voorspelbaarheid moet voldoen. 20 Andere rechtsgeleerden interpreteren het arrest wat minder verregaand en menen dat het Hof met deze woorden enkel doelt op de toerekenbaarheid van de overtreding. Om aan aansprakelijkheid te ontsnappen dient de schadeverwekker aan te tonen dat zijn gedrag het gevolg is van omstandigheden buiten zijn wil. Dit kan door zich bijvoorbeeld te beroepen op een verschoonbare dwaling. Bij de overtreding van een wetsbepaling wordt een fout in hoofde van de schadeverwekker immers vermoed. De bewijslast ligt dan ook bij hem. 21 c) Overtreding zorgvuldigheidsnorm 18. ALGEMEEN - Het feit dat iemand de wet naleeft, betekent nog niet dat hij zich sowieso gedraagt als een zorgvuldig persoon. Zijn gedrag moet immers ook vergeleken worden met dat van de zogenaamde goede huisvader. Dit principe, dat we kunnen vinden in art BW, laat de rechter toe een bepaalde gedraging af te keuren, indien hij meent dat dezelfde handelingen niet zouden begaan zijn door een normaal, zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden. Een goede burger gedraagt zich immers ook voorzichtig en fatsoenlijk buiten de verplichtingen om die de wet hem oplegt. Merk op dat dit begrip zeer vaag geformuleerd is. Wat precies een normaal en zorgvuldig persoon doet of niet doet, moet immers door de rechter in elke zaak afzonderlijk worden beoordeeld. Dit terwijl bij een specifieke wetsbepaling een overtreding meestal duidelijk is BEOORDELING IN CONCRETO OF IN ABSTRACTO? De vraag kan hierbij gesteld worden of een rechter dient over te gaan tot een beoordeling in concreto, dan wel een abstracte toetsing aan het criterium van de goede huisvader. Bij een beoordeling in concreto dient te rechter in elk geval afzonderlijk de persoonlijkheid van de dader als uitgangspunt te 19 Cass. 3 oktober 1994, Arr.Cass. 1994, M. DEBAENE, P. DEBAENE, De aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad in X., Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, OBO , afl. 62, (1) 20-21, nr T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Het buitencontractueel foutbegrip in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (123) 137, nr H. VANDENBERGHE, De inbreuk op de zorgvuldigheidsnorm in M. VAN QUICKENBORNE, H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak. Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2010, afl. 4, (1847) , nr

12 gebruiken. Aangezien dit hem met een al te moeilijke taak zou belasten, wordt gekozen voor de tweede beoordelingswijze. Bij een beoordeling in abstracto wordt het gedrag van de schadeverwekkende persoon getoetst aan dat van een fictief persoon, de zgn. goede huisvader. Dit is een normaal, zorgvuldig 23 en vooruitziend 24 persoon Deze benadering in abstracto mag echter niet te strikt geïnterpreteerd worden. Het foutbegrip dient immers wel geconcretiseerd te worden aan de hand van allerhande feitelijke omstandigheden. Zo niet, zou de rechter zich schuldig kunnen maken aan een a posteriori beoordeling. Aangezien het schadegeval voorafgaat aan de beoordeling ervan, zou het vrij eenvoudig zijn om te bepalen hoe de schade zich heeft gerealiseerd, en wat de schadeverwekker had kunnen doen om deze te vermijden. Dergelijke beoordeling strookt echter niet met de bedoeling van de algemene zorgvuldigheidsnorm. Daarom dient de feitenrechter de schadeverwekker gelijk te stellen met de goede huisvader die zich in dezelfde feitelijke omstandigheden bevindt. Merk op dat hierbij enkel rekening gehouden mag worden met externe omstandigheden: denk aan plaats, tijdstip van het schadegeval. Interne kenmerken moeten hierbij buiten beschouwing worden gelaten, om te vermijden dat de beoordeling zou uitdraaien op een in concreto beoordeling. 26 Er wordt over het algemeen echter wel aanvaard dat rekening wordt gehouden met de beroepsbekwaamheid van de persoon in kwestie. Dit criterium wordt immers niet als een intern kenmerk beschouwd, maar eerder als een voorwaarde om een bepaalde activiteit te mogen uitoefenen. Professionele vaardigheden groeien door deze objectivering uit tot externe kenmerken De praktijk wijst echter uit dat steeds vaker subjectieve factoren in rekening worden gebracht bij de zorgvuldigheidstoetsing. Zo wordt er door bepaalde feitenrechters rekening gehouden met de leeftijd van de schadeverwekker, hoewel het Hof van Cassatie reeds uitdrukkelijk oordeelde dat dit niet is toegestaan. 28 Ook is er tal van rechtspraak waarin de fysieke toestand van de schadeverwekker in rekening wordt gebracht, hoewel dit strikt gezien om een intern kenmerk gaat en dus niet is toegelaten. 23 T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Het buitencontractueel foutbegrip in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (123) 127, nr Dit betekent dat men probeert de nadelige gevolgen van zijn gedrag te voorkomen. 24 Ibid. Deze vereiste houdt in dat men zich de nadelige gevolgen van zijn handelen of nalaten probeert in te beelden. 25 Ibid. 26 Voor concrete voorbeelden uit de rechtspraak, zie T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Het buitencontractueel foutbegrip in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (123) , nr Ibid., , nr. 178; Ibid , nr Cass. 24 oktober 1974, R.W , 1185, noot. 8

13 De redenering voor het in rekening brengen van deze interne kenmerken is de volgende: indien de feitenrechter hier geen rekening mee zou houden, zou hij zich zelf schuldig maken aan onzorgvuldig gedrag. Zo zou het volgens bepaalde rechtspraak en rechtsleer oneerlijk zijn een persoon die lijdt aan een lichamelijke tekortkoming op dezelfde manier te behandelen als een persoon die deze tekortkoming niet heeft. Van eerstgenoemde kan immers niet hetzelfde zorgvuldig gedrag worden verwacht. 29 Sinds haar arrest van 5 juni 2003 werd duidelijk dat ook het Hof van Cassatie de toetsing aan subjectieve criteria, zoals de leeftijd en ervaring van de schadeverwekker, lijkt te accepteren. 30 We kunnen hieruit besluiten dat, hoewel dit strikt genomen niet toegelaten is, de algemene zorgvuldigheidsnorm steeds subjectiever wordt ingevuld. 2. Het subjectief element 22. ALGEMEEN - Naast het objectieve element, namelijk het begaan van een fout, is bovendien vereist dat een subjectief element aanwezig is om aansprakelijk te worden gesteld. Een persoon die niet beschikt over de nodige wilsvrijheid, kan niet schuldig bevonden worden. Een schadeverwekker moet de bewuste keuze gehad hebben om zich anders te gedragen dan verantwoord. Enkel als aan deze voorwaarde voldaan is, kan de fout hem worden toegerekend en kan de persoon in kwestie aansprakelijk worden gesteld. 31 Deze voorwaarde geldt zowel bij de overtreding van een welbepaalde norm, als bij het schenden van de algemene zorgvuldigheidsnorm SCHULDBEKWAAMHEID VS. TOEREKENBAARHEID - In tegenstelling tot het objectieve element, dat in abstracto beoordeeld wordt, veronderstelt het subjectieve element een beoordeling in concreto. De rechter moet bij zijn beoordeling rekening houden met de persoonlijke, geestelijke capaciteiten van de schadeverwekker. Ten eerste dient hij te oordelen over de schuldbekwaamheid van de persoon in kwestie. De persoon moet in staat zijn de draagwijdte van zijn daden te beseffen. Criteria die hierbij van belang zijn, zijn de leeftijd en een eventuele geestelijke aandoening. Wanneer een persoon nog niet de geschikte leeftijd heeft bereikt om zich bewust te zijn van zijn doen en laten, of hij een psychische aandoening heeft waardoor dit bewustzijn wordt aangetast, kan hij niet aansprakelijk worden gesteld. 33 Schuldbekwaamheid alleen volstaat echter niet om een persoon aansprakelijk te stellen. Er is bovendien vereist dat de feiten aan de persoon in kwestie kunnen worden toegerekend. De vraag moet gesteld worden of de 29 Ibid , nrs Ibid , nr. 185; Cass. 5 juni 2003, T.B.B.R. 2005, 110, noot B. WEYTS, Pas. 2003, Ibid., 147, nr Cass. 3 oktober 1994, Arr.Cass. 1994, T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Het buitencontractueel foutbegrip in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (123) 147, nrs

14 schadeverwekker in dit concreet geval uit vrije en bewuste wil onrechtmatig heeft gehandeld. Dit is, in tegenstelling tot de schuldbekwaamheid, een momentopname. De schadeverwekker moet zich op het moment van de feiten bewust zijn van zijn handelen en van het feit dat hij dit handelen kan vermijden door zich anders te gedragen. Merk op dat, om aan aansprakelijkheid te ontkomen, vereist is dat de persoon in kwestie volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard wordt. Een verminderd bewustzijn is niet voldoende GEESTESZIEKEN - De problematiek van de schuldbekwaamheid is relevant in twee situaties: ten eerste wanneer het schadegeval veroorzaakt wordt door een kind dat nog niet de leeftijd des onderscheids heeft bereikt, en ten tweede wanneer een geesteszieke persoon een fout begaat. Aangezien het criterium van de leeftijd des onderscheids vooral van belang is in het kader van de gezinsaansprakelijkheidsverzekering, wordt deze problematiek in deze afdeling verder behandeld. 35 Wat betreft geesteszieke personen, kan nu reeds de vraag gesteld worden naar de relevantie van het bestaan van een verzekeringsovereenkomst. Een cassatiearrest van 22 september 2000 mag hier niet onvermeld blijven. In dit arrest werd duidelijk dat de verzekeraar art.1386bis BW, dat een billijke regeling inzake aansprakelijkheid van geesteszieken bevat, niet in zijn voordeel mag inroepen om zo aan haar verplichtingen te ontsnappen. Dit is een persoonlijke gunst, die enkel ten goede komt aan de geesteszieke verzekerde. 36 Wanneer de verzekerde of verzekeringnemer schade veroorzaakt, kan de verzekeraar deze ziekte m.a.w. niet inroepen om geen dekking te moeten verlenen. Dit moet echter genuanceerd worden. De conclusie uit dit arrest mag niet verward worden met het recht dat de verzekeraar heeft om steeds de aansprakelijkheid te betwisten ingeval van een aansprakelijkheidsverzekering. Dit is onder meer het geval wanneer hij in een rechtstreekse vordering wordt aangesproken door de benadeelde die schade heeft geleden. 37 De verzekeraar kan dan alle verweermiddelen tegenwerpen die de aansprakelijke zelf zou kunnen tegenwerpen. 38 Geestesstoornissen kunnen immers verschillende gradaties aannemen. Het staat de verzekeraar dan ook vrij om aan te tonen dat een geesteszieke persoon in casu wel besefte wat de draagwijdte van zijn handelen was. Bepaalde rechtspraak en rechtsleer neemt aan dat een krankzinnige in bepaalde omstandigheden zelfs in staat zou kunnen zijn een opzettelijke fout te 34 Ibid., , nrs Infra, 92-98, nrs Cass. 22 september 2000, Arr.Cass. 2000, Art W.Verz. 38 T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Het buitencontractueel foutbegrip in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (123), , nr

15 begaan. 39 Anderen menen dat zo n persoon zich nooit ten volle bewust kan zijn van zijn daden wegens een gebrek aan onderscheidingsvermogen, en dat dit in geen geval mogelijk is. 25. In een opmerkelijk arrest uit 2004 oordeelde de vrederechter te Luik dat slechts een geringe vergoeding moest worden betaald door de arbeidsongevallenverzekeraar van een verpleegster die werd aangevallen door een demente vrouw. De redenering van de rechter was dat eiseres een verzekeringsmaatschappij was, terwijl de dementerende vrouw zich in een ongunstige financiële toestand bevond. 40 Het valt niet te verwonderen dat op dit arrest veel kritiek is gekomen, aangezien dit in strijd is met de regels inzake subrogatie. Een verzekeraar kan slechts gezien worden als een tussenpersoon in de schadeafwikkeling. Hij oefent geen eigen vordering uit, maar handelt slechts in naam en voor rekening van een derde. Er kan en mag dus ook geen rekening worden gehouden met de financiële toestand van de verzekeraar zelf. 41 Dit arrest kan dan hopelijk ook beschouwd worden als een alleenstaand geval. C. Schade 26. ALGEMEEN - Een fout op zich volstaat nog niet om tot aansprakelijkheid te besluiten. Wanneer deze geen enkel gevolg teweegbrengt, gaat de persoon die een bepaalde norm heeft overtreden vrijuit. Een tweede vereiste voor aansprakelijkheid is immers het element schade. Dit kan omschreven worden als de aantasting van een juridisch beschermd belang. De hoegrootheid van de schade zoals zij zich in concreto veruitwendigt kan gemeten worden door de vergelijking tussen de toestand waarin de benadeelde zich bevindt door de fout van de verweerder enerzijds, en anderzijds de hypothetische toestand waarin deze zich zou hebben bevonden indien geen fout was begaan Zie bijvoorbeeld Gent 26 mei 2005, TBH 2005, 1085; Luik 29 november 2006, De Verz. 2007, Vred. Luik 29 oktober 2004, J.L.M.B. 2005, noot M. MARCHANDISE. 41 M. MARCHANDISE, L article 1386bis du Code Civil: à victime assurée, assureur victime? (noot onder Vred. Luik 29 oktober 2004), J.L.M.B. 2005, (1251) H. BOCKEN, I. BOONE, Schade: een aantasting van juridisch beschermde belangen in Inleiding tot het schadevergoedingsrecht. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, Die Keure, 2011, (53) 53, nr

16 D. Causaal verband 27. Tenslotte is vereist dat de begane fout in oorzakelijk verband staat met de schade. De schade moet m.a.w. voortvloeien uit de fout. Het Belgische systeem gaat uit van de zgn. equivalentieleer. Volgens deze leer zijn alle oorzaken van een schadegeval gelijkwaardig of equivalent. Wanneer meerdere partijen aansprakelijk zijn voor eenzelfde schadegeval, kan de schade niet worden afgewenteld op één verantwoordelijke, maar wordt deze in solidum verdeeld tussen de verschillende partijen. Het slachtoffer mag weliswaar zelf kiezen wie hij aanspreekt voor de volledige omvang van de schade, maar hierna moet onder de aansprakelijken onderling de schade verdeeld worden. 43 Het Hof van Cassatie bepaalde in 2008 dat de feitenrechter voor de verdeling van de schade het causale criterium dient aan te wenden: In geval van samenloop van fouten van verscheidene personen oordeelt de rechter in hoeverre ieders fout heeft bijgedragen tot de schade; op grond daarvan bepaalt hij, in hun onderlinge verhouding, ieders aandeel in de schade. 44 Niet de aard van de fout, maar de bijdrage van deze fout in de totstandkoming van de schade is relevant. Zo is het mogelijk dat een persoon door een loutere onvoorzichtigheid meer schade veroorzaakt dan een persoon die uitermate roekeloos handelde. Volgens het causale criterium zal deze eerste persoon dan ook een groter aandeel moeten dragen in de schadelast. Deze zienswijze sluit bovendien aan bij de redenering dat enkel de schade in beginel integraal moet worden vergoed. De schadevergoeding moet de volledige schade omvatten, niet minder en ook niet meer. 45 E. Conclusie 28. Het Belgisch rechtssysteem gaat uit van drie cumulatieve voorwaarden om van aansprakelijkheid te spreken. Ten eerste is vereist dat een persoon een toerekenbare fout begaat. Dit veronderstelt twee voorwaarden: ten eerste dient er sprake te zijn van een fout (objectief element), en ten tweede is vereist dat dit foutief gedrag aan een persoon toerekenbaar is (subjectief element). Wat betreft het objectief element, wordt uitgegaan van het systeem van de culpa levissima: de lichtste afwijking van hoe een normaal zorgvuldig persoon zou handelen in dezelfde omstandigheden, volstaat. Dit wordt dan ook bevestigd in art.1382 BW. 43 B. WEYTS, Opzet in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht: the story continues in Y. LEMENSE, H. VUYE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, (265) 266, nr Cass. 4 februari 2008, RW , H. BOCKEN, I. BOONE, Gevolgen van aansprakelijkheid in Inleiding tot het schadevergoedingsrecht. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, Die Keure, 2011, (217) 219, nr

17 29. Een afwijking van de zorgvuldigheidsnorm kan zich op twee manieren uiten. Ten eerste is het mogelijk dat een persoon een wetsbepaling overschrijdt, wat niet als zorgvuldig gedrag kan worden beschouwd. Ten tweede is het mogelijk dat, hoewel alle wettelijke normen worden nageleefd, de persoon zich niet gedraagt als een zgn. goede huisvader. Dit is een persoon die zich normaal, zorgvuldig en vooruitziend gedraagt in dezelfde omstandigheden. Dit criterium dient in principe in abstracto beoordeeld te worden, weliswaar rekening houdend met allerhande feitelijke omstandigheden. De praktijk wijst echter uit dat het foutbegrip steeds meer in concreto wordt ingevuld. 30. Het subjectief element vereist dat een persoon die foutief handelt, bovendien over de nodige wilsvrijheid beschikt om de draagwijdte van zijn daden te beseffen. Hiervoor dient de persoon schuldbekwaam, d.w.z. zich bewust van de draagwijdte van zijn handelingen, en toerekenbaar, d.w.z. handelend uit vrije en bewuste wil in dit concreet geval, te zijn. Het subjectief element kan vooral problematisch voor minderjarige of geesteszieke personen, daar zij zich niet ten volle bewust zijn van de draagwijdte van hun daden. 31. Een tweede voorwaarde om aansprakelijk te worden gesteld, is dat schade wordt veroorzaakt. Dit kan omschreven worden als de aantasting van een juridisch beschermd belang. 32. Tenslotte is ook vereist dat tussen de begane fout en de veroorzaakte schade een causaal verband bestaat. De schade moet voortvloeien uit de fout. Aansluitend bij dit principe speelt ook de zgn. equivalentieleer een belangrijke rol: de bijdrage van de fout in de totstandkoming van de schade, en niet de zwaarte van de fout, is relevant voor de verdeling van de schadelast. 13

18 III. DE OPZETTELIJKE FOUT A. Het aansprakelijkheidsrecht 1. Historiek 33. De invulling van het begrip opzettelijke fout heeft gedurende lange tijd voor discussie gezorgd. Het valt te betreuren dat hiervan geen definitie kan worden teruggevonden in een of andere wettelijke bepaling. We moeten dan ook de rechtspraak en rechtsleer bekijken, om zo de verschillende voorwaarden te achterhalen Sinds 1973 werd opzet door het Hof van Cassatie traditioneel omschreven als de doelgerichte wil een gedraging te stellen die de wet verbiedt. Deze gedraging kan bestaan uit een handeling of uit een verzuim om iets te doen. 47 Deze definitie focust zich voornamelijk op de wil om een bepaalde handeling te stellen of net niet te stellen. Of hierbij ook de intentie moet spelen om schade te veroorzaken, is niet duidelijk. De onvolledigheid van deze omschrijving zorgde dan ook voor grote rechtsonzekerheid. 35. Deze invulling werd bijgevolg niet door iedereen gevolgd. Een tweede, engere definitie bijvoorbeeld luidt als volgt: een opzettelijke fout is de onrechtmatige daad die wordt gepleegd met het oogmerk om schade te berokkenen aan een derde. 48 Deze definitie staat haaks op de eerste, en legt net wel de nadruk op de gevolgen van het gedrag, namelijk de intentie om schade te veroorzaken. 49 Ook deze zienswijze kan echter op veel kritiek rekenen. Het voorhanden zijn van een fout als één van de essentiële elementen om van opzet te kunnen spreken, komt in deze definitie immers niet aan bod. Het veroorzaken van schade zonder hiervoor een fout te begaan, kan bezwaarlijk tot aansprakelijkheid in de zin van art BW leiden. Zoals reeds 46 T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) , nr Cass. 16 oktober 1973, Pas. 1974, I, T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) , nr Deze definitie ontstond pas in het jaar 2000, een hele tijd na het cassatiearrest uit Tot dan heeft het Hof echter haar zienswijze niet bijgesteld, waardoor de vergelijking tussen beide definities alsnog nuttig kan zijn. 49 Ibid. Ter verduidelijking van deze zienswijze stelt rechtsgeleerde J.F. ROMAIN dat kwade trouw drie vormen kan aan nemen. Ten eerste kan de schadeverwekker de intentie hebben om schade te berokkenen, los van enig persoonlijk belang. Een tweede mogelijkheid is dat dit persoonlijk belang wel aanwezig is. Ten derde kan kwade trouw bestaan uit een loutere onzorgvuldigheid, waarvan de dader met zekerheid weet dat deze schadelijk zal zijn voor een derde. In elk van deze drie gevallen is het berokkenen van de schade een essentieel element. 14

19 vermeld, wordt steeds de overtreding van een wettelijke bepaling en/of de zorgvuldigheidsnorm vereist om tot aansprakelijkheid te besluiten. 36. INTENTIONEEL ELEMENT - Hoewel beide definities onvolledig zijn, valt echter een gemeenschappelijk kenmerk op. Ze spreken allebei over een doelgerichte handeling of verzuim. Het is dit intentionele element dat de opzettelijke fout onderscheidt van andere fouten, zoals de culpa levissima of de culpa lata. Een opzettelijke fout veronderstelt dus een bepaalde psychologische gedraging. De invulling van dit begrip veronderstelt een subjectieve beoordeling van de geestesgesteldheid van de verantwoordelijke voor de schade, die in concreto door een rechter dient te gebeuren. Het valt niet te verwonderen dat deze afweging niet steeds eenvoudig gemaakt kan worden. 2. Evolutie in de invulling door het Hof van Cassatie 37. ALGEMEEN Er heeft zich gedurende lange tijd een discussie ontwikkeld over wat dit intentioneel element precies inhoudt. 50 Algemeen kunnen twee onderdelen onderscheiden worden: een cognitief en een volitief element. Een eerste vereiste is dat de dader weet dat hij de wet overtreedt. Dit noemen we het kennis- of cognitief element. Ten tweede is vereist dat de dader de gedraging wil stellen. Dit is het zgn. volitief element. Beide begrippen zorgen voor verwarring. Vooral de volitieve vereiste is vrij vaag. Volstaat het dat enkel het overtreden van een wettelijke bepaling of de zorgvuldigheidsnorm gewild is, of is bovendien vereist dat de wil slaat op het doen ontstaan van schadelijke gevolgen? Het is onduidelijk welke modaliteiten precies aanwezig moeten zijn om de opzettelijke fout te onderscheiden van de lichte, of zelfs zware fout. Het Hof van Cassatie heeft deze begrippen gaandeweg verfijnd. In de volgende sectie wordt deze evolutie weergegeven. a) Cassatie 5 december FEITEN - Tijdens een protestbetoging van dierenorganisatie Gaia liep Rijkswachter V.D.M. ernstig letsels op toen twee van de protestanten vooruit stormden en hierbij de man op de grond duwden. 39. BODEMRECHTER - Beklaagden beweerden dat ze niet de bedoeling hadden de rijkswachter enige schade toe te brengen. De rechter voor het Hof van Beroep besliste dat in dit geval geen sprake was van opzet zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WLVO. Hiervoor 50 T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) , nr

20 is immers vereist is dat de dader niet enkel de bedoeling heeft om de wet te overtreden, maar ook om schade te veroorzaken HOF VAN CASSATIE - Het Hof van Cassatie nam hier voor het eerst een standpunt in. Zij stelde dat er sprake is van opzet wanneer de verzekerde wetens en willens een daad stelt of zich hiervan onthoudt en zijn risicogedragende handelswijze een redelijkerwijze voorzienbare schade aan een derde veroorzaakt. De omstandigheid dat de dader deze schade, de aard of de omvang ervan niet heeft gewild doet hieraan niet af, het volstaat dat de schade verwezenlijkt is. Hiermee werd de uitspraak van de bodemrechter verbroken. Volgens het Hof van Cassatie volstaat het dat de beklaagde wetens en willens met geweld tegen de rijkswacht is ingegaan, om tot opzet te besluiten KRITIEK Dit arrest lijkt volgens velen een stap te ver te gaan. Fout en schade worden hier immers losgekoppeld, waardoor opzet louter wordt ingevuld in functie van de aard van de gedraging van de verzekerde. Bovendien heeft deze ruime invulling tot gevolg dat al heel snel van een opzettelijke fout kan worden gesproken, met alle gevolgen vandien. Van zodra de aansprakelijke beseft dat hij een fout heeft veroorzaakt, en bovendien de wil heeft gehad om dit te doen, krijgt die fout de stempel opzettelijk, terwijl het niet uitmaakt of de schade al dan niet gewild is. Dit onderscheid kan echter een groot verschil maken. 53 Een verklaring voor deze verregaande interpretatie zou kunnen zijn dat het Hof zich heeft laten leiden door de invulling van het strafrechtelijk begrip opzet. Het was immers een strafzaak die aan het arrest voorafging. Waarschijnlijk heeft het Hof de redenering van de bodemrechter doorgetrokken OPZET VERSUS SCHULDBEKWAAMHEID Een opmerking die hierbij zeker niet over het hoofd mag worden gezien, is die van de nauwe verwevenheid tussen deze invulling van het begrip opzet, en de vereiste van schuldbekwaamheid als onderdeel van aansprakelijkheid. Zoals reeds vermeld, veronderstelt schuldbekwaamheid de vrije en bewuste wil van de schadeverwekker. We onderscheiden hierbij een volitief en een cognitief element. Eigenaardig genoeg zijn dit ook net de twee vereisten om van een opzettelijke fout te spreken. Hoewel tussen beide vormen van aansprakelijkheid verschillende gradaties aanwezig zijn, bestaat toch het gevaar voor verwarring. 55 Ter 51 Gent, 24 december 1998, RW , 776, noot B. WEYTS. 52 Cass. 5 december 2000, T.Verz. 2001, 256, noot M. HOUBEN. 53 B. WEYTS, Opzet in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht: the story continues in Y. LEMENSE, H. VUYE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, (265) , nr P. COLLE, Opzet en bewijs van het recht op verzekeringsprestatie in H. COUSY, Over grenzen, Antwerpen-Cambridge, Intersentia, 2011, (399) T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, De gekwalificeerde fouten in Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (259) , nr

21 illustratie kan het volgende cassatiearrest worden aangehaald: een fietser raakte gewond toen een vliegtuigje met elastische slinger in zijn oog terecht kwam. De jongen die het stuk speelgoed in de lucht had gegooid, beging volgens de bodemrechter een fout. Het betrof immers een onbestuurbaar voorwerp, waardoor redelijkerwijs voorzienbaar was dat schade veroorzaakt kon worden. Het Hof bevestigde deze zienswijze, en voegde er aan toe dat de schadeverwekker bewust en vrijwillig had gehandeld. De jongen was m.a.w. schuldbekwaam. 56 Deze invulling sluit zeer nauw aan bij het brede opzetbegrip, zoals in voormeld arrest 57 gehanteerd wordt door het Hof van Cassatie. Dit zou er echter op neerkomen dat elk geval waarin een persoon wetens en willens een bepaalde onrechtmatigheid begaat, als een opzettelijke fout kan worden beschouwd. Het Cassatiearrest van 2000 lijkt dan ook een stap te ver te gaan. b) Cassatie 12 april FEITEN - Naar aanleiding van een twist tussen een vrouw en een oudere buurman over de manier waarop zij de stoep schoonveegde, gaf laatste haar een slag op het been met een bezem. Hierop kwam de echtgenoot van de vrouw tussenbeide en gaf de man een duw, waarop deze op de rijbaan viel. 44. BODEMRECHTER - Het Hof van beroep oordeelde in deze zaak dat de man een fout had begaan door de oudere man te duwen. Rekening houdende met het leeftijdsverschil, meende de rechter dat de oude man zeker niet bedreigend was. Het duwen werd dan ook geenszins door het gedrag van het slachtoffer gerechtvaardigd. Er werd beslist dat dit een opzettelijke fout was zoals onder art. 8, lid 1 WLVO HOF VAN CASSATIE - In deze zaak bevestigde het Hof van Cassatie het standpunt uit haar eerste arrest: een schadegeval is opzettelijk veroorzaakt in de zin van art. 8, lid 1 WLVO als de verzekerde zo heeft gehandeld dat een derde daardoor een redelijkerwijs voorzienbare schade heeft geleden. Het is niet vereist dat de verzekerde de bedoeling had de schade te veroorzaken zoals ze zich heeft voorgedaan Cass. 5 mei 1971, Arr.Cass. 1971, 869, Pas. 1971, I, Cass. 5 december 2000, T.Verz. 2001, 256, noot M. HOUBEN. 58 Bergen, 8 juni Cass. 12 april 2002, AR C F, AC 2002, nr

22 c) Cassatie 24 april FEITEN - In 2009 sloeg het Hof van Cassatie een heel andere weg in. In casu was een geïntoxiceerde automobilist s ochtends door het rode licht gereden, waardoor hij in aanrijding kwam met een andere wagen. 47. BODEMRECHTER - Naar analogie met de toen geldende opvatting in de rechtspraak, oordeelde de feitenrechter dat het vrijwillig en bewust door het rode licht rijden een voldoende grond is om te beslissen tot opzet. Het feit dat de bestuurder de hierdoor veroorzaakte schade niet gewild heeft, doet hieraan geen afbreuk. De schade was immers redelijkerwijs voorzienbaar. De man had zich, gezien het tijdstip, moeten verwachten aan andere weggebruikers. Bovendien wist hij dat hij alcohol niet goed kon verdragen HOF VAN CASSATIE - Dit arrest kondigt een wijziging aan van de invulling van het begrip opzet. Het Hof oordeelde dat er sprake is van opzettelijke schade als de betrokkene vrijwillig en bewust schade heeft toegebracht. 61 Hiervan was in casu geen sprake. 49. Deze uitspraak heeft een verenging van het begrip opzet tot gevolg, aangezien het niet langer volstaat dat schade redelijkerwijs voorzienbaar is, maar het nu ook vereist is dat deze vrijwillig en bewust wordt toegebracht. Vanaf dit moment worden fout en schade niet langer losgekoppeld, en wordt het intentionele element ook in verband gebracht met het schadegeval zelf. 62 d) Cassatie 26 oktober FEITEN - In dit arrest speelt het begrip schuldig hulpverzuim. Beklaagde had bewust geen bijstand verleend aan een persoon in gevaar. 51. BODEMRECHTER - In eerste aanleg werd geoordeeld dat dit misdrijf door opzettelijke fout werd veroorzaakt. Het niet-verlenen van bijstand was bewezen door de verweerder, en dit volstond volgens de rechter om tot opzet te besluiten. Beklaagde was immers op de hoogte van het gevaar dat het slachtoffer liep en heeft wetens en willens verzuimd te handelen. De wil om het risico op schade te creëren volstaat. 63 Met deze 60 Antwerpen, 24 januari Cass. 24 april 2009, AR C N, AC 2009, nr B. WEYTS, Opzet in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht: the story continues in Y. LEMENSE, H. VUYE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, (265) , nr Luik, 21 februari

23 uitspraak ging het Hof van Beroep in tegen de uitspraak van het Hof van Cassatie van 24 april HOF VAN CASSATIE - Het Hof van Cassatie bevestigde in deze zaak de interpretatie van voorgaand arrest: opzettelijke schuld ( ) is die welke de wil inhoudt om schade te veroorzaken en niet gewoon de wil om het risico op schade te scheppen. ( ) Het volstaat, maar is wel noodzakelijk, dat de schade gewild was, vermits de schuld opzettelijk is, zelfs als de aard of de omvang van het schadegeval niet als dusdanig door de pleger was beoogd Merk op dat niet vereist is dat de concrete aard of de omvang van het schadegeval moet gewild zijn door de beklaagde. Het volstaat dat een zekere vorm van schade gewild was om tot opzet te besluiten. Hoe deze zich concreet veruitwendigt maakt geen verschil voor de beoordeling. e) Conclusie 54. Terwijl het vroeger niet vereist was dat de verzekerde de bedoeling had om schade te veroorzaken om van opzet te kunnen spreken, sloeg het Hof van Cassatie in 2009 een andere richting in. Sindsdien wordt het zgn. enge opzetbegrip gehanteerd, dat uitgaat van twee elementen: niet enkel de handeling zelf moet vrijwillig en bewust gesteld zijn, maar bovendien moet ook de hieruit voortvloeiende schade gewild zijn. Indien aan deze laatste voorwaarde niet voldaan is, kan niet langer van opzettelijk veroorzaakte schade gesproken worden. Dit lijkt een positieve wending, daar het vroeger gehanteerde ruime opzetbegrip een stap te ver ging en tot verwarring kon leiden. Onder andere de verwevenheid met de vereiste van de schuldbekwaamheid, die steeds vereist wordt om tot aansprakelijkheid te besluiten, zorgde voor grote rechtsonzekerheid. 3. Vergelijking met het strafrecht 55. Om het cognitief en volitief element in te vullen, kan ook inspiratie worden gehaald in het strafrecht. Een strafrechtelijk misdrijf maakt immers ook op burgerrechtelijk vlak een fout uit, aangezien het per definitie een overtreding is van een wettelijke bepaling Cass. 26 oktober 2011, AR P F, NJW 2012, 214, noot. 65 H. BOCKEN, I. BOONE, De grondslag van aansprakelijkheid in Inleiding tot het schadevergoedingsrecht. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Brugge, Die Keure, 2011, (93) 111, nr

24 a) Cognitief element 56. Een eerste vereiste is dat de dader weet dat hij de wet overtreedt. Op strafrechtelijk vlak gaat bepaalde rechtspraak en wetgeving een heuse stap verder en is de had-moeten-weten -test in opmars, waarbij naast het eigenlijke weten ook het potentiële weten strafbaar wordt gesteld. De reden hiervoor is dat het soms moeilijk is voor de vervolgende partij om het positief bewijs te leveren van het feit dat de beklaagde wetens een gedraging heeft gesteld. Deze test is echter nog niet aan zijn proefstuk toe en brengt veel onduidelijkheden in de rechtsleer met zich mee. Komt dit criterium niet eerder overeen met onachtzaambeid dan met opzet? Brengt deze formulering niet praktisch gezien met zich mee dat de bewijslast wordt omgekeerd? Ook komt hierdoor het vermoeden van onschuld, zoals bepaald in art EVRM, in het gedrang. 66 Bovendien stelt zich de vraag of het gelijkschakelen van deze begrippen geen inbreuk uitmaakt op het Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel (Art Gw.). Dit werd door het Arbitragehof beantwoord in het zogenaamde Hormonenarrest van 6 november Deze zaak betrof een prejudiciële vraag in verband met het gebruik van verboden hormonale producten bij dieren. Het Hof oordeelde als volgt: Zegt voor recht dat art. 10, par. 1, 2, b) Wet op de hormonen 67 art. 10 Gw niet schendt in zoverre het dezelfde straffen oplegt aan diegene van wie men redelijkerwijs kan aannemen dat hij 'weet' dat hij dieren verhandelt waaraan stoffen werden toegediend met overtreding van de bepalingen van die wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan als aan diegene die 'moet weten' dat hij dergelijke dieren verhandelt. De onderliggende redenering hiervoor was dat de wetgever het noodzakelijk heeft geacht alle personen die dieren verhandelen te responsabiliseren, met als doel de bescherming van de volksgezondheid. Bovendien merkte het Hof op dat deze gelijke behandeling niet verhindert dat de rechter in elk geval afzonderlijk de ernst van de begane fout zal moeten beoordelen. 68 b) Volitief element 57. Ten tweede is vereist dat de dader de strafbare gedraging wil stellen. Dit noemen we het zgn. volitief element. Bij rechtstreeks opzet zijn de gevolgen van de gedraging gewild. Anderzijds is er onrechtstreeks opzet, waarbij de veruitwendiging van de gevolgen van de handeling slechts een ongewild neveneffect is. De vraag stelt zich hierbij in welke mate je verantwoordelijk kan worden gesteld voor de gevolgen van de 66 C. VAN DEN WYNGAERT, S. VANDROMME, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen- Boek 1, Antwerpen-Appeldoorn, Maklu, Wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale werking, BS 4 september Arbitragehof nr. 65/97, 6 november 1997, BS 20 januari

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

BS Verzekeringsrecht

BS Verzekeringsrecht Master Rechten BS Verzekeringsrecht Smvt - Weyts Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R49 7.00 EUR Bijzonderestudie Verzekeringsrecht 2013 Moduleburgerlijkrecht MasterRECHTEN

Nadere informatie

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Circulaire FSMA_2012_14 dd. 12/06/2012 Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Toepassingsveld:

Nadere informatie

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2010 C.07.0434.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0434.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. R. H. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout 13 1. Cass., 15 mei 1941 (het steenbakkersarrest)

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit

Nadere informatie

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2018 C.17.0578.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0578.N 1. BALOISE BELGIUM nv, met zetel te 2600 Antwerpen (Berchem), Posthofbrug 16, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 NOVEMBER 2011 C.10.0314.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0314.F FRANSE GEMEENSCHAP, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. AG INSURANCE nv, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 november 2002 P.01.1108.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.01.1108.F.- I. S. M., beklaagde, tegen 1. INTERSELEX, naamloze vennootschap, 2. FORTIS BANK, naamloze vennootschap, burgerlijke partijen.

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2008 C.07.0130.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0130.N FB VERZEKERINGEN, naamloze vennootschap, met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis Basis BA 1 De verschillende soorten aansprakelijkheid onderscheiden (morele, burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid) en bepalen

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 27 maart te Antwerpen, 15 e kamer

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 27 maart te Antwerpen, 15 e kamer Samenvatting 1. Artikel 89 5 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst staat niet in de weg dat de verzekeraar aan de benadeelde(n) die hun rechtstreeks vorderingsrecht uitoefenen, een exceptie, nietigheid

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2014 P.13.1304.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1304.F BELFIUS, voorheen genaamd DEXIA INSURANCE BELGIUM nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. E.

Nadere informatie

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rolnummers 5932, 5957 en 5958. Arrest nr. 123/2015 van 24 september 2015 A R R E S T

Rolnummers 5932, 5957 en 5958. Arrest nr. 123/2015 van 24 september 2015 A R R E S T Rolnummers 5932, 5957 en 5958 Arrest nr. 123/2015 van 24 september 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 Deel I. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 Deel I. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht 13 Inhoudsopgave Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 Deel I. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht 13 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1 Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 Afdeling 1. Begripsomschrijving... 1 Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen...

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T Rolnummer 5297 Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17 INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2008 C.06.0210.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0210.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, tegen ETABLISSEMENTS LELOUP, naamloze vennootschap, I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Definitie verzekeringsfraude 3. Sanctie verzekeringsfraude 4. Precontractuele verzekeringsfraude 5. Contractuele verzekeringsfraude 6. Besluit 2 1. Inleiding Verzekeringsfraude

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie. Dra. C. Henskens

Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie. Dra. C. Henskens Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie Dra. C. Henskens Inleiding: omkadering onderzoeksvraag Afbrokkeling van beginsel Ieder draagt zijn eigen schade 1. Sociale zekerheid 2.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2011 C.10.0242.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0242.F AXA BELGIUM nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. MERCATOR VERZEKERINGEN nv, 2. ETHIAS nv.

Nadere informatie

Kanaal- en schoorsteenarrest

Kanaal- en schoorsteenarrest Kanaal- en schoorsteenarrest 1. INSTRUCTIES... 2 2. SCHOORSTEENARREST... 2 A. FEITEN... 2 B. FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN... 2 D. OORDEEL CASSATIE... 2 3. KANAALARREST... 3 A. FEITEN... 3 B. FEITENRECHTER...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.13.1660.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1660.N I E N, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, II A C S, beklaagde, eiseres,

Nadere informatie

ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT

ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT Philippe Colle Hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel Vijfde editie Antwerpen Cambridge

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis 1. Deel 4 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (art. 1 tot 104) 1 Aanduiden op welke verzekeringsovereenkomsten deel 4 van de wet van

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2009 C.07.0471.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0471.N V. K., eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 9051 Gent,

Nadere informatie

MONOGRAFIEËN BW. B88 Verzekering. Prof. mr. F.H.J. Mijnssen. Tweede druk. Kluwer a Wolters Kluwer business

MONOGRAFIEËN BW. B88 Verzekering. Prof. mr. F.H.J. Mijnssen. Tweede druk. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW B88 Verzekering Prof. mr. F.H.J. Mijnssen Tweede druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V lijst van afkortingen / XV Verkort aangehaalde literatuur

Nadere informatie

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen,

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen, Mevrouw K. Feyen karen.feyen@gmail.com Datum: 18 mei 2012 Betreft: Advies met betrekking tot de professionele aansprakelijkheid van de ziekenhuisfysici Ons kenmerk: Belgische Vereniging voor Ziekenhuisfysici

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2015 P.15.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0118.F I., II. en III. 1. S. A. en 2. Y. A., Mrs. Laurent Kennes en Fanny Vansiliette, advocaten bij de balie te Brussel, IV. en

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2012 C.10.0651.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0651.F AXA nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen E. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33 INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 september 2005 C.04.0513.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0513.F.- GB RETAIL ASSOCIATES, naamloze vennootschap, Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J.-M.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 SEPTEMBER 2013 C.12.0303.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0303.F V. P., Me Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. R. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5127 Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T Rolnummer 2248 Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 24 en 25 van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2008 C.07.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0494.N AVERO SCHADEVERZEKERING BENELUX, vennootschap naar Nederlands recht met zetel te 3703 NH Zeist (Nederland), Handelsweg 2, die

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2015 P.14.1276.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1276.N E R H C, beklaagde, eiser, tegen C V D C, burgerlijke partij, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek.

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek. FSMA_2016_10 dd. 9/06/2016 Deze mededeling gaat over de verzekeringsovereenkomsten Brand Eenvoudige Risico s voor woningen (hierna woningverzekering ) die door verzekeringsondernemingen worden aangeboden

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding

Nadere informatie

DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN

DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN Algemene beginselen van het Belgische verzekeringsrecht Philippe Colle Hoogleraar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1 Inleiding Na hevige regenval ondervindt eigenaar X ernstige waterschade in het privé gedeelte van zijn appartement. De regen is via de gevel het privé gedeelte binnengedrongen.

Nadere informatie

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit Limburg is een

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-278 d.d. 18 juli 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting Volgens de Commissie is het gedrag van

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie