DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT"

Transcriptie

1 DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT Aantal woorden: Maarten Christiaens Studentennummer: Promotor(en): Prof. dr. Marc Kruithof Commissaris: Mevr. Sophie Guiliams Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de rechten Academiejaar:

2

3 Dankwoord Het is in het kader van het schrijven van de masterproef, als sluitstuk van de rechtenopleiding, gepast terug te blikken op de voorbije jaren. Ik wil dan ook dit moment aangrijpen om een dankwoord te richten aan iedereen die mij de afgelopen jaren geholpen en gesteund heeft. In dit dankwoord wil ik vooreerst mijn naaste familie in het algemeen, en mijn grootmoeder in het bijzonder bedanken. Zonder hen was het niet mogelijk dit vijfjarig traject, waarvan deze masterproef het sluitstuk is, af te werken. Ook mijn vrienden kunnen hier niet worden vergeten. Zij boden steun, afleiding en een uitlaatklep. Daarnaast wens ik professor Marc Kruithof te bedanken. Hij bracht mij reeds sinds de tweede bachelor de liefde voor het aansprakelijkheidsrecht bij. Zijn kritische ingesteldheid en dito opmerkingen werkten enorm motiverend. Tot slot wens ik Jochen Tanghe te bedanken voor het grondig nalezen van de voorlopige versie en het formuleren van kritische bemerkingen.

4 Inhoudsopgave Dankwoord Inleiding 1 Deel 1: Algemeen kader 3 Hoofdstuk 1: Invulling fraus, afbakening en rechtsgevolgen Historische invulling fraus Huidige invulling: vereiste van een oogmerk om te schaden Erkenning als algemeen rechtsbeginsel Afbakening ten opzichte van het verbod op rechtsmisbruik Rechtsgevolgen van fraus: voorlopige omschrijving 14 Hoofdstuk 2: Pluraliteit van aansprakelijkheden Samenloop fout gedaagde met fout slachtoffer Samenloop fout gedaagde met fout van een derde Verdeelsleutel Samenloop in geval van aansprakelijkheid ex artikel 1384 lid 3 20 Deel 2: Fraus: uitzondering op verdeling schadelast 23 Hoofdstuk 1: Precontractuele aansprakelijkheid 23 Hoofdstuk 2: Samenloop bedrieglijke fout gedaagde met niet-bedrieglijke fout slachtoffer Het recht voor Cassatie 6 november Conclusie 35 Hoofdstuk 3: Samenloop bedrieglijke en niet-bedrieglijke fout van medeaansprakelijken: fraus? Rechtspraak Hof van Cassatie 37

5 3.2. Kritiek op de rechtspraak Kan de rechtspraak worden verklaard? Samenloop twee bedrieglijke fouten Voorontwerp 61 Hoofdstuk 4: De aangesprokene beging zelf geen bedrieglijke fout Toepassing in gevallen van aansprakelijkheid ex. artikel 1384 lid 3 BW? Toepassing in andere gevallen waar de aangesprokene geen fout beging 70 Hoofdstuk 5: Impact schade-beogend handelen slachtoffer Foutief handelen door het slachtoffer: algemeen kader Het slachtoffer handelt met een oogmerk te schaden Cass. 2 maart 2016: un arrêt qui pose question Voorontwerp Conclusie 87 Deel 3: Nuance en conclusie 88 Hoofdstuk 1: Rechtsgevolgen fraus 88 Hoofdstuk 2: Wie kan zich op fraus beroepen? 92 Hoofdstuk 3: Conclusie 94 Bibliografie 96 Rechtspraak 96 Rechtsleer 100 Boeken 100 Bijdragen in verzamelwerken 101 Bijdragen in tijdschriften 103

6 Inleiding 1. Deze masterproef handelt over de toepassing van het adagium fraus omnia corrumpit ( bedrog vernietigt alles ) in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Zoals VIDAL het passend verwoordt, is bedrog aussi vieille que la loi. 1 In bijna alle takken van het recht worden er speciale rechtsgevolgen gekoppeld aan opzettelijke of bedrieglijke handelingen. In het strafrecht worden opzettelijke misdrijven zwaarder bestraft, in het burgerlijk recht kunnen rechtshandelingen nietig verklaard worden wanneer een contractpartij bedrog pleegde 2, in het verzekeringsrecht leidt het opzettelijk veroorzaakt schadegeval tot verval van de verzekeringsdekking. 3 In een recent arrest lijkt 4 het Hof van Cassatie ook in zaken van schijnhuwelijken bedrieglijk handelen te willen beteugelen op grond van het adagium. 5 Ook in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht worden er bijzondere rechtsgevolgen verbonden aan opzettelijke of bedrieglijke handelingen. Het sanctioneren van deze handelingen wordt in het algemeen vaak gekoppeld aan of teruggebracht tot het adagium fraus omnia corrumpit. 2. In het eerste deel zal het algemene kader van de toepassing van het adagium worden geschetst, waarbij vooral zal worden gefocust op hetgeen relevant is voor de toepassing in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Hierbij zal vooreerst de invulling van fraus in het besproken worden.vervolgens wordt het algemene kader besproken waarbinnen fraus omnia corrumpit toepassing vindt. In het tweede deel zal de eigenlijke toepassing van fraus in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht worden besproken. Na eerst de toepassing in geschillen van precontractuele 1 J. VIDAL, Essai d une théorie générale de la fraude en droit français. Le principe fraus omnia corrumpit, Parijs, Dalloz, 1957, 1. 2 Art BW. 3 Art. 62 van de Wet 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, BS 30 april 2014, (Hierna: W.Verz.). 4 Een bespreking van deze rechtspraak past niet in deze masterproef, maar zie hierover: L. DESCHUYTENEER en E. MEHMETI, Nieuwe categorie van verlies van de Belgische nationaliteit op grond van fraus omnia corrumpit? (noot onder Cass. 23 januari 2015), RW , Cass. 23 januari 2015, Arr.Cass. 2015, afl. 1, 206, concl. VAN INGELGEM, Pas. 2015, afl. 1, 206, Rev.d.etr. 2015, afl. 182, 16, noot P. WAUTELET, RW , afl. 34, 1337, noot L. DESCHUYTENEER, E. MEHMETI. 1

7 aansprakelijkheid te hebben besproken (Hoofdstuk 1), zal de basistoepassing de toepassing ingeval van samenloop van een opzettelijke fout met een onopzettelijke fout uitvoerig worden besproken (Hoofdstuk 2). Daarna zal worden onderzocht of het rechtsbeginsel ook een rol kan spelen op vlak van het interne regres onder medaansprakelijken. Aangezien het Hof van Cassatie deze vraag negatief beantwoordde in twee opeenvolgende arresten, wat tot een stormloop van kritiek leidde in de rechtsleer, zal hier grondig worden op ingegaan. Meer bepaald zal de vraag worden gesteld of de kritiek dient te worden bijgetreden, dan wel of er toch een verklaring kan gevonden worden voor de rechtspraak. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de toepassing van fraus omnia corrumpit in andere gebieden van het recht in het algemeen, en in het verzekeringsrecht in het bijzonder (Hoofdstuk 3). Vervolgens zal worden nagegaan in welke mate het rechtsbeginsel doorwerking kent wanneer niet de aangesprokene, maar wel degene voor wie hij instaat een opzettelijke fout heeft begaan (Hoofdstuk 4). Tenslotte zal de hypothese waarin het slachtoffer fraus pleegt, bestudeerd worden. In de rechtsleer wordt alvast vrijwel unaniem gesteld dat het adagium ook dan toepassing vindt. Onderzoek moet uitwijzen of deze rechtsleer bijgetreden kan worden (Hoofdstuk 5). In het derde deel zullen, op basis van de conclusies uit het onderzoek uit de eerste twee delen, de nodige nuances worden aangebracht op de rechtsgevolgen van fraus omnia corrumpit. 2

8 Deel 1: Algemeen kader 3. In het eerste deel van deze masterproef zal het algemene kader van het adagium worden geschetst. Daarbij zullen eerst de geschiedenis en de afbakening van het adagium centraal staan, waarbij vooral de precieze invulling van fraus zal worden onderzocht (Hoofdstuk 1). Hierna zal het juridisch kader waarbinnen fraus omnia corrumpit toepassing vindt, weergegeven worden (Hoofdstuk 2). Hoofdstuk 1: Invulling fraus, afbakening en rechtsgevolgen 4. In dit hoofdstuk zal het rechtsbeginsel vooreerst kort historisch worden benaderd. Hierna zal de huidige invulling grondig besproken worden, waarna zal worden overgegaan tot de erkenning als algemeen rechtsbeginsel en de afbakening ten opzichte van het verbod op rechtsmisbruik. Tenslotte wordt een voorlopige omschrijving van de rechtsgevolgen van fraus omnia corrumpit aangereikt Historische invulling fraus 5. Een uitvoerig historisch onderzoek naar de impact van opzettelijke of bedrieglijke handelingen valt buiten het bestek van deze masterproef en zou bovendien van gering praktisch belang zijn om de huidige toepassing in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht te bespreken. Wat volgt zal dan ook niet verder reiken dan wat nuttig is om de huidige invulling te bespreken. Dat het adagium in het Latijn geformuleerd is, doet verkeerdelijk vermoeden dat het teruggaat tot de Romeinse tijd. VIDAL toonde aan dat het beginsel slechts ingevoerd werd door het Hof van Cassatie in het begin van de 19 de eeuw, simpelweg vertaald vanuit het Frans naar het Latijn. 6 Dit wil uiteraard niet zeggen dat frauduleus handelen slechts in de 19 de eeuw voor het eerst beteugeld werd. Reeds in de Romeinse tijd werden oneerlijkheid en bedrog door het recht gesanctioneerd. 7 6 J. VIDAL, Essai d une théorie générale de la fraude en droit français. Le principe fraus omnia corrumpit, Parijs, Dalloz, 1957, 55 ( Le brocard fraus omnia corrumpit, dont nous croyons l apparition postérieure au Code civil, ne fera qu exprimer sous une forme latine ce principe [la fraude fait exception à toutes les règles] essentiel ). Zie in dezelfde zin: D. WUYTS, Verzekeringsfraude, Antwerpen, Intersentia, 2014, 98, nr Zie hierover uitgebreider: F. BRANDSMA, Fraus omnia corrumpit en geneeskrachtige honing het Romeinse recht en fraus in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Fraus omnia corrumpit: mogelijkheden en moeilijkheden in het privaatrecht, Brugge, Die Keure, 2014,

9 Men verwees enerzijds naar dolus, en anderzijds naar fraus. Dolus (opzet) verwees in het schadevergoedingsrecht alsook in geschillen van contractuele aansprakelijkheid naar de bedoeling om door een onrechtmatigheid aan een ander schade te berokkenen. Terwijl deze bedoeling aanvankelijk werd afgeleid uit (onder andere) de context, werd na het klassiek tijdperk meer aandacht besteed aan de werkelijke intentie om te schaden. 8 Wanneer de voorwaarden (onder andere het oogmerk om te schaden) van dolus vervuld waren, gaf dit aanleiding tot contractuele, dan wel buitencontractuele aansprakelijkheid. Fraus werd dan weer ingevuld als bedrog ten aanzien van derden bij het stellen van rechtshandelingen. Terwijl aanvankelijk de nadruk werd gelegd op de nadelige rechtsgevolgen voor de derde, had fraus later ook betrekking op de bedrieglijke handeling zelf. Er werden dus twee elementen vereist. Ten eerste moesten er nadelige rechtsgevolgen zijn (objectief element), en ten tweede een bewuste misleiding door de auteur van het bedrog (subjectief element). 9 In het Ius Commune raakten de begrippen dolus en fraus verweven. Zo vereiste het begrip fraus naast schadelijke rechtsgevolgen, ook een oogmerk te schaden Huidige invulling: vereiste van een oogmerk om te schaden 6. Bij het onderzoeken van de huidige invulling van fraus zal steeds de invulling in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht centraal staan. Slechts uitzonderlijk zal worden uitgeweken naar andere domeinen van het recht. 11 Dat voor de toepassing van fraus omnia corrumpit een gewone fout niet volstaat, wordt niet betwist. Meer bepaald wordt een bijzondere intentie vereist. 12 Deze intentie kan op verschillende manieren 8 A. LENAERTS, Fraus omnia corrumpit: autonome rechtsfiguur of miskend correctiemechanisme? Brugge, Die Keure, 2013, nr. 19. (hierna: A. LENAERTS, Fraus). 9 Ibid., 22, nr Ibid., 30, nr Zie hierover uitgebreider: A. LENAERTS, Fraus, hoofdstuk A. LENAERTS, Fraus, 39, nr. 51 met verwijzingen in voetnoot 162. Een algemene bespreking van de verschillende soorten fouten in het aansprakelijkheidsrecht valt buiten het bestek van deze masterproef. Zie hierover bijvoorbeeld T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, 2009, Antwerpen, Intersentia, hoofdstuk VI. Zie in dezelfde zin: J. VIDAL, Essai d une théorie générale de la fraude en droit français. Le principe fraus omnia corrumpit, Parijs, Dalloz, 1957, 54 ( la fraude doit s apprécier non seulement d après le résultat, mais aussi d après l intention ). 4

10 worden geïnterpreteerd, en verschilt naargelang de rechtstak. In het kader van deze masterproef zal enkel de invulling worden besproken die vereist is in buitencontractuele geschillen. Teneinde deze invulling nuttig te kunnen onderzoeken, zal eerst de relevante cassatierechtspraak worden besproken (A). Hierna komen de mogelijke invullingen in de rechtsleer aan bod (B). Tot slot zal op deze invulling de nodige nuance worden aangebracht (C). A. Rechtspraak Hof van Cassatie 7. Het Hof van Cassatie sprak zich in het later grondig te bespreken princiepsarrest van 6 november voor het eerst uit met betrekking tot de vereiste invulling van fraus in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht: Overwegende dat het algemene rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit, dat verbiedt bedrog of oneerlijkheid aan te wenden om schade te berokkenen of om winst te behalen, uistluit dat de dader van een opzettelijk misdrijf,... [nadruk toegevoegd] Naar aanleiding van dit arrest bestond er in de rechtsleer onduidelijkheid over welke invulling het Hof nu precies vereiste. 14 Het Hof van Cassatie lijkt immers eerst een oogmerk om te schaden te formuleren, maar verruimt het toepassingsgebied tegelijk tot het opzettelijk misdrijf. Er is reeds sprake van een opzettelijk misdrijf wanneer men bewust en gewild een handeling stelt die de strafwet verbiedt. Hoewel sommige opzettelijke misdrijven een oogmerk te schaden vereisen, is dit geen algemene voorwaarde. 15 Hieruit volgt dat het Hof van Cassatie met dit arrest niet uitdrukkelijk vereist dat er sprake moet zijn van een handeling die werd gesteld met de bedoeling te schaden, en fraus dus lijkt uit te breiden naar alle opzettelijke fouten Cass. 6 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2383, concl. J. SPREUTELS, Juristenkrant 2003, afl. 61, 1, noot W. GELDOF, Pas. 2002, 2103, JT 2003, 310, concl. J. SPREUTELS, JLMB 2003, 808, concl. J. SPREUTELS, RCJB 2004, 267, noot F. GLANSDORFF, RGAR 2003, nr , RW , 1629, noot B. WEYTS, T. Verz. 2003, 815, noot P. GRAULUS. 14 I. BOONE, noot onder Cass. 6 november 2002, NJW 2003, afl. 16, Infra 37, nr Niettemin wordt door bepaalde rechtsleer terecht opgemerkt dat er de facto wel sprake was van een oogmerk om te schaden, zie: L. CORNELIS, Ongeschikt voor gevoelige juristen: over de intieme verhouding tussen schade en causaal verband in L. CORNELIS, A. VAN OEVELEN, H. VANDENBERGHE, M. DEBAENE en P. SOENS (eds.), Aansprakelijkheidsrecht: Actuele tendensen, Gent, Larcier, (157) nr. 48 ( Ter nuancering van het voorgaande is er evenwel op te wijzen dat uit het cassatiearrest blijkt dat het in casu om strafrechtelijke inbreuken ging (valsheid in geschrifte, oplichting), zodat de feiten wellicht toelieten het gedrag van de aansprakelijke onder de noemer van 5

11 Het cassatiearrest van 6 november 2007 is in dat opzicht een stuk duidelijker. 17 Het Hof overweegt hier als volgt: Het algemeen rechtsbeginsel Fraus omnia corrumpit verbiedt bedrog of oneerlijkheid aan te wenden om schade te berokkenen of winst te behalen. (...) Daartoe is vereist dat de handeling werd gesteld met de bedoeling te schaden. [nadruk toegevoegd] B. Invulling door de rechtsleer: vereiste van een opzettelijke bedrieglijke fout 8. Fraus is geen synoniem voor de opzettelijk fout. Fraus (letterlijker vertaling: bedrog) speelt zich immers onvermijdelijk af in contractuele relaties. DIEUX heeft het in die zin over assimilation de la faute intentionnelle à la fraude. 18 Voor de toepassing van fraus omnia corrumpit in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht worden de traditionele rechtsgevolgen van het rechtsbeginsel uitgebreid naar buitencontractuele geschillen waarin een opzettelijke fout aanwezig is. Er bestaat in dat opzicht een gelijkschakeling tussen bedrog en de opzettelijke fout. 19 Sinds het aangehaalde arrest van 6 november 2007 bestaat er in de rechtsleer eensgezindheid omtrent de opzettelijke fout die wordt vereist voor de toepassing van fraus omnia corrumpit. Het is steeds vereist dat de handeling werd gesteld met de bedoeling te schaden. 20 bedrieglijk handelen te brengen ) en W. GELDOF, De opgelichte bank haalt opgelucht adem (noot onder Cass. 6 november 2002), Juristenkrant 2003, afl. 61, 1 ( de misdrijven valsheid in geschrifte en oplichting hebben als noodzakelijk bestanddeel het bedrieglijk opzet of de bedoeling schade toe te brengen aan een ander en in dat geval mag de dader geen profijt halen uit de eigen fout van de benadeelde ). Andere rechtsleer gaat verder en stelt dat met dit arrest al een oogmerk om te schaden vereist wordt, zie: H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer in B. TILLEMANS en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, 240, nr. 50 ( Het arrest van 6 november 2002 verduidelijkt ook wat onder opzet moet verstaan worden (...) Opzet te schaden is dus vereist. ). 17 Cass. 6 november 2007, Arr.Cass. 2007, afl. 11, 2093, NC 2008, alf. 3, 195, Pas. 2007, afl. 11, 1942 en RW , 1716, noot B. WEYTS. 18 X. DIEUX, Développements de la maxime fraus omnia corrumpit dans la jurisprudence de la cour de cassation de Belgique in P. FORIERS, L. SIMONT en X. DIEUX (eds.), Actualité du droit des obligations, Brussel, Bruylant, 2005, (125) 151. Goedgekeurd: P. VAN OMMESLAGHE, Un principe général du droit: fraus omnia corrumpit in P. MARTENS (ed.), Liber amicorum Paul Martens: l humanisme dans la résolution des conflits. Utopie ou réalité?, Brussel, Larcier, 2007, (591) Deze gelijkschakeling geldt enkel bij de toepassing van fraus, zie A. LENAERTS, Fraus, 62, nr. 71 in fine. 20 Zie bijvoorbeeld: H. BOCKEN, I. BOONE, M. KRUITHOF, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Die Keure, Brugge, 2014, 80, nr. 121; S. GUILIAMS, De verdeling van de schadelast bij samenloop van een opzettelijke en een onopzettelijke fout, RW , (474) 479; A. LENAERTS, Fraus, 62, nr. 71 in fine; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Over de zelfstandige maar afgebakende rol van Fraus omnia corrumpit in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN 6

12 9. De ene opzettelijke fout is echter de andere niet. 21 Binnen het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, en ook daarbuiten, bestaat een ruimere invulling van de opzettelijke fout. In deze invulling is het niet vereist dat de schadeverwekker de bedoeling had schade te berokkenen. 22 Teneinde begripsverwarring te vermijden, werd door bepaalde auteurs een onderscheid voorgesteld, namelijk het onderscheid tussen de bedrieglijke fout (die een oogmerk te schaden vereist) en de opzettelijke fout (die louter vereist dat een regel opzettelijk wordt overtreden). 23 Voor de toepassing van fraus omnia corrumpit in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht zou dan een bedrieglijke fout noodzakelijk zijn. Deze verfijning zou bovendien nuttig zijn om begripsverwarring ten opzichte van het opzet-begrip in het verzekeringsrecht te vermijden. 24 Daar waar dit argument leek weg te vallen met het cassatiearrest van 24 april 2009 waarin het Hof voor het opzet-begrip in verzekeringszaken ook een oogmerk om te schaden vereiste 25, herneemt het zijn nut met het recent arrest van 23 februari RANSBEECK (eds.), Fraus omnia corrumpit: mogelijkheden en moeilijkheden in het privaatrecht, Brugge, Die Keure, (53) B. WEYTS, De ene opzettelijk veroorzaakte fout is de andere niet. Over opzet in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht in J.-F. FAGNART (ed.), Liber amicorum Jean-Luc Fagnart, Brussel, Bruylant/Anthemis, 2008, (363) A. LENAERTS, Fraus, 63, nr L. CORNELIS, Ongeschikt voor gevoelige juristen: over de intieme verhouding tussen schade en causaal verband in L. CORNELIS, A. VAN OEVELEN, H. VANDENBERGHE, M. DEBAENE en P. SOENS (eds.), Aansprakelijkheidsrecht: Actuele tendensen, Gent, Larcier, (157) 185; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 270; B. WEYTS, De toepassing van Fraus omnia corrumpit bij de samenloop van aansprakelijkheden volgens het Hof van Cassatie: de bedoeling te schaden is vereist (noot onder Cass. 6 november 2007), RW , GUILIAMS stelt dat dit onderscheid overbodig is, wanneer men een opzettelijke fout interpreteert als een onrechtmatige daad gesteld met oogmerk te schaden, namelijk in de enge zin, S. GUILIAMS, De verdeling van de schadelast bij samenloop van een opzettelijke en onopzettelijke fout, RW , (474) Het Hof van Cassatie hanteerde immers aanvankelijk een andere invulling van het opzet-begrip in het verzekeringsrecht: er werd niet vereist dat het schadegeval was veroorzaakt met als oogmerk te schaden, zie Cass. 5 december 2000, De Verz. 2001, 256, noot M. HOUBEN. 25 Cass. 24 april 2009, Arr.Cass. 2009, 1111, NJW 2009, 635, noot G. JOCQUE, Pas. 2009, 1024, RABG 2010, 1308, noot D. WUYTS, TBH 2010, 56, noot H. COUSY, T.Verz. 2010, 38, noot J.-L. FAGNART. 26 Cass. 23 februari 2017, JLMB 2017, 1995, noot N. SCHMITZ, RW , 665, noot B. WEYTS en D. WUYTS (In dit arrest brengt het Hof van Cassatie een verfijning aan op het opzet-begrip in het verzekeringsrecht. Naar aanleiding van dit arrest wordt vereist dat men de wil had om een schade te veroorzaken die voortvloeit uit de totstandkoming van een door de verzekeringsovereenkomst gedekt risico. Nu het opzet-begrip in het 7

13 Het onderscheid tussen de opzettelijke en de bedrieglijke fout is ook op een ander punt nuttig. Hierdoor zou immers ook goed het verschil kunnen gezien worden tussen de bedrieglijke fout die vereist wordt voor de toepassing van fraus omnia corrumpit, en de opzettelijke fout die volstaat voor de ongeldigheid van een exoneratiebeding. 27 Om deze redenen verdient de invulling voor het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht als bedrieglijke fout mijns inziens navolging. Bovendien wordt hierdoor de tussenoplossing van de gelijkschakeling tussen bedrog en de opzettelijke fout overbodig gemaakt. De bedrieglijke fout is voor het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht het equivalent van bedrog. Voor het vervolg van deze masterproef zal dan ook het begrip bedrieglijke fout worden gehanteerd. C. Conclusie: oogmerk te schaden, maar nuances 10. Vooraleer in te gaan op een meer genuanceerde invulling van het oogmerk om te schaden, dient te worden opgemerkt dat naast dit oogmerk te schaden (het subjectieve element), ook steeds sprake moet zijn van een objectief element. Het louter (trachten te) berokkenen van schade volstaat in dat opzicht niet. 28 Dit is logisch wanneer wordt uitgegaan van de premisse dat voor de toepassing van fraus omnia corrumpit in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht een bedrieglijke fout wordt vereist. i. Het beogen van onrechtmatig voordeel (met nadeel voor ander) wordt ook gevat 11. LENAERTS legt het oogmerk om te schaden in haar proefschrift ruim uit. De bedrieger zou doorgaans in de eerste plaats zelf een onrechtmatig voordeel trachten te halen uit zijn bedrieglijk handelen. Dit voordeel voor de bedrieger zou evenwel bijna per definitie neerkomen op een nadeel voor een ander. Het oogmerk om te schaden zou dan bestaan uit het bewust zijn van de schade voortvloeiend uit het realiseren van een onrechtmatig voordeel, en de wil om de nadelige verzekeringsrecht naar aanleiding van dit arrest terug verfijnd is, blijft het onderscheid opzettelijke-bedrieglijke fout nuttig om begripsverwarring ten opzichte van het verzekeringsrecht te vermijden). 27 A. LENAERTS, Fraus, 258, nr P. VAN OMMESLAGHE, Un principe général du droit: fraus omnia corrumpit, in P. MARTENS, Liber amicorum Paul Martens: l humanisme dans la résolution des conflits. Utopie ou réalité?, Brussel, Larcier, 2007, (591) 608. Deze auteur haalt hier als voorbeeld aan dat in het mededingingsrecht het (trachten te) berokkenen van schade bijna inherent aanwezig is. Het is evident dat dit, bij gebrek aan fout, geen aanleiding kan geven tot een aansprakelijkheidsvordering. Dit is volgens hem naar analogie ook zo voor de toepassing van fraus omnia corrumpit. 8

14 rechtsgevolgen toch te veroorzaken. 29 Deze ruime invulling verdient navolging. Het is kunstmatig de toepassing van het adagium te beperken tot een oogmerk om te schaden in de enge zin, namelijk het louter schade willen berokkenen. Allicht zal in vele gevallen de bedrieglijk handelende persoon in eerste instantie een eigen voordeel beogen. Dit komt in die hypothese dan neer op een nadeel voor een ander. Zo zal iemand die een diefstal pleegt, dit vooreerst doen om zichzelf te verrijken. Dat hierdoor schade wordt berokkend aan de schadelijder, is in dat opzicht de spreekwoordelijke keerzijde van de medaille. Daarenboven kan worden opgemerkt dat deze ruime invulling reeds de facto door bepaalde rechters wordt toegepast. 30 Anderzijds zou het ook mogelijk zijn dat winst op frauduleuze wijze wordt gerealiseerd zonder dat daarbij ook schade wordt berokkend aan een persoon A. LENAERTS, Fraus, 41, nr. 54. Cfr. J.-F. ROMAIN, Théorie critique du principe général de bonne foi en droit privé, Brussel, Bruylant, 2000, nr. 268 (hierna: J.-F. ROMAIN, Théorie critique) en J. VIDAL, Essai d une théorie générale de la fraude en droit français, le principe fraus omnia corrumpit, Parijs, Dalloz, 1957, 125 ( Mais généralement ceux qui fraudent ne cherchent nullement à nuire à autrui, ce sont leurs propres intérêts, peut-être même l intérêts de tiers, qu ils désirent assurer mais a tout prix ). [nadruk toegevoegd] Goedgekeurd: D. WUYTS, Verzekeringsfraude, Antwerpen, Intersentia, 2014, 102, nr. 138 in fine. In dezelfde zin maar ietwat anders geformuleerd: J. CARBONNIER, Droit civil. 4: Les obligations, Parijs, PUF, 1992, 409 ( Peu importe qu il ait voulu le mal pour atteindre un intérêt, ou le mal pour le mal, sans intérêt pour luimême ). 30 Niettemin zullen zij het oogmerk om te schaden wel nog letterlijk vermelden in hun beslissing, maar onderzoek van de feiten leert dat een oogmerk om te schaden in de enge zin vaak onwaarschijnlijk is. Zie bvb. Bergen (2 e k.) 30 juni 2015, RGAR 2016, (In dit arrest werd eerst een reeks onroerende goederen uitgesplitst door een notaris en een andere persoon. Het hof oordeelde dat dit bedrieglijk gebeurde, aangezien deze uitsplitsing als doel zou gehad hebben de uitoefening van het voorkeurrecht van een andere persoon te belemmeren. Deze persoon startte een procedure, maar ondertussen verwierf een bepaald echtpaar een deel van die goederen, hoewel de echtgenoten op de hoogte waren van de procedure. Het hof leidde hier een oogmerk om te schaden in hoofde van het echtpaar uit af. Het is niettemin duidelijk dat het echtpaar als hoofddoel had de goederen te verwerven. Dat het hiermee voor de begunstigde van het voorkeurrecht moeilijker zou worden zijn voorkeurrecht uit te oefenen, is in dat opzicht de spreekwoordelijke keerzijde van de medaille.) 31 M. KRUITHOF, De vordering tot voordeeloverdracht, TPR 2011, (13) 22, nr. 5, voetnoot 21. In navolging van MEIRLAEN moet echter worden opgemerkt dat degene die schade lijdt ook een abstracte derde kan zijn, zoals bijvoorbeeld de maatschappij in haar geheel. Bijgevolg zullen de gevallen waar er geen sprake is van schade, zeer uitzonderlijk zijn. Zie M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 278, nr

15 ii. Schade is geen vereiste 12. Voor de beoordeling van het oogmerk te schaden, wordt niet vereist dat de schade ook wel degelijk wordt berokkend. 32 Dat de schadeverwekkende intentie bewezen is, volstaat. 33 Het gebrek aan schade lijkt op het eerste zicht problematisch. Inderdaad, hierdoor zal geen aansprakelijkheidsvordering mogelijk zijn. 34 Hierbij moet evenwel worden opgemerkt, in navolging van ROMAIN, dat ook fraus omnia corrumpit op zich de basis kan vormen voor een rechtsvordering. 35 Niettemin stelt LENAERTS terecht dat in de meeste gevallen wel effectief schade zal zijn berokkend aan het slachtoffer. 36 Wanneer in dat geval zowel de toepassingsvoorwaarden van fraus omnia corrumpit als van artikel 1382 BW vervuld zijn, zal de benadeelde een keuzerecht genieten 37, maar ook een combinatie van beide vorderingen wordt niet uitgesloten. 38 Het is immers duidelijk dat de vordering op grond van fraus omnia corrumpit principieel te onderscheiden is van die op grond van artikel 1382 BW. 39 De vordering op grond van fraus omnia corrumpit zal dan strekken tot het uitschakelen van de toepassing van een rechtsregel 40, terwijl de vordering op grond van artikel 1382 BW zal strekken tot vergoeding van de schade. Stel dat een persoon opzettelijk schade berokkent aan het slachtoffer. Allicht zal het slachtoffer hier een vordering ex artikel 1382 BW kunnen instellen. Een bedrieglijke fout is a fortiori een gewone fout. In de hypothese dat ook 32 M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 278, nr. 26. Contra: J. VIDAL, Essai d une théorie générale de la fraude en droit français. Le principe fraus omnia corrumpit, Parijs, Dalloz, 1957, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, nr. 245; A. LENAERTS, Fraus, 319, nr. 291 in fine. 34 M. KRUITHOF, De vordering tot voordeeloverdracht, TPR 2011, (13) 22, nr. 5, voetnoot J.-F. ROMAIN, Théorie critique, 770, nr A. LENAERTS, Fraus, 337, nr J.-F. ROMAIN, Théorie critique, 770, nr 335 ( Ce principe signifie qu un sujet de droit, lorsqu il est victime d un acte de fraude qui est par ailleurs une faute intentionnelle à l origine d un dommage, bénéfice généralement d un choix d actions, entre une action pour fraude fondée sur le principe général Fraus omnia corrumpit (ou sur le régime légal de fraude spécialement applicable, le cas échéant), et une action en responsabilité fondée sur le droit commun de la responsabilité délictuelle (cfr. art du Code civil) ). Het is duidelijk dat wanneer de vordering louter wordt gegrond op fraus omnia corrumpit, dit geen aansprakelijkheidsvordering meer is. 38 J.-F. ROMAIN, Théorie critique, 770, nr A. LENAERTS, Fraus, 338, nr Infra 18, nr

16 het slachtoffer een fout beging, zal de benadeelde fraus kunnen inroepen wanneer de schadeverwekker een verdeling van aansprakelijkheid (de geviseerde rechtsregel) tracht te bekomen. 41 Het past niet om hier op dit punt verder op in te gaan, maar de lezer dient voor ogen te houden dat fraus omnia corrumpit een autonome rechtsfiguur is 42, met een eigen finaliteit, en dus geenszins een bijzondere toepassing van artikel 1382 BW. 43 iii. Soepele bewijslast 13. Hoewel het bedrieglijk oogmerk op abstract niveau moeilijk aan te tonen is 44, wordt de bewijslast op een aantal punten vergemakkelijkt. Het hoger aangehaald keuzerecht werkt vooreerst door op vlak van de bewijslast. Zo zal het vooreerst niet vereist zijn, in het geval waarin het adagium zelf de basis vormt voor de rechtsvordering, een schade en een causaal verband in de zin van artikel 1382 BW te bewijzen. 45 Bovendien zal in gevallen waar de burgerlijke vordering tot vergoeding van de geleden schade voortvloeit uit een opzettelijk misdrijf, dit oogmerk op burgerlijk vlak makkelijker kunnen worden bewezen. 46 LENAERTS merkt ten slotte op, op grond van onderzoek naar aanleiding van haar proefschrift, dat het oogmerk te schaden niet altijd afzonderlijk zal moeten 41 Cass. 6 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2383, Pas. 2002, 2103, JLMB 2003, 808, JT 2003, 310, conclusie Adv. Gen. J. SPREUTELS, RCJB 2004, 267, noot F. GLANSDORFF, RGAR 2003, nr , RW , 1629, noot B. WEYTS, T. Verz. 2003, 815, noot P. GRAULUS. Zie infra 42 A. LENAERTS, Fraus, Zie als voorbeeld hier het in voetnoot 30 aangehaalde arrest van het hof te bergen, Bergen (2 e k.) 30 juni 2015, RGAR 2016, Het hof van beroep te bergen weigerde hier de vordering van echtpaar S. omdat zij een reeks onroerende goederen bedrieglijk hadden verworven. Het bedrieglijk oogmerk bestond erin de goederen te verwerven teneinde de uitoefening van het voorkeurrecht van V.H. te belemmeren. Aangezien deze laatste er niettemin alsnog in slaagde zijn voorkeurrecht uit te oefenen, was er geen sprake van schade die voortvloeide uit het oogmerk om te schaden. Ook de procedure die V.H. diende te voeren was in dat opzicht geen schade die voorvloeide uit het oogmerk om te schaden, aangezien deze al lopende was ten tijde van de verwerving. Niettemin oordeelde het hof van beroep hier dat de vordering van het echtpaar diende te worden geweigerd op grond van fraus omnia corrumpit. 44 M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 278, nr J.-F. ROMAIN, Théorie cirtique, 773, nr Zie bvb. Cass. 6 november 2007, Pas. 2007, I, 1942 en RW , 1716, noot B. WEYTS ( Wanneer het misdrijf witwassen een gemeenschappelijke fout is met het misdrijf oplichting dat schade berokkent aan de eigenaar van de witgewassen gelden, pleegt de dader het feit met het oogmerk de gelden buiten het bereik van de eigenaar te houden. Aldus pleegt de dader het misdrijf met de bedoeling te schaden. ). [nadruk toegevoegd] 11

17 worden aangetoond. 47 Meer algemeen lijkt het niet in elk geval uitgesloten dat het oogmerk om te schaden wordt afgeleid uit de feitenconstellatie Erkenning als algemeen rechtsbeginsel 14. Hoewel bepaalde rechtsleer twijfelde hieraan twijfelde, werd het in een arrest van 23 januari 1968 door het Hof van Cassatie erkend als algemeen rechtsbeginsel. 48 Deze erkenning is belangrijk: bij gebrek aan ofwel erkenning als algemeen rechtsbeginsel, ofwel veruitwendiging in een rechtsregel, hebben dergelijke adagia geen juridisch verbindende waarde. 49 De erkenning van fraus omnia corrumpit als algemeen rechtsbeginsel wordt door een overgrote meerderheid in de rechtsleer terecht goedgekeurd Afbakening ten opzichte van het verbod op rechtsmisbruik Net als het rechtsbeginsel dat in deze masterproef centraal staat, werd het verbod op rechtsmisbruik door het Hof van Cassatie erkend als algemeen rechtsbeginsel. 52 Volgens de huidige definitie pleegt men rechtsmisbruik wanneer een recht wordt uitgeoefend op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd 47 A. LENAERTS, Fraus, 41, nr Cass. 23 januari 1968, Arr.Cass. 1968, 695, Pas. 1968, 649. Later o.a. bevestigd in: Cass. 6 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2383, Pas. 2002, 2103, JLMB 2003, 808, JT 2003, 310, conclusie Adv. Gen. SPREUTELS, J., RCJB 2004, 267, noot F. GLANSDORFF, RGAR 2003, nr , RW , 1629, noot B. WEYTS, T. Verz. 2003, 815, noot P. GRAULUS en Cass. 19 maart 2004, Arr.Cass. 2004, 499, Pas. 2004, I, 476, JLMB 2005, 1664, RW , Zie voor rechtspraak bvb. Cass. 5 september 1996, Arr.Cass. 1997, 224, noot I. CLAEYS. Zie voor rechtsleer bvb. J. BAECK, Deugnieten en nietigheden. Over ongeoorloofde overeenkomsten, nemo auditur, in pari causa en artikel 6 van het Burgerlijk Wetboek in I. BOONE, I. CLAEYS, L. LAVRYSEN (eds.), Liber Amicorum Hubert Bocken, Brugge, Die Keure, 2009, (149) Zie bijvoorbeeld: P. MARCHAL, Principes généraux de droit, Brussel, Bruylant, 2014, 253, nr. 2; P. VAN OMMESLAGHE, Un principe général du droit: fraus omnia corrumpit in P. MARTENS (ed.), Liber amicorum Paul Martens: l humanisme dans la résolution des conflits. Utopie ou réalité?, Brussel, Larcier, 2007, (591) , nr. 3. DEVOS is de enige auteur die dit in twijfel trekt, zie D. DEVOS, Propos sur la répression de la fraude en droit privé, T.B.H. 1985, (283) Zie met de betrekking tot de afbaking van fraus omnia corrumpit ten opzichte van verwante rechtsfiguren in het algemeen: A. LENAERTS, Fraus, Illustratief: Cass. 16 september 1971, Arr.Cass. 1972, 31, concl. G. VAN DER MEERSCH, Pas. 1972, I, 28, noot W. G., JT 1972, 118, RCJB 1976, 300, noot P. VAN OMMESLAGHE, RGAR 1972, nr. 8791, RW , 321 en T.Aann. 1972, 245, noot VERBERNE; Cass. 5 maart 1984, Arr.Cass , 836, Pas. 1984, I, 768 en RW , 1810; Cass. 13 april 1984, Arr.Cass , 1084 en Pas. 1984, I,

18 persoon. 53 Voor dit algemeen criterium werd gevestigd, golden er evenwel afzonderlijke toepassingsgevallen. Het oudste daarvan, zowel in de Belgische als de Franse rechtspraak, was de uitoefening van een recht met exclusief oogmerk te schaden. 54 Zoals hierboven uitvoerig besproken, vereist ook fraus omnia corrumpit een oogmerk te schaden. De vraag kan dan ook gesteld worden of deze algemene rechtsbeginselen van elkaar dienen onderscheiden te worden, dan wel met elkaar verweven zijn Er bestaan niettemin belangrijke verschilpunten tussen beide rechtsbeginselen. Zo zal fraus omnia corrumpit vooreerst toepassing vinden wanneer in de totstandkoming van een rechtshandeling of verkrijging van de toepassing van een rechtsregel bedrog werd gepleegd, terwijl het verbod op rechtsmisbruik speelt in de fase van de uitoefening van een rechtshandeling of de precieze aanwending van een rechtsregel. Daarnaast verschilt ook de rechterlijke beoordelingsbevoegdheid. Zo zal er in het kader van het verbod van rechtsmisbruik slechts sprake zijn van een marginale toetsing. 56 Tenslotte verschillen ook de rechtsgevolgen van beide rechtsfiguren. 57 Zo zal rechtsmisbruik niet leiden tot verlies van het recht in kwestie, maar slechts tot mindering tot de normale uitoefening ervan. 58 Wanneer het beroep op fraus omnia corrumpit wordt aanvaard, is de sanctie zoals hieronder zal worden besproken radicaler. 53 Cass. 16 september 1971, Arr.Cass. 1972, 31, concl. G. VAN DER MEERSCH, Pas. 1972, I, 28, noot W. G., JT 1972, 118, RCJB 1976, 300, noot P. VAN OMMESLAGHE, RGAR 1972, nr. 8791, RW , 321 en T.Aann. 1972, 245, noot VERBERNE. 54 A. LENAERTS, Over de algemene rechtsbeginselen Fraus omnia corrumpit en het verbod op rechtsmisbruik: een zoektocht naar hun onderlinge afbakening in het privaatrecht, TBBR 2015, afl. 1, (1) 8, nr. 11 met verwijzingen naar desbetreffende rechtspraak in voetnoot Zie meer algemeen met betrekking tot de wisselwerking tussen fraus omnia corrumpit en het verbod van rechtsmisbruik: A. LENAERTS, Over de algemene rechtsbeginselen Fraus omnia corrumpit en het verbod op rechtsmisbruik: een zoektocht naar hun onderlinge afbakening in het privaatrecht, TBBR 2015, afl. 1, 2-22; M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (287) P. MARCHAL, Principes généraux de droit, Brussel, Bruylant, 2014, 246, nr. 226 met verwijzingen in voetnoot A. LENAERTS, De contouren van het algemeen rechtsbeginsel Fraus omnia corrumpit in Fraus omnia corrumpit: mogelijkheden en moeilijkheden in het privaatrecht, Brugge, Die keure, (17) 46, nr. 26; M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 287, nr. 56. Deze laatste auteur merkt op dat het verschil in bepaalde gevallen kan vervagen. Het past echter niet in het kader van deze masterproef hier verder op in te gaan. 58 M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 285, nr

19 1.5. Rechtsgevolgen van fraus: voorlopige omschrijving 17. Volgens de klassieke formulering verbiedt fraus omnia corrumpit een bedrogpleger om zich op zijn bedrog te beroepen om de toepassing van een rechtsregel in zijn voordeel te rechtvaardigen. 59 Deze formulering kan bezwaarlijk worden bijgevallen want zij is veel te abstract en bovendien onvolledig. Meer algemeen heeft fraus omnia corrumpit als doel bedrieglijke rechtsgevolgen te neutraliseren. De omschrijving die LENAERTS geeft, maakt duidelijk dat de klassieke formering slechts een categorie 60 is: Het neutraliseren van de bedrieglijke rechtsgevolgen zal, buiten het kader van de geldigheid van rechtshandelingen, bestaan in het uitschakelen van een rechtsregel, die is verkregen in aanwezigheid van bedrog namelijk door middel van bedrog of doordat de bedrieger zich, ondanks dit bedrog, toch op een rechtsregel beroept. 61 [nadruk toegevoegd] In een later stadium van deze masterproef zal deze omschrijving genuanceerd worden; tot dan dient zij in het achterhoofd gehouden te worden. Niettemin kan nu al worden opgemerkt dat voor de toepassing in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht men zich steeds op een rechtsregel zal beroepen, ondanks het bedrog. Meer precies zou de rechtsregel in dat geval ertoe leiden dat het bedrieglijk handelen uitwerking behoudt 62, en moet het uitschakelen ervan zo verhinderen dat de dader een onrechtmatig voordeel verkrijgt of behoudt A. VAN OEVELEN, Algemene rechtsbeginselen in het verbintenissen- en contractenrecht in M. VAN HOECKE (ed.), Algemene rechtsbeginselen, Antwerpen, Kluwer, 1991, (95) Als voorbeeld kan hier de doorwerking van fraus in het bewijsrecht worden aangehaald: als onrechtstreeks gevolg zal de toepassing van de rechtsregel in kwestie worden geweigerd wanneer deze is verkregen door middel van bedrieglijk bewijs, zie A. LENAERTS, Fraus, 329, nr Zie over de verschillende categorieën van toepassingsgevallen van fraus omnia corrumpit in het algemeen (en dus niet beperkt tot het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht): M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) , nrs A. LENAERTS, Fraus, 328, nr M. MEIRLAEN, Ongeschreven rechtsgrenzen. Verbod van rechtsregelontduiking, fraus omnia corrumpit en verbod van rechtsmisbruik (deel 2), NJW 2018, (278) 280, nr A. LENAERTS, Fraus, 330, nr

20 Hoofdstuk 2: Pluraliteit van aansprakelijkheden 18. Teneinde de toepassing van het adagium in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht nuttig te kunnen bespreken, dient eerst kort het ruimere kader geschetst te worden waarbinnen het adagium toepassing vindt. Wanneer verschillende rechtsfeiten die in een bestaande regel van positief recht als aansprakelijkheidsbasis worden erkend 64 samen eenzelfde schade veroorzaken, zal in de regel een verdeling van aansprakelijkheid geschieden Samenloop fout gedaagde met fout slachtoffer 19. Wanneer een fout van de gedaagde in samenloop komt met een fout van het slachtoffer, zal direct een verdeling van aansprakelijkheid worden aanvaard. 65 Meer algemeen kan de schadeverwekker een fout op voorwaarde dat deze ook in causaal verband staat met de schade van het slachtoffer inroepen om zich (geheel of gedeeltelijk) van aansprakelijkheid te bevrijden. 66 Met andere woorden: de schadeverwekker zal in principe niet tot gehele vergoeding jegens het slachtoffer kunnen worden veroordeeld wanneer ook de fout van het slachtoffer in causaal verband staat met de geleden schade. Dit geldt ook wanneer de fout van de derde veel ernstiger is dan die van het slachtoffer. 67 Dit principe werd later meermaals door het Hof van Cassatie bevestigd. 68 Hiervoor zal de aangesprokene een fout moeten bewijzen van het slachtoffer, die in causaal verband staat met de schade. De feitenrechter zal cassatiecontrole riskeren wanneer hij, na eerst een fout van 64 M. KRUITHOF, Oorzaak of aanleiding? Geen causaal verband zonder causale bijdrage in T. VANSWEEVELT en B. WEYTS (eds.), Actuele ontwikkelingen in het aansprakelijkheidsrecht. Iste Interuniversitair Congres over Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (ICAV I), Intersentia, Antwerpen, 2014, (139) 140, nr. 2 (Hierna: M. KRUITHOF, Oorzaak of aanleiding ). Deze formulering omvat aldus ook rechtsfeiten die aanleiding geven tot een objectieve aansprakelijkheid. 65 R. DALCQ, Traité de la responabilité civile. 2: Le lien de causalité, Le dommage et sa réparation, Brussel, Larcier, 1962, 178, nr B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Intersentia, Antwerpen, 2003, 257, nr Cass. 16 februari 1970, Pas. 1970, I, Zie o.m. Cass. 24 december 1974, Arr. Cass. 1975, 488; Cass. 5 maart 1981, Arr. Cass. 1981, 747; Cass. 28 september 1989, Arr. Cass , 130; Cass. 29 juni 1995, Arr. Cass. 1995, 690; Cass. 6 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2383, concl. J. SPREUTELS, Juristenkrant 2003, afl. 61, 1, noot W. GELDOF, Pas. 2002, 2103, JT 2003, 310, concl. J. SPREUTELS, JLMB 2003, 808, concl. J. SPREUTELS, RCJB 2004, 267, noot F. GLANSDORFF, RGAR 2003, nr , RW , 1629, noot B. WEYTS, T. Verz. 2003, 815, noot P. GRAULUS. 15

21 het slachtoffer weerhouden te hebben, de andere aansprakelijke(n) veroordeelt tot de gehele schade, zonder vast te stellen dat de schade zich zonder de fout van de schadelijder op dezelfde manier zou hebben voorgedaan. 69 Omgekeerd zal ook de beslissing die de vordering van het slachtoffer jegens de dader afwijst op grond dat van het feit dat laatstgenoemde ook een fout heeft begaan, zonder vast te stellen dat de schade zich zonder de fout van de dader ook zou hebben voorgedaan, tot vernietiging voor het Hof van Cassatie leiden Het bepalen van de juridische grondslag van de verdeling van de schadelast in dit geval is, bij gebrek aan specifieke bepaling in het burgerlijk wetboek, niet eenvoudig. 71 Er bestaat op dit punt dan ook geen eensgezindheid in de rechtsleer. CORNELIS betoogt dat art BW de grondslag hiervan is. Het deel van de schade dat door het slachtoffer zelf werd veroorzaakt, zou in die hypothese persoonlijke schade zijn van de aangesprokene (derde), waarvoor laatstgenoemde op grond van 1382 BW vergoeding kan vorderen van de schadelijder. 72 Er wordt vanuit de rechtsleer kritiek uitgeoefend op deze zienswijze. CORNELIS zou op deze manier het slachtoffer behandelen zoals een derde-dader. Die gelijkstelling zou niet kloppen: in tegenstelling tot in hoofde van een derde-dader, rust op het slachtoffer geen verbintenis om zijn eigen schade te vergoeden. 73 LENAERTS verfijnt de theorie van CORNELIS en betoogt dat de equivalentieleer zelf de grondslag is voor de aansprakelijkheidsverdeling. Aangezien zonder de eigen fout de schade van het slachtoffer kleiner zou zijn geweest, moet het zijn eigen veroorzaakte schade zelf dragen. Dit deel kan met andere woorden niet worden afgewenteld op de aangesprokene. 74 Hierbij kan evenwel 69 Cass. 28 septebmer 1989, Arr.Cass , 130; Bull. 1990, 117, T.Verz. 1990, 165, noot M. LAMBER, J.dr.jeun. 1990, afl 10, 36, noot D. PHILIPPE, JLMB 1990, 1226, JT 1990, 22, Pas. 1990, I, 117, RGAR 1992, nr , RGAR 1992, nr , Verkeersrecht 1990, 150, ZW 1990, 52 en Cass. 26 maart 1992, Arr.Cass , Bull. 1992, 674, JT 1992, 445, Pas. 1992, I, 674; Verkeersrecht 1992, Cass. 13 februari 1987, Arr.Cass , 796, Bull. 1987, 715, Pas. 1987, I, B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Intersentia, Antwerpen, 2003, 344, nr L. CORNELIS, Beginselen van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 1989, Zie hierover B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Intersentia, Antwerpen, 2003, 346, nr. 402 in fine met verwijzingen in voetnoot A. LENAERTS, Fraus, 173, nr

22 worden opgemerkt dat de rol van de equivalentieleer uitgespeeld is zodra vaststaat wie aansprakelijk is. 75 De equivalentieleer bepaalt enkel welke fouten kunnen leiden tot aansprakelijkheid, namelijk alle fouten die een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de schade. Dit zegt niets over het al dan niet verdeeld moeten worden van de schadelast. Dat de grondslag voor de aansprakelijkheidsverdeling kan gehaald worden uit de equivalentieleer an sich, lijkt dus moeilijk aan te nemen. Hierop besluit de meerderheid in de rechtsleer mijns inziens terecht dat een juridisch technische verklaring ontbreekt. Daarentegen zou de aansprakelijkheidsverdeling in dit geval beantwoorden aan een billijkheidsgevoel. Het is onbillijk om aan het slachtoffer schadevergoeding toe te kennen voor het deel van de schade waarvoor hij zelf aansprakelijk is. 76 Het belang van de precieze grondslag van deze aansprakelijkheidsverdeling komt later aan bod Samenloop fout gedaagde met fout van een derde 21. Wanneer het slachtoffer schade lijdt waarvoor verschillende personen aansprakelijk zijn, kan het slachtoffer iedere schadeverwekker aanspreken voor het geheel, met die nuance dat het slachtoffer natuurlijk nooit méér vergoed kan zien dan de werkelijk geleden schade. 78 Deze verplichting tot vergoeding van het slachtoffer heet de obligatio. In een arrest van 2 april 1936 werd dit principe door het Hof van Cassatie voor het eerst expliciet erkend M. KRUITHOF, Oorzaak of aanleiding, (139) 179, nr H. BOCKEN, I. BOONE, M. KRUITHOF, Inleiding tot het schadevergoedingsrecht. Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en andere schadevergoedingsstelsels, Die Keure, Brugge, 2014, 76, nr R.O. DALCQ, Traité de la responsabilité civile, II, 1962, Brussel, Larcier, 208, nr ( Une fois de plus, l explication profonde du mécanisme... doit être recherchée dans un sentiment d équité qui empêche de mettre entièrement à charge du défendeur un dommage dont ils n est que partiellement responsable en fait... ); J. KIRKPATRICK, Les limites du champ d application du principe fraus omnia corrumpit, (noot onder Cass. 3 maart 2011), RCJB 2012, (25) 39, nr. 18; J.-F. ROMAIN, Théorie cirtique, Brussel, Bruylant, 2000, 318, nr ( L on ne peut nier l importance de la jurisprudence qui opére une forme de partage de responsabilité entre l auteur principal du dommage et la victime; cette jurisprudence (...) se fonde en réalité dans l équité. ) en B. WEYTS, De fout van het slachtoffer in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Intersentia, Antwerpen, 2003, Infra 47, nr R. DALCQ, Traité de la responabilité civile. 2: Le lien de causalité, Le dommage et sa réparation, Brussel, Larcier, 1962, 176, nr Cass. 2 april 1936, Pas. 1936, I, 209 (... et, si plusieurs personnes se trouvent ainsi tenues à la réparation intégrale du dommage, elles y seront toutes obligées envers la victime, sauf à régler entre elles la question de la contribution de la dette ). [nadruk toegevoegd] 17

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 november 2002 P.01.1108.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.01.1108.F.- I. S. M., beklaagde, tegen 1. INTERSELEX, naamloze vennootschap, 2. FORTIS BANK, naamloze vennootschap, burgerlijke partijen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Heeft België nood aan een wijziging van art. 1385 BW? Een rechtsvergelijkend onderzoek met Duitsland, Frankrijk en Nederland

Nadere informatie

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht

Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Tolpe Alexander (studentennr.

Nadere informatie

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17 INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit Limburg is een

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN

DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN VERZEKERINGSCONTEXT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Paulien Walraet

Nadere informatie

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen.

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen. Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0617.N I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen. III. BESLISSING

Nadere informatie

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Kelly Rubrecht

Nadere informatie

Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid

Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Sociaal overleg in KMO s: een te zware last voor de werkgever of nodige bescherming voor de werknemer?

Nadere informatie

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS?

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? I. Inleiding 1. Het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 21 november

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Correctiemechanismen op de absolute verjaringstermijn inzake de buitencontractuele aansprakelijkheid Promotor : Prof. dr. Ilse

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen.

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen. Het nieuwe artikel 1798 lid 3 BW: mogelijkheid voor de bouwheer tot consignatie van de betwiste schuldvordering van de onderaannemer op de hoofdaannemer 1. De uitoefening van de rechtstreekse vordering

Nadere informatie

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd?

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Masterproef van de

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Nadere informatie

Kanaal- en schoorsteenarrest

Kanaal- en schoorsteenarrest Kanaal- en schoorsteenarrest 1. INSTRUCTIES... 2 2. SCHOORSTEENARREST... 2 A. FEITEN... 2 B. FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN... 2 D. OORDEEL CASSATIE... 2 3. KANAALARREST... 3 A. FEITEN... 3 B. FEITENRECHTER...

Nadere informatie

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag

Nadere informatie

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Neil Simons Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Ilse Samoy

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent FRAUS OMNIA CORRUMPIT. Wellekens Elisabeth

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent FRAUS OMNIA CORRUMPIT. Wellekens Elisabeth Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010 2011 FRAUS OMNIA CORRUMPIT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Wellekens Elisabeth (studentennr. 00605775) (major:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Fusies en splitsingen: fiscale neutraliteit als uitgangspunt!

Fusies en splitsingen: fiscale neutraliteit als uitgangspunt! FUSIES & OVERNAMES // 14.01.2013 Fusies en splitsingen: fiscale neutraliteit als uitgangspunt! Auteurs:, Anouck Sandra Fusies en splitsingen geschieden in de inkomstenbelastingen ofwel op onbelaste wijze

Nadere informatie

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Definitie verzekeringsfraude 3. Sanctie verzekeringsfraude 4. Precontractuele verzekeringsfraude 5. Contractuele verzekeringsfraude 6. Besluit 2 1. Inleiding Verzekeringsfraude

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2015 P.13.1040.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1040.N UCB nv, met zetel te 1070 Brussel (Anderlecht), Researchlaan 60, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 MAART 2013 C.11.0476.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0476.F 1. P. D. B., 2. I. C., 3. L. D. B., 4. G. D. B., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BANQUE CPH

Nadere informatie

1. Termijn voor het instellen van de vordering

1. Termijn voor het instellen van de vordering Afdeling 2 MODALITEITEN VAN DE VRIJWARINGSVORDERING 1. Termijn voor het instellen van de vordering De koper die de verkoper wenst aan te spreken in vrijwaring voor een verborgen gebrek kan dit pas doen

Nadere informatie

Collège des procureurs généraux. College van Procureursgeneraal. Bruxelles, le 17 février 2016 Brussel, 17 februari 2016

Collège des procureurs généraux. College van Procureursgeneraal. Bruxelles, le 17 février 2016 Brussel, 17 februari 2016 Collège des procureurs généraux College van Procureursgeneraal Bruxelles, le 17 février 2016 Brussel, 17 februari 2016 CIRCULAIRE N 03/2016 DU COLLÈGE DES PROCUREURS GÉNÉRAUX PRÈS LES COURS D APPEL OMZENDBRIEF

Nadere informatie

IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM?

IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM? Een analyse van de Belgische rechtspraak: de goede huisvader versus Learned Hand Masterproef

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Zich vergissen in het contractenrecht

Zich vergissen in het contractenrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Vlaams decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht. (B.S. 26 juli 2016 (1 ste uitgave)) Eerste opmerkingen

Vlaams decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht. (B.S. 26 juli 2016 (1 ste uitgave)) Eerste opmerkingen Vlaams decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht. (B.S. 26 juli 2016 (1 ste uitgave)) Eerste opmerkingen A: Samenvatting Vanaf 1 september 2016 (ingangsdatum van het

Nadere informatie

INHOUD. Vooraf. Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te Brussel: 120 jaar springlevend!... v

INHOUD. Vooraf. Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te Brussel: 120 jaar springlevend!... v INHOUD Vooraf. Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te Brussel: 120 jaar springlevend!.................................................. v Onrechtmatige daden in De Codex Faliekante Redelijkheid (DCFR)

Nadere informatie

MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING

MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING Faculteit rechtsgeleerdheid Academiejaar 2010-2011 MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING Masterproef van de opleiding Master in de Rechten AERSSENS ELINE 00601978 Major Burgerlijk Recht Promotor: Prof.

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 JUNI 2009 C.07.0354.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0354.N A. N., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. P & V VERZEKERINGEN, cvba, 2. D. R. S., Mr. Huguette Geinger,

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.13.1661.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr.P.13.1661.N A B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joris De Wortelaer, advocaat bij de balie te Leuven, tegen ALLIANZ BELGIUM nv, met

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 IDENTIFICATIE VAN DE WARE AARD VAN ART. 1385 BW Vermoede fout of toegewezen risico? Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL

AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL IS HET VERANTWOORD OM IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 1386BIS BW TE BEPERKEN TOT EEN CONTROLEVERLIES

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE GESELECTEERDE BIBLIOGRAFIE...

INHOUDSOPGAVE GESELECTEERDE BIBLIOGRAFIE... INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... GESELECTEERDE BIBLIOGRAFIE... xi xiii HOOFDSTUK 1 HISTORIEK EN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE RICHTLIJN CONSUMENTENKOOP EN VAN DE OMZETTINGSWET PROF. DR. JULES STUYCK... 1 Inleiding...

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte

Nadere informatie

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN...

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN... INHOUD VOORWOORD... v DANKWOORD... LIJST VAN AFKORTINGEN... ix xxi INLEIDING... 1 1. Probleemstelling en relevantie van het onderzoek... 1 2. Opzet, afbakening en methode van het onderzoek en opbouw van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2010 C.07.0434.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0434.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. R. H. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33 INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

RECHTSMISBRUIK. Joëlle Rozie Stefan Rutten Aloïs Van Oevelen (eds.) Antwerpen Cambridge

RECHTSMISBRUIK. Joëlle Rozie Stefan Rutten Aloïs Van Oevelen (eds.) Antwerpen Cambridge RECHTSMISBRUIK Joëlle Rozie Stefan Rutten Aloïs Van Oevelen (eds.) Antwerpen Cambridge Rechtsmisbruik Joëlle Rozie, Stefan Rutten en Aloïs Van Oevelen (eds.) 2015 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Gent Onderwerp Burgerlijke rechtspleging. Belang. Aannemer die betaling vraagt van werken uitgevoerd in gebouw dat voorwerp is van een stedenbouwkundig misdrijf. Onrechtmatig

Nadere informatie

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008 Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008 SPILINDEX 110,51 INDICE-PIVOT 110,51 Tegemoetkomingen aan personen met een handicap Allocations aux personnes handicapées (Jaarbedragen) (Montants annuels)

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst een voorbeeld te vinden van een vonnis waarin de rechter op grond van de nalatigheid van de koper het bedrog niet aanvaardt. Zo werd in een vonnis van de rechtbank van Hasselt geoordeeld: ( ) het bedrog

Nadere informatie

HOF VAN CASSATIE ARRESTEN VAN HET JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE

HOF VAN CASSATIE ARRESTEN VAN HET JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE ARRESTEN VAN HET HOF VAN CASSATIE JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE BEZORGD DOOR DE LEDEN VAN HET HOF VAN CASSATIE ARRESTEN APRIL 2004 NRS 171 TOT 230 Nr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

TETRALERT - SOCIAAL ONWETTIGE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN PERSONEEL: EEN AKELIG ARREST VAN CASSATIE? NEEN, NIET ECHT

TETRALERT - SOCIAAL ONWETTIGE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN PERSONEEL: EEN AKELIG ARREST VAN CASSATIE? NEEN, NIET ECHT TETRALERT - SOCIAAL ONWETTIGE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN PERSONEEL: EEN AKELIG ARREST VAN CASSATIE? NEEN, NIET ECHT Het Hof van Cassatie wond er op 15 februari laatstleden geen doekjes om. Het Hof heeft

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De moderne contouren van het leerstuk van het verlies van een kans na het Prizrak arrest Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 50 1871/004 DOC 50 1871/004 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 22 januari 2003 22 janvier 2003 WETSONTWERP tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2012 C.12.0079.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0079.F 1. W. Z., 2. D. Z., Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen INDUSTRIEBOUW VERELST nv, Mr. Paul Wouters,

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2010 C.10.0014.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0014.F 1. L.C. 2. D. M-C. tegen 1. D. A. 2. M. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2008 F.07.0027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.07.0027.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie