Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten) Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Claeys Cher Major: Burgerlijk recht en strafrecht Promotor: Ingrid Boone Commissaris: Sophie Guiliams 1

2 Schematisch overzicht Voorwoord..5 Hoofdstuk 1: Causaliteit in het aansprakelijkheidsrecht Afdeling 1: Algemeen.6 Afdeling 2: De feitelijke causaliteit De conditio sine qua non (csqn) test Het construeren van het rechtmatig alternatief Bewijsmoeilijkheden Algemeen 13 2 Onzekerheid omtrent de identiteit van de dader.15 4 Onzekerheid omtrent het rechtmatig alternatief: het verlies van een kans Is de CSQN- test het beste criterium?...21 Afdeling 3: De juridische causaliteit De equivalentieleer Geen verder onderscheid tussen de verschillende fouten Tussenkomende factoren 26 3 Voorbeschikt zijn van het slachtoffer.27 4 De verhouding tussen de feitenrechter en het Hof van Cassatie Pluraliteit van oorzaken 33 1 Samenloop met een fout van de benadeelde Samenloop met een fout van een andere aansprakelijke 36 3 De schade wordt mede veroorzaakt door toeval.41 3 Wijzigingen door de rechtspraak op de equivalentieleer Afwijkende rechtspraak Voorheen: de contractuele of wettelijk verplichting Fraus omnia corrumpit Het niet ontwijken van een voorzienbaar en vermijdbaar gevaar.50 5 Artikel 1385 BW: uitlokking door de benadeelde Rechtsvergelijkend: andere causaliteitscriteria.57 2

3 1 Frankrijk Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.58 3 Nederland 59 4 Engeland.60 5 Behouden van de equivalentieleer of nood aan nieuwe theorie?...61 Hoofdstuk 2: Causaliteit in het verzekeringsrecht 62 Afdeling 1: Verzekeringen in het algemeen 62 1 Algemeen Principe van een verzekering 63 1 Algemeen 63 2 Verval van recht en uitsluiting 63 3 Oorlog of gelijkaardig feiten Opzet en zware fout van de verzekerde Verhaal van de verzekeraar 67 Afdeling 2: Artikel 29bis WAM- wet 69 1 Historische context 69 1 Ontstaansreden.69 2 De verschillende versies van het artikel Werking van het artikel.75 3 Toepassingvoorwaarden 77 1 Verkeersongeval Motorrijtuig Betrokkenheid Plaats van het schadegeval 85 Hoofdstuk 3: Causaliteit in het sociaal recht 87 Afdeling 1: Arbeidsongevallen 87 1 Begrip 87 1 Algemeen Voorwaarden.88 3 Probleemgevallen.93 2 Causaal verband 94 3

4 1 Bewijs De rol van de expert Lange tijdspanne tussen de plotselinge gebeurtenis en het letsel.98 4 De vroegere toestand van het slachtoffer..98 Afdeling 2: Beroepsziekten Algemeen Lijstsysteem Open systeem.102 Hoofdstuk 4: Besluit Bibliografie

5 Voorwoord Zonder de hulp en steun van enkele mensen zou deze masterproef nooit tot stand gekomen zijn. Ik wel hen dan ook bedanken hiervoor. In de eerste plaats wens ik Prof. Dr. Hubert Bocken te bedanken om mij de kans te geven over dit onderwerp te schrijven. Daarnaast wil ik ook mijn promotor, Prof. Dr. Ingrid Boone, bedanken voor de nuttige richtlijnen die zij mij gaf. Ik wens ook mijn ouders en vriend te bedanken. Het is enkel dankzij hun steun en motivatie dat deze masterproef er gekomen is. Ten slot rest mij nog het bedanken van Sien Sablain voor het nalezen van dit werkstuk. 5

6 Hoofdstuk 1: Causaliteit in het aansprakelijkheidsrecht Afdeling 1: Algemeen Voor het ontstaan van buitencontractuele (of contractuele) aansprakelijkheid is het oorzakelijk verband, naast een fout (of een andere grond van aansprakelijkheid) en schade, de derde voorwaarde. Dit houdt in dat schade slechts wordt toegerekend aan een persoon indien diens fout (of een andere tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gebeurtenis waarvoor die persoon instaat) in causaal verband staat met de schade. 1 Het causaal verband moet vaststaan. Een causaal verband dat waarschijnlijk is, is onvoldoende om de verweerder te veroordelen tot schadevergoeding. Vaak leiden vele factoren tot een schadegeval, die zich soms zelfs gelijktijdig voordoen. Het leerstuk causaliteit moet aantonen welke van die factoren als fout in aanmerking komen om te leiden tot aansprakelijkheid. 2 In ons recht bestaan evenwel ook een aantal gevallen van objectieve aansprakelijkheid. Ook hier is een causaal verband vereist. Hier echter moet deze bestaan tussen de foutloze daad van de aangesprokene en de schade. Objectieve aansprakelijkheid houdt in dat er zich een schadeverwekkende gebeurtenis heeft voorgedaan waarbij een risicofactor betrokken is die wordt toegerekend aan een welbepaald persoon. Omdat de persoon een welbepaalde band heeft met één van de risicofactoren wordt de schade naar hem gekanaliseerd. 3 In alle (ons bekende) rechtssystemen bestaat het causaal verband uit twee componenten: feitelijke causaliteit en juridische causaliteit. Met betrekking tot de feitelijke causaliteit maakt men toepassing van de conditio sine qua non test (hierna: csqn). Juridische causaliteit houdt de vraag in of de schade aan de betrokken persoon moet worden toegerekend. Wat betreft de juridische causaliteit kan een onderscheid worden gemaakt tussen drie hoofdsystemen: - Een eerste theorie betreft de situatie in België en Frankrijk waar men toepassing maakt van de equivalentietheorie. Na de csqn test wordt het onderzoek afgesloten. Tussen de voorwaarden die na deze test als noodzakelijk zijn aangewezen wordt geen verder onderscheid gemaakt. Deze voorwaarden zijn causaal gelijkwaardig. 1 W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993, M. VAN QUICKENBORNE, Oorzakelijk verband tussen onrechtmatige daad en schade, Mechelen, Kluwer, 2007,

7 - Een tweede methode betreft de adequate oorzaak. Deze theorie wordt gevolgd in Duitsland en Zwitserland. Ze komt er op neer dat men enkel aansprakelijk is voor die gevolgen die normalerwijze, naar ervaringsregelen, uit een handeling voortvloeien. - Een derde systeem wordt gevolgd in common law landen. Men beoordeelt er de juridische causaliteit aan de hand van de begrippen remoteness of damage en reasonable foreseeability. 4 Ik behandel de causaliteit van onze dichtste buurlanden later. 5 In België past men dus de equivalentieleer toe. Dit is een individualiserende theorie. Er wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van het schadegeval om de causaliteit te bepalen. In België wordt de equivalentieleer min of meer consequent toegepast en dit als één van de weinige landen. Wij hebben waarschijnlijk het breedste causaliteitscriterium in Europa. Daardoor hebben rechtspraak en rechtsleer geprobeerd om beperkingen in te voeren op de equivalentieleer. 6 In mijn eerste deel zal ik het hebben over de feitelijke causaliteit. In dit deel behandel ik de conditio sine qua non-test en het rechtmatig alternatief en hoe deze laatste toe te passen bij schade door een foutieve gedraging en bij schade door verzuim. Daarna zal ik het hebben over bewijsmoeilijkheden die kunnen voorkomen. Daar maak ik een onderscheid tussen algemene bewijsmoeilijkheden en die in verband met de identiteit van de dader. Een volgende punt betreft de bewijsmoeilijkheden bij het construeren van het rechtmatig alternatief en de leer van het verlies van een kans. Ten slotte vraag ik me af of de conditio sine qua non- test het beste criterium vormt om de feitelijke causaliteit vast te stellen. Mijn tweede deel zal handelen over de juridische causaliteit. Dit zal onderverdeeld worden in vijf subdelen. Een eerste betreft de equivalentieleer. Dit houdt in dat tussen de verschillende noodzakelijke voorwaarden geen verder onderscheid wordt gemaakt. In dit subdeel behandel ik ook de tussenkomende factoren en de voorbeschiktheid van het slachtoffer. De taakverdeling tussen de feitenrechters en het Hof van Cassatie komt hier ook aan bod. Een tweede subdeel betreft de pluraliteit van oorzaken. Dit houdt een fout van de aansprakelijke in die samenkomt met de fout van de benadeelde, de fout van een andere aansprakelijke of 4 W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, Infra 57, voetnoten H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993, 84. 7

8 overmacht. Een derde subdeel betreft de wijzigingen op de equivalentieleer. Hierbij behandel ik de afwijkende rechtspraak, de voorheen gehanteerde regeling betreffende de contractuele of wettelijke verplichting, de theorie omtrent fraus omnia corrumpit, het niet ontwijken van een voorzienbaar en vermijdbaar gevaar en de uitlokking door de benadeelde van een schadeverwekkende gebeurtenis door een dier. In een vierde subdeel behandel ik de causaliteit in onze buurlanden. Ik spits mij toe op Frankrijk, Duitsland (samen met Oostenrijk en Zwitserland), Nederland en Engeland. Tenslotte evalueer ik de causaliteit zoals ze nu bestaat in ons land voor aansprakelijkheid. 8

9 Afdeling 2: De feitelijke causaliteit 1 De conditio sine qua non (csqn) test De formulering van deze test komt op het volgende neer: Zou de schade niet ontstaan zijn zonder de fout, dan is deze fout een noodzakelijke voorwaarde voor de schade. Indien de schade ook zou zijn ontstaan zonder de fout, dan is de fout een causaal onbelangrijke omstandigheid. 7 2 Het construeren van het rechtmatig alternatief De feitenrechter moet het verhaal reconstrueren, terwijl hij de fout van de verweerder wegdenkt. Hij construeert aldus een hypothetisch rechtmatig alternatief. Blijft de schade dezelfde na deze denkoefening, dan was de fout niet oorzakelijk. Het causale verband moet worden aangetoond tussen de concrete schade, zoals deze wordt gevorderd door de eiser, en de concrete fout van de verweerder. Men moet dus vertrekken van de feiten zoals zij zich in concreto voordeden. De rechter moet het foutieve deel van de gedraging wegdenken. Voor de rest moet hij de concrete omstandigheden ongemoeid laten, hij mag deze niet wijzigen. 8 Het construeren van het rechtmatig alternatief bij schade veroorzaakt door een foutieve gedraging Het wegdenken van de fout is relatief eenvoudig indien de fout een positieve gedraging uitmaakte. Toch kunnen ook hier moeilijkheden voorkomen. Als niet de hele gedraging van de verweerder moet worden weggedacht maar bijvoorbeeld slechts een facet ervan. Een causaal verband moet dan bestaan tussen de schade en het foutieve facet van de gedraging. Hierdoor is het van groot belang de inhoud en doelstelling van de overtreden norm te preciseren. Men moet nagaan of de norm een bepaalde handelswijze verbiedt dan wel of hij de uitvoering op een bepaalde wijze voorschrijft. In het tweede geval moet men enkel het 7 W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993,

10 foutieve facet van de gedraging wegdenken. 9 In sommige gevallen echter wijkt de rechtspraak hier van af. Zoals in het geval iemand bewust meerijdt met een dronken chauffeur. Indien het ongeval waarin het slachtoffer gekwetst raakt, gebeurde door de dronkenschap van de bestuurder, laat men het slachtoffer (de passagier) zelf een deel van zijn schade dragen. De rechtspraak komt niet tot hetzelfde resultaat indien echter blijkt dat het ongeval niet te wijten was aan de dronkenschap van de bestuurder 10. Dit is onlogisch in het kader van de equivalentieleer maar het doortrekken van de equivalentieleer zou leiden tot onbillijke resultaten. Ook in het geval men meerijdt met een te jonge motorrijder, spelen soortgelijke overwegingen. 11 Indien het slachtoffer van een verkeersongeval zelf een fout beging in gevallen waarbij de gekwetste chauffeur geen rijbewijs heeft of de vereiste leeftijd om te sturen nog niet bereikt heeft, speelt ook de bekommernis om de resultaten van de equivalentieleer te milderen. Volgens sommigen wordt de fout (rijden vooraleer men er de leeftijd of het rijbewijs toe heeft) niet oorzakelijk geacht voor de schade. Er wordt blijkbaar rekening gehouden met een bijkomend element. Men introduceert hier een element van aquilische relativiteit. Volgens deze theorie (ook de normbestemmingsleer genoemd) kan niet iedereen de overtreding van een gedragsnorm inroepen in het kader van een vordering tot schadevergoeding. Enkel ten aanzien van de personen wiens belangen worden beschermd door de overtreden norm wordt de onrechtmatige daad als onrechtmatig beschouwd. In casu beperkt men het beschermingsbereik van bepaalde normen tot het typische gevaar waartegen zij bescherming bieden. Deze theorie wordt in sommige landen veelvuldig toegepast. In België echter wordt de theorie normaal niet toegepast. 12 Een recente toepassing van de csqn-test betreft het arrest van het Hof van Cassatie van 12 januari Hierin stelt het Hof dat men aansprakelijk is voor de schade die is veroorzaakt door diens schuld, ook al is de schade mede te wijten aan de fout van een derde. Men kan het oorzakelijk verband tussen fout en schade slechts uitsluiten indien de rechter vaststelt dat de schade zoals ze zich in concreto voordeed, op dezelfde wijze zou zijn ontstaan zonder die fout. Men kan aldus het ontbreken van een causaal verband tussen een eerste fout en de 9 H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993, Cass. 16 september 1986, Arr. Cass , H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993, H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993,

11 schade niet afleiden uit de omstandigheid dat een fout gevolgd wordt door de fout van een andere partij. In casu had het Hof beslist dat er wel een fout werd begaan (door de eerste verweerder) maar dat het causaal verband tussen deze fout en de schade werd verbroken door de chronologisch latere fout van een andere partij (de eiser). 13 Een andere toepassing van de csqn- test is te vinden in een arrest van het Hof van Cassatie van 28 mei In dit geval was er sprake van een wagen die met verschillende andere voertuigen in aanrijding was gekomen. Deze wagen was niet verzekerd, niet ingeschreven en was niet in orde met de technische controle. De bestuurder van de wagen was bovendien onder invloed van alcohol. De rechter had beslist dat de aanrijding niet zou zijn voorgekomen indien de bestuurder van het voertuig dit niet op de openbare weg in het verkeer zou hebben gebracht. Hij had het voertuig van de weg moeten houden gezien zijn toestand en de tekortkomingen aan de wagen. De rechter beslist dat de bestuurder exclusief aansprakelijk is. Hieruit leidden de feitenrechters het causaal verband af. De appelrechter heeft echter niet onderzocht of het ongeval ook zou zijn voorgevallen indien de tweede eiser nuchter was geweest en zijn voertuig was ingeschreven, verzekerd en onderworpen was geweest aan de technische controle. Ze waren van oordeel dat deze hypothese niet moest worden onderzocht doordat het risico bestond dat de concrete omstandigheden van de zaak zouden worden miskend en ze zo het ongeval zouden beoordelen in strijd met deze omstandigheden. Het is inderdaad zo dat de rechter bij de beoordeling van het causaal verband tussen fout en schade de concrete omstandigheden niet mag wijzigen. Hij mag echter wel de fout zelf weglaten. Hij mag dus het foutieve karakter van het in het verkeer brengen van het voertuig vervangen door de correcte uitvoering ervan en daaruit afleiden of de fout al dan niet in causaal verband staat met de schade. Dit zal afhangen van het feit of de schade zich ook zou hebben voorgedaan zonder die fout. Zonder de concrete omstandigheden van de zaak te wijzigen konden de appelrechters aldus afleiden of het ongeval zich op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan indien de bestuurder nuchter was geweest en zijn voertuig tot het verkeer toegelaten was geweest. 14 Met deze uitspraak bevestigt het Hof van Cassatie zijn eerdere rechtspraak, zoals ze tot uiting komt in een arrest van 19 december In dit arrest ging het om het parkeren van een niet- verzekerd voertuig. De feitenrechters beslisten dat de bestuurder enkel aansprakelijk was 13 Cass. 12 januari 2007, NJW 2007, afl. 171, Cass. 28 mei 2008, RABG 2009, afl. 10, N. VAN DE SYPE, Causaal verband en het rechtmatig alternatief (noot onder Cass. 28 mei 2008), RABG 2009, afl. 10,

12 voor de aanrijding die hij in staat van dronkenschap veroorzaakte. De appelrechters beslisten dat de aanrijding zich ook zou hebben voorgedaan indien het voertuig verzekerd was geweest zodat deze fout niet in causaal verband staat met de fout. Ze hebben hierbij de concrete omstandigheden van de zaak niet gewijzigd en beslisten dit dus op wettige wijze. Ze moesten niet onderzoeken of de schade zich ook zou hebben voorgedaan indien het voertuig wegens niet verzekerd niet in het verkeer was gebracht, zoals de eiser in cassatie beweerde. De appelrechters sloten het causaal verband tussen de niet- verzekering en de schade uit doordat zij het foutief karakter van het in het verkeer brengen van het voertuig vervingen door de correcte uitvoering ervan. Aldus hebben zij volgens het Hof van Cassatie hun beslissing naar recht verantwoord. 16 Zoals reeds gesteld moet men bij het vinden van het rechtmatig belang een onderscheid maken naargelang de inhoud en de doelstelling van de overtreden norm. 17 Als men dit toepast op het arrest van 28 mei 2008 komt men tot hetzelfde oordeel als het Hof van Cassatie. Autorijden op zich is niet verboden in hoofde van de betrokken bestuurder, wel is het de wijze waarop men met deze auto rijdt die foutief is (dronken, niet verzekerd, ingeschreven of gekeurd). De feitenrechter gaat aldus in de fout door de niet in verkeerstelling van het voertuig als rechtmatig alternatief te nemen. Men moest immers onderzoeken of de schade zich ook had voorgedaan bij het foutloos in het verkeer brengen van het voertuig. Deze oplossing is billijk. Enkel de chauffeur wiens rijgedrag deze schade veroorzaakte, zal de schade moeten vergoeden. Iemand die zonder verzekering rijdt maar zich verder als een heer gedraagt, zal enkel strafrechtelijk veroordeeld worden voor het rijden met een niet- verzekerd voertuig. 18 Het construeren van het rechtmatig alternatief bij fouten door een verzuim Dit is al wat moeilijker dan een positieve handeling. Hier moet de rechter bij het construeren van het rechtmatig alternatief de nagelaten handeling substitueren in de plaats van het verzuim. Soms is het mogelijk om redelijk zeker te zijn van de situatie bij het uitvoeren van 16 Cass. 19 december 2007, JT 2008, afl. 6301, Supra 9, noot N. VAN DE SYPE, Causaal verband en het rechtmatig alternatief (noot onder Cass. 28 mei 2008), RABG 2009, afl. 10,

13 de voorgeschreven handelswijze. In andere gevallen, zoals bij medische nalatigheden, is dit veel moeilijker. Dit wordt opgelost via de vergoeding voor het verlies van een kans Echter zou de meest slachtoffervriendelijke benadering het omkeren van de bewijslast zijn waarbij de nalatige persoon dan het bewijs moet leveren dat het schadegeval zich ook zou hebben voorgedaan indien de verzuimde handeling toch werd uitgevoerd. Dit zou echter een verplaatsing van het probleem uitmaken daar het voor de nalatige partij zeer moeilijk zou zijn om dit bewijs te leveren. Daarom gaat men dan ook niet zo ver in de rechtspraak. Wel wordt in de rechtspraak aanvaard dat het bewijs van een negatief feit niet zo streng moet worden beoordeeld als dat van een bevestigend feit. 21 Het nalaten van een handeling is slecht foutief indien de persoon die wordt verweten nalatig te zijn geweest de plicht had een bepaalde handeling te verrichten. Een verzuim is slechts oorzakelijk indien de schade niet zou zijn opgetreden bij het verrichten van de verzuimde handeling. Het is hierbij soms moeilijk om de juiste grenzen te trekken tussen de foutvraag en de vraag naar oorzakelijkheid Bewijsmoeilijkheden 1 Algemeen Ondanks de brede toepassing van de csqn test blijkt uit de praktijk dat het bewijs ervan moeilijk kan zijn en dat de eiser niet altijd zijn gewenste resultaat krijgt. Artikel 870 Ger.W. stelt dat iedere partij het bewijs moet leveren van wat zij aanvoert. Dit geldt zowel voor de fout, de schade als het causaal verband. Er bestaat evenwel een omkering van de bewijslast in het kader van artikel 1384 BW. Dit artikel handelt over de aansprakelijkheid van ouders en onderwijzers. Zowel de fout als het causaal verband worden hier vermoed. Omdat het bewijs soms een grote last kan zijn, aanvaardt de rechtspraak wel het indirect bewijs van het causaal verband. Hiervoor moet de eiser aantonen dat alle andere redelijke verklaringen, behoudens de aangevoerde, uitgesloten zijn. De eiser mag voor het bewijs van het causaal verband alle 19 Infra 16, voetnoten H. BOCKEN, Actuele problemen inzake het oorzakelijke verband, in M. STORME (red.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Gent, Mys & Breesch, 1993, T. VANSWEEVELT EN B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen- Oxford, Intersentia, 2009, M. VAN QUICKENBORNE, Oorzakelijk verband tussen onrechtmatige daad en schade, Mechelen, Kluwer, 2007,

14 bewijsmiddelen gebruiken. De eiser moet de rechter overtuigen van het bestaan van de aangevoerde feiten, deze mag geen ernstige twijfels meer hebben. Gerechtelijke zekerheid moet worden geboden door de eiser. De strengheid waarmee de rechter de aangevoerde bewijsmiddelen beoordeelt, varieert. 23 Het is belangrijk er op te wijzen dat er geen absolute zekerheid maar gerechtelijke zekerheid vereist is daar men bij het oorzakelijk verband een gedachtenexperiment dient uit te voeren. Men moet een reconstructie maken van het verleden, onderzoeken hoe de situatie zou zijn indien het rechtmatig alternatief van de aangevoerde aansprakelijkheidsgrond had plaatsgevonden. Men berust steeds op een veronderstelling van de stand van zaken indien de fout niet had plaatsgevonden. De huidige toestand wordt vergeleken met de toestand zoals hij zonder de onrechtmatige daad zou zijn geweest. Men moet zich hiervoor baseren op min of meer plausibele gissingen. Toch laat de wetenschap ons toe om met grote betrouwbaarheid te voorspellen hoe de hypothetische situatie, deze zonder de fout, zou zijn geweest. Bij eenmalige schade kan men er in principe van uitgaan dat de hypothetische situatie gelijk is aan deze voor het intreden van de fout. Het oorzakelijk verband is intrinsiek onzeker bij schade die bestaat in het derven van een voordeel. Een causale ketting kan ook erg lang zijn, dan moet het csqn verband vaststaan op elk niveau van de causale ketting. Zoals eerder reeds vermeld mag de eiser zich echter steunen op alle middelen van recht. Ook met de gewone gang van zaken mag de rechter rekening houden als bewijsmiddel. Soms wordt een deskundige aangesteld. 24 De gewone gang van zaken houdt een feitelijk, weerlegbaar vermoeden in. Wie beweert dat een schadegeval afwijkt van de gewone gang van zaken, dient dit te bewijzen. Anderen zijn voorzichtiger en stellen dat de gewone gang van zaken een belangrijk element is in de bewijswaardering van de rechter. 25 De rechter kan werken met de redenering via inductie of de redenering via exclusie. De redenering via inductie houdt in dat men met een vermoeden werkt. Het vermoeden houdt een redenering in, het is geen afzonderlijk bewijsmiddel. Men probeert uit bekende en zekere feiten het bestaan van een onbekend feit af te leiden met een zo groot mogelijke waarschijnlijkheid. Zo bekomt men een indirect of onrechtstreeks bewijs. Dit bewijs kan 23 H. BOCKEN en I. BOONE, Causaliteit in het Belgische recht, TPR 2002, M. VAN QUICKENBORNE, Oorzakelijk verband tussen onrechtmatige daad en schade, Mechelen, Kluwer, 2007, T. VANSWEEVELT EN B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen- Oxford, Intersentia, 2009,

15 echter doorslaggevend zijn en mag geenszins gelijk gesteld worden met een zwak bewijs. Het is de feitenrechter die de feiten vaststelt waarop hij zijn redenering steunt. Hij heeft de nodige oordeelsvrijheid bij de gevolgen die hij uit die feiten afleidt als feitelijke vermoedens. Het volstaat dat de vermoedens uit de feiten kunnen volgen. Het Hof van Cassatie gaat na of de rechter het rechtsbegrip feitelijke vermoedens niet heeft miskend en meer bepaald of hij uit de door hem vastgestelde feiten geen gevolgtrekkingen heeft gemaakt die op grond van de feiten geenszins kunnen worden verantwoord 26. De rechter kan echter ook alle mogelijke oorzaken vaststellen, ze beoordelen en ze dan één voor één uitsluiten tot er één overblijft die dan als oorzaak van de schade moet worden beschouwd. Men kan de exclusiemethode echter alleen maar geldig toepassen als men alle oorzaken kent Onzekerheid omtrent de identiteit van de dader Uiteraard kan de eiser geen schadevergoeding krijgen indien niet vaststaat wie de schade heeft veroorzaakt. Een individuele toerekening van de schadelast langs het aansprakelijkheidsrecht is dus niet mogelijk. Mechanismen die tot een spreiding van de schadelast leiden zonder toepassing van het aansprakelijkheidsrecht kunnen hier echter een uitkomt bieden. Dit kan een schadefonds zijn zoals het gemeenschappelijk motorwaarborgfonds of een rechtstreekse verzekering. 28 Een onderscheid moet worden gemaakt tussen twee situaties. Een eerste betreft die waar een fout gemeenschappelijk is aan verschillende tot eenzelfde groep behorende personen die handelen in onderlinge verstandhouding; een tweede geval is wanneer twee of meerder personen verschillende fouten begaan en het niet om een onderlinge verstandhouding gaat maar over toeval. 29 In het eerste geval is schadevergoeding mogelijk indien er sprake is van een onderlinge verstandhouding tussen de leden van de groep om deel te nemen aan een gezamenlijke onrechtmatige activiteit. Indien de schade niet zou zijn voorgekomen zonder de gemeenschappelijke fout, dan kan worden besloten tot de hoofdelijke aansprakelijkheid van alle deelnemers. In het tweede geval echter, bij toevallige samenloop van de fouten van 26 Cass. 22 oktober 2004, Arr. Cass. 2004, T. VANSWEEVELT EN B. WEYTS, Handboek buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen- Oxford, Intersentia, 2009, H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2004, W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006,

16 verschillende mensen, biedt deze theorie echter geen oplossing. Sommige bijzondere wetgeving biedt in het tweede geval wel een oplossing, zoals het Fonds voor Beroepsziekten voor de economische forfaitaire schade, de WAM- wet 30 bij bepaalde verkeersongevallen 31 of het gemeenschappelijk motorwaarborgfonds dat bijvoorbeeld van nut kan zijn bij kettingbotsingen Onzekerheid omtrent het rechtmatig alternatief: het verlies van een kans Men kan niet altijd met redelijke zekerheid vaststellen wat er zou zijn gebeurd indien de verweerder niet onrechtmatig had gehandeld. Het wordt dan moeilijk of onmogelijk om het rechtmatig alternatief te construeren. In zo n geval zou de vordering moeten worden afgewezen door de rechter omdat de eiser niet kan bewijzen dat de schade zich niet, of niet op dezelfde wijze, zou hebben voorgedaan zonder de fout van de verweerder. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor bij laattijdig uitgevoerde medische behandelingen. In de Belgische rechtspraak wordt dit probleem opgelost door een ander soort schade in beeld te brengen, met name het verlies van een kans. 34 De theorie van het verlies van een kans wordt gebruikt om de afwezigheid van een zeker causaal verband tussen de fout en de werkelijk geleden schade te omzeilen. De theorie laat aan het slachtoffer toe om een vergoeding te bekomen, ondanks de afwezigheid van het kunnen aantonen van een zekere schade, door het bewijs te leveren van het verloren gaan van de hoop op het bekomen van een voordeel. Een vaak gebruikt voorbeeld betreft de situatie waar een renpaard, door het ongeval veroorzaakt door een derde transporteur, niet op tijd op een race kan geraken. De schade is hier niet zeker, maar slechts hypothetisch. Men kan immers niet met zekerheid vaststellen dat zonder de fout van de transporteur het paard de race zou hebben gewonnen. Het is wel zeker dat het paard de kans verloren heeft om de race te winnen. Dankzij de theorie van het verlies van een kans kan het slachtoffer van een vergoeding genieten, die anders door haar persoonlijk zou moeten worden gedragen. De theorie laat het slachtoffer toe om te bewijzen dat ze een serieuze kans had om een voordeel te 30 Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen van 21 november 1989, BS 8 december Art. 29 bis WAM-wet. 32 Art. 19bis 2 WAM-wet. 33 H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2004, H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2004,

17 bekomen en dat ze deze kans definitief verloren heeft door de fout van een derde. De theorie laat ook toe om het verlies, door het slachtoffer, van de mogelijkheid om een risico te vermijden (zoals een overlijden, een invaliditeit, een faillissement, ) te vergoeden. Het slachtoffer kan hier immers niet met zekerheid het causaal verband tussen de fout van een derde en de geleden schade aantonen. Om een vergoeding van de schade van het slachtoffer mogelijk te maken, kan deze volgens de rechtspraak een andere schade inroepen met name het verlies van de kans om de realisatie van werkelijk geleden schade te vermijden. De vergoeding van de schade bestaat aldus uit her verlies van de hoop om een voordeel te bekomen of het verlies van een mogelijkheid om de realisatie van een risico te vermijden. Aldus wordt aan het slachtoffer geen volledige vergoeding van de schade toegekend maar een procentueel deel ervan. 35 Er zijn verschillende voorwaarden waar men aan moet voldoen wil men vergoeding bekomen voor het verlies van een kans. Een eerste categorie betreft de klassieke voorwaarden. De eiser moet de fout van de verweerder bewijzen en bewijzen dat er zich tussen deze fout en de schade, in casu het verlies van een kans, een causaal verband bevindt. Een tweede categorie betreft de specifieke voorwaarden eigen aan het verlies van een kans. De eiser moet een dubbel bewijs leveren. Het eerste aspect houdt in dat hij moet bewijzen dat er een kans was dat er geen verlies zou voorkomen. Een kans is een willekeurige gebeurtenis die afhangt van toeval. Het verlies van een kans moet afhangen van een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan het resultaat niet mag afhangen van de gedragingen van het slachtoffer. Het slachtoffer moet het bestaan van een kans bewijzen en deze kans moet reëel en serieus zijn. Het tweede aspect houdt het bewijs in van het definitieve verlies van de kans die bestond. 36 De regeling van het verlies van een kans is een oplossing voor de alles- of- niets- benadering die in België geldt in het aansprakelijkheidsrecht. Indien de fout een conditio sine qua non was voor de schade, dan krijgt het slachtoffer een volledige vergoeding voor zijn opgelopen schade. Kan men niet met zekerheid stellen dat de schade zich zonder de fout niet of niet op dezelfde manier zou hebben voorgedaan, dan moet de vordering van het slachtoffer worden afgewezen. Wanneer het zeker is dat de gedaagde een onrechtmatige daad heeft begaan en deze misschien tot de schade heeft geleid, moet de vordering in principe worden afgewezen. De rechtspraak vond dit onbillijk en heeft hiervoor als oplossing de theorie van het verlies van 35 R. MARCHETTI, E. MONTERO, A. PUTZ, La naissance handicapée par suite d une erreur de diagnostic: un prejudice reparable? La perte d une chance de ne pas naître?, TBBR 2006, afl. 2, J. FAGNART, La causalité. Partie 2. La prevue du lien de causalité in X, Responsabilités. Traite theorique et practique, Partie 1, Titre 1, Livre 11,

18 een kans ontworpen. Hierlangs wordt de schadelast proportioneel verdeeld tussen het slachtoffer en de dader. De schade wordt door de theorie anders omschreven. Het slachtoffer zal geen vergoeding krijgen voor de definitief ingetreden schade maar wel voor het verlies van een kans op het vermijden van die schade. De benadeelde zal een gedeeltelijk vergoeding krijgen van de definitieve schade. De vergoeding wordt bepaald op een percentage (gelijk aan de waarschijnlijkheid dat het risico zich niet had voorgedaan) van de werkelijk geleden schade. De rechter grijpt hiervoor vaak terug naar een begroting ex aequo et bono. 37 In een arrest van 1 april 2004 aanvaardt het Hof van Cassatie de theorie van het verlies van een kans niet. In deze zaak gooide de ex-vriend van een jonge Marokkaanse vrouw in haar gezicht en op haar lichaam vitriool (een bijtend zuur). De vrouw en haar ouders stellen hiervoor de stad Luik en de staat België aansprakelijk. Ze werpen hiervoor de verschillende klachten op omtrent de doodsbedreigingen door de ex- vriend van de vrouw die zij hebben gedaan bij de politie. Zowel de politie als het parket hebben met deze klachten niets gedaan onder het voorwendsel dat zulke bedreigingen alledaags zijn. Het Hof van beroep te Luik 38 stelt de staat België en de stad Luik aansprakelijk voor de door de vrouw geleden schade en veroordeelt ze in solidum om de helft van de uiteindelijke schade te vergoeden. Door de nalatigheid van de politiediensten en het parket zou de schade zich misschien niet hebben voorgedaan. Volgens het Hof heeft het slachtoffer de kans, dat geschat wordt op 50%, verloren om de schade te vermijden. De stad Luik en de Belgische staat gaan in cassatie tegen deze beslissing en stellen dat bij een onzeker causaal verband, er geen beroep kan worden gedaan op de theorie van het verlies van een kans. Het Hof van Cassatie volgt deze kritiek. 39 Het Hof van Beroep te Brussel 40 past opnieuw de leer van het verlies van een kans toe. Bij aangepaste bescherming had het slachtoffer een kans gehad om de aanval te ontlopen. De verloren kans wordt geschat op 80% en de vergoeding wordt bepaald op 80% van de uiteindelijke schade. Weer gaan de verweerders in Cassatie 41 met quasi dezelfde grieven en weer wordt het bestreden arrest door het Hof van Cassatie vernietigd met een gelijkaardige argumentatie aan het arrest van Het Hof voegt evenwel toe dat de rechter, bij onzekerheid omtrent het causaal verband, de dader van de fout niet kan veroordelen tot vergoeding van de werkelijk geleden schade. In het bestreden arrest sluit de rechter niet uit 37 I. BOONE, Het verlies van een kans bij onzeker causaal verband, RW , Luik 27 november 1996, Journ. Proc. 1997, nr. 318, Cass. 19 juni 1998, Arr. Cass. 1998, Brussel 4 januari 2001, Journ. Proc. 2001, nr. 410, Cass. 1 april 2004, RW , ; JT 2005, ; NJW 2005,

19 dat de schade zich zonder de fout zou kunnen voordoen zoals ze zich heeft voorgedaan zodat de beslissing niet naar recht is gemotiveerd. 42 Het besproken arrest van 1 april 2004 vooral maar ook vijf andere arresten in de periode tussen 1998 en 2007 zorgden voor twijfel over de vergoedbaarheid van het verlies van een kans. In al deze arresten verbrak het Hof van Cassatie uitspraken waarbij een vergoeding voor het verlies van een kans werd toegekend. Er waren evenwel ook twee arresten waarin het vergoeden van een kans wel werd goedgekeurd, maar deze kregen weinig of geen aandacht. Met het arrest van 5 juni stelt het Hof van Cassatie een einde aan de twijfel. Het vergoeden van het verlies van een kans blijft mogelijk. In dit arrest bevestigt het Hof van Cassatie de csqn test en de equivalentieleer. Er is geen sprake van een omkering van de bewijslast of een proportionele aansprakelijkheid. Een oplossing voor het verlies van een kans wordt gevonden via het schadebegrip door niet de uiteindelijke schade te vergoeden maar wel het verlies van een kans om deze schade te vermijden. Opmerkelijk is dat het Hof van Cassatie vaststelt dat de benadeelden in ondergeschikte orde aanspraak maakten op vergoeding van het verlies van een kans, in casu de overlevingskans van het paard. In de zes vernietigde arresten werd dit niet gedaan. Hier kende de rechter ambtshalve een vergoeding toe voor het verlies van een kans, bij wijze van troostprijs omdat men het causale verband tussen de fout en de uiteindelijke schade niet kon bewijzen. Dit is logisch gezien het beschikkingsbeginsel en het feit dat bij de aansprakelijkheidsregelen het causaal verband moet worden aangetoond tussen de fout en de aangevoerde schade. Het beschikkingsbeginsel 44 is een algemeen rechtsbeginsel dat stelt dat niet de rechter maar de partijen de contouren van het civiele geding bepalen. Aldus kan de rechter het voorwerp van de vordering niet wijzigen noch uitspraak doen over iets wat niet werd gevorderd. De rechter kan enkel uitspraak doen over de vergoeding van de schade die door de partijen werd gevorderd. Het toekennen van een vergoeding voor het verlies van een kans is dus niet mogelijk en wettelijk indien de partijen deze vergoeding niet hebben gevorderd. De benadeelde moet dus, minstens in ondergeschikte orde, vergoeding vorderen voor het verlies van een kans. Een tweede opvallend aspect is dat het zo is dat er geen vergoeding mogelijk is voor een bepaalde schade indien het causaal verband tussen deze schade en de fout niet werd aangetoond. Men kan dan ook geen schadevergoeding toekennen voor andere schade waarvoor geen vergoeding werd 42 I. BOONE, Het verlies van een kans bij onzeker causaal verband, RW , Cass. 5 juni 2008, NJW 2009, afl. 194, Art. 1138, 2 en 3 Ger.W. 19

20 gevorderd. Het Hof van Cassatie laat er geen twijfel over bestaan dat het verlies van een kans vergoedbare schade uitmaakt: De rechter kan vergoeding toekennen voor het verlies van een kans op het verwerven van een voordeel of het vermijden van een nadeel indien het verlies van deze kans te wijten is aan een fout. Een vergoedbaar verlies van een kans vereist zowel een positief als een negatief aspect. Het positieve aspect houdt in dat er een reële kans is om een voordeel te verwerven of een nadeel te vermijden. Het negatieve aspect komt erop neer dat er geen zekerheid maar slechts een kans is dat dit het geval zal zijn. Volgens het arrest maakt ook de kans op genezing of overleving vergoedbare schade uit. 45 Rechtsvergelijkend gezien, is België niet het enige land waar ze de vergoeding voor het verlies van een kans kennen. In feite is deze oplossing ontleend aan het Franse recht waar ze deze creatie kennen sinds het einde van de negentiende eeuw en waar het momenteel een zeer brede toepassing kent zowel in het contractueel als het buitencontractueel recht. Ook in Italië en Spanje hanteren ze, evenwel met nuances, het verlies van een kans. Duitsland kent de oplossing niet, daar werken ze met een verbetering voor de benadeelde op het vlak van de bewijsvoering. Toch gaan er in Duitsland stemmen op om te werken met een proportionele aansprakelijkheid, alsook in Zwitserland. In Engeland kent men het verlies van een kans in de contractuele verhouding maar wordt ze afgewezen in de buitencontractuele context en bij medische schade. 46 Samengevat veroordeelt het Hof van Cassatie in zijn arrest van 5 juni 2008 de praktijk van sommige rechters (zoals in het arrest van 1 april 2004) die ambtshalve vergoeding toekennen wegens het verlies van een kans indien komt vast te staan dat het causaal verband tussen de fout en de schade waarop de kans betrekking heeft niet kan worden bewezen. Vergoeding wegens verlies van een kans is enkel mogelijk indien de benadeelde hier vergoeding voor heeft gevorderd en aantoont dat dit verlies in causaal verband staat met de fout van de verweerder. 47 Een recente toepassing van de theorie van het verlies van een kans, vinden we terug in twee arresten van 19 december 2009 van het Hof van Cassatie. In casu ging het om het verlies van 45 H. BOCKEN, Het verlies van een kans. Het cassatiearrest van 5 juni Vervolg en (voorlopig?) slot, NJW 2009, afl. 194, H. BOCKEN, Geen kans verloren. Causale onzekerheid en de rechtspraak van het Hof van Cassatie over het verlies van een kans, in K. BERNAUW en H. BOCKEN (eds.), Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen , Mechelen, Kluwer, 2007, H. BOCKEN, Het verlies van een kans: vergoedbare schade? Het arrest van het Hof van Cassatie van 5 juni 2008, T.Verz. 2008, afl. 4,

21 een kans als gevolg van een fout van de overheid inzake ruimtelijke ordening. Het Hof bevestigt in deze arresten dat de rechter de mogelijkheid heeft om een vergoeding toe te kennen voor het verlies van een kans op voorwaarde dat er een conditio sine qua nonverband bestaat tussen de fout en het verlies van een kans. Evenwel komt enkel de economische waarde van de verloren gegane kans voor vergoeding in aanmerking. Het arrest van het Hof van beroep te Brussel van 28 november 2007 voldeed hieraan. In deze zaak kenden de rechters een schadevergoeding toe van 80% doordat er zonder de fout van het Vlaams Gewest een reële kans (80%) bestond dat het slachtoffer een voordeel had verworven. Het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 25 november 2008 daarentegen werd door het Hof van Cassatie vernietigd doordat de rechters een vergoeding voor het gehele verlies van het voordeel hadden toegekend terwijl de fout slechts het verlies van een kans op dit voordeel had veroorzaakt. Wanneer immers niet vaststaat dat zonder de fout de uitkomst goed was geweest, kan men het verlies van het ingeroepen voordeel niet volledig vergoeden Is de CSQN- test het beste criterium om de feitelijke causaliteit vast te stellen? Hoewel men in vele lande de csqn- test gebruikt om de feitelijke aansprakelijkheid vast te stellen, zijn er ook andere instrumenten mogelijk. In Engeland gaat men soms minder streng om met de test dan bij ons, alsook in Amerika. De csqn- test eist dat een gebeurtenis een noodzakelijke voorwaarde was voor de schade, niet dat ze een voldoende voorwaarde was. Moeilijk is het geval waarbij meerdere fouten elk afzonderlijk voldoende zijn om de schade te veroorzaken. Het kan zijn dat de fouten opeenvolgend plaatsvinden voor het schadegeval of een van de fouten wordt gesteld voor het schadegeval of enige tijd na het schadegeval of beide voldoende fouten worden gelijktijdig begaan. In elk van deze gevallen zal de csqn- test leiden tot een ander resultaat. In het geval meerdere voldoende oorzaken gelijktijdig optreden schiet de csqn- test tekort en is er dus een aanvulling nodig. De Belgische rechtspraak kent in sommige gevallen een schadevergoeding toe zelfs zonder dat aan de csqn- test is voldaan. Dit is het geval indien een onderneming van openbaar nut of een openbaar bestuur een schadevergoeding vordert voor kosten die zij hebben gemaakt bij ongevallen die het inzetten van materiaal of personeel vereisen. Dan kent de rechtspraak ook een percentage van de algemene kosten toe als vergoeding hoewel deze niet in causaal verband (ze werden reeds gemaakt voor het ongeval) staan met de fout van de verweerder. De rechtspraak ziet hier geen 48 Cass. 17 december 2009, TBH 2010, afl. 3,

22 probleem in en kent ex aequo et bono een bepaald percentage toe als vergoeding. 49 Zelf zie ik de beperkingen in waar de csqn- test mee te maken krijgt maar toch meen ik dat een ander criterium voor de feitelijke causaliteit niet nodig is. Aansprakelijkheidsrecht is een rechtersrecht. Zoals reeds in het verleden is gebleken vinden de rechters creatieve oplossingen voor de problemen waarmee ze te kampen krijgen omtrent de csqn- test. Een ander criterium is dan ook niet nodig. Ook is het zo dat men in vele Europese landen werkt met de csqn- test. 49 H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2004,

23 Afdeling 3: De juridische causaliteit 1 De equivalentieleer 1 Geen verder onderscheid tussen de noodzakelijke voorwaarden In België wordt de equivalentieleer gevolgd. Volgens deze theorie wordt er geen verdere selectie gemaakt tussen de verschillende conditiones sine qua non van een schadegeval. Feitelijke causaliteit is in ons recht gelijk aan juridische causaliteit. Het enige dat is vereist is dat de fout een noodzakelijke voorwaarde was voor de schade. De andere elementen uit de historiek van het schadegeval moeten onvoldoende zijn geweest om de schade te veroorzaken. 50 Het Hof van Cassatie sprak zich in een arrest van 4 december voor het eerst uit over de gelijkwaardigheid van alle voor de schade noodzakelijke voorwaarden. Aldus volgde het Hof van Cassatie de opvatting van DE PAGE die de equivalentieleer heel duidelijk verdedigde. 52 Men gaat uit van het historisch verhaal zoals het zich in concreto voordeed. Hierdoor krijgt het causaal verband een eerder brede draagwijdte. Het gevolg hiervan is dat de aansprakelijke ook de atypische gevolgen van zijn fout moet dragen die er zonder een ongelukkige of bizarre samenloop van omstandigheden niet zouden zijn geweest. 53 Indien feitenrechters in beslissingen blijk geven van een causaliteitsbegrip dat afwijkt van de equivalentietheorie, worden deze vonnissen of arresten verbroken door het Hof van Cassatie. Gezien het grote aantal arresten dat het Hof van Cassatie verbreekt, lijkt het erop dat vele feitenrechters niet steeds gelukkig zijn met de consequente toepassing van de equivalentietheorie. Het Hof van Cassatie verbreekt o.a. indien de feitenrechter een rechtreeks causaal verband eist, een onderscheid maakt tussen niet-causale aanleidingen en echte oorzaken 54, de voorzienbaarheid van de schade als criterium hanteert 55 of eist dat de schade het noodzakelijke of het normale gevolg is van de fout H. BOCKEN en I. BOONE, Causaliteit in het Belgische recht, TPR 2002, Cass. 4 december 1950, Pas. 1951, I, en RGAR 1952, nr M. VAN QUICKENBORNE, Oorzakelijk verband tussen onrechtmatige daad en schade, Mechelen, Kluwer, 2007, H. BOCKEN en I. BOONE, Causaliteit in het Belgische recht, TPR 2002, Cass. 26 februari 1981, Arr. Cass , Brussel 4 mei 1994, RGAR 1996, nr Brussel 24 februari 1989, RGAR 1990, nr

24 Ook bij objectieve aansprakelijkheid geldt de equivalentietheorie. Toch kunnen we enkele belangrijke verschillen opmerken. Bij risicoaansprakelijkheden moet met name het causaal verband niet worden bewezen tussen de schade en een gedraging van de verweerder. De aansprakelijkheid wordt gekanaliseerd naar personen die een bepaalde band hebben met de risicofactor waartegen bescherming wordt geboden omdat ze een bijzonder gevaar teweegbrengen. Voorbeelden zijn de schade door een aangestelde veroorzaakt tijdens zijn bediening (deze wordt gekanaliseerd naar de aansteller) of de bewaker van een gebrekkige zaak. Ook zonder gedraging die in causaal verband staat met de schade zullen deze mensen aansprakelijk worden gesteld. Er moet evenwel een causaal verband worden bewezen tussen de schade en de gebeurtenis van het type waarop de bijzondere regeling toepassing vindt. Er is sprake van een oorzakelijk verband wanneer de schade zich niet zou hebben voorgedaan zonder de bedoelde schadeverwekkende gebeurtenis. 58 Een voorbeeld van de toepassing van de equivalentietheorie vinden we in een vonnis van de politierechtbank van Gent van 23 februari In casu ging het om een auto die verblind werd door een tegenligger, hierdoor wat moest uitwijken en zo een voetganger aanreed die zich voort bewoog op de rijbaan daar er geen voetpad aanwezig was. De voetganger moest zich volgens art Wegverkeersreglement 59, bij het niet voorhanden zijn van een voetpad, zo dicht mogelijk bij de rand van de rijbaan houden en zich links naar zijn beoogde bestemming begeven. In deze zaak echter wandelde de vrouw in kwestie zo dicht mogelijk bij de rand van de rijbaan maar zij deed dit rechts in de door haar gevolgde richting. Volgens haar staat deze inbreuk niet in causaal verband met de schade. Volgens de rechter echter zou dit een miskenning uitmaken van de equivalentietheorie. Volgens deze theorie kan een fout tot aansprakelijkheid aanleiding geven indien deze fout in concreto noodzakelijk was voor het schadegebeuren. Zodra dit het geval is, is deze fout altijd de oorzaak van het schadegebeuren, zelfs al is de feitelijke gang van zaken zeer onwaarschijnlijk, onrechtstreeks of uitzonderlijk. De csqn- test volstaat immers. Er wordt geen verder onderscheid gemaakt tussen de feitelijke oorzaken, deze zijn equivalent. Men gaat bij de equivalentieleer uit van het historisch verhaal zoals het zich heeft voorgedaan. De rechter laat enkel (het foutieve facet van) de gedraging 57 H. BOCKEN, Toerekening van aansprakelijkheid op grond van de equivalentieleer, in B. TILLEMAN en I. CLAEYS (eds.), Buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2004, W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer (Belgisch Staatsblad van 27 maart 1968), BS 21 oktober

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Kelly Rubrecht

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De moderne contouren van het leerstuk van het verlies van een kans na het Prizrak arrest Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 DECEMBER 2017 C.16.0296.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0296.N 1. ALFA nv, met zetel te 3700 Tongeren, Maastrichterstraat 31, 2. F. R., 3. A.-M. H., 4. F. R., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd?

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd? Masterproef van de

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JUNI 2009 C.08.0546.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0546.N 1. V.R., en 2. V.A., eisers, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MEI 2012 C.11.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0132.N GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS, met zetel te 1210 Brussel, Liefdadigheidsstraat 33/1, eiser, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 FEITELIJKE VERSUS JURIDISCHE CAUSALITEIT: VOLGT DE BELGISCHE RECHTSPRAAK WERKELIJK DE EQUIVALENTIELEER? Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2011 C.10.0242.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0242.F AXA BELGIUM nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. MERCATOR VERZEKERINGEN nv, 2. ETHIAS nv.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2015 C.14.0403.N C.14.0474.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.14.0403.N VLAAMSE VERVOERMAATSCHAPPIJ DE LIJN, met zetel te 2800 Mechelen, Motstraat 20, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T Rolnummer 5297 Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit

Nadere informatie

BS Verzekeringsrecht

BS Verzekeringsrecht Master Rechten BS Verzekeringsrecht Smvt - Weyts Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R49 7.00 EUR Bijzonderestudie Verzekeringsrecht 2013 Moduleburgerlijkrecht MasterRECHTEN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 FEBRUARI 2011 C.10.0147.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0147.N GENERALI BELGIUM nv, met zetel te 1050 Brussel, Louizalaan 149, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MEI 2015 C.14.0269.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0269.N VLAAMSE GEMEENSCHAP, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2018 C.17.0578.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0578.N 1. BALOISE BELGIUM nv, met zetel te 2600 Antwerpen (Berchem), Posthofbrug 16, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel,

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 MEI 2011 C.09.0499.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0499.N RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING, openbare instelling, met zetel te 1150 Sint-Pieters-Woluwe, Tervurenlaan

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Bent u Elit3-cliënt bij Fidea? Lees dan verder wat de tijdelijke BOB-waarborg voor u kan betekenen.

Bent u Elit3-cliënt bij Fidea? Lees dan verder wat de tijdelijke BOB-waarborg voor u kan betekenen. 24 november 2017 Deze FAQ is louter ter informatie en houdt geen enkele contractuele verbintenis in. Voor de exacte modaliteiten verwijzen wij naar de Bijzondere of Algemene Voorwaarden. 1. Mijn verzekeringsbemiddelaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2010 C.09.0475.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0475.N V.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers Aansprakelijkheid van ondernemers 19 juni 2014 1 Over Juridiq * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers * eerstelijn: voor alle vragen en problemen * specialisaties in Juridiq Netwerk * andere

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2013 C.12.0559.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0559.N D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2012 C.10.0651.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0651.F AXA nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen E. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2008 C.07.0207.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0207.F MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER VAN BRUSSEL, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. X. I.

Nadere informatie

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID IN HET VERKEER

AANSPRAKELIJKHEID IN HET VERKEER AANSPRAKELIJKHEID IN HET VERKEER AANSPRAKELIJKHEID Inhoud 1. De vergoeding van de zwakke weggebruiker. 2. De aansprakelijkheid van en voor de leerlingen. 3. De verzekering van leerlingen en leerkrachten.

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Heeft België nood aan een wijziging van art. 1385 BW? Een rechtsvergelijkend onderzoek met Duitsland, Frankrijk en Nederland

Nadere informatie

Bent u Elit3-cliënt bij Fidea? Dank voor het vertrouwen! Lees dan verder wat de tijdelijke BOB-waarborg voor u kan betekenen.

Bent u Elit3-cliënt bij Fidea? Dank voor het vertrouwen! Lees dan verder wat de tijdelijke BOB-waarborg voor u kan betekenen. 8 juni 2018 Deze FAQ is louter ter informatie en houdt geen enkele contractuele verbintenis in. Voor de exacte modaliteiten verwijzen wij naar de Bijzondere of Algemene Voorwaarden 1. 1. Mijn verzekeringsbemiddelaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 APRIL 2015 P.14.1623.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1623.N L M R V, inverdenkinggestelde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

HOF VAN CASSATIE ARRESTEN VAN HET JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE

HOF VAN CASSATIE ARRESTEN VAN HET JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE ARRESTEN VAN HET HOF VAN CASSATIE JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE BEZORGD DOOR DE LEDEN VAN HET HOF VAN CASSATIE ARRESTEN APRIL 2004 NRS 171 TOT 230 Nr.

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD

RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD ARTIKEL 1 Wat verstaat men onder? 1) Familie a) Uzelf; b) Uw samenwonende echtgenoot of de persoon met wie u samenwoont, hierna begrepen in de term echtgenoot

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT.

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. Wie is aansprakelijk voor schadegevallen en hoe kan deze aansprakelijkheid worden vermeden? Een mede-eigenaar in een appartementsgebouw

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T Rolnummer 5264 Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk

Nadere informatie

Ontslag wegens dringende reden

Ontslag wegens dringende reden Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Onrechtmatige daad. Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Onrechtmatige daad Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht 1. INLEIDING... 3 A. BRONNEN VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT... 3 B. FUNCTIES VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT: SCHADEVERGOEDING

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

Vraag bij twijfel aan uw verzekeringsbemiddelaar of hij u als Elit3-cliënt heeft opgegeven bij Fidea.

Vraag bij twijfel aan uw verzekeringsbemiddelaar of hij u als Elit3-cliënt heeft opgegeven bij Fidea. 29 april 2016 Deze FAQ is louter ter informatie en houdt geen enkele contractuele verbintenis in. Voor de exacte modaliteiten verwijzen wij naar de Bijzondere of Algemene Voorwaarden 1. 1. Mijn verzekeringsbemiddelaar

Nadere informatie

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5763 Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België. Arrest

Hof van Cassatie van België. Arrest 16 NOVEMBER 2009 C.09.0135.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0135.N LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN, met zetel te 1031 Brussel, Haachtsesteenweg 579, eiser, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2014 P.13.1304.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1304.F BELFIUS, voorheen genaamd DEXIA INSURANCE BELGIUM nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. E.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 AUGUSTUS 2002 C.02.0386.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.02.0386.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, eiser, in de zaak van V. E. tegen 1. S. L., J., H. 2. BALLOON OPERATIONS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH

Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH Wettelijke subrogatie en het cumulverbod in vogelvlucht Marie-Emilie Baekelandt Juridische dienst VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 Inhoud Begrippen (rechtsgrond): wettelijke subrogatie;

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Gelijktijdige strafbaarstelling van rechtspersoon en natuurlijke persoon. Voorwaarde. Vaststelling van fout Datum 23 september 2008 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

VIERDE RICHTLIJN AUTO: VERGOEDINGSTERMIJNEN VANAF 19 JANUARI

VIERDE RICHTLIJN AUTO: VERGOEDINGSTERMIJNEN VANAF 19 JANUARI DEC 2002 IERDE RICHTLIJN AUTO: ERGOEDINGSTERMIJNEN ANAF 19 JANUARI TIJDSLIJN OOR DE ERGOEDINGSTERMIJNEN 1. REGELING BINNEN DE OPGELEGDE TERMIJNEN............................... III 1.1. Antwoord op het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen

Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen Steven Lierman Ondervoorzitter beheerscomité FMO KU Leuven, UA Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen 1 1. Krachtlijnen

Nadere informatie

AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN. Bart Hannes oktober 2011

AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN. Bart Hannes oktober 2011 AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN Bart Hannes oktober 2011 1 Verzekeringen I. Burgerlijke aansprakelijkheid II. III. IV. Lichamelijke ongevallen AKTIVIA-polissen Andere risico s 2 I. Burgerlijke aansprakelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 APRIL 2019 S.15.0096.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0096.N VRIJE BASISSCHOLEN ZEDELGEM vzw, met zetel te 8210 Zedelgem, Groenestraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2008 C.07.0130.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0130.N FB VERZEKERINGEN, naamloze vennootschap, met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Bijzondere Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering Wettelijke Aansprakelijkheid

Bijzondere Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering Wettelijke Aansprakelijkheid Henck Arronstraat 5 7 Pob 1030 Tel. 473400/477955 Fax 476669 Paramaribo Suriname E-mailadres: assuria@sr.net Filiaal Nickerie R.P. Bharosstraat 68 Pob 6096 Tel. 0231911 Fax 0231912 Nw. Nickerie - Suriname

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5127 Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 AUGUSTUS 2015 P.15.1156.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1156. N K G, vreemdeling, vastgehouden, eiser, met als raadsman mr. Géraldine Debandt, advocaat bij de balie te Antwerpen, met

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Ervaringen van rechters met whiplash M R. H. D E H E K 3 0 M A A R T 2 0 1 2

Ervaringen van rechters met whiplash M R. H. D E H E K 3 0 M A A R T 2 0 1 2 Ervaringen van rechters met whiplash M R. H. D E H E K 3 0 M A A R T 2 0 1 2 Stereotypering van een whiplashzaak: - dik en voorspelbaar - rituele dans om de deskundige(n) en de vraagstelling - vaste standpunten

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2009 C.08.0269.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0269.N N. T., eiser, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor rechtsbijstand

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 SEPTEMBER 2011 C.10.0278.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0278.N H. S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis Basis BA 1 De verschillende soorten aansprakelijkheid onderscheiden (morele, burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid) en bepalen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2014 P.14.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0184.N N L A S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Pascal Vanderosieren, advocaat bij de balie te Brussel, met kantoor te 3090

Nadere informatie

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout 1. Inleiding Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout Over aansprakelijkheden en schadevergoeding bij wijkteams Tim Robbe 1 Een wijkteammedewerker komt bij een burger. Vervolgens

Nadere informatie

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie? DE PROBLEMATIEK VAN DE AANHANGWAGENS De eerste Europese richtlijn betreffende verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen 1 bepaalt dat alle Lidstaten de nodige maatregelen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen prof dr mr A.J. Akkermans Beroepsziekten en bedrijfsongevallen vanuit juridisch perspectief Werkgeversaansprakelijkheid Bron: W.E. Eshuis e.a. (2011), Werkgeverskosten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 NOVEMBER 2013 P.13.1178.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1178.F K. A., Mrs. Antoine Leroy en Martin François, advocaten bij de balie te Brussel, tegen C. W. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

GDPR en aansprakelijkheid

GDPR en aansprakelijkheid GDPR en aansprakelijkheid 1. Het Belgische begrip fout & GDPR 2. Wie kan aansprakelijkheid dragen? 3. Wie kan een claim stellen? 4. Wat zijn de financiële risico s? 5. Tips Artikel 82 Recht op schadevergoeding

Nadere informatie