Nieuwsbrief juli In deze nieuwsbrief:

Transcriptie

1 Nieuwsbrief juli 2016 In deze nieuwsbrief: - WGA Eigen Risico - Pensioen eigen beheer DGA exit! - Financiële risico s overlijden onderschat door jonge ouders! - Beleggen - Pensioendossier! WGA Eigen Risico (3) In de nieuwsbrieven van oktober 2015 en april 2016 is dit onderwerp ook al onder de aandacht gebracht (zie Er gaan per 1 januari 2017 belangrijke wijzigingen plaats vinden, die voor elke werkgever van belang zijn! De wijzigingen die gaan plaatsvinden houden verband met aanpassing in de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa), per 1 januari De belangrijkste wijzigingen: - Samenvoeging WGA-vast en WGA-flex (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) - Bij overgang naar private verzekering mogen staartlasten achterblijven bij UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) - Bij terugkeer naar UWV wordt premie bepaald op basis van schadelast - Bij terugkeer naar UWV betekent dit dat men daar drie jaar moet blijven - Voor bestaande eigen risico dragers wordt de termijn voor het inleveren van de garantieverklaring verlengd tot 31 december Als men al eigen risicodrager is dan dient men ook de garantieverklaring opnieuw in te dienen! - Voor werkgevers die nog geen eigen risico drager zijn geldt dat zij de garantieverklaring voor 1 oktober aanstaande moeten indienen bij de belastingdienst De keuze die werkgevers moeten gaan maken is die tussen het UVW en de private verzekeraar. Een belangrijke vraag die daarbij gesteld kan worden is: waar is men beter af? Er zijn dan twee zaken die van belang zijn, namelijk: - De premie - De werknemersbegeleiding Premie: De zogenaamde gedifferentieerde premies voor de WGA en ZW zijn afhankelijk van de grootte van het bedrijf en wordt vastgesteld aan de hand van de loonsom. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen, kleine -, middelgrote - en grote werkgevers, als volgt: - Tot loonsom ,= kleine werkgever - Tussen ,= en ,= middelgroot - En boven de ,= is men een grote werkgever 1

2 De premie is voor kleine bedrijven afhankelijk van de sector (sectoraal bepaalde premie). Bij de grote werkgevers is de premie afhankelijk van de uitkeringslasten van het bedrijf. Bij de middelgrote bedrijven wordt de premie berekend over een gewogen gemiddelde van beide componenten. Omdat bij kleine bedrijven de premie sectoraal wordt bepaald zal deze vermoedelijk niet veel anders zijn bij UWV of de private verzekeraar en lijkt een advies om bij het UWV te blijven het meest logisch. Toch kunnen er redenen zijn om desondanks de overstap te maken. Dat heeft te maken met de werknemersbegeleiding. Werknemersbegeleiding: Veel verzekeraars staan op het standpunt dat als men kiest voor WGA ERD (Eigen Risico Drager) dat men dan ook moet kiezen voor het eigen risico dragen van de Ziektewet-flex. Immers, een werknemer komt eerst in de ZW en vervolgens de WGA. Voor de begeleiding van werknemers is het cruciaal om vanaf dag 1 van de ziekte begeleidt te worden om zo snel mogelijk weer terug te kunnen keren in het arbeidsproces. De verantwoordelijkheid van een werkgever voor een werknemer beslaat een periode van 12 jaar. Namelijk 2 jaar ZW en 10 jaar WGA. Zowel de werkgever als de werknemer zullen er bij gebaat zijn dat zij gedurende deze periode zo optimaal mogelijk worden begeleid. Belangrijk zal dan ook zijn hoe deze dienstverlening door de aanbieders wordt aangeboden. Werkgevers zijn, volgens kenners, voor wat betreft de werknemersbegeleiding bij een private verzekeraar altijd beter af. Conclusie: Premie lijkt een belangrijk onderdeel, maar veel belangrijker is hoe de werknemersbegeleiding wordt geregeld. Datums: - 1 oktober is voor iedereen van belang die nog geen eigen risico drager is. Voor die datum dient een garantieverklaring te worden verstuurd naar de belastingdienst. Zowel voor ZW als WGA! - 1 januari 2017 is voor de huidige eigen risico dragers WGA van belang. Voor die datum dient de nieuwe garantieverklaring te worden verstuurd. De werkgevers staan dus voor een belangrijke keuze en het is belangrijk dat zij hierover goed worden geïnformeerd. De inkomensadviseurs kunnen hen daarbij helpen en gezamenlijk tot een afgewogen advies komen. Heeft u nog geen inkomensadviseur, dan kunt u natuurlijk altijd contact op nemen met Kuiper Advies! Pensioen eigen beheer DGA exit! Als het aan het kabinet ligt dan wordt de regeling pensioen in eigen beheer voor directeurengrootaandeelhouders opgeheven. De regeling die in aanvang zeer populair was bij de DGA s werd in de uitvoering een steeds lastigere oudedagsvoorziening. Zowel voor de ondernemers als voor de belastingdienst! Werkgeversorganisaties noemen het kabinetsvoornemen een bevrijding van de pensioenklem. Toen de regeling in 1981 werd ingesteld was dit voor ondernemers een voordelige manier om voor pensioen te sparen. Dit omdat de groeiende pensioenspaarpot fiscaal aftrekbaar was voor de vennootschapsbelasting, toen nog 48%. 2

3 Tegenwoordig drukt de pensioenverplichting vaak zwaar op de solvabiliteit van het bedrijf zodat bijvoorbeeld geen dividend kan worden uitgekeerd. Vandaar het wetsvoorstel om DGA s in de gelegenheid te stellen de regeling af te kopen met flinke belastingkortingen. Wie volgend jaar gebruik maakt van de afkoopregeling krijgt een korting van 34,5%, in 2018 is dat 25% en in 2019 nog maar 19,5%. Overigens zijn ondernemers niet verplicht om het pensioen eigen beheer af te kopen. Er wordt een spaarvariant geïntroduceerd voor DGA s die de pensioenregeling willen houden. (bron: Financieel Dagblad) Financiële risico s overlijden onderschat door jonge ouders! Uit onderzoek van Aegon is gebleken dat een derde van de ondervraagde jonge ouders niets geregeld hebben voor de nabestaanden als de partner komt te overlijden. Volgens de verzekeraar is dit opmerkelijk en noemt het opvallend dat juist mensen die in een financieel kwetsbare fase zitten zo weinig aandacht hebben voor geldzaken op de lange termijn. Daar komt nog eens bij dat voorheen het wegvallen van een inkomen werd opgevangen door uitkeringen van de overheid en de collectieve pensioenregelingen. Maar door versobering van de ANW en ook van de nabestaandenpensioenen is het lang geen zekerheid meer dat er na een overlijden voldoende middelen beschikbaar zijn. Zeker als het gaat om een gezin met kinderen. Het is dan ook zeker aan te raden om te checken welk inkomen er overblijft bij het overlijden van de partner. Als middelen en voorzieningen ontbreken dan is een overlijdensrisicoverzekering de meest eenvoudige oplossing om inkomensterugval bij overlijden op te vangen. Door de stijging van de levensverwachtingen zijn de premies van de overlijdensrisicoverzekeringen de afgelopen jaren behoorlijk naar beneden bijgesteld en zijn zonder meer betaalbaar. Beleggen. Het beleggen is door de woekerpolisaffaire en de financiële crisis een onderwerp dat in mindere mate in de belangstelling is komen te staan. Omdat beleggen een belangrijk onderdeel is geworden in het adviestraject en er zeker mogelijkheden zijn om hier op een evenwichtige manier mee om te gaan, is het goed om te weten hoe beleggingen zich ontwikkelen. Fonds Koers Koers Resultaat 01-01/01-04 Resultaat 01-04/01-07 BND Wereld Indexfonds 15,90 15,67-2,33% 0,90% BND Euro Obligatiefonds (lang) 12,16 13,99 9,36% 5,18% AEX 441,82 438,85-0,39% -0,29% Verzekeringsfondsen Aandelen fonds 33,17 31,55-6,18% 1,38% Nederland fonds 22,17 22,16-0,50% 0,45% 3

4 EuropaRente fonds (obligatiefonds) 13,37 13,86 2,09% 1,53% In de vorige nieuwsbrief werd nog medegedeeld dat beursanalisten positief waren gestemd over de winsten in 2016 en Waar toen absoluut nog geen rekening mee werd gehouden was de mogelijkheid van een Brexit. Inmiddels hebben de Britten zich uitgesproken voor leave. Zij verlaten de Europese Unie. Wat de financiële en economische gevolgen hiervan zijn is op dit moment nog moeilijk aan te geven. Na de uitkomst werd er op de beurzen in de hele wereld direct gereageerd en sloten de beurzen met forse verliezen. In Amsterdam sloot de AEX op vrijdag op 424,20 punten (een verlies van 5,7%), om de maandag na dat weekend verder te zakken naar 411,62. Vervolgens is de beursindex weer gaan stijgen en sloot op 1 juli op 438,85 punten. Een dag voor de Brexit stond de index nog op 449,86. Het tweede kwartaal van 2016 verliep dus aanvankelijk best goed, totdat in Engeland nee werd gezegd tegen Europa. In het overzicht zijn er vier fondsen die op dit moment nog lager staan dan de koers aan het begin van het jaar. Hoopgevend is dat er slechts één fonds, namelijk de AEX, slechter heeft gepresteerd dan het vorige kwartaal. We zijn benieuwd in hoeverre de afwikkeling van het Brexit nog zal zorgen voor nieuwe dieptepunten op de beurzen. Voorlopig voeren onduidelijkheid en onzekerheid de boventoon. Afwachten dus! Pensioendossier! Als er één onderwerp is geweest dat de afgelopen jaren in het nieuws heeft gestaan dan is het wel het pensioen. En ook de komende jaren zal dit nog zo blijven. Reden voor mij om een dossier aan te gaan leggen en u daar regelmatig over te informeren. Na de Nationale Pensioendialoog van 2014 heeft het afgelopen jaar nog niet heel veel duidelijkheid gebracht over de veranderingen om te komen tot een vernieuwd pensioenstelsel. Dit jaar zal dus voor het huidige kabinet het jaar moeten worden om met voorstellen te komen. In de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel zijn er onlangs een aantal belangrijke publicaties verschenen en mededelingen gedaan. Zo kwam de Sociaal Economische Raad (SER) met een rapport over haar onderzoek naar een nieuw pensioenstelsel. De Autoriteit Financiële Markten (AFM), onze toezichthouder, kwam met een aantal aanbevelingen in haar position paper voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. En ook de Nederlandsche Bank (DNB) liet van zich horen. Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling! In mei kwam de SER met de publicatie over het onderzoek naar een nieuw soort pensioenregeling: persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling. Hiermee wil de SER een bijdrage leveren aan de discussie over een nieuw pensioenstelsel dat beter bestand is tegen renteschommelingen en aansluit bij de veranderende samenleving. Deze verkenning was een vervolg op het advies in 2015 Toekomstig Pensioenstelsel, waarin deze regeling werd genoemd door de SER en bestempeld als interessant, maar onbekend. Verder onderzoek zou volgen. Concreet komt het erop neer dat deelnemers vermogen opbouwen voor een pensioen, waarbij het lang leven risico wordt gedeeld door de generaties. Ook de risico s van overlijden 4

5 en premiedoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid worden hierin gedeeld. Binnen het collectieve vermogen heeft de deelnemer zicht op zijn of haar persoonlijke vermogen. De groei van het vermogen is onder andere afhankelijk van rendementen die worden behaald op beleggingen. In het nieuwe systeem worden de beleggingsrisico s gedeeld, door in gunstige jaren een gedeelte van de opbrengst toe te voegen aan een buffer. En in mindere jaren wordt er onttrokken aan de buffer. Zo zorgt de buffer voor een stabiele persoonlijke pensioenopbouw en wordt de kans om tekorten door te schuiven naar jongere generaties zo veel mogelijk voorkomen. Volgens de SER sluit het persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling beter aan op de huidige samenleving dan het pensioen op basis van een uitkeringsregeling. Maatwerk in beleggingen is mogelijk, het systeem is transparant en sluit beter aan bij de dynamische arbeidsmarkt. Position paper voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. De AFM kon natuurlijk niet achterblijven om van zich te laten horen en kwam de afgelopen maand met een aantal aanbevelingen voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. De AFM vindt drie uitgangspunten van belang, namelijk: - Persoonlijke pensioenrekening voor iedere deelnemer. - Rekening houden met de verschillen tussen de deelnemers. - Goede balans tussen keuzevrijheid en bescherming deelnemers. Ook de AFM gaat uit van een collectieve opbouw, om de kosten laag te houden en om een aantal risico s samen op te kunnen vangen. Twee bouwstenen voor nieuw pensioencontract. Zo n beetje gelijktijdig met de aanbevelingen van de AFM kwam ook de DNB met een visie over een duurzaam pensioenstelsel. De DNB stelt dat: een persoonlijk pensioenvermogen en een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid noodzakelijke bouwstenen zijn om te komen tot een duurzaam stelsel. Opvallend is natuurlijk dat drie publieke instellingen met publicaties komen die aansturen op gelijksoortige oplossingen. Ondertussen heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer toegezegd om extra onderzoek naar pensioenen te doen. De onrust, ontstaan door de aanhoudende lage rentes, is aanleiding om onderzoek te doen naar de situatie in andere landen. 5