ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN"

Transcriptie

1 Samen met lokale besturen werken aan een divers personeelsbeleid ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN DE BEROEPSINLEVINGSOVEREENKOMST BIJ LOKALE BESTUREN VOOR LEERLINGEN UIT HET DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS MET STEUN VAN HET EUROPEES SOCIAAL FONDS

2 COLOFON Publicatie dankzij het Europees Sociaal Fonds Schooljaar Samenstelling Jan Creten Met ondersteuning van Marijke De Lange Lieven Plouvier Kristin Neuts Verantwoordelijke uitgever Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Mark Suykens Paviljoenstraat Brussel T November

3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 5 CONTACTGEGEVENS... 6 VERKLARENDE WOORDENLIJST... 7 I. Woordenlijst... 7 II. Afkortingen ALGEMEEN KADER Waarom een Beroepsinlevingsovereenkomst bij publieke werkgevers? Wat is de wettelijke basis van de BIO? Voor welke jongeren is de BIO bedoeld? Welke opleidingen komen in aanmerking? Welke overheidswerkgevers kunnen gebruik maken van de BIO Wat moet er gebeuren alvorens te starten met een BIO? SOCIALE ZEKERHEIDSREGELING Valt de jongere met een BIO onder de sociale zekerheid? Wanneer is een jongere met een BIO een leerling in het kader van de sociale zekerheid? Moet een leerling een persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen betalen? Heeft de leerling recht op een vermindering van zijn sociale zekerheidsbijdragen? Moet het (lokaal) bestuur werkgeversbijdragen betalen? Heeft het (lokaal) bestuur recht op een vermindering van de werkgeversbijdragen? Hoe moet een leerling bij DIBISS aangegeven worden? Welke rechten heeft de leerling inzake sociale zekerheid? Hoe is de bescherming bij arbeidsongevallen en beroepsziekten geregeld? Behoudt een leerling het recht op kinderbijslag? ARBEIDSRECHTELIJK KADER Moet er een schriftelijke overeenkomst opgesteld worden? Wanneer kan een BIO starten? Hoeveel bedraagt de leervergoeding voor de jongere? Wat gebeurt er bij onwettige afwezigheid? Moet/Mag ik als werkgever extra voordelen toekennen? Moet de leerling belastingen betalen? Blijft een leerling met BIO-overeenkomst fiscaal ten laste van de ouders? Kom ik als werkgever/leerling in aanmerking voor een premie? Welke andere rechten & plichten heeft de jongere? Gewaarborgde leervergoeding Jaarlijkse vakantie & vakantiegeld Betaalde feestdagen Eindejaarspremie

4 3.10. Hoe is de aansprakelijkheid van de leerling geregeld? Welke medische onderzoeken zijn verplicht en wie betaalt? Hoeveel dagen en uren per week of maand kan en mag de jongere werken? Hoe zijn de pauzes geregeld? Wat gebeurt er tijdens de schoolvakanties? Wat is de duur van de beroepsinlevingsovereenkomst? Hoe wordt de jongere op de werkvloer begeleid? Kan het BIO-contract na positieve evaluatie verlengd worden? Hoe kan een BIO voortijdig beëindigd worden? Wat bij beëindiging van de BIO-overeenkomst? Waar kan ik meer informatie over de BIO vinden? BIJLAGEN Bijlage 1: Modelbesluit tot vaststelling van het aantal stage- en leerwerkplaatsen en van de voorwaarden waartegen beroepsinlevingsovereenkomsten kunnen worden afgesloten Bijlage 2: Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) Bijlage 3: Initiële aanvraag start- en stagebonus

5 INLEIDING Meer en betere leerwerkplaatsen voor leerlingen uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) is sinds enkele jaren een belangrijk agendapunt voor het Vlaams onderwijsbeleid. De Vlaamse Regering zet sterk in op werkplekleren voor een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Zoals van andere sectoren, wordt er ook van de lokale besturen, verwacht om meer jongeren de kans te bieden om te leren op de werkvloer. In 2005 stelde de Vlaamse Overheid samen met de sector lokale besturen (Diverscity) al een actieplan op om de tewerkstelling van leerlingen uit het DBSO bij publieke werkgevers te bevorderen. 1 Tien jaar later blijft dezelfde uitdaging meer dan ooit van toepassing. In het bijzonder omdat de Vlaamse Regering het huidige stelsel van Leren en Werken hervormt tot een stelsel Duaal Leren. Dit moet leiden tot meer en kwalitatievere werkplekken en een betere instroom van jongeren in het systeem. De creatie van een specifiek leerwerkstatuut voor de publieke sector was een onderdeel van het actieplan in Sinds 2005 wordt de Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) gebruikt voor alternerende opleidingen bij lokale besturen in het Vlaams deeltijds onderwijs. De leerlingen vervullen daarbij het praktijkgedeelte van hun opleiding in een lokaal bestuur. Sinds de 6 de staatshervorming is de bevoegdheid over de beroepsinlevingsovereenkomst en de werknemersleerovereenkomst (ook wel het Industrieel Leerlingenwezen genoemd) overgedragen van de federale overheid naar de gemeenschappen. Dat biedt nieuwe opportuniteiten om de verschillende types leerovereenkomsten, afhankelijk van sector en onderwijsinstelling, transparanter en aantrekkelijker te maken. Hoewel sinds kort Het nieuwe statuut voor leerling binnen alternerend leren veel onzekerheid wegneemt wat betreft het sociale zekerheidsstatuut voor BIO-leerlingen blijft er immers bij de lokale besturen nog veel onduidelijkheid bestaan welke de concrete tewerkstellingsvoorwaarden zijn waartegen ze leerlingen met een BIO aan de slag kunnen zetten. Voor leerlingen die bij een lokaal bestuur in een alternerende opleiding werken, bestaan er verschillende statuten. We focussen hier echter op de beroepsinlevingsovereenkomst in het huidige systeem van leren en werken. Dit is immers de meest voorkomende contractvorm waarmee jongeren aan het werk gaan bij publieke werkgevers. Aangezien de wetgeving over de beroepsinlevingsovereenkomst de laatste jaren grondig gewijzigd is en gezien de vele vragen bij de lokale besturen was het van belang om de Diverscity-brochure BIO in vraag en antwoord van 2008 te updaten. Op die manier staat Diverscity de lokale besturen bij in het aanbieden van leerwerkplaatsen voor leerlingen alternerend leren. Met deze nieuwe digitale uitgave Alternerend leren bij publieke werkgevers hopen we een antwoord te bieden op de meest gestelde vragen. Bijzondere dank gaat daarbij uit naar Marijke De Lange (VVSG), Lieven Plouvier (DIBISS) en Kristin Neuts (SYNTRA Vlaanderen) voor het inbrengen van hun expertise en kennis. Zonder hun ondersteuning zou de opmaak van deze brochure niet mogelijk geweest zijn. Jan Creten sectorconsulent lokale besturen (Diverscity) 1 Actieplan voor meer stage- en werkervaringsplaatsen van 1 juli 2005, een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse Ministers Vandenbroucke, Keulen en Bourgeois. 5

6 CONTACTGEGEVENS Vragen of meer info? Lokale besturen Jan Creten, sectorconsulent Lokale Besturen (Diverscity) U vindt alle sectorinformatie over lokale besturen terug op: U kunt ook contact opnemen met de sectorconsulenten lokale besturen via: sectorconsulenten@diverscity.be Vlaamse overheid Greta Gryson, Vlaamse Overheid, Dienst Diversiteitsbeleid greta.gryson@kb.vlaanderen.be SYNTRA Vlaanderen Secretariaat Beroepsinlevingsovereenkomst Deeltijds onderwijs Sinie De Geest Kanselarijstraat Brussel ilw@syntravlaanderen.be

7 VERKLARENDE WOORDENLIJST Hieronder verklaren we kort enkele woorden, begrippen en afkortingen voor de lezer. I. Woordenlijst Alternerend leren/alternerende opleiding: wanneer we spreken over alternerend leren/alternerende opleiding volgen we de definitie zoals bepaald in het KB van 29 juni in functie van de socialezekerheidsregeling. Een alternerende opleiding is elke opleiding die tegelijkertijd beantwoordt aan de volgende zes voorwaarden: 1. de opleiding bestaat uit een deel op de werkvloer en een deel in een onderwijs- of opleidingsinstelling; de twee onderdelen vormen samen één enkel opleidingsplan, zijn op elkaar afgestemd en wisselen elkaar geregeld af; 2. de opleiding leidt tot een beroepskwalificatie; 3. het deel dat uitgevoerd wordt op de werkvloer, voorziet op jaarbasis een gemiddelde arbeidsduur van minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met de feest- en vakantiedagen; 4. het deel dat uitgevoerd wordt binnen of op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de onderwijs- of opleidingsinstelling, omvat op jaarbasis a. minstens 240 lesuren voor jongeren die onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht; b. minstens 150 lesuren voor jongeren die niet onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht, en waarbij het aantal uren berekend kan worden naar rato van de totale duur van de opleiding; de lesuren waarvoor de leerling van de onderwijs- of opleidingsinstelling eventueel een vrijstelling geniet, zitten in het pakket van 240 of 150 uren; 5. de beide delen van de opleiding worden gedekt door één enkele overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn; de opleiding kan uitgevoerd worden in het kader van meerdere opeenvolgende overeenkomsten op voorwaarde dat het minimale aantal opleidingsuren in de onderwijs- of opleidingsinstelling gevolgd wordt, en het volledige traject gegarandeerd en gecontroleerd wordt door een operator; 6. de overeenkomst voorziet in de toekenning van een financiële bezoldiging die beschouwd wordt als loon voor de toepassing van de Loonbeschermingswet van 12 april 1965, aan de leerling. Leerling: Een leerling is elke persoon die in het kader van een alternerende opleiding (zoals hierboven beschreven) verbonden is met een werkgever door een overeenkomst die geen arbeidsovereenkomst is en die geen omscholingsovereenkomst voor een gehandicapte jongere is. 3 Leerwerkplek/leerwerkplaats: Een leerwerkplaats is een bezoldigde werkplek, specifiek bedoeld voor leerlingen uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Deze jongeren volgen twee dagen in de week les op school en gaan drie dagen uit werken Met andere woorden een betaalde werkervaringsplaats. De term leerwerk benadrukt duidelijk 2 KB 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, art. 1bis, zoals ingevoegd bij KB van 29 juni 2014, BS 8 augustus KB 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, art. 1bis, eerste lid. 7

8 het specifieke alternerende karakter, een permanente en voltijdse afwisseling tussen leren (schoolcontext) en werken (arbeidscontext). Leervergoeding: de financiële bezoldiging die aan de leerling in een alternerende opleiding betaald wordt en die als loon beschouwd wordt voor de toepassing van de Loonbeschermingswet van 12 april Jongeren: Met jongeren wordt zowel de minderjarigen als meerderjarigen bedoeld tussen de leeftijd van 15 en 25 jaar II. Afkortingen BIO: Beroepsinlevingsovereenkomst. CDO: Centrum Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs. DIBISS: Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels. De DIBISS is in de plaats gekomen van de RSZPPO, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten. De DIBISS is dus de socialezekerheidsinstelling bevoegd voor de lokale besturen. Daarnaast is ze ook bevoegd voor de overzeese sociale zekerheid. DIMONA: Déclaration Immédiate/Onmiddellijke Aangifte. Dit is het elektronische bericht waarmee de werkgever iedere indiensttreding en uitdiensttreding van een werknemer aangeeft bij de RSZ of de DIBISS. De Dimona-aangifte is verplicht voor alle werkgevers (publieke en private sector) in België. DmfAPPL: DmfA is de afkorting voor Déclaration multifonctionnelle/ multifunctionele Aangifte. PPL is de afkorting voor Provinciale en Plaatselijke / Provinciales et Locales. Met deze aangifte dient de lokale overheidswerkgever de loon- en arbeidstijdgegevens van zijn medewerkers in. Deze aangifte heeft betrekking op alle werkgevers die ingeschreven zijn bij de DIBISS. Dwz: dit wil zeggen. IBO: Individuele beroepsopleiding. ILW: Industrieel leerlingenwezen. KB: Koninklijk besluit. OCMW: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. RVA: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. RSZ: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. ZIV-sector: Ziekte- en invaliditeitssector. 4 KB 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, art. 1bis, 6. 8

9 1. ALGEMEEN KADER 1.1. Waarom een Beroepsinlevingsovereenkomst bij publieke werkgevers? Tot 2005 bestond er voor leerlingen uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs die in een betaalde leerwerkplaats bij een lokaal bestuur aan de slag wilden gaan geen specifieke rechtspositie zoals die bij private werkgevers. In de verschillende private sectoren worden werknemersleerovereenkomsten of andere voordelige leerovereenkomsten gebruikt om leerlingen uit het DBSO een betaalde leerwerkplek aan te bieden 5. De lokale en de provinciale besturen en ook de Vlaamse overheid waren uitgesloten van dit specifiek statuut. Wel konden ze een (klassieke) deeltijdse arbeidsovereenkomst ondertekenen waarbij de jongere vergoed werd volgens de loonbarema s die gelden voor het gewone personeel van het bestuur. Voor de werkgever betekende dit een zwaar financieel kostenplaatje voor een leersituatie en bracht dit spanningen mee met de rest van het personeel, die hetzelfde salaris kregen, terwijl de leerling nog in opleiding was. Ook voor de jongere zelf was dit problematisch. Hij kreeg onrealistische loonverwachtingen bij zijn intrede op de arbeidsmarkt. Om deze drempels weg te werken kwam er de Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO). De BIO is een contract naar analogie met het werknemersleercontract (of het industrieel leerlingenwezen ILW) bij private werkgevers. De jongere ontvangt gedurende de leerwerkopleiding een leervergoeding. Voor de werkgever is er geen verplichting om de jongere na de opleidingsperiode een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Een BIO is geen arbeidsovereenkomst maar een opleidingsovereenkomst; er bestaat geen arbeidsrelatie tussen de jongere en het bestuur. In tegenstelling tot de arbeidsovereenkomst is het voorwerp van deze overeenkomst niet het leveren van arbeidsprestaties tegen loon, maar wel de opleiding, namelijk het leren van praktische vaardigheden op de werkvloer. Een bestuur mag meerdere leerlingen met een BIO tewerkstellen Wat is de wettelijke basis van de BIO? De BIO vindt zijn wettelijke basis in de Programmawet van 2 augustus 2002 (Hoofdstuk X, art. 104 e.v.). Deze bepalingen worden aangevuld door de Omzendbrief van 2 september 2005 Naar meer en betere stageplaatsen bij de lokale en regionale besturen (BA2005/05). De omzendbrief is terug te vinden op: In 2008 kwam er bovendien een nieuw Decreet Leren en Werken van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, die de regels bepaalde voor het stelsel leren en werken: Ten slotte introduceerde de wetgever met het KB van 29 juni 2014 één generieke 5 Brugprojecten, gericht op niet arbeidsrijpe jongeren, worden hier buiten beschouwing gelaten. Voor een bespreking in detail van deze contracten verwijzen we naar de website van Diverscity: 9

10 omschrijving voor het begrip leerling in de RSZ-wetgeving. 6 Zo zijn er voortaan uniforme regels vastgesteld voor de sociale rechten van jongeren in een stelsel van alternerend leren. Voor zover jongeren met een BIO aan de wettelijke omschrijving van het genoemde KB (zie boven) voldoen hebben ze voortaan dezelfde socialezekerheidsrechten als jongeren met een werknemersleerovereenkomst of syntra leerovereenkomst. Meer info: &table_name=wet 1.3. Voor welke jongeren is de BIO bedoeld? De BIO is bedoeld voor deeltijds lerende jongeren (vanaf 15 tot maximum 25 jaar) 7 die in een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs (CDO) in de Vlaamse Gemeenschap ingeschreven zijn. Zij volgen een algemene vorming en een technische en praktische opleiding in het CDO en doen werkervaring op, bijvoorbeeld bij het bestuur. Centraal staat het alternerend karakter van de tewerkstelling: leerlingen verwerven op de werkvloer competenties die inhoudelijk aansluiten op de gevolgde opleiding Welke opleidingen komen in aanmerking? In principe komt elke opleiding in het deeltijds beroepssecundair onderwijs in aanmerking, zolang de jongere zijn werkervaring opdoet bij een lokale of provinciale bestuur (of de Vlaamse overheid). Het alternerend karakter van de tewerkstelling is van essentieel belang, waardoor bepaalde opleidingen meer geschikt zijn dan andere om de nodige werkervaring op te doen. Informatie over de opleidingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, evenals een overzicht van de centra deeltijds beroepssecundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, kan u hier terugvinden: Welke overheidswerkgevers kunnen gebruik maken van de BIO De BIO is van toepassing op volgende publieke werkgevers: Bij de Vlaamse overheid de departementen en intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid; de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid; de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen; de strategische adviesraden. 6 KB 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, art. 1bis. 7 Decreet 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 39, 1: Het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de leertijd zijn toegankelijk voor jongeren die enerzijds aan de voltijdse leerplicht hebben voldaan en anderzijds de leeftijd van 25 jaar nog niet hebben bereikt. Ze kunnen worden gevolgd uiterlijk tot het einde van het schooljaar waarin jongeren de leeftijd van 25 jaar bereiken. 10

11 Bij de lokale en provinciale besturen Gemeenten en verenigingen van gemeenten; OCMW s (OCMW-diensten, woonzorgcentra) en OCMW-verenigingen naar publiek recht; Provincies; Autonome gemeente- en provinciebedrijven Wat moet er gebeuren alvorens te starten met een BIO? Door de overheidswerkgever De overheidswerkgever sluit een BIO af en neemt een besluit. Voor regionale en plaatselijke besturen werd een model van besluit ter beschikking gesteld dat kan worden ingepast in de plaatselijke besluitvorming. Het betreft een besluit tot vaststelling van het aantal stage- en werkervaringsplaatsen en van de voorwaarden waartegen beroepsinlevingsovereenkomsten kunnen worden afgesloten. 8 In bijlage vindt u een actuele versie van dit besluit. In bijlage vindt u eveneens een model van de beroepsinlevingsovereenkomst die dient te worden ondertekend. Een beroepsinlevingsovereenkomst wordt steeds in drie exemplaren opgemaakt waarvan een exemplaar bestemd is voor de ondertekenende partijen en een derde exemplaar bestemd is voor het centrum deeltijds onderwijs dat een kopie bezorgt aan Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen. De plaatselijke overheden zijn niet verplicht besluiten over deze materie op te sturen aan de toezichthoudende overheid. 9 Door het Centrum Deeltijds Onderwijs (CDO) Het Centrum Deeltijds Onderwijs (CDO) brengt Syntra Vlaanderen op de hoogte. Om te starten met een BIO moet enkel een BIO worden afgesloten tussen de leerling of zijn/haar ouders/voogd (in geval van minderjarige leerlingen) en de overheidswerkgever. Er moet geen specifieke aanvraag worden ingediend. De CDO s moeten vanaf het schooljaar wel een kopie van de ondertekende beroepsinlevingsovereenkomsten opsturen naar Syntra Vlaanderen: ilw@syntravlaanderen.be of Syntra Vlaanderen, Kanselarijstraat 19, 1000 Brussel. 8 Dit model is gebaseerd op het besluit van de Vlaamse Regering ter zake. 9 Art. 248 tot en met art. 261 Gemeentedecreet en art. 248 tot en met art. 264 OCMW-decreet. 11

12 2. SOCIALE ZEKERHEIDSREGELING 2.1. Valt de jongere met een BIO onder de sociale zekerheid? Sinds 1 januari 2013 is de onderwerping aan de sociale zekerheid en de bijbehorende bijdrageplicht van een jongere met een BIO wettelijk geregeld. Op 1 juli 2015 zijn de regels echter opnieuw veranderd. 10 De jongere die na 1 juli 2015 met een BIO in dienst genomen wordt, wordt aangegeven bij de DIBISS voor zover hij beschouwd wordt als een leerling (zie hieronder). De jongere die vóór 1 juli 2015 met een BIO in dienst genomen werd, werd aangegeven bij de DIBISS. De aangifteplicht blijft geldig tot het einde van de BIO, ook als niet alle voorwaarden vervuld zijn om voor de sociale zekerheid van een leerling te spreken Wanneer is een jongere met een BIO een leerling in het kader van de sociale zekerheid? Een jongere die met een werkgever verbonden is door een BIO en wiens alternerende opleiding tegelijkertijd voldoet aan de zes bovenvermelde voorwaarden (zie verklarende woordenlijst boven), wordt vanaf 1 juli 2015 beschouwd als een leerling die onderworpen is aan de sociale zekerheid. Hij moet aangegeven worden bij de DIBISS. Een jongere die met een werkgever verbonden is door een BIO en wiens alternerende opleiding niet voldoet aan de zes bovenvermelde voorwaarden, wordt vanaf 1 juli 2015 niet beschouwd als een leerling. Hij is niet onderworpen aan de sociale zekerheid en wordt niet aangegeven bij de DIBISS Moet een leerling een persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen betalen? De bijdrageplicht voor de sociale zekerheid is afhankelijk van de leeftijd van de leerling. Vanaf het eerste kwartaal van het jaar waarin de jongere 19 jaar wordt, is de leerling de volledige sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. Concreet betekent dit een persoonlijke bijdrage van 13,07% op zijn leervergoeding, net zoals een contractueel aangestelde medewerker van het bestuur. In voorkomend geval hebben de leerlingen wel recht op vermindering van de persoonlijke bijdragen in de vorm van een werkbonus (zie hieronder). Tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt, moeten er geen persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen betaald worden. De leerlingen worden weliswaar gelijkgesteld met een werknemer, ongeacht of de leerling jonger of ouder is dan 18 jaar, maar tot 31 december van het jaar waarin zij de leeftijd van 18 jaar bereiken, betalen ze geen bijdragen. 11 Let wel: er is een bijzondere inhouding van 13,07 % verschuldigd op het (dubbel) vakantiegeld en op het (dubbel) vertrekvakantiegeld van de leerlingen Artikelen Wet 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance (BS 22 mei 2014) en KB 28 november 1969 tot uitvoering van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van werknemers. 11 Art. 1bis en art. 4 KB 28 november 1969 tot uitvoering van de Wet van 27 juni Artikel 4 KB 28 november

13 2.4. Heeft de leerling recht op een vermindering van zijn sociale zekerheidsbijdragen? Gaat het om een doorsnee leervergoeding, dan heeft de leerling vanaf 1 januari van het jaar waarin hij 19 jaar wordt (volledige onderwerping aan de sociale zekerheid), recht op de werkbonus (vermindering van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen). Tenminste, voor zover het salaris of de leervergoeding een bepaald bedrag ( 2.413/voltijdse tewerkstelling) niet overstijgt en voor zover er op het salaris of de leervergoeding een persoonlijke bijdrage van 13,07% verschuldigd is. U kan de werkbonus exact berekenen op de website van de Belgische sociale zekerheidsdiensten: of klik hier Moet het (lokaal) bestuur 13 werkgeversbijdragen betalen? Het socialezekerheidsstatuut van de leerlingen met een BIO-overeenkomst en het onderwerpingsregime van de werkgever verschillen naargelang zijn of haar leeftijd: Vanaf het eerste kwartaal van het jaar waarin de jongere 19 jaar wordt, geldt er voor de werkgever een volledige bijdrageplicht van 28,86% of 29,26% 14. De bijdrage wordt in voorkomend geval verhoogd met een werkgeversbijdrage van 0,32% voor de sector arbeidsongevallen. Deze extra bijdrage is enkel voor de besturen op wie de arbeidsongevallenregeling van de privésector van toepassing is. Dat is het geval bij een vereniging van gemeenten, een vereniging van provincies, een autonoom gemeentebedrijf, een autonoom provinciebedrijf of een OCMW-vereniging zonder één statutair personeelslid. Tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt, betaalt de lokale overheidswerkgever op de BIO-leervergoeding enkel een minimale werkgeversbijdrage van 0,23%. De provinciale en plaatselijke overheidsdiensten die onder de arbeidsongevallenregeling van de privésector vallen (bijv. AGB s of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zonder enige statutaire medewerker) betalen nog een werkgeversbijdrage van 0,32%; zij betalen dus in totaal 0,55%. 13 Deze bedragen gelden voor plaatselijke besturen; voor Vlaamse overheidsdiensten gelden licht verschillende bedragen. 14 Het bijdragepercentage verschilt naargelang de vakantieregeling publieke sector dan wel de private sector gevolgd wordt. Indien de vakantieregeling private sector gevolgd wordt, ligt de bijdrageplicht 0,40% hoger (loonmatigingsbijdrage; Wet 29 juni 1981, art.38, 3bis). 13

14 2.6. Heeft het (lokaal) bestuur recht op een vermindering van de werkgeversbijdragen? Vanaf 1 januari van het jaar van de 19de verjaardag van de leerling: Zodra de leerling volledig aan de sociale zekerheid onderworpen is, maakt de overheidswerkgever aanspraak op de doelgroepvermindering voor jonge werknemers als de leerling aan bepaalde voorwaarden voldoet: 1) de leerling is laaggeschoold of erg laaggeschoold; 2) de leerling ontvangt een kwartaalvergoeding die euro niet overschrijdt; 3) de werkgever heeft uiterlijk op 31 januari van het jaar waarin de leerling 19 jaar wordt een werkkaart aangevraagd; 4) de leerling werd aangeworven met een startbaanovereenkomst, type 3. Een Beroepsinlevingsovereenkomst is een concreet voorbeeld van een dergelijke startbaanovereenkomst, type 3 voor zover het over een BIO gaat die voldoet aan de 6 voorwaarden van alternerend leren voor de sociale zekerheid. Deze forfaitaire korting bedraagt euro, euro of 400 euro per kwartaal volgens de scholingsgraad en de periode dat de jongere in dienst is. Hiervoor geeft de werkgever voor de laaggeschoolde jongere in de DmfAPPL de verminderingscode 3410 (laaggeschoold) of 3411 (zeer laaggeschoold) in. Meer inlichtingen over deze doelgroepvermindering jonge werknemer kan u terugvinden in de instructies DmfAPPL ( Vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen) OPGELET: Wellicht zal de Vlaamse Regering de kortingen op de sociale zekerheid voor de erg laaggeschoolde en de laaggeschoolde jongeren wijzigen in de loop van de volgende jaren wijzigen. Tot 31 december van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt: Het (lokaal) bestuur dat een leerling van minder dan 19 jaar in dienst neemt, geniet een forfaitaire vermindering van zijn - al bij al zeer beperkte (zie hoger) - werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid van euro per kwartaal bovenop de gedeeltelijke onderwerping. Deze doelgroepvermindering wordt toegekend tot 31 december van het jaar waarin de leerling de leeftijd van 18 jaar bereikt. De totale vermindering kan wel nooit meer bedragen dan de werkgeversbijdragen die voor de leerling verschuldigd zijn. In de praktijk komt het er dus op neer dat de overheidswerkgever geen bijdrage zal hoeven te betalen. Met de verminderingscode 3430 vraagt de overheidswerkgever in de DmfAPPL de doelgroepvermindering voor een minderjarige aan. Meer inlichtingen over de doelgroepvermindering voor minderjarigen vindt u in de instructies van de DIBISS op de portaalsite van de sociale zekerheid 14

15 2.7. Hoe moet een leerling bij DIBISS aangegeven worden? Bij elke in- en uitdiensttreding wordt de leerling aangegeven in DIMONA (de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling). Het bestuur vermeldt de leerling eveneens op de DmfAPPL (de elektronische kwartaalaangifte). Het werknemerskengetal voor een leerling varieert naargelang de leeftijd van de betrokkene: de code 133 (handarbeider) of 233 (hoofdarbeider) wordt gebruikt voor de leerling tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin hij 18 jaar wordt; de code 101 (contractuele handarbeider) of 201 (contractuele hoofdarbeider) wordt gebruikt vanaf het eerste kwartaal van het jaar waarin de leerling 19 jaar wordt. Ongeacht de leeftijd op het moment van tewerkstelling wordt een leerling met een BIO altijd met waarde 5 -in de zone 55 (type leerling) op de tewerkstellingslijn van de DmfAPPL aangeduid. Voor specifieke vragen over de Dimona-aangifte en de DmfAPPL kan u contact opnemen met DIBISS, dienst voor sociale zekerheid, tel. 02/ of DMFAPPL53@dibiss.fgov.be of contacteer uw persoonlijke dossierbeheerder bij DIBISS Welke rechten heeft de leerling inzake sociale zekerheid? De socialezekerheidsrechten van een leerling zijn afhankelijk van de leeftijd van de leerling. Vanaf 1 januari van het jaar waarin hij 19 jaar wordt, geniet de leerling dezelfde socialezekerheidsbescherming als een werknemer. Tot en met 31 december van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt, geniet hij beperkte socialezekerheidsrechten. Vanaf het eerste kwartaal van het jaar waarin de jongere 19 jaar wordt: Voor de sector geneeskundige verzorging zijn de leerlingen met een beroepsinlevingsovereenkomst in het kader van alternerend leren in eigen naam gerechtigd op de terugbetaling van de medische kosten. Leerlingen met een overeenkomsten die onder het RSZ-statuut alternerende opleiding vallen, worden geacht voldoende bijdragen te betalen. Zij moeten zich zelf bij een ziekenfonds aansluiten om in eigen naam het recht op terugbetaling van geneeskundige verzorging te openen. Voor de sector van ziekte en invaliditeit, tak uitkeringen (bij arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, vaderschapsverlof ) genieten de leerlingen met een beroepsinlevingsovereenkomst in het kader van alternerend leren sociale bescherming. Zij moeten zich zelf bij een ziekenfonds aansluiten om het recht op uitkeringen te openen. Er is wel een wachtperiode van 6 maanden alvorens de leerling zijn recht kan uitoefenen. In sommige situaties wordt de jongere vrijgesteld van de wachttijd (in het bijzonder de vrijstelling van wachttijd op basis van studies ) zodat hij onmiddellijk aanspraak maakt op een uitkering. 15 Dit zal het geval zijn voor een grote groep leerlingen, maar moet steeds geval per geval bekeken worden. 15 KB 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 205, 1, 3. 15

16 Voor de sector pensioenen worden de prestaties van leerlingen onder BIO-overeenkomst in aanmerking genomen voor de berekening van het rustpensioen: voor de jaren onder BIOovereenkomst zal, onder de normale voorwaarden, het minimumrecht op basis van het gewaarborgd minimum jaarinkomen (vanaf 1 september 2015 bedraagt dit ,06 euro/jaar) toegekend worden, voor zover het bedrag van het werkelijk uitbetaald pensioen niet hoger ligt dan ,44 euro/jaar voor een gezinspensioen of ,75 euro/jaar voor het pensioen van een alleenstaande. (sinds 1 december 2012) Deze bedragen (en toekomstige verhogingen) zijn te vinden op de website van de Rijksdienst voor Pensioenen. Voor de sector Werkloosheid: Het voleindigen (al of niet met succes) van een alternerende opleiding (met een beroepsinlevingsovereenkomst) wordt beschouwd als een studie die rechten opent op een inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering. 16 Met voleindigd wordt bedoeld dat de leerling het hele schooljaar heeft doorlopen. Hij of zij heeft de lessen gevolgd, alle stages en praktijkwerken volbracht en de examens afgelegd. Indien het certificaat in het kader van een opleiding binnen het stelsel van leren en werken behaald wordt, wordt dit beschouwd als een diploma, getuigschrift of attest dat de mogelijkheid biedt om, in geval van uitkeringsaanvraag vanaf 1 september 2015 op de leeftijd jonger dan 21 jaar een inschakelingsuitkering te ontvangen. Bovendien heeft de alternerende opleiding een invloed op de duurtijd van de beroepsinschakelingstijd (BIT) (de vroegere wachttijd) van 310 dagen. Het met succes voltooien van de opleiding is hier ook een factor: 1) is de alternerende opleiding met succes voleindigd dan wordt de BIT verminderd met het aantal kalenderdagen, zondagen uitgezonderd, dat gelegen is in de periode die gedekt wordt door de leerovereenkomst. De BIT kan dus gereduceerd worden tot 0 dagen; 2) is de alternerende opleiding niet met succes voleindigd dan wordt de BIT verminderd met de helft van het aantal dagen (niet zondagen) dat gelegen is in de periode gedekt door de leerovereenkomst, de BIT mag dan evenwel niet korter zijn dan 155 dagen; 3) wordt de alternerende opleiding voortijdig stopgezet, dan heeft deze opleiding geen invloed op de duurtijd van de BIT. Meer info vindt u op de website van RVA. Tot en met het vierde kwartaal van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt: Voor sector ziekte en invaliditeit, tak geneeskundige verzorging blijft de minderjarige leerling persoon ten laste. De jongere heeft in voorkomend geval wel recht op een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 17. Minderjarige leerlingen betalen dus op basis van artikel 4 van het KB van 28 november 1969 geen sociale zekerheidsbijdragen voor de sector uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitswetgeving tot het vierde kwartaal van het jaar waarin zij 18 jaar worden, maar zij openen wel het recht op ziekte-uitkeringen als zij zich bij een ziekenfonds aansluiten en 16 KB 1 juli 2014 tot wijziging van de artikelen 27, 30, 36, 37, 42, 42bis, 63, 68, 71, 94, 99, 106, 114 en 137 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. 17 Art. 86, 1, 1, a) Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli

17 na een wachtperiode van 6 maanden. In bepaalde gevallen wordt de jongere vrijgesteld van de wachttijd (in het bijzonder de vrijstelling van wachttijd op basis van studies ) zodat hij onmiddellijk aanspraak maakt op een uitkering. Dit zal het geval zijn voor een grote groep leerlingen, maar moet steeds geval per geval bekeken worden. Voor de sector werkloosheid hebben minderjarige leerlingen geen recht op een beroepsinschakelingsuitkering zolang ze leerplichtig zijn. Dat is tot de leerling de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt of tot 30 juni van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt, indien zijn of haar verjaardag na 30 juni valt. Daarna hebben ze hetzelfde recht op een beroepsinschakelingsuitkering als meerderjarige leerlingen (zie boven). Voor de sector pensioen bouwen minderjarige leerlingen geen rechten op Hoe is de bescherming bij arbeidsongevallen en beroepsziekten geregeld? Een leerling tewerkgesteld met een BIO is wettelijk beschermd bij arbeidsongeval en beroepsziekte: Arbeidsongevallen Volgens het Fonds voor Arbeidsongevallen is de leerling beschermd volgens de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, dus de privatesectorregeling. 18 Maar op het (overige) personeel van de lokale besturen is in principe 19 de Arbeidsongevallenwet Overheidspersoneel van 3 juli 1967 van toepassing. 20 Het onderscheid tussen de regeling private sector en publieke sector is bijzonder belangrijk, omdat er geen verplichte arbeidsongevallenverzekering is in de publieke sectorregeling. Het lokale bestuur blijft de schuldenaar van alle verplichtingen bij arbeidsongeval. Voor de leerlingen tewerkgesteld met een BIO moet dus een andere werkwijze gevolgd worden dan voor de rest van het lokale overheidspersoneel. Zo zal het (lokaal) bestuur voor hen steeds een arbeidsongevallenverzekering volgens privaat recht (polis wet 10 april 1971 ) moeten afsluiten met een arbeidsongevallenverzekeraar. Voor zover het gaat over een jongere met een beroepsinlevingsovereenkomst die niet onder de definitie van leerling valt, moet eveneens een arbeidsongevallenpolis wet De Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 is van toepassing op alle personen die als werkgever, werknemer of daarmee gelijkgestelde, geheel of gedeeltelijk vallen onder de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 19 De Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn, volgens het KB van 13 juli 1970, in een lokaal bestuur enkel van toepassing op het (contractueel) personeel van de verenigingen van provincies, de verenigingen van gemeenten, de verenigingen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, de projectverenigingen, de dienstverlenende verenigingen, de opdrachthoudende verenigingen; de contractanten bij de intercommunale diensten en inrichtingen van maatschappelijk welzijn; de contractanten bij de ziekenhuisverenigingen bedoeld in hoofdstuk XIIbis van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de Ordonnantie van 22 december 1995 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de contractanten bij de Hogeschool Lucia de Brouckère, voor zover hun werkgever geen enkel statutair personeelslid meer tewerkstelt. 20 Art. 1 KB 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van sommige personeelsleden van overheidsdiensten of overheidsinstellingen van de lokale sector, BS 1 september

18 afgesloten worden. 21 Beroepsziekte Een leerling is beschermd wanneer hij aan een beroepsziekte lijdt. 22 Volgens de DIBISS is dat op dezelfde wijze als elk ander personeelslid bij een lokaal bestuur. 23 Het vast, stagedoend, tijdelijk en hulppersoneel in dienst van lokale besturen valt onder de Beroepsziektenwet Overheidspersoneel van 3 juli 1967 is van toepassing. De Beroepsziektenwet Overheidspersoneel is dus van toepassing op de leerling met een BIO. Het onderscheid tussen de regeling private sector en publieke sector is bijzonder belangrijk, omdat in de private sector de verplichtingen bij beroepsziekte overgenomen worden door het Fonds voor Beroepsziekten. In de publieke sectorregeling blijft het lokale bestuur de schuldenaar van alle verplichtingen bij een beroepsziekte. Indien de jongere met een beroepsinlevingsovereenkomst niet voldoet aan de definitie van leerling, raden we aan dat de overheidswerkgever een gemeenrechtelijke polis afsluit zodat de betrokkene een gelijkaardige bescherming geniet als bepaald in Beroepsziektewet Behoudt een leerling het recht op kinderbijslag? Het recht op kinderbijslag is onvoorwaardelijk, d.w.z. onafhankelijk van de inkomsten van de leerling, tot 31 augustus van het jaar waarin hij 18 jaar wordt. Na die datum vervalt het recht op kinderbijslag wanneer de maandelijkse inkomsten uit werk (ook als zelfstandige) of uit een sociale uitkering van de leerling hoger liggen dan 520,08 euro bruto per maand. 24 Voor meer info, surf naar 21 Artikel 49, zevende lid Arbeidsongevallenwet 10 april 1971 dat de verzekeringsonderneming alle vastgestelde risico's voor alle werknemers in dienst van een werkgever en voor alle werkzaamheden waarvoor zij door die werkgever zijn tewerkgesteld moet dekken. In de Arbeidsongevallenwet geldt hierdoor het principe van eenheid van verzekering waardoor de werkgevers van de privésector die een polis wet 71 hebben onderschreven, ook gedekt worden voor de personen met een beroepsinlevingsoveenkomst die niet beschouwd kunnen worden als leerling, en die in principe niet onder de toepassing van de sociale zekerheid van werknemers vallen. N.B. De personen met een beroepsinlevingsovereenkomst die geen leerling zijn, vallen niet onder de sociale zekerheid van werknemers, en worden tot op heden niet vermeld op de socialezekerheidsaangifte. De DIBISS en de RSZ overwegen (op verzoek van het FAO) een aanpassing van de Dimona-aangifte en de DmfA voor deze personen, zodat het principe van eenheid van aangifte uitgebreid wordt naar deze personen en de administratie vereenvoudigd wordt. 22 De Wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, waarborgen het voordeel van de schadeloosstelling voor beroepsziekten aan de werknemers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 23 Art. 2 KB 21 januari 1993 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, ten gunste van sommige personeelsleden uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, BS 16 maart Dit bedrag is van toepassing sinds 1 september

19 3. ARBEIDSRECHTELIJK KADER 3.1. Moet er een schriftelijke overeenkomst opgesteld worden? BIO s moeten onderscheiden worden van arbeidsovereenkomsten. 25 De leerlingen met een BIO leveren geen arbeidsprestaties, maar volgen een opleiding op de werkvloer. Een BIO beoogt immers niet het leveren van arbeid in dienst van een werkgever maar wel het verwerven van kennis en vaardigheden door de leerling. De overeenkomst moet schriftelijk opgemaakt worden en minstens volgende bepalingen bevatten: Datum van opstelling. De identiteit van de partijen. De plaats van uitvoering van de overeenkomst. Het voorwerp en de duur van de beroepsinlevingsovereenkomst. De dagelijkse en wekelijkse duur van aanwezigheid in de onderneming. De overeengekomen vergoeding of de berekeningswijze en basis (zie verder). De wijze waarop een einde kan worden gemaakt aan de beroepsinlevingsovereenkomst. Het erkend opleidingsplan. De aansprakelijkheid van de leerwerker (zie verder onder 3.10) Een voorbeeldovereenkomst vindt u als bijlage terug. U kan een Word-versie krijgen op eenvoudig verzoek. De jongere ontvangt deze overeenkomst ten laatste op het moment dat hij begint te werken. De beroepsinlevingsovereenkomst is een sociaal document. En hoewel lokale besturen een heel aantal sociale documenten niet hoeven te bewaren, geldt dat wel voor de beroepsinlevingsovereenkomst. Deze moet gedurende een termijn van vijf jaar worden bijgehouden. Het niet bewaren van een sociaal document is een inbreuk die strafrechtelijk kan worden gesanctioneerd of aanleiding kan geven tot de betaling van administratieve geldboeten Wanneer kan een BIO starten? De BIO kan op elk moment aanvangen. Evenwel, om aanspraak te maken op bepaalde subsidies of bijdragekortingen moet er een minimale periode gepresteerd worden. Meer informatie hierover vindt u elders in deze brochure Hoeveel bedraagt de leervergoeding voor de jongere? De leerling ontvangt geen salaris maar een leervergoeding. Het KB van 11 maart 2003 (BS 18 april 2003) stelt onderstaande minimumleervergoeding vast voor beroepsinlevingsovereenkomsten in de private sector. 27 Deze bedragen werden overgenomen voor de lokale besturen in het modelbesluit bij de omzendbrief van 2 25 De BIO valt niet onder de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 26 Art. 25 KB 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, BS 27 augustus Volgende KB s zijn van toepassing: - KB 11 maart 2003 tot vaststelling van de op de beroepsinlevingsovereenkomst toepasselijke minimumleervergoeding. - KB 19 augustus 1998 tot vaststelling van het maximum van de leervergoeding dat van toepassing is op de leerlingen wier leerovereenkomst geregeld wordt door de Wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst. 19

20 september 2005 Naar meer en betere stageplaatsen bij de lokale en regionale besturen (BA2005/05). De leervergoeding is afhankelijk van de leeftijd van de jongere die tewerkgesteld wordt. De vergoeding wordt telkens aangepast in de maand volgend op de verjaardag van de jongere. 28 Het bestuur is volgende vergoeding enkel verschuldigd voor de dagen waarop de jongere werkzaam is op de leerwerkplaats bij het bestuur. Bedragen van toepassing vanaf 1 januari Leeftijd Maximum 50% van het Bruto per maand gewaarborgd minimummaandinkomen van 1501,82euro 15 jaar 50% x 64% = 480,60 16 jaar 50% x 70% = 525,70 17 jaar 50% x 76% = 570,70 18 jaar 50% x 82% = 615,80 19 jaar 50% x 88% = 660,80 20 jaar 50% x 94% = 705,90 21 jaar en ouder 50% x 100% = 751 De Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers is van toepassing op deze leervergoeding. Voor elke jongere moet de werkgever een individuele rekening bijhouden en bij elke definitieve betaling moet hij een loonafrekening ( loonfiche ) bezorgen. Naast deze leervergoeding kan de leerling ook een startbonus van de RVA ontvangen, indien hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Meer informatie vindt u in Wat gebeurt er bij onwettige afwezigheid? Bij afwezigheid van de leerling op te presteren werkdagen wordt op de leervergoeding de formule voor de berekening van het gedeeltelijke maandloon toegepast zoals voor de contractanten van de dienst, instelling of entiteit waar de jongere werkt (proratering). Enkel de dagen die effectief gepresteerd zijn, worden vergoed. Onder te presteren werkdagen worden begrepen: de dagen waarop volgens de BIO aan werkplekleren moet worden gedaan en waarop de leerling geen verlof geniet. Dit verlof kan toegekend zijn hetzij op basis van de bepalingen van de BIO, hetzij op basis van een reglementering. De vermindering van de leervergoeding gebeurt niet in geval van afwezigheden in het kader van de moederschapsbescherming of in toepassing van de wetgeving welzijn op het werk. Daarnaast kan de werkgever bij onwettige afwezigheid beslissen de BIO-overeenkomst te beëindigen. 28 De basis voor berekening is de helft van het gewaarborgd minimummaandinkomen op 21 jaar (GMMI CAO nr. 43). Het GMMI wordt net zoals de lonen voor het overheidspersoneel en de sociale uitkeringen aangepast aan de spilindex. Het huidige basisbedrag is 1501,82 euro. De laatste indexering dateert van december Overeenkomstig artikel 5 van het KB van 19 augustus 1998 wordt het bedrag van de leervergoeding naar het hogere veelvoud van 10 cent afgerond. 29 Voor de meest actuele stand van de bedragen, zie 20

21 3.5. Moet/Mag ik als werkgever extra voordelen toekennen? De werkgever beslist autonoom of en welke extra voordelen (terugbetaling woonwerkverkeer, maaltijdcheques, ) aan de leerling toegekend worden. Hij is dus niet verplicht om dezelfde extra voordelen te geven als aan de eigen personeelsleden, al mag hij dit wel - geheel of gedeeltelijk - doen Moet de leerling belastingen betalen? Als het belastbaar inkomen van de leerling het bedrag van de belastingvrije som ( 7.380) niet overschrijdt, dan is hij geen inkomstenbelastingen verschuldigd. Het belastbaar inkomen is het bedrag dat overblijft van de bruto leervergoeding na aftrek van o.a. de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en beroepskosten. Een en ander betekent dat een leerling geen belasting betaalt als zijn bruto inkomen maximum 9.458,95 euro 30 (inkomsten 2015) bedraagt. Een concreet voorbeeld: een jongere van 22 jaar die in het kader van het deeltijds onderwijs met een BIO-overeenkomst tewerkgesteld is bij een lokaal bestuur verdient een bruto leervergoeding van 751 per maand. Op jaarbasis (12 maanden) komt dit neer op een maximaal brutobedrag van Gelet op het geringe bedrag van de leervergoeding bij de BIO moet er in de praktijk dus geen belasting betaald worden en zal er ook geen bedrijfsvoorheffing ingehouden worden. Leerlingen moeten er wel op gewezen worden dat ze toch inkomstenbelasting zullen moeten betalen als ze over andere onderworpen inkomsten beschikken waardoor hun samengevoegde inkomsten de belastingvrije som overschrijden. 3.7 Blijft een leerling met BIO-overeenkomst fiscaal ten laste van de ouders? Jongeren zijn niet meer fiscaal ten laste van de ouders zodra een bepaald netto belastbaar inkomen overschreden wordt. Dit bedrag varieert naargelang de ouders gezamenlijk of alleen belast worden. Als uw ouders Maximumbedrag nettobestaansmiddelen - Inkomsten 2015 (aanslagjaar 2016) gezamenlijk worden belast alleen worden belast en u wordt fiscaal niet als gehandicapt beschouwd u wordt fiscaal als gehandicapt beschouwd Meer info op: 30 Op voorwaarde dat de inkomsten uitsluitend bestaan uit bezoldigingen van werknemers en op voorwaarde dat de beroepskosten forfaitair worden bepaald. 21

22 3.8. Kom ik als werkgever/leerling in aanmerking voor een premie? De Start- en Stagebonus: een forfaitaire premie voor de leerling en de werkgever Het federale Generatiepact voorziet vanaf 1 september 2006 in een start- en stagebonus 31. De startbonus is een premie voor een jongere die onderwijs met beperkt leerplan of een erkende opleiding in het kader van de deeltijdse leerplicht met succes combineert met een praktijkopleiding of een beroepservaring bij een private of een openbare werkgever. De stagebonus is een premie voor elke werkgever die een jongere opleidt of tewerkstelt in het kader van een opleidings- of arbeidsovereenkomst zoals beschreven bij de startbonus. Door het toekennen van een premie, wil de maatregel de werkgever en de jongeren stimuleren om een praktische stage te (laten) volgen in een organisatie en deze stage volledig af te werken. De bonus wordt betaald voor maximum 3 opleidingsjaren van dezelfde alternerende opleidingscyclus. De startbonus is een forfaitaire financiële tegemoetkoming voor leerlingen die tijdens hun deeltijdse leerplicht (de deeltijdse leerplicht eindigt op 30 juni van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt. Indien de leerling geboren is vóór 30 juni, eindigt de deeltijdse leerplicht de dag van de 18de verjaardag) in het kader van een alternerende opleiding de praktijk aanleren of werkervaring opdoen bij een werkgever. De jongere heeft recht op een startbonus voor elk jaar van zijn alternerende opleiding dat hij succesvol afrondt (maximaal drie jaar). Deze bonus bedraagt 500 euro bij het slagen in het eerste en het tweede opleidingsjaar en 750 euro bij het slagen in het derde opleidingsjaar. De startbonus kan toegekend worden voor opleidingsjaren waarvan de einddatum ligt na het einde van de leerplicht, op voorwaarde dat zowel de opleiding als de BIO opstarten tijdens de deeltijdse leerplicht. De werkgever die bovengenoemde jongere een praktijkopleiding geeft of tewerkstelt ontvangt ook een forfaitaire premie, de stagebonus. De geplande duur van de BIO moet evenwel minstens vier maanden zijn en moet gedurende minstens drie maanden effectief worden uitgevoerd in een bepaald opleidingsjaar. De bedragen van de start- en stagebonus zijn identiek. Om de stagebonus te verkrijgen is het echter niet nodig dat de jongere slaagt. Om een start- en stagebonus aan te vragen moeten er 2 aanvragen ingediend worden: - Een initiële aanvraag (de werkgever en leerling samen): binnen 3 maanden na de startdatum van de arbeids- of opleidingsovereenkomst. - Een aanvraag tot betaling: binnen 4 maanden na het einde van het opleidingsjaar. Beide aanvragen moeten ingediend en goedgekeurd worden om de start- en stagebonus te krijgen. Vanaf september 2015 wordt de initiële aanvraag ingediend bij het Departement Werk en Sociale Economie (WSE) 32 op onderstaand adres. Een voorbeelddocument kan u terugvinden in bijlage. 31 Wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, Hfdst XII, Art Als de hoofdverblijfplaats van de jongere en/of de vestigingsplaats van de werkgever bij de start van de opleiding buiten het Vlaamse gewest liggen (in Wallonië of in Brussel), dient de jongere en/of de werkgever (ook) een initiële aanvraag in bij het werkloosheidsbureau van de RVA dat bevoegd is voor zijn woonplaats en/of vestigingsplaats, met een formulier C 63 BONUS. 22

23 Adres: Departement Werk en Sociale Economie Start- en stagebonus Koning Albert II-laan 35 bus Brussel Tot en met december 2015 staat de RVA (via het werkloosheidsbureau) in voor aanvragen tot betaling. Vanaf januari 2016 moeten aanvragen tot betaling eveneens ingediend worden bij het departement Werk en Sociale Economie. OPGELET: Het is mogelijk dat deze premies in de nabije toekomst worden aangepast. Tot er een nieuwe wetgeving van kracht is, blijft de huidige regeling bestaan. Meer informatie en de gedetailleerde procedure en modaliteiten vindt u op de website van het departement Werk van de Vlaamse overheid: Welke andere rechten & plichten heeft de jongere? Deze leerlingen zijn, naast de bijzondere bescherming die zij binnen het arbeidsrecht genieten (bv. Loonbeschermingswet, Wet Welzijn op het Werk van 4 augustus 1996, Arbeidsreglementenwet van 8 april 1965 ), ook onderworpen aan specifieke bepalingen die voor de BIO gelden Gewaarborgde leervergoeding De werkgever hoeft bij schorsing van de BIO-overeenkomst wegens arbeidsongeschiktheid de leervergoeding niet door te betalen zoals voor een gewone werknemer het geval is bij periodes van gewaarborgd loon. Uiteraard heeft een (lokaal) bestuur de keuze dit toch te doen Jaarlijkse vakantie & vakantiegeld Jongeren met een BIO die onder de definitie van leerling vallen, hebben recht op jaarlijkse vakantie overeenkomstig de regeling die geldt voor het contractueel aangesteld personeel van de leerwerkplaats. 33 De wettelijke vakantieregeling voor een deeltijdse werknemer overeenkomstig de plaats van tewerkstelling geldt ook voor deze leerlingen. Dat kan de vakantieregeling private sector of de vakantieregeling publieke sector zijn. Ze hebben geen recht op jeugdvakantie. Leerlingen met een BIO hebben eveneens recht op jaarlijks (dubbel) vakantiegeld. In het modelbesluit bij de omzendbrief Naar meer en betere stageplaatsen bij de lokale en regionale besturen (BA2005/05) wordt ook voorgesteld om volgende verloven toe te kennen: - compensatieverlof - voorbehoedend verlof - compensatieverlof voor extra prestaties. 33 Art. 1 Wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, BS 30 september

24 Betaalde feestdagen Leerlingen met een beroepsinlevingsovereenkomst hebben recht op feestdagen op dezelfde wijze als de contractuele of statutaire personeelsleden van het lokaal bestuur Eindejaarspremie Leerlingen met een BIO hebben geen recht op een eindejaarspremie Hoe is de aansprakelijkheid van de leerling geregeld? Dezelfde regeling geldt als voor het gewoon personeel met een arbeidsovereenkomst. 35 De jongere met een BIO zal bijgevolg enkel instaan voor schade die hij naar aanleiding van zijn alternerend leren veroorzaakt bij zijn werkgever of bij een derde, ingeval van bedrog, zware fout of lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt Welke medische onderzoeken zijn verplicht en wie betaalt? Een leerling met een BIO valt, net zoals een reguliere werknemer, onder de Wetgeving Welzijn op het Werk van 4 augustus De werkgever moet voor onthaal zorgen, een individuele risico-analyse opstellen (meestal is er wel een algemene risico-analyse aanwezig), afspraken maken en eventueel een medisch onderzoek organiseren. In sommige gevallen moet een voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling plaats vinden. Een voorafgaandelijk gezondheidsbeoordeling houdt in dat de preventieadviseurarbeidsgeneesheer volgende zaken moet uitvoeren vóór de leerling in de functie van start gaat: 1 het uitvoeren en het optekenen van de beroepsanamnese en de medische voorgeschiedenis van de werknemer; 2 een klinisch onderzoek van de algemene gezondheidstoestand en biometrische onderzoeken indien de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dit noodzakelijk acht; 3 de opsporing van afwijkingen en contra-indicaties om de werkpost in te nemen of de activiteit daadwerkelijk uit te oefenen. De voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling is verplicht voor leerlingen onder 18 jaar. 36 Voor leerlingen ouder dan 18 jaar is een voorafgaandelijk gezondheidsonderzoek verplicht voor zover dit uit de risico-analyse voor de individuele leerling nodig blijkt of in het geval de leerling een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met welbepaald risico, of een activiteit verbonden met voedingswaren 37 uitoefent. 34 Artikel 1 sluit de provinciale en plaatselijke besturen uit van het toepassingsgebied van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen (BS 31 januari 1974). Maar voor de personeelsleden van de Vlaamse provinciale en plaatselijke besturen wordt het recht op feestdagen geregeld door artikel 179 van het Vlaams rechtspositiebesluit van 7 december 2007 (en het corresponderende artikel 139 in het rechtspositiebesluit van 12 november 2010 voor de OCMW s). Aangezien artikel 179 geen onderscheid maakt naargelang het soort personeelslid, gaat DIBISS er van uit dat de leerlingen recht hebben op de feestdagen op dezelfde wijze als de contractuele of statutaire personeelsleden van het lokaal bestuur. 35 De Programmawet van 2 augustus 2002 (Hoofdstuk X, art. 107, 2) geeft aan dat de aansprakelijkheid van de leerling met een BIOovereenkomst geregeld wordt conform artikel 18 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ook al is deze wetgeving globaal niet van toepassing. 36 KB 3 mei 1999 besluit betreffende de bescherming van de jongeren op het werk, art 12, Vanaf 1 januari 2016 zal dit niet langer het geval zijn voor wat betreft activiteiten met voedingswaren. 24

25 Indien hij daartoe verplicht is, moet de werkgever zelf het gezondheidsonderzoek organiseren en de kosten van het onderzoek betalen. 38 De Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk is de Belgische basiswet op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk Hoeveel dagen en uren per week of maand kan en mag de jongere werken? De deeltijds leerplichtige jongere mag deeltijds werken voor de tijd die niet besteed wordt aan zijn opleiding. De som van de lesuren en werkuren mag de voltijdse arbeidsduur (38u/week) niet overschrijden. Men spreekt van een alternerende werkervaring als er een inhoudelijke aansluiting is tussen de schoolse opleiding (15 uur meestal twee volle dagen) en de invulling van de rest van de week (minimaal 13 en maximaal 23 uur meestal drie volle dagen). Opgelet: om onder de definitie van leerling in het kader van de socialezekerheid te vallen, moet een leerling minimaal 20 uur werken. Op de beroepsinlevingsovereenkomst zijn de Arbeidswet en de Arbeidstijdwet van toepassing. Let wel: de minderjarige jongere kan enkel in een dagploegensysteem geplaatst worden. 39 Nachtarbeid is verboden voor jeugdige werknemers (-18 jaar). Jongeren vanaf 18 jaar volgen de arbeidsduurregeling voor reguliere werknemers. Werken op zondag is beperkt mogelijk Hoe zijn de pauzes geregeld? De jongere volgt hier in principe de regeling van de contractuele werknemer in dezelfde dienst, instelling of entiteit waar de jongere werkt. In de Arbeidswet van 16 maart 1971 staan specifieke regels voor jeugdige werknemers (15-18 jaar). 41 Jeugdige werknemers mogen niet meer dan vier en een half uur ononderbroken arbeid verrichten. Wanneer de arbeidstijd op een dag meer dan vier en een half uur bedraagt, wordt een half uur rust gegeven. Bedraagt hij meer dan zes uur, dan duurt de rusttijd een uur, waarvan een half uur ineens moet worden genomen Wat gebeurt er tijdens de schoolvakanties? Een BIO is een deeltijdse overeenkomst. Tijdens de schoolvakanties geldt hetzelfde werkrooster Wat is de duur van de beroepsinlevingsovereenkomst? Wat betreft de duur van de BIO bepaalt het modelbesluit (bijlage bij de omzendbrief BA 2005/05) in art. 3 dat de duurtijd van de BIO overeenstemt met de duur van de opleiding in alternerend leren Omzendbrief van 2 september 2005 Naar meer en betere stageplaatsen bij de lokale en regionale besturen (BA 2005/05). 39 Arbeidswet 16 maart 1971,Hfdst. III,Afd. 3: Arbeidstijdregeling voor jeugdige werknemers, art. 334bis. 40 Arbeidswet 16 maart 1971,Hfdst. III,Afd. 3: Arbeidstijdregeling voor jeugdige werknemers, art Arbeidswet 16 maart 1971, Hoofdstuk III, afd. 3: Arbeidstijdregeling voor jeugdige werknemers, art. 30 tot en met 34ter. Deze regeling geldt voor elke jeugdige werknemer, onafhankelijk of het bestuur de arbeidsduurregeling volgens de Arbeidswet van 16 maart 1971 of volgens de Arbeidstijdwet van 14 december 2000 volgt. Immers, afdeling 3 van hoofdstuk III van de Arbeidswet is volgens artikel 3 van toepassing op alle werkgevers in België. 42 Arbeidswet 16 maart 1971, art Omzendbrief BA 2005/05, bijlage, art

26 Afhankelijk van de duur van de opleiding wordt een beroepsinlevingsovereenkomst afgesloten van september tot eind juni, van september tot eind augustus, of voor langer dan een jaar. Dit moet steeds in de overeenkomst vastgelegd worden. Een Beroepsinlevingsovereenkomst kan dus voor meerdere jaren worden afgesloten, zonder de duur van de alternerende opleiding te overschrijden Hoe wordt de jongere op de werkvloer begeleid? Leerwerk is pas zinvol wanneer de werkgever de jongere als meer dan een goedkope werkkracht beschouwt. Investeren in een goede begeleiding is voor beide partijen een rendabele investering. Als bijlage bij de BIO wordt een alterneringsplan en trajectbegeleidingsplan of individueel transitieplan opgenomen. Via dit alterneringsplan en trajectbegeleidingsplan kunnen de werkgever en het centrum deeltijds onderwijs de jongere efficiënt begeleiden. In het (lokaal) bestuur vormen de personeelsverantwoordelijke, de opleidingsverantwoordelijke en de instructeur de kern van het team dat de jongere met een BIO begeleidt. Dit begeleidingsteam maakt duidelijke afspraken over de verdeling van volgende taken en verantwoordelijkheden: verantwoordelijke(n) voor het beschrijven van het functieprofiel; contactpersoon voor overleg met het centrum deeltijds onderwijs over het functieprofiel en/of de selectie van de kandidaten; personen betrokken bij de selectie van de kandidaten; verantwoordelijke voor het onthaal van de leerlingen als zij starten in het lokaal bestuur begeleider verantwoordelijk voor de opleiding van de leerling in het lokaal bestuur contactpersoon voor het CDO voor overleg over de opleiding en de begeleiding van de leerling; verantwoordelijke voor de evaluatie van de leerling. Meer informatie over kwaliteitsvol werkplekleren vindt u op Kan het BIO-contract na positieve evaluatie verlengd worden? Na het einde van de BIO komt geen automatische verlenging van de overeenkomst tot stand. Een BIO wordt in principe afgesloten voor de duur van de opleiding. Wel kan er eventueel voor een nieuw(e) opleiding(sdeel) een nieuwe BIO worden afgesloten. Een aandachtspunt daarbij zijn de uren/dagen waarop de leerling komt werken. Bij de start van een nieuw schooljaar kunnen deze uren/dagen wijzigen bij aanpassingen van de uurroosters op school. Vanzelfsprekend wordt er een bijlage bij het contract gevoegd om deze wijzigingen in rekening te brengen. 26

27 3.19. Hoe kan een BIO voortijdig beëindigd worden? De BIO kan zowel door de werkgever als door de jongere eenzijdig beëindigd worden, zonder opzeggingstermijn of betaling van verbrekingsvergoeding. Toch wordt aangeraden het BIO-contract, indien mogelijk, met wederzijdse instemming van beide partijen te beëindigen. De soepele regeling omtrent eenzijdige beëindiging biedt de werkgever de mogelijkheid de BIO onmiddellijk te beëindigen, bv. in geval van te frequente afwezigheid van de leerling ( spijbelgedrag ). Het is mogelijk om in het BIO-contract vooraf eigen beëindigingsregels (opzegtermijn en/of verbrekingsregels) vast te stellen Wat bij beëindiging van de BIO-overeenkomst? Wanneer de BIO eindigt, moet de werkgever aan de leerling de volgende documenten meegeven: een getuigschrift waarop de begin- en einddatum van de beroepsinlevingsovereenkomst en de aard van de taken die de leerling verricht heeft vermeld worden; hiervoor kan het RVA-formulier C4 Werkloosheidsbewijs Arbeidsbewijs dienen; een kopie van de individuele rekening; de laatste afrekening van de leervergoeding ( loonfiche ). Of het om een normaal einde gaat, dan wel om een voortijdige verbreking is niet relevant. In dit laatste geval maakt het ook niet uit of het de werkgever of de jongere is die aan de overeenkomst een einde maakt. De werkgever bezorgt in elk geval de hierboven opgesomde documenten aan de jongere Waar kan ik meer informatie over de BIO vinden? Diverscity Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: (wordt niet langer geupdate, aangezien deze bevoegdheid werd overgedragen aan de gemeenschappen en gewesten) Departement Onderwijs Agentschap Binnenlands Bestuur Agentschap voor Overheidspersoneel 27

28 BIJLAGEN Bijlage 1: Modelbesluit tot vaststelling van het aantal stage- en leerwerkplaatsen en van de voorwaarden waartegen beroepsinlevingsovereenkomsten kunnen worden afgesloten Art. 1. Voor het schooljaar wordt de mogelijkheid voorzien om X onbezoldigde stageplaatsen aan te bieden. Art. 2. Voor het schooljaar wordt de mogelijkheid voorzien om X bezoldigde leerwerkplaatsen aan te bieden die vergoed worden via een beroepsinlevingsovereenkomst. Art. 3. Een beroepsinlevingsovereenkomst kan afgesloten worden tegen de volgende voorwaarden: a) de duurtijd van de beroepsinlevingsovereenkomst stemt overeen met de duur van de opleiding in alternerend leren b) aan de leerwerker worden toegekend: 1 een vergoeding overeenkomstig de hiernavermelde tabel, en met inachtname van de volgende regels: Bruto per maand: maximum 50 % Leeftijd van het gewaarborgd minimuminkomen van 1.501,82 15 jaar (64%) 480,60 16 jaar (70%) 525,70 17 jaar (76%) 570,70 18 jaar (82%) 615,80 19 jaar (88%) 660,80 20 jaar (94%) 705,90 21 jaar en ouder (100%) 751,00 a) het bedrag van de vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld; b) bij afwezigheid van de leerwerker op te presteren stagedagen, wordt op de vergoeding de formule voor de berekening van het gedeeltelijk maandloon toegepast die geldt voor het contractuele personeel; 2 een vakantiegeld overeenkomstig de regeling die geldt voor het contractuele personeel; 28

29 3 de volgende verloven, overeenkomstig de regeling die geldt voor het contractuele personeel: jaarlijks vakantieverlof, feestdagen, voorbehoedend verlof, compensatieverlof, compensatieverlof voor extraprestaties; c) de leerwerker heeft recht op afwezigheid zonder vermindering van de vergoeding vermeld in b) 1 in geval van afwezigheden in het kader van de moederschapsbescherming, of in toepassing van de Wet Welzijn op het Werk; d) de leerwerker doet zijn werkervaring op gedurende 3 dagen per week met een dagelijkse prestatie van 7u36m; e) de beroepsinlevingsovereenkomst kan zowel door de leerwerkgever als door de leerwerker eenzijdig worden beëindigd zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding; f) gedurende de looptijd van de beroepsinlevingsovereenkomst is de leerwerker verzekerd tegen arbeidsongevallen, arbeidswegongevallen en beroepsziekten. 29

30 Bijlage 2: Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) Tussen... (de organisatie hier vermelden) vertegenwoordigd door... hierna leerwerkgever genoemd, en... (naam van de leerling deeltijds onderwijs) Geboorteplaats en -datum:... Nationaliteit:... Geslacht: mannelijk/ vrouwelijk Adres: Hierna leerwerker genoemd, wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1. Deze overeenkomst heeft tot doel de leerwerker de mogelijkheid te bieden om bij de leerwerkgever, kennis en/of vaardigheden te verwerven met betrekking tot het beroep.. door het uitvoeren van arbeidsprestaties. Art.2. Deze overeenkomst vangt aan op... en eindigt op... De duur ervan stemt overeen met de duur van de opleiding van de jongere in alternerend leren. Art.3. Deze overeenkomst wordt uitgevoerd bij.... Art.4. Het opleidingsplan wordt aangevuld met minimaal volgende elementen: Aard en doelstellingen van de leerwerkplaats; Verantwoordelijke voor de leerwerkplaats (naam + functie); Gegevens jongere; Gegevens centrum waar de jongere een deeltijdse opleiding volgt. Art.5. Het uurrooster wordt als volgt vastgesteld: maandag van tot dinsdag van tot woensdag van tot donderdag van tot vrijdag van tot Rustpauzes van tot Totaal:... uur/week (enkel overeenkomsten waarvan de 30

31 werkervaring gemiddeld minstens 20 uur per week bedraagt, vallen onder het RSZ-statuut alternerende opleiding) Art De leerwerkgever verbindt er zich toe: de leerwerker een waaier van activiteiten aan te bieden die zo dicht mogelijk aanleunen bij het beroep en de opleiding, waarbij de leerwerker competenties verwerft of waarbij een lerend effect aanwezig is; de leerwerker de middelen (apparatuur, uitrusting, eventuele veiligheidskledij) te verschaffen die nodig zijn voor een goede uitvoering van de opgelegde taken; begeleiding en ondersteuning te bieden gedurende de leerwerkperiode; het trajectbegeleidingsplan geregeld in te vullen en bereid te zijn om te rapporteren naar het centrum waar de jongere de opleiding volgt. 2. De leerwerker is verplicht: het werkrooster en de richtlijnen die hem worden gegeven te respecteren; de wil te tonen kennis te verwerven en/of zijn kennis te vervolmaken. Art.7. Aan de leerwerker wordt toegekend: 1 een vergoeding overeenkomstig de hierna vermelde tabel, en met inachtname van de volgende regels: Bedragen van toepassing vanaf 1 januari 2013 (tot heden) Leeftijd Maximum 50% van het Bruto per maand gewaarborgd (aan index 140,02%) minimummaandinkom en van 1501,82 euro (100%) 15 jaar 50% x 64% = 480,60 16 jaar 50% x 70% = 525,70 17 jaar 50% x 76% = 570,70 18 jaar 50% x 82% = 615,80 19 jaar 50% x 88% = 660,80 20 jaar 50% x 94% = 705,90 21 jaar en ouder 50% x 100% = 751 a) het bedrag van de vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de Wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. b) bij afwezigheid van de leerwerker op de te presteren dagen, wordt op de vergoeding de formule voor de berekening van het gedeeltelijk maandloon toegepast die geldt voor het contractuele personeel van de leerwerkplaats; 2 een vakantiegeld overeenkomstig de regeling die geldt voor het contractuele personeel van de leerwerkplaats; 3 de hierna vermelde verloven, overeenkomstig de regeling die geldt voor het 31

32 contractuele personeel van de leerwerkplaats: jaarlijks vakantieverlof; feestdagen; compensatieverlof; voorbehoedend verlof; compensatieverlof voor extra-prestaties. Art.8. De leerwerker heeft recht op afwezigheid zonder vermindering van de vergoeding vermeld in artikel7, 1 in geval van afwezigheden in het kader van de moederschapsbescherming, of in toepassing van de welzijnsreglementering. Art.9. Gedurende de looptijd van de beroepsinlevingsovereenkomst is de leerwerker verzekerd tegen arbeidsongevallen, arbeidswegongevallen en beroepsziekten. Art.10. Deze overeenkomst kan zowel door de leerwerkgever als door de leerwerker eenzijdig worden beëindigd zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding. Art. 11. de leerling zal enkel instaan voor de schade berokkend aan de werkgever of aan een derde in het kader van de uitvoering van de beroepsinlevingsovereenkomst in geval hem bedrog, zware schuld of lichte schuld met een gewoonlijk karakter kan worden verweten. Opgemaakt te.... (plaats), op.. (datum) in drie exemplaren waarvan elke partij erkent een exemplaar te hebben ontvangen. Een derde exemplaar is bestemd voor het centrum deeltijds onderwijs dat een kopie bezorgt aan Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen. t.a.v. Sinie De Geest Kanselarijstraat Brussel ilw@syntravlaanderen.be; De leerwerkgever, De leerwerker (of een van zijn/haar ouders of voogd),... 32

33 Bijlage 3: Initiële aanvraag start- en stagebonus Initiële aanvraag start- en stagebonus Departement Werk & Sociale Economie Start- en stagebonus Koning Albert II-laan 35 bus 20, 1030 BRUSSEL In te vullen door de dienst ontvangstdatum Dit formulier wordt in vier exemplaren ingevuld door de jongere, de werkgever en de opleidingsinstelling. Eén ingevuld exemplaar moet binnen de 3 maanden na de start van de praktijkopleiding, ingediend worden bij het Departement Werk en Sociale Economie. De jongere, de werkgever en de onderwijs- of opleidingsinstelling bewaren elk één exemplaar. Meer informatie vind je op Rubriek I in te vullen door de jongere (en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger) INSZ identificatienummer sociale zekerheid: (zie keerzijde van uw identiteitskaart) Naam en voornaam: Adres: adres: Ik vraag de startbonus aan omdat ik, in het kader van de alternerende opleiding die ik heb aangevat in de instelling bedoeld in rubriek III, een praktische opleiding volg bij de werkgever bedoeld in rubriek II. Gegevens wettelijk vertegenwoordiger (ouder of wettelijk voogd) Naam en voornaam:... Adres:... adres:... Ik ben ervan op de hoogte dat de startbonus betaald zal worden, ten vroegste op het einde van elk opleidingsjaar, op voorwaarde dat ik het jaar met succes heb beëindigd en dat ik de bonus aanvraag binnen vier maanden die volgen op het einde van het opleidingsjaar. Ik bevestig op eer dat deze verklaring oprecht en volledig is. Datum handtekening van de wettelijk vertegenwoordiger handtekening van de jongere Rubriek II in te vullen door de werkgever (of zijn vertegenwoordiger) Naam en voornaam:... (of benaming van de onderneming of de instelling) Ondernemingsnummer:... Adres vestigingseenheid:... (adres waar de stage van de jongere effectief plaatsvindt) 33

34 adres:... Ik ondergetekende,... optredend als werkgever / vertegenwoordiger van de werkgever, vraag de stagebonus aan omdat, mevrouw, mijnheer... (naam en voornaam) in het kader van een alternerende opleiding, een praktische opleiding volgt in mijn onderneming. Deze praktische opleiding vindt plaats in het kader van een (een kopie van het contract of de overeenkomst toevoegen): arbeidsovereenkom st industriële leerovereenkomst leerovereenkomst in het kader van de voortdurende vorming in de Middenstand brugproject beroepsinleving sovereenkomst Voorziene duur opleiding: begint / is begonnen op: / / eindigt op: / / Ik ben ervan op de hoogte dat de stagebonus betaald zal worden voor elk opleidingsjaar, ten vroegste op het einde van het opleidingsjaar, op voorwaarde dat ik de bonus aanvraag binnen vier maanden die volgen op het einde van het opleidingsjaar. Ik bevestig op eer dat deze verklaring oprecht en volledig is. Datum handtekening werkgever (of van zijn vertegenwoordiger) Stempel van de werkgever Rubriek III In te vullen door de onderwijs- of opleidingsinstelling Deze rubriek kan vervangen worden door een afzonderlijk attest dat dezelfde gegevens herneemt Ik ondergetekende,..., verantwoordelijke van de onderwijsinstelling de opleidingsinstelling het secretariaat van de leerovereenkomst Naam:... Adres:... adres:... bevestig dat mevrouw, mijnheer... (naam en voornaam) op / / is gestart met een alternerende opleidingscyclus en in het kader van deze alternerende opleiding, een praktische opleiding volgt bij de werkgever bedoeld in rubriek II onder de vorm van een: arbeidsovereenkomst opleidingsovereenkomst, gesloten voor een voorziene duur van maanden eerste overeenkomst gesloten door de jongere Deze praktische opleiding kadert in de opleidingscyclus... (benaming) met als finaliteit:... 34

35 Voorziene duur opleiding: begint / is begonnen op: / / eindigt op: / / Opleidingsjaar Voorziene einddatum van het opleidingsjaar Voorziene datum voor de evaluatie van het opleidingsjaar 1 ste jaar / / 2 0 _ / / de jaar / / 2 0 / / de jaar / / 2 0 / / 2 0 nieuwe overeenkomst gesloten door de jongere met het oog op de verderzetting van de alternerende opleiding waarvan de gegevens werden meegedeeld via een initiële aanvraag. Ik bevestig op eer dat deze verklaring oprecht en volledig is. Datum handtekening van de verantwoordelijke Stempel van de instelling 35

36 36

Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO)

Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) Studiedag Werkgelegenheidsmaatregelen Donderdag 29 september Vilvoorde Voor welke jongeren? Leerwerkstatuut Industrieel leercontract bij private werkgevers Deeltijds

Nadere informatie

ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN

ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN Samen met lokale besturen werken aan een divers personeelsbeleid ALTERNEREND LEREN BIJ LOKALE BESTUREN DE OVEREENKOMST ALTERNERENDE OPLEIDING BIJ LOKALE BESTUREN 1 2 COLOFON Samenstelling Jan Creten Met

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van

Nadere informatie

VR DOC.0771/2BIS

VR DOC.0771/2BIS VR 2016 0807 DOC.0771/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) + Sociaal statuut van de Onthaalouders Laatste update: 1/01/2015 (versie 2015.1) ALGEMEENHEDEN... 3 TOEPASSINGSGEBIED... 3 HET SOCIAAL STATUUT...

Nadere informatie

Infobundel : Het Deeltijds onderwijs in vraag en antwoord

Infobundel : Het Deeltijds onderwijs in vraag en antwoord Infobundel : Het Deeltijds onderwijs in vraag en antwoord A. Wat is DBSO? De afkorting DBSO staat voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs. In het deeltijds onderwijs volgen jongeren tussen de 15 en 25

Nadere informatie

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47 B-1000 BRUSSEL Tel. (02) 239 12 11 Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter

Nadere informatie

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD ALGEMENE INFO Het sluiten van een studentenovereenkomst Sociale zekerheid Fiscale aspecten van studentenarbeid Sociale uitkeringen voor een student 1 Studentenovereenkomst

Nadere informatie

De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen

De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen Bewijs van studies - De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen Om recht te hebben op uitkeringen, moet u: - jonger dan 25 jaar oud zijn op het moment dat u inschakelingsuitkeringen aanvraagt;

Nadere informatie

[ ] LEEROVEREENKOMSTEN GRONDIG HERVORMD OP 1 SEPTEMBER 2016

[ ] LEEROVEREENKOMSTEN GRONDIG HERVORMD OP 1 SEPTEMBER 2016 [2016-09-11] LEEROVEREENKOMSTEN GRONDIG HERVORMD OP 1 SEPTEMBER 2016 In het kader van de 6 e staatshervorming werden de bevoegdheden inzake leren en werken (duaal leren) overgeheveld naar de gewesten.

Nadere informatie

De Beroepsinlevingsovereenkomst in vraag en antwoord

De Beroepsinlevingsovereenkomst in vraag en antwoord De Beroepsinlevingsovereenkomst in vraag en antwoord Meer en betere leerwerkplaatsen voor jongeren uit het deeltijds beroepsonderwijs bij publieke werkgevers 1 Woord vooraf Meer leerwerkplaatsen voor jongeren

Nadere informatie

Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden?

Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden? Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden? Ms. Leen Biesemans Legal Consultant leen.biesemans@groups.be De zomermaanden, waarin veel van uw werknemers verlof opnemen, kunnen voor u de ideale gelegenheid

Nadere informatie

Het nieuwe systeem van alternerend leren en werken in Vlaanderen vanaf 1 september 2016

Het nieuwe systeem van alternerend leren en werken in Vlaanderen vanaf 1 september 2016 Het nieuwe systeem van alternerend leren en werken in Vlaanderen vanaf 1 september 2016 In het kader van de zesde staatshervorming werden de bevoegdheden inzake leren en werken (duaal leren) overgeheveld

Nadere informatie

1. Samenvattende tabel nieuwe overeenkomsten en overgangsmaatregelen

1. Samenvattende tabel nieuwe overeenkomsten en overgangsmaatregelen 1. Samenvattende tabel nieuwe overeenkomsten en overgangsmaatregelen In deze tabel geven we algemene info over de verschillende overeenkomsten die mogelijk zijn in het huidige stelsel van Leren en Werken

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs De aanmoedigingspremie wordt toegekend door de Vlaamse overheid.

Nadere informatie

- Nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers vanaf 1 juli 2016;

- Nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers vanaf 1 juli 2016; Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege Voorzitter van het College van de hulpverleningszone directie

Nadere informatie

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent

Nadere informatie

(B.S. 20.05.2009) Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :

(B.S. 20.05.2009) Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors : Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na studies?

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na studies? Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na studies? Waarover gaat dit infoblad? Indien u afgestudeerd bent, kunt u, onder bepaalde voorwaarden, uitkeringen genieten wanneer u werkloos bent. Deze

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, het koninklijk besluit van 11 maart 2003 tot vaststelling van

Nadere informatie

Net omdat het nettoloon verschilt, wordt er in loonsonderhandelingen altijd over brutolonen gesproken.

Net omdat het nettoloon verschilt, wordt er in loonsonderhandelingen altijd over brutolonen gesproken. Loon berekening Deel 1 : De periodieke Bezoldiging basis berekening 0 Inleiding Niet iedereen die hetzelfde brutoloon heeft, houdt netto hetzelfde bedrag over. Indien je bvb. kinderen ten laste hebt, worden

Nadere informatie

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel ACTIVA Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke basiswetgeving 2. Wat is Activa? 3. RVA activering en OCMW activering 4. Werkuitkering 5. RSZ-vermindering

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 van 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2015/4 2 van 9 De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 3 van 9 4 van 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen die in

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende

Nadere informatie

DE TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN (2015)

DE TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN (2015) DE TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN (2015) Studentenarbeid zit nog steeds in de lift en is een inherent onderdeel van het studentenleven geworden, zowel tijdens de zomervakantie als gedurende het academiejaar.

Nadere informatie

Overeenkomst van alternerende opleiding

Overeenkomst van alternerende opleiding Overeenkomst van alternerende opleiding GESLOTEN MET TOEPASSING VAN HET DECREET VAN 10 juni 2016 TOT REGELING VAN BEPAALDE ASPECTEN VAN ALTERNERENDE OPLEIDINGEN Tussen de onderneming:... maatschappelijke

Nadere informatie

VR DOC.0827/2

VR DOC.0827/2 VR 2018 1307 DOC.0827/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de start- en stagebonus DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, artikel 59; Gelet op

Nadere informatie

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 of 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RSZ Kwartaal:2018/4 2 of 9 De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 3 of 9 4 of 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen die in de sociale

Nadere informatie

Beste student(e) Wij wensen je alvast een toffe job toe!

Beste student(e) Wij wensen je alvast een toffe job toe! Praktische gids voor studenten 2018 Beste student(e) Studeren en feesten. Perfect te combineren? Toch is er vaak een job nodig om dit alles te financieren. Voor een leuke reisbestemming ga je te rade bij

Nadere informatie

De startbaanovereenkomst

De startbaanovereenkomst De startbaanovereenkomst Petra Dombrecht Stafmedewerker Team Lokale Economie en Werkgelegenheid VVSG Inhoud Startbaan Types startbaanovereenkomst Startbaanverplichting voor het lokaal bestuur Voordelen

Nadere informatie

GEBRUIKERSGIDS VOOR HET DMFA/PPL-BERICHT VAN DE STUDENT. Deze gids is bestemd voor de in het Kadaster geïntegreerde kinderbijslaginstellingen.

GEBRUIKERSGIDS VOOR HET DMFA/PPL-BERICHT VAN DE STUDENT. Deze gids is bestemd voor de in het Kadaster geïntegreerde kinderbijslaginstellingen. GEBRUIKERSGIDS VOOR HET DMFA/PPL-BERICHT VAN DE STUDENT CONTEXT Deze gids is bestemd voor de in het Kadaster geïntegreerde kinderbijslaginstellingen. Hij heeft betrekking op de kritische lezing van een

Nadere informatie

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs 2 Het is vaak niet eenvoudig om een goed evenwicht te vinden tussen

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2013-04 Werkloosheid Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie?... 6 Wanneer?...7 Wat invullen?... 8 Bijkomende informatie... 11 28/11/2013

Nadere informatie

1 of 72 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN. R S Z Kwartaal:2018/4

1 of 72 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN. R S Z Kwartaal:2018/4 1 of 72 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2018/4 2 of 72 Personeel toepassingsgebied van de Sociale Zekerheid Bijkomende informatie DmfAPPL - Kunstenaars

Nadere informatie

Trimestriële infosessie 2015/3. 20 augustus 2015

Trimestriële infosessie 2015/3. 20 augustus 2015 Trimestriële infosessie 2015/3 20 augustus 2015 2 Agenda infosessie o Introductie o Trimestriële aanpassingen o Te verwachten o Pauze o Vernieuwing pensioenkadaster (project Pharos) o Varia 3 Trimestriële

Nadere informatie

Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job.

Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job. Werk en studies : een prima huwelijk Hoofdstuk 2 Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job. Het maakt niet uit of die beslissing een vrije keuze is of gebeurt om financiële redenen,

Nadere informatie

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007);

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007); Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege Voorzitter van het College van de hulpverleningszone directie

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2015/2 1 of 11 De beperkte onderwerping Inhoudstafel De beperkte onderwerping

Nadere informatie

De leervergoedingen voor 2017 in de drie gemeenschappen

De leervergoedingen voor 2017 in de drie gemeenschappen De leervergoedingen voor 2017 in de drie gemeenschappen Hierbij delen we u de aangepaste barema s mee van de leervergoedingen die officieel zijn vastgelegd binnen elke gemeenschap. Het gaat om een indexaanpassing.

Nadere informatie

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen Financiële voordelen en simulaties VVSG 29 september 2011 Inhoud Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen De Vlaamse Ondersteuningspremie 2 1 Doelgroepvermindering

Nadere informatie

Te verwachten (draft)

Te verwachten (draft) Te verwachten (draft) datum: 20-08-2015 Dit is een werkdocument onderhevig aan veranderingen! Dit document is gepubliceerd ter voorbereiding op de trimestriële infosessie van 20/08/2015. Het definitieve

Nadere informatie

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 1. WIE is betrokken? De werkgevers die subsidies ontvangen voor bijkomende tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel. 1 2. WAT verandert

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

Duaal leren, dat is vaardigheden ontwikkelen op school én op de werkvloer. Dat biedt heel wat voordelen voor alle partijen. Als jongere vind je na je

Duaal leren, dat is vaardigheden ontwikkelen op school én op de werkvloer. Dat biedt heel wat voordelen voor alle partijen. Als jongere vind je na je Duaal leren Duaal leren, dat is vaardigheden ontwikkelen op school én op de werkvloer. Dat biedt heel wat voordelen voor alle partijen. Als jongere vind je na je studies sneller een job én ben je helemaal

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 DE ANTI-CRISISMAATREGELEN VOOR DE BEDIENDEN WORDEN VERLENGD De anti-crisismaatregelen, die eerst maar liepen tot 31 december 2009, zijn zoals verwacht verlengd met zes maanden

Nadere informatie

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Vlaamse Gewest een nieuw doelgroepenbeleid uitgewerkt, dat zich vanaf 1 juli 2016 focust op drie

Nadere informatie

VR DOC.0648/2BIS

VR DOC.0648/2BIS VR 2019 0305 DOC.0648/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde

Nadere informatie

Overeenkomst van alternerende opleiding

Overeenkomst van alternerende opleiding Bijlage 1. Model van een overeenkomst van alternerende opleiding als vermeld in artikel 2 Overeenkomst van alternerende opleiding GESLOTEN MET TOEPASSING VAN HET DECREET VAN 10 juni 2016 TOT REGELING VAN

Nadere informatie

Achtste scenario Maandelijkse aangifte van arbeid in het kader van een activeringsprogramma

Achtste scenario Maandelijkse aangifte van arbeid in het kader van een activeringsprogramma Achtste scenario Maandelijkse aangifte van arbeid in het kader van een activeringsprogramma Inleiding 1 - Inleiding Met een "Maandelijkse aangifte van arbeid in een programma ter activering van de werkloosheid"

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2013-03 Werkloosheid Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie?... 6 Wanneer?...7 Wat invullen?... 8 Bijkomende informatie... 12 29/08/2013

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 of 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2014/04 2 of 9 3 of 9 Inhoudstafel De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 4 of 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen

Nadere informatie

25-dagen regeling voor occasioneel werk

25-dagen regeling voor occasioneel werk Jobstudenten 25-dagen regeling voor occasioneel werk Wetgeving Titel VII van wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Art. 17 van kb van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van

Nadere informatie

VR DOC.1059/2

VR DOC.1059/2 VR 2016 0710 DOC.1059/2 Ontwerp van decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

VLAAMSE OVERHEID. Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: VLAAMSE OVERHEID 9 DECEMBER 2016. - Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming (1) Het VLAAMS PARLEMENT heeft

Nadere informatie

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD [2015-01-16] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD In het Belgisch Staatsblad van 29 december 2014 werd de Programmawet van 19 december 2014 gepubliceerd. Hieronder zullen we de voor u meest

Nadere informatie

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2019 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 De schalen van de bedrijfsvoorheffing worden voor de inkomsten

Nadere informatie

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors : Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel

Nadere informatie

Nr januari 2016

Nr januari 2016 Nr. 216 14 januari 2016 Belgisch Staatsblad Wijzigingen betaald educatief verlof in Vlaanderen Naar aanleiding van de zesde staatshervorming werden heel wat bevoegdheden van de federale overheid overgeheveld

Nadere informatie

Trimestriële aanpassingen 2015/3

Trimestriële aanpassingen 2015/3 Trimestriële aanpassingen 2015/3 datum: 20-08-2015 Inhoud 1. DIMONA: WERKNEMERSTATUUT DWD... 4 1.1. Context... 4 1.2. Dimona without DmfAPPL... 4 2. SUI GENERIS STAGEOVEREENKOMST... 4 2.1. Context... 4

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van September Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van September. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van September Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van September. Solutions for Human Resources. 2011 Solutions for Human Resources. Newsletter 2011 PERSOLIS Résidence de la Lyre, 19 1300 Wavre Tel : +32 (0)10 43 98 83 www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep

Nadere informatie

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Vorstlaan 280-1160 Brussel - België T +32 2 761 46 00 F +32 2 761 47 00 info@claeysengels.be Advocaten Datum: Mei 2016 Onderwerp: Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Tot

Nadere informatie

Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015

Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015 Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015 Deze inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen is een momentopname van een regelgeving die onderhevig is aan wijzigingen.

Nadere informatie

Sociale verzekeringen in België voor werkgevers in Nederland

Sociale verzekeringen in België voor werkgevers in Nederland Sociale verzekeringen in België voor werkgevers in Nederland Inhoud Wanneer is uw werknemer sociaal verzekerd in België? 2 Wat regelt de werknemer? 2 Wat regelt u? 3 Hoe regelt u dit? 3 Wat regelt u nog

Nadere informatie

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht?

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht? Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht? Wanneer bent u een deeltijdse werknemer? U bent een "deeltijdse werknemer" wanneer: u volgens uw contract per week minder uren moet werken

Nadere informatie

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302 bijwerking: september 2013 - doc.nr. 204 Extra s Opgelet! Vanaf 1 oktober 2013 zullen belangrijke nieuwigheden van kracht worden

Nadere informatie

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN STUDENT @ WORK

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN STUDENT @ WORK STUDENTENARBEID Wie is student?... 1 Sociale zekerheidsbijdragen voor studenten... 1 Student @ work... 1 Hoe inschrijven op student @ work?... 2 Belang van het attest!... 2 Wat na het afstuderen?... 2

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2013

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2013 NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2013 JAARVERSLAG INTERNE PREVENTIEDIENST Jaarverslag interne preventiedienst Elke werkgever dient een interne dienst voor preventie en bescherming te hebben. De preventieadviseur wordt

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober A D V I E S Nr. 1.818 ----------------------------- Zitting van dinsdag 30 oktober 2012 ------------------------------------------------ Relancestrategie Uniforme onderwerping van de stagiairs aan de sociale

Nadere informatie

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart)

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart) Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met uw uitbetalingsinstelling de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek op de site

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources. 2012 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat».

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2015-04 Uitkeringen Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie... 6 Wanneer...7 Wat invullen... 8 26/11/2015 Administratieve instructies

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie. 1. Wat is jaarlijkse vakantie?

Jaarlijkse vakantie. 1. Wat is jaarlijkse vakantie? Jaarlijkse vakantie 1. Wat is jaarlijkse vakantie? Jaarlijkse vakantie is het recht om gedurende een aantal dagen arbeid te onderbreken met doorbetaling van loon. Hierbij kan je 2 begrippen onderscheiden:

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 17 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 17 december A D V I E S Nr. 1.455 --------------------------- Zitting van woensdag 17 december 2003 ------------------------------------------------------- Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake

Nadere informatie

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2017 Vrije visie, eigen stem V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2017/01 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2017 De schalen van de bedrijfsvoorheffing

Nadere informatie

Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP)

Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) Vop Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) De Vlaamse Ondersteuningspremie is een bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel voor personen met een arbeidshandicap.

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 9 maart

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 9 maart A D V I E S Nr. 1.551 ----------------------------- Zitting van donderdag 9 maart 2006 ----------------------------------------------- Uitvoering van het Generatiepact - Ontwerpen van koninklijke besluiten

Nadere informatie

Sociale Inschakelingseconomie SINE

Sociale Inschakelingseconomie SINE Sociale Inschakelingseconomie SINE Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke wetgeving 2. Doelstelling 3. Betrokken partijen 4. Werkgever: - voordelen

Nadere informatie

IV (I),

IV (I), Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 06.06.2003)

Nadere informatie

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 Inhoud 1 Crosscontrole personeel van onderwijsinstellingen... 3 2 Doelgroepverminderingen: refertekwartaalloon... 3 3 Doelgroepverminderingen voor jonge werknemers:

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

De loonkosten in de land- en tuinbouw

De loonkosten in de land- en tuinbouw De loonkosten in de land- en tuinbouw anno 2015 Een vast werknemer in dienst nemen is vaak minder duur dan gevreesd! Enkele weken geleden gaven we in een beeld van de te verwachten evolutie van de loonkosten

Nadere informatie

IK HEB EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA HAYS

IK HEB EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA HAYS IK HEB EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA HAYS PROFICIAT! U HEBT ZOPAS EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA DE GESPECIALISEERDE DIENSTEN VAN HAYS! hays.be Meteen willen wij u graag wat wegwijs maken in de wereld van de

Nadere informatie

Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018)

Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018) Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018) Deze richtlijn is opgemaakt met als doel de (aangepaste) controle op de loontoelage te verduidelijken naar de OCMW s toe. Daarnaast geeft

Nadere informatie

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2016 Vrije visie, eigen stem V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2016/01 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2016 De schalen van de bedrijfsvoorheffing

Nadere informatie

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016!

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016! Nr. 213 24 december 2015 De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016! Belgisch Staatsblad Vermindering loonbeslag bij kinderen ten laste: bedragen in 2016 Vorige week informeerden wij u

Nadere informatie

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart)

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart) Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek op de site : www.rva.be Infoblad - werkgevers Het

Nadere informatie

Nr. 200 25 september 2015

Nr. 200 25 september 2015 Nr. 200 25 september 2015 Belgisch Staatsblad Vrijstelling startbaanverplichting in bepaalde sectoren Werkgevers uit de privésector die op 30 juni van het voorgaande jaar minstens 50 werknemers in dienst

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 68 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2018/3 2 of 68 Personeel toepassingsgebied van de Sociale Zekerheid Bijkomende informatie DmfAPPL - Kunstenaars

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/110 BERAADSLAGING NR. 17/049 VAN 6 JUNI 2017 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources. 2013 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met GROUP S sociaal secretariaat».

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site: www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

Nieuwe ontslagregels 2012

Nieuwe ontslagregels 2012 Nieuwe ontslagregels 2012 De IPA wet 2011-2012 voorziet in een eerste stap naar de harmonisering tussen arbeiders en bedienden. Hiervoor worden de ontslagregels vanaf 1 januari 2012 voor beide statuten

Nadere informatie

GEBRRUIKERSGIDS VOOR DE DMFA/PPL-BERICHTEN OVER KINDEREN MET EEN HANDICAP

GEBRRUIKERSGIDS VOOR DE DMFA/PPL-BERICHTEN OVER KINDEREN MET EEN HANDICAP GEBRRUIKERSGIDS VOOR DE DMFA/PPL-BERICHTEN OVER KINDEREN MET EEN HANDICAP 0. CONTEXT Deze gebruikersgids is bestemd voor de kinderbijslaginstellingen waarvan de gegevens in het Kadaster geïntegreerd zijn.

Nadere informatie

Versie DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid

Versie DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid Versie 04-03-2011 DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. Toepassingsgebied ratione personae 3. De bijdragen 3.1 De werkgeversbijdrage 3.2

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum); Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008 betreffende de verzekering gewaarborgd wonen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op

Nadere informatie