1. Inleiding. Nummer: OPTA/EGM/2000/ november 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Inleiding. Nummer: OPTA/EGM/2000/ november 2000"

Transcriptie

1 Besluit tot aanwijzing van Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor huurlijnen op grond van artikel 6.4 van de Telecommunicatiewet. Nummer: OPTA/EGM/2000/ november Inleiding 1. Met de inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) is Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: KPN) op grond van artikel 20.1 van de Tw, voor een periode van twee jaar, tot 15 december 2000, aangewezen als aanbieder van een vaste openbaar telefoonnetwerk, een vaste openbare telefoondienst en huurlijnen in geheel Nederland die beschikt over een aanmerkelijke macht als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, en artikel 7.2, eerste lid, van de Tw. 2. Met de aanwijzing op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw zijn op de aangewezen aanbieders de regels inzake interconnectie en bijzondere toegang van toepassing. Voorts worden met deze aanwijzing automatisch de regels ten aanzien van vaste openbare telefoonnetwerken en de vaste openbare telefoondienst (artikelen 22 tot en met 44) van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT) 1 op de aangewezen aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en de vaste openbare telefoondienst van toepassing. De regels uit het BOHT hebben voornamelijk betrekking op het hanteren van non-discriminatoire, kostengeoriënteerde en transparante tarieven en (leverings)voorwaarden voor vaste openbare telefoondiensten en op het bieden van bijzondere toegang zoals carrier preselectie. Als gevolg van de aanwijzing op grond van artikel 7.2, eerste lid, van de Tw rusten op de aangewezen aanbieders van huurlijnen de verplichtingen ten aanzien van huurlijnen van het BOHT (artikelen 2 tot en met 21). De op grond van deze aanwijzing geldende verplichtingen uit het BOHT hebben voornamelijk betrekking op de leverplicht en het hanteren van non-discriminatoire, kostengeoriënteerde en transparante tarieven en (leverings)voorwaarden voor huurlijnen. 3. Voor de beoordeling of KPN per 15 december 2000 door het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) dient te worden aangewezen als een aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor huurlijnen is het college begin 2000 met een procedure begonnen. Ten behoeve van de economische onderbouwing van de beslissing van het college of KPN opnieuw aangewezen dient te worden, is het onderzoeksbureau NEI/Logica Consulting (hierna: het onderzoeksbureau) ingeschakeld voor het verrichten van een marktonderzoek. Het college heeft een 1 Besluit van 10 november 1998, Stb. 1998,

2 selectie van de bij het college geregistreerde aanbieders van huurlijnen 2 verzocht om in het kader van dit marktonderzoek informatie te verstrekken over de door hen aangeboden huurlijnen. Deze informatie heeft tot doel inzicht te verkrijgen in het marktaandeel van deze aanbieders op de markt van huurlijnen en in de ontwikkelingen op deze markt. Het college zal op basis van dit marktonderzoek tevens bezien of andere aanbieders dan KPN aangewezen dienen te worden als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht. 4. Bij de totstandkoming van dit besluit heeft het college de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) geraadpleegd. De NMa heeft bij brief van 10 oktober 2000 een reactie gegeven op het onderhavige besluit en aan het college medegedeeld vanuit het oogpunt van het toezicht op de naleving van de mededingingsregels geen bezwaar tegen het onderhavige besluit te hebben. 5. Voorts heeft het college KPN bij brief van 11 oktober jl., kenmerk OPTA/EGM/2000/202744, uitgenodigd haar zienswijze op het concept van deze aanwijzing (hierna: concept-besluit) te geven. Naar aanleiding hiervan heeft het college KPN op 31 oktober gehoord. Daarnaast heeft het college op 6 november jl. een schriftelijke reactie van KPN ontvangen op het concept-besluit. De door KPN naar voren gebrachte standpunten worden, voor zover relevant, in het vervolg van dit besluit besproken. In hoofdstuk 7 wordt op de zienswijze van KPN nader ingegaan. 6. De opbouw van het onderhavige besluit is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt het wettelijke kader geschetst op grond waarvan de aanwijzing van een aanbieder van huurlijnen met een aanmerkelijke macht op de markt geschiedt. In hoofdstuk 3 wordt de markt voor huurlijnen afgebakend. In hoofdstuk 4 wordt de aanpak van het marktonderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van het marktonderzoek samengevat weergegeven. In hoofdstuk 6 worden de overwegingen van het college geschetst die de basis van het besluit vormen. Hoofdstuk 7 bevat de zienswijze van KPN op het onderhavige besluit. Hoofdstuk 8 bevat het besluit van het college. 7. Bijlage I is een openbare versie van de uitkomsten van het marktonderzoek, waarin ook de vragenlijst van het college aan aanbieders van huurlijnen is opgenomen. 2 Op basis van eerdere onderzoeken op de huurlijnenmarkt heeft OPTA een selectie gemaakt van de belangrijkste aanbieders op de huurlijnenmarkt. Deze aanbieders zijn in het onderhavige traject aangeschreven. 2

3 2. Wettelijk kader Europese regelgeving 8. Aan het einde van de jaren tachtig is in de Europese Unie een begin gemaakt met het tot stand brengen van een gemeenschappelijke markt voor telecommunicatiediensten. Dit moest worden bereikt door enerzijds liberalisering van de toen grotendeels monopolistische telecommunicatiesector en anderzijds harmonisering van de voorwaarden voor toegang tot en gebruik van telecommunicatienetwerken en -diensten. De sector is geleidelijk aan geliberaliseerd met 1 januari 1998 als voorlopige einddatum. Op die datum moesten de lidstaten alle wettelijke belemmeringen hebben opgeheven die betrekking hadden op het aanbieden van telecommunicatienetwerken en -diensten. In het streven naar een gemeenschappelijke markt voor telecommunicatiediensten zijn verder de voorwaarden voor toegang tot en gebruik van telecommunicatienetwerken en -diensten geharmoniseerd. De basis hiervoor vormen de zogenoemde voorwaarden voor Open Network Provision (ONP). In de ONP-kaderrichtlijn 3 zijn de grondbeginselen voor ONP opgenomen. Het begrip aanmerkelijke marktmacht is een belangrijk instrument binnen het ONP-kader. 9. Thans wordt gewerkt aan een algehele herziening van het ONP-kader en de bijbehorende ONPrichtlijnen. In juli 2000 heeft de Europese Commissie een zestal voorstellen (vijf richtlijnen en een verordening) ter behandeling naar het Europese Parlement en de Raad gestuurd. De voorstellen van Commissie zijn erop gericht om de sectorspecifieke ONP-regels meer in lijn te brengen met de principes van het algemene mededingingsrecht. Belangrijke onderwerpen in de herziening van het ONP-kader en de bijbehorende richtlijnen zijn dan ook de wijze waarop relevante markten worden afgebakend en de definitie van het begrip aanmerkelijke marktmacht. Deze voorstellen moeten evenwel het Europese wetgevingstraject nog doorlopen. Vervolgens zullen de Europese richtlijnen in de nationale regelgeving moeten worden geïmplementeerd. Op dit moment hanteert de Europese Commissie als uiterste implementatiedatum 31 december Thans is nog niet duidelijk hoe de richtlijnen er in hun definitieve vorm uit gaan zien en op welk moment ze daadwerkelijk in werking treden. Gelet op het voorgaande volgt het college in dit besluit de nu geldende regels volgens de Tw, de voorstellen van de Commissie kunnen daaraan geen afbreuk doen. Nationale regelgeving 10. Op 15 december 1998 is de Tw in werking getreden. Deze wet dient mede ter uitvoering van de Europese richtlijnen betreffende de totstandbrenging van de interne markt voor telecommunicatiediensten door middel van de tenuitvoerlegging van Open Network Provision (ONP). 11. Een van de instrumenten die uit de ONP-richtlijnen voortkomt, is de aanwijzing van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht. Dit instrument is door de Nederlandse wetgever onder andere geïmplementeerd in artikel 6.4 van de Tw. Op grond van dit artikel is het college bevoegd aanbieders, die 3 Richtlijn 90/387/EEG van de Raad van 28 juni 1990, nr. L 192. Later is deze richtlijn aangepast bij richtlijn 97/51/EG. 3

4 op de markt voor huurlijnen een aandeel hebben van meer dan vijfentwintig procent, aan te wijzen als aanbieder met een aanmerkelijke macht. 12. De direct uit de aanwijzing voortvloeiende verplichtingen zijn voornamelijk neergelegd in hoofdstuk 6 van de Tw, waarin regels worden gesteld met betrekking tot interconnectie en bijzondere toegang. Daarnaast vormt de aanwijzing van artikel 6.4 van de Tw de basis van de aanwijzing in artikel 7.2 van de Tw. Op grond van artikel 7.2 van de Tw wordt een aanbieder van huurlijnen aangewezen op wie de regels van hoofdstuk 7 ten aanzien van huurlijnen en het daarop gebaseerde BOHT van toepassing zijn. Op grond van artikel 7.2, tweede lid, wordt de aanbieder van huurlijnen met aanmerkelijke macht op de markt aangewezen. 13. Het aanwijzen van een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht op grond van artikel 6.4 van de Tw leidt ertoe dat een asymmetrisch stelsel van rechten en plichten voor aanbieders gaat gelden. Deze rechten en plichten verschillen afhankelijk van de positie die de aanbieder op de telecommunicatiemarkt inneemt. De noodzaak van een asymmetrisch stelsel vloeit voort uit het feit dat op bepaalde onderdelen van de telecommunicatiemarkt, met name waar voorheen bijzondere of exclusieve rechten waren verleend aan enkele aanbieders, nog geen of nog onvoldoende concurrentie bestaat. Doordat de overheid in het verleden op belangrijke onderdelen van de telecommunicatiemarkt concurrentie niet of slechts beperkt toestond, is er thans nog steeds sprake van een ongelijk speelveld. Het doel van het instrument aanmerkelijke marktmacht in de huidige fase is het bevorderen van concurrentie op de markten voor telecommunicatienetwerken en -diensten. Met het aanwijzen wordt het functioneren van de telecommunicatiemarkt verbeterd en de toetreding en ontwikkeling van andere aanbieders op de telecommunicatiemarkt gestimuleerd. 2.1 Aanwijzingsprocedure Algemeen 14. Op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw wijst het college aanbieders van huurlijnen aan, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn op de markt voor huurlijnen, beschikken over een aanmerkelijke macht. Voor het vaststellen van een aanmerkelijke macht van een aanbieder geldt als hoofdregel een marktaandeelcriterium, met de mogelijkheid tot uitzonderingen op deze hoofdregel op grond van de criteria bedoeld in het vierde lid van artikel 6.4 van de Tw. 15. Conform artikel 6.4, eerste en tweede lid, van de Tw wordt voor de vaststelling van de relevante productmarkt in het kader van aanmerkelijke marktmacht, in beginsel een onderscheid gemaakt moet worden tussen een viertal productmarkten. Eén van de productmarkten is de markt met betrekking tot huurlijnen. Gelet op de bewoordingen van artikel 6.4 van de Tw dient uitgegaan te worden van de gehele markt voor huurlijnen. 4

5 Hoofdregel 16. Op grond van artikel 6.4, derde lid, van de Tw wijst het college als hoofdregel telecommunicatieaanbieders die op de relevante markt een aandeel hebben van meer dan vijfentwintig procent, aan als aanbieder met een aanmerkelijke macht op de markt. Uitzonderingscriteria 17. Artikel 6.4, vierde lid, van de Tw geeft het college de mogelijkheid om uitzonderingen op de hoofdregel als bedoeld in artikel 6.4, eerste en derde lid, van de Tw te maken. Deze bepaling geeft het college de bevoegdheid om, in afwijking van het bepaalde in artikel 6.4, derde lid, van de Tw, een aanbieder aan te wijzen als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht indien hij beschikt over een marktaandeel van minder dan 25%, dan wel een aanbieder niet aan te wijzen als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht indien hij beschikt over een marktaandeel van meer dan 25%. In beide gevallen dient het college voor de betreffende aanbieder de volgende vijf afwegingsfactoren (hierna: uitzonderingscriteria) te toetsen: A) het vermogen van de betrokken aanbieder om de marktvoorwaarden te beïnvloeden; B) zijn omzet in verhouding tot de omvang van de markt; C) zijn beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers; D) zijn toegang tot financiële middelen, en; E) zijn ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt. 2.2 Beleidsregels 18. Op 8 maart 2000 heeft het college de richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke marktmacht (hierna: de richtsnoeren) gepubliceerd 4. Deze richtsnoeren bevatten beleidsregels die aangeven op welke wijze het college invulling geeft aan zijn bevoegdheid krachtens artikel 6.4 van de Tw. Hoewel het college volledigheidshalve naar de inhoud van deze richtsnoeren verwijst, zal hierna kort worden ingegaan op een aantal hoofdelementen van de richtsnoeren. 19. Paragraaf 10 van de richtsnoeren stelt dat het college op grond van artikel 6.4, eerste en derde lid, van de Tw een aanbieder met een marktaandeel van meer dan 25%, conform 18 primair gemeten op basis van omzet, in beginsel zal aanwijzen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht. Afbakening van de relevante markt 20. Alvorens te kunnen toetsen of aanbieders aan het in de Tw gestelde vijfentwintig-procent-criterium voldoen en, indien nodig, toepassing te geven aan het vierde lid van artikel 6.4 van de Tw, dient het 4 Staatscourant van 8 maart 2000, nr

6 college eerst op grond van artikel 6.4 van de Tw de relevante markt vast te stellen. 21. In 14 van de richtsnoeren heeft het college aangegeven dat conform artikel 6.4, eerste en tweede lid, van de Tw voor de vaststelling van de relevante productmarkt in het kader van aanmerkelijke marktmacht, in beginsel een onderscheid gemaakt moet worden tussen een viertal productmarkten. Een van de productmarkten is de markt met betrekking tot huurlijnen. 22. Ingevolge 16 van zijn richtsnoeren gaat het college voor het vaststellen van de relevante geografische markt uit van het in artikel 6.4, eerste lid, van de Tw genoemde criterium het gebied waarin zij [de aan te wijzen aanbieders] binnen Nederland actief zijn. Toetsing 23. Wanneer het college op grond van 18 van de richtsnoeren heeft vastgesteld of een aanbieder op grond van artikel 6.4, derde lid, van de Tw voldoet aan het vijfentwintig-procent-criterium en als een aanbieder met een aanmerkelijke macht aangemerkt moet worden, dient het college voor de toepassing van het instrument aanmerkelijke marktmacht, gelet op 21 van de richtsnoeren, de ontwikkelingen op de telecommunicatiemarkt te analyseren. 24. Het college gaat op grond van 22 van de richtsnoeren, nadat hij heeft vastgesteld dat een marktpartij op grond van artikel 6.4, Tw als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht moet worden gekwalificeerd, over tot aanwijzing indien hij tot het oordeel is gekomen dat hetgeen met de aanwijzing wordt beoogd - bevordering van marktwerking - in voldoende mate kan worden bereikt. Relatie met de mededingingsregelgeving 25. Bij het uitoefenen van de taken op grond van de Tw speelt de verhouding tot de Mededingingswet (hierna: Mw) een rol. De Mw kent als algemene norm in artikel 24 van de Mw dat misbruik van een economische machtspositie verboden is. Op grond van dit artikel kan de NMa optreden tegen marktpartijen die misbruik maken van hun economische machtspositie. Om te kunnen bepalen of een marktpartij beschikt over een economische machtspositie, dient daarbij eerst de relevante markt te worden vastgesteld. Tussen de NMa en het college heeft overleg plaatsgevonden over een marktafbakening zoals deze uit de Mw kan voortvloeien. 26. Het is echter een gegeven dat artikel 6.4, eerste lid, van de Tw (waarmee onder meer verplichtingen van de Interconnectierichtlijn 5 in de nationale wetgeving worden geïmplementeerd) zelfstandig de markten definieert waarop aanbieders met aanmerkelijke marktmacht kunnen worden aangewezen. Het betreft hier de markt voor vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten, de markt voor mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele openbare telefoondiensten, de markt voor omroepnetwerken en de markt voor huurlijnen 6. Artikel 6.4 van de Tw biedt het college op zichzelf niet de 5 Interconnectierichtlijn van 26 juli 1997 (97/33/EG), gewijzigd op 3 oktober 1998 (98/61/EG). 6 Zie artikel 7 en 8 van de richtsnoeren. 6

7 mogelijkheid om aanbieders aan te wijzen voor andere dan bovengenoemde markten. De door de NMa op grond van de Mw gehanteerde benadering bij de afbakening van relevante markten kan dan ook resulteren in een afbakening van relevante markten die afwijkt van de in artikel 6.4, eerste lid, van de Tw benoemde markten 7. In het onderhavige geval kan dit betekenen dat de markten die zijn gedefinieerd in de Tw, vanuit het perspectief van de Mw nog uit kleinere of andere deelmarkten kunnen zijn opgebouwd. Bij marktafbakening op basis van de Mw zouden bijvoorbeeld binnen de markt voor huurlijnen relevante markten zoals kleiner dan 2 Mbit/s, 2 Mbit/s, groter dan 2 Mbit/s en PVC 8, onderscheiden naar nationaal en internationaal kunnen worden onderscheiden. Gegeven het feit dat de Tw ten opzichte van de Mw een bijzondere wet is, is de Tw in het onderhavige geval maatgevend bij de afbakening van relevante markten. Om deze reden wordt in deze aanwijzing overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.4, eerste lid, van de Tw uitgegaan van de gehele markt voor huurlijnen. 27. Om meer inzicht te krijgen in de concurrentiesituatie op delen of segmenten van de door de Tw gedefinieerde markten, heeft het college niettemin de marktaandelen bepaald in de categorieën kleiner dan 2 Mbit/s, 2 Mbit/s, groter dan 2 Mbit/s en PVC, onderscheiden naar nationaal en internationaal. In dit kader constateert het college dat de NMa heeft aangegeven vanuit het toezicht op de naleving van de mededingingsregels geen bezwaar tegen de onderhavige aanwijzing te hebben. 7 Zie artikel 6 t/m 9 van de richtsnoeren. 8 Permanent Virtual Circuit. 7

8 3. Marktafbakening 28. Bij de beoordeling van de vraag of KPN op grond van artikel 6.4 van de Tw dient te worden aangewezen als een aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor huurlijnen, dient op grond van artikel 6.4, derde lid, van de Tw het marktaandeel van KPN op de relevante markt te worden vastgesteld. In de richtsnoeren wordt een onderscheid gemaakt tussen de relevante productmarkt en de relevante geografische markt. Het college zal in dit kader aangeven wat hij als de relevante productmarkt en de geografische relevante markt aanmerkt. 3.1 Productmarkt 29. Artikel 6.4, eerste lid, van de Tw bepaalt dat: met betrekking tot huurlijnen worden aangewezen, de aanbieders van huurlijnen, die [ ] op de markt voor huurlijnen beschikken over een aanmerkelijke macht. De productmarkt waarvoor wordt aangewezen is hiermee bepaald als de totale markt voor huurlijnen. Wat een huurlijn is, wordt bepaald door de definitie van een huurlijn gegeven in artikel 1.1, onder i, van de Tw: huurlijn: aan het publiek ter beschikking stellen van transparante transmissiecapaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten van een telecommunicatienetwerk, zonder routeringsfuncties waarover gebruikers kunnen beschikken als onderdeel van de geleverde huurlijn. Telecommunicatienetwerk is gedefinieerd in artikel 1.1, onder d, van de Tw: telecommunicatienetwerk: de overdrachtsapparatuur en, waar van toepassing, de routeringsapparatuur en andere technische middelen die de overdracht mogelijk maken van signalen tussen netwerkaansluitpunten via kabels, radiogolven, optische middelen of andere elektromagnetische middelen. 30. De beide bovenstaande definities bepalen wat onder een huurlijnen moet worden verstaan en geven daarmee de plaats van huurlijnen in de economische waardeketen aan. Deze keten is in figuur 1 weergegeven. De eerste schakel van de waardeketen is het transmissiemedium. Het transmissiemedium kan een kabel van glasvezel of koper zijn of, in het geval van draadloze communicatie, de ether. Het college beschouwt kabels in beginsel niet als huurlijn. Immers, de in de Tw opgenomen definities spreken over transparante transmissiecapaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten van een telecommunicatienetwerk. De definitie van telecommunicatienetwerk omvat bovendien: de overdrachtsapparatuur [ ] die de overdracht van signalen mogelijk maakt. Met kabels is géén overdrachtsapparatuur bedoeld, maar een kale kabel. De tweede schakel in de waardeketen zijn huurlijnen met een vaste bandbreedte hier aangeduid als leased circuit. Dit zijn diensten die zich bevinden op laag 1 van het ISO OSI model 9 en bieden de gebruiker een constante capaciteit (bandbreedte). De derde schakel van de waardeketen is de zogenaamde permanent virtual circuit (hierna: PVC). Een PVC is een circuit met een variabele capaciteit. Dit zijn diensten die zich bevinden op laag 2 van het ISO OSI model. Leased circuits en PVC s voldoen aan de definitie van huurlijn. De daarop volgende 9 ISO OSI model = International Standards Organisation Open System Interconnect model. 8

9 elementen van de waardeketen worden in het algemeen aangeduid als netwerk of toegevoegdewaardedienst (hierna tezamen aangeduid als toegevoegde-waardedienst). Dit zijn bijvoorbeeld telefonieof datacommunicatiediensten. Zij voldoen niet aan de definitie van huurlijn omdat er sprake is van diensten waarbij gebruikers kunnen beschikken over routeringsfuncties, of omdat er geen sprake is van transparante transmissiecapaciteit. NETWERK / TOEGEVOEGDE-WAARDEDIENST PVC (ISO OSI LAAG 2) BIJVOORBEELD TELEFONIE DATACOM. LEASED CIRCUIT (ISO OSI LAAG 1) HUURLIJN KABEL (glasvezel of koper) ETHER (draadloos) TRANSMISSIE- MEDIUM Figuur 1. Plaats van huurlijnen in de waardeketen van telecommunicatiediensten 3.2 Geografische markt 31. De relevante geografische markt is reeds afgebakend door de Tw en de richtsnoeren. Op grond daarvan gaat het college voor het vaststellen van de relevante geografische markt uit van het gebied waarbinnen de aan te wijzen aanbieders binnen Nederland actief zijn. Het onderhavige besluit richt zich tot KPN. KPN heeft een landelijk dekkend aanbod van huurlijnen. De relevante geografische markt is daarmee bepaald tot heel Nederland. Ook internationale huurlijnen waarvan één aansluitpunt zich in Nederland bevindt, behoren tot de relevante markt. 3.3 Conclusie 32. Op grond van het bovenstaande beschouwt het college, in het kader van zijn aanwijzingsbevoegdheid de markt voor huurlijnen in geheel Nederland als de relevante markt. 9

10 4. Aanpak 33. Teneinde te kunnen beoordelen of KPN op grond van artikel 6.4 van de Tw dient te worden aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor huurlijnen, heeft het college in mei 2000 aan het onderzoeksbureau opdracht verleend om een marktonderzoek te verrichten. De opdracht aan het onderzoeksbureau bestond uit een onderzoek naar de marktaandelen van de verschillende aanbieders (hierna: marktaandelenonderzoek) en een marktanalyse. In deze marktanalyse heeft het onderzoeksbureau ten eerste onderzocht in hoeverre er aanleiding is om op grond van de uitzonderingscriteria, als bedoeld in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw, af te wijken van de hoofdregel, bedoeld in artikel 6.4, eerste en derde lid, van de Tw. Ten tweede zijn de ontwikkelingen op de markt voor verschillende categorieën huurlijnen geanalyseerd. 34. Het college weegt de bevindingen uit het marktonderzoek mee in zijn besluitvorming. Op grond van de marktaandelen zal het college beoordelen of KPN aangewezen dient te worden als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor huurlijnen. Daarna zal beoordeeld worden of op basis van de uitzonderingscriteria, als bedoeld in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw, voor het aanwijzen van KPN aanleiding is om af te wijken van de hoofdregel. Tot slot zal het college op grond van 22 van de richtsnoeren ingegaan op de effecten die hij verwacht van de aanwijzing van KPN Verzoek om informatie 35. Voor het marktonderzoek zijn bij het college geregistreerde aanbieders van huurlijnen verzocht gegevens te verstrekken om het marktaandeel van aanbieders op de huurlijnenmarkt te kunnen vaststellen. Om de ontwikkeling van het marktaandeel van aanbieders op de markt op een zorgvuldige wijze vast te stellen, heeft het college aanbieders verzocht gegevens over de omzet en onder andere ook over het aantal huurlijnen over 1999 en de eerste helft van 2000 te verstrekken. Teneinde de ontwikkelingen op de telecommunicatiemarkt te analyseren (conform 21 van de richtsnoeren) is aan aanbieders tevens gevraagd de omzet uit te splitsen naar transmissiecapaciteit in de volgende categorieën huurlijnen: kleiner dan 2 Mbit/s, 2 Mbit/s, groter dan 2 Mbit/s en PVC s. Ook is gevraagd onderscheid te maken tussen nationale en internationale huurlijnen. De indeling in deze categorieën is door het college gekozen om met een beperkt aantal categorieën voldoende informatie te verkrijgen over de mate van concurrentie in verschillende delen van de markt. Uit recent onderzoek 10 is gebleken dat de categorie huurlijnen van 2 Mbit/s een breukvlak vormt in de markt wat betreft de mate van concurrentie. In de categorie onder 2 Mbit/s bleek nauwelijks sprake te zijn van alternatieven voor de huurlijnen van KPN. De categorie 2 Mbit/s liet enige concurrentie zien. In de categorie boven de 2 Mbit/s was sprake van toenemende concurrentie. Het verder opdelen van de categorieën is niet zinvol, omdat de mate van concurrentie binnen deze drie categorieën niet significant verschilt. De keuze voor PVC s als aparte categorie huurlijn is gemaakt omdat deze een duidelijk ander karakter hebben: er is sprake van een andere dienst, andere aanbieders en naar verwachting ook van een ander concurrentieniveau. Ditzelfde geldt voor het onderscheid nationaal en internationaal. 10 Concurrentie op de markt voor huurlijnen in Nederland, Verdonck, Klooster & Associates, april

11 36. Het college is voor de vaststelling van het aandeel op de markt van huurlijnen uitgegaan van de omzet behaald met de bovengenoemde feitelijk door de meeste aanbieders aangeboden categorieën huurlijnen. 37. Daarnaast heeft het college ten behoeve van de marktanalyse informatie verzocht in het kader van de uitzonderingscriteria als bedoeld in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw. Deze criteria hebben tot doel om te bezien of afwijking van de hoofdregel geïndiceerd is. Mede op grond van deze informatie kan het college beoordelen in welke mate aanbieders van huurlijnen nog afhankelijk zijn van KPN en in welke mate er al sprake is van een gelijk speelveld. Het betreft onder meer informatie van aanbieders over waargenomen overstapdrempels voor eindgebruikers, over barrières om toe te treden tot de markt en over de prijsvorming op de markt. Voor een volledig overzicht van de gestelde vragen aan aanbieders wordt verwezen naar het marktonderzoek in bijlage I. 4.2 Marktonderzoek 38. In mei 2000 is het onderzoeksbureau begonnen met het marktonderzoek. Het onderzoeksbureau heeft ten behoeve van het marktaandelenonderzoek geverifieerd of de totale omzet op de markt, die wordt verkregen volgens de antwoorden van de aanbieders op de vragenlijsten, een goede weerspiegeling van de werkelijkheid is. Hiervoor heeft het onderzoeksbureau een aantal bronnen geraadpleegd. Het betreft ten eerste een berekening van marktaandelen door KPN, en een inschatting daarvan zoals gemaakt door de overige aanbieders. Voorts is gebruik gemaakt van de openbaar beschikbare informatie uit de door het college ontwikkelde marktmonitor 11. Deze monitor geeft aan hoe de Nederlandse telecommunicatiesector zich ontwikkelt in nationaal en internationaal perspectief. Tenslotte is gebruik gemaakt van een recent onderzoek over de concurrentie op de markt voor huurlijnen Jaarverslag OPTA Concurrentie op de markt voor huurlijnen in Nederland, Verdonck, Klooster & Associates, april

12 5. Uitkomsten van het marktonderzoek 39. Onderstaand wordt een samenvatting gegeven van de bevindingen zoals die door het onderzoeksbureau zijn gerapporteerd aan het college met betrekking tot het marktonderzoek. In 5.1 zal eerst een beknopte beschrijving van de markt voor huurlijnen worden gegeven. Vervolgens wordt in 5.2 ingegaan op het marktaandeel van KPN op deze markt. In 5.3 volgt een samenvatting van de marktanalyse. In de marktanalyse wordt ten eerste ingegaan op de mate waarin de uitzonderingscriteria van artikel 6.4, vierde lid, van de Tw op KPN van toepassing zijn. Ten tweede wordt nader ingegaan op de ontwikkelingen op de markt per categorie. Er wordt verwezen naar bijlage I voor een volledig overzicht van de bevindingen. Het college geeft zijn overwegingen ten aanzien van deze bevindingen in hoofdstuk Beschrijving van de markt Aanbieders van huurlijnen 40. Voor het onderzoek zijn 30 bij OPTA geregistreerde aanbieders van huurlijnen aangeschreven. Van 27 aanbieders is een respons ontvangen 13, drie aanbieders hebben niet gereageerd 14. Van de 30 aanbieders die zijn aangeschreven, realiseren er 21 omzet op huurlijnen. Aangeboden huurlijnen 41. Een huurlijn biedt de gebruiker daarvan transmissiecapaciteit tussen twee vaste punten. Deze transmissiecapaciteit is in beginsel altijd tussen die vaste punten aanwezig. Anders gezegd: gebruikers beschikken niet over routeringsfuncties waarmee zij kunnen bepalen wanneer en tussen welke punten de lijn wordt gebruikt. Er bestaan vele verschillende typen huurlijnen met als belangrijkste onderscheidende kenmerk de capaciteit. De capaciteit bepaalt de hoeveelheid informatie die in een bepaalde periode over de huurlijn kan worden verzonden. Momenteel kan nog onderscheid worden gemaakt in enerzijds analoge huurlijnen en anderzijds digitale huurlijnen met capaciteiten variërend van 1,2 kbit/s tot en met 155 Mbit/s. In het onderzoek zijn die verschillende huurlijnen ingedeeld in drie categorieën met oplopende capaciteit: kleiner dan 2 Mbit/s (waaronder analoog), 2 Mbit/s en groter dan 2 Mbit/s. 42. Wholesale- en eindgebruikersaanbod. Het aanbod van huurlijnen kan ook worden onderscheiden in een wholesale-aanbod aan andere aanbieders (groothandel) en een eindgebruikersaanbod aan eindgebruikers (detailhandel). KPN kent een soort wholesale-aanbieding ( Dienstbeschrijving Interconnecterende Vaste Verbinding ) voor huurlijnen, maar daarvan wordt niet of nauwelijks gebruik 13 Casema, Colt, Delta Nuts (Zekatel), Equant, Energis, Essent (ex Castel & Pallet), Gamog Gelre, Global Crossing, Global One, GTS, KPN, KPNQwest, KT Midden Overijssel, MCI WorldCom, Meijsen, MLL, Multikabel, Remu, Sonera, Swisscom, Telfort, Tennet, Tritone, UPC - exclusief Eneco, UPC - alleen Eneco, Versatel, Viatel. 14 AUCS, Iaxis, Schiphol Telematics - hiervan zijn de gegevens uit het onderzoek van Verdonck, Klooster & Associates gebruikt. 12

13 gemaakt. Kennelijk is dit aanbod minder aantrekkelijk dan het eindgebruikersaanbod. De facto bestaat er daardoor in het aanbod van KPN geen onderscheid in een wholesale- en eindgebruikersaanbod. Gebruikers 43. Gebruikers van huurlijnen zijn andere aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en/of - diensten of zakelijke gebruikers met een eigen bedrijfsnetwerk. Huurlijnen worden door gebruikers ingezet als noodzakelijke bouwstenen van hun telecommunicatienetwerken. In deze netwerken zorgen huurlijnen er voor dat signalen tussen geografisch gescheiden punten (locaties) worden getransporteerd. (Huur-)lijnen vormen daarmee een noodzakelijke basis van ieder telecommunicatienetwerk ongeacht de toepassing waarvoor het netwerk wordt gebruikt, telefonie, datacommunicatie of transport van (omroep-)programma s. Voorzienbare ontwikkelingen 44. Verwacht mag worden dat de Wireless Local Loop (WLL) binnenkort gebruikt gaat worden bij het aansluiten van gebruikers van huurlijnen. WLL is een verzamelnaam voor technieken om op draadloze wijze gebruikers van vaste diensten aan te sluiten op een netwerk. Om deze technieken te gebruiken is een vergunning nodig voor het gebruik van bepaalde frequentiebanden. Naar verwachting zullen deze vergunningen eind 2000 door de minister van Verkeer en Waterstaat worden verdeeld. Daardoor zullen in de loop van 2001 WLL-netwerken operationeel worden. Met de komst van WLL-netwerken ontstaan meer flexibele mogelijkheden voor het aansluiten van gebruikers van, onder andere, huurlijnen. 45. Main Distribution Frame-access 15 (hierna: MDF-access) is een andere mogelijkheid voor concurrenten van KPN om gebruikers van huurlijnen aan te sluiten. Dit vergroot de mogelijkheden van concurrenten van KPN, verbetert hun concurrentiepositie en zal naar verwachting een positief effect hebben op de ontwikkeling van concurrentie in, onder andere, de huurlijnenmarkt. 5.2 Marktaandeel op de markt voor huurlijnen 46. Op basis van de door aanbieders verstrekte gegevens heeft het onderzoeksbureau de marktaandelen van aanbieders van huurlijnen over 1999 en de eerste helft van 2000 berekend. 47. Het onderzoeksbureau geeft aan dat de gegevens van enkele aanbieders ontbreken, waardoor de berekening van de grootte van de markt voor huurlijnen enigszins wordt bemoeilijkt. Gesteld kan worden dat, naast KPN, in ieder geval alle grote spelers op de markt voldoende informatie hebben verschaft om 15 MDF (Main Distribution Frame) in Nederlands: hoofdverdeler. MDF-access is een dienst, die KPN op grond van de richtsnoeren Toegang tot ontbundelde aansluitlijn van KPN van het college van 12 maart 1999 verplicht is te bieden, waarbij aanbieders toegang krijgen tot de hoofdverdeler in de nummercentrale en waarbij die aanbieders KPN s aansluitlijn van een eindgebruiker tot de hoofdverdeler overnemen. 13

14 een getrouw beeld te schetsen van de totale omvang van de markt. De ontbrekende omzet betreft ten hoogste 5% van de totale omzet op de markt voor huurlijnen. 48. Voor de berekening van de totale marktomzet is het onderzoeksbureau uitgegaan van de omzetten zoals door aanbieders aangegeven in de antwoorden op de vragenlijsten. De omzet voor de totale markt komt voor huurlijnen in 1999 op miljoen gulden en over de eerste zes maanden van 2000 op 710 miljoen gulden. 49. Uit berekening van de marktaandelen komt naar voren dat KPN op de markt voor huurlijnen over 1999 een aandeel van % heeft, berekend op basis van omzet. Van alle andere aanbieders was er één aanbieder die in 1999 meer dan 5% van de markt bediende. Verder blijkt dat KPN op de markt voor huurlijnen over de eerste helft van 2000 een aandeel heeft van %. Van de andere aanbieders zijn er inmiddels twee met een marktaandeel van meer dan 5%. 50. Gegeven de totale omzet op de markt voor huurlijnen in 1999 en in de eerste zes maanden van 2000 stelt het onderzoeksbureau vast dat deze markt in de eerste helft van 2000 ten opzichte van heel 1999 met circa 18% is gegroeid. De marktanalyse van het onderzoeksbureau laat zien dat in de periode 1999 en 2000 ook de concurrentie op de markt voor huurlijnen toeneemt. 5.3 Marktanalyse 51. Nadat in de vorige paragraaf een samenvatting is gegeven van het marktaandeel van KPN op de markt voor huurlijnen, wordt hierna ingegaan op de bevindingen van het onderzoeksbureau ten aanzien van de marktanalyse. In worden de uitzonderingscriteria besproken. In volgt een analyse van de ontwikkelingen op de markt per categorie Uitzonderingscriteria 52. In artikel 6.4, vierde lid, van de Tw wordt een vijftal uitzonderingscriteria genoemd die hieronder gebruikt worden om, naast de primaire marktaandeeltoets, een beeld te geven van de markt van huurlijnen en de positie van KPN daarop. Uitzonderingscriterium A) Het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden 53. In de richtsnoeren worden de volgende subcriteria genoemd die van belang zijn voor het beoordelen van het vermogen van een aanbieder om de marktvoorwaarden te beïnvloeden: a) Het aantal concurrenten b) De mate van concentratie in de markt c) De ontwikkeling in het aantal en de omvang van de concurrenten d) De toe- en uittredingsdrempels 14

15 e) De drempels voor eindgebruikers om over te stappen naar een andere aanbieder f) De mate van verticale integratie of diversificatie g) De prijsvorming in de markt Ten aanzien van subcriterium a 54. Uit het onderzoek blijkt dat thans ongeveer 21 aanbieders daadwerkelijk huurlijnen leveren op de Nederlandse markt. Op basis van dit aantal aanbieders zou geconstateerd kunnen worden dat het voor KPN moeilijk is om marktmacht uit te oefenen. Daarvoor is echter wel noodzakelijk dat in ieder geval één van de concurrenten van KPN van vergelijkbare grootte is. Volgens het onderzoeksbureau is daarvan gezien de marktaandelen geen sprake. Ten aanzien van subcriterium b 55. Het vermogen om de markt te beïnvloeden neemt in beginsel af naar mate de markt minder geconcentreerd is. Een manier om de mate van concentratie op de markt aan te geven is de Herfindahl Hirschmann Index (HHI). De HHI is de som van de gekwadrateerde marktaandelen op basis van omzet van alle op de markt aanwezige aanbieders 16. Volgens de FTC/DOJ Merger Guidelines 17 is sprake van een geconcentreerde markt indien een markt een HHI van meer dan 1800 heeft. 56. Uit de analyse blijkt dat de mate van concentratie op de huurlijnenmarkt, zoals uitgedrukt met de HHI, afneemt van in het jaar 1999 tot in het jaar Hoewel de afname van de HHI duidt op toenemende concurrentie op de markt, moet vastgesteld worden dat er bij deze index nog steeds sprake is van een zeer geconcentreerde markt. Uit het feit dat het gekwadrateerde marktaandeel van KPN alleen in de eerste helft van 2000 reeds bedraagt, blijkt dat KPN op deze markt een zeer sterke aanbieder is. Ten aanzien van subcriterium c 57. Een toename van het aantal concurrenten en hun omvang wat betreft omzet, is een indicatie van toenemende concurrentie en betekent dat het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden afneemt. Het aantal en de omvang van de concurrenten is de afgelopen twee jaar toegenomen. De verwachting is dat deze ontwikkeling zal doorgaan en dat daarmee de concurrentie toeneemt. Niettemin is het aanbod van deze 21 aanbieders nu nog aanzienlijk minder breed dan dat van KPN. Dit geldt zowel in geografische zin, als voor het aantal verschillende typen huurlijnen dat door de aanbieders kan worden geleverd. Ten aanzien van subcriterium d 58. Indien er hoge toetredingsdrempels zijn op een markt dan hoeven de in de markt actieve aanbieders minder rekening te houden met nieuwe toetreders en hebben daardoor meer ruimte om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Onderstaand worden de belangrijkste toetredingsdrempels besproken die aanbieders signaleren. KPN signaleert zelf geen toetredingsdrempels. 16 Dit betekent bijvoorbeeld dat bij één aanbieder met een marktaandeel van 100% (volledig monopolie) de HHI is en bij 10 aanbieders met elk een marktaandeel van 10% de HHI is. 17 Zie Quantitative techniques in competition analysis, Research Paper 17, Office of Fair Trading. 15

16 59. Een geconstateerde toetredingsdrempel vormen de grote investeringen die noodzakelijk zijn bij toetreding tot de huurlijnenmarkt. In de huidige markt geldt dat aanbieders, om economisch rendabel huurlijnen aan te kunnen aanbieden, vrijwel altijd volledig zijn aangewezen op eigen infrastructuur. Dit betekent hoge initiële investeringen voor het realiseren van een kernnetwerk (backbone) met voldoende dekking plus additionele investeringen per individuele gebruiker om deze aan te kunnen sluiten op dit kernnetwerk. 60. Aanbieders kunnen wholesale-huurlijnen van een andere aanbieder gebruiken om een klant aan te sluiten zonder dat zij voor de laatste kilometers naar de klant eigen infrastructuur behoeven. De van de andere aanbieder gehuurde (korte) wholesale-huurlijn wordt dan gekoppeld met de eigen huurlijn, en de totale gekoppelde huurlijn wordt aangeboden aan de gebruiker. Op deze wijze kunnen de hoge kosten van het graven van kabels voor het aansluiten van een individuele klant worden voorkomen. Een deel van de bovengenoemde investeringen kan daarmee worden voorkomen. Op basis van de door aanbieders verstrekte informatie constateert het onderzoeksbureau dat de hoge tarieven van wholesale-huurlijnen 18 (geleverd door andere aanbieders - met name KPN) een extra toetredingsdrempel vormen. Naast de hoogte van de tarieven van wholesale-huurlijnen in absolute zin, is er tevens geen of weinig verschil tussen de tarieven van het wholesale- en het eindgebruikersaanbod (prijs-squeeze), waardoor het moeilijk is om op deze wijze economisch rendabel huurlijnen aan te bieden. Aanbieders zijn bij de levering van huurlijnen dan ook vrijwel altijd volledig aangewezen op hun eigen infrastructuur. Wanneer andere aanbieders toch huurlijnen van KPN willen gebruiken, vormen de lange leveringstermijnen van huurlijnen van KPN daarbij een extra belemmering. 61. Naarmate de eindgebruikerstarieven lager zijn, is toetreding tot de markt minder aantrekkelijk. Een aantal aanbieders noemt de huidige in de markt geldende lage eindgebruikerstarieven voor huurlijnen als toetredingsdrempel. 62. De geringe beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel op de huidige arbeidsmarkt is met name voor toetreders een probleem. Enkele aanbieders noemen dit als toetredingsdrempel. 63. Het onderzoeksbureau constateert op basis van de in het onderzoek verkregen informatie dat KPN invloed kan uitoefenen op enkele toetredingsdrempels, bijvoorbeeld door de tariefstelling en de lange levertermijnen van zijn huurlijnen. Ten aanzien van subcriterium e 64. Indien het voor eindgebruikers moeilijk is om over te stappen de op dit moment grootste aanbieder van huurlijnen naar een andere aanbieder, heeft eerstgenoemde meer ruimte om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Onderstaand worden de mogelijke overstapdrempels bij de overstap van KPN naar een andere aanbieder besproken, zoals gepercipieerd door de aanbieders. 18 Zoals reeds eerder aangegeven heeft KPN s de facto géén wholesale-aanbod. Voor wholesale-leveringen, c.q. leveringen aan andere aanbieders, hanteert KPN eindgebruikerstarieven. 16

17 65. De minimale contractduur, het hanteren van opzegtermijnen, en het verstrekken van contractduurkortingen en volumekortingen kunnen een overstapdrempel vormen. De meest relevante leverings- en gebruiksvoorwaarden van KPN 19 lijken geen overstapdrempels voor klanten op te werpen. De meeste aanbieders geven aan dat er geen grote barrières voor een gebruiker zijn om over te stappen naar een andere aanbieder. 66. Indien die nieuwe aanbieder gebruik maakt van (korte) huurlijnen van KPN om de klant aan te sluiten, zijn de huidige lange levertermijnen van huurlijnen van KPN daarbij een overstapdrempel voor de aan te sluiten klant. Ten aanzien van subcriterium f 67. Verticale integratie. Er is sprake van verticale integratie indien een aanbieder in verschillende schakels van de waardeketen actief is. Een bedrijf dat verticaal geïntegreerd is, kan mogelijk meer marktmacht uitoefenen dan een bedrijf dat dit niet is. Verticale integratie leidt immers tot minder afhankelijkheid van andere aanbieders. Daarnaast kan een sterke mate van verticale integratie een toetredingsdrempel vormen. Dit geldt met name wanneer een verticaal geïntegreerd bedrijf kostenvoordelen heeft. Een toetredende aanbieder zal dan immers moeten toetreden tot meerdere schakels van de waardeketen of een kostennadeel moeten accepteren. De waardeketen rond huurlijnen bestaat gezien vanuit huurlijnen in upstream-richting 20 uit een netwerk (of uit wholesale-huurlijnen), en in downstream-richting uit telecommunicatiediensten met meer toegevoegde waarde, zoals bijvoorbeeld telefonie- of datacommunicatiediensten. In upstream-richting zijn KPN en de andere aanbieders sterk verticaal geintegreerd: doordat er nauwelijks een bruikbaar wholesale-aanbod van huurlijnen is, moeten aanbieders over een eigen (aansluit)netwerk beschikken. De verticale integratie is hier duidelijk groter dan in de telefoniemarkt, waar wel een bruikbaar wholesaleaanbod van telefonie bestaat. De effecten hiervan zijn al eerder besproken onder de toetredingsdrempel grote investeringen. Hoewel iedere aanbieder van huurlijnen een eigen netwerk heeft, is KPN de enige partij die nationaal huurlijnen aan kan bieden zonder gebruik te maken van capaciteit van andere aanbieders. Daarmee is verticale integratie een factor die in het voordeel van KPN werkt. In downstream-richting - met andere woorden: tussen huurlijnen en diensten met toegevoegde waarde voor de eindgebruiker - is de verticale integratie beperkt. Dit blijkt uit het feit dat er door de aanbieders van huurlijnen voldoende huurlijnen aan andere bedrijven worden geleverd, die deze huurlijnen weer gebruiken voor toegevoegde-waardediensten: de omzet van aan andere bedrijven geleverde huurlijnen bedroeg fl. 1,2 miljard in Huurlijnen en toegevoegde-waardediensten worden dus voor een groot deel niet binnen één bedrijf gerealiseerd. 68. Diversificatie. Een grote mate van diversificatie betekent een breed aanbod van gelijksoortige producten. Een aanbieder met een meer gediversifieerd aanbod kan op basis daarvan marktmacht uitoefenen, bijvoorbeeld door lagere kosten ten gevolge van synergievoordelen of door het creëren van 19 Minimale contractduur van 1 jaar, volumekortingen tot maximaal 22%, en voor de meeste huurlijnen geen of beperkte contractduurkortingen. 20 Upstream is van de eindgebruiker af. Downstream is naar de eindgebruiker toe. Zie figuur 1 op pagina 10 voor een afbeelding van de verschillende schakels van de waardeketen. 17

18 overstapdrempels door kortingen aan gebruikers die zijn gekoppeld aan de afname van het gehele productaanbod. KPN heeft duidelijk het meest gediversifieerde aanbod op de markt. Dat geldt zowel voor het aantal verschillende typen huurlijnen als voor de geografische dekkingsgraad. Ook buiten de markt van huurlijnen is het aanbod van KPN het meest gediversifieerd. Ten aanzien van subcriterium g 69. Prijsdalingen. Prijsdalingen zijn een indicatie van toenemende concurrentie op een markt. In het onderzoek is gevraagd naar de ontwikkeling van de tarieven van 2 Mbit/s en 34 Mbit/s huurlijnen van 5 en 50 km tussen januari 1999 en juli De tarieven van KPN zijn gelijk gebleven. Andere aanbieders geven aan dat hun tarieven tussen 0 en 50% zijn gedaald. Wat betreft de prijsontwikkeling verwachten aanbieders de sterkste tariefdaling in de categorie huurlijnen boven de 2 Mbit/s. 70. Prijsniveau. Divergerende prijzen voor een homogeen product kunnen wijzen op verschillende concurrentieposities. In het onderzoek zijn de tarieven van 2 Mbit/s en 34 Mbit/s huurlijnen van 5 en 50 km van verschillende aanbieders vergeleken. Uit de door aanbieders verstrekte gegevens blijkt dat KPN voor beide typen huurlijnen en beide afstanden het duurst is. De tarieven van belangrijke concurrenten van KPN liggen 10 tot 40% onder die van KPN. De aanbieders met de laagste tarieven zijn de aanbieders die, na KPN, het grootste marktaandeel hebben. 71. Prijsleider en prijsvolger. Ondanks het bovengenoemde verschil tussen de tarieven van KPN en andere aanbieders, geven aanbieders over het algemeen aan dat KPN door haar sterke positie prijsleider is. Uitzondering vormen bepaalde internationale routes tussen grote Europese steden. Uitzonderingscriterium B) KPN s omzet in verhouding tot de omvang van de markt 72. Aanbieders met een grote groepsomzet in verhouding tot de markt zijn beter in staat op die markt macht uit te oefenen. Indien immers de totale omzet van de onderneming groot is ten opzichte van de omvang van de markt, bestaat de mogelijkheid dat de aanbieder gedurende langere tijd diensten onder de kostprijs aanbiedt, zonder dat dit op langere termijn een merkbaar negatief effect heeft op zijn winst. Evenals KPN zijn enkele belangrijke spelers op de markt grote internationale concerns of een onderdeel daarvan. Deze factor heeft dan ook geen significante invloed op de concurrentiepositie van KPN. Uitzonderingscriterium C) KPN s beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers 73. Aanbieders met een betere positie aangaande de toegang tot eindgebruikers zijn beter in staat macht uit te oefenen. In feite hebben deze aanbieders dan meer vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Bij dit criterium gelden in belangrijke mate dezelfde aspecten die eerder bij het eerste criterium vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden aan de orde zijn geweest, te weten het feit dat aanbieders in de huidige markt in de meeste gevallen zijn aangewezen op eigen infrastructuur om eindgebruikers aan te sluiten. KPN bezit van oudsher infrastructuur die zeer fijn is vertakt, dat wil zeggen: een nagenoeg complete geografische dekking heeft. Door deze hoge dekkingsgraad kan KPN met relatief beperkte aansluitkosten overal in Nederland huurlijnen leveren. Voor de levering van huurlijnen tot en met 2 Mbit/s kan KPN aan vrijwel elke vraag voldoen door gebruik te maken van bestaande 18

19 koperkabel naar eindgebruikers. Voor de levering van hogere bandbreedten kan KPN gebruikmaken van een uitgebreid glasvezelnetwerk en in ongeveer 30 grote steden in Nederland gebruikmaken van zijn CityRing-infrastructuur. KPN s glasvezelkabels liggen tot dichtbij de meeste potentiële grote eindgebruikers. Voor de andere aanbieders van huurlijnen, ook die met een landelijk aanbod, geldt dit niet. Deze aanbieders hebben een infrastructuur die veel minder vertakt is, waardoor de afstand van het bestaande netwerk tot potentiële eindgebruikers in het algemeen veel groter is. Daarmee zijn de kosten voor het aansluiten van nieuwe klanten in het algemeen veel groter. Natuurlijk zijn de integrale kosten van het fijnvertakte netwerk van KPN hoog, maar door schaalvoordelen zijn de kosten per huurlijn bij KPN lager dan bij concurrenten. Wat betreft toegang tot eindgebruikers verkeert KPN dan ook in een veel betere positie dan haar concurrenten. Uitzonderingscriterium D) KPN s toegang tot financiële middelen 74. Aanbieders met een betere toegang tot financiële middelen zijn, door het feit dat de markt zeer kapitaalintensief is, beter in staat op die markt macht uit te oefenen. De kredietwaardigheid van aanbieders is een belangrijke factor bij de toegang tot financiële middelen. 75. Evenals KPN hebben de meeste belangrijke spelers een goede kredietwaardigheid, hetgeen bijvoorbeeld blijkt uit de Standard & Poor s-rating voor kredietwaardigheid. Naar aanleiding van de UMTS-veilingen in Europa heeft Standard & Poor s aangekondigd de kredietwaardigheidsrating van aanbieders die bij UMTS-veilingen tegen hoge prijzen vergunningen verkrijgen, te zullen verlagen. Dit betekent dat deze marktpartijen meer kosten zullen moeten maken om kapitaal aan te trekken. Deze factor zou derhalve in de toekomst van invloed kunnen zijn op de concurrentiepositie van, onder andere, KPN. Uitzonderingscriterium E) KPN s ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt 76. Aanbieders met meer ervaring op de markt zijn beter in staat op die markt macht uit te oefenen. De ervaring van KPN op de huurlijnenmarkt staat buiten kijf. Andere aanbieders hebben minder ervaring, met name met het operationele proces om de huurlijnverbinding tot stand te brengen. KPN heeft hier een voorsprong, ondanks de geconstateerde levertermijnproblemen die zij op dit punt heeft. Op het gebied van technische ontwikkeling en productontwikkeling wat betreft huurlijnen heeft KPN ten opzichte van de belangrijkste concurrenten geen voorsprong meer. Alle grote spelers kunnen putten uit de ervaring van de moederbedrijven. Samengevat is de conclusie dat KPN meer ervaring heeft dan de andere aanbieders van huurlijnen Ontwikkelingen per categorie 77. Nadat in 5.2 de bevindingen van het onderzoeksbureau met betrekking tot het marktaandeel van KPN op de markt voor huurlijnen zijn weergegeven, volgen hierna de ontwikkelingen per categorie. In de onderstaande tabel is voor de verschillende categorieën en het marktaandeel van KPN en de marktomvang (omzet van alle aanbieders tezamen) weergegeven. 19

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 6 December 2002 Advies van het BIPT inzake het marktonderzoek in de context van de SMP bepaling op de markt van de huurlijnen. BIPT - Astrotoren

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] 2500GA30000 Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE a Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200255 [openbare versie] Zaaknummer: E04203085 Datum: 19 januari 2005 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van de overgangsrechtelijke

Nadere informatie

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel "Tariefpakket Extra" -

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel Tariefpakket Extra - Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2003/201506 2003-U-00147-RvB 03/022 pricing

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk].

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]. Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/201729 Zaaknummer: E03209088 Datum: 30 juni 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA Inleiding De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) het college de bevoegdheid gegeven om op te treden tegen nummerhandel. Op grond van artikel 4.3 Tw en

Nadere informatie

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ Deze tekst is opgesteld als uitgangspunt voor de bespreking tijdens de ronde tafel bijeenkomst over MCTN+ op 28 november 2003. Het hierin

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202822 (openbare versie) Zaaknummer: E04203021 Datum: 8 augustus 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. Ons kenmerk: OPTA/JUZ/2004/ Zaaknummer: JB02029 Datum : 15 december 2004

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. Ons kenmerk: OPTA/JUZ/2004/ Zaaknummer: JB02029 Datum : 15 december 2004 Ons kenmerk: OPTA/JUZ/2004/203973 Zaaknummer: JB02029 Datum : 15 december 2004 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op het bezwaar van KPN Telecom

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3481/21 Betreft

Nadere informatie

Pagina 1/8. Retailanalyse zakelijke netwerkdiensten. - vragenlijst - Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer:

Pagina 1/8. Retailanalyse zakelijke netwerkdiensten. - vragenlijst - Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer: Retailanalyse zakelijke netwerkdiensten Pagina 1/8 - vragenlijst - T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag

Nadere informatie

Monitor Financiële Sector:

Monitor Financiële Sector: Nederlandse Mededingingsautoriteit Monitor Financiële Sector: Notitie bij Sectorstudie Vastgoedfinanciering, SEO Economisch Onderzoek oktober 2011 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500

Nadere informatie

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Datum: 12 mei 1998 Nummer: 443/4.B95 Betreft:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1139/CSS-CCN I. MELDING 1. Op 10 november 1998

Nadere informatie

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk]

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/TN/2005/202885 (openbare versie van OPTA/TN/2005/202606) Zaaknummer: T05201028 Datum: 13 september 2005 Besluit van het

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6551/17 Betreft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3705 14 februari 2013 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

5. Bij schrijven van 1 maart 2002 heeft het college voornoemd verzoek afgewezen.

5. Bij schrijven van 1 maart 2002 heeft het college voornoemd verzoek afgewezen. Beslissing op bezwaar d.d. 4 september 2002 inzake het niet aanwijzen van een aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor vaste en mobiele openbare telefonie tezamen Kenmerk OPTA/JUZ/2002/202295

Nadere informatie

Kenmerk: OPTA/EGM/2001/ Den Haag, 12 december 2001

Kenmerk: OPTA/EGM/2001/ Den Haag, 12 december 2001 Oordeel van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit over de evaluatie van het door OPTA gehanteerde beoordelingskader voor de kortingen van KPN op de vaste openbare telefoondienst

Nadere informatie

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2005 SG-Greffe (2005) D/206584 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Ter attentie van: Mr Chris A. Fonteijn Voorzitter

Nadere informatie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie ADVIES VAN HET BIPT OVER DE AANWIJZING VAN BELGACOM MOBILE NV ALS OPERATOR MET EEN STERKE POSITIE OP DE MARKT VOOR OPENBARE MOBIELE TELECOMMUNICATIENETWERKEN EN OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE

Nadere informatie

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus LK s Gravenhage

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus LK s Gravenhage Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus 90420 2509 LK s Gravenhage Tevens per e-mail verzonden naar SecrEindgebruikersmarkt@opta.nl Den Haag,

Nadere informatie

ADVIES. Advies van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de minister van Economische Zaken.

ADVIES. Advies van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de minister van Economische Zaken. Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Nummer 3167 / 26 Betreft: Vergunningverlening WLL Advies van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de minister van Economische Zaken.

Nadere informatie

Reactie OPTA Consultatie Interconnecterende huurlijnen 24 januari 2002 Ref. nr. OPTA/IBT/2002/200027

Reactie OPTA Consultatie Interconnecterende huurlijnen 24 januari 2002 Ref. nr. OPTA/IBT/2002/200027 Reactie OPTA Consultatie Interconnecterende huurlijnen 24 januari 2002 Ref. nr. OPTA/IBT/2002/200027 Casema Zakelijke Markt Datacommunicatie 26 februari 2002 1 Inhoud 1. Inleiding...3 2. Reactie van Casema

Nadere informatie

Pagina. Marktanalyse ontbundelde toegang en retailanalyse internettoegang. - vragenlijst - Datum:

Pagina. Marktanalyse ontbundelde toegang en retailanalyse internettoegang. - vragenlijst - Datum: Marktanalyse ontbundelde toegang en retailanalyse internettoegang Pagina 1/12 - vragenlijst - T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit OPTA/AM/2013/200251, 7 februari 2013 De Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit: Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen

Nadere informatie

Zienswijze UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. inzake OPTA ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie

Zienswijze UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. inzake OPTA ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie ZIENSWIJZE UPC NEDERLAND B.V. EN UPC NEDERLAND BUSINESS B.V. D.D. 8 SEPTEMBER 2011 INZAKE ONTWERP BESLUIT MARKTANALYSE VASTE TELEFONIE (OPTA/AM/2011/201499) VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE

Nadere informatie

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002 OORDEEL INZAKE TRANSPARANTE EN VERIFIEERBARE FACTURERINGSPROCEDURE OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT OP BASIS VAN ARTIKEL 4 VAN DE VERORDENING 2887/2000

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2697/Debitel - Talkline I. MELDING 1. Op 18

Nadere informatie

regulering zakelijke netwerkdiensten

regulering zakelijke netwerkdiensten Marktontwikkelingen en regulering zakelijke netwerkdiensten Gerard Boogert 12 juni 2013 Grolsche Veste Enschede Relatiedag NDIX Presentatie overzicht Autoriteit Consument & Markt algemene introductie Telecom

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm pagina 1 van 7 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 439 / UPC-NUON 1. Op 16 april 1998

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2011, nr., houdende vaststelling van een technisch protocol met betrekking tot de wijze van aflevering van geïntercepteerde telecommunicatie (Regeling

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2984/7.B319 Betreft zaak:

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 2003-U RvB

OPTA/EGM/2003/ U RvB 2003-U RvB Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] De voorzitter van de Raad van Bestuur van Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2012/ Phonehouse - Roadphone I. MELDING 1.

Nadere informatie

Pagina. Aan marktpartijen. Den Haag, 12 augustus 2013

Pagina. Aan marktpartijen. Den Haag, 12 augustus 2013 Aan marktpartijen Den Haag, 12 augustus 2013 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2013/203435 Contactpersoon: drs. R. Knoop Ruud.Knoop@acm.nl (070) 722 25 65 Onderwerp: Aankondigingstermijn nog te ontwikkelen aansluitnetwerken

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE KOPPELKABELS TEN BEHOEVE VAN DE ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNET OPTA/IBT/2003/202226 A. Inleiding 1. Onderhavig

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland

Openbare zienswijze. Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland Openbare zienswijze Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland Inhoud 1. Inleiding 3 2. Conclusie 4 3. Gewijzigd voornemen tot concentratie 5 4. Mogelijke gevolgen voor de publieke

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan Directeur-generaal Telecommunicatie en Post, plv. T.a.v. dr. G.A.A.M. Broesterhuizen Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 24 mei

Nadere informatie

Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM

Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM NL Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EG) nr. 139/2004 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 4 (4) datum : 19/10/2006

Nadere informatie

Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare telefonie Openbare versie

Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare telefonie Openbare versie Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor vaste openbare telefonie Openbare versie dr. R.G.M. Kemp drs. E.A. van Noort Zoetermeer, 11 oktober 2001 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1589/4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5649/ 7 Betreft

Nadere informatie

Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie Openbare versie

Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie Openbare versie Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie Openbare versie drs. J.P.J. de Jong dr. R.G.M. Kemp Zoetermeer, 8 oktober 2001 1 2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA. Inhoudsopgave

Nadere informatie

1070AK Geachte heer Erwteman,

1070AK Geachte heer Erwteman, 1070AK75440 Geachte heer Erwteman, Hierbij treft u aan de beslissing van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op het bezwaar van KPN Telecom B.V.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1768/NIB Capital - Alpinvest I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 26 oktober 2007 EP/MW / 7124192 Onderwerp Antwoorden op de vragen van

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. ZaakNummer 1678/BDO CampsObers-Walgemoed I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

Marktanalyse Breedband

Marktanalyse Breedband Marktanalyse Breedband Wholesale-breedbandtoegang - Besluit - Besluit betreffende het opleggen van verplichtingen voor ondernemingen die beschikken over een aanmerkelijke marktmacht als bedoeld in hoofdstuk

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 891 / debitel-cellway

Nadere informatie

BIPT CONSULTATIE IN VERBAND MET SMP OP DE MARKT VAN DE HUURLIJNEN

BIPT CONSULTATIE IN VERBAND MET SMP OP DE MARKT VAN DE HUURLIJNEN BIPT CONSULTATIE IN VERBAND MET SMP OP DE MARKT VAN DE HUURLIJNEN BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE 9 JULI 2001 Pagina opzettelijk wit INHOUDSTAFEL 1 WETTELIJK KADER...1 2 PRINCIPES

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2189/ Aalberts - Hartman I. MELDING 1. Op 7

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 94/13.B91 Betreft: Zaaknummer 94/Econosto

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

OPTA/EGM/2000/203117. 7 december 2000. 1. Inleiding

OPTA/EGM/2000/203117. 7 december 2000. 1. Inleiding OPTA Goedkeuring van het door KPN opgestelde systeem voor toerekening van kosten en opbrengsten aan huurlijnen en telefonie (Besluit toerekeningssysteem huurlijnen en telefonie) OPTA/EGM/2000/203117 7

Nadere informatie

Telecommonitor Q4 2016

Telecommonitor Q4 2016 Telecommonitor Q4 2016 Openbare rapportage Kwartaalrapportage van ACM met de marktcijfers van de telecomsector. De Telecommonitor laat de ontwikkelingen zien op het gebied van mobiele diensten, vaste telefonie,

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2017) 3463 final. Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat WB Den Haag Nederland

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2017) 3463 final. Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat WB Den Haag Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.5.2017 C(2017) 3463 final Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Nederland Ter attentie van De heer Henk Don Vicevoorzitter Geachte

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1134/Heineken - Barneveldse

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 203/2 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1108 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2018 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Implementatiebesluit richtlijn betaalrekeningen) Op de voordracht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5518/ 16 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 7009 / 46 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3244 / 25 Betreft

Nadere informatie

AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN. Marktafbakening en AMM-analyse

AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN. Marktafbakening en AMM-analyse AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN Marktafbakening en AMM-analyse AANMERKELIJKE MARKTMACHT INTERNATIONALE HUURLIJNEN Marktafbakening en AMM-analyse Lucas Korsten (VKA), Ron Kemp (EIM),

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe (2005) D/206586

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe (2005) D/206586 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2005 SG-Greffe (2005) D/206586 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Ter attentie van: De heer Chris A. Fonteijn

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2239/ Nuon - Feenstra I. MELDING 1. Op 1 december

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1272 / Rexel - Rolff I. MELDING 1. Op 26 maart

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 24 095 Frequentiebeleid Nr. 375 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2014/HIM Furness - PMK Holding I. MELDING 1.

Nadere informatie

Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008

Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008 Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2008/200371 Datum: 26 februari 2008 Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008 Inleiding Het college van de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002

Nadere informatie

Aanvulling betreffende de levering van «backhaul-huurlijnen» Goedgekeurd door de Minister op 02 oktober 2001.

Aanvulling betreffende de levering van «backhaul-huurlijnen» Goedgekeurd door de Minister op 02 oktober 2001. Advies van het BIPT betreffende het referentieaanbod van Belgacom voor de gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk, goedgekeurd door de minister van Telecommunicatie op 28.2.2001. Aanvulling betreffende

Nadere informatie

Samenvatting hypothekenonderzoek

Samenvatting hypothekenonderzoek Samenvatting hypothekenonderzoek De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft in 2011 onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop hypotheekverstrekkers met elkaar concurreren op de Nederlandse hypotheekmarkt.

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [vertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/201832 (openbare versie van OPTA/EGM/2005/201741) Zaaknummer: E05201013 Dattum: 15 juni 2005 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1880/Tulip Computers - 2L International I.

Nadere informatie

Beleidsregel Aanmerkelijke Marktmacht in de Zorg

Beleidsregel Aanmerkelijke Marktmacht in de Zorg Beleidsregel Aanmerkelijke Marktmacht in de Zorg 11 juni 2007 OV/8606683 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Beoordelingskader van de NZa 4 3. De relevante markt 5 3.1 De relevante productmarkt 5 3.2 De relevante

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 504 Vragen van de leden

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN Consumentenbond De heer M. Wessling Postbus 1000 2500 BA 'S-GRAVENHAGE 2500BA1000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200860 Datum Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Voor de EER relevante tekst) 1.

Nadere informatie

Digitaal standaard / DigiStream 2048 en (City) Premium Access. Tarieven vanaf januari 2015

Digitaal standaard / DigiStream 2048 en (City) Premium Access. Tarieven vanaf januari 2015 Digitaal standaard / DigiStream 2048 en (City) Premium Access Tarieven vanaf januari 2015 Inhoud Inleiding 3 Digitaal standaard / DigiStream 2048 4 Tariefstructuur 5 Tarieven 7 (City) Premium Access 8

Nadere informatie

Integraal mededingingsrecht

Integraal mededingingsrecht Integraal mededingingsrecht Verzameling van in Nederland geldende nationale en Europese regelgeving inzake kartelrecht en concentratiecontrole Samengesteid door: mr. P.B. Gaasbeek prof. mr. B.MJ. van der

Nadere informatie