Deze doelen zijn vertaald in de bijgevoegde mobiliteitsregeling. Deze regeling is van toepassing op alle medewerkers van Woonbedrijf.

Transcriptie

1 1. Algemeen 1.1 Inleiding Het kader voor het mobiliteitsbeleid wordt gevormd door de koers van Woonbedrijf en de vastgestelde mobiliteitsstrategie. Woonbedrijf wil een klantgestuurde organisatie zijn en werkt daarvoor gebiedsgericht. De wensen van onze klanten zijn leidend voor ons beleid en de wijze waarop we onze werkprocessen inrichten. We willen de klant opzoeken in de buurt. Deze principes zijn verankerd in het DNA van Woonbedrijf en vormen daarmee ook het uitgangspunt voor het mobiliteitsbeleid. In de mobiliteitsstrategie zijn de volgende doelen vastgesteld: 1. Terugdringen van (privé) autogebruik voor woon-werk en werk-werkverkeer; 2. Verminderen van CO2 uitstoot; 3. Kostenverlaging; 4. Beïnvloeden vervoerkeuze door aanbieden van alternatieven. Deze doelen zijn vertaald in de volgende uitgangspunten voor het mobiliteitsbeleid: - Het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers is de meest effectieve manier om de mobiliteitsdoelstellingen te behalen; - Hierbij zetten we in op het stimuleren / verleiden van medewerkers om groene mobiliteitsoplossingen te kiezen; - Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor woon-werkverkeer. Zij maken daarin hun eigen afweging en keuze. Groene mobiliteitsopties voor woon-werkverkeer worden door Woonbedrijf gestimuleerd; - Werk-werkverkeer is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Woonbedrijf stelt voor het werk-werkverkeer groene mobiliteitsopties beschikbaar vanuit een mobiliteitspool. - Medewerkers worden gestimuleerd om het werk-werkverkeer zo efficiënt mogelijk in te plannen. Dit is de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden Deze doelen zijn vertaald in de bijgevoegde mobiliteitsregeling. Deze regeling is van toepassing op alle medewerkers van Woonbedrijf. 1.2 Totstandkoming De regeling is tot stand gekomen op voordracht van HRM in samenwerking met de klankbordgroep mobiliteit en na instemming van de OR. 1.3 Ingangsdatum De mobiliteitsregeling gaat in per 1 januari 2016 en is van toepassing voor alle medewerkers. Er is sprake van overgangsregeling(en). De overgangsregeling(en) gelden voor alle medewerkers die op 31 december 2015 in dienst zijn van Woonbedrijf (zie paragraaf 3). De einddatum van de overgangsregeling kan per onderdeel verschillen. 1.4 Inhoud regeling In deze regeling staan de afspraken en mogelijkheden tussen Woonbedrijf en de medewerkers voor: Woon-werk (keuzevrijheid) Werk-werk (poolvervoersmiddelen: fiets, elektrische fiets, e-scooter, mobiliteitspas voor OV of auto) Fietsregeling Bedrijfs- en leaseautoregeling Overgangsregeling(en) 1.5 Fiscale regeling Alle bedragen die in deze regeling worden genoemd, zijn bruto bedragen tenzij anders vermeld. Er zal door Woonbedrijf indien mogelijk, rekening gehouden worden met fiscale vrijstellingen. De personeelsen salarisadministratie verstrekt indien nodig hierover de actuele informatie. Woonbedrijf volgt altijd de fiscale wet- en regelgeving. 1

2 2. Regeling woon-werkkilometers Inleiding De medewerker kiest zelf hoe hij/zij naar de Wal wil reizen. Woonbedrijf faciliteert verschillende mogelijkheden waardoor keuzevrijheid blijft. Het reizen van woning naar werk is de verantwoordelijkheid van de medewerker. Woonbedrijf stimuleert waar mogelijk de milieubewuste keuze van de medewerker om een positieve bijdrage te leveren aan onze mobiliteitsdoelstellingen. 2.1 Vervoerskeuze De medewerker aan wie geen bedrijfs- of leaseauto ter beschikking is gesteld, is vrij in de keuze waarop hij/zij invulling geeft aan zijn/haar woon-werkkilometers. Er kan gekozen worden uit een drietal opties. Medewerker regelt het vervoer zelf. Medewerker kiest ervoor om gebruik te maken van de door Woonbedrijf aangeboden mobiliteitspas. Medewerker kiest voor een combinatie van bovenstaande. De medewerker heeft 1x per jaar de mogelijkheid om de vervoerskeuze te wijzigen. De gewijzigde keuze wordt dan met ingang van de volgende kalendermaand geeffectueerd. Ongeacht de keuze van het vervoersmiddel kan de medewerker gebruik maken van de fietsregeling conform de voorwaarden in artikel 4. Met uitzondering van medewerkers die een bedrijfs- of leaseauto ter beschikking hebben Medewerker regelt het vervoer zelf De medewerker die er voor kiest om zelf het vervoer voor woon-werk te regelen, ontvangt een vaste maandelijkse reiskostenvergoeding (voor de hoogte van de vergoeding zie artikel 2.2.) Medewerker kiest ervoor om gebruik te gaan maken van de door Woonbedrijf aangeboden mobiliteitspas voor OV Deze pas kan worden gebruikt in trein, tram, metro, bus en stations fietsenstalling. Alle kosten die voortvloeien uit onderstaand gebruik van de mobiliteitspas, op de dagen dat de medewerker werkzaam is, komen voor rekening van Woonbedrijf. De medewerker ontvangt geen vaste maandelijkse reiskostenvergoeding. De mobiliteitspas kan worden gebruikt voor: Woon-werkverkeer Werk-werkverkeer dienstreizen Het vervoeren van een (vouw)fiets in de trein Medewerker kiest er bewust voor om deels gebruik te maken van de mobiliteitspas en voor de resterende werkdagen regelt de medewerker zijn vervoer zelf De medewerker kiest bewust een gemiddeld aantal dagen per week waarop hij/zij de mobiliteitspas inzet voor woon-werkverkeer. Het is niet verplicht om elke week de gekozen aantal dagen te benutten. We gaan uit van een gemiddeld gebruik op jaarbasis. Aan het eind van het jaar vindt een analyse plaats en wordt de eventueel teveel ontvangen vergoeding verrekend conform fiscale wet- en regelgeving. Indien de medewerker in praktijk minder gebruik maakt van de mobiliteitspas is dat eigen verantwoordelijkheid. 2

3 De vaste maandelijkse reiskostenvergoeding die naast het gebruik van de mobiliteitspas wordt uitbetaald is afhankelijk van de keuze van de medewerker. Afhankelijk van het aantal dagen dat gebruik wordt gemaakt van de mobiliteitspas wordt de vaste maandelijkse reiskostenvergoeding als volgt vastgesteld: 4 dagen eigen vervoer per week: 80% 3 dagen eigen vervoer per week: 60% 2 dagen eigen vervoer per week: 40% 1 dag eigen vervoer per week: 20% van de vaste maandelijkse reiskostenvergoeding die voor een 5 daagse werkweek van toepassing is. Voor een parttime medewerker is de vaste maandelijkse reiskostenvergoeding naar rato van het aantal reisdagen Vaststelling reisafstand/hoogte vergoeding De reisafstand is gebaseerd op de reisafstand van het woonadres naar de Wal. De route wordt berekend aan de hand van de snelste route van de ANWB-routeplanner. Als de berekening via de ANWB routeplanner afwijkt van de werkelijke reisafstand kan de medewerker, met onderbouwde argumenten bezwaar indienen tegen deze berekening. De vergoeding wordt berekend op basis van 5 reisdagen per week: - 2x de enkele reisafstand, met een maximum van 35 kilometer enkele reis per dag, x 18,33 reisdagen x fiscaal vrijgestelde bedrag = vergoeding; - De medewerker ontvangt 0,19 ct. per kilometer tot en met 10 kilometer en vanaf 11 tot en met maximaal 35 kilometer 0,11 ct. per kilometer enkele reis. Voor parttimers geldt bovenstaande berekening naar rato van het aantal reisdagen per week. Deze maandelijkse reiskostenvergoeding wordt uitgekeerd nadat de medewerker een, ingevulde en ondertekende, verklaring afstand woon-werk heeft ingeleverd. Wijzigen de bovenstaande gegevens, als gevolg van verhuizing, dan zal de vaste maandelijkse vergoeding met ingang van de eerste volle maand worden aangepast aan de nieuwe situatie Langdurige afwezigheid De uitbetaling van alle reiskostenvergoedingen, inclusief de extra vaste vergoeding conform de overgangsregeling, wordt opgeschort als een medewerker wegens arbeidsongeschiktheid, zwangerschapsverlof of sabbatical langer afwezig is dan de lopende en de daaropvolgende maand. Na afloop van de periode van afwezigheid wordt de maandelijkse vaste reiskostenvergoeding woonwerkverkeer weer hervat vanaf de 1 e dag van de maand volgend op de maand van waarin de werkzaamheden (ook in het kader van re-integratie) weer structureel worden hervat. Als er sprake is van hervatten op minder dagen dan oorspronkelijk overeengekomen, is er sprake van verrekening naar rato Werkadres Dit is de locatie van waaruit men normaal gesproken werkt. Als een medewerker langer dan 30 werkdagen op een andere locatie werkt, dient de reisafstand woon-werk te worden aangepast. Indien de projectmedewerkers, tijdelijk, gestationeerd worden op een project en minimaal 3 dagen per week op of vanuit dit project werken is er ook sprake van een andere locatie/werkadres. 3

4 3. Overgangsregelingen voor medewerkers die op 31 december 2015 in dienst zijn van Woonbedrijf Inleiding We respecteren de afspraken die met medewerkers zijn gemaakt die op 31 december 2015 bij Woonbedrijf in dienst zijn. 3.1 Woon-werkkilometers Medewerker regelt het vervoer zelf De reiskostenvergoeding wordt berekend op basis van 5 reisdagen per week: - 2x de enkele reisafstand, met een maximum van 35 kilometer enkele reis per dag, x 18,33 reisdagen x het fiscaal vrijgestelde bedrag van 0,19 ct. per kilometer = vergoeding Verhoogde kilometervergoeding in combinatie met vaste vergoeding De medewerker die op 31 december 2015 nog een verhoogde kilometervergoeding in combinatie met een vaste vergoeding van 65,- bruto ontvangen, kan kiezen voor een overgangsregeling vanaf 1 januari Vanaf 1 januari 2016 is het niet langer nodig dat de medewerker verplicht zijn privé auto inzet voor uitoefening van de functie. Vanaf eerder genoemde datum faciliteert Woonbedrijf het werkwerkverkeer conform de CAO Woondiensten. Dit geldt voor alle medewerkers. De medewerker die op 31 december 2015 nog gebruik maakt van de regeling verhoogde kilometervergoeding heeft 2 opties. - Optie1 Medewerker blijft gebruik maken van de regeling verhoogde kilometervergoeding conform de voorwaarden uit de regeling verhoogde reiskostenvergoeding in bijlage 1. - Optie 2 Woonbedrijf biedt deze medewerker de mogelijkheid over te stappen naar de nieuwe mobiliteitsregeling. Als een medewerker hiervoor kiest dan ontvangt de medewerker gedurende 3 jaar een overgangsregeling. De overgangsregeling is: Over een periode van 3 jaar wordt zowel de hoogte van de vaste maandelijkse vergoeding als de hoogte van de kilometervergoeding woon-werkverkeer in 3 stappen afgebouwd. - 1 e afbouwstap: de maandelijkse vaste vergoeding blijft 65,- bruto en kilometervergoeding van 0,30 ct. voor de woon-werkkilometers tot een maximum van 35 kilometer enkele reis. - 2 e afbouwstap: de maandelijkse vaste vergoeding wordt afgebouwd van 65,- naar 45,- bruto en de kilometervergoeding van 0,30 naar 0,27 ct. voor de woon- werkkilometers tot een maximum van 35 kilometer enkele reis. - 3 e afbouwstap: de maandelijkse vaste vergoeding wordt verder afgebouwd van 45,- naar 25,- bruto en de kilometervergoeding van 0,27 ct. naar 0,24 ct. voor de woon-werkkilometers tot een maximum van 35 kilometer enkele reis. Na het 3 e jaar eindigt de afbouwregeling en kan de medewerker gebruik maken van de keuzemogelijkheden uit artikel 2.1. voor de woon-werkkilometers. De hoogte van de reiskostenvergoeding is conform artikel 3.1. De medewerker die gebruik maakt van de overgangsregeling kan met ingang van 1 januari 2016 ook kiezen voor een mobiliteitspas. Dan vervalt de kilometervergoeding uit de overgangsregeling maar behoudt de medewerker de vaste maandelijkse vergoeding uit de overgangsregeling. De medewerker kan op elk moment in 2016 aangeven dat hij/zij gebruik wil maken van de overgangsregeling. 4

5 3.2 Werk-werkkilometers Incidenteel gebruik maken van eigen auto voor dienstreizen Als er geen poolmiddel beschikbaar is, de locatie is slecht met het openbaar vervoer te bereiken of het is niet efficiënt om gebruik te maken van een poolmiddel dan kan besloten worden om een privé vervoermiddel in te zetten. Een medewerker die op 31 december 2015 in dienst is van Woonbedrijf, ontvangt een vergoeding van 0,50 bruto per kilometer indien gebruik van poolmiddelen niet mogelijk of efficiënt is. 4. Werk-werkkilometers Woonbedrijf gaat vanaf 1 januari 2016 het werk-werkverkeer faciliteren conform de cao woondiensten. Hierdoor is het niet nodig dat medewerkers van Woonbedrijf voor de werk-werkkilometers gebruik maken van de privé auto. Voor zakelijk verkeer gaat de voorkeur uit naar het flexibel inzetten van fietsen, elektrische fietsen, e- scooters, mobiliteitspas en poolauto s. De poolmiddelen zijn voor elke medewerker beschikbaar en afhankelijk van de bestemming(en) kiest de medewerker het vervoersmiddel dat bij hem/haar past. 4.1 Poolvervoermiddelen - Fiets - fiets - E-scooter - Mobiliteitspas (Openbaar Vervoer) - Auto De mobiliteitspas kan door alle medewerkers voor dienstreizen worden ingezet. Met deze pas kan de medewerker op een gemakkelijke en efficiënte wijze gebruik maken van het openbaar vervoer. De medewerker kan gebruik maken van 1 e klas als de reis langer is dan 45 minuten en de medewerker de mogelijkheid benut om te werken in de trein. Als de medewerker niet wil werken in de trein en/of de reis is niet langer dan 1 uur dan reist de medewerker altijd 2 e klas. 4.2 Reserveren poolmiddelen Bij de samenstelling van de mobiliteitspool is rekening gehouden met de te behalen mobiliteitsdoelstellingen. Woonbedrijf wil de medewerkers stimuleren gebruik te maken van de groene mobiliteitsoplossingen. Wat zijn de uitgangspunten: - Voor het afleggen van 0 5 kilometer enkele reis van zakelijke kilometers; Gebruik bij voorkeur de (elektrische) fiets; - Voor het afleggen van 6 10 kilometer enkele reis van zakelijke kilometers; Gebruik bij voorkeur de elektrische fiets of e-scooter; - Voor het afleggen van 11 kilometer enkele reis of meerdere opeenvolgende zakelijke afspraken; Gebruik mogelijk de poolauto. De medewerker kiest een poolmiddel die past bij de afspraken. De medewerker kijkt bij het maken van de afspraak zoveel als mogelijk vooraf of er een vervoermiddel beschikbaar is en koppelt deze aan concrete afspraken uit zijn/haar agenda. De medewerker kan een vervoermiddel reserveren in het reserveringssysteem. Voor de E-scooter geldt dat de medewerker minimaal moet beschikken over een geldig rijbewijs AM (of motor of auto). Wat verwachten we bij het gebruik van de poolmiddelen? De middelen zijn voor zakelijk gebruik. Reserveer ze niet langer dan nodig zodat een collega ook de kans heeft een vervoermiddel te reserveren. Het is niet toegestaan om poolmiddelen in te zetten voor een training/cursus met overnachting. Daarnaast is het vanuit de belastingdienst absoluut niet toegestaan om de poolmiddelen in te zetten voor privé ritten. 5

6 Indien een medewerker gebruik maakt van een poolmiddel brengt de medewerker deze aan het einde van de werkdag terug naar Woonbedrijf. Incidenteel is het toegestaan om een poolmiddel, na bezoek aan een klant op weg naar huis of avondbijeenkomst aan het einde van de werkdag, in te zetten voor woon-werkverkeer. In dit voorkomende geval dien je het poolmiddel de volgende werkdag vóór uur in de parkeergarage terug te zetten. De belastingdienst beschouwt dit als zakelijk verkeer. Woonbedrijf verwacht van elke medewerker dat hij/zij het poolmiddel zo achter laat zodat een collega er ook gebruik van kan maken. Eventuele gebreken of schades meldt elke medewerker bij Facilitaire Diensten. Voor het gebruik van de poolmiddelen heeft Facilitaire diensten een reglement opgesteld. 4.3 Incidenteel gebruik maken van eigen auto voor dienstreizen Als er geen poolmiddel beschikbaar is, de locatie is slecht met het openbaar vervoer te bereiken of het is niet efficiënt om gebruik te maken van een poolmiddel dan kan besloten worden om een privé vervoermiddel in te zetten. Alleen dan mogen de gereden kilometers met auto worden gedeclareerd. Een medewerker die vanaf 1 januari 2016 in dienst komt bij Woonbedrijf, ontvangt een vergoeding conform het cao-tarief (cao woondiensten, artikel 6.2 functie gebonden kostenvergoedingen). Reiskosten worden maandelijks door middel van het door de leidinggevende afgetekende formulier gedeclareerd. Op het declaratieformulier vermeld de medewerker het startpunt (straat/plaats), het eindpunt (straat/plaats) en het aantal daadwerkelijk gereden kilometers te vermelden. Indien van de snelste/logische route wordt afgeweken, geeft de medewerker aan welke route dan gevolgd is. Onvolledige of te laat ingeleverde declaraties worden niet in behandeling genomen. De salarisadministratie checkt de ingediende declaratieformulieren op dubbele uitbetalingen woonwerk kilometers versus werk-werkkilometers. Declaraties, mogen uiterlijk een periode van 3 kalendermaanden beslaan, en moeten voor de 12e van de maand na afloop van die periode zijn ingeleverd bij de salarisadministratie. Let op als de 12e in het weekend valt moeten de declaraties uiterlijk de vrijdag voor de 12e worden ingeleverd. Declaraties kunnen, in verband met het afsluiten van het boekjaar, tot uiterlijk 12 januari van het volgende jaar worden ingeleverd. Tijdig ingeleverde declaraties worden met de salarisbetaling van dezelfde maand verrekend. Parkeer-, tolgelden en kosten fietsenstalling worden geacht te zijn opgenomen in de kilometervergoeding. 4.4 Rapportages Naast het stimuleren en verleiden van medewerkers om meer met de fiets en/of OV te reizen naar het werk en voor werk-werkverkeer meer gebruik te maken van de poolmiddelen, zal afdeling HRM voortaan periodiek de gegevens met betrekking tot declaratiegedrag van de medewerkers aan de leidinggevenden verstrekken. Hiermee kunnen de leidinggevenden het gesprek gaan voeren met medewerkers over de inzet van de auto voor werk-werkverkeer en het realiseren van de doelstellingen van de mobiliteitsstrategie. Uiteindelijk streeft Woonbedrijf erna dat er voor het werk-werkverkeer vooral gebruik gemaakt gaat worden van (elektrische) fiets of scooter. Hierdoor zijn de medewerkers van Woonbedrijf herkenbaar in de buurt en wordt het duurzame imago van Woonbedrijf in de praktijk gebracht. 5. Fietsregeling Woonbedrijf biedt de medewerkers, eenmaal per 3 jaar, de mogelijkheid om gebruik te maken van de Woonbedrijf fietsregeling. De medewerker fietst minimaal 50% van de te werken dagen daadwerkelijk voor of voor (een deel van) het woon-werkverkeer en ondertekent hiervoor een verklaring. 6

7 5.1 Voor wie geldt de fietsregeling De regeling staat open voor: Medewerkers met een arbeidsovereenkomst bij Woonbedrijf waarvan vaststaat dat deze niet binnen zes maanden zal worden beëindigd. Medewerkers die niet de beschikking hebben over een bedrijfs-/leaseauto. 5.2 De regeling Aankoop fiets De medewerker kiest een fiets die ingezet wordt voor het woon-werkverkeer. Het is ook toegestaan om een 2 e hands fiets aan te schaffen. De voorwaarden zijn: - De fiets moet gekocht worden bij een erkende fietshandelaar die aangesloten is bij het NFP of de fiets wordt, met behulp van de Woonbedrijf login, gekocht via de NFP web shop. (ook de 2e handsfiets kan via de NFP web shop worden gekocht). - Woonbedrijf wordt door het NFP op de hoogte gebracht van de bestelling en na accordering door Woonbedrijf wordt deze bestelling door het NFP afgehandeld. - Het aankoopbedrag van de fiets is niet beperkt, maar Woonbedrijf vergoedt 50% van de aankoopprijs (tot een maximale vergoeding van 360,00 inclusief BTW). Het bedrag dat niet voor vergoeding in aanmerking komt is voor rekening medewerker (verkopen van bovenwettelijke verlofuren van het lopende kalenderjaar is mogelijk). - Medewerker betaalt de factuur aan het NFP. De Woonbedrijf vergoeding is op deze factuur al verrekend. Bijlage 2 biedt inzicht in verschillende hoogte van aankoopbedragen. - Bij beëindiging dienstverband binnen 3 jaar na aankoop van de fiets, zal de door Woonbedrijf verstrekte vergoeding naar rato worden verrekend met de eindafrekening fiets Als de medewerker de aankoop van een elektrische fiets overweegt kan hij kiezen voor de NFP private fiets leaseregeling (looptijd 3 jaar). Via de leaseregeling kunnen alleen elektrische fietsen worden geleased. Ook hiervoor gelden bovengenoemde mogelijkheden. De voorwaarden zijn: - Na accordering van de bestelling door Woonbedrijf, ontvangt de medewerker van NFP het leasecontract en zorgt Woonbedrijf voor een toeslag op de reiskostenvergoeding woonwerk van 10,00 netto gedurende de looptijd van het leasecontract. De medewerker betaalt de maandbedragen, via automatische incasso, aan het NFP. - Om het fiets gebruik te stimuleren heeft de medewerker de mogelijkheid om, op moment van aankoop/lease van de fiets, een aantal bovenwettelijke uren van het lopende kalenderjaar te verkopen ter financiering van (een deel van) de kosten. - Bij beëindiging van het dienstverband binnen 3 jaar na start van het leasecontract, zal de door Woonbedrijf verstrekte vergoedingen stopgezet worden. Het leasecontract, wat de medewerker is aangegaan met NFP, blijft ongewijzigd van kracht. Dit betekent dat de medewerker het volledige maandelijkse leasebedrag tot einddatum contract blijft betalen aan NFP. Om een indruk te krijgen van de mogelijkheden verwijzen wij naar bijlage Bedrijfsauto s/leaseauto regeling 6.1 Bedrijfsauto s Bouwservice In de nabije toekomst zal Bouwservice een start maken met het verduurzamen van de bedrijfsauto s zodat ook deze bedrijfsauto s een positievere bijdrage gaan leveren aan onze mobiliteitsdoelstellingen. Voor informatie over de huidige regeling verwijzen wij naar bijlage 3. 7

8 6.2 Leaseauto regeling Deze regeling regelt de afspraken tussen werkgever en de medewerkers die, op 31 december 2015, de beschikking hebben over een leaseauto (hierna auto). De leaseregeling is in lijn gebracht met de doelstellingen uit het mobiliteitsbeleid. Verduurzamen, eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van de medewerker staan hier centraal Werkgever kan aan zittende medewerkers een nieuwe auto ter beschikking stellen. Nieuwe medewerkers komen niet meer in aanmerking voor een auto, zij komen in aanmerking voor de Woonbedrijf mobiliteitsregeling. De medewerker die op 31 december 2015 beschikte over een auto kan op elk moment dat de auto vervangen moet worden kiezen uit: - Het vervangen van de auto door een nieuwe auto conform onderstaande voorwaarden. - De vergoeding, ter grootte van het maximum leasebedrag, bruto te ontvangen en daarnaast gebruik te maken van de Woonbedrijf mobiliteitsregeling. - Een medewerker die eenmaal voor de bruto vergoeding in combinatie met de mobiliteitsregeling heeft gekozen kan op een later moment niet meer kiezen voor een auto. - Medewerkers die een auto ter beschikking hebben, ontvangen geen vergoeding voor kilometers woon-werk en/of zakelijke kilometers die worden afgelegd met een privé auto. - Medewerkers kunnen geen gebruik maken van de fietsregeling. Voor meer informatie over de leaseauto regeling verwijzen wij naar bijlage Slotbepaling De mobiliteitsregeling gaat in per 1 januari 2016 en kan op elk moment, na instemming met de OR, gewijzigd worden als gevolg van veranderde wet- en regelgeving en/of cao wijzigingen. Versie november

9 Bijlage 1 Regeling verhoogde reiskostenvergoeding Indien, door de werkgever, wordt bepaald dat een medewerker verplicht zijn/haar privéauto dient in te zetten voor de uitoefening van de functie ontvangt deze medewerker een vergoeding van 0,30 per kilometers i.p.v. 0,19 per kilometer. Daarnaast ontvangt deze medewerker nog een extra vaste vergoeding van 65,-. De uitbetaling van alle reiskosten vergoedingen, incl. de extra vaste vergoeding, wordt opgeschort als een medewerker wegens ziekte, zwangerschapsverlof of sabbatical langer afwezig is dan de lopende en de daaropvolgende maand. Als wordt vastgesteld dat de verplichte inzet van de privéauto niet meer noodzakelijk/gewenst is, worden de vaste vergoeding en de vergoeding van 0,30 per kilometer met inachtneming van een opzegtermijn van de lopende en de daaropvolgende maand weer omgezet naar een vergoeding van 0,19 per kilometer. De verplichte inzet van de privéauto is niet meer noodzakelijk als de betreffende medewerker een andere functie gaat vervullen waarvoor de inzet van de privéauto niet nodig is. De verplichte inzet vervalt ook als, uit de halfjaarlijkse controles, blijkt dat de betreffende medewerker, zijn privé auto structureel minder dan de helft van het aantal overeengekomen te werken dagen inzet voor het vervullen van zijn functie. 9

10 Bijlage 2 Aankoop fiets via fietsregeling Het aankopen van een fiets via de fietsregeling werkt als volgt. Medewerker kiest voor de aankoop van een fiets via een door de medewerker uit te kiezen, bij het NFP aangesloten, fietshandelaar. De medewerker kiest een fiets. De betreffende fietshandelaar zorgt dat het NFP op de hoogte wordt gebracht van de voorgenomen aankoop. Het NFP checkt bij Woonbedrijf of de medewerker voldoet aan de voorwaarden om een fiets via de fietsregeling te kopen. Na accordering door Woonbedrijf kan de fietshandelaar de fiets afleveren. De betreffende medewerker ontvangt de factuur (als het mogelijk is digitaal) van het NFP. Op de factuur is de bijdrage van Woonbedrijf, al verrekend. Medewerker kiest voor de aankoop van een fiets via de web shop van het NFP. Ook nu checkt het NFP bij Woonbedrijf of de medewerker voldoet aan de voorwaarden om een fiets via de fietsregeling te kopen. Na accordering door woonbedrijf zorgt het NFP voor de aflevering, gebruiksklaar, van de fiets bij de medewerker thuis. Wat betaalt de medewerker, in één keer aan het NFP? Conform de fietsregeling draagt Woonbedrijf 50% van de aankoopkosten bij, tot een maximum van 360,- inclusief BTW. Voorbeeld 1 Aankoop kosten fiets (inclusief accessoires en 500,- eventueel verzekering) incl. BTW Bijdrage woonbedrijf 50% incl. BTW 250,- Te betalen aan het NFP incl. BTW 250,- Voorbeeld 2 Aankoop kosten fiets (inclusief accessoires en 1000,- eventueel verzekering) incl. BTW Bijdrage woonbedrijf 50% tot maximum van 360,- 360,- incl. BTW Te betalen aan het NFP incl. BTW 640,- Daarnaast ontvangt de medewerker een maandelijkse reiskostenvergoeding á 0,19 ct. tot en met 10 km en vanaf 11 kilometer tot en met maximaal 35 kilometer enkele reis 0,11 ct. per kilometer (zie artikel 2.2) of kiest voor een combinatie zoals omschreven in artikel 2.1) De medewerker die op 31 december 2015 in dienst is bij Woonbedrijf ontvangt de reiskostenvergoeding conform de overgangsregeling. Tot een maximum van 35 kilometer enkele reis a 0,19 ct. per kilometer (zie artikel ) of kiest voor een combinatie zoals omschreven in artikel 2.1). Bij beëindiging dienstverband binnen 3 jaar na aankoop van de fiets, zal de door Woonbedrijf verstrekte vergoeding naar rato worden verrekend met de eindafrekening. 10

11 Bijlage 3 Wat kost het leasen van een elektrische fiets voor medewerkers die op of na 1 januari 2016 bij Woonbedrijf in dienst komen? Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Lease kosten per maand op basis van 36 maanden full operational lease Reiskosten vergoeding per maand Reisafstand 5 km enkele reis Mobiliteitstoeslag. 10,- netto. Wat moet je bij betalen? 62,22 34,83 10,- 17,90 90,18 34,83 10,- 45,35 36 maanden Reisafstand 10 kilometer Mobiliteitstoeslag. 10,- netto Wat moet je bij betalen? Wat houd je over? Wat houd je over? 62,22 69,65 10,- 17,13 90,18 69,65 10,- 10,53 36 maanden Reisafstand 15 kilometer Mobiliteitstoeslag 10,- netto Wat moet je bij betalen? Wat houd je over? 62,22 89,81 10,- 37,59 90,18 89,81 10, 9,63 36 maanden Reisafstand 20 kilometer Mobiliteitstoeslag 10,- netto Wat moet je bij betalen? Wat houd je over? 62,22 109,98 10,- 57,76 90,18 109,98 10,- 29,80 Wat betekent full operational lease? Dat is een lease contract inclusief onderhoud (incl. nieuwe banden, accu etc.) en verzekering. Bij beëindiging van het dienstverband binnen 3 jaar na start van het leasecontract, zal de door Woonbedrijf verstrekte vergoedingen stopgezet worden. Het leasecontract, wat de medewerker is aangegaan met NFP, blijft ongewijzigd van kracht. Dit betekent dat de medewerker het volledige maandelijkse leasebedrag tot einddatum contract blijft betalen aan NFP. De medewerker ontvangt een reiskostenvergoeding á 0,19 ct. tot en met 10 km en vanaf 11 kilometer tot en met maximaal 35 kilometer enkele reis 0,11 ct. per kilometer (zie artikel 2.2) of kiest voor een combinatie zoals omschreven in artikel 2.1. Daarnaast ontvangt de medewerker de mobiliteitstoeslag gedurende 36 maanden á 10,- netto per maand via het salaris. 11

12 Bijlage 4 Wat kost het leasen van een elektrische fiets voor medewerkers die op 31 december 2015 bij Woonbedrijf in dienst zijn? Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets Lease kosten op basis van 36 maanden full operational lease Reiskosten vergoeding. Reisafstand 5 km enkele reis Mobiliteitstoeslag. 10,- netto per maand. Wat betaal je per maand bij? 62,22 34,83 10,- 17,90 90,18 34,83 10,- 45,35 36 maanden Reisafstand 10 kilometer Mobiliteitstoeslag. 10,- netto per maand. Wat betaal je per maand bij? Wat houd je over? Wat houd je over? fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- Aanschaf waarde fiets fiets 1500,- fiets 2350,- 62,22 69,65 10,- 17,13 90,18 69,65 10,- 10,53 36 maanden Reisafstand 15 kilometer Mobiliteitstoeslag 10,- netto per maand Wat betaal je per maand bij? Wat houd je over? 62,22 104,48 10,- 52,26 90,18 104,48 10, 24,30 36 maanden Reisafstand 20 kilometer Mobiliteitstoeslag 10,- netto per maand Wat betaal je per maand bij? Wat houd je over? 62,22 139,31 10,- 87,09 90,18 139,31 10,- 59,13 Wat betekent full operational lease? Dat is een lease contract inclusief onderhoud (incl. nieuwe banden, accu etc.) en verzekering. Bij beëindiging van het dienstverband binnen 3 jaar na start van het leasecontract, zal de door Woonbedrijf verstrekte vergoedingen stopgezet worden. Het leasecontract, wat de medewerker is aangegaan met NFP, blijft ongewijzigd van kracht. Dit betekent dat de medewerker het volledige maandelijkse leasebedrag tot einddatum contract blijft betalen aan NFP. De medewerker die op 31 december 2015 in dienst is bij Woonbedrijf ontvangt de reiskostenvergoeding conform de overgangsregeling. Tot een maximum van 35 kilometer enkele reis a 0,19 ct. per kilometer (zie artikel ) of kiest voor een combinatie zoals omschreven in artikel 2.1 Daarnaast ontvangt de medewerker de mobiliteitstoeslag gedurende 36 maanden á 10,- netto per maand via het salaris. 12

13 Bijlage 3 Regeling gebruik bedrijfsauto Woonbedrijf Behorende bij bedrijfsauto nummer:. Berijder:..(vanaf datum ) Kenteken:. Om de medewerker van Woonbedrijf in staat te stellen zijn werkzaamheden uit te kunnen voeren stelt Woonbedrijf een bedrijfsauto ter beschikking, welke past bij zijn werkzaamheden, taken en resultaatgebieden. Algemeen uitgangspunt hierbij is dat de medewerker zijn bedrijfsauto beheert als goed huisvader, dat wil zeggen dat we verwachten dat er gehandeld wordt vanuit ondernemerschap, eigen verantwoordelijkheid en resultaatgerichtheid. 1. De medewerker gebruikt de auto uitsluitend zakelijk (woon-werkverkeer wordt gezien als zakelijke kilometers). Om een rittenadministratie bij te houden is door de werkgever een tracking systeem ingebouwd. De verantwoordelijkheid ligt te allen tijden bij de medewerker. De medewerker is gerechtigd om met deze bedrijfsauto maximaal 500 kilometer per kalenderjaar (naar evenredigheid) privé te rijden. Het is niet toegestaan de bedrijfsauto te gebruiken voor het verrichten van activiteiten/werkzaamheden buiten de invloedssfeer van Woonbedrijf. 2. Indien de medewerker door ziekte of arbeidsongeschiktheid, naar verwachting, langer afwezig zal zijn dan de lopende 14 kalenderdagen dient hij de bedrijfsauto, inclusief de bij de bedrijfsauto horende uitrusting, weer ter beschikking te stellen aan Woonbedrijf. In overleg kan besloten worden om de auto sneller ter beschikking te stellen aan Woonbedrijf. Indien een bedrijfsauto ter beschikking is gesteld aan een team vakmannen (2 personen op een auto) dient deze bedrijfsauto, inclusief de daarbij behorende uitrusting (zie artikel 10), bij afwezigheid (wegens verlof, ziekte of scholing) van de vaste chauffeur onmiddellijk aan zijn collega te worden overgedragen. 3. Indien de bedrijfsauto in onderhoud moet, zal dat in eigen tijd van de medewerker plaats vinden. De kosten hiervoor worden wel door Woonbedrijf betaald. Wanneer dat niet mogelijk is en de auto moet meteen een reparatie ondergaan, dan zal Woonbedrijf zorgen voor een passende oplossing, hetgeen vervangend vervoer kan zijn. Woonbedrijf zal zorgdragen voor het afdragen van de belasting en de verzekeringspremies. Voor de bedrijfsauto is een ongevallen inzittenden verzekering afgesloten. Let er wel op dat een mogelijke schade verhaald kan worden op de bestuurder. In geval van rijden onder invloed wordt de schade niet door de verzekering gedekt. De chauffeur is in dergelijke gevallen persoonlijk aansprakelijk voor schade aan zichzelf, derden (waaronder Woonbedrijf) en voor de schade aan de bedrijfsauto. In geval van rijden zonder in het bezit te zijn van de benodigde rijbevoegdheden, dit is ook van toepassing voor het rijden met aanhangers, is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor bovengenoemde schades. Indien een chauffeur zonder de benodigde rijbevoegdheden een bedrijfsauto bestuurt, is dit voor Woonbedrijf reden om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. 4. De medewerker, aan wie de auto ter beschikking is gesteld, is persoonlijk aansprakelijk voor overtredingen boetes die met de bedrijfsauto worden gemaakt tenzij hij kan aantonen dat derden de auto hebben gebruikt. Woonbedrijf zal de boete op deze derde verhalen. Deze boetes, (waarvoor eventueel een betalingsregeling kan worden getroffen), zullen op het salaris van de medewerker worden ingehouden. 5. Alle medewerkers van Woonbedrijf, in het bezit van de benodigde rijbevoegdheden, zijn gerechtigd om in de bedrijfsauto('s) te rijden. Met betrekking tot de privé kilometers zijn de gezinsleden van de Woonbedrijf medewerker, die in het bezit zijn van de benodigde rijbevoegdheden gerechtigd om, buiten werktijd en in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid van de medewerker, in de bedrijfsauto te rijden. 13

14 6. Woonbedrijf kan besluiten om met onmiddellijke ingang een medewerker het gebruik van een bedrijfsauto en de daarbij behorende uitrusting te ontzeggen. Dit kan in de volgende situaties aan de orde zijn: a. als er sprake is van roekeloos rijgedrag, inclusief excessieve snelheidsovertredingen b. als gevolg van arbeidsrechtelijke sancties. c. als op basis van bedrijfseconomische of organisatorische redenen wordt besloten om het wagenpark op een andere manier aan de medewerkers ter beschikking te stellen. 7. Indien het dienstverband met Woonbedrijf om welke reden dan ook ontbonden wordt, dient de medewerker de bedrijfsauto en de daarbij behorende uitrusting, voor de laatste werkdag weer ter beschikking te stellen aan Woonbedrijf. 8. De medewerker draagt zorg voor een opgeruimde werkplek in de bedrijfsauto en een bij de klant toonbare en representatieve bedrijfsauto (zowel interieur dan wel exterieur). 9. Iedere berijder dient zorg te dragen voor het jaarlijks wegen van zijn bus en zorg te dragen dat het geladen materiaal niet de maximaal toelaatbare gewicht overschrijdt. Weegbriefje dient aanwezig te zijn in de bus. 10. De door Woonbedrijf verstrekte uitrusting van een bedrijfsauto bestaat uit een trackingsysteem, GSM carkit, bus inrichting, een gereedschap set, voor de betreffende vakgroep en een grijpvoorraad bouwmaterialen en onderdelen. 11. Tevens dient de medewerker bij de Belastingdienst een online aanvraag Uitsluitend zakelijk gebruik bedrijfsauto in te dienen. Deze aanvraag is, via de onderstaande link, te vinden op site van de belastingdienst. Op deze site is meer informatie te vinden over fiscale bijtelling voor het privé gebruik van een bedrijfsauto. Zie voor meer info: elasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/privegebruik_auto/uitsluitend_zakelijk_gebruik_bedrijf sauto/uitsluitend_zakelijk_gebruik_bedrijfsauto Deze online aanvraag vult de medewerker, voordat hij/zij gebruik gaat maken van een bedrijfsauto, samen met de salarisadministratie in. De salarisadministratie verklaart dat de ingevulde gegevens correct en dient de online aanvraag in. Daarna ondertekent de medewerker het uitgedraaide aanvraagformulier dat door de salarisadministratie in het personeelsdossier wordt opgeslagen. Vanaf het moment dat het aanvraagformulier bij de belastingdienst is ingediend en het uitgedraaide aanvraagformulier door de medewerker is ondertekend mag de medewerker gebruik maken van de bedrijfsauto zonder dat er sprake is van bijtelling voor het privégebruik. Op het moment dat de medewerker van bedrijfsauto wisselt of uit dienst gaat bij Woonbedrijf, meldt de medewerker zich weer bij de salarisadministratie om de ingediende verklaring in te laten trekken. Voor een eventuele nieuwe/andere bedrijfsauto kan dan meteen een nieuwe aanvraag worden ingediend. Onderwerpen waarin dit reglement niet voorziet zullen volgens redelijkheid en billijkheid ingevuld worden. Akkoord Eindhoven d.d. Naam medewerker: 14

15 Versie oktober 2015 Bijlage: richtlijn belastingdienst De Belastingdienst heeft aangegeven waar de medewerker als berijder aan moet voldoen. Als Woonbedrijf faciliteren wij hierin door Spotmaster aan te bieden, maar uiteindelijk is de berijder zelf verantwoordelijk voor de administratie van de bedrijfsauto. Woonbedrijf heeft van de belastingdienst een advies gekregen waar op gelet moeten worden en hoe de berijder het beste de kilometeradministratie kan bijhouden. Het voeren van een niet juiste administratie kan leiden tot een boete van de Belastingdienst. Deze boete krijgt de berijder. De spotmaster uitdraai moet van de Belastingdienst de onderstaande gegevens bevatten: 1. Merk / type / kenteken auto 2. Tijdvak dat deze tot iemand zijn beschikking staat 3. Datum 4. Per rit moet worden aangegeven of het zakelijk of privé is 5. Elke rit moet starten en eindigen met een km stand 6. Elke rit apart moeten de volledige adresgegevens van vertrek en aankomst in staan 7. Als het een rit betreft die anders is dan anders bijvoorbeeld op weg van huis naar werk en er is een omleiding, dan moet dit schriftelijk worden aangegeven op de uitdraai. Dit geldt ook als een rit van werk naar werk anders is dan anders. Op bijna alle punten voldoet Spotmaster, met als uitzondering punt 7. Dat moet ten allen tijden handmatig worden gedaan. Hoe kan de berijder dit doen? Wekelijks printen van de uitdraai (als dit wekelijks gebeurt, dan kun je je aantekeningen van de afwijkingen noteren en weet je deze nog) Daarop (waar nodig) redenen en motivaties zetten van afwijkingen met betrekking tot de zakelijke kilometers (zie bovenstaande punt 7). Thuis bewaren in een map, minimaal 5 jaar Vakman: je bent zelf verantwoordelijk Met ingang van 20 augustus 2012 moeten de uitdraaien kloppend zijn met bovenstaande 7 punten Uitleg over hoe Belastingdienst Woon Werk (zakelijk / privé) kilometers ziet: Zakelijk OP DE ROUTE / / Zakelijk Eten bij (schoon) moeder Zakelijk Privé / Eten bij (schoon) moeder NIET OP DE ROUTE 15

16 Bijlage 4 Leaseauto regeling 1. Deze regeling regelt de afspraken tussen werkgever en de medewerkers die, op 31 december 2015, de beschikking hebben over een leaseauto (hierna auto). De leaseregeling is in lijn gebracht met de doelstellingen uit het mobiliteitsbeleid. Verduurzamen, eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van de medewerker staan hier centraal. 2. Werkgever kan aan zittende medewerkers een nieuwe auto ter beschikking stellen. Nieuwe medewerkers komen niet meer in aanmerking voor een auto, zij komen in aanmerking voor de Woonbedrijf mobiliteitsregeling. De medewerker die op 31 december 2015 beschikte over een auto kan op elk moment dat de auto vervangen moet worden kiezen uit: - Het vervangen van de auto door een nieuwe auto conform onderstaande voorwaarden. - De vergoeding, ter grootte van het maximum leasebedrag, bruto te ontvangen en daarnaast gebruik te maken van de Woonbedrijf mobiliteitsregeling. - Een medewerker die eenmaal voor de bruto vergoeding i.c.m. de mobiliteitsregeling heeft gekozen kan op een later moment niet meer kiezen voor een auto. - Medewerkers die een auto ter beschikking hebben, ontvangen geen vergoeding voor kilometers woon-werk en/of zakelijke kilometers die worden afgelegd met een privé auto. 3. Facilitaire Diensten is de interne wagenparkbeheerder (hierna: wagenparkbeheerder). Het feitelijke beheer is uitbesteed aan een gespecialiseerde wagenparkbeheerder. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de wagenparkbeheerder met collega s onderling van auto te wisselen. 4. Welke dealer de auto levert wordt bepaald door de wagenparkbeheerder. De medewerker kan kiezen uit de door Woonbedrijf opgestelde keuzelijst van merken en types. Deze keuzelijst, die opgevraagd kan worden bij de wagenparkbeheerder, wordt doorlopend geüpdatet op basis onderstaande uitgangspunten: - De auto s beschikken over een A label - Het leasebedrag voor de basislijst wordt, vastgesteld op 800,-, (prijspeil juli 2015) - Voor de uitgebreidere lijst geldt een toeslag van 10% - Het leasebedrag wordt op 1/ voor het eerst geïndexeerd met de consumenten prijsindex (CPI) vervoer, waarbij de CPI per 1/ op 100 wordt gesteld. De medewerker is vrij om naast de verplichte opties, metallic lak en bluetooth, voor maximaal 4 extra opties/accessoires te kiezen. Het totale leasebedrag (basis + accessoires) mag niet hoger zijn dan het voor de functie geldende maandbedrag. Voor functies, ingeschaald in de schalen M en N, geldt de basis autolijst en voor de functies ingeschaald in schaal O geldt de basis plus de uitgebreidere autolijst. Het gemiddeld aantal kilometer (woon-werk, zakelijk en privé) per jaar is bepalend voor de motorvariant die gekozen mag worden. Aan het begin van een nieuwe gebruikersperiode wordt op basis van ervaringscijfers uit het verleden (afgelopen gebruikersperiode) vastgesteld uit welke motorvarianten de medewerker mag kiezen. Hiervan kan alleen worden afgeweken als de medewerker, met reden omkleed, aangeeft dat zijn te verwachten jaarkilometrage wijzigt en daarom een keuze voor een andere motorvariant gerechtvaardigd is. (Een ander fiscale bijtellingsklasse is geen reden om voor een andere variant te mogen kiezen). Keuze mogelijkheden: - Minder dan kilometer per jaar: benzine, plug-in hybride of benzine-hybride uitvoering. - Meer dan maar minder dan kilometer per jaar: benzine of een duo motor - Meer dan kilometer per jaar een diesel uitvoering. Als de medewerker kiest voor een plug-in hybride, benzine-hybride of een auto met duomotor(combinatie van aardgas/benzine of LPG/benzine) is de medewerker verantwoordelijk voor het maximaal benutten van deze mogelijkheden (lees: het beperken van het brandstofverbruik door het gebruik van de mogelijkheid om elektrisch te rijden of het kiezen voor de meest voordelige brandstofvariant). Als uit het tankgedrag versus de gereden kilometers blijkt dat de medewerker deze mogelijkheden niet heeft benut, kan het recht op een bepaalde motorkeuze worden ontzegd en dient de gebruiker voor een volgende auto te kiezen voor een van de overige uitvoeringen. Het brandstofverbruik c.q. het tanken van een brandstof soort wordt gemonitord door de wagenparkbeheerder. 16

17 Als blijkt dat de medewerker meer dan 50% van de kilometers op benzine rijdt i.p.v. elektra of de alternatieve brandstof, kunnen de extra brandstofkosten bij de medewerker in rekening worden gebracht. Woonbedrijf draagt zorg voor oplaadmogelijkheden voor plug-ins en hybride auto s. Parkeerplaatsen met laadstations zijn niet gereserveerd voor medewerkers met een plug-in of een hybride auto. 5. Voor het brandstofverbruik stelt werkgever de medewerker een internationale brandstofpas ter beschikking. De medewerker is verplicht om bij elke tankbeurt de kilometerstand op te geven. Het is niet toegestaan de brandstofpas te gebruiken voor andere auto s. Brandstofkosten die niet via de brandstofpas kunnen worden betaald, dienen separaat bij de takpasverstrekker te worden gedeclareerd. Declaraties van brandstofkosten worden door de salarisadministratie niet verwerkt. Er geldt geen eigen bijdrage voor privé kilometers. We stellen het op prijs als er gebruik wordt gemaakt van de goedkopere/onbemande tankstations. 6. De gebruikersperiode is standaard vastgesteld op 60 maanden. Na de gebruiksperiode wordt de auto ingeruild bij de wagenparkbeheerder. De gebruikersperiode wordt niet ingekort, ook niet als dit voor de medewerkers fiscaal voordeel oplevert. 7. Met betrekking tot de bijtelling voor privé gebruik van de dienstauto is de fiscale regeling van toepassing. De fiscale bijtelling wordt maandelijks met het salaris verrekend en komt geheel voor rekening van de medewerker. Als de medewerker d.m.v. verklaring van geen privé gebruik bij de belastingdienst aangeeft dat hij de auto niet privé gebruikt en dus minder dan 500 kilometer per jaar rijdt vervalt de fiscale bijtelling. 8. De medewerker is verantwoordelijk voor tijdig onderhoud van de auto. Schade ontstaan door onoordeelkundig gebruik of gebrek aan normale zorg komen voor rekening van de medewerker. Regulier onderhoud dient te geschieden door de, door de wagenparkbeheerder geselecteerde partij. Deze partij heeft, voor onderhoud, (winter)bandenwissel en (ruit)schade een haal en brengservice. De Algemene Periodieke Keuring (APK), voor diesel auto 3 jaar na kentekendatum en voor andere mortorvarianten 4 jaar na kentekendatum valt ook onder deze verantwoordelijkheid. Indien nodig mag de medewerker bij een reparatie een vervangende auto huren op kosten van werkgever. 9. Kosten voor stalling en schoonmaken van de auto zijn voor rekening van de medewerker. Daarnaast mogen de medewerkers, die een onkostenvergoeding ontvangen, eventuele parkeerkosten niet declareren bij de salarisadministratie. 10. Auto s worden door de werkgever allrisk verzekerd, inclusief inzittenden en rechtsbijstand verzekering. In geval van schade of pech, ook aan huis, wordt assistentie verleend door SOS internationaal. Het telefoonnummer staat op de groene kaart. In de auto aanwezige privé-eigendommen zijn niet meeverzekerd. De gebruiker dient zelf een verzekering af te sluiten voor aanhangwagens, caravans, bagageboxen en dergelijke. leder schadegeval dat zich voordoet, ook indien er uitsluitend schade is toegebracht aan derden, moet de eerstvolgende werkdag gemeld worden bij de wagenparkbeheerder. 11. De medewerker met een auto mag, uitsluitend voor dienstreizen, gebruik maken van de binnen de mobiliteitsregeling van woonbedrijf genoemde mobiliteitspas van werkgever. Daarnaast mag de medewerker gebruik maken van (e)fietsen uit de poolmiddelen voor dienstreizen. De medewerker wordt geacht de auto tijdens werktijd, indien noodzakelijk of gewenst, ter beschikking te stellen aan de medewerkers aan wie leiding wordt gegeven. De medewerker is verantwoordelijk voor het bijhouden wie wanneer de auto gebruikt, i.v.m. de verrekening van eventuele boetes. 12. Het rijgedrag van de medewerker dient in overeenstemming te zijn met de daarvoor geldende wetten, regels, richtlijnen en fatsoensnormen. Indien een medewerker de geldende normen van normaal gebruik en/of rijgedrag overschrijdt kan werkgever de auto (tijdelijk) innemen. 17

18 Alle uit het gebruik van de auto voortvloeiende boetes, ook die voor het niet tijdig laten uitvoeren van de APK kering, zijn voor rekening van de medewerker. Al deze boetes woerden rechtstreeks door de wagenparkbeheerder naar het privéadres van de medewerker gestuurd. Indien de medewerker verzuimt om deze boetes te voldoen, worden de boetes inclusief de wettelijke opgelden, door wagenparkbeheerder betaald en automatisch bij de eerst volgende salarisbetaling in rekening gebracht. 13. Het recht op het gebruik van de auto kan door werkgever worden opgezegd: Indien de medewerker niet langer in aanmerking komt voor een auto als gevolg van een wijziging van functie; Indien de medewerker door arbeidsongeschiktheid of ziekte langer dan 3 maanden niet in staat is zijn/haar functie daadwerkelijk uit te oefenen. 14. Het gebruik wordt met onmiddellijke ingang beëindigd: Bij het beëindigen van het dienstverband van de medewerker (de auto moet uiterlijk worden ingeleverd op de laatste werkdag van de medewerker); Indien de medewerker op non-actief wordt gesteld of wordt vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden; Als feiten en gedragingen worden geconstateerd die een ernstig vermoeden doen rijzen dat er een dringende reden tot ontslag bestaat; Als de medewerker zijn verplichtingen uit dit reglement niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt; Als van een medewerker het rijbewijs wordt ingetrokken c.q. de rijbevoegdheid wordt ontzegd; Als de verzekering van de bedrijfsauto eindigt door schuld van de medewerker. 15. In voorkomende gevallen kan de directie, afwijken van het gestelde in dit reglement. De OR wordt hierover geïnformeerd. Heb je hier nog vragen over? Neem dan contact op met afdeling Facilitaire diensten 18