NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE BOXMEER D.D. 21 JUNI 2007

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE BOXMEER D.D. 21 JUNI 2007 Aanwezig: De raadsleden: Voorzitter: Griffier: dhr T.J.M. Weenink (SP), mw A.C.A.M. van Hest (SP), mw Z. Hosseini Ghreani (SP), W.C.M.M. Bosters (SP), dhr A.S.A.H. Schaminée (SP), dhr E.P. Manuel (SP), dhr H.A.G. Ronnes (CDA), dhr P.I.M.H. Stevens (CDA), dhr J.W.M. Stoffelen (CDA), dhr F.G.C. Wouters (CDA), dhr J.L.A. Hermanussen (VDB), dhr M.P.M. Oudenhoven (VDB, vanaf uur), mw W.A.G.M. Hendriks-van Haren (Dorpslijst Oeffelt/LOF), dhr G.H.J. Kusters (Dorpslijst Oeffelt/LOF, vanaf uur), dhr H.J.M. Raaijmakers (Lijst Overloon/LOF), dhr G. Moes (VVD), dhr A.G.M. Stiphout (BB 86/LOF), dhr F.A.M.T. Verstraelen (PK), mw M.G.M. van Ammers-van Duijnhoven (Belangengroep Rijkevoort/LOF) en dhr P.F. van der Zande (Politiek Beugen/LOF) dhr K.W.T. van Soest dhr A.W.J.M. Cornelissen Portefeuillehouders: mw H.M.J. van den Brand-van Kempen (afwezig van tot uur), dhr. G.A.M. Everink en dhr B.C.M. Moeskops Notulist: Buro Service Overasselt, dhr M.J.M. Geurts Afwezig: Het raadslid: dhr P.M.J.M. Arts (Lijst Overloon/LOF) Portefeuillehouders: dhr J.A. de Graaf en dhr. M.C.G. Klaassen 1. Opening van de vergadering en spreekrecht burgers De voorzitter opent de laatste raadsvergadering voor het zomerreces om uur, heet de aanwezigen van harte welkom en doet melding van de berichten van verhindering. Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 2. Definitieve vaststelling van de agenda en trekking nummer voor eventuele stemmingen De voorzitter stelt vast, dat de raad akkoord is met de agenda en de rubricering van de agendapunten. Eventuele stemmingen beginnen bij dhr Moes. De raad is akkoord met de agenda. 3. Vragenuur Bomenverordening Dhr Stevens merkt op, dat de raad enige tijd geleden heeft besloten tot de instelling van een nieuwe systematiek ten aanzien van de bomenverordening. Het voorstel voor een plan van aanpak aangaande de nieuwe bomenverordening zou 1 juni 2007 gereed zijn. Middels memo van het college d.d. 1 juni 2007, verzonden per , is medegedeeld dat dit niet gelukt is. Wanneer is dit voorstel wel 1

2 klaar? Wanneer denkt de wethouder de nieuwe systematiek van de bomenverordening toe te kunnen gaan passen? Wethouder Moeskops heeft de memo summier gehouden, omdat een en ander te maken had met interne personele aangelegenheden. Het is niet netjes, dit hier allemaal op tafel te leggen, maar hij biedt excuses aan voor de vertraging. Medio komende week ligt het plan van aanpak bij de griffier. Toepassing van de nieuwe systematiek kan op zijn vroegst na vaststelling en uitwerking van het plan van aanpak over een half tot een jaar. Deze tijdsduur heeft te maken met opstelling van criteria voor de waardevolle bomen, criteria voor de kapvergunning, bomenlijst, bomenverordening in zijn totaliteit, en besluitvorming in het politieke proces. Parkeernormen uitbreiding bebouwing op terrein van Madeleine te Boxmeer Dhr Stoffelen merkt op, dat het college in antwoord op eerder gestelde vragen inzake de parkeermogelijkheden op het terrein van Madeleine heeft aangegeven, dat er nieuwe parkeerplaatsen worden aangelegd. Gaarne verneemt hij of bij de bepaling van het aantal nieuw aan te leggen parkeerplaatsen in voldoende mate rekening wordt gehouden met de parkeernorm voor personeel en eventuele bezoekers, zoals die door de gemeente Boxmeer elders ook wordt toegepast. Hij heeft vernomen, dat er ook huisvesting voor ouderen, die mogelijk ook zelf nog over vervoer kunnen beschikken, wordt gerealiseerd. Is er ook gerekend op parkeerplaatsen voor deze groep bewoners? De vrees bestaat, dat vooral de omliggende woonwijken de nadelen van een eventueel te kort aan parkeerplaatsen gaan ondervinden. Wethouder Moeskops is de situatie bekend. In het voortraject heeft hij gewezen op door een dusdanige bouw te verwachten overloop richting Pauluskerk en de wijk daarachter. Op dit moment kent de gemeente Boxmeer geen beleid om Pantein te verplichten tot het aanleggen van tijdelijke parkeerplaatsen. Uiteraard is bij de bepaling van het aantal nieuw aan te leggen parkeerplaatsen in voldoende mate rekening gehouden met de algemeen geldende parkeernormen, zoals die in de Parkeernota zijn vastgesteld. Een geldig parkeerplan met voldoende parkeerplaatsen is één van de voorwaarden voor het starten van de vrijstellingsprocedure. Hiernaar wordt door de gemeente Boxmeer kritisch gekeken. Voor de nieuwbouw dienen 19 nieuwe parkeerplaatsen te worden aangelegd. Daarnaast is op basis van de parkeernorm bepaald, dat voor de huidige bouw 99 parkeerplaatsen dienen te worden aangelegd. Daarbij is tevens gekeken naar de bezoekers en het personeel. Aangezien bij Madeleine in de oude situatie reeds een parkeerprobleem ontstond in de oude situatie is bepaald, dat Pantein extra parkeerplaatsen dient aan te leggen. In totaal wordt dan uitgekomen op 133 parkeerplaatsen. Zodra de nieuwbouw gereed is, is daarmee geen tekort meer aan parkeerplaatsen. Onlangs is geconstateerd, dat ca 11 parkeerplaatsen straks niet of moeilijk toegankelijk zijn. Pantein is er door de gemeente Boxmeer op aangeschreven dit probleem te verhelpen. Met de huisvesting van ouderen wordt waarschijnlijk gedoeld op de mogelijkheid, dat partners van zorgbehoevenden in een deel van de nieuwe zorgappartementen kunnen inwonen. Ook daarmee is rekening gehouden bij het vaststellen van de parkeernorm. Dhr Stoffelen vraagt of de norm uit de Parkeernota onverkort is toegepast voor alle groepen bezoekers, bewoners, etc. Wethouder Moeskops bevestigt dit en voegt hieraan de eventueel inwonende partners van zorgbehoevenden toe. Dhr Stoffelen hoopt, dat wethouder Moeskops gelijk krijgt en de koudwatervrees bij betrokkenen af kan nemen. Nieuwe bewegwijzering toeristische infrastructuur Dhr Stoffelen merkt op, dat zijn fractie onlangs een aantal kritische kanttekeningen heeft ontvangen ten aanzien van de onlangs aangebrachte nieuwe bewegwijzering voor de toeristische infrastructuur in de gemeente Boxmeer. Er zou geen overleg zijn gepleegd met de betrokken dorpsraden en er zouden zelfs routes die de dorpsraden hebben ontwikkeld niet zijn meegenomen bij de bewegwijzering. Verder wordt opgemerkt dat sommige belangrijk te noemen gebouwen, zoals het kasteel, in de kern Boxmeer nu niet meer worden meegenomen in de nieuwe bewegwijzering. Veel van de bewegwijzeringsaanduidingen zijn als zelfstandig bord in de berm geplaatst. Gaat deze bebording niet teveel overlast opleveren bij het onderhoud van de bermen? Het zijn relatief laag geplaatste borden, die nu al bijna niet meer zichtbaar zijn in het hoge gras. Tenslotte wordt geconstateerd, dat de tekst op deze nieuwe borden aan de kleine kant is waardoor de leesbaarheid te wensen overlaat. Hij wil graag vernemen of deze kritische kanttekeningen bij het college bekend zijn en wat het college gaat ondernemen om de bezwaren weg te nemen. Wethouder Van den Brand geeft aan, dat de toeristische bewegwijzering uitgebreid is besproken met de dorpsraden, de recreatieve ondernemersclub OVRT en de lokale VVV. Er is zoveel mogelijk met de 2

3 belangen en wensen rekening gehouden. De bedoeling van de toeristische bewegwijzering is om objecten te bewegwijzeren en slechts zijdelings wordt verwezen naar de fiets- en wandelroutes. Daarnaast zijn de dorpsommetjes, de wandelroutes, bebord middels lage zwarte bordjes met een tekening erop. De fietsroutes hebben inmiddels hun eigen bebording. Er zijn inderdaad reacties bij de gemeente Boxmeer binnengekomen van mensen die zaken veranderd willen zien. Uitgangspunt blijven in principe de spelregels die voor de bebording van toepassing zijn. Als er reële wensen tot aanpassing zijn, wordt gekeken of maatwerk kan worden geleverd. Enkele aanpassingen zijn in een aantal gevallen ook al uitgevoerd. Zij heeft de ondernemersclub OVRT gevraagd ook bij hun ondernemers na te gaan of zij nog op- of aanmerkingen hebben over de nieuwe bebording. Vanavond is er een ledenvergadering waar haar aanwezigheid op prijs wordt gesteld en waarnaar zij straks zal vertrekken. Aanwezigen kunnen daar op formulieren hun visie op de bebording aangeven. Alle reacties die binnenkomen worden verzameld en beoordeeld. Indien nodig wordt aangepast, aangevuld en aan maatwerk gedaan. Het blijft een dynamisch systeem, dat best kinderziektes zal hebben. In de loop der tijd moet het systeem ook veranderingen op kunnen vangen. Het kan zijn, dat in de kern Boxmeer bepaalde objecten nog niet bewegwijzerd zijn. Deze is zeer onlangs afgerond of wordt afgerond. Aangezien een breed gremium gevraagd is wat bewegwijzerd zou moeten worden, moet nog even afgewacht om een eindoordeel te kunnen geven. Bij het onderhoud van de bermen zal uiteraard rekening met de borden gehouden moeten worden. Waar mogelijk zijn zaken zoveel mogelijk gecombineerd. De opmerking over de kleine belettering op de nieuwe borden, waardoor de leesbaarheid te wensen overlaat, is meer gehoord en met name van automobilisten. De teksten op het toeristische bewegwijzeringssysteem zijn met name gericht op de recreërende wandelaar en fietser. Gezien alle informatie die ondernemers graag op hun bord kwijt willen en om de eenheid te bewaren is alles afgewogen en voor dit formaat gekozen. Daar waar door de afstand zich echt leesproblemen voordoen, zal verder worden bekeken of hieraan een mouw kan worden gepast. Overigens heeft zij van ondernemers en burgers ook veel positieve reacties gehad, echter dit wil niet zeggen dat zij niet met kritische kanttekeningen aan de slag gaat. Dhr Stoffelen vraagt zich af, wat gedaan wordt als de borden in de toekomst niet meer leesbaar zijn en overgroeid raken met gras. Misschien kan een strookje grond rondom het bord onkruidvrij worden gehouden door verharding of anderszins om de borden vrij te houden. Wellicht kunnen de borden ook wat hoger geplaatst worden, zodat zij altijd zichtbaar zijn in de berm. In omringende gemeenten heeft hij voorbeelden gezien van dezelfde borden met een groter lettertype, dat veel scheelt in de leesbaarheid. Misschien kan dit meegenomen voor het vervolg, dat er gezien het succes zeker zal komen. Hij heeft begrepen, dat een brief is uitgegaan naar de dorpsraden, waarin een termijn is gesteld die al heel dichtbij ligt. Hij vraagt hiermee soepel om te gaan, zodat deze vrijwilligers in staat zijn bij hun achterban de vragen en opmerkingen te inventariseren. Wethouder Van den Brand neemt aan, dat dhr Stoffelen de lage zwarte paaltjes van de ommetjes bedoelt voor de door de dorpsraden zelf ontwikkelde routes en neemt deze opmerking mee. Ten aanzien van de belettering wacht zij de algemene reacties af. Alle opmerkingen zijn welkom, wanneer zij ook binnen komen: met goede opmerkingen wordt altijd wat gedaan. 4. Ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter deelt mede, dat aanwezig is dhr Harry van de Loo als secretaris van het college en voorzitter van het managementteam. Dhr Verstraelen heeft schriftelijk laten weten zijn functie als raadslid na het zomerreces neer te willen leggen. In het presidium is zojuist al opgemerkt, dat de barbecue aan het begin van de raadsperiode voor hem het laatste avondmaal zal worden als lid van de raad, maar dit zal in goede vriendschap en collegialiteit gaan gebeuren. De normale procedure zal verder voor dhr Verstraelen worden gevolgd: de raadsvergadering d.d. 30 augustus 2007 zal voor hem de laatste zijn. Op tafel treffen de raadsleden de Veteranenkrant aan. Er is gebruik gemaakt van het aanbod gratis huis aan huis in Boxmeer een krant te laten bezorgen met als onderwerp de veteranen. Op tafel ligt eveneens een correctie op het exploitatieresultaat van het Grondbedrijf; per is een notitie van accountant Ernst & Young over hetzelfde onderwerp toegezonden. In het onderzoek van Elseviers Weekblad heeft de gemeente Boxmeer een verdienstelijke tweede plaats behaald, Vught had de eerste plaats gehaald. Er waren 443 gemeenten onderzocht en Boxmeer staat bij de eerste 50. Het college was aanwezig bij het VNG congres met als thema bestuurskracht, waarbij een 3

4 bedrijf de colleges getest heeft. Het college van Boxmeer is daarbij als het krachtigste van Nederland in 2007 geëindigd, hetgeen een fraaie beker heeft opgeleverd die voor hem staat. Besloten wordt overeenkomstig de lijst met ingekomen stukken en voorstellen zoals opgenomen in bundel Hamerstukken a. Vaststelling van de notulen van de op 24 mei 2007 gehouden politieke avond b. Vaststelling van de notulen van de op 31 mei 2007 gehouden openbare vergadering van de gemeenteraad c. Voorstel van het Presidium tot vaststelling van een Reglement van Orde voor Politieke avonden, de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Boxmeer 2007 d. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor de gebieden Pauluskerk en Weijerstaete e. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot afwijzing van het verzoek van de heer J.M.C. Rutten om vergoeding van schade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening f. Jaarrekeningen 2006 en Begrotingen 2008 Gemeenschappelijke Regelingen g. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Kadernota h. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering gemeente Boxmeer en de daarin genoemde beleidsuitgangspunten i. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de Modernisering Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant j. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het bestemmingsplan Op den Bosch 3, Maashees k. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Bouwverordening Gemeente Boxmeer (12 e serie wijzigingen) De raad gaat zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming akkoord. 6. Stukken met stemverklaring a. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de vaststelling van kaders voor de implementatie van en vaststelling van diverse beslispunten bij de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Boxmeer Mw Hosseini is tevreden over de geformuleerde uitgangspunten voor de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het spreekt haar zeer aan, dat de kwaliteiten in het aanbestedingstraject vooropstaan en dat de prijs van de aanbestedingen niet afgewenteld wordt over de rug van de werknemers die werkzaam zijn in de thuiszorg. Zij roept het college wel op bij een volgend aanbestedingstraject over te gaan naar het Zeeuwse model, waarbij nog meer de nadruk ligt op de kwaliteit van zorg en grote keuzevrijheid van de cliënten. De raad gaat zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming akkoord. 7. Bespreekstukken a. Voorstel van het college van burgemeester en wethouders en het Presidium tot vaststelling van de Strategische visie gemeente Boxmeer

5 Dhr Verstraelen merkt op, dat zijn fractie door omstandigheden niet in de gelegenheid was tijdens de raadsstudiedagen een bijdrage te leveren aan de visie, zoals nu geformuleerd. PK wil alsnog graag haar bijdrage leveren, omdat zij hecht aan een duidelijke toekomstvisie. Zijn fractie vindt het een goede zaak, dat het college een strategische visie op de toekomst presenteert. Het is een eerste stap op het pad dat in 2006 door de rekenkamercommissie is aangegeven. Deze stelde in haar rapport dat: - Het een bestuur met lef vergt en het vermogen om op te treden en verantwoordelijkheid te nemen en een ambtelijke organisatie die gefocust is op haar taak zoals die voortvloeit uit de gemeentelijke prioriteiten. Waar het aan ontbreekt, is een heldere prioritering en instructie door bestuur en management over de hoofdopdracht die de gemeente zich ten doel heeft gesteld, namelijk werkgelegenheid en woningbouw. - Wat ontbreekt zijn voortvarendheid, doortastendheid en een heldere manier van communiceren. Het bestuur en de organisatie moeten met één agenda werken en daadwerkelijk invulling geven aan de doelstelling van meer werk en meer woningen. - Een cruciaal punt is dat bestuur en management de organisatie duidelijker aansturen op bestuurlijke prioriteiten. Het bestuur dient stappen te zetten om te komen tot het stellen van duidelijke doelstellingen en het professionaliseren van het management. - Om de noodzakelijke omslag in de manier van werken in gang te zetten adviseert de commissie de eerste stappen te zetten in de top van de organisatie. Het bestuur zal moeten bepalen waar het echt voor staat en gaat, en het zal daarvoor een professioneel management onder leiding van een gemeentesecretaris moeten inzetten. In dit kader is zijn fractie verheugd, dat er de afgelopen periode is gewerkt aan een strategisch bestuurlijke visie. Kijkend naar de visie die nu voorligt valt op, dat ondanks de goede intenties op een groot aantal aspecten niet expliciet wordt gekozen. Hierdoor kan niemand er tegen zijn, maar levert het tegelijk ook niet het gewenste kader op waaraan de burgers, ondernemers, ambtenaren en politici het beleid en de inspanning van de gemeente kunnen toetsen. Hij wil via de volgende vragen dan ook proberen nog voor de afhandeling van deze strategische visie in deze raadsvergadering helder te krijgen op welke wijze het college zichzelf gaat (laten) toetsen met betrekking tot de gestelde doelen: 1) Op welke wijze sluiten de gestelde plannen aan bij de scenario s van het Rijksbeleid voor de middellange en de lange termijn? 2) Op welke wijze sluiten de gestelde plannen aan bij het provinciale streekplan en de scenario s van het provinciaal beleid voor de middellange en de lange termijn? Wat moet hij zich bij een Brabantse Poort naar Duitsland voorstellen en wat is de visie van de provincie hierop? 3) Welke ruimte laten de bij 1 en 2 genoemde beleidskaders de gemeente Boxmeer voor het vormen van eigen toekomstgericht beleid? 4) In de strategische visie staat dat de ontwikkeling van vliegveld Niederrhein van groot belang is voor Boxmeer. Welke kansen kan Boxmeer volgens het college ontlenen aan de verdere ontwikkelingen in Weeze? Is er hierbij rekening gehouden met het feit dat rondom het vliegveld in ruime mate ontwikkelgebieden voor het bedrijfsleven voorhanden zijn? 5) Op welke wijze is in de strategische visie rekening gehouden met de gevolgen van het verplaatsen van vele vormen van industrie naar lage lonen landen? 6) Op welke wijze is er, gezien het landschappelijk karakter van de gemeente Boxmeer, rekening gehouden met de ontwikkelingen in de landbouw de komende 20 jaar? 7) Wat wordt in dit kader verstaan onder landstedelijke gemeente? 8) Elke gemeente wil hoogwaardige kennisindustrie aantrekken. Zijn er redenen om aan te nemen dat het bestuur van de gemeente Boxmeer hier effectiever en doelmatiger in kan opereren ten opzichte van andere gemeenten in de regio en welke redenen zijn dit? 9) Met name in het midden- en kleinbedrijf zijn veel banen te creëren en te behouden. Wordt dit alsnog expliciet in de strategische visie opgenomen? 10) Hoe sluit het bij punt 8 genoemde aan bij de al jaren gestelde uitdrukkelijke wens van de gemeente Boxmeer om een centrumfunctie in de regio te vervullen? 11) Wanneer gaat er een start worden gemaakt met de al jaren door raad en college gestelde en gewenste ontwikkeling en revitalisering van het winkelhart Boxmeer? 12) In de strategische visie worden geen expliciete keuzes gemaakt qua prioritering tussen de verschillende taakgebieden die worden genoemd. Dit is wel nodig, omdat de ambitie erg hoog ligt voor de relatief korte termijn van 12 jaar die het college zichzelf geeft. Gaat het college alsnog een onderverdeling cq prioritering aanbrengen in het ten uitvoer brengen van de genoemde plannen? Is hier een tijdspad aan gekoppeld? Op welke termijn kan de raad een eventuele prioritering inclusief tijdspad van het college verwachten? 13) Gesteld wordt, dat Boxmeer ook in de toekomst vasthoudt aan haar basisvoorwaarden: betrokken, betrouwbaar en transparant. Wat verstaat het college precies onder deze kernwaarden? Op welke wijze wordt voor burgers duidelijk dat dit nu al een basiswaarde van hun gemeente is? Hoe gaat het college dit in de verdere plannen uitwer- 5

6 ken? 14) In het voorstel wordt de raad gevraagd het college op te dragen de nodige voorstellen voor te bereiden en het daarheen te leiden dat de visie in 2020 aansluit bij de daadwerkelijk gerealiseerde situatie. Mag het college erop worden afgerekend, als uitwerking van de plannen niet leidt tot de gestelde doelen in 2020? 15) Is het college bereid haar conclusies te trekken als het de door haarzelf gestelde ambitie niet haalt of als al in een voortraject, zeg 2010, aannemelijk wordt dat de gestelde doelen niet gehaald zullen worden? Om de gestelde ambitie voor 2020 te kunnen gaan halen moet in de uitwerking van de visie gedurende de komende jaren, de verdere zittingstermijn tot 2010, de inspanning in eerste instantie gericht worden op een klein aantal kernthema s. Goede uitwerking van deze thema s is onontbeerlijk om de gestelde doelen voor 2020 te kunnen gaan halen. Eerst thema is een krachtdadig en doortastend bestuur en ambtelijk apparaat. Handvaten hiervoor zijn in voldoende mate aangegeven in het rekenkamercommissierapport De uitkomst van de inspanningen op dit vlak zouden in 2009 onderzocht kunnen worden door middel van een klanttevredenheidonderzoek gehouden onder burgers, bedrijven, instellingen en binnen de eigen organisatie. Hieruit zou naar voren moeten komen dat het gemeentebestuur als slagvaardig wordt bestempeld, er betere bestuurlijke sturing plaatsvindt, het ambtelijk apparaat als deskundig en klantvriendelijk wordt aangemerkt en de dienstverlening snel en goed is. Tweede thema is de woningbouw. In ieder geval zal voor 2010 de door het college gestelde bouwnorm gehaald moeten zijn om de ambitieuze plannen voor 2020 verder door te kunnen zetten. Het vastgestelde bouwprogramma moet daarom alsnog uit worden gevoerd. In 2010 is de in de afgelopen jaren ontstane grote achterstand ten opzichte van de nu al gestelde bouwplannen definitief ingelopen. Om een state of the art grondbeleid te kunnen voeren worden door het college keuzes gemaakt in het uitvoeringsplan bouwen. Welke plannen krijgen prioriteit en hoe wordt hier binnen het grondbeleid van de gemeente op ingespeeld de komende 12 jaar? Ontwikkelaars mogen hun rol hebben in het tot stand komen van de bouwplannen, de regie ligt echter bij het gemeentebestuur en deze maakt hiertoe gedegen en onderbouwde keuzes. Deze keuze worden begin 2009 aan de raad ter beoordeling voorgelegd. Hierin zijn helder de randvoorwaarden waarbinnen plannen verder kunnen worden vormgeven uitgewerkt. Werkgelegenheid als derde thema is dé manier om maatschappelijke participatie mogelijk te maken. Hierbij zou het college zich naast het in de strategische visie genoemde aantrekken van hoogopgeleiden met name moeten richten op het aantrekken van werk binnen het midden- en kleinbedrijf en de detailhandel. Dit zou moeten gebeuren door per direct echt werk te gaan maken van de al jaren benoemde wens om Boxmeer een centrumfunctie voor de regio te laten vervullen. Naast eindelijk werk te maken van het opnieuw vorm geven van het winkelhart Boxmeer zou dit kunnen gebeuren door verder te gaan op de ingeslagen weg van het verbreden van het onderwijsaanbod. Ook kan door middel van een goed vestigingsklimaat voor midden- en kleinbedrijf en de detailhandel de leefbaarheid in de kleinere kernen verder worden versterkt of teruggewonnen. Het is van belang, dat er nog voor het eind van deze zittingstermijn in 2010 een heldere uitwerking is gemaakt van de in de strategische visie gestelde doelen op dit punt voor Laatste thema is Boxmeer en de regio. In navolging van de rekenkamercommissie in haar rapport in 2006 moet Boxmeer en de regio als kernthema worden benoemd. Een sterke positie binnen het krachtenveld van hogere overheden is van groot belang. Het provinciale bestuur en het provinciaal ambtelijk apparaat behoren permanent te worden doordrongen van de potenties en ambities van de gemeente Boxmeer. Een hechte, doelgerichte samenwerking binnen de regio is een vereiste. Er moet actie komen. Eén regio die met één stem een visie uitdraagt. Gemeenten moeten samen een vuist te maken. Boxmeer is dé aangewezen gemeente om in dit proces verdere stappen te zetten. Gemeentebestuurders en ambtelijke medewerkers, ondernemers en inwoners dienen de handen ineen te slaan om de stem van Boxmeer in s-hertogenbosch te laten horen. Beleidsbepalers op provinciaal niveau moeten weten waar de regio inclusief Boxmeer voor staat. Het credo moet zijn: Gemeente, bepaal je positie, sta ervoor, en ga ervoor, wees zakelijk en duidelijk, laat zaken niet slepen. Dhr Moes wijst erop, dat in Venlo een gezamenlijke tekst is opgesteld en met zijn allen is afgesproken, dat geen discussie meer gevoerd zou worden over de Strategische visie. Er wordt nu een aantal vragen gesteld, zodat hij vreest dat er weer een discussie komt. Dhr Verstraelen wijst erop, dat dit niet met de voltallige raad is afgesproken, aangezien hij niet aanwezig was. De voorzitter merkt op, dat de vragen ex art 37 (3:38) Reglement van Orde zijn gesteld en door het college kort zijn beantwoord. De Strategische visie is een door de raad gemaakte kaderstelling. Hij stelt vast, dat dhr Verstraelen met thema s komt die anderhalve dag lang met elkaar zijn besproken. Dhr Verstraelen brengt eigenlijk dezelfde onderwerpen naar voren die besproken zijn in Venlo en die geleid hebben tot de voorliggende Strategische visie Hij zegt dhr Verstraelen dank voor zijn visie. Dhr Verstraelen veron- 6

7 derstelt niet, dat er in zijn bijdrage echt nieuwe dingen naar voren komen, maar wel dat deze meer handen en voeten heeft. Zijn verhaal is voorzien van een aantal toetsmomenten en zodanig geformuleerd, dat later kan worden beoordeeld of zaken zijn bereikt. Het is wat verder geconcretiseerd en minder algemeen van toonzetting. De voorzitter gaat ervan uit, dat de aangedragen punten in de nadere uitwerking aan bod kunnen komen. Nu kan worden volstaan met het vastleggen van de hoofdlijnen. Dhr Ronnes is blij met het gelopen traject. De aanzet door de denktanks is door de raad goed gebruikt. De 6 punten werkgelegenheid en economie, onderwijs, wonen, voorzieningen, natuur, landschap en recreatie en cultuur, imago en samenwerking spreken hem zeer aan. Het doet hem deugd, dat in de raad een breed draagvlak aanwezig is voor de besproken onderwerpen. De Strategische visie biedt een goede basis en handvat er de komende jaren iets van te maken en tot resultaten te komen. De visie dient als rode draad door de agenda van de politiek in Boxmeer te lopen tijdens algemene beschouwingen, begrotingen, kadernota s en losse onderwerpen. Het streven is er in gezamenlijkheid iets van te maken met respect voor ieders eigen kleur. Het is best goed, dat een politieke partij op bepaalde onderdelen anders kan denken. Het is belangrijk, dat de 6 punten goed met de burgers worden gecommuniceerd als zijnde waar de raad naar toe wil. Kennelijk is bij een raadsfractie al niet helemaal duidelijk, dat dit de punten zijn waar de raad voor wil gaan de komende jaren. Dhr Verstraelen spreekt het college aan, maar de voorliggende visie is het werk van de raad. Complimenten voor het werk, dat vanuit het ambtelijk apparaat is geleverd. Dhr Weenink merkt op, dat eind 2005 / begin 2006 samen met geïnteresseerde burgers de eerste stappen zijn gezet voor de Strategische visie. De basis werd daarmee gelegd door mensen van allerlei pluimage met diverse visies. Het is mede hierdoor geen politieke blauwdruk geworden. De raad is eerder tijdens haar tweedaagse sessie officieus tot deze eindversie gekomen. De raad heeft daarbij het dagelijkse actuele politieke denk- en raamwerk losgelaten. Natuurlijk heeft elk individueel raadslid zijn eigen politieke ziel. Voor de SP-ers bestaat die ziel uit de driehoek menswaardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Het voorliggend document laat genoeg speelruimte aan zijn fractie, raad en college, deze visie in de praktijk handen en voeten te geven. Tot 2020 kan door de kiezers vierjaarlijks worden geoordeeld of raad en college hierin slagen. Om de 4 jaren is voor de politiek telkens een mooi moment om te bezien hoe Boxmeer er dan voorstaat: wat is gepresteerd, gepresteerd moet gaan worden of dat de realiteit van dat moment zelfs bijstelling van de visie noodzakelijk maakt. Het document omschrijft een aantal ambities. Het hoe is nauwelijks benoemd, maar dit betreft dan ook een ander niveau. Hij ziet hier een rol voor het college weggelegd, bijvoorbeeld door met uitgewerkte deelplannen naar de raad te komen. Hij kan zich iets voorstellen bij het stellen van prioriteiten uit het huidige coalitieprogramma, dat parallellen heeft met de visie. Het is vanuit de raad al merkbaar bij de behandeling van de Kadernota. Op zich is er niets mis mee ambities te hebben en die ook na te streven. Of alle doelen even realistisch en/of haalbaar zijn is de vraag? Zie het als een leerling die zijn best doet voor zo hoog mogelijke cijfers, maar die aan het einde van de rit evengoed blij is als hij met een zesje of zeven slaagt. Bij landstedelijk denkt hij aan een landelijke gemeente met een hoofdkern die voornamelijk op het gebied van wonen, onderwijs, cultuur en voorzieningen een voor iedereen betaalbaar niveau probeert te bereiken, dat niet zou misstaan bij een kleine stad. De Brabantse Poort naar Duitsland vertaalt hij er maar in, dat de ontwikkelingen net over de grens bij de Oosterburen in de gaten worden gehouden en daarop wordt ingespeeld waar het voordeel oplevert vooral op het gebied van werken en wellicht ook op wonen. Actief nieuwe recreatie aantrekken is prima, maar dan wel passend in en bij het kleinschalig landschap. Aandacht voor natuur en cultuurhistorisch erfgoed is ook prima. Minimaal in standhouden wat er is, maar uitbreiding ook op dit gebied misstaat tot 2020 niet. Raden en colleges die niet betrokken, betrouwbaar en transparant willen zijn, horen niet in de raadszaal te zitten. Het is aan de huidige raad en het huidige college en aan de toekomstige raden en colleges de schone taak, dat Boxmeer in 2020 is wat zij wil zijn, wat zij doet en wil doen. Daarbij moet zuinig worden omgegaan met de leefomgeving. Zijn fractie heeft geen unaniem oordeel over het voorstel. Mw Van Hest merkt op, dat in een A4-tje wordt uiteengezet waar Boxmeer de komende jaren naar toe werkt. Het A4-tje bevat soms erg algemene opmerkingen en andere opmerkingen liggen erg voor de hand. Toch heeft het de pretentie alle onderwerpen te bevatten, maar het zegt weinig. Wat wel iets zegt, namelijk dat Boxmeer de poort naar Duitsland, Niederrhein, zal moeten worden, is wel iets concreets. Dit werkt echter ook op de lachspieren. Zij mist de werkelijke kwaliteit van Boxmeer in de Strategische visie. Jammer, dat dit er niet uitkwam, terwijl hiervoor wel een mogelijkheid was. 7

8 Mw Hendriks stelt namens het LOF vast, dat de afgelopen jaren in allerlei geledingen is geïnventariseerd en gesproken om een betrouwbaar beeld te krijgen van de werkelijke situatie van Boxmeer. Dit is in de grootst mogelijke gezamenlijkheid gedaan, zowel in het voortraject als in de laatste fase met vooral de raadsleden. Actuele en partijpolitieke achtergronden zijn daarbij zoveel mogelijk opzij geschoven om een frisse en vrije kijk op de gemeente Boxmeer de kans te geven. Dat is iets anders dan vanuit de bestaande situatie doorredeneren naar de toekomst. Een aantal doelen is geformuleerd gebaseerd op kansen en mogelijkheden. Dit geeft de ruimte om niet achter de feiten aan te hoeven lopen en intentioneel en creatief de taken als raad vorm te geven. Aan de hand van de Strategische visie weet men wat men aan het doen is op het bestuurlijke speelveld. De grenzen en mogelijkheden zijn bekend en men is op de hoogte van de te realiseren wensen en eventueel dreigende moeilijkheden. Als zodanig is de Strategische visie een uitgangspunt voor beleid en bestuur. Zo op het oog ziet het er simpel uit, maar er is veel aan vooraf gegaan. Zij memoreert met name de 2 heidagen, waarin met grote eensgezindheid kon worden gewerkt en het verleden en de eventuele politieke verschillen konden worden vergeten. Teambuilding pur sang. In gezamenlijkheid is een plan tot stand gekomen wat bijna ieders goedkeuring wegdraagt. Boxmeer heeft veel kwaliteiten. De vraag is gesteld hoe het beter kan, of er toevoegingen mogelijk zijn die van de gemeente Boxmeer een uitgebalanceerd geheel maken. Bekend is, dat men dingen wil die misschien niet zonder meer haalbaar zijn. Het is een uitdaging met zijn allen de schouders eronder te zetten en met de neuzen dezelfde kant op moet dit lukken. Zij wenst iedereen veel succes met de realisering van deze visie. Dhr Moes merkt op, dat burgers, vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen, college en raad een beeld hebben geschetst hoe de toekomst van Boxmeer er in 2020 uit moet zien. Deze toekomst is vastgelegd in een Strategische visie, die een leidraad is voor politici en gemeente bij het vaststellen van toekomstige besluiten en het nemen van beleidsbeslissingen. De Strategische visie van Boxmeer geeft een richtlijn voor toekomstige keuzes op het gebied van werkgelegenheid en economie, onderwijs, wonen, voorzieningen, natuur, landschap en recreatie, cultuur, imago en samenwerking. Zo weten de burgers, de inwoners, en de ondernemers wat zij kunnen en mogen verwachten. Het is een politieke opdracht voor de lange termijn. De visie geeft de kaders aan voor de te maken keuzes in het heden en de nabije toekomst. Van bestuurders, college en raad wordt verwacht, dat zij hierover verantwoorde en gerichte keuzes maken en de regie in handen houden als het gaat over de toekomst van Boxmeer. De regie voeren, beleid ontwikkelen en besluiten nemen die ervoor moeten zorgen, dat Boxmeer in 2020 een landstedelijke gemeente is met onder andere hoogwaardige kennisindustrie, HBO-onderwijs en gezien de ligging de Brabantse Poort naar Duitsland genoemd mag worden. Boxmeer kent geen problemen meer als het gaat om wonen en kent ten behoeve van de leefbaarheid een goed voorzieningenniveau. Er is aandacht voor natuur en het cultuurhistorisch erfgoed en Boxmeer heeft actief nieuwe recreatie aangetrokken. Ook heeft de raad afgesproken, dat de gemeente Boxmeer in 2020 slagvaardig en ambitieus is en betrokken, betrouwbaar en transparant is. Hij kan zich in deze visie c.q. dit referentiekader helemaal vinden. Tijdens een tweedaagse sessie in Venlo is deze visie tot een kort en bondig document gemaakt en heeft de raad met uitzondering van mw Van Hest van de SP deze visie, dit document, voorzien van haar handtekening. Deze handtekening geeft aan, dat de raad achter de visie staat en dat de politiek bereid is de nodige stappen te ondernemen om deze visie werkelijkheid te laten worden. Hij is positief en steunt het voorstel om het college op te dragen de nodige voorstellen voor te bereiden die ertoe moeten leiden, dat de Strategische visie in 2020 tot een daadwerkelijke situatie heeft geleid. De voorzitter zegt dank voor alle opmerkingen die duidelijk maken waar de raad staat ten aanzien van de Strategische visie. Hij wil niet verhelen gelukkig te zijn met het resultaat, omdat het goed is met elkaar zo krachtig mogelijk te weten waar men naar toe wil. Dat er ambities zijn is goed, maar het is beter deze te bundelen en de goede kant op richt. Als men weet waar men uit wil komen, is het nu tijd de goede trein en geen verschillende treinen met elkaar te nemen. Naast het product dat voorligt was het proces richting de visie belangrijk. Dit proces was lang: er waren veel mensen bij betrokken, die met veel belangstelling en inzet hebben mee gediscussieerd. Achter het A4-tje met punten zitten de nodige uren discussie en vele meningen en visies. Deze worden nog meegenomen in de verdere uitwerking. Met elkaar zal in de uitwerking nog de nodige discussie gevoerd worden. Daarbij is het van belang, dat de politieke kleur naar buiten komt. Alle meningen en stemverklaringen maken onderdeel uit van het verdere traject en worden door het college ter harte genomen. Aan het eind van het proces in Venlo heeft de raad in eensgezindheid op één lid na symbolisch haar handtekening gezet onder de Strategische visie. Daarmee is nog geen besluit genomen en dat gebeurt nu in de raad. Evengoed worden daarbij de kanttekeningen door het college geaccepteerd die door anderen gemaakt zijn. 8

9 Dhr Weenink geeft aan, dat de namen van 3 raadsleden van de SP nog ontbreken en deze willen graag hun handtekening onder de Strategische visie zetten. Dhr Moes vraagt een reactie op het door dhr Ronnes al aangegeven belang van een optimale communicatie met de burgers. In Venlo zijn hierover wat ideeën geopperd, zoals toevoegen van fotomateriaal. Komt er nog een concept communicatieplan en krijgen burgers huis aan huis een folder bezorgd? De voorzitter geeft aan, dat gewerkt wordt aan een populaire uitgave, waarbij de 6 punten in een bepaald kader worden gezet en op aantrekkelijke wijze op papier komen. De afdelingen Strategisch Beleid en Communicatie zijn hier druk mee bezig. Dhr Ronnes stelt, dat essentie is dat de boodschap vanuit de raad moet komen: het is de Strategische visie van de raad van Boxmeer. Er moet niet overdreven worden, het gaat om de rode draad en de richtinggevende punten die met zijn allen op papier zijn gezet. De voorzitter stelt, dat het een Strategische visie is van de raad, waarmee het college het graag eens is en waarvan raad en college gezamenlijk de uitwerking ter hand zullen nemen. Mw Van Hest stemt tegen het voorstel. De voorzitter stelt vast, dat het voorstel is aangenomen en ondertekent met de griffier symbolisch het raadsbesluit in de vorm van een pamflet, dat de raadsleden allemaal zullen krijgen. De raad is akkoord met het voorstel met de aantekening, dat mw Van Hest wordt geacht tegen te hebben gestemd. b. Voorstellen van het college van burgemeester en wethouders tot instemming met de begrotingsafwijkingen 2006, vaststelling van de jaarrekening en jaarverslag 2006 van de Algemene Dienst en de jaarrekening 2006 van het Grondbedrijf en besteding van het positieve resultaat van de jaarrekening 2006 Dhr Moes heeft een aantal schriftelijke vragen gesteld en enkele dagen voor de politieke avond d.d. 14 juni 2007 van het college daarop een schriftelijke beantwoording gekregen. Omdat de antwoorden onvolledig en onduidelijk waren, heeft zijn fractie tijdens de politieke avond d.d. 14 juni 2007 aanvullende vragen gesteld. Men zou mogen verwachten, dat een raadslid dan een antwoord krijgt waarmee de vraag naar tevredenheid is beantwoord. Op de politieke avond kon de wethouder namens het college de vragen echter niet beantwoorden en weer moest op een schriftelijk antwoord worden gewacht. Hij kreeg de antwoorden vandaag en helaas moest hij weer constateren, dat niet alle vragen volledig en naar tevredenheid zijn beantwoord. Het kan toch niet zo zijn, dat vragen van een raadslid c.q. van een politieke partij 5 tot 6 keren onderwerp van gesprek zijn, omdat het college onduidelijk, onvolledig en misschien zelfs wel onverschillig is in de beantwoording. Naar aanleiding van de antwoorden heeft hij weer een aantal aanvullende vragen. Op zijn vragen waarom het allemaal zo lang duurt (5 jaren), hoe ver de verschillen uit elkaar liggen en hoelang het college nog met de partij verder wil onderhandelen met betrekking tot het klooster in Sambeek, wordt geen antwoord gegeven. Hij krijgt ook geen antwoord waarom in de beheersbegroting op pag 81 staat, dat de verwachting is dat daaromtrent in het eerste kwartaal van 2007 meer duidelijkheid is ontstaan. In de schriftelijke beantwoording wordt de datum van 1 september 2007 weer genoemd. Het college zegt in haar beantwoording van heden, dat de initiatiefnemers vóór 1 september 2007 een nieuw plan voorleggen. Een nieuw plan wil echter nog niet zeggen, dat er ook een overeenkomst is en dit zou dus weer maanden, jaren van onderhandelen kunnen gaan betekenen. Het vorig college heeft zo n 2 jaren geleden al de uitspraak gedaan nog één keer te willen onderhandelen en als er dan niet zou worden uitgekomen, andere partijen zouden worden gezocht. Tot hoever wil het college gaan en waar ligt de grens? Hij heeft ook een vraag gesteld over de begrotingsafwijking: ,-- die nodig waren om de bouwmogelijkheden voor diverse locatie in het kader van Boxmeer Bouwt te onderzoeken. In de eerste schriftelijke beantwoording zegt het college, dat veel projecten niet verantwoord worden in het Grondbedrijf en dat voor de kosten van inhuur externe deskundigheid geen budget beschikbaar is. Vandaar een overschrijding van het budget wordt gezegd. Op de politieke avond d.d. 14 juni 2007 geeft wethouder Moeskops als antwoord: de ,-- heeft betrekking op het centrum en niet op het klooster. Er wordt een toelichting gevraagd hoe deze kosten zijn opgebouwd en die wordt niet gekregen. In het antwoord van heden zegt het college, dat de inhuur betrekking heeft op projecten die niet door de gemeenten, maar door derden worden ontwikkeld. Als voorbeeld wordt het Hart van Beugen, locatie Van Elk genoemd. Dat de gemeente kosten moet maken voor advisering van projecten snapt hij ook wel, maar vraag is of het 9

10 college de bevoegdheid had dit zo hoog te laten oplopen. Had het college de raad niet eerder moeten informeren of een voorstel moeten doen om middelen beschikbaar te stellen. In haar antwoord zegt het college heden, dat in de door de raad vastgestelde financiële verordening de regels staan tot welke hoogte het college uitgaven mag doen. In art 7 staat: het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld haar wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake investeringen groter dan ,--, aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan ,--. Heeft het college niet in strijd gehandeld met deze verordening, als er sprake is van een overschrijding van maar liefst ,--? Op zijn vraag waarom het TRAL is opgeheven en er zodoende ook geen ondernemers uit de sector recreatie en toerisme meer bij het overleg is betrokken, wordt gezegd dat er een POHO en ambtelijk overleg is gekomen. Vanmorgen was het antwoord: nieuwe initiatieven op het terrein van recreatie en toerisme zijn overwegend particuliere initiatieven. De gemeente kent een overwegend facilitaire rol. Waarom is het TRAL gestopt? Destijds was zelfs de vraag of het TRAL niet uitgebreid moest worden met een gemeente in de kop van Noord-Limburg. Is op dit moment sprake van een structureel overleg met de Boxmeerse ondernemers uit de sector recreatie en toerisme en hoe is de communicatie met de Regio VVV, die eerder altijd aanwezig waren in een overleg van het TRAL? Dhr Van der Zande stelt, dat een overschot van bijna 1 mln voor het boekjaar 2006 voorwaar een mooi resultaat lijkt. Bij nadere beschouwing blijkt de financiële situatie van de gemeente Boxmeer echter minder rooskleurig dan dit resultaat doet vermoeden. Het door de gemeente Boxmeer te vroeg aan de pers vrijgegeven artikel is dan ook voorbarig optimistisch en doet geen recht aan de actuele financiële situatie. Burgers zijn volledig op het verkeerde been gezet en wordt de indruk gegeven, dat er financieel gezien voor de gemeente Boxmeer geen vuiltje aan de lucht is. Om een en ander te doorzien moet een analyse worden gemaakt van de jaarrekening 2006, waaruit blijkt dat de meeste meevallers eenmalig zijn en sommige financiële constructies de jaarrekening oppoetsen, zonder dat Boxmeer hierdoor één euro extra in de knip heeft. In het resultaat voor- en nabestemming valt op: renteopbrengsten Obragas ,-- wat eenmalig is vrijgevallen in 2006, verkoop grond ter waarde van ,--, positief resultaat van het Grondbedrijf ad ,--. Tenslotte is een aantal werkzaamheden ter grootte van ,-- in 2006 niet uitgevoerd. Dit kan toch nauwelijks een meevaller worden genoemd. Deze opvallende posten zijn opgeteld ca 2 mln ofwel tweemaal het rekeningoverschot. Bij de kerngegevens op pag 4 van de Programmarekening 2006 is te zien, dat de totale lasten en vaste schulden van de gemeente Boxmeer met 20% per inwoner zijn gestegen. Totale lasten van 1.529,-- per inwoner naar 1.722,-- per inwoner, hetgeen bijna 200,-- pre inwoner meer betekent. Een vaste schuld van 1.016,-- per inwoner naar 1.211,-- per inwoner, wat ook ongeveer 200,-- per inwoner meer betekent. Dit terwijl de algemene reserves nagenoeg gelijk zijn gebleven: van 1.102,-- per inwoner naar 1.112,-- per inwoner. Conclusie is, dat de lasten in 2006 met ongeveer 20% per inwoner zijn gestegen en de reserves gelijk gebleven. De zorgen die zijn fractie al jaren verkondigt over de steeds maar oplopende schulden waar geen nodige reserveringen tegenover staan, worden door deze jaarrekening alleen maar bevestigd. De vreugde over het positief saldo van de jaarrekening wordt hierdoor behoorlijk getemperd en het zou van moed hebben getuigd, als ook deze zorgen door het college kenbaar zouden zijn gemaakt aan de burgers. Dit zou een eerlijker beeld hebben geschetst naar de burgers in plaats van het ten onrechte roze beeld. Dat ook het college zich langzamerhand zorgen maakt over de financiële ontwikkelingen van de gemeente Boxmeer spreekt uit het bestedingsvoorstel jaarrekening Het verheugt hem, dat na vele jaren strijd op dit gebied het gezonde financiële verstand ook bij het college lijkt te gaan zegevieren, al is het wel wat laat. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Hij refereert aan de discussie tijdens de politieke avond, waarbij de accountantsverklaring van Ernst & Young bij de jaarrekening 2006 aan de orde is gekomen. Ondanks geruststellende woorden maakt hij zich toch zorgen over de zinsnede: Voor wat betreft rechtmatigheid hebben wij een oordeelonthouding afgegeven. De gemeente Boxmeer kan over 2006 in onvoldoende mate aantonen, dat de baten en lasten alsmede de balansmutaties in overeenstemming met wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen. Dit verdient uiteraard directe verbetering voor de toekomst en zoals tijdens de politieke avond afgesproken, wil zijn fractie niet alleen door het college maar ook door de accountant op de hoogte gehouden worden. Men moet zich realiseren, dat de behoedzaamheidsreserve volledig is uitgeput en de reserves in het Grondbedrijf zijn gebaseerd op waardering van niet uitgegeven gronden. Hij is dan ook niet zo optimistisch en euforisch over het resultaat van de jaarrekening Boxmeer, let op uw financiële zaken! 10

11 Dhr Oudenhoven uit zijn complimenten richting college en ambtelijk apparaat voor de jaarrekening. Het resultaat is met ruim ,-- positief hoger dan vooraf ingeschat. Ook de ontwikkeling van de reservepositie ziet er goed uit. Op hoofdlijnen is hij dan ook zeer tevreden over de geleverde prestaties en het financiële resultaat. Deze tevredenheid is echter geen reden behoedzaam achterover te leunen: als iets goed gaat kan er altijd nog verder verbeterd worden. Hij gaat ervan uit, dat het college de bevindingen van de accountant ter harte zal nemen. De oorzaak van het positieve resultaat is deels gelegen in het feit, dat bepaalde activiteiten doorgeschoven worden naar volgend jaar. Het ligt dan ook voor de hand een deel van het resultaat te reserveren om het werk alsnog uitgevoerd te krijgen. Nog beter is het vooraf reëel te zijn in het ambitieniveau en te toetsen of dit in balans is met de middelen en de ambtelijke capaciteit om alles tijdig uitgevoerd te krijgen. De ambtelijke organisatie, zoals te zien op pag 46 van de programmarekening, is in vergelijking met vergelijkbare gemeenten aan de lage kant. Daarnaast zijn nog steeds 7 fte niet ingevuld.. Het ambitieniveau is hoog en er zijn majeure projecten als gemeentehuis, Sterckwijck en een forse woningbouwopgave onder handen. Hij kan zich voorstellen, dat dit tot spanning bij de organisatorische invulling leidt. In de planningmakerij moet ervoor gewaakt wordt, dat niet gestruikeld wordt over de eigen ambities. Een stagnatie in de woningbouw is een bron van zorg. Beweerd wordt, dat dit komt door de bezwaren uit de buurt, maar hoe helder ligt de oorzaak van stagnatie werkelijk in de praktijk? Welk deel van de stagnatie wordt veroorzaakt door onderbezetting van de afdeling c.q. inhuur door externen. Deze externen zijn niet alleen twee- tot viermaal zo duur als het eigen personeel, maar hebben ook een andere betrokkenheid dan de eigen medewerkers. Daarnaast kan tijdens een project eerder gewisseld worden van externen, zodat de continuïteit ook onder druk staat. Hij vraagt het college gegeven de op stapel staande projecten te onderzoeken hoeveel fte structureel noodzakelijk is om de projecten optimaal door de procedure te trekken. Aan de hand daarvan kan het college een voorstel aan de raad doen over een optimale organisatorische invulling met dekkingsvoorstel. Elke politieke partij zou willen, dat er voldoende en tijdig gebouwd wordt naar behoefte. Toch blijkt, dat men ver achterligt op schema. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Naast de ambtelijke capaciteit speelt de weerstand in de omgeving een rol. Met de juiste mensen op de juiste plek kan op klantvriendelijk gerichte wijze gewerkt worden er alles aan te doen om deze weerstand te voorkomen c.q. te verminderen, hetgeen de doorlooptijd flink kan verminderen. Het blijkt, dat als de buurt de hakken in het zand gaat zetten, het vele jaren duurt voor de eerste schop de grond in kan. Bij dit proces zijn louter verliezers: de ontwikkelaar die jarenlang renteverlies leidt, de gemeente die het woningtekort ziet oplopen, de buurt die op kosten gejaagd wordt door procedures en de eigen inwoners voor wie het allemaal bedoeld is, maar die niet naar behoefte aan een woning kunnen komen. Daarbij komt, dat hoe langer een project duurt, hoe moeilijker het wordt. Het afbreukrisico wordt vergroot doordat er kikkers uit de kruiwagen gaan springen. Als projecten worden gedaan met veel weerstand, is de uitvoering lastig, hetgeen blijkt uit de diverse bouwprojecten in Boxmeer. Belangrijk is dat als gekeken wordt hoe plannen passend gemaakt kunnen worden in de omgeving eerst goed geluisterd wordt naar de omwonenden en de gemeente Boxmeer flink gaat doorpakken. Maatwerk leveren als het gaat om het verminderen en voorkomen van onnodige weerstanden. Hij vraagt het college er alles aan te doen om de organisatie en houding zodanig in te richten, dat er slagen gemaakt kunnen worden op het gebied van woningbouw. Dhr Ronnes valt bijna van zijn stoel. Het VDB heeft jarenlang verzocht om substantieel te bezuinigen op het ambtelijk apparaat en efficiënter te werken. Hij hoort nu een heel ander verhaal en vraagt waar dit voortschrijdend inzicht vandaan komt? Op zich kan hij dit wel waarderen, omdat het in de lijn van zijn fractie ligt. Als er mensen nodig zijn, moet ervoor gezorgd worden dat er mensen zijn. Dhr Oudenhoven is tot de conclusie gekomen, dat stagnatie van diverse projecten grotendeels te maken heeft met het tekort aan ambtelijke capaciteit. Misschien kan dit beschouwd worden als voortschrijdend inzicht. Mw Hendriks vraagt of de discussie nu gaat over de jaarrekening of over het woningbouwprogramma of iets dergelijks. De voorzitter wijst erop, dat het gaat over de algemene beschouwingen ten aanzien van de jaarrekening. Dhr Oudenhoven wijst erop, dat bij de algemene beschouwingen door de raad is afgesproken, dat het college in april 2007 terug zou komen op de startersregeling. Hierover is nog niets vernomen en hij vraagt deze afspraak na te komen. Zijn standpunt over de risico s in de grondexploitatie ligt dichtbij dat van dhr Van der Zande. Zoals de accountant terecht heeft opgemerkt, dienen te verwachten verliezen genomen te worden op het moment dat zij voorzienbaar zijn. Ten aanzien van Sterckwijck en centrumplan is verwachting, dat deze met een negatieve exploitatie zullen sluiten. Het ligt voor de hand, dat hiervoor voorzieningen getroffen hadden moeten worden. Het verbaast hem, dat er geen actuele exploitatieopzetten en kostprijscalculaties voorhanden zijn voor dergelijke majeure projecten. Hij zou dan ook graag zien, dat de kostprijscalculaties op redelijke termijn geactualiseerd en 11