Steller: F.W.F. Tierie Datum: 30 september akkoord opmerking Portefeuillehouder: wethouder Slenter

Transcriptie

1 Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel Fax (0113) Advies B&W Onderwerp: Aanbieden beleidsnota Participatiewet, verordening re-integratie en tegenprestatie en handhavings- en afstemmingsverordening Afd. Beleid & Projecten Steller: F.W.F. Tierie Datum: 30 september 2014 Nummer akkoord opmerking Portefeuillehouder: wethouder Slenter Leidinggev. Behandelen OR: Controller Beh. in informatieve raad van: 16 oktober 2014 Overleg met: Beh. in besluitvorm. raad van: 30 oktober 2014 Afd. Middelen Behandelen als: voorstel Afd. Beleid a.v.k. akk. bespr. Afd. Beheer Secretaris Afd. Dienstverl. Burgemeester Stafafd. BMO A.P.L.M. Slenter Financiële consequenties: Ja P.L. de Putter Dekking binnen begroting: A.G. van der Maas Verordening gecheckt: Mandataris Besluit d.d. conform advies: Voorstel Het college besluit om in te stemmen met de beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen, de verordening re-integratie en tegenprestatie en de handhavings- en afstemingsverordening en deze stukken ter besluitvorming aan te bieden aan de gemeenteraad.

2 Inleiding Hierbij treft u de beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen, de verordening re-integratie en tegenprestatie en de handhavings- en afstemmingsverordening aan. U wordt geadviseerd om deze stukken vast te stellen ter voorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet per 1 januari In de algemene toelichting treft u een aantal hoofdlijnen van de Participatiewet aan en wordt ingegaan op de inhoud van de vast te stellen stukken. Deze stukken zijn gezamenlijk voorbereid met de gemeenten in de Bevelanden en Tholen. De stukken zijn aan de orde geweest in het managementoverleg sociale zaken Oosterschelderegio (MOSZ) en in het portefeuillehoudersoverleg sociale zaken Oosterschelderegio. Tenslotte zijn de stukken aan de orde geweest in de cliëntenraad WWB voor de Bevelanden. Bijgaand treft u hun advies aan; in de algemene toelichting wordt een concept-reactie gegeven. Na besluitvorming over deze stukken wordt de cliëntenraad geïnformeerd. Toelichting Inleiding over Participatiewet Per 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Om die reden wordt u de beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen en de verordening re-integratie en tegenprestatie en handhavings- en afstemmingsverordening aangeboden. De verordeningen zijn aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving. De verordeningen zijn uniform opgesteld voor de Bevelanden en Tholen. Waar mogelijk, is het bestaande beleid overeind gebleven. Participatiewet Per 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Deze wet vervangt de Wet Werk en Bijstand (WWB). Aanleiding hiervoor was de behoefte aan één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Onder "onderkant" wordt verstaan iedereen die werkzoekend is, eventueel een arbeidsbeperking heeft en geen aanspraak (meer) kan maken op een werknemersverzekering zoals de WW, WIA, WAO of Wajong van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De wet is van toepassing op de mensen die voorheen in aanmerking kwamen voor een WWBuitkering of voor een indicatie sociale werkvoorziening. Daarnaast is de wet van toepassing op jongeren met een arbeidsbeperking en arbeidsvermogen. Jongeren met een arbeidsbeperking die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, komen nog steeds in aanmerking voor een Wajong-uitkering van het UWV.

3 Baanafspraken Het doel van de wet is mensen met een zwakke arbeidsmarktpositie te ondersteunen bij het vinden van werk. Hiertoe zijn er in het Sociaal Akkoord baanafspraken gemaakt met de sociale partners. Werkgevers in de markt en overheid staan met ingang van 2014 garant voor het in dienst nemen van een aantal mensen met een arbeidsbeperking. Voorwaarde is dat deze mensen door hun beperking niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Landelijk loopt het aantal banen op tot in totaal in Voor de Oosterschelderegio zijn dit circa banen. Wordt hier onvoldoende gevolg aan gegeven door de werkgevers, dan wordt dit alsnog verplicht gesteld in een quotum. Loonwaarde Het gevolg van een arbeidsbeperking kan zijn dat iemand een beperkt verdienvermogen heeft en daarom een verminderde loonwaarde. De gemeenten ontvangen middelen om de werkgever te compenseren voor de beperkte loonwaarde. Dat gebeurt met een loonkostensubsidie. Dit middel kan ingezet worden voor mensen met een loonwaarde tot maximaal 100% van het wettelijk minimumloon voor de gehele gemeentelijke re-integratiedoelgroep. De werkgever moet het meerdere betalen (het verschil tussen de loonkostensubsidie en de werkelijke kosten). Daarnaast ondersteunt de gemeente de werkgever bij de plaatsing, begeleiding en ziekteverzuim. Regionaal Werkbedrijf Gemeenten moeten verplicht samenwerken met andere gemeenten, het UWV, de sociale werkvoorziening, werkgevers en werknemersorganisaties binnen de arbeidsmarktregio (Zeeland) in een zogeheten Regionaal Werkbedrijf. Dit dwingt de deelnemers hun arbeidsmarktbeleid op elkaar af te stemmen en voorkomt dat partijen elkaar onderling beconcurreren ten koste van de werkzoekende en de economische groei. Het Regionaal Werkbedrijf wordt een bestuurlijk platform waar plaatsing- en begeleidingsafspraken worden vastgelegd in een arbeidsmarktagenda. Voor de provincie Zeeland komt er één Regionaal Werkbedrijf (netwerkstructuur). Binnen dit Werkbedrijf worden nadere afspraken gemaakt over ondermeer de garantiebanen, het in te zetten loonwaardeinstrument en de no-riskpolis. Sociale werkvoorziening De instroom in de sociale werkvoorziening (SW) stopt met ingang van 1 januari De mensen die nu al in de sociale werkvoorziening werken, behouden hun baan en pensioenrechten.

4 De gemeente is verplicht deze voorziening in stand te houden, maar ontvangt daarvoor minder middelen. Daarnaast ontvangt de gemeente middelen voor het aanbieden van beschut werk met loonkostensubsidie aan de nieuwe instroom per 1 januari Naar verwachting zal een derde van de nieuwe instroom sociale werkvoorziening hiervoor in aanmerking komen. De doelgroep die voorheen in zou stromen in de sociale werkvoorziening en nu geen aanspraak kan maken op beschut werk, zal regulier aan het werk geholpen moeten worden met loonkostensubsidie (garantiebanen). Het afsluiten van de WSW en de afname van het rijksbudget leidt ertoe dat de gemeentebesturen in de gemeenschappelijke regeling "De Betho" in 2015 een keuze moeten maken. Bepaald moet worden of en welke rol in de uitvoering "De Betho" in de toekomst gaat vervullen. Wajong Vanaf 1 januari 2015 komen jongeren met een arbeidsbeperking en arbeidsvermogen in aanmerking voor ondersteuning bij het vinden van werk en een inkomen op grond van de Participatiewet. Jongeren die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn kunnen, net als voorheen, een Wajong-uitkering aanvragen bij het UWV. Op grond van de Participatiewet kan de beperkte loonwaarde van jongeren met een arbeidsbeperking met loonkostensubsidie gecompenseerd worden. Daarnaast komen zij in aanmerking voor werkplekaanpassing en een individuele studietoeslag als ze studeren en studiefinanciering ontvangen. Voor deze jongeren is het immers lastiger om werk en studie te combineren. WWB-maatregelen Het motto van de Participatiewet is: Iedereen doet mee. Om dit te realiseren worden de arbeidsverplichtingen en maatregelen, die in het kader van de Wet werk en bijstand werden opgelegd,aangescherpt. Daarnaast zijn de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand beperkt en wordt de uitkeringsnorm berekend op basis van het aantal mensen met wie de kosten binnen het huishouden gedeeld kunnen worden. Ook kan er van mensen een tegenprestatie gevraagd worden. De tegenprestatie houdt in dat men gedurende een afgebakende periode maatschappelijk nuttige werkzaamheden verricht. Beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen De beleidsnota geeft inzicht in wat er op de gemeenten afkomt bij het uitvoeren van de Participatiewet.

5 De gemeenten hebben de verplichting om een Regionaal Werkbedrijf te realiseren in de arbeidsmarktregio. In Nederland zijn er 35 arbeidsmarkregio s en Zeeland wordt gezien als één arbeidsmarktregio. Het begrip Regionaal Werkbedrijf is verwarrend aangezien het in Zeeland niet om een bedrijf gaat maar om een netwerkstructuur. In de beleidsnota wordt geconstateerd dat de feitelijke uitvoering van de werkgeversbenadering op subregionaal niveau plaatsvindt. De Oosterschelderegio, Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen hebben immers allen hun eigen uitvoeringsstructuren die wezenlijk verschillend van elkaar zijn (denk aan Orionis). De verschillende regio s gaan met elkaar samenwerken door bijvoorbeeld de werkgeversvoorzieningen op elkaar af te stemmen, gezamenlijk invulling te geven aan de garantiebanen en te komen met één marktbewerkingsplan voor Zeeland in het kader van de werkgeversbenadering; dat gebeurt in overleg en in afstemming met UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties en onderwijs. Duidelijk is dat de gemeenten de Participatiewet moeten uitvoeren met aanzienlijk minder middelen. Op het klassieke re-integratiebudget wordt circa 11% bezuinigd. Het budget voor de nieuwe doelgroep, jonggehandicapten met verdiencapaciteit, is niet bijster groot ( ,- voor de Bevelanden), terwijl het gaat om een doelgroep die veel begeleiding nodig heeft (arbeidsintensief). Daar komt nog bij dat ook op de budgetten sociale werkvoorziening behoorlijk wordt bezuinigd. Hierdoor zijn de gemeenten genoodzaakt om creatief maar ook selectief om te gaan met de beschikbare middelen. Door de stop op de instroom in de sociale werkvoorziening en door de bezuinigingen zijn de gemeenten genoodzaakt om zich te heroriënteren op de toekomst van het sociaal werkvoorzieningsbedrijf (in ons geval de Betho). Tijdens de informatiebijeenkomst Participatiewet van 30 juni 2014 zijn vier ontwikkelingsrichtingen voor de Betho genoemd, namelijk afbouw, status quo, uitbreiden met re-integratie en uitbreiden met participatie. Er is gekozen om in 2015 door te gaan met de bestaande activiteiten, dat wil zeggen de uitvoering van sociale werkvoorziening en beschut werken en B-flex (werkervaring met behoud van uitkering voor WWB-ers). Deze status quo geeft de tijd om een goed gefundeerde en weloverwogen keuze te maken voor het toekomstscenario voor de Betho. Planning is dat vóór 1 januari 2015 de scenario s van status quo en afbouw worden doorgerekend. De Betho heeft aangegeven de bezuinigingen op de Wsw tot 2020 op te kunnen vangen zonder een extra gemeentelijke bijdrage te vragen.

6 Verordening re-integratie en tegenprestatie In de verordening re-integratie en tegenprestatie is vastgelegd welke voorzieningen de gemeente, in afstemming met de partners binnen het Werkbedrijf, tenminste in zal zetten om de doelgroep naar werk te begeleiden. De Participatiewet schrijft voor dat een aantal voorzieningen zoals scholing en opleiding en beschut werk moeten worden opgenomen in de verordening. Om de werkgever te ontzorgen kan een no-riskpolis afgesloten worden of een loonkostensubsidie worden verstrekt. Nieuwe voorzieningen zijn beschut werk en de no-riskpolis. Al deze voorzieningen zijn gericht op het ontzorgen van de werkgever. Beschut werk is bedoeld voor mensen met een beperkte loonwaarde van wie is vastgesteld dat de begeleidingsbehoefte zodanig is dat niet van een reguliere werkgever verwacht kan worden dat hij diegene in dienst neemt. Voor deze doelgroep fungeert de overheid als werkgever. Dit is de doelgroep die door De Betho groepsgewijs dan wel individueel bediend wordt. Vergoeding van de no-riskpolis voor de doelgroep verkleint eveneens het ondernemersrisico en vergroot daarmee de kans op werk van de doelgroep. Het inzetten van een re-integratievoorziening is individueel maatwerk. Een belangrijk aandachtspunt in deze is verdringing. Voorkomen moet worden dat werkaanvaarding van de één leidt tot het ontslag van de ander. Onderdeel van de verordening is het vragen van een tegenprestatie. Er is nadrukkelijk voor gekozen om de tegenprestatie te integreren in het re-integratiebeleid. Zo ontstaat een breed aanbod aan mogelijkheden van re-integratie, sociale activering, vrijwilligerswerk en mantelzorg met behoud van uitkering en tegenprestatie. Belangrijk in het beleid m.b.t. de tegenprestatie is dat de uitkeringsgerechtigde zelf wordt gevraagd om actie te ondernemen en zelf iets te zoeken; pas als dat niet lukt, gaat de gemeente een invulling geven. In de verordening re-integratie en tegenprestatie is nog geen concrete invulling gegeven aan het loonwaarde-instrument en aan de no-risk-polis; de invulling daarvan wordt in het kader van de arbeidsmarktregio (Zeeland) voorbereid en daar zijn nog geen definitieve keuzes gemaakt. Deze onderdelen komen terug in een specifieke verordening die uiterlijk in december moet zijn vastgesteld. Er is voor gekozen om hier niet op te wachten om zodoende geen vertraging op te lopen in het vaststellen van het voorliggende beleid. Handhavings- en afstemmingsverordening In de handhavings- en afstemmingsverordening is opgenomen welke korting er plaatsvindt op de uitkering als iemand zich niet houdt aan de verplichtingen om werk te vinden of te behouden. Nieuw in deze verordening is dat er ook een maatregel wordt opgelegd als iemand niet meewerkt aan de tegenprestatie.

7 Er is een beperkte beleidsvrijheid. Voor een deel bepaalt de wetgever de hoogte van de maatregelen, namelijk bij het niet nakomen van de zogeheten geüniformeerde arbeidsverplichtingen. Voor het overige bepaalt de gemeente de hoogte van de maatregelen en daarbij is zo veel mogelijk aangesloten bij het bestaande beleid. Bedoeling van de maatregelen is dat ze leiden tot een gedragsverandering (zich wel aan de regels houden). Advies cliëntenraad Op 22 september 2014 heeft de cliëntenraad WWB de Bevelanden onderstaand advies uitgebracht naar aanleiding van de bespreking van de stukken in de vergadering van de cliëntenraad van 10 september De cliëntenraden WWB van bovengenoemde gemeenten hebben in een gezamenlijke vergadering de volgende stukken besproken: A: Kadernota Participatiewet (Bevelanden/Tholen). B: Conceptverordening re-integratie. C: Conceptverordening handhaving en afstemming. D: Concept beleidsregels re-integratie. Na bestudering waarbij gebruik is gemaakt van modelverordeningen VNG, commentaren Landelijke Cliëntenraad en verordeningen van andere gemeenten zijn we tot de conclusie gekomen dat bovengenoemde regelingen de toets der kritiek kunnen doorstaan. Echter het is ons niet gelukt tot een eensluidend advies te komen. Het regeringsbeleid omtrent de Participatiewet is hiervan de oorzaak. Dit betekent het volgende: De cliëntenraad van de gemeente Kapelle/Reimerswaal onthoudt zich van advisering om de volgende reden: 'Het stemt heel triest dat de overheid zo omgaat met de burgers die van de overheid afhankelijk zijn. De cliëntenraad Kapelle/Reimerswaal wenst op geen enkele wijze medeverantwoordelijk te zijn voor bovengenoemde nota s.' De cliëntenraden van Borsele en Goes/Noord-Beveland kunnen hiervoor begrip opbrengen. Zij zijn echter van mening dat door het aanvaarden van de Participatiewet de democratische weg is bewandeld en zij in het belang van hun cliënten wel een advies uit moeten brengen. Aanbevelingen: Kadernota Participatiewet De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland adviseren positief over deze kadernota. Hierbij plaatsen de cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland de kanttekening dat de theorie kan afwijken van de praktijk. Onze grootste zorgen gaan hierbij dan ook uit naar de uitvoering van deze kadernota. De cliëntenraden Borsele en Goes/ Noord-Beveland vrezen dat er niet genoeg arbeidsplaatsen zijn voor de aankomende Wajongers, goedgekeurde WSW-ers en beschut werkers.

8 Daarbij hebben deze groepen bij re-integratie voorrang op de WWB-ers. De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland willen dat de gemeenten bij het zorgvuldig helpen aan werk van bovenstaande groepen ook oog hebben voor mogelijke verdringing. De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland maken zich zorgen over de plaatsen beschut werken die de gemeenten bij het bedrijfsleven willen creëren. In het bijzonder over de match tussen de gecreëerde werkplekken en de beperkingen van deze groep. Het zou kunnen voorkomen dat sommige mensen uit deze groep geen plek kunnen krijgen omdat hun beperkingen en de mogelijke aanpassingen niet aansluiten op de banen die er zijn. De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland willen dat de gemeenten hier scherp op letten. Dientengevolge vragen de cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland zich af hoe de gemeenten omgaan met de mensen uit de groep beschut werken waarvoor geen werk beschikbaar is, vooral omdat gemeenten de plicht hebben deze mensen aan het werk te helpen. Tot slot vragen de cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland de gemeenten om vanwege het gebrek aan middelen vooral in te zetten op creativiteit, en daartoe een open houding te hebben naar ideeën van buitenaf. Conceptverordening re-integratie Participatiewet Door het algemene karakter van deze verordening, die benodigd is vanwege het richten op maatwerk door gemeenten, hangt ook bij dit stuk veel af van de uitvoering. De cliëntenraden Borsele en Goes/ Noord-Beveland gaan ervan uit dat de gemeenten hierin zorgvuldig te werk gaan, en zijn blij met de milde invulling van deze verordening in vergelijking met de aanbevelingen van de VNG. In deze verordening wordt gezegd dat geen tegenprestatie zal worden gevraagd aan diegenen die genoodzaakt zijn tot mantelzorg. Voor de definitie van mantelzorg wordt aansluiting gezocht bij het protocol Gebruikelijke Zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg. Dit protocol maakt onderscheid in wat gebruikelijke zorg is, en wat onder de AWBZ valt. Door het grotendeels overhevelen van AWBZ-taken naar gemeenten en het vervangen van een CIZ-indicatie door een keukentafelgesprek zal dit protocol ook veranderen. De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland vragen zich af hoe de gemeenten haar definitie van mantelzorg hierop gaan afstemmen. De cliëntenraden Borsele en Goes/ Noord-Beveland vinden het curieus dat de participatieplaats niet in het nieuwe re-integratiebeleid wordt opgenomen, vooral gezien het feit dat dit een regeling is waarbij cliënten recht hebben op een premie, en vragen hierover opheldering. Conceptverordening handhaving en afstemming De nieuwe wetgeving biedt gemeenten weinig ruimte voor eigen beleid. De cliëntenraden Borsele en Goes/Noord-Beveland vinden het prettig te zien dat de gemeentelijke beleidsvrijheid die er binnen dit stuk wetgeving wel is relatief mild is ingevuld, en hebben hier verder geen opmerkingen over. Concept beleidsregels re-integratie Omdat het hierbij gaat om landelijke beleidsregels en er geen ruimte is voor veranderingen nemen de Cliëntenraden Goes en Noord-Beveland en Borsele deze regels over.

9 Reactie op advies van de cliëntenraad De voorgestelde reactie op het advies van de cliëntenraad is als volgt. Allereerst stellen we het op prijs dat de cliëntenraad in korte tijd heeft kennis genomen van een aanzienlijke hoeveelheid stukken en binnen korte tijd is gekomen tot advisering. Wij bedanken daarbij de cliëntenraad voor zijn positief-kritische opstelling. Inhoudelijk is de reactie als volgt. Wij delen de zorgen van de cliëntenraad ten aanzien van het beschikbaar komen van voldoende arbeidsplaatsen voor kwetsbare doelgroepen. Er bestaat inderdaad een risico op verdringing bij de invulling van garantiebanen in de zin dat arbeidsgehandicapten voorrang krijgen op andere groepen vanwege de baanafspraken en een dreigende Quotumwet. Wij zullen hierop alert zijn in onze werkgeversbenadering en daarin aandacht besteden aan een evenwichtige verdeling van de aandacht over de verschillende doelgroepen. Overigens is het wel de werkgever die de selectie maakt en uiteindelijk beslist over het wel of niet aannemen van een kandidaat. Wat betreft beschut werken gaan we er van uit dat de Betho dit voor de gemeenten in de Bevelanden gaat uitvoeren. De Betho heeft ruime ervaring met het plaatsen van een (zeer) kwetsbare doelgroep op arbeidsplaatsen en wij hebben er dus vertrouwen in dat de Betho beschut werken op een zorgvuldige en adequate wijze zal uitvoeren. We gaan ervan uit dat degenen die in aanmerking komen voor beschut werken voor het overgrote deel een arbeidsplaats via de Betho krijgen. Mocht de match echt niet mogelijk zijn, dan zullen we kijken naar alternatieven in de zin van een zinvolle dagbesteding (met behoud van uitkering). Wij zijn inderdaad vanwege de beperkte middelen genoodzaakt om creatief maar ook selectief om te gaan met de beschikbare middelen. Bij de inzet van middelen zal nadrukkelijk worden gekeken naar de effectiviteit. Wij staan daarbij zeker open voor ideeën van buitenaf en nodigen partijen ook uit om met ons mee te denken. Wat betreft de tegenprestatie en mantelzorg is de verwachting dat de definitie van mantelzorg zoals opgenomen in de toelichting op de verordening re-integratie en tegenprestatie overeind zal blijven. Het gaat immers om de omschrijving van het begrip gebruikelijke zorg en de verwachting is dat deze ook in 2015 en verder kan worden gehanteerd.

10 Mochten de gemeenten overgaan tot een wezenlijk andere invulling van het begrip gebruikelijke zorg, dan moet de toelichting op dit punt worden gewijzigd. Er is een duidelijke reden waarom de participatieplaats niet is opgenomen in de verordening reintegratie en tegenprestatie. De belangrijkste motivering is dat deze voorziening geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van alle reeds beschikbare voorzieningen in de verordening; met name de werkervaringsplaats zoals beschreven in artikel 5 van de verordening biedt de doelgroep voldoende mogelijkheden om werkervaring op te doen met behoud van uitkering; daar voegt een participatieplaats niets aan toe. Verder is overwogen dat het verstrekken van een premie voor deelname aan een re-integratievoorziening niet gewenst is. Deze overweging is medio 2012 ook al gemaakt bij de aanpassing van het re-integratiebeleid en staat nog steeds overeind. Belangrijkste redenen zijn dat een premie nauwelijks een rol speelt bij het komen tot werkaanvaarding, dat het gaat om gedragingen die een uitkeringsgerechtigde op grond van de wet verplicht is om te doen en die ook van hem of haar mogen worden verwacht (zonder geldelijke beloning) en het feit dat de re-integratiemiddelen schaars zijn. Argumenten bij beslispunt Aan u wordt geadviseerd om de beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen, de verordening re-integratie en tegenprestatie en de handhavings- en afstemmingsverordening vast te stellen ter voorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet. Communicatie Zie vervolg Financiën In de beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen zijn indicaties gegeven van de beschikbare middelen voor re-integratie en sociale werkvoorziening. Er zal nog een uitvoeringsplan 2015 worden opgesteld voor WIZ de Bevelanden waarin de inkomsten en uitgaven op het gebied van werkdeel, inkomensdeel en sociale werkvoorziening zijn opgenomen. Aanbieding van het uitvoeringsplan is voorzien in december 2014.

11 Mogelijke risico s Het grootste risico van uitvoering van de Participatiewet zijn de beperkte budgetten. De dienstverlening kan hierdoor onder druk komen te staan en dat kan gevolgen hebben voor de in- en uitstroom op het gebied van uitkeringen en de uitgaven aan uitkeringen. Een ander risico is dat er onvoldoende banen beschikbaar komen voor de doelgroepen en dat concurrentie tussen doelgroepen een negatief effect heeft op het beschikbaar stellen van de banen. Voor een groot deel zijn de gemeenten daarin afhankelijk van werkgevers. De gemeenten kunnen de werkgevers in hun werkgeversbenadering positief stimuleren en verder ook zelf het goede voorbeeld geven ten aanzien van werkgelegenheid voor gemeentelijke doelgroepen. Verder is een goede samenwerking tussen de betrokken partijen (zoals UWV) belangrijk waarin partijen transparant zijn in hun acties en activiteiten en elkaar ook iets gunnen in plaats van elkaar te beconcurreren. Juridische aspecten Vaststelling van verordeningen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Eventuele beleidsregels die voortvloeien uit de verordeningen zullen worden vastgesteld door het bestuur van de GR de Bevelanden in januari Hiervoor is een delegatiebesluit noodzakelijk waarin de colleges van B&W hun uitvoerende bevoegdheden op het gebied van werk, inkomen en zorg integraal overdragen aan het bestuur van de GR de Bevelanden. Vervolg De beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen, de verordening re-integratie en tegenprestatie en de handhavings- en afstemmingsverordening worden aan het college van B&W voorgelegd door middel van dit collegevoorstel. Deze stukken worden vervolgens aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Planning is dat de stukken worden behandeld in de informatieve raad van 16 oktober 2014 en in de besluitvormende raad van 30 oktober Bepalingen over het loonwaarde-instrument en de no-risk-polis worden in een specifieke verordening aangeboden ter vaststelling vóór 1 januari Bijbehorende beleidsregels (re-integratie) worden vastgesteld door de GR de Bevelanden in januari Bijlagen - beleidsnota Participatiewet Bevelanden en Tholen; - verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet 2015; - handhavings- en afstemmingsverordening Participatiewet 2015.