De heer Van Schijndel, projectleider Zenderexpres mevrouw De Wit, ouder

Transcriptie

1 Verslag vergadering opiniekamer Opiniekamer: Cluster Samenleving Vergaderdatum: 1 november 2011 Plaats: raadzaal, Stadhuis Tijd: tot uur Voorzitter: de heer H.C.V. Veldhuijsen Raadsgriffier: de heer J.A.M. Kleene Telefoonnummer: Notulist: de heer C. During (MKW secretariaatsservices) Aanwezig: Tevens aanwezig: de heer M. Claus (LDIJ) mevrouw C. Cornelissen (CDA) de heer H. ter Horst (PvdA) de heer B.W. van der Horst (VVD) de heer J. Huizinga de heer A. Kwakkel (CDA) de heer R.J. Leutscher (LDIJ) mevrouw A.T. de Neijs-van Rossum (PvdA) mevrouw A.M.P.M. van Noort-van der Lugt (VVD) de heer R.H. Pape (ChristenUnie) de heer J.J. Pel (D66) mevrouw A.M Poppe (SP) de heer R.J. Rehatta (GroenLinks) de heer J.N.M. van Well (SP) wethouder M.J.T.G van Beukering-Huijbregts wethouder F.J.L.M. Cremer wethouder R.G. de Vries De heer Van Schijndel, projectleider Zenderexpres mevrouw De Wit, ouder 1. Inventarisatie thema's en sprekersplein en bepalen orde van dienst De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 2. Vaststellen verslag Clustervergadering Samenleving d.d. 27 september 2011 De naam van de heer Rehatta was onjuist gespeld. Het verslag wordt met inbegrip van deze wijziging vastgesteld. 3. Ingekomen stukken Mevrouw De Wit licht het ingekomen stuk van de Werkgroep ' Behoud peuterspeelzalen IJsselstein' toe. De zorgen bij de ouders over de gevolgen van het wegvallen van de peuterspeelzalen zijn groter geworden nu blijkt dat het geboden alternatief voor een groot deel van de ouders onbetaalbaar en kwalitatief onvergelijkbaar is, te weten peuteropvang bij commerciële kinderopvangorganisaties. Vooral voor ouders die geen recht hebben op een kinderopvangtoeslag stijgen de kosten drie tot zes keer ten opzichte van het huidige bedrag. Waar bij de peuterspeelzaal nog sprake is van een pedagogische aanpak, ligt bij de commerciële organisaties de nadruk op verzorging en opvang. De peuterspeelzaal bereidt de kinderen voor op de basisschool en heet niet voor niets voorschool. Daarnaast heeft de peuterspeelzaal een signaalfunctie; de ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd. Door goede overdracht naar de basisschool wordt een vloeiende ontwikkeling van het kind gewaarborgd. 1

2 Het aantal peuterspeelzaalkinderen is teruggelopen, waarbij de verlaging van de ouderbijdrage een grote rol heeft gespeeld. Op dit moment maken 123 kinderen gebruik van de peuterspeelzalen. In den lande zijn er ontwikkelingen om in de zogenoemde brede school kinderen vanaf drie jaar onderwijs aan te bieden. Ook in IJsselstein wordt dit door schoolbesturen onderzocht. Deze integratie heeft de voorkeur van de werkgroep, maar dat is niet al per 1 januari 2012 te realiseren. Ook het directieberaad van de scholen maakt zich zorgen over het wegvallen van de peuterspeelzalen. Bepaalde peuters dreigen buitengesloten te worden. Het POS heeft aangegeven de subsidie voor de beperkte overgangsperiode beschikbaar te blijven stellen. De IJsselveldgroep voor kinderen met een achterstand die niet onder VVE vallen, gaat maximaal twee jaar door; volgens Pulse is het een afbouwgroep. Voor deze kleine groep is een subsidie beschikbaar gesteld van ,00, wat voor vijftien peuters 2.000,00 per peuter is. Volgens berekeningen blijft er van de ,00 subsidie van 2011 nog een bedrag van ,00 over dat bestemd is voor de peuterspeelzalen. Omdat er van de twaalf groepen nog maar zeven over zijn, is er voor 2012 drastisch minder subsidie nodig. Als iedereen water bij de wijn doet, kan er wellicht een wijze gevonden worden waarop wel kan worden doorgegaan. Een peuterspeelzaal is geen opvang maar een belangrijke opstap naar het basisonderwijs. Commerciële opvang is meer gericht op veiligheid, op verschonen en vermaak van kinderen dan op cognitieve en emotionele ontwikkelingen van de kinderen, en is meer een praktische oplossing dan een waardevolle bijdrage aan de voorbereiding op het basisonderwijs. Mevrouw De Neijs vindt het jammer dat het geluid van de ouders nu pas gemeld wordt. Waarom komen ook de directeuren van de scholen pas nu in actie? Mevrouw De Wit antwoordt dat Pulse de ouders heeft voorgehouden dat zij niets hoefden te doen. Pulse zou het sluiten van de peuterspeelzalen bevechten. In plaats daarvan heeft men alleen maar geprobeerd zo veel mogelijk kinderen voor de eigen organisatie te winnen. De nieuwe directeur van de scholengemeenschap is gestart met een onderzoek en de directeuren van de basisscholen zijn in afwachting van dit onderzoek. Dit adviesrapport wordt medio december 2011 verwacht. Mevrouw Van Noort vraagt of mevrouw De Wit iets meer kan vertellen over de subsidie van POS. Mevrouw De Wit citeert de notitie Keuze toekomst peuterspeelzaalwerk: "Gezien de landelijke tendens voor peutergroepen op het basisonderwijs zou de subsidie voor een beperkte overgangsperiode beschikbaar moeten blijven." Het gaat hierbij niet om subsidie vanuit de scholen maar vanuit de gemeente. De heer Rehatta wil weten of het mogelijk is om een overgangsfase te creëren. Wethouder Van Beukering kan hierop geen antwoord geven. Het college is geen uitvoerende partij, maar een subsidiërende. Het was beter geweest wanneer deze vraag in mei 2011 was gesteld. Mevrouw Poppe weet dat het subsidiebedrag niet volledig is gebruikt. Is het mogelijk om dit geld beschikbaar te stellen voor het continueren van de peuterspeelzalen in afwachting van het onderzoek? Hoe staat het met de mogelijkheid om peuterspeelzalen in een brede school onder te brengen? Wethouder Van Beukering zal bekijken of het geld beschikbaar gesteld kan worden. De aanname dat het een overgangsperiode is totdat de scholen het gaan overnemen, is echter onjuist. De mogelijkheid van peuterspeelzalen door scholen wordt meegenomen in het onderzoek, maar het staat niet op voorhand vast dat dit daadwerkelijk gaat gebeuren. Het college neemt niet het voortouw voor brede scholen, dat doen de scholen zelf. De heer Pape vraagt hoeveel kinderen extra ondersteuning nodig hebben om mee te kunnen draaien in de basisschool. Hoe kunnen die signalen worden opgevangen zonder de peuterspeelzalen? Welke impact heeft het wegvallen van deze signalering? Mevrouw De Wit weet niet hoeveel kinderen extra ondersteuning krijgen. Het consultatiebureau heeft ook een signalerende functie, maar ziet de kinderen maar op een enkel moment. Zonder signalering worden de problemen bij de basisschool neergelegd. 2

3 De heer Leutscher wil weten hoeveel kinderen last hebben van het wegvallen van de peuterspeelzalen. Mevrouw De Wit antwoordt dat er op dit moment acht groepen zijn van ongeveer zestien kinderen, wat neerkomt op 123 kinderen. Het is echter wel bekend dat veel ouders in de toekomst graag gebruikmaken van de peuterspeelzalen. De heer Van der Horst wil weten of alle partijen benaderd zijn die het in IJsselstein kostenneutraal kunnen overnemen. Wethouder Van Beukering bevestigt dit. Op 1 februari 2011 heeft de gemeente een overleg gevoerd met alle gangbare partijen. Mevrouw De Neijs wil weten of overwogen is om de ouderlijke bijdrage enigszins te verhogen, waardoor de subsidie naar beneden kan. Mevrouw De Wit antwoordt dat Pulse dit nooit heeft onderzocht. Mevrouw Cornelissen vraagt of een verordening conform de Wet OKE nodig is voor peuteropvang. De ambtelijke ondersteuning merkt op dat een verordening niet nodig is voor een kinderdagverblijf. De verordening heeft betrekking op peuterspeelzaalwerk. Een eventuele verstrekking hiervan levert geen problemen op en is snel te regelen mocht de raad besluiten door te gaan met peuterspeelzalen. De voorzitter constateert dat eenieder zich kan vinden in het afdoeningvoorstel. 4. Aandachtspuntenlijst Wethouder Van Beukering meldt dat de rapportage 'Werken aan bruggen' gereed is en verstuurd zal worden. Wethouder De Vries ondervindt vertraging met betrekking tot het pand van Pulse omdat de inbreng van derden wat langer op zich laat wachten. De voorzitter constateert dat de twee aandachtspunten blijven staan. 5. Conceptsubsidieoverzicht 2012 Mevrouw Van Noort heeft vragen over de wijze waarop sommige berekeningen tot stand zijn gekomen. Er wordt gesteld dat er een inflatiecorrectie van 1% is geweest, maar in meerdere gevallen wordt er meer opgenomen dan wordt gevraagd. Ook zijn er bedragen uit het subsidieoverzicht verdwenen terwijl er wel beleid op is afgesproken, zoals de voorziening voor de allochtone zorgconsulent. Wethouder De Vries antwoordt dat ongewijzigde aanvragen ambtshalve zijn opgeplust met de inflatiecorrectie. Voor iedere afwijking moet een specifieke toelichting gegeven kunnen worden. In zijn algemeenheid kan hij er dan ook niets over zeggen. Mevrouw Van Noort geeft een voorbeeld: voor S018 wordt niets gevraagd, maar wordt wel opgenomen in het subsidieoverzicht. De ambtelijke ondersteuning legt uit dat deze subsidieaanvraag niet op tijd binnengekomen was. Het was echter een dermate relevante voorziening dat het toch is opgenomen. De zorgconsulent werd betaald vanuit tijdelijk geld dat er niet meer is. Er wordt onderzocht hoe dit alsnog gefinancierd kan worden. Met Pulse is afgesproken toe te gaan naar beleidsgestuurde contractfinanciering. Daardoor hanteert Pulse nog maar één uurtarief, waardoor sommige bedragen omhoog zijn gegaan en andere weer omlaag. Het totale bedrag voor Pulse is hetzelfde gebleven, opgeplust met de inflatiecorrectie. Dit maakt het nu nogal ondoorzichtig, maar in 2012 zal dat anders worden. Mevrouw De Neijs wil weten of het bedrag dat voor de bibliotheek als incidentele subsidie beschikbaar wordt gesteld bovenop de exploitatiesubsidie eenmalig is. 3

4 De ambtelijke ondersteuning legt uit dat dit bedrag het gevolg is van de hogere huurprijs. Dit bedrag zal ook volgend jaar worden opgenomen en is dus in feite structureel. De heer Leutscher mist de uitleg op basis van welke overwegingen de bedragen worden toegekend. Welke prestatie moet voor deze bedragen worden geleverd? Wanneer zal er daadwerkelijk gestart worden met contract gestuurd financieren op basis van prestaties? Wethouder De Vries repliceert dat het college al gestart is met contract gestuurde financiering. Hij is het eens met de heer Leutscher dat de wijze waarop de subsidies tot stand gekomen zijn geen schoonheidsprijs verdient. Daarom wordt de methodiek op de schop genomen. Sommige bedragen, zoals voor het Fulcotheater, zijn historisch om technische redenen opgenomen als subsidie, maar zijn dat in feite niet. Dat type subsidie moet in de toekomst op een aparte wijze behandeld worden. Op dit moment wordt de discussie gevoerd over de criteria op grond waarvan kan worden bepaald wie in aanmerking kan komen voor welk bedrag aan subsidie. Kan er eenzelfde systematiek gehanteerd worden voor zowel de sport als het culturele veld? Voor de volgende ronde zal hierover een knoop worden doorgehakt. Ook zal voor sommige posten bekeken worden in hoeverre zij gelinkt zijn aan de IJsselsteinse belangen en wat IJsselstein daarvoor over heeft. De heer Van Well wil weten of het opstellen van criteria geen aanzuigende kracht heeft voor het aanvragen van extra subsidie. Wethouder De Vries stelt voor om geen inhoudelijke discussie te voeren over systematiek die nog niet is uitgekristalliseerd. Mevrouw De Neijs heeft de subsidieaanvraag van de Zenderexpress geagendeerd omdat het ernaar uitziet dat de subsidie niet wordt toegekend. Het college beargumenteert dat de subsidie eenmalig was, maar is dat wel een rechtvaardig criterium? De heer Van Schijndel heeft naar aanleiding van zijn zienswijze en brief ontvangen waarin werd gesteld dat hij uiterlijk 21 oktober 2011 antwoord zou krijgen. Hij heeft daarop niets meer vernomen. Nadat hij navraag heeft gedaan, kreeg hij een ambtelijk tje waarin stond dat de Zenderexpress na een eenmalige startsubsidie zelfredzaam zou moeten zijn. Op dit moment lijkt de Zenderexpress de doelgroep te hebben aangeboord waarvoor deze bedoeld is en zijn er bedrijven gevonden die hun logo hebben verleend. Het zou mooi zijn als ook de gemeente haar logo beschikbaar zou stellen. De heer Huizinga merkt op dat de raad gaat over het vaststellen van het subsidieverzoek, niet over individuele subsidieaanvragen. De discussie over de criteria op grond waarvan subsidie wordt verstrekt, hoort wel in de raad thuis. Is het echter mogelijk om een bijdrage aan de Zenderexpress te leveren vanuit het WMO-potje? De heer Leutscher wijst erop dat in het subsidieoverzicht nog een ongeoormerkt bedrag van ,00 is opgenomen. Het is de taak van de raad om daaraan een goede bestemming te geven. De ambtelijke ondersteuning merkt op dat WMO-budgetten individuele budgetten zijn waaruit geen collectieve voorzieningen kunnen worden betaald. De heer Kwakkel vraagt of de heer Van Schijndel zijn doelgroep kan kwantificeren. De heer Van Schijndel antwoordt dat het lastig was om de mensen te bereiken die het echt moeilijk hebben; die bellen niet. Nu de Zenderexpress meer bekendheid gekregen heeft, zorgen buren, vrienden en kinderen ervoor dat deze mensen er wel gebruik van gaan maken en uit hun sociaal isolement treden. Dat heeft enige tijd geduurd. Als zij eenmaal over de brug zijn, worden het vaste klanten. Op dit moment zitten ongeveer 500 mensen in het bestand, waarvan naar schatting 30% tot de zware categorie behoort. De heer Pape vraagt of de gemeente Lopik structurele subsidie verschaft. Is er een tendens dat families die eerst zelf hun geïsoleerden mee uitnamen dit nu via de Zenderexpress laten lopen? 4

5 De heer Van Schijndel antwoordt dat de Universiteit Utrecht onderzoek heeft gedaan. Het blijkt dat dit een van de meest effectieve middelen is om eenzaamheid onder ouderen te bestrijden. Er zijn geen signalen dat families hun probleemgevallen bij de Zenderexpress dumpen. De gemeente Lopik zal vanaf 2012 participeren in de Zenderexpress. De heer Rehatta mist in deze discussie een weging van de belangen die gemoeid zijn met dit vraagstuk. Wethouder Van Beukering heeft alle informatie omtrent de subsidieaanvraag in de leeskamer ter inzage gelegd. De gemeente is gevraagd om 7.500,00, te fourneren, maar dat is onderdeel van een groter bedrag. Het hele project heeft ,00 nodig. Het bedrag waar de heer Leutscher op doelt is bedoeld om te kunnen inspelen op incidentele aanvragen. Mevrouw Cornelissen verzoekt om een korte schorsing om de stukken te kunnen lezen. De voorzitter last een korte schorsing in. De heer Van der Horst merkt op dat het de gemeente vrijstaat om met het bedrijfsleven als sponsor in het project te participeren. Hij heeft er wel begrip voor dat de gemeente dat niet doet in de vorm van subsidie. Dit is het standpunt van CDA, VVD en D66. De heer Huizinga sluit zich hierbij aan, evenals de heer Rehatta. De heer Van Well wil zich na deze nieuwe informatie eerst intern beraden en stelt voor om het punt opnieuw te agenderen. De voorzitter merkt op dat raadsleden hun mening kunnen geven in de vorm van een motie tijdens de behandeling van de begroting op 10 november Mevrouw Neijs kan zich vinden in de woorden van de heer Van der Horst. Wethouder Van Beukering geeft aan dat er na behandeling van de begroting in de raad een officiële reactie zal komen op de subsidieaanvraag. Zij stelt voor dat de heer Van Schijndel een verzoek tot sponsoring aan het college richt. 6. Voortgangsrapportage Keuzes maken De heer Huizinga vraagt of er meer inhoudelijk inzicht gegeven kan worden in de vorderingen dan de mededeling dat men op schema ligt. Zonder nadere informatie is het niet mogelijk het proces te volgen vanuit de raadsverantwoordelijkheid. Wat zijn de consequenties voor de bezuinigingsdoelstellingen dat er in afwachting van regionale samenwerking voorlopig geen actie wordt ondernomen bij het programma Werk en inkomen? Wethouder De Vries legt uit dat het niet altijd mogelijk is om specifiek te zijn. Soms zijn de revenuen van acties pas in 2014 te voorzien. Bij sommige acties zijn derde partijen uitgenodigd om mee te denken. Zolang dat niet heeft geresulteerd in concrete afspraken, kan het college niet anders dan meedelen dat er nog steeds wordt nagedacht. Hetzelfde geldt voor onderzoek. Als er vertraging dreigt op te treden, zal het college dat melden. Onverwachte financiële tegenvallers zullen tijdig en separaat gemeld worden en daar is het college op af te rekenen. Wethouder Cremer geeft aan dat er een werkgroep is gevormd vanuit de vijf Lekstroomgemeenten om een regionale dienst voor sociale zaken te formeren. Het voorwerk is gedaan. Er ligt een conceptvoorstel dat de komende weken in de stuurgroep wordt besproken. Uiterlijk in december 2011 zal hierover een voorstel komen, afhankelijk van de logistieke mogelijkheden om dat in alle vijf de raden te behandelen. Er is geen vertraging ontstaan voor de bezuinigingsdoelstellingen. 7. Conceptraadsvoorstel Voortzetting Starterslening IJsselstein 2012 Mevrouw De Neijs wil weten hoeveel aanvragen er zijn voor de startersleningen, afgezet tegen de hoeveelheid plekken. 5

6 De heer Pel vraagt waarom niet vijftien leningen van ,00 wordt gehanteerd in plaats van tien van ,00, gezien de hoeveelheid aanvragen. De heer Huizinga wil weten wat het college eraan gaat doen om starters een goede positie te verschaffen op de woningmarkt als deze regeling wordt afgeschaft. Mevrouw Poppe vraagt uitleg over wat er gebeurt met terugbetaalde leningen. Wethouder Van Beukering zal in de clustervergadering Ruimte terugkomen op de vragen van mevrouw De Neijs en de heer Pel. Het terugbetaalde geld wordt in het fonds gestort en is beschikbaar voor nieuwe leningen. De heer Van Well merkt op dat van dat geld ook experimenten worden gefinancierd. Welke regels gelden daarvoor? Wie beschikt daarover? Wethouder Cremer merkt op dat het geld niet ineens wordt teruggestort, maar in jaren wordt uitgesmeerd over kleine stukjes. De centrale overheid en de provincie hebben tot nu toe ook bijgedragen, maar hebben de regeling afgeschaft. De vraag is nu of IJsselstein dit als gemeente alleen in de lucht moet houden. De gemeente gaat niet over de gelden uit het fonds. Op het moment dat het geld uit het fonds terugvloeit naar de gemeente, zal het college met de raad bespreken wat ermee moet gebeuren. De heer Pape vindt het onbevredigend dat er IJsselsteins geld geparkeerd staat bij een fonds dat alleen maar teruggesluisd wordt als dat fonds zichzelf opheft. 8. Conceptraadsvoorstel Najaarsrapportage 2011 De voorzitter constateert dat dit stuk als een A-stuk naar de raad kan worden geleid. 9. Conceptraadsvoorstel Programmabegroting 2012 De heer Kwakkel ziet dat de winkeliers het moeilijk hebben en maakt zich daar zorgen over. De nodige winkels staan op ploffen. Is het niet zaak voor de gemeente om er alles aan te doen om winkeliers te helpen? De heer Leutscher heeft de begroting vergeleken met die van 2011, waarin sprake was van indicatoren en prestaties. In het programma 2012 ontbreken meetbare getallen. Waarom is ervan afgeweken? Op deze manier is de begroting oncontroleerbaar. Dit geldt voor de gehele begroting. De heer Pape vult aan dat in de begroting is uitgewerkt wat in de Kadernota is afgesproken. Daar staan effecten benoemd die in de begroting worden vertaald in prestaties. In de prestatietabellen van de voorgaande jaren staat duidelijk vermeld wat er wordt gedaan. Dat is nu niet langer inzichtelijk, want het is vervangen door lastig leesbare tekst. Daardoor wordt het lastig om te controleren of de prestaties hebben bijgedragen aan het effect. De vertaling vanuit de Kadernota is duidelijk te vinden, maar op het algehele beleid waarvan een groot deel staand beleid is, kun je alleen maar blind varen. Wethouder De Vries weet dat niet alle winkels om economische redenen sluiten; soms gebeurt dat vanuit persoonlijke motieven. Desalniettemin heeft de middenstand het niet altijd makkelijk. Het college heeft zich voorgenomen om nauwe contacten te onderhouden met de winkeliers, waardoor in een vroegtijdig stadium zichtbaar wordt waar ondersteuning gewenst is. Het kopen via internet heeft een hoge vlucht genomen en dat zal alleen maar toenemen. Het is dan ook zaak om mensen naar de stad te lokken omdat het leuk is om daar te winkelen. Daarbij moeten ergernissen worden weggenomen, zoals de problemen die men ondervindt om de auto te parkeren. De begroting van 2011 stond in de traditie van het vorige college. Dit jaar is gekozen voor de systematiek waarbij de echte discussie wordt gevoerd bij de Kadernota. Iedereen is uitgenodigd om daarbij zo concreet mogelijk te worden in de beleidseffecten. De begroting is niet anders dan een uitwerking van de Kadernota. In de concretisering van de beleidsplannen volgend jaar valt nog wel een slag te maken. De voorzitter stelt voor om de discussie over de systematiek in het cluster Bestuur te voeren. De heer Kwakkel mist in het stuk enige tekst over de opvolger van de WMO-raad. 6

7 De heer Huizinga zou naast de voorbereidende beleidsnotitie over jeugdzorg ook graag een plan van aanpak zien. In een eerder stadium is een wijkvernieuwingsplan en een structuurvisie vastgesteld. Nu wordt een actueel meerjarenplan geïntroduceerd. Wat is de status van dat stuk, mede in het licht van de ruimtelijke planontwikkeling? Mevrouw Van Noort wil weten ten opzichte van wat er in % teruggebracht moet worden. Hoe kan worden gemeten als er geen cijfers uit voorgaande jaren wordt genoemd? In hoeverre is bij het terugdringen van huiselijk geweld de implementatie van de verplichte meldcode mogelijk als dat wettelijk nog niet geregeld is? Ook wordt er in 6.16 verwezen naar peuterspeelzalen die er dan niet meer zijn. Wethouder Van Beukering vindt het niet vermelden van de opvolger van de ouderraad een omissie; het zal bij de evaluatie worden meegenomen. De vraag van de heer Huizinga naar een plan van aanpak is een goede suggestie; deze wordt meegenomen. In IJsselveld-Oost zijn verschillende projecten en projectjes gestart. De bedoeling van dit plan is om te bezien of er een meer gestructureerde aanpak mogelijk is, waardoor overlap tegen wordt gegaan. Bovendien is het wellicht mogelijk om zaken die in IJsselveld-Oost goed zijn verlopen IJsselsteinbreed op te pakken. Het punt van de vermelding van cijfers is in een eerdere discussie al geadresseerd. Het punt van de verplichte meldcode zal nader bekeken worden. Mevrouw De Neijs wil naar aanleiding van 7.3 weten wanneer de evaluatie wordt gehouden. De ambtelijke ondersteuning antwoordt dat de evaluatie in concept gereed is. Mevrouw Poppe merkt op dat besloten is het onderhoud van het zwembad uit te stellen. Er wordt in deze begroting wel onderhoud uitgevoerd. De heer Kwakkel wil weten of de verplaatsing van de gymzaal naar de Touwlaan in de ogen van het college ruimtelijk past. De heer Van der Horst wil weten waarom het onderzoek naar behoeften en haalbaarheid van een nieuwe sportaccommodatie wordt gekoppeld aan uitbreiding van IJsseloever. Wethouder Van Beukering merkt op dat voor het zwembad alleen de hoogst noodzakelijke investeringen worden gedaan om het zo veilig mogelijk te laten zijn. Niet alle geplande investeringen zullen worden uitgevoerd, omdat alternatieven nog worden onderzocht. De tijdelijke gymzaal zal geplaatst worden op de locatie van de huidige gymzaal aan de Touwlaan. De kleedkamers komen op de kopse kant. Er bestaat niet een uitgesproken behoefte aan een nieuwe sportaccommodatie, maar de sportverenigingen op de IJsseloever hebben de mogelijkheid voor een kleinere sportaccommodatie. Het is aan de sportverenigingen om met een plan te komen. Mevrouw Van Noort wil weten waarom er een specifiek doelgroepenbeleid is geformuleerd. Wethouder De Vries antwoordt dat dit afkomstig is uit de Kadernota en het collegeprogramma. 10. Terugkoppeling verbonden partijen Wethouder De Vries hoopt in december 2011 te kunnen meedelen dat het dossier over het Stadsmuseum gesloten is. Het Stadsmuseum heeft een businessplan en pakt de zaken op. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. 7