INLEIDING HOOFDSTUK Onderwerp van het onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INLEIDING HOOFDSTUK Onderwerp van het onderzoek"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van het onderzoek De goederen van een schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor zijn schuldeisers. 1 Indien de schuldenaar jegens zijn schuldeisers tekort schiet, hebben de schuldeisers het recht om de goederen van de schuldenaar in het openbaar te gelde te maken en zich te voldoen uit de opbrengst. In beginsel hebben alle schuldeisers een gelijke rang en worden zij voldaan naar evenredigheid van ieders vordering op de schuldenaar (paritas creditorum). 2 Indien de schuldenaar failleert, krijgen concurrente schuldeisers gemiddeld ongeveer vijf procent van hun vordering betaald uit de boedel. 3 Sommige schuldeisers hebben een hogere rang dan de concurrente schuldeisers, omdat zij de schuldenaar bereid hebben gevonden om zekerheidsrechten te vestigen. 4 Op basis van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan een schuldenaar goederenrechtelijke zekerheid verschaffen aan een schuldeiser in de vorm van pand- en hypotheekrechten. 5 Een schuldeiser met een pand- of hypotheekrecht kan zich bij voorrang boven andere schuldeisers verhalen op de opbrengst van de aan hem verbonden goederen van de schuldenaar. De schuldeisers bereidheid om onder bepaalde voorwaarden krediet te verstrekken, hangt onder meer af van deze voorrang. 6 Het idee is dat een zekerheidsrecht de kans vergroot dat de vordering van de schuldeiser op de schuldenaar, waarvoor de schuldenaar het zekerheidsrecht vestigt (hierna: de verzekerde vordering), wordt voldaan. 1 Vrij naar artt en 1178 OBW. Vgl. art. 3:276 BW. 2 Art. 3:277 BW. 3 CBS, Faillissementen: oorzaken en schulden 2010, p. 10. Het CBS berekent het gemiddelde uitkeringspercentage (gemiddelde recovery rate) als volgt. Het CBS bepaalt per beëindiging van een faillissement de verhouding tussen het aan de schuldeisers uitgekeerde bedrag en het oorspronkelijke schuldbedrag (exclusief boedelkosten). Vervolgens wordt het gemiddelde van deze verhouding berekend voor alle beëindigingen. Het gaat hier om schulden (fiscus, UWV, overige preferente en concurrente schulden) die bestaan op het moment van het faillissement en alle uitkeringen aangaande die schulden. 4 Weer andere schuldeisers hebben een hogere rang die uit de wet voortvloeit. Zie: art. 3:278 BW. 5 Art. 3:227 e.v. BW. 6 Vgl. Spath & Bartels 2013, p

2 Hoofdstuk 1 Het BW bepaalt dat het object van het hypotheekrecht een registergoed 7 is en het object van het pandrecht een roerende zaak, (...) een recht aan toonder of order, of (...) het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht 8, een tegen een of meer bepaalde personen uit te oefenen recht 9 of andere goederen. 10 Deze formuleringen duiden er op dat zekerheidsrechten in beginsel op afzonderlijke goederen rusten. Deze gedachte wordt versterkt door artikel 3:84 lid 2 BW waarin staat dat het goed bij de titel met voldoende bepaaldheid moet zijn omschreven. De gangbare interpretatie van dit artikel is dat het over te dragen goed bij de levering in voldoende mate bepaald moet zijn, zodat duidelijk is welk goed de vervreemder door levering aan de verkrijger wil overdragen. 11 Hetzelfde geldt voor de vestiging van zekerheidsrechten als gevolg van de schakelbepaling van artikel 3:98 BW. In de praktijk plegen schuldenaren al hun bestaande en toekomstige roerende zaken en vorderingen in een keer te bezwaren met een stil pandrecht 12 ten behoeve van hun kredietverschaffer. 13 De schuldenaar verklaart in de (pand)akte dat hij al zijn bestaande en toekomstige roerende zaken en vorderingen (bij voorbaat) verpandt aan de bank. Tevens geeft hij een onherroepelijke volmacht aan de bank om in de toekomst pandrechten op vorderingen uit nog niet bestaande rechtsverhoudingen voor hem te vestigen ten behoeve van de bank, aangezien een schuldenaar dergelijke vorderingen niet bij voorbaat kan verpanden. 14 De bank krijgt dus de bevoegdheid om de vorderingen van de schuldenaar in de toekomst aan zichzelf te verpanden. Deze volmacht oefent de bank op haar 7 Art. 3:260 BW. 8 Artt. 3:236 en 3:237 BW. 9 Art. 3:239 BW. 10 Art. 3:236 lid 2 BW. 11 Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/230. Vgl. Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, nr Artt. 3:237 lid 1 en 3:239 lid 1 BW. 13 HR 20 september 2002, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabobank) m.nt. W.M. Kleijn; HR 3 februari 2012, NJ 2012/216 (Dix q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen; HR 1 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen, JOR 2013/155 m.nt. B.A. Schuijling en N.E.D. Faber; Hof s-hertogenbosch 5 november 2013, JOR 2013/ Art. 3:239 lid 1 BW. 2

3 Inleiding beurt uit door periodiek, veelal dagelijks, een pandakte (de verzamelpandakte) te registreren waarin zij verklaart dat zij alle vorderingen van haar schuldenaren die haar daartoe een volmacht hebben gegeven aan zichzelf verpandt. 15 Zowel voor als net na de invoering van het BW in 1992 verdedigden sommige auteurs nog de stelling dat de algemene aanduiding van het pandobject (en dan met name vorderingen) niet tot de vestiging van een geldig pandrecht kon leiden, omdat het bepaaldheidsvereiste hieraan in de weg stond. 16 In het arrest Spaarbank Rivierenland/Gunning q.q. heeft de Hoge Raad met betrekking tot de verpanding van vorderingen geoordeeld dat bepaaldheid niet mee brengt dat de vordering in de akte zelf moet worden gespecificeerd door vermelding van bijzonderheden zoals de naam van de debiteur, het nummer van de factuur of een aan de debiteur toegekend cliëntnummer. Voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat. 17 In het arrest Mulder q.q./ Rabobank heeft de Hoge Raad overwogen dat de aanduiding alle bestaande en toekomstige vorderingen voldoende bepaald was. 18 Ten slotte heeft de Hoge Raad in het arrest Dix q.q./ing geoordeeld dat de verzamelpandakte ook aan het bepaaldheidsvereiste voldoet. 19 Het bepaaldheidsvereiste is volgens A-G Hartkamp niets meer dan het vereiste dat het object van de levering c.q. verpanding moet kunnen worden vastgesteld HR 3 februari 2012, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen; HR 1 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen, JOR 2013/155 m.nt. B.A. Schuijling en N.E.D. Faber. 16 Van Mierlo 1988, p. 195; Reehuis 1989, p. 71; Struycken 1997, p. 135; Struyckens noot bij Rb s-gravenhage 29 april 1998, JOR 1999/45 (Curatoren Escom/Rabobank en Lage Landen). 17 HR 14 oktober 1994, NJ 1995/447 (Spaarbank Rivierenland/Gispen q.q.). 18 HR 20 september 2002, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabobank) m.nt. W.M. Kleijn. 19 HR 3 februari 2012, NJ 2012/216 (Dix q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen. 20 A-G Hartkamp in zijn conclusie (nr. 8) bij HR 20 september 2002, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabobank) m.nt. W.M. Kleijn. 3

4 Hoofdstuk Probleemstelling Het resultaat van de vestiging van pandrechten op alle roerende zaken en vorderingen is dat een kredietverschaffer, veelal de bank, generale zekerheid heeft. Deze generale zekerheid wordt beschouwd als een optelsom van evenveel zekerheidsrechten als er goederen zijn. 21 De huidige discussie in de literatuur over generale zekerheid gaat niet meer over de vraag of zij mogelijk is onder het BW, maar of het BW de verschillende belanghebbenden bij generale zekerheid voldoende beschermt. Verschillende auteurs wijzen er op dat concurrente schuldeisers 22, leveranciers 23, verkrijgers van vorderingen 24, latere schuldeisers die goederenrechtelijke zekerheid willen 25, fiscus 26 en curatoren 27 nadeel ondervinden van generale zekerheid. Zij dragen ter bescherming van deze belanghebbenden verschillende oplossingen aan, zoals carve-out -regelingen, rangwisselingen en een registerpandrecht. Andere auteurs bepleiten de verruiming van de mogelijkheid om generale zekerheid te vestigen door bijvoorbeeld het grondslagvereiste van artikel 3:239 lid 1 BW af te schaffen. 28 Het is vooralsnog onduidelijk of de geopperde voorstellen leiden tot een verbetering van de positie van de verschillende belanghebbenden in de verhouding tot schuldeisers met generale zekerheidsrechten. Enkele van de voorgestelde beschermingsmechanismen zijn in het verleden al eens beproefd. Generale zekerheidsrechten hebben namelijk in de Nederlandse rechtsgeschiedenis vrijwel altijd in een of andere vorm 21 Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, nr. 16; Snijders & Rank-Berenschot 2012, nr. 59 en 527; Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/74. Op vergelijkbare leidt één hypotheekakte waarin de schuldenaar meer registergoederen aanwijst tot de vestiging van evenveel hypotheekrechten als er registergoederen zijn. Vgl. Bartels & Timmerman 2006, p Struycken 1997, p. 145; Verstijlen 2011, p. 273; A-G Timmerman in nr van zijn conclusie bij HR 1 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ing) m.nt. F.M.J. Verstijlen, JOR 2013/155 m.nt. B.A. Schuijling en N.E.D. Faber. 23 Tekstra 2001, p. 158; Verstijlen in nr. 12 van zijn noot bij HR 3 februari 2012, NJ 2012/ 216 (Dix q.q./ing); Kaptein 2012a, p. 220; Verheul 2014, p. 136; Del Corral & Geurts 2014, p Verstijlen 1994, p. 113; Verhagen 2002a, p. 255 e.v.; Struycken 2009, p Vriesendorp & Barendrecht 1993, p. 4; Struycken 2009, p ; Heilbron 2011, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p. 16 (Belastingplan 2013). 27 Art lid 1 Voorontwerp Insolventiewet; Van den Heuvel 2004, p ; Verstijlen 2011, p. 275; Veder 2012, p. 460; Kaptein 2012a, p. 220; Zie voor de bespreking van het INSOLAD voorstel: Mennens 2013, p. 221 e.v. 28 Van den Heuvel 2004, p. 168; Verstijlen 2011, p. 275; Rongen 2012, nr. 953 e.v.; Veder 2012, p. 460; Van Hees 2012, p

5 Inleiding bestaan en gaan terug tot het Romeinse recht. 29 Vanaf het klassieke Romeinse recht hebben wetgevers en rechters telkens een balans gezocht tussen de belangen van de schuldeiser met (generale) goederenrechtelijke zekerheidsrechten, de schuldenaar en derden zoals de fiscus, concurrente schuldeisers, verkrijgers (van bezwaarde goederen) of schuldeisers die ook goederenrechtelijke zekerheid willen. 30 Nu eens sloeg de balans door ten gunste van de eerste schuldeiser met zekerheid (hierna: de eerste zekerheidsgerechtigde) 31, dan weer ten gunste van de schuldenaar 32 en/ of de derde. De belangenafwegingen en de discussies die hiermee gepaard gingen, bieden inzicht in de werking van generale zekerheidsrechten en de verschillende wijzen waarop rechters en wetgevers bepaalde belanghebbenden hebben willen beschermen. Inzicht in deze beschermingsmechanismen stelt huidige wetgevers en rechters in staat om bepaalde belanghebbenden op een adequate manier te beschermen. In dit onderzoek staat de beantwoording van de vraag centraal op welke wijze rechters, wetgevers en andere rechtsgeleerden vanaf het klassieke Romeinse recht tot en met het huidige Nederlandse burgerlijk recht hebben geprobeerd de werking van generale zekerheidsrechten aan te passen om bepaalde belanghebbenden te beschermen. 33 De nadruk ligt op de bescherming van derde-verkrijgers, zekerheidsgerechtigden en concurrente schuldeisers, omdat hun posities centraal staan in de huidige discussie over generale zekerheidsrechten. De bescherming van andere belanghebbenden zoals de schuldenaar (tegen zichzelf) komt zijdelings aan de orde. In vrijwel elk hoofdstuk keren derhalve dezelfde deelvragen terug. Welke verschillen en overeenkomsten in kwalificatie en werking bestonden tussen generale en speciale zekerheidsrechten? Welke belanghebbende trok aan het langste einde voor en tijdens executie en hoe heeft men dit geprobeerd te wijzigen? Het antwoord op de (deel)vragen brengt 29 Generale zekerheidsrechten kwamen overigens ook voor in het Griekse en Nieuw- Babylonische recht. Zie: Wieacker 1962, p. 72, nt. 44, respectievelijk Petschow 1956, p Als verzamelnaam voor de verschillende bij zekerheidsrechten betrokken partijen gebruik ik de term belanghebbenden. 31 De zekerheidsgerechtigde schuldeiser noem ik met name in het kader van zekerheidsrechten op vorderingen soms zekerheidsnemer. Tevens laat ik na het woord zekerheidsgerechtigde de aanduiding schuldeiser weg, omdat ik slechts inga op de situatie waarin de zekerheidsgerechtigde tevens schuldeiser is. 32 De schuldenaar noem ik met name in het kader van zekerheidsrechten op vorderingen soms zekerheidsgever. Dit doe ik om het onderscheid aan te geven tot de schuldenaar van de verpande vordering of een debitor cessus. 33 Het leidende begrip is weliswaar het generale zekerheidsrecht, maar afwisselend schrijf ik tevens over het generale pand(- of hypotheek)recht en zekerheidseigendom met een generaal karakter. 5

6 Hoofdstuk 1 een aantal beginselen en uitgangspunten van zekerheidsrechten door de tijd heen voor het voetlicht, zoals de beginselen van specialiteit, individualiteit, bepaaldheid en algemeenheid. Het onderzoek omvat dus tevens een analyse van deze beginselen. 1.3 Verantwoording De waarde van dit onderzoek ligt in het verkrijgen van meer inzicht in de werking van generale zekerheidsrechten en de verschillende mechanismen om bepaalde belanghebbenden te beschermen, teneinde daar lessen uit te trekken voor de toekomst. Het is een positiefrechtelijk onderzoek op basis van literatuur en rechtspraak met een historisch vergelijkende inslag. De regeling van het (generale) pandrecht uit het Justiniaanse Romeinse recht vormt het uitgangspunt. Zij is namelijk in grote delen van Europa gerecipieerd, maar niet ongewijzigd. De historische ontwikkeling van deze regeling heb ik door verschillende periode s van de Nederlandse rechtsgeschiedenis gevolgd om de (dis)continuïteit in kaart te brengen. Dit is geschied door het identificeren van een aantal historische en geografische ijkpunten: de hiertussen getrokken lijnen geven weliswaar geen compleet, maar wel een representatief beeld van de rechtsontwikkeling. Naast pandrechten die partijen vestigden, het conventionele pandrecht, bestonden vroeger verschillende pandrechten die van rechtswege ontstonden. 34 Zo had een Romeinse echtgenote een generaal pandrecht op het vermogen van haar echtgenoot voor de eventuele terugbetaling van haar bruidsschat (dos). 35 Deze pandrechten worden legale, wettelijke of stilzwijgende pandrechten genoemd om de tegenstelling aan te geven tot conventionele pandrechten, die door vestiging ontstaan. Verder wordt het beslag soms ook als een vorm van pandrecht beschouwd. 36 In dit boek staat het conventionele pandrecht centraal. In dit onderzoek gebruik ik de term stil pandrecht zowel voor een pandrecht op roerende zaken die in de macht van de schuldenaar blijven als voor een niet-openbaar pandrecht op vorderingen Bijvoorbeeld C. 8,14(15), C. 8,14(15),4 (Imp. Carus, Carinus en Numerianus in 283). 36 C. 8,21(22),1-2 (Imp. Justinianus in 529 en 530) en C. 8,22(23), Vgl. Brahn 1991, p. 24; Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010/165; Pitlo/ Reehuis & Heisterkamp 2012, nr. 760; Snijders & Rank-Berenschot 2012, nr. 533; Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/259. Niet-openbaar: niet medegedeeld aan de schuldenaar van de verpande vordering en niet geregistreerd in een openbaar register of anderszins voor het rechtsverkeer kenbaar. 6

7 Inleiding 1.4 Plan van behandeling Het huidige Nederlandse burgerlijk recht staat in een Romeinsrechtelijke traditie. Het klassieke en Justiniaanse Romeinse recht maakten onderscheid tussen speciale en generale zekerheidsrechten. In hoofdstuk 2 analyseer ik de kenmerken en werking van het generale zekerheidsrecht ook wel generaal pand- of hypotheekrecht genoemd (hierna: het generale pandrecht) 38 in het klassieke en Justiniaanse Romeinse recht. Aan de hand van deze analyse beantwoord ik de vragen hoe het generale pandrecht zich verhield tot het speciale pandrecht en in hoeverre de verschillende kenmerken de bescherming van bepaalde belanghebbenden tot doel of gevolg hadden. 39 In de Middeleeuwen kreeg het (Justiniaanse) Romeinse recht na de herontdekking van de Digesten door Irnerius in de tweede helft van de elfde eeuw in grote delen van Europa subsidiaire gelding. 40 Dit gerecipieerde Romeinse recht werd ook wel het gemene Romeinse recht of ius commune genoemd. Het ius commune verschilde van het Justiniaanse recht in die zin dat Middeleeuwse rechtsgeleerden het Justiniaanse recht op een eigen wijze interpreteerden. In hoofdstuk 3 vergelijk ik de gemeenrechtelijke interpretatie van het onderscheid tussen generale en speciale pandrechten met het Justiniaanse recht. Voor de gemeenrechtelijke literatuur baseer ik mij vooral op de monografie over het pandrecht van de 15 e eeuwse jurist Antonius Negusantius de Fano ( ). Hij heeft een overzichtelijke, gezaghebbende monografie over het (Justiniaanse) pandrecht geschreven, waarin hij veelvuldig de wetenschappelijke discussie van zijn tijd en de tijd daarvoor beschrijft. Tot aan het verschijnen van Dernburgs Pfandrecht was dit boek van Negusantius het standaardwerk over het pandrecht. 41 Dit betekent dat Negusantius monografie een redelijk representatief beeld geeft van het pandrecht in het ius commune. Het (gemene) Romeinse recht is vanaf de 15 e eeuw gerecipieerd in de gewesten die later, aan het einde van de 16 e eeuw, de Republiek der Verenigde Nederlanden vormden. 42 In de meeste gewesten onstond een amalgaam van het gemene Romeinse recht en het inheemse recht. 38 Vgl. D. 20,1,5,1 (Marcianus ad formulam hypothecarium). 39 In beginsel zijn de Nederlandse vertalingen van Romeinsrechtelijke teksten ontleend aan de standaardvertaling van J.E. Spruit, Corpus Iuris Civilis I-XII. Indien ik van deze vertalingen ben afgeweken, geef ik dat aan. 40 Onder vele anderen: Coing 1985, p. 87 en 106; Zwalve 2006a, p. 8-9; Lokin & Zwalve 2014, p Zie: Koops 2010, p De Republiek heeft bestaan van 1588 tot Zie voor een uitgebreide geschiedenis van de Republiek: Israel

8 Hoofdstuk 1 Vanwege dit gemengde karakter noemde bijvoorbeeld Simon van Leeuwen het recht van Holland het Rooms-Hollandse recht 43 en op vergelijkbare wijze spreekt men van Rooms-Fries 44, Rooms-Gelders recht 45 etcetera. Het recht van de verschillende gewesten maakte onderscheid tussen generale en speciale zekerheidsrechten. In hoofdstuk 4 analyseer ik de aard en werking van het generale pandrecht in het Rooms-Hollandse recht. Het Rooms-Hollandse recht was binnen de Republiek het meest invloedrijke recht, onder meer vanwege de dominante positie van het gewest Holland. 46 Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de kolonisten in de Kaapkolonie het Rooms-Hollandse recht toepasten, ondanks het feit dat het Rooms-Hollandse recht formeel geen andere status had dan het recht van de andere gewesten. De bronnen van het Rooms-Hollandse recht bestaan onder meer uit wetgevingsverzamelingen zoals de Groot- Plakkaatboeken, jurisprudentieverzamelingen zoals de Observationes Tumultuariae van Van Bijnkershoek, opinieverzamelingen zoals de Hollandsche Consultatien en de monografieën van onder anderen De Groot, Groenewegen van der Made, Voet en Van Leeuwen. Hoewel ik de nadruk leg op het Rooms-Hollandse recht, vergelijk ik de werking van het generale pandrecht incidenteel met het Rooms- Friese recht. 47 Verschillende auteurs van het Rooms-Friese recht schreven namelijk trots dat het Friese recht een omvangrijke receptie van het Romeinse recht kende en meer overeenkomsten had met het Romeinse recht dan bijvoorbeeld het Rooms-Hollandse recht. 48 Het is daarom interessant om vast te stellen welke werking het generale pandrecht had in dezelfde tijdsperiode in een ander gewest. De Rooms-Hollandse regeling van het generale pandrecht (inclusief de waarborgen voor de verschillende belanghebbenden) heeft haar gelding niet verloren met het eindigen van de Republiek, maar is blijven voortbestaan en nagenoeg ongewijzigd opgenomen in het Wetboek 43 Het Rooms-Hollands regt. 44 Lokin, Jansen & Brandsma Verhagen & Haazen Lee 1953, p. 7 e.v.; Visagie 1969, p. 21 e.v.; Van Zyl 1979, p. 303 e.v.; Zimmermann 1983, p. 4 e.v.; Zimmermann 1992, p. 19 e.v. 47 Zie over de relatie tussen het Romeinse en het Friese inheemse recht: Lokin, Jansen & Brandsma 1999, p Hoewel niet precies aan te geven is wanneer de receptie van het Romeinse recht plaatsvond, lijken de meeste auteurs aan te nemen dat na het jaar 1499 de romanisering van de inheemse Friese rechtspraktijk is toegenomen. Zie: Van Zyl 1979, p. 304 e.v.; Lokin, Jansen & Brandsma 1999, p Huber 1686, I, nr. 24, p. 7 en nr , p. 9; Zacharias Huber in nader voorreden bij de herdruk uit 1726 van het boek van zijn vader. Vgl. Feenstra 1950, p. 15; Lokin, Jansen & Brandsma 1999, p

9 Inleiding Napoleon ingerigt voor het Koningrijk Holland van Nadat Napoleon Bonaparte het Koninkrijk Holland had geannexeerd in 1810, schafte hij het generale pandrecht af in 1811 door invoering van de Franse Code civil. Vanaf dat moment kon een schuldenaar alleen nog speciale pandrechten vestigen. De Code civil (en de wet die daar direct aan voorafging) betekende(n) niet alleen een breuk met het verleden voor de Nederlandse gewesten, maar ook voor de meeste Franse steden en regio s. De meeste Franse steden en regio s kenden in de 17 e en 18 e eeuw zowel generale als speciale zekerheidsrechten. 49 Voor een goed begrip van de beweegredenen van de Franse wetgever om generale zekerheid af te schaffen (hoofdstuk 6), analyseer ik in hoofdstuk 5 de aard en werking van het generale pandrecht in het recht van de Franse steden en regio s van de 17 e en 18 e eeuw. Verschillende Franse wetgevers hebben geprobeerd de regeling van het generale pandrecht te hervormen ter bescherming van bepaalde belanghebbenden. Dit streven heeft eerst geleid tot hervormingen van de regeling van het pandrecht en uiteindelijk tot de afschaffing van het generale pandrecht in Deze afschaffing is in de Code civil van 1804 gehandhaafd en heeft in 1811 geleid tot de afschaffing van het generale pandrecht in Nederland. In hoofdstuk 6 beantwoord ik de vraag welke argumenten een rol hebben gespeeld in de discussie over de herziening en de afschaffing van het generale pandrecht in Frankrijk. Na het vertrek van de Fransen, heeft de Nederlandse wetgever in 1838 een nieuw Burgerlijk Wetboek ingevoerd. Hierin keerde het generale pandrecht niet terug. In hoofdstuk 7 beantwoord ik de vraag welke omstandigheden en argumenten hebben geleid tot de keuze om het generale pandrecht niet opnieuw in te voeren in Nederland aan het begin van de 19 e eeuw. De keuze voor publiciteit en specialiteit in het Burgerlijk Wetboek van 1838 (hierna: OBW) beperkte partijen in hun mogelijkheden om een zekerheidsrecht naar hun wensen te vestigen. Zo kon een schuldenaar geen toekomstige zaken bij voorbaat verpanden of een roerende zaak die hij onder zich wilde houden. De wetgever van 1838 had weliswaar gebroken met het verleden door de keuze voor specialiteit, maar de praktijk ervoer de daaruit voortvloeiende beperkingen als knellend. De praktijk heeft daarom geprobeerd om deze beperkingen te ontgaan en zij heeft hiervoor de oplossing gevonden in zekerheidseigendom. Dit hield in dat een schuldenaar zijn roerende zaken en vorderingen tot 49 Vgl. voor de Duitse gebieden: Zwalve 2006b, p. 352 e.v. 9

10 Hoofdstuk 1 zekerheid in eigendom overdroeg aan de schuldeiser. Hiermee voorkwam hij onder meer dat hij de macht van een roerende zaak moest verschaffen aan de schuldeiser of de schuldenaar van de verpande vordering op de hoogte moest brengen. Vanaf het begin van de 20 e eeuw is de Hoge Raad tegemoet gekomen aan de behoefte van de praktijk door zekerheidseigendom als zekerheidsrecht te erkennen naast de in de wet geregelde pandrechten. 50 Later heeft de Hoge Raad erkend dat toekomstige roerende zaken en vorderingen ook bij voorbaat konden worden geleverd. 51 Geleidelijk is onder het OBW de generale zekerheid op roerende zaken en vorderingen van voor de invoering van de Code civil teruggekeerd in de vorm van zekerheidseigendom. De positie van de verschillende belanghebbenden is hierdoor veranderd. Onder het OBW is echter geen generale zekerheid op onroerende zaken tot ontwikkeling gekomen. Dat neemt niet weg dat (de ratio van) het specialiteitsbeginsel onderwerp van bespreking in de literatuur is geweest. In hoofdstuk 8 analyseer ik de afwezigheid en geleidelijke terugkeer van generale zekerheid onder vigeur van het OBW. Op 25 april 1947 ontving de Leidse hoogleraar Meijers de opdracht om een nieuw Burgerlijk Wetboek voor Nederland op te stellen. 52 Op 6 april 1954 bood hij het eerste deel van zijn ontwerp aan, dat onder meer het huidige boek 3 bevatte. Na Meijers overlijden hebben regeringcommissarissen Langemeijer en Snijders het Ontwerp Meijers op hoofdlijnen door de Staten-Generaal geloodst en op 1 januari 1992 trad boek 3 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in werking. Het nieuwe wetboek bevatte op het gebied van de goederenrechtelijke zekerheidsrechten een aantal wijzigingen ten opzichte van het OBW. Het BW verbood onder meer de zekerheidsoverdracht van roerende zaken en de zekerheidscessie van vorderingen en stelde daarvoor in de plaats het stille pandrecht. In hoofdstuk 9 analyseer ik de discussie over generale zekerheid in het totstandkomingsproces van het BW en beantwoord ik de vragen welke belanghebbenden de verschillende regeringscommissarissen, Ministers, parlementariërs en moderne auteurs wilden beschermen en op welke wijze. 50 Zie: (roerende zaken) en (vorderingen). 51 Zie: (roerende zaken) en (vorderingen). 52 Parl. Gesch. Alg. Deel, p. 1. Zie voor de redenen om een nieuw Burgerlijk Wetboek in te voeren: Parl. Gesch. Alg. Deel, p. 7 e.v. en Jansen 2002, p

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp van het onderzoek Probleemstelling Verantwoording Plan van behandeling 7

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp van het onderzoek Probleemstelling Verantwoording Plan van behandeling 7 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF VII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Onderwerp van het onderzoek 1 1.2 Probleemstelling 4 1.3 Verantwoording 6 1.4 Plan van behandeling 7 Hoofdstuk 2 Generale zekerheidsrechten in

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/158185

Nadere informatie

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken: Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten

Nadere informatie

1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen

1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van onderzoek 1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen 1. De levering bij voorbaat is wel getypeerd als een centrale figuur en één van de meest

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB

DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB II DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB 5 Inleiding Het Romeinse recht, zoals dat tussen 529 en 534 op last van keizer

Nadere informatie

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste bezoeker Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Inleiding Bij het verstrekken van krediet door een geldgever

Nadere informatie

Vormen van subsidiariteit

Vormen van subsidiariteit Vormen van subsidiariteit Een historisch-comparatistische studie naar het subsidiariteitsbeginsel bij pand, hypotheek en borgtocht PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief

Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief S. Ramlal Tilburg University, masterthesis Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Tilburg, 15 oktober 2015 Van fiduciaire

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte annotatie Ars Aequi juni 2012 455 Annotatie Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte Prof.mr. P.M. Veder HR 3 februari 2012, LJN: BT6947 (Dix q.q./ing), (mrs.

Nadere informatie

AKTE VERPANDING VORDERINGEN

AKTE VERPANDING VORDERINGEN AKTE VERPANDING VORDERINGEN de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer:. nummer:. postcode: plaats: KvK-nummer: hierna te noemen: pandgever en (bedrijfs)naam:

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 Bank en faillissement: Inleiding Zekerheidsrechten Verrekening Separatist Inleiding Positie curator, politieagent Onderzoeksonderwerpen

Nadere informatie

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16

Nadere informatie

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk 28 februari 2017 Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk prof. mr J.B. Spath Zekerheden Opzet 1. Goederenrechtelijke zekerheid a. Pand- en hypotheek b. Eigendomsvoorbehoud (incl.

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid. 1 Over definities zie Stein 2016, p. 35 e.v. gijzeling (lijfsdwang) indirect.

1 Inleiding. 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid. 1 Over definities zie Stein 2016, p. 35 e.v. gijzeling (lijfsdwang) indirect. 1 Inleiding 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Elke persoon is drager van een vermogen: het geheel van schulden en goederen. Het verband tussen die twee onderdelen van het vermogen is eenvoudigweg

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie

TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND

TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND OPSTELLEN OVER (DE GESCHIEDENIS VAN) HET PRIVAATRECHT NAAR AANLEIDING VAN HET TWEEDE EEUWFEEST VAN HET WETBOEK NAPOLEON INGERIGT VOOR HET

Nadere informatie

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen WETENSCHAP De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen HR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ing) F. van Buchem & B. de Man 1 Inleiding In het op 3 februari 2012 gewezen arrest Dix q.q./ing heeft

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen

Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen De bedoeling van de wetgever en de uitleg van de rechter G.G.J. Houben Mei 15 Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen De bedoeling van de wetgever

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud. Johan Jol September 2009

Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud. Johan Jol September 2009 Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud Johan Jol September 2009 Voorbode: Programma Faillissement en haar crediteuren Verhaalsmogelijkheden Rangorde

Nadere informatie

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Mw. mr. F. Damsteegt Published in WPNR 2006 6664 Docent privaatrecht Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V.

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V. AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART 2016 tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) en NOODLEBAR CENTRAAL B.V. (ALS PANDGEVER) DE ONDERGETEKENDEN, I. STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN,

Nadere informatie

Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono?

Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono? Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono? MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Afstudeerrichting privaatrecht Bilal Chababi (451464) Begeleider: Tweede begeleider: Prof. mr. R.D. Vriesendorp Mw.

Nadere informatie

Pandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gevolgen van het vuistloze en stille karakter van het pandrecht

Pandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gevolgen van het vuistloze en stille karakter van het pandrecht Pandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gevolgen van het vuistloze en stille karakter van het pandrecht Bespreking van het proefschrift van mr. F.J.L. Kaptein M r. E. J. O p p e d i j k v a

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing)

HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) Wetsartikelen: Kernwoorden: Kern: Art. 3:239 lid 1 BW, art. 3:68 BW Verzamelpandakte; vestiging pandrecht; (toekomstige) vorderingsrechten;

Nadere informatie

Naar een betere rechtvaardiging van het bestaan van de rechten van pand en hypotheek door een regel van partial priority

Naar een betere rechtvaardiging van het bestaan van de rechten van pand en hypotheek door een regel van partial priority Naar een betere rechtvaardiging van het bestaan van de rechten van pand en hypotheek door een regel van partial priority Naam: Suzan van den Akker Masterscriptie Universiteit van Amsterdam Mastertrack:

Nadere informatie

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijk eigendom beschikken? Masterscriptie privaatrecht

Nadere informatie

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber WOORD VOORAF Beperkte rechten vormen een belangrijk onderdeel van het goederenrecht. De wet regelt het ontstaan van beperkte rechten alsmede het tenietgaan van beperkte rechten. In art. 3:81 lid 2 BW wordt

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/129698

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde?

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? M r. W. W. H u i d e k o p e r e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

ZESDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN RTB BEHEER GROEP BV

ZESDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN RTB BEHEER GROEP BV ZESDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN RTB BEHEER GROEP BV d.d. 19 augustus 2009 Gegevens onderneming Faillissementsnummer : RTB Beheer Groep BV : 07/399 F Datum uitspraak : 25 juli 2007

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,

Nadere informatie

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement M.L. Tuil Published in Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 21-25

Nadere informatie

Masterscriptie. De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement

Masterscriptie. De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement Masterscriptie De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement Student: (Michael) A.J.M. Dekkers ANR: 90.33.06 Datum: 27 juli 2010 Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master

Nadere informatie

Inleiding financiering, zekerheden en insolventierecht. Johan Jol

Inleiding financiering, zekerheden en insolventierecht. Johan Jol Inleiding financiering, zekerheden en insolventierecht Johan Jol Programma Verhaalsmogelijkheden Tot zekerheid waarvan Vaste-, Krediet- en Bankhypotheek Subrogatie en Regres Problemen bij uitwinning Gevolgen

Nadere informatie

University of Groningen. Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

University of Groningen. Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht University of Groningen Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Conclusie Van oudsher bestond er, in het bijzonder in het handelsverkeer, behoefte aan de mogelijkheid om de verplichting tot betaling van een schuld over te dragen aan een derde. Een opvolging onder bijzondere

Nadere informatie

Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten?

Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten? Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten? M r. F. J. L. K a p t e i n * 1 Inleiding In het arrest Dix q.q./ing 1 heeft de Hoge Raad de verzamelpandakteconstructie geaccordeerd. In de

Nadere informatie

Vormen van subsidiariteit Samenvatting Een historisch-comparatistische studie naar het subsidiariteitsbeginsel bij pand, hypotheek en borgtocht

Vormen van subsidiariteit Samenvatting Een historisch-comparatistische studie naar het subsidiariteitsbeginsel bij pand, hypotheek en borgtocht Vormen van subsidiariteit Samenvatting Een historisch-comparatistische studie naar het subsidiariteitsbeginsel bij pand, hypotheek en borgtocht 1. Inleiding en begripsbepaling 373 2. Korte geschiedenis

Nadere informatie

Licentievoorwaarden. Werkingssfeer:

Licentievoorwaarden. Werkingssfeer: Licentievoorwaarden Werkingssfeer: Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle - al dan niet in deze licentievoorwaarden omschreven - aanbiedingen, werkzaamheden en alle andere transacties door natuurlijke

Nadere informatie

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann Nijmegen, januari 2016 N.E.D. Faber

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann Nijmegen, januari 2016 N.E.D. Faber WOORD VOORAF De levering en verpanding bij voorbaat van toekomstige goederen is een belangrijk onderwerp voor de praktijk en de wetenschap. In het huidige kredietverkeer kan de rechtsfiguur moeilijk worden

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/283 NL:TZ:0000006167:F001 17-05-2016 mr. F.A.M Nowee mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Hofstede Veenendaal B.V.,

Nadere informatie

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21. Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.237 Probleemstelling: Hoe kan het rechtsgevolg van beslag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp en vraagstelling Doel en methode Verhouding tot eerder onderzoek Plan van behandeling 7

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp en vraagstelling Doel en methode Verhouding tot eerder onderzoek Plan van behandeling 7 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF AFKORTINGEN V XVII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Onderwerp en vraagstelling 1 1.2 Doel en methode 3 1.3 Verhouding tot eerder onderzoek 6 1.4 Plan van behandeling 7 DEEL I Het

Nadere informatie

De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie

De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie Scriptie ter verkrijging van het masterdiploma Privaatrecht aan de Universiteit van Amsterdam 23 juni 2015 Vincent de

Nadere informatie

De blokkerende werking van het beslag

De blokkerende werking van het beslag Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De blokkerende werking van het beslag Mr. R. Westrik Published in [WPNR 2009 6798] Universitair hoofddocent privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Datum 28 mei 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie van banken in het geval van insolventie

Datum 28 mei 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie van banken in het geval van insolventie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BURO TRANSPORTOPLEIDINGEN BV, tevens handelende onder de namen: - BACE ACADEMY - BACE/BTO - BACE/EW&L

Nadere informatie

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering M r. R. J. P. F e r w e r d a * In de zaak ABN Amro/Marell 1 heeft de Hoge Raad een streep gezet door het oordeel van het Hof Den Bosch dat bij

Nadere informatie

1. (Naam), handelend voor zich in privé, geboren te (Plaats) op (geboortedatum) en wonende te (Plaats) aan de (adres) hierna te noemen Schuldeiser;

1. (Naam), handelend voor zich in privé, geboren te (Plaats) op (geboortedatum) en wonende te (Plaats) aan de (adres) hierna te noemen Schuldeiser; Voorbeeld pandakte De ondergetekenden: 1. (Naam), handelend voor zich in privé, geboren te (Plaats) op (geboortedatum) en wonende te (Plaats) aan de (adres) hierna te noemen Schuldeiser; en 2. De besloten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2243 Vragen van de leden

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/283 NL:TZ:0000006167:F001 17-05-2016 mr. F.A.M Nowee mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Hofstede Veenendaal B.V.,

Nadere informatie

De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer?

De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer? De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer? mr. C. Vermeulen & J.W.H. Lemmen 1 In bijna elk faillissement komt u het wel tegen: vorderingen van de schuldenaar op derden die (stil) rechtspraak

Nadere informatie

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Mr. L.RA. Steffens 1997 Kluwer - Deventer INHOUDSOPGAVE LUST VAN AFKORTINGEN XVI INLEIDING 1 1 Algemeen 1 2 Het object

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht

Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht De grens tussen goederenrecht en verbintenissenrecht en mogelijke toepassingen (Rabobank/Reuser) M r. A. H. S c h e l t e m a * 1 Inleiding

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW Nummer : 2 Datum : 16 augustus 2016 Gegevens ondernemingen : 1. De besloten vennootschap AUTOBEDRIJF IGLESIAS B.V., statutair gevestigd en zaakdoende te

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Once you stop learning, you start dying. Albert Einstein (1879 1955) Johan Jol en Oktober 2011 1 Inleiding Bank en Faillissement: Separatist Rol curator

Nadere informatie

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN, VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE

Nadere informatie

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK HYPOTHEEK Heden, *, verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. * hierna te noemen: hypotheekgever; 2. * hierna te noemen: hypotheekhouder. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden als volgt:

Nadere informatie

PANDAKTE AUTO PARTICULIER. De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ;

PANDAKTE AUTO PARTICULIER. De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ; PANDAKTE AUTO PARTICULIER ONDERGETEKENDEN: De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ; En De besloten vennootschap B B.V., statutair gevestigd te.. en kantoor

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) Nummer : 3 Datum : 24 september 2014 Gegevens onderneming : a. VOF Stomerij Zeekant, gevestigd te 1462 VM Middenbeemster aan de Bamestraweg 17; en haar vennoten:

Nadere informatie

Programma. Inleiding: Te onderscheiden gevallen: Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je?

Programma. Inleiding: Te onderscheiden gevallen: Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je? Verrekening Johan Jol Oktober 2009 Inleiding: Programma Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je? Gevolgen van verrekening Wettelijke versus contractuele verrekening Te onderscheiden

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 Bank en faillissement: Inleiding Separatist Rol curator en ontwikkelingen Faillissement en de crediteuren Separatist Specifieke

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/166281

Nadere informatie

Advies geldlening en zekerheden inzake doordecentralisatie primair onderwijs

Advies geldlening en zekerheden inzake doordecentralisatie primair onderwijs MEMO AAN Gemeente Breda R. Hoogzaad, A. van der Veer, C. Frankevyle, M. van den Heuvel DATUM 18 december 2013 VAN Nathalie Huijben Eelkje van de Kuilen advocaat TELEFOON +31 88 253 5977 FAX +31 88 253

Nadere informatie

VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER

VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER MEI 2017 VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Naam: L.J. van Oosterhout Student nr: U1235944 Onderwijsinstelling: Tilburg University Faculteit: Tilburg Law School

Nadere informatie

Inleiding HOOFDSTUK Introductie

Inleiding HOOFDSTUK Introductie HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Introductie [1] Plan van behandeling. In dit deel van de Asser-serie worden de in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (Vermogensrecht in het algemeen) geregelde rechten behandeld

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET NAAM FAILLISSEMENT : Delta Bouw Nederland B.V. : nader te noemen Delta. INSCHRIJVINGSNUMMER KVK : 09138959 FAILLISSEMENTSNUMMER : 12/300

Nadere informatie

Tot zekerheid waarvan, de omvang van zekerheidsrechten, de overgang van zekerheidsrechten, regres en subrogatie

Tot zekerheid waarvan, de omvang van zekerheidsrechten, de overgang van zekerheidsrechten, regres en subrogatie 28 januari 2018 Tot zekerheid waarvan, de omvang van zekerheidsrechten, de overgang van zekerheidsrechten, regres en subrogatie Inleiding 1. Een debiteur staat met zijn gehele vermogen in voor de verplichtingen

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

Hypotheekstelling. Offertenummer: *** Zaaknummer: ***

Hypotheekstelling. Offertenummer: *** Zaaknummer: *** Ondergetekende, Mr. Frederik Isaac Cornelis Tief, notaris te Apeldoorn, verklaart: - dat dit afschrift inhoudelijk een volledig en juiste weergave is van de inhoud van het stuk waarvan het een afschrift

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT6947

ECLI:NL:HR:2012:BT6947 ECLI:NL:HR:2012:BT6947 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-02-2012 Datum publicatie 03-02-2012 Zaaknummer 11/00128 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BT6947

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW. Gegevens ondernemingen : 1). SUZUKI BEVERWIJK B.V. 2). AUTOBEDRIJF MEIJER EN DE VOS B.V.

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW. Gegevens ondernemingen : 1). SUZUKI BEVERWIJK B.V. 2). AUTOBEDRIJF MEIJER EN DE VOS B.V. OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW Nummer : 2 Datum : 25 februari 2013 Gegevens ondernemingen : 1). SUZUKI BEVERWIJK B.V. 2). AUTOBEDRIJF MEIJER EN DE VOS B.V. Faillissementsnummers : 1).

Nadere informatie

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van afkortingen v xv Hoofdstuk 1 Inleiding op het onderwerp, presentatie van de onderzoeksvraag 1 1.1 Inleiding 1 1.2 De mogelijkheden 2 1.3 De vraag 4 1.4 De methode 5

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 13 Datum: 15 oktober 2012

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 13 Datum: 15 oktober 2012 47.340 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 13 Datum: 15 oktober 2012 Gegevens onderneming : Dijkstra-Koudum Materieel BV (KvK nummer: 01154959) Faillissementsnummer : 09/229 F Datum uitspraak : 13 oktober 2009

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod.

De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod. De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod. Is dit verbod in strijd met de uitgangspunten van het goederenrecht en bestaan er voor een pandhouder rechtens relevante

Nadere informatie

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Inleiding De kwaliteitsrekening is voorwerp geweest

Nadere informatie

De bodemverhuurconstructie onder vuur

De bodemverhuurconstructie onder vuur De bodemverhuurconstructie onder vuur Sinds het arrestvan de Hoge Raad inzake Ontvanger/NMB (HR 12 april 1985, NJ 1986/808), waarin werd geoordeeld dat in dat geval de bodemverhuurconstructie een geoorloofde

Nadere informatie