1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen
|
|
- Bert Christiaens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van onderzoek Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen 1. De levering bij voorbaat is wel getypeerd als een centrale figuur en één van de meest technische en lastige juridische fenomenen van het goederenrecht. 1 Naar huidig burgerlijk recht geldt het uitgangspunt dat een persoon zijn toekomstige goederen bij voorbaat kan leveren (art. 3:97 BW). Door een toekomstig goed bij voorbaat te leveren, kunnen partijen in het heden de vereiste handelingen verrichten met het oog op een in de toekomst gelegen overdracht van het goed. Zodra de vervreemder rechthebbende wordt van het geleverde goed, vindt de overdracht van het goed in beginsel automatisch plaats. Op overeenkomstige wijze kunnen beperkte rechten, in het bijzonder pandrechten, bij voorbaat worden gevestigd op toekomstige goederen (art. 3:98 BW). De levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen vormen het onderwerp van dit proefschrift Functies en toepassingen 2. Het belang van de levering en vestiging bij voorbaat ligt vooral in hun functie in het kredietverkeer. Met gebruik van deze figuren kan worden bewerkstelligd dat een persoon één of meer toekomstige bestanddelen van zijn vermogen in onderpand geeft aan een ander. Het verstrekken van onderpand mag daarbij in ruime zin worden verstaan. Daaronder valt niet alleen de vestiging van een (beperkt) zekerheidsrecht, maar ook een (zekerheids)overdracht ten aanzien van toekomstige goederen. De levering bij voorbaat is onder het regime van het voormalige Burgerlijk Wetboek tot ontwikkeling gekomen in het kader van de zekerheidsoverdracht. Hoewel ook onder het huidige recht (toelaatbare) vormen van zekerheidsoverdracht denkbaar zijn, 2 vormt de vestiging bij voorbaat van pandrechten thans de typische vorm om zekerheid op toekomstige goederen te verkrijgen. 1 Faber 1997, p Zie bijv. art. 7:55 BW inzake de financiëlezekerheidsovereenkomst tot overdracht. 1
2 Hoofdstuk 1 De mogelijkheid om zekerheid op toekomstige goederen te verkrijgen, vindt velerlei toepassing in het kredietverkeer. Zij kan in het bijzonder haar nut bewijzen indien het onderpand dynamisch is, in die zin dat het bestaat uit een groep van goederen die van samenstelling zal (blijven) wisselen. Daarbij kan worden gedacht aan de goederen die tezamen het gehele of gedeeltelijke vermogen van een onderneming vormen. Zo gaat bancaire kredietverstrekking aan een onderneming in de regel gepaard met de vestiging van zekerheid op alle tegenwoordige en toekomstige (van één of meer bepaalde categorieën) goederen van die onderneming. Tot zekerheid van een te verlenen of verleend krediet strekken dan mede de toekomstige inventaris, voorraad en vorderingen van de onderneming. De (startende) onderneming heeft mogelijk vooralsnog onvoldoende goederen die als zekerheid kunnen dienen voor het krediet. Daarnaast zullen de zekerheden gevestigd op de vlottende goederen van de kredietnemer bij het afsluiten van de financiering in de loop der tijd afnemen. De goederen van de schuldenaar zullen immers gedurende een normale bedrijfsvoering worden vervreemd, verwerkt, vervangen of tenietgaan. Door de zekerheid ook de toekomstige goederen van de onderneming te laten beslaan, kan worden bewerkstelligd dat de financier zekerheidsrechten heeft op de goederen die zich in het vermogen van schuldenaar bevinden wanneer het op verhaal aankomt. In het kader van een concernfinanciering verschaffen de (doorgaans hoofdelijk verbonden) groepsvennootschappen op vergelijkbare wijze zekerheid op hun bestaande en toekomstige goederen voor het verleende krediet. Bij voorraadfinanciering en debiteurenfinanciering (in het kader van factoring) kan de mogelijkheid van zekerheid op de toekomstige delen van de voorraad of vorderingenportefeuille op vergelijkbare wijze haar belang bewijzen. De bevoorschotting van gereed product of grondstoffen, respectievelijk vorderingen op debiteuren kan doorlopend geschieden, terwijl de beleende goederen zonder aanvullende handeling tot onderpand gaan dienen zodra zij door de kredietnemer worden verkregen. Zekerheid op toekomstige goederen kan daarnaast haar nut hebben indien een financier tevens zijn hand wil leggen op de vermogensrechtelijke voordelen (de vruchten of anderszins de opbrengsten) van een gefinancierd object. De verwachtingen omtrent de in de toekomst te genereren opbrengsten en de mate waarop deze opbrengsten de verhaalsbelangen 2
3 Inleiding van de financier kunnen dienen, zullen bijdragen aan de bereidheid om krediet te verlenen waarmee het object kan worden aangeschaft of tot stand gebracht. 3 Verwant aan de hiervoor genoemde objectfinanciering is het geval waarin een partij de productie van specifieke goederen financiert. Hierbij valt te denken aan een afnemer die nog te fabriceren of te verbouwen zaken koopt en vooruitbetaalt, of een opdrachtgever die de aankoop van materialen door de aannemer voorschiet. Deze financier zal het kredietrisico dat hij op zijn wederpartij loopt van aanvang af willen beperken door de in de toekomst te produceren of aan te schaffen goederen tot onderpand te laten strekken. De levering bij voorbaat fungeert in dit geval als een middel om afnemerskrediet te beveiligen. 4 Het verschaffen van toekomstige goederen als onderpand speelt ook ten aanzien van andere goederen dan vorderingen en roerende zaken. In het hiervoor al genoemde voorbeeld van een concernfinanciering is het niet ongebruikelijk dat tevens pandrechten worden gevestigd op de bestaande en toekomstige aandelen die de groepsvennootschappen (in elkaars kapitaal) houden. Ook toekomstige intellectuele eigendomsrechten kunnen voorwerp zijn van zekerheid. Hetzij als onderdeel van een algemeen krediet, hetzij als zekerheid voor bijvoorbeeld een filmproductie of de ontwikkeling van software. 5 Een financier zal zijn zekerheid bovendien willen verlengen tot de eventuele nieuwe rechten die ontstaan doordat het oorspronkelijke object van het intellectuele eigendomsrecht wordt aangepast of verbeterd. Aan de hand van toekomstige intellectuele eigendomsrechten kan bovendien het nut van de levering bij voorbaat buiten de context van het kredietverkeer worden geïllustreerd. Gedacht kan worden aan de collectieve belangenbehartiging van bijvoorbeeld de rechten van makers van auteursrechtelijk beschermde werken. Deze belangenbehartiging geschiedt in de regel door een met dat doel opgerichte rechtspersoon waarbij de 3 Ter waarborging van een ononderbroken kasstroom bevatten projectfinancieringen in de regel ook instaprechten voor de financier. Zie daarover Van den Berg Vgl. Nieuwenhuis 1980, p. 64. Nieuwenhuis plaatst de levering bij voorbaat daarbij in de sleutel van het quid pro quo-beginsel: voor wat, hoort wat; niets voor niets. De koper is bereid zaken die hij nog niet heeft ontvangen reeds bij voorbaat te betalen, maar alleen als die zaken hem eveneens bij voorbaat worden geleverd. Zie Nieuwenhuis 1980, p Vgl. Le Poole
4 Hoofdstuk 1 makers zich contractueel aansluiten. De maker zal zich daarbij vaak verplichten tot een overdracht (ten titel van beheer) van al zijn huidige en toekomstige auteursrechten. Door deze toekomstige rechten bij voorbaat te leveren kunnen partijen bewerkstelligen dat deze rechten van de maker automatisch overgaan op de belangenbehartiger zodra zij ontstaan. 6 Deze laatste kan zich voor de uitoefening en handhaving als rechthebbende van alle auteursrechten van de desbetreffende maker opstellen Levering bij voorbaat als spilfiguur 3. De reden dat de levering bij voorbaat een spilfiguur is voor het kredietverkeer houdt mede verband met het gegeven dat in het Nederlandse recht een figuur ontbreekt waarmee een zekerheidsrecht gevestigd kan worden op een algemeenheid van goederen als zodanig, zoals een (deel van een) onderneming. Dergelijke figuren, zoals (vooralsnog) de Belgische inpandgeving van de handelszaak, de Franse nantissement de fonds de commerce, of de Anglo-Amerikaanse floating charge of floating lien, zijn het Nederlandse recht vreemd. Naar Nederlands recht kan echter een vergelijkbaar resultaat worden bereikt door de vestiging van zekerheid op alle huidige en toekomstige goederen van een zekerheidsgever. 7 Daarnaast is het Nederlandse recht niet bijzonder toegeeflijk als de zekerheidsgerechtigde zijn aanspraken wil verlengen naar de toekomstige vruchten of opbrengsten van het in onderpand gegeven goed. Wetgever en rechter blijken terughoudend in het aanvaarden en toepassen van regels van zaaksvervanging bij pand en hypotheek. 8 De regeling van het vruchtgebruik kent daarentegen wél een uitgebreide regeling van zaaksvervanging: het vruchtgebruik strekt zich ook uit over al hetgeen in de plaats treedt van de aan het beperkte recht onderworpen goederen of daaraan ontleende voordelen. 9 In andere rechtsstelsels wordt soms op veel ruimere schaal aangenomen dat het zekerheidsrecht zich uitstrekt over de opbrengsten van 6 Vgl. HR 28 maart 2014, NJ 2015/365, m.nt. P.B. Hugenholtz (Norma/NLKabel c.s.). 7 Vgl. Hof Amsterdam 21 december 2000, JOR 2001/46, m.nt. T.H.D. Struycken en HR 14 december 2001, JOR 2002/70, m.nt. H.L.E. Verhagen (Sisal II). 8 Vgl. art. 3:229 BW (pandrecht op vergoedingsvorderingen) en art. 3:246 lid 5 BW (pandrecht op het geïnde). Vgl. ook HR 17 februari 1995, NJ 1996/471, m.nt. W.M. Kleijn (Mulder q.q./clbn), r.o ; en HR 23 april 1999, JOR 1999/109, m.nt. H.L.E. Verhagen, NJ 2000/158, m.nt. W.M. Kleijn (Van Gorp q.q./rabobank), r.o Zie echter ook HR 14 augustus 2015, JOR 2015/252, m.nt. A. Steneker (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij), r.o Vgl. art. 3:213 BW. 4
5 het onderpand. 10 De beoefenaar van het Nederlandse recht zal ook hier moeten terugvallen op de figuur van de levering bij voorbaat. De mogelijkheid om zekerheid op toekomstige goederen te verschaffen wordt thans internationaal beschouwd als een fundamenteel principe van een modern zekerhedenrecht. 11 Dat schuldenaren tevens de waarde van hun toekomstige goederen kunnen inzetten ter verkrijging van krediet, kan leiden tot een vergroting van de hoeveelheid beschikbaar krediet. De mogelijkheid om in het heden toekomstige vermogensbestanddelen effectief in onderpand te geven, zonder de noodzaak van latere aanvullende documentatie of handelingen van partijen, draagt eraan bij dat zekerheidsrechten op een eenvoudige en efficiënte wijze kunnen worden gevestigd. Een dergelijk mechanisme kan bijdragen aan een vlot functionerend kredietverkeer en aan het beperken van de transactiekosten en de kosten van het krediet Ontwikkeling Inleiding 4. Tegen de mogelijkheid om toekomstige goederen te leveren en te verpanden zijn zowel in het verleden als ook tegenwoordig nog bezwaren aangevoerd. Naast de meer technische tegenwerpingen, bestaat de angst dat een te ruime mogelijkheid om toekomstig vermogen onder te zetten al te nadelig uitpakt voor de schuldenaar en diens overige schuldeisers. Indien de schuldenaar met een enkele pennenstreek over zijn toekomstige vermogen kan beschikken, zou dit kunnen leiden tot een achteloze ondergraving van zijn bestaansmiddelen of een overmatige afhankelijkheid van een bepaalde geldschieter. Ook zouden de overige (concurrente) schuldeisers van de schuldenaar te zeer kunnen worden beperkt in hun belangen om zich te verhalen op het vermogen van de zekerheidsgever. Tussen deze belangen en de belangen van het kredietverkeer bestaat een zekere spanning. De juridisch-dogmatische moeilijkheden van de levering bij voorbaat houden in de kern steeds verband met het bijzondere temporele karakter van de rechtsfiguur. De levering bij voorbaat valt immers in tijd nooit samen met de uiteindelijke overdracht of bezwaring waartoe zij dient. Onder het 10 Zie bijvoorbeeld voor het Amerikaanse recht art (a) UCC. 11 Vgl. UNCITRAL Secured Transactions, p. 23, onder (c). 12 Vgl. UNCITRAL Secured Transactions, p. 20, onder (b), p en p. 78; McCormack 2004, p en McCormack 2011, p. 60 e.v. Vgl. ook HR 3 februari 2012, JOR 2012/200, m.nt. B.A. Schuijling, NJ 2012/261, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Dix q.q./ing), r.o
6 Hoofdstuk 1 voormalige Burgerlijk Wetboek van 1838 was de mogelijkheid om toekomstige goederen te leveren dan ook lange tijd uitgesloten of onzeker. Het BW van 1838 bevatte een aantal obstructies en verboden op dit punt. De erkenning van de levering van toekomstige goederen is uiteindelijk in de rechtspraak tot ontwikkeling gekomen. 13 Met de invoering van de Boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek op 1 januari 1992 zijn de ontwikkelingen die zich onder het voormalige recht hebben voorgedaan, gecodificeerd. Sindsdien kent het Nederlandse recht een wettelijke regeling van de figuur in art. 3:97 lid 1 BW waarin kortweg is bepaald dat toekomstige goederen bij voorbaat geleverd kunnen worden. Daarvan worden uitgezonderd toekomstige registergoederen en toekomstige goederen ten aanzien waarvan het verboden is om ze tot voorwerp van een overeenkomst te maken. Art. 3:97 lid 2 BW geeft een regeling voor het geval een toekomstig goed meermaals bij voorbaat wordt geleverd. Op grond van de schakelbepaling van art. 3:98 BW gelden dezelfde regels voor de vestiging van beperkte rechten. De wet kent een bijzondere beperking voor de verpanding van toekomstige vorderingen op naam. Zij kunnen ingevolge art. 3:239 lid 1 BW slechts stil verpand worden indien zij ten tijde van de vestiging rechtstreeks zullen worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding. Art. 3:94 lid 3 BW bevat sinds 1 oktober 2004 een gelijke beperking voor de stille cessie van toekomstige vorderingen. Met de invoering van het centrale deel van het nieuwe vermogensrecht is art. 35 lid 2 toegevoegd aan de Faillissementswet. Hierin wordt bepaald dat een toekomstig goed dat voor de dag van de faillietverklaring bij voorbaat geleverd is door de schuldenaar, in beginsel in de boedel valt indien het eerst na de aanvang van die dag door hem is verkregen Vragen 5. Met de codificatie kwamen de ontwikkelingen niet tot stilstand. Zoals elke nieuwe regeling, heeft de wettelijke regeling van de levering en vestiging bij voorbaat nieuwe vragen opgeroepen en tot de nodige rechtspraak geleid. Vooral de vestiging bij voorbaat van een stil pandrecht op toekomstige vorderingen heeft veel rechtspraak uitgelokt. De katalysator achter deze rechtspraak is voornamelijk de wens van de financieringspraktijk geweest om ondanks de beperking van art. 3:239 lid 1 BW met een 13 Vgl. voor roerende zaken: HR 22 mei 1953, NJ 1954/189, m.nt. J. Drion (Sio) en voor vorderingen: HR 29 december 1933, NJ 1934/343, m.nt. P. Scholten (Fijn van Draat q.q.) en HR 24 oktober 1980, NJ 1981/265, m.nt. W.M. Kleijn (Solleveld II). 6
7 Inleiding minimale administratieve belasting stille pandrechten te vestigen op alle toekomstige vorderingen van een kredietnemer. Om in de toekomst verzekerd te zijn van pandrechten op alle vorderingen van de pandgever, moet gelet op art. 3:239 lid 1 BW worden overgegaan tot het (met enige regelmaat) opmaken van aanvullende pandaktes. Om de administratieve last van deze periodieke verpanding te verlichten zijn aanvankelijk de grenzen van het vereiste van voldoende bepaaldheid verkend. 14 Dit vereiste bleek geen sta-in-de-weg voor de verpanding van toekomstige vorderingen. Voor het vestigen van een pandrecht op vorderingen is naar inmiddels vaste rechtspraak voldoende dat de pandakte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vorderingen het gaat. Zelfs een generieke omschrijving, zonder nadere specificaties, kan volstaan. 15 Teneinde de resterende administratieve last van aanvullende pandaktes tot een minimum terug te brengen, is vervolgens de zogenaamde verzamelpandakte-constructie in de praktijk opgekomen. De constructie komt erop neer dat op periodieke basis door middel van een alomvattende onderhandse pandakte (nagenoeg) alle kredietnemers van de bank al hun bestaande vorderingen en toekomstige vorderingen uit dan reeds bestaande rechtsverhoudingen aan de bank verpanden. Bij deze verpanding worden de kredietnemers door de bank vertegenwoordigd op grond van eerder verleende (onherroepelijke) volmachten. Zodoende vindt de periodieke verpanding plaats zonder feitelijke medewerking van de afzonderlijke pandgevers. De geldigheid van deze constructie is door de Hoge Raad bevestigd in het arrest Dix q.q./ing. 16 De erkenning van deze constructie heeft de discussie omtrent de mate waarin de verpanding van toekomstige goederen toelaatbaar dient te zijn wederom op scherp gezet. Naast deze voortgaande ontwikkeling roept de levering bij voorbaat vragen op die niet steeds worden beantwoord door de summiere wettelijke regeling of de eveneens summiere toelichting daarop. Zo is bijvoorbeeld de juridische duiding van de levering bij voorbaat binnen het vermogensrecht, en in het bijzonder binnen het wettelijk systeem van de overdracht van goederen, onduidelijk. 17 De levering bij voorbaat leidt immers niet terstond 14 Vgl. art. (3:98 jo.) 3:84 lid 2 BW. 15 Zie in het bijzonder HR 20 september 2002, JOR 2002/211, m.nt. N.E.D. Faber, NJ 2004/182, m.nt. W.M. Kleijn (Mulder q.q./rabobank). 16 HR 3 februari 2012, JOR 2012/200, m.nt. B.A. Schuijling, NJ 2012/261, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Dix q.q./ing). Zie ook HR 1 februari 2013, JOR 2013/155, m.nt. B.A. Schuijling en N.E.D. Faber, NJ 2013/156, m.nt. F.M.J. Verstijlen (Van Leuveren q.q./ing). 17 Vgl. Faber 1997, p ; en Peter 2007, p
8 Hoofdstuk 1 tot een overdracht, maar pas op het tijdstip dat de vervreemder het goed verkrijgt. Dit rechtsgevolg verschaft de beoogde verkrijger een bijzondere positie. Enerzijds is zijn positie sterker dan de positie van een schuldeiser van een vordering tot levering. Anderzijds is de positie zwakker dan die van een rechthebbende van een goed. De levering bij voorbaat lijkt op het eerste oog dus het midden te houden tussen een verbintenisrechtelijke aanspraak op levering en een goederenrechtelijk recht. De precieze rechtsposities van de vervreemder en de verkrijger ná de verrichting van de levering bij voorbaat, maar vóór de uiteindelijke overdracht zijn onduidelijk en vormen een van de onderwerpen van dit onderzoek. In het verlengde hiervan liggen bijvoorbeeld de vragen of de partijen bij de levering in staat zijn om hun positie te doen overgaan op een ander, óf en hoe partijen het rechtsgevolg van automatische overdracht kunnen voorkomen, en de vraag of de verkrijger aanspraak kan maken op derdenbescherming. Voorafgaand aan de vraag naar de rechtsposities speelt de vraag naar de voorwaarden waaronder een toekomstig goed bij voorbaat geleverd kan worden. Het temporele kenmerk van de levering bij voorbaat kan daarnaast leiden tot conflicterende aanspraken ten aanzien van het toekomstige goed. Zowel de omstandigheid dat het bij voorbaat geleverde goed nog verkregen moet worden door de vervreemder, als de noodzakelijke tijdspanne tussen de levering bij voorbaat en de uiteindelijke overdracht of bezwaring, kunnen meebrengen dat concurrerende aanspraken van goederenrechtelijke of verhaalsrechtelijke aard ontstaan op het goed. Hierbij valt onder meer te denken aan de gevallen dat hetzelfde toekomstige goed verscheidene malen bij voorbaat wordt geleverd, of de levering bij voorbaat botst met een bij voorbaat gelegd beslag op hetzelfde goed dan wel met het tussentijds faillissement van de vervreemder-bij-voorbaat. De bijbehorende vraag is hoe deze aanspraken zich tot elkaar verhouden. Daarnaast kan de afbakening van het object van de levering bij voorbaat problematisch zijn. In concrete gevallen kan het de vraag zijn of een goed reeds bestaat en of de vervreemder op enig moment in de tijd rechthebbende is geweest. In het bijzonder bij vorderingsrechten kan het ontstaansmoment onduidelijk zijn. Dit ontstaansmoment is echter van doorslaggevend belang voor de effectiviteit van de levering bij voorbaat in het geval de vervreemder of pandgever insolvent raakt. Ontstaat het bij voorbaat geleverde of verpande goed eerst tijdens het faillissement, dan valt het goed (onbezwaard) in de boedel, zo volgt uitdrukkelijk uit art. 35 lid 2 Fw. 8
9 Inleiding 1.2 Doelstelling en verantwoording 6. Het eerste doel van deze studie is een beschrijving en analyse van het geldende recht. In het verlengde van de beschrijving van het positieve recht ligt een kritische bespreking van de uitwerking van de wettelijke regelingen en de keuzes die door de wetgever of in de rechtspraak met betrekking tot de levering bij voorbaat zijn gemaakt. Het belang van het onderzoek is onder meer gelegen in de, hiervóór gegeven, functie van de figuren van levering en vestiging bij voorbaat in de rechtspraktijk, in het bijzonder het kredietverkeer. Zowel bij een eenvoudig bankkrediet, als bij meer complexe meerpartijenfinancieringen kunnen vragen rijzen omtrent deze rechtsfiguur. Een andere aanleiding voor het onderzoek is gelegen in de enigszins beperkte, althans fragmentarische aandacht die de levering bij voorbaat in de literatuur geniet. Hoewel de dissertaties van Van Swaaij, Peter, Verdaas en Rongen in meer of mindere mate aandacht besteden aan de levering bij voorbaat, is zij tot op heden niet als zodanig voorwerp van een onderzoek geweest Deze studie is juridisch-dogmatisch van opzet. Het onderzoek naar het geldende positieve recht geschiedt in principe vanuit een intern perspectief in de zin dat het onder verwijzing naar zijn eigen bronnen wordt beschreven en uitgelegd, alsmede geanalyseerd op onderliggende waarden, veronderstellingen en beginselen. De bestudering van het onderwerp is daarmee voornamelijk gericht op het systematisch in kaart brengen van het bestaande recht en waar nodig voorstellen te doen tot interpretatie, aanvulling of aanpassing daarvan. Het perspectief van deze studie is echter niet volledig naar binnen gekeerd. Waar dienstig aan de bestudering van het onderwerp wordt ook acht geslagen op gegevens die zijn verkregen uit een rechtsvergelijking met het oud burgerlijk recht, andere rechtsstelsels en internationale overeenkomsten en richtlijnen. Voor een goed begrip van het huidige recht is het dienstig om kennis te nemen van de ontwikkeling van het leerstuk onder het oude recht. Het doel van de vergelijking met andere rechtsstelsels is niet gericht op een volledige beschrijving van het andere recht, maar om inzicht te verschaffen in de invloeden van andere rechtsstelsels op de ontwikkeling van het Nederlandse recht en het huidige recht in te bedden in een meer algemene internationale ontwikkeling. 18 Vgl. Van Swaaij 2000, passim; Peter 2007, p ; Verdaas 2008/ ; en Rongen 2012/
10 Hoofdstuk Plan van behandeling 8. Dit boek vervolgt in hoofdstuk 2 met een historisch-vergelijkende schets van de ontwikkeling van de levering bij voorbaat in het Nederlandse recht. De nadruk ligt daarbij op de ontwikkeling die zich heeft voorgedaan in de laatste honderd jaar. Toekomstige goederen, als object van de levering bij voorbaat, worden besproken in hoofdstuk 3. Daarbij wordt onderscheiden tussen enerzijds de begripsmatige afbakening en anderzijds de concretisering van de grenzen bij enkele typen goederen. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de rechtsgevolgen en het rechtskarakter van de levering bij voorbaat. In het bijzonder dient dit deel bij te dragen aan de dogmatische inbedding van de figuur in het vermogensrecht. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de wijze waarop en de mate waarin bepaalde typen goederen bij voorbaat kunnen worden geleverd of verpand. De onderlinge verhouding van bepaalde botsende aanspraken op de geleverde of verpande toekomstige goederen staat centraal in hoofdstuk 6. Als uitgangspunt geniet de eerdere bij voorbaat verrichte handeling ten aanzien van hetzelfde toekomstige goed prioriteit boven de latere. De prioriteitsregel blijft echter buiten toepassing bij een samenloop met een tussentijdse insolventieprocedure. In dat geval prevaleren de rechten van de boedel op het toekomstige goed. Het boek wordt afgesloten met een samenvatting in hoofdstuk Terminologie 9. Tenzij anders is aangegeven of uit de context anders blijkt, wordt in dit boek met levering bij voorbaat niet alleen gedoeld op de levering bij voorbaat tot overdracht van een toekomstig goed (art. 3:84 lid 1 BW), maar ook de levering bij voorbaat strekkende tot vestiging van een pandrecht op een toekomstig goed (art. 3:98 jo. 3:84 lid 1 BW). 19 Dit betekent vooral dat de hoofdstukken 4 en 6 betrekking hebben op beide gevallen. Daarnaast wordt de levering bij voorbaat tot overdracht van een vordering in dit boek ook wel cessie bij voorbaat genoemd en wordt de levering bij voorbaat tot vestiging van een pandrecht als vestiging bij voorbaat of verpanding bij voorbaat aangeduid. Deze terminologie sluit aan bij het juridisch spraakgebruik. 19 Deze terminologie sluit aan bij art. 86 lid 7 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en HR 4 december 1998, NJ 1999/549, m.nt. W.M. Kleijn (Potharst/ Serrée). 10
WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann Nijmegen, januari 2016 N.E.D. Faber
WOORD VOORAF De levering en verpanding bij voorbaat van toekomstige goederen is een belangrijk onderwerp voor de praktijk en de wetenschap. In het huidige kredietverkeer kan de rechtsfiguur moeilijk worden
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken
nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers
Nadere informatieVerpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte
annotatie Ars Aequi juni 2012 455 Annotatie Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte Prof.mr. P.M. Veder HR 3 februari 2012, LJN: BT6947 (Dix q.q./ing), (mrs.
Nadere informatieKorte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.
Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling
Nadere informatieDe formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.
Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is
Nadere informatieArtikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen
Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van
Nadere informatieNIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD
pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd
Nadere informatie2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?
2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16
Nadere informatieHet verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste
bezoeker Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Inleiding Bij het verstrekken van krediet door een geldgever
Nadere informatieBepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:
Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1
INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten
Nadere informatieVSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009
VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 Bank en faillissement: Inleiding Zekerheidsrechten Verrekening Separatist Inleiding Positie curator, politieagent Onderzoeksonderwerpen
Nadere informatiePandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;
PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,
Nadere informatieWorkshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement
Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden
Nadere informatieINBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk
Nadere informatieHoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp van het onderzoek Probleemstelling Verantwoording Plan van behandeling 7
INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF VII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Onderwerp van het onderzoek 1 1.2 Probleemstelling 4 1.3 Verantwoording 6 1.4 Plan van behandeling 7 Hoofdstuk 2 Generale zekerheidsrechten in
Nadere informatieLex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde?
Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? M r. W. W. H u i d e k o p e r e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i
Nadere informatie14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.
14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering
Nadere informatie- PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris
DE ONDERGETEKENDEN - PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris De heer.., geboren te.. op.., wonende te.., aan de.., hierna te noemen Pandnemer en De heer.., geboren te.. op..,
Nadere informatieDe verpanding van absoluut toekomstige vorderingen
WETENSCHAP De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen HR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ing) F. van Buchem & B. de Man 1 Inleiding In het op 3 februari 2012 gewezen arrest Dix q.q./ing heeft
Nadere informatieOPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)
OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) In het faillissement van : Faillissementsnummer : 15/12/567 F. Verslagnummer : 2 Datum uitspraak : 30 oktober 2012 Curator Rechter Commissaris Activiteiten
Nadere informatieM r. E. M. F. d e V e t t e *
Inpassing van buitenlandse rechtsfiguren in het Nederlandse recht: beschouwingen naar aanleiding van HR 11 juli 2014, JOR 2014/254 (Seacastle/Peters q.q.) M r. E. M. F. d e V e t t e * Inleiding In HR
Nadere informatie1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13
Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in
Nadere informatieConclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel
Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere
Nadere informatiePandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gevolgen van het vuistloze en stille karakter van het pandrecht
Pandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gevolgen van het vuistloze en stille karakter van het pandrecht Bespreking van het proefschrift van mr. F.J.L. Kaptein M r. E. J. O p p e d i j k v a
Nadere informatieUitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod
Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een
Nadere informatieFAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 januari 2014
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 januari 2014 In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens
Nadere informatieProgramma. Inleiding: Te onderscheiden gevallen: Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je?
Verrekening Johan Jol Oktober 2009 Inleiding: Programma Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je? Gevolgen van verrekening Wettelijke versus contractuele verrekening Te onderscheiden
Nadere informatie3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011
3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :
Nadere informatieEnige aspecten van de kwalitatieve verbintenis
Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Artikel
Nadere informatieINLEIDING HOOFDSTUK Onderwerp van het onderzoek
HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van het onderzoek De goederen van een schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor zijn schuldeisers. 1 Indien de schuldenaar jegens zijn schuldeisers tekort
Nadere informatiePandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;
PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. DBS2 NEDERLAND B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor
Nadere informatieLeerarrangement 6Ai Juridische checkpoints. Jeroen Dusseldorp Studentnummer:
Leerarrangement 6Ai Juridische checkpoints Jeroen Dusseldorp Studentnummer: 0241664 27-2-2014 Zekerheden Omschrijving en inschatting financieel belang van de zekerheid Inschatting feitelijke en juridische
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073
Nadere informatieDatum 28 mei 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie van banken in het geval van insolventie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieINBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend
Nadere informatieEigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht
Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht De grens tussen goederenrecht en verbintenissenrecht en mogelijke toepassingen (Rabobank/Reuser) M r. A. H. S c h e l t e m a * 1 Inleiding
Nadere informatieMasterscriptie. De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement
Masterscriptie De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement Student: (Michael) A.J.M. Dekkers ANR: 90.33.06 Datum: 27 juli 2010 Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master
Nadere informatieAandeelhouders STAK LOM
Memo Van : Joris de Leur Aan : Roelof van der Wielen (Uno Bedrijfsadviseurs) Datum : 16 februari 2017 Betreft : Realisatie LEM/LOM structuur Referentie : 225340/JL 1. Structuur 1.1. Uitgaande van een scheiding
Nadere informatieVan fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief
Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief S. Ramlal Tilburg University, masterthesis Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Tilburg, 15 oktober 2015 Van fiduciaire
Nadere informatieAKTE VERPANDING VORDERINGEN
AKTE VERPANDING VORDERINGEN de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer:. nummer:. postcode: plaats: KvK-nummer: hierna te noemen: pandgever en (bedrijfs)naam:
Nadere informatieBodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990
Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en
Nadere informatieZakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent
Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen
Nadere informatieFAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 18 juni 2013
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 18 juni 2013 In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens
Nadere informatieDe faillissementsbestendigheid van het overwaardearrangement
De faillissementsbestendigheid van het overwaardearrangement M r. K. J. K r z e m i ń s k i * 1 Inleiding In de financieringspraktijk komen zogeheten overwaardearrangementen regelmatig voor. Een dergelijke
Nadere informatieWijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht
Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.
Nadere informatieNaar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono?
Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono? MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Afstudeerrichting privaatrecht Bilal Chababi (451464) Begeleider: Tweede begeleider: Prof. mr. R.D. Vriesendorp Mw.
Nadere informatieCollege 1: Algemene inleiding:
College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de
Nadere informatiePANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS. 2. De heer, geboren op 19 en wonende aan de. te
PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS DE ONDERGETEKENDEN: 1. De heer., geboren. 19 en wonende aan de. te (.. )., ten deze handelende als rechtsgeldig vertegenwoordiger van. B.V., die hierna zal worden
Nadere informatieHamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement M.L. Tuil Published in Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 21-25
Nadere informatieOnoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding
Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74110
Nadere informatie3 HARMONISATIE VAN HET RECHT BETREFFENDE ZEKERHEID OP GIRALE ACTIVA 31
Inhoud 1 INLEIDING 1 1.1 Achtergronden en onderwerp van het onderzoek 1 1.2 Vraagstelling en aanpak van het onderzoek 4 1.3 Afbakening en beperkingen van het onderzoek 6 1.4 Terminologie 7 1.5 Plan van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal
Nadere informatie- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning
- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake
Nadere informatieREACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)
REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria
Nadere informatie1. (Naam), handelend voor zich in privé, geboren te (Plaats) op (geboortedatum) en wonende te (Plaats) aan de (adres) hierna te noemen Schuldeiser;
Voorbeeld pandakte De ondergetekenden: 1. (Naam), handelend voor zich in privé, geboren te (Plaats) op (geboortedatum) en wonende te (Plaats) aan de (adres) hierna te noemen Schuldeiser; en 2. De besloten
Nadere informatieAdvies geldlening en zekerheden inzake doordecentralisatie primair onderwijs
MEMO AAN Gemeente Breda R. Hoogzaad, A. van der Veer, C. Frankevyle, M. van den Heuvel DATUM 18 december 2013 VAN Nathalie Huijben Eelkje van de Kuilen advocaat TELEFOON +31 88 253 5977 FAX +31 88 253
Nadere informatieAKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V.
AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART 2016 tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) en NOODLEBAR CENTRAAL B.V. (ALS PANDGEVER) DE ONDERGETEKENDEN, I. STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN,
Nadere informatieINHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix
INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301
Nadere informatieVerpanding van merken
Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.15/16/215 NL:TZ:0000006393:F001 31-05-2016 mr. H.C. Scheltema mr. M.M. Kruithof Algemeen Gegevens onderneming Pro Build Purmerend
Nadere informatieLeergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk
28 februari 2017 Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk prof. mr J.B. Spath Zekerheden Opzet 1. Goederenrechtelijke zekerheid a. Pand- en hypotheek b. Eigendomsvoorbehoud (incl.
Nadere informatieDe positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod.
De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod. Is dit verbod in strijd met de uitgangspunten van het goederenrecht en bestaan er voor een pandhouder rechtens relevante
Nadere informatieEigendomsvoorbehoud en de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van voorwaardelijke eigendom
Eigendomsvoorbehoud en de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van voorwaardelijke eigendom P r o f. m r. R. M. W i b i e r * 1 Inleiding In dit tijdschrift verscheen kort geleden een interessante bijdrage
Nadere informatieLevering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie
Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie Aanvulling op de 11 e druk van het deel Goederenrecht uit de Pitlo-serie Door Prof. mr. W.H.M. Reehuis Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit
Nadere informatieInleiding. 1.1 Probleemanalyse
HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,
Nadere informatieGIRAAL EFFECTENVERKEER EN GOEDERENRECHT
GIRAAL EFFECTENVERKEER EN GOEDERENRECHT EEN STUDIE NAAR ENKELE GOEDERENRECHTELIJKE ASPECTEN VAN DE WET GIRAAL EFFECTENVERKEER EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT
Nadere informatieDe overeenkomst in het insolventierecht
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De overeenkomst in het insolventierecht Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus,
Nadere informatieConclusie: - LJN: BN9463 Noot: H. de Coninck-Smolders Roepnaam: -
TVI 2012/20 Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer) Datum: 3 december 2010 Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser Zaaknr: 10/01331 Conclusie:
Nadere informatieWie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?
Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:
Nadere informatieDe (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer?
De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer? mr. C. Vermeulen & J.W.H. Lemmen 1 In bijna elk faillissement komt u het wel tegen: vorderingen van de schuldenaar op derden die (stil) rechtspraak
Nadere informatieZakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud. Johan Jol September 2009
Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud Johan Jol September 2009 Voorbode: Programma Faillissement en haar crediteuren Verhaalsmogelijkheden Rangorde
Nadere informatieRBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator
RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Nadere informatieVerdaas zijn boek opent: Het recht bestaat niet om zijns zelfs wil; het heeft de mens in zijn handel en wandel te dienen.
PROBLEMEN ROND STILLE VERPANDING VAN VORDERINGEN. Beschouwingen naar aanleiding van: A.J. Verdaas, Stil pandrecht op vorderingen op naam (diss. Nijmegen 2008), Serie Onderneming en Recht deel 43, Deventer:
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BT6947
ECLI:NL:HR:2012:BT6947 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-02-2012 Datum publicatie 03-02-2012 Zaaknummer 11/00128 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BT6947
Nadere informatieVoorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )
stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159
Nadere informatieNaar een betere rechtvaardiging van het bestaan van de rechten van pand en hypotheek door een regel van partial priority
Naar een betere rechtvaardiging van het bestaan van de rechten van pand en hypotheek door een regel van partial priority Naam: Suzan van den Akker Masterscriptie Universiteit van Amsterdam Mastertrack:
Nadere informatieAutoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit
REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een
Nadere informatieVSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009
VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 Bank en faillissement: Inleiding Separatist Rol curator en ontwikkelingen Faillissement en de crediteuren Separatist Specifieke
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM Bedingen die van toepassing zijn op de verkoop van alle onroerende zaken. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 :
Nadere informatieEen pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1
Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit
Nadere informatie(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN
F364/F555/31004733 Versie 28 juni 2017 (MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN Heden, [passeerdatum], is voor mij,
Nadere informatieDISCLAIMER. Pagina 1 van 5. verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp DE ONDERGETEKENDE(N):
Pagina 1 van 5 DE ONDERGETEKENDE(N): DISCLAIMER verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp Naam rechtspersoon: Plaats statutaire zetel: Kantooradres: Nummer Kamer van Koophandel: e-mailadres:
Nadere informatieLICENTIEOVEREENKOMST/VOORWAARDEN
LICENTIEOVEREENKOMST/VOORWAARDEN De ondergetekenden: 1. Licentiegever; en 2. de besloten vennootschap ilearn Company B.V, gevestigd en kantoorhoudende te Ede, aan de Wiek 121, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatieINSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING
III INHOUD INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING I. RECHTSGESCHIEDENIS 1 A. De totstandkoming van de eerdere Verordening nr. 1346/2000 1 B.
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 INLEIDING. 1.1 Onderwerp van het onderzoek. 1.2 Probleemidentificatie
HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van het onderzoek 1. Van zekerheidsoverdracht naar stil pand. Tot de invoering van het Bur - gerlijk Wetboek van 1992 werden vorderingen op naam veelal niet in zekerheid
Nadere informatieDe goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud
De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijk eigendom beschikken? Masterscriptie privaatrecht
Nadere informatieInsolventierecht Voortgezet: Separatisten
VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Once you stop learning, you start dying. Albert Einstein (1879 1955) Johan Jol en Oktober 2011 1 Inleiding Bank en Faillissement: Separatist Rol curator
Nadere informatieModelbeschrijving Splitsing
AFSPBESABES001FLEX Modelbeschrijving Splitsing - de inhoud van deze beschrijving dient slechts als voorbeeld en kijk zo nodig in checklist 1040 voor een opsomming van mogelijke vermogensbestanddelen. Beschrijving
Nadere informatieANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2
ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering
Nadere informatie-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening
-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.. B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende aan de.., te ( ), rechtsgeldig
Nadere informatieZakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten
Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatie