Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen"

Transcriptie

1 Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen De bedoeling van de wetgever en de uitleg van de rechter G.G.J. Houben Mei 15

2 Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen De bedoeling van de wetgever en de uitleg van de rechter G.G.J. Houben Scriptiebegeleider: Mevrouw mr. S. van Bergen 15 mei 2015

3 Lijst van gebruikte afkortingen AA AB ABP Bb BW c.p. ECLI LJN NJ NJB NTBR TvI O&F WPNR Ars Aequi Algemene Bankvoorwaarden Algemene Bepalingen van Pandrecht Bedrijfsjuridische berichten Burgerlijk Wetboek constitutum possessorium European Case Law Identifier landelijk jurisprudentienummer Nederlandse Jurisprudentie Nederlands Jurisprudentieblad Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht Tijdschrift voor Insolventierecht Onderneming & Financiering Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

4 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding Het scriptieonderwerp De beperking van het stille pandrecht op vorderingen Vestiging van stil pandrecht Inhoud pandakte Periodieke vestiging van stil pandrecht Vestigen met de verzamelpandakte Oorsprong van het Nederlandse stille pandrecht Bedoelingen van de wetgever bij de beperking van het stille pandrecht Het beschermen van concurrente schuldeisers Geen verschuivingen stimuleren in het bestaande financieringspatroon Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen De eis van voldoende bepaaldheid De volmacht De rechtsgeldigheid van de verzamelpandakte-constructie Het volmachtsbeding in de algemene voorwaarden Selbsteintritt De eis van bepaaldheid in de verzamelpandakte De uitleg van de verzamelpandakte-constructie De verzamelpandakte-constructie en de bedoeling van de wetgever Conclusie Literatuurlijst Jurisprudentielijst... 19

5 1 Algemene inleiding Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten. Kredietverleners en crediteuren gebruiken het als zekerheid om het risico van hun vorderingen te verminderen. Het pand- en hypotheekrecht biedt daarmee een betere garantie dan een verhaalsrecht dat gelijk is aan medeschuldeisers. Alle voor overdracht vatbare niet registergoederen kunnen in pand worden gegeven. Het pandrecht op vorderingen op naam kan openbaar of stil gevestigd worden. Een stil pandrecht biedt de mogelijkheid een pandrecht te vestigen zonder dat de schuldenaar een mededeling krijgt. 1.1 Het scriptieonderwerp Het oude recht vóór 1992 kende geen stil pandrecht. Een geldig pandrecht op roerende zaken was alleen mogelijk door de zaak buiten de macht van de schuldenaar te brengen. 1 Het vestigen van pandrecht op vorderingen ging alleen door kennisgeving van de verpanding. Dit werd als ongewent ervaren omdat men de vorderingen van een kredietnemer op zijn afnemers als zekerheid wilde verschaffen zonder dat de afnemers daarover werden geïnformeerd. 2 Daarom werd onder het oude Burgerlijke Recht gebruik gemaakt van de zekerheidsoverdracht. 3 Bij de invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek (BW) in 1992 is de regeling van het stille pandrecht op vorderingen op naam geformuleerd ter vervanging van de zekerheidsoverdracht. De wetgever heeft op grond van bepaalde intenties de stille verpanding op vordering beperkt. Het is interessant om te onderzoeken of deze bedoelingen, door de rechtspraak van de Hoge Raad over de jaren heen, in stand zijn gebleven. Het huidige wetsartikel roept daarom vragen op met betrekking tot de bedoeling van de wetgever en de toepassing in de huidige praktijk. In deze scriptie zullen daarom de bedoelingen van de wetgever bij het, in de wet geformuleerde, stil pandrecht op vorderingen op naam worden behandeld. Zowel de beperkingen van het wetsartikel als de huidige verpandingspraktijk worden besproken. De onderzoeksvraag luidt: Met welke bedoelingen heeft de wetgever artikel 3:239 BW beperkt en in hoeverre komen deze gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad tot uiting in de praktijk? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal wordt gestart met een bespreking van de oorsprong en ontwikkeling van het stille pandrecht. Vervolgens wordt onderzocht hoe de rechtspraak van de Hoge Raad de huidige praktijk van stille verpanding met behulp van de verzamelpandakte mogelijk maakt. Omdat hier twee inhoudelijke elementen van een pandakte van belang zijn voor het gebruik van de verzamelpandakte, zal worden onderzocht hoe deze zich in de praktijk hebben ontwikkeld en wordt er vervolgens dieper ingegaan op de verzamelpandakte-constructie. Aansluitend zal aandacht worden besteedt hoe deze verpandingsconstructie zich verhoudt met de bedoeling van de wetgever. Tenslotte volgt een conclusie waarin wordt bekeken of de bedoeling van de wetgever nog aansluit bij de beperking in artikel 3:239 BW. - 1 Reehuis 1987, nr. 1. Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr Reehuis 1987, nr Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr

6 1.2. De beperking van het stille pandrecht op vorderingen Voor het vestigen van een pandrecht moeten de vestigingshandelingen uit art. 3:239 BW worden verricht: er moet sprake moet zijn van een geldige titel en van een beschikkingsbevoegde pandgever. De eerder besproken bedoeling van de wetgever heeft vorm gekregen in artikel 3:239 BW. Het wetsartikel bevat een beperkingen voor verpanding van toekomstige vorderingen. De toekomstige vorderingen die onder de verpanding vallen moeten rechtstreeks voortvloeien uit een ten tijde van de verpanding reeds bestaande rechtsverhouding. 4 Dit kan bijvoorbeeld een toekomstige huurtermijnen zijn uit een bestaande huurovereenkomst. Deze vorderingen worden ook relatief toekomstig genoemd omdat het goed reeds bestaat, maar de vervreemder is nog niet de rechthebbende. Bij absoluut toekomstige vorderingen bestaat het goed nog niet maar als het in de toekomst ontstaat, wordt de vervreemder daarvan mogelijk de rechthebbende. 5 Een stil pandrecht kan dus alleen worden gevestigd op een relatief toekomstige vordering. 1.3 Vestiging van stil pandrecht Een vordering op naam, bijvoorbeeld een vordering uit koopovereenkomst of uit geldlening, kan worden bezwaard door middel van een openbaar pandrecht of een stil pandrecht. 6 Een schuldenaar van een vordering met het daarop rustend openbaar pandrecht, wordt hiervan een mededeling gedaan. 7 De schuldenaar van een vordering met een daarop gevestigd stil pandrecht, ontvangt daarentegen geen mededeling. 8 Via artikel 3:98 BW gelden de eisen voor overdracht in artikel 3:84 ook voor de vestiging van pandrechten. Er dient een vestigingshandeling te worden verricht, er is sprake van een geldige titel en de pandgever moet beschikkingsbevoegd zijn. Als er niet is voldaan aan één van deze eisen dan is er als regel, zoals bij overdracht, geen geldig pandrecht. 9 Artikel 3:236 lid 2 BW zorgt dat de eisen voor openbare cessie in artikel 3:94 lid 1 BW van toepassing zijn op de vestiging van een openbaar pandrecht. Het openbaar pandrecht wordt dus gevestigd met een voor verpanding bestemde akte en een mededeling aan de schuldenaar van de vordering. Artikel 3:239 BW regelt de vestigingshandelingen van het stil pandrecht. Net als bij stille cessie, is bij stil pandrecht geen mededeling nodig aan de schuldenaar, maar is er wel een authentieke of geregistreerde onderhandse akte vereist. In de vorige paragraaf is al behandeld dat het stille pandrecht zich beperkt tot vorderingen die op het moment van vestiging bestaan of in de toekomst te worden verkregen uit een al bestaande rechtsverhouding (relatief toekomstig). Registratie van de onderhandse pandakte is ook een eis voor het vestigen van een pandrecht die ook geldt voor levering van een vordering op 4 P.A. Stein 2013, in: GS Vermogensrecht, art. 3:293 BW, aant. 22 (online, laatst bijgewerkt tot 30 oktober 2013). 5 Verdaas 2007, p Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p.201. Zie ook art. 3:8 BW 7 Art. 3:236 lid 2 BW jo. 3:94 lid 1 BW 8 Art. 3:239 lid 1 BW 9 Als regel, want art. 3:239 lid 4 jo. 3:88 BW geeft beperkte bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder -2-

7 naam. Bij de keuze voor een onderhandse akte komt de vestigen tot stand na de registratie Inhoud pandakte Op grond van artikel 3:84 lid 2 BW moet bij de titel het goed met voldoende bepaaldheid zijn beschreven. Het begrip titel heeft in artikel 3:84 lid 2 BW een andere betekenis dan in artikel 3:84 lid 1 BW. 11 In lid 1 van dit artikel gaat om een rechtsverhouding die overdracht rechtvaardigt. Op grond van artikel 6:227 BW moet in een overeenkomst de verbintenis voor overdracht bepaalbaar zijn. De betekenis hiervan is anders dan het begrip voldoende bepaaldheid in artikel 3:84 lid 2 BW. 12 De geleverde of verpande vordering in de onderhandse akte moet dus met voldoende bepaaldheid zijn omschreven. Dit is het geval als naar objectieve maatstaven kan worden vastgesteld welke vordering wordt overgedragen. 13 Aan de eis van voldoende bepaaldheid moet zijn voldaan op het moment dat de vordering wordt geleverd of verpand. 14 Het vereiste geldt voor de stille cessie en voor de stille verpanding. De pandgever dient daarbij de pandakte te ondertekenen (art. 156 Rv) Periodieke vestiging van stil pandrecht Een stil pandrecht kan worden gevestigd op een toekomstige vordering. De rechtsverhouding waar de vordering uit voortkomt, dient dan te bestaan op het registratiemoment van de pandakte. Als een nieuwe rechtsverhouding ontstaat na het moment van registratie, dan zal op vorderingen uit die betrekking geen pandrecht gaan rusten. Voor het verpanden van de vorderingen uit die nieuwe rechtsbetrekking, is een nieuwe pandakte nodig. Artikel 3:97 BW maakt het mogelijk een goed bij voorbaat te leveren. De regeling geldt ook voor het vestigen van een stil pandrecht (artikel 3:98 BW). De eis van een geldige titel op grond van artikel 3:84 BW dient ook nu op het moment van registratie aanwezig te zijn. 16 De pandgever dient ook nu weer de pandakte te ondertekenen (art. 156 Rv). 17 Het pandrecht komt tot stand zodra de vervreemder rechthebbende wordt van de vordering en dus beschikkingsbevoegd is. 18 Na de noodzakelijke registratie komt een nieuw pandrecht tot stand. In de praktijk wordt regelmatig een nieuwe pandakte opgemaakt. Vorderingen en rechtsverhoudingen die ontstaan na het laatste geregistreerde akte worden zo onder het pandrecht gebracht Vestigen met de verzamelpandakte In de huidige praktijk verstrekken banken vaak krediet aan ondernemingen. De partijen sluiten daarbij een kredietovereenkomst, waarin de kredietnemer verklaart al haar 10 Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010/ Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010/ Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/ Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010/ Hoge Raad 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2435, NJ 2001, 662 (Meijs q.q/bank of Tokyo). Zie ook Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Hoge Raad 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2435, NJ 2001, 662 (Meijs q.q/bank of Tokyo). Zie ook Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p

8 vorderingen te verpanden tot zekerheid aan de bank, inclusief de toekomstige vorderingen uit nog niet bestaande rechtsverhoudingen (absoluut toekomstig). De bank registreert vervolgens één onderhandse (verzamel)akte, waarin zij alle bestaande vorderingen en alle relatief toekomstige vorderingen namens al haar pandgevers aan zichzelf verpandt. De akte wordt opgemaakt in algemene bewoordingen, zodat zowel de pandgevers als hun vorderingen op derden onder de reikwijdte van de verzamelpandakte vallen. 19 Het registreren van een afzonderlijke pandakte per pandgever is niet meer nodig. Deze akte bestaat in het algemeen uit niet meer dan één pagina Oorsprong van het Nederlandse stille pandrecht De oorsprong van het pandrecht ligt in het Romeinse recht. De rechtspositie van de schuldeiser aan wie zakelijke zekerheid werd verstrekt, is ontstaan langs de weg van het ius civile en die van het ius honorarium. 21 Langs de eerste weg ontwikkelde het fiducia cum creditore; de tweede leidde tot het zakelijke recht: pignus of hypotheca. 22 Bij fiducia cum creditore werd de crediteur volledig eigenaar van de zaak, maar de schuldenaar kon het blijven bezitten. 23 Het verschil tussen pignus (pand) en hypotheca (hypotheek) lag niet in het soort goed. 24 Pignus werd meestal gebruikt indien de schuldeiser het goed het bezit van de zaak verkreeg. Bij hypotheca bevond het goed zich bij de zekerheidsgever. 25 Het pignus nominis was het pandrecht op een vordering. 26 Een vordering kon men destijds niet bezitten en was niet overdraagbaar. De pandcrediteur mocht de vordering innen en kon de (derde) schuldenaar via de rechter aanspreken, terwijl hij tegen de verpander met een exceptie werd beschermd. 27 De vordering kon dus feitelijk wél worden overgedragen aan de schuldeiser. Een geïnd geldbedrag mocht met het verschuldigde bedrag worden verrekend, terwijl een geïnde zaak werd belast met een pandrecht. 28 Vanaf 1838 was onder het oude Burgerlijk Wetboek de mogelijkheid geschapen tot het vestigen van een pand op een roerende zaak, door het uit de macht van de pandgever te brengen (artikel 1196 lid 1 BW (oud)). 29 Het vestigen van een pandrecht op vorderingen ging alleen door een mededeling aan de schuldenaar (artikel 1198 BW (oud)). 30 Het was niet praktisch om steeds alle schuldenaren van verpande vorderingen een mededeling te doen van de verpanding. Bovendien vond de pandgever het niet wenselijk dat derden op de hoogte waren van een benodigde geldlening tegen onderpand. 31 Een groot probleem was de 19 F. Van Buchem & B. de Man 2012, p.7 20 Orval 2012, par Van Oven 1945, p Van Oven 1945, p Van Oven 1945, p Feenstra 1984, p Lokin 1989, p Van Oven 1945, p.178. Een schuldvordering werd gekwalificeerd als een onlichamelijke zaak. Zie De Koninck 1997, p Van Oven 1945, p Van Oven 1945, p Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 (3-VI*), nr Verdaas 2008, p.36-4-

9 onduidelijkheid van de rechtspositie van de pandhouder, zoals de bevoegdheid de vordering te innen. Die onduidelijkheid bleef ook bestaan na herziening van de regeling in Na de Eerste Wereldoorlog steeg de kredietbehoefte tegen zekerheidsstelling van roerende zaken. Het pandrecht voorzag niet in de behoefte van de praktijk omdat de zaak uit de macht van de pandgever moest worden gebracht. De contractsvrijheid werd gebruikt om een nieuwe constructie te ontwikkelen, waarbij de kredietnemer zijn bedrijfsmiddelen door middel van constitutum possessorium (c.p.) overdroeg aan de kredietgever. 33 Deze zekerheidsoverdracht lijkt in de kern op het Romeinse fiducia cum creditore en werd daarom fiducaire overdracht genoemd. 34 De Hoge Raad erkent in 1929 in het Bierbrouwerij-arrest en arrest Hakkers/Van Tilburg de mogelijkheid van fiduciaire overdracht zonder feitelijke overgave. 35 De cessie tot zekerheid was mogelijk zonder mededeling te doen aan de debiteur van de vordering. De rechtmatigheid van deze stille cessie was nauwelijks een discussiepunt vanwege de erkenning van de fiduciaire overdracht in De Hoge Raad heeft zich pas in 1960 in het arrest Helmig/Smit q.q. uitgesproken over de geldigheid van de cessie tot zekerheid. 36 De eigendomsoverdracht kende belangrijke gebreken. Bepaalde derden mochten de eigendomsoverdracht buiten beschouwing laten, zodat er sprake was van gerelativeerd eigendom. 37 Het ontbreken van een publiciteitseis leidde tot een schijn van kredietwaardigheid van de debiteur. Een bijkomend probleem was dat een debiteur zijn gehele vermogen kon afstaan, zonder dat hiervan iets naar buiten bleek. 38 Meijers kwam op tegen de figuur van zekerheidsoverdracht. In zijn ontwerp van het nieuw Burgerlijk Wetboek introduceerde hij vuistloos pandrecht en stil pandrecht om aan de bestaande bezwaren tegemoet te komen. 39 Tegelijkertijd werd de zekerheidsoverdracht onmogelijk gemaakt. 40 In zijn de toelichting draait hij er niet omheen: Wie een goed tot zekerheid van een schuld wil overdragen, moet een pandrecht vestigen. 41 Bij de invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek zijn de bestaande zekerheidseigendommen door de Overgangswet nieuw BW omgezet in een openbaar of stil pandrecht op zaken of vorderingen. 42 In de praktijk worden echter nog steeds constructies gebruikt waarmee, een vergelijkbaar resultaat wordt behaald als met zekerheidseigendom, 32 Verdaas 2008, p.36, p Reehuis, Overdracht (Mon. BW) 2010/ Reehuis, Overdracht (Mon. BW) 2010/ Hoge Raad 25 januari 1929, NJ 1929, blz 616 (Bierbrouwerij). HR 21 juni 1929, NJ 1929, blz (Hakkers/Van Tilburg), het arrest staat in de literatuur ook bekend onder de naam Luxe autoverhuurondernemer 36 Hoge Raad 17 juni 1960, NJ 1962, 60 (Helmig/Smit q.q.) 37 Molenaar, Pandrecht (Mon. NBW) 1985/I.4. Zie ook Hoge Raad 6 maart 1970, NJ 1970, 433 (Van Wessem q.q./pluvier-traffic) en Hoge Raad 7 maart 1975, NJ 1976, 91 (Van Gend en Loos) 38 Molenaar, Pandrecht (Mon. NBW) 1985/I.4 39 Steneker, Pandrecht (Mon. BW) 2012/I.2 40 Deze regeling in artikel 3:84 lid 3 BW is naderhand bekend geworden als het fiduciaverbod, zie C.H.C. Jansen 2007, p Parl. Gesch. Boek 3, T.M. bij art (3:84 BW), p Parl. Gesch. Overgangsrecht M.v.T. Inv. (86 OBW), p

10 zoals sale and lease back, huurkoop en financial lease. 43 Zekerheidseigendom is nu alleen nog mogelijk in die gevallen waarin eigendomsvoorbehoud is toegestaan (artikel 3:92 BW) Bedoelingen van de wetgever bij de beperking van het stille pandrecht Zoals reeds aangegeven is de regeling van het stille pandrecht van kracht sinds de invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek in Uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt wat de wetgever beoogt met dit nieuwe wetsartikel. De wetgever had twee bedoelingen bij het beperken van stille verpanding van toekomstige vorderingen. 1. Het beschermen van concurrente schuldeisers die in de praktijk in belangrijke mate zijn aangewezen op derdenbeslag Geen verschuivingen stimuleren in het bestaande financieringspatroon van de cessie tot zekerheid Het beschermen van concurrente schuldeisers Het beslag op vorderingen valt onder de regeling van derdenbeslag in artikel 475Rv. Het beslag wordt gelegd op alle vorderingen die de schuldenaar op derden heeft en zal verkrijgen uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding. Het artikel is deels een gecodificeerde regel uit de rechtspraak. 47 De Hoge Raad heeft destijds de regel geïntroduceerd omdat crediteuren anders bij derdenbeslag op loonvorderingen ernstig zouden worden beperkt in hun verhaalsrecht. 48 De wetgever achtte het wenselijk om de verpanding van toekomstige goederen ruim toe te laten. Zo kan krediet over een langere periode worden verleend, zonder de handelingsvrijheid van schuldenaar te veel aan banden te leggen. 49 Er werd tijdens de parlementaire behandeling van het nieuw Burgerlijk Wetboek echter gevreesd dat de mogelijkheid van onbeperkte verpanding ten koste zou gaan van gewone schuldeisers die voor verhaal vaak derdenbeslag gebruiken. In het definitieve wetsartikel is daarom de mogelijkheid van stille verpanding ingeperkt tot toekomstige vorderingen uit rechtsverhoudingen die bestaan op het tijdstip van vestiging. 50 De vordering van een pandhouder heeft in de meeste gevallen namelijk voorrang op de vordering van een beslaglegger. 51 Door de opgenomen beperking ontstaat er een zeker machtsevenwicht tussen de pandnemer en de gewone crediteuren. De crediteuren kunnen zich door middel van derdenbeslag nog verhalen op de vorderingen die nog niet zijn verpand Geen verschuivingen stimuleren in het bestaande financieringspatroon Een tweede reden om het stille pandrecht van toekomstige vorderingen niet onbeperkt mogelijk te maken, heeft te maken gehad met het bezwaar dat de bestaand regeling van het 43 Steneker, Pandrecht (Mon. BW) 2012/I.2 44 Steneker, Pandrecht (Mon. BW) 2012/I.2 45 Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:239 BW), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:239 BW), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:97 BW), blz Van der Kwaak 1990, p Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:97 BW), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:239 BW), blz Zie art. 3:22, art. 3:278 en art. 3:279 BW -6-

11 bezitloze pandrecht minder zekerheid zou bieden dan eigendomsoverdracht tot zekerheid. 52 Het bezitloze pandrecht zou daarmee een inbreuk betekenen op het toen bestaande financieringspatroon. 53 De zekerheidscessie was slechts mogelijk in geval van bestaande vorderingen of vorderingen die worden verkregen uit ten tijde van de cessie reeds bestaande rechtsverhoudingen. 54 Met het beperken van het stil pandrecht tot toekomstige vorderingen uit reeds bestaande rechtsverhouding werd beoogd tegemoet te komen aan de wens om geen verschuivingen in het bestaande financieringspatroon in de hand te werken. Het geuite bezwaar heeft daarmee als argument bijgedragen aan de huidige beperking van stille verpanding op toekomstige vorderingen. 55 De wetgever wilde met het stille pandrecht alles zoveel mogelijk bij het oude laten De naam bezitloos pandrecht suggereert dat de bezitter eigenaar is. Daarom zijn vuistloos pandrecht en stil pandrecht over het algemeen betere benamingen. 53 Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A II bij art (3:84), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A II bij art (3:84), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij art (3:239 BW), blz Ook is het wetsartikel aangepast zodat een latere overdracht of recht op vruchtgebruik niet tegen de stille pandhouder kan worden ingeroepen. 56 Met name door deze afweging oordeelt de Hoge Raad in 1995 dat de bank ontvangen girale betalingen van stil verpande vorderingen kan verrekenen en geeft bovendien de stille pandhouder voorrang op de opbrengst van een door de curator geinde vordering, zie Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471 (Mulder/CLBN) -7-

12 2 Het stille pandrecht op toekomstige vorderingen Zoals vermeld in de algemene inleiding, maakt de verzamelpandakte-constructie het mogelijk om een stil pandrecht te vestigen op alle relatief toekomstige vorderingen van alle pandgevers. Deze constructie lijkt op het eerste gezicht in strijd met de benodigde eisen voor een geldig pandrecht. Hoe worden deze vorderingen in de pandakte met voldoende bepaaldheid beschreven? Daarnaast rijzen vragen over de benodigde ondertekening van de pandakte door de pandgever. Hieronder zal eerst de eis van voldoende bepaaldheid worden behandeld. Vervolgens wordt de ondertekening van de pandakte door de pandgever belicht. Nadat de inhoudelijke behandeling van de pandakte wordt dieper ingegaan op zaak Dix q.q./ing, waarin de Hoge Raad zich uitspreekt over de rechtsgeldigheid van de verzamelpandakte-constructie De eis van voldoende bepaaldheid De eis van voldoende bepaaldheid in artikel 3:84 lid 2 BW is volgens de Parlementaire Geschiedenis minder streng dan in het oude Burgerlijk Wetboek. 58 Een strikte hantering van het criterium zou strijdig zijn met de behoefte aan bedrijfskrediet. 59 Zoals vermeld in paragraaf is de identificeerbaarheid van het goed op het moment van levering of verpanding maatgevend. De wetgever heeft een nadere invulling van het criterium aan de rechtspraak overlaten. Het leveren van alle vorderingen die de vervreemder in de toekomst op nog onbekende derden zal verkrijgen, is volgens de toelichting van de wetgever onvoldoende bepaald. 60 Wel kan openbare cessie plaatsvinden van alle vorderingen op een reeds bekende debiteur. 61 In paragraaf 1.3 is al aangegeven dat de eisen voor openbare cessie in artikel 3:94 lid 1 BW ook toepassing zijn op de vestiging van een openbaar pandrecht. Twee jaar na de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek formuleert de Hoge Raad het criterium waaraan het bepaaldheidsvereiste moet voldoen. 62 Voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat. In latere jurisprudentie over de mate van bepaaldheid, is dit het steeds terugkerende uitgangspunt van de Hoge Raad. 63 De bepaaldheidseis is met de uitspraak vervangen door het vereiste van voldoende bepaalbaarheid. 64 Het criterium maakt uiteindelijk ook een 57 Zie Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012, 261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) 58 Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij artikel (3:97 BW), blz Zie ook Molenaar 1985, p. 34, die uit HR 24 oktober 1980, NJ 1981, 265 (Solleveld-RomijnII) concludeert dat de vordering voldoende is bepaald als de cedent zich reeds tot het geven van een geldlening had verbonden (waaruit de overgedragen tegenvordering ontstaat) en de debiteur (BV) bekend is. 59 Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij artikel (3:94 BW), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij artikel (3:97 BW), blz Parl. Gesch. Boek 3, M.v.A.II bij artikel (3:97 BW), blz HR 14 oktober 1994, NJ 1995, 447 (Spaarbank Rivierland/Gispen q.q.) 63 Zie bijvoorbeeld Hoge Raad 20 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7248, NJ 1998/362 (Wagemakers q.q/rabobank), Hoge Raad 20 september 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7842, NJ 2004/182(Mulder q.q./rabobank) en Hoge Raad 27 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2162, RvdW 2009, 1403 (World Online) 64 Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/231-8-

13 generieke omschrijving in de pandakte mogelijk, zolang uit de gegevens van de akte uiteindelijk blijkt om welke vordering het gaat. Een verwijzing in de pandakte naar de administratie van de pandgever voor nadere specificatie van alle bestaande vorderingen en rechtsverhoudingen, is voldoende. 65 In 2002 is daarom het uitdrukkelijke oordeel van de Hoge Raad dat een generieke omschrijving tot een geldige overdracht of verpanding kan leiden, omdat het generieke karakter voldoet aan het vereiste van voldoende bepaaldheid in de zin van artikel 3:84 lid 2 BW. 66 De stap van een generieke omschrijving naar de verzamelpandakte is vervolgens niet groot. Het is niet meer nodig om voor iedere afzonderlijke pandgever een pandakte te registreren. Met de verzamelpandakte kan met één geregistreerde akte op alle bestaande vorderingen en bestaande rechtsverhoudingen van alle pandgevers een pandrecht worden gevestigd. 67 Het criterium voor bepaaldheid wordt daarmee verder opgerekt. Voldoende is namelijk niet alleen dat uit de akte uiteindelijk, eventueel achteraf, kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat, maar ook om welke volmachtgevers (de pandgevers) het gaat. 68 Ook hier is sprake van voldoende bepaaldheid, doordat in de verzamelpandakte wordt verwezen naar de administratie van deze pandgevers voor nadere specificatie van alle vorderingen De volmacht De volmacht is noodzakelijk voor het rechtsgeldig vestigen van een verzamelpandakte door middel van registratie. Volmacht is de bevoegdheid die de volmachtgever aan iemand anders geeft om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten. 70 Een volmacht verschaft iemand de bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te verrichten. Dit is anders dan lastgeving, waarbij de lasthebber handelt voor rekening van een ander. 71 De lasthebber kan verplicht handelen in eigen naam of in naam van de lastgever. 72 In het laatste geval maakt hij wel gebruik van een volmacht! 73 Met de volmacht kan de bank uit naam van de pandgever de pandakte ondertekenen. 74 Hierdoor vestigt de bank een stil pandrecht op de vorderingen van de kredietnemer ten gunste van zichzelf. 75 De verpandingsvolmacht is volgens Struycken waarschijnlijk een bijzondere volmacht in algemene bewoordingen, maar het kan ook als een bijzondere volmacht voor een bepaald doel worden gezien. 76 Een duidelijk onderscheid binnen de categorie bijzondere volmachten is er niet. 77 Op grond van artikel 3:74 BW kan een onherroepelijke volmacht worden verleend. De volmacht moet in dat geval strekken tot het verrichten van een rechtshandeling in het belang van de gevolmachtigde of van een derde. Het belang van de gevolmachtigde of derde kan namelijk meebrengen dat de volmacht niet eenzijdig wordt herroepen. Dit is het geval als de 65 Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Hoge Raad 20 september 2002, LJN AE7842, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabobank) 67 Zie Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012, 261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) 68 Zie Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012, 261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) 69 Aldus ook Pitlo/Reehuis e.a. 2012, p Art. 3:60 lid 1 BW 71 Art. 7:414 lid 1 BW. Van Schaick 2004, p Art. 7:414 lid 2 BW 73 Van Schaick 2004, p vgl. HR , NJ 2004, 182 (Mulder q.q./rabobank) 75 Art. 3:66 lid 1 BW 76 Art. 3:62 lid 2 BW. Struycken 2011, p Art. 3:62 lid 2 BW. Struycken 2011, p Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/27-9-

14 volmachtgever de bank een volmacht geeft tot inning van vorderingen bij een verleend krediet. 78 De volmachtgever kan de volmacht dus niet rechtsgeldig herroepen. 79 Een onherroepelijke volmacht is alleen toegestaan wanneer voldaan is aan het belangvereiste. 80 Een ongeldig verleende onherroepelijke volmacht is nietig, maar de gewone (herroepelijke) volmacht blijft in dat geval bestaan. 81 De gevolmachtigde kan handelen in een dubbele hoedanigheid. Hij kan als vertegenwoordiger met zichzelf handelen. Het wordt aangeduid met het begrip Selbsteintritt. Artikel 3:68 BW bepaalt dat Selbsteintritt is toegestaan wanneer de inhoud van de te verrichten rechtshandeling zo nauwkeurig vaststaat, dat strijd tussen de belangen van de volmachtgever en gevolmachtigde is uitgesloten. Volgens Asser/Van der Grinten & Kortmann is hiervan sprake als de gevolmachtigde op de inhoud van de transactie in zijn eigen voordeel invloed kan uitoefenen. 82 Het is toegestaan van de regeling in artikel 3:68 BW af te wijken doordat volmachtgever en gevolmachtigde een andere afspraak maken. 83 Struycken meent dat indien de volmacht uitdrukkelijk bepaalt dat de gevolmachtigde bevoegd is ten gunste van zichzelf pandrecht te vestigen, dit erop wijst dat Selbsteintritt contractueel is toegestaan. Is deze bevoegdheid van de gevolmachtigde niet uitdrukkelijk vastgelegd, dan is Selbsteintritt op grond van artikel 3:68 BW toegestaan als de te verrichten rechtshandeling voldoende nauwkeurig vaststaat. 84 Een volmacht in een overeenkomst van kredietverlening is over het algemeen geen kernbeding. 85 Een beding in de algemene voorwaarden waarin een onherroepelijke volmacht wordt verleend, staat beschreven in de grijze lijst en wordt dus vermoed onredelijke bezwarend te zijn. 86 De zwarte en grijze lijsten zijn alleen van toepassing bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. 87 De rechter kan desondanks bij zijn oordeel over een contractueel beding wel meewegen of het beding voor transacties met consumenten staat beschreven in de zwarte of grijze lijst (reflexwerking). 88 Indien het beding wordt vernietigd tast dit overigens de onherroepelijkheid aan, maar de eerder verrichtte handelingen blijven verder wel geldig. 89 Een curator kan dus niet in faillissement reeds gevestigde pandrechten aantasten met een beroep op vernietiging van een onherroepelijk verleende volmacht Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/14. Voor dit type volmacht in de eigen belang wordt ook het begrip procuratio in rem suam gebruikt 79 Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/68. De volmachtgever kan wel de rechtbank verzoeken de bepaling te wijzigen of buiten werking te stellen (art. 3:74 lid 4 BW). 80 Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/69 81 Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/73 82 Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004/15 83 Dit volgt uit de bewoording van de wettekst: Tenzij anders is bepaald (Art. 3:68 lid 1 BW). Struycken 2011, p Struycken 2011, p Struycken 2011, p Rb. Amsterdam 15 september 2010, ECLI:NL:RBAMS:2010:BP Art. 6:237 sub n BW 87 Zie art 6:236 BW en art. 6:237 BW 88 Asser/Hartkamp & Sieburgh 2014/ Struycken 2011, p Vgl. Struycken 2011, p

15 2.3 De rechtsgeldigheid van de verzamelpandakte-constructie De verzamelpandakte-constructie is mogelijk dankzij: een volmacht en de verzamelpandakte. De vorderingen in de verzamelpandakte moeten voldoen aan de eis van (voldoende) bepaaldheid. Hieronder wordt dieper ingegaan op het oordeel van de Hoge Raad of met de verzamelpandakte constructie stille pandrechten op vorderingen van kredietnemers geldig kunnen worden gevestigd. Als eerst wordt in deze paragraaf behandeld of de volmacht in de algemene voorwaarden onredelijke bezwarend zijn en of de gevolmachtigde mag handelen in een dubbele hoedanigheid (Selbsteintritt), door ten gunste van zichzelf een pandrecht kan vestigen. Vervolgens wordt de eis van bepaaldheid in de verzamelpandakte besproken Het volmachtsbeding in de algemene voorwaarden De wederpartij van ING in deze kwestie is JHSM. De rechtbank overweegt dat JHSM te veel verschilt van een consument om reflexwerking toe te kennen aan de grijze lijst en het daarin opgenomen onherroepelijke volmachtsbeding. De Hoge Raad ziet echter ook geen reden voor reflexwerking en beoordeelt het contractueel beding tussen de niet-consumenten eveneens aan de hand van de norm in artikel 6:233 onder a BW. Hier is dus bepalend de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval. Op grond van de volgende overwegingen komt de Hoge Raad tot de conclusie dat het volmachtsbeding rechtsgeldig is. De kredietovereenkomst brengt naar haar aard mee dat de bank een voor de wederpartij kenbaar belang heeft zich zekerheid te stellen. Dit belang blijkt uit de in de overeenkomst opgenomen bepaling, dat de kredietnemer aan de kredietgever voorzover bij voorbaat al zijn huidige en toekomstige activa verpand, waaronder ook zijn absoluut toekomstige activa. Het belang van de kredietnemer wordt met het verschaffen van die zekerheid niet ernstig geschaad. De bank is weliswaar de economische of maatschappelijk sterkere partij, maar het belang van de kredietnemer is gediend met de verpandingsconstructie omdat hierdoor de bank naar verwachting onder ruimere voorwaarden krediet zal verstrekken. De onherroepelijke verlening van de volmacht is een omstandigheid waartoe de JHSM zich jegens ING verplicht. De volmacht is aan ING verleend in haar belang dat de benodigde zekerheid wordt verhoogd voor het verschafte krediet. Bovendien voldoet de volmacht aan de gestelde vereisten voor onherroepelijkheid in artikel 3:74 BW, want de volmacht strekt alleen tot het verrichten van de verpanding van vorderingen. Het beoogde gevolg van de verpandingsconstructie is dat de kredietnemer niet zelf het moment bepaalt waarop de verpanding plaatsvindt. JHSM was zich echter bewust van het bij voorbaat verpanden van al haar vorderingen, zodat in deze kwestie ongeldigheid van de volmacht niet voor de hand ligt. Ten slotte wordt ook waarde toegekend aan het overleg tussen partijen die in hun onderling verhouding algemene voorwaarden toepassen bij het sluiten van overeenkomsten. 91 Het in de Algemene Bankvoorwaarden (AB) opgenomen volmachtsbeding is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken in overleg met de Consumentenbond. Die tekst is vrijwel identiek aan het opgenomen volmachtsbeding in de tussen JSHM en ING van 91 Dit een van de doeleinden die de wetgever met afdeling beoogd, zie parlementaire geschiedenis PG Boek 6 Inv. p

16 toepassing verklaarde Algemene Bepalingen van Pandrecht (ABP). Er kan geconcludeerd worden dat een volmachtsbeding in de algemeen voorwaarden niet onredelijk bezwarend is Selbsteintritt In paragraaf 2.2 is beschreven dat Selbsteintritt is toegestaan wanneer de inhoud van de te verrichten rechtshandeling zo nauwkeurig vaststaat, dat strijd tussen de belangen van de volmachtgever en gevolmachtigde is uitgesloten. Strijd tussen de belangen is volgens de Hoge Raad in deze pandconstructie uitgesloten. De volmacht betreft een specifiek omschreven rechtshandeling, namelijk het vestigen van een pandrecht op vorderingen van de kredietnemer op derden. Er is daarom geen sprake van verboden Selbsteintritt indien ING vorderingen van de kredietnemer aan zichzelf verpand De eis van bepaaldheid in de verzamelpandakte Zijn de verpande vorderingen in de akte ook voldoende bepaald als, behalve de vordering, ook de pandgever alleen generiek is beschreven? De Hoge Raad is van oordeel dat het ontbreken van nadere specificaties niet eraan in de weg hoeft te staan dat zij voldoende is bepaald. Uit de gegevens van de akte moet uiteindelijk kunnen blijken om welke vordering het gaat, en ook wie de pandgevers zijn. In de verzamelpandakte volstaat een generieke beschrijving van de pandgevers en er hoeven dus geen namen vermeld te worden in de akte. De vereiste registratie maakt een generieke omschrijving van pandgevers in de verzamelpandakte niet onmogelijk. De registratie van de akte volgens de Hoge Raad voornamelijk bedoeld om antedatering tegen te gaan en niet zozeer om derden op de hoogte te stellen. 2.4 De uitleg van de verzamelpandakte-constructie In de vorige paragraaf kwam reeds aan de orde dat de verzamelpandakte-constructie bestaat uit twee onderdelen: een onherroepelijke volmacht en de verzamelpandakte. Deze volmacht wordt gewoonlijk opgenomen in kredietovereenkomst of de algemene voorwaarden, die op de overeenkomst van toepassing zijn verklaard. 92 De kredietovereenkomst dient als titel voor de vestiging van het pandrecht (artikel 3:84 lid 1 BW). Daarnaast dient de kredietovereenkomst ook als pandakte (de stampandakte) waarin de vorderingen met voldoende bepaaldheid is omschreven (artikel 3:84 lid 2 BW). 93 De pandgever heeft in de kredietovereenkomst al verklaard de vorderingen uit nog niet bestaande rechtsverhoudingen te verpanden (absoluut toekomstig), zodat er al een titel bestaat voor het vestigen van nieuwe pandrechten door een volgende registratie van een verzamelpandakte. 94 Door het registreren van de kredietovereenkomst wordt op grond van artikel 3:239 lid 1 BW een pandrecht gevestigd op alle bestaande vorderingen en toekomstige vorderingen uit reeds bestaande rechtsverhoudingen van de kredietnemer. De verzamelpandakte moet worden geregistreerd, maar niet de kredietovereenkomst en de volmacht. Voor een geldige 92 Orval 2012, par Veder, AA 6 (2012) 94 Veder 2012, p.457. Vgl. HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) -12-

17 verpanding dient de titel van het pandrecht en de datum van de volmacht echter wel vast te staan, zodat antedatering wordt voorkomen. De datering van deze akten kunnen volgens de Hoge Raad echter niet alleen op grond van registratie worden vastgesteld. Als de datering wordt bestreden, zal in beginsel de partij die zich op de akte beroept de juistheid van de datering dienen te bewijzen. 95 Op basis van de verkregen volmachten registreert de bank één onderhandse (verzamel)akte, waarin zij alle bestaande vorderingen en relatief toekomstige vorderingen namens al haar pandgevers aan zichzelf verpandt. De akte wordt opgemaakt in algemene bewoordingen, zodat zowel de pandgevers als hun vorderingen op derden onder de reikwijdte van de verzamelpandakte vallen. 96 Het registreren van een afzonderlijke pandakte per pandgever is dus niet meer nodig. Deze akte bestaat in het algemeen uit niet meer dan één pagina. 97 De verzamelpandakte wordt elke werkdag opgemaakt en ter registratie aangeboden bij de Belastingdienst De verzamelpandakte-constructie en de bedoeling van de wetgever De beperking in artikel 3:239 lid 1 BW tot stille verpanding van toekomstige vorderingen uit ten tijde van registratie reeds bestaande rechtsverhoudingen, wordt door de verzamelpandakte-constructie vergaand uitgehold. 99 Door deze constructie is het nu mogelijk om dagelijks één identieke akte te laten registreren. 100 Zonder de volmacht zou steeds de medewerking nodig zijn van de pandgever, die keer op keer aanvullende zekerheden moet verschaffen. 101 Door de verzamelpandakte hoeft bovendien ook niet meer voor iedere pandgever afzonderlijk een pandakte te worden geregistreerd. 102 Concurrente schuldeisers hebben hierdoor niet of nauwelijks meer verhaal op onbezwaarde vorderingen. De verzamelpandakte-constructie heeft volgens Verstijlen alleen betrekking op de laatste broodkruimels, omdat er voor crediteuren zonder zakelijk zekerheidsrecht door eerder uitspraken van de Hoge Raad toch al weinig overbleef om zich op te verhalen. De wetgever wilde dit juist voorkomen en heeft daarom de beperking in artikel 3:239 lid 1 BW opgenomen. Bij registratie van de pandakte wordt alleen de datum en niet het tijdstip vastgelegd. 103 Dit zou volgens Verstijlen leiden tot pandrechten met dezelfde rang wanneer een vordering ontstaat. 104 Toch meent Steneker - naar mijn mening op basis van aannemelijke argumenten - dat wanneer op één dag twee pandrechten op hetzelfde goed worden geregistreerd, een rangorde tussen deze pandrechten ontstaat. Door bewijslevering van het tijdstip waarop de pandakte is aangebonden, kan die rangorde worden vastgesteld. Is het bewijs niet leverbaar, dan is volgens Steneker een analogische toepassing van artikel 3:21 lid 2 BW mogelijk Hoge Raad 1 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4134, NJ 2013, 156 (Van Leuveren/ING) 96 F. Van Buchem & B. de Man 2012, p.7 97 Orval 2012, par Struycken 2010, p Vgl. Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) 100 Verstijlen, WPNR 6983 (2013) 101 Struycken 2010, p Vgl. Roffel, TvI 2012/ Art.18 Uitvoeringsregeling Registratiewet Verstijlen 2013, p Steneker 2014, p

18 Deze visie sluit aan bij het doel van het pandrecht als voorrangsrecht. Een rangorde die afhankelijk is van tijdsbepaling maakt het zinvol om in de toekomst per minuut elektronisch verzamelpandaktes te gaan registreren. 106 In dat geval werpt de beperking uit artikel 3:239 lid 1 BW een volledig overbodige barrière op tegen verpanding van absoluut toekomstige vorderingen, die met een efficiënt registratiesysteem wordt gepasseerd. Vanuit de literatuur heerst er daarom grote eenstemmigheid voor afschaffing van deze beperking. 106 Parket bij de Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BT6947, r.o

19 3 Conclusie Het pandrecht op vorderingen kent een lange geschiedenis. Des te opmerkelijker is de wijze waarop het wordt toegepast. In de algemene inleiding is de volgende onderzoeksvraag gesteld: Met welke bedoelingen heeft de wetgever artikel 3:239 BW beperkt en in hoeverre komen deze gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad tot uiting in de praktijk? De bedoeling waarmee de wetgever de vestiging van stille pandrechten in artikel 3:239 BW beperkt, tot relatief toekomstige vorderingen is door de rechtspraak van de Hoge Raad niet meer relevant. De lange reeks uitspraken van de Hoge Raad heeft uiteindelijk geleidt tot de verzamelpandakte, waardoor er voor de concurrente schuldeiser geen activa overblijft om zich op te verhalen. Er kleeft echter een bezwaar aan het huidige gebruik van het stille pandrecht op vorderingen. Het is nog steeds alleen maar mogelijk om relatief toekomstige vorderingen te verpanden. Dit zou kunnen worden opgelost door een wetswijziging. Er is nu keer op keer een nieuwe registratie nodig van de pandakte, omdat artikel 3:239 BW stil pand beperkt tot relatief toekomstige vorderingen. De verzamelpandakte-constructie is een vervolg op een reeks uitspraken de Hoge raad waarin de eisen voor het vestigen van een stil pandrecht wordt versoepeld. Een periodieke verpanding is nu alleen nog nodig vanwege de beperking in het wetartikel en dient verder geen enkel doel. De kredietverstrekking wordt vereenvoudigd door de beperking te schrappen in artikel 3:239 BW en verpanding van absoluut toekomstige vorderingen mogelijk te maken. De wetgever achtte dit ook wenselijk bij het oorspronkelijk voorstel van artikel 3:239 BW. -15-

20 Literatuurlijst Asser/Van der Grinten & Kortmann 2-I 2004 W.C.L Van der Grinten & S.C.J.J. Kortmann, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 2. Vertegenwoordiging en rechtspersoon. Deel I. De vertegenwoordiging, Deventer: Kluwer 2004 Asser/Van Mierlo & Van Velsen 3-VI* 2010 A.I.M. van Mierlo & A.A. van Velsen, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel VI*. Zekerheidsrecht, Deventer: Kluwer 2010 Asser/Bartels & Van Mierlo 2013 S.E. Bartels & A.I.M. van Mierlo, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel IV. Algemeen goederenrecht, Deventer: Kluwer 2013 Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2014 C.H. Sieburgh & A.S. Hartkamp, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel III. Algemeen overeenkomstenrecht, Deventer: Kluwer C.J. van Zeben & J. W. Du Pon 1981 C.J. van Zeben & J. W. Du Pon, Parlementaire geschiedenis van het nieuwe Burgerlijke Wetboek. Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen, Deventer: Kluwer Damkot & Verdaas 2003/12 H.J. Damkot & A. J. Verdaas, Verpanding van toekomstige vorderingen beperkt mogelijk; verruiming gewenst?, TvI 2003/12 De Koninck 1997 C. de Koninck, Glossarium van Latijnse en Romeinse rechtstermen, Apeldoorn: Maklu 1997 Dix 2012/21 F.P.G. Dix, Neem me niet kwalijk, ik ben slechts een eenvoudige curator, TvI 2012/21 Feenstra 1984, p. 106 R. Feenstra, Romeinsrechtelijke grondslagen van het Nederlands privaatrecht, Leiden E.J. Brill 1984 Lokin 1989, p.209 J.H.A. Lokin, Prota. Vermogensrechtelijke leerstukken aan de hand van Romeinsrechtelijke teksten uitgelegd, Groningen: Chimaira Zie ook Feenstra 1984, p Molenaar, Pandrecht (Mon. NBW) 1985 F. Molenaar, Pandrecht (Monografieën Nieuw BW, deel B12a), Deventer: Kluwer 1985 Jansen 2007 C.H.C. Jansen, Fiduciaire rechtshandelingen in historisch perspectief, in: N.E.D. Faber e.a. (red.), Fiduciaire verhoudingen. Libellus amicorum prof. Mr. S.C.J.J. Kortmann (Serie Onderneming en Recht, deel 41), Deventer: Kluwer 2007, p Orval 2012 M.J.H. Orval, Rechtsgeldigheid van de verzamelpandakte -constructie, Bb 2012/29 (afl. 14, p ) -16-

21 Pitlo/Reehuis e.a W.H.M. Reehuis e.a., Pitlo. Het Nederlands burgerlijk recht. Deel 3.Goederenrecht, Deventer: Kluwer Reehuis 1987 W.M.H. Reehuis, Stille verpanding van roerende zaken en vorderingen volgens het NBW : overeenkomsten en verschillen met zekerheidsoverdracht met beschrijving van het overgangsrecht (diss. Groningen), Arnhem: Gouda Quint Reehuis, Overdracht (Mon. BW) 2010 W.H.M. Reehuis, Overdracht (Monografieën BW, deel B6a), Deventer: Kluwer 2010 Roffel, TvI 2012/16 D. Roffel, annotatie bij: HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, TvI 2012/16 (Dix q.q./ing Bank N.V.) Steneker 2008 A. Steneker, 'Overdracht onder voorbehoud van pandrecht', WPNR 6766 (2008), p Steneker, Pandrecht (Mon. BW) 2012 S. Steneker, Pandrecht (Monografieën BW, deel B12a), Deventer: Kluwer 2012 Steneker 2014 A. Steneker, Bij authentieke of geregistreerde onderhandse verzamelpandakte, in: F. Verstijlen, F.E.J Beekhoven van den Boezem & G. Bergervoet (red.), Groninger Zekerheid. Liber Amicorum Wim Reehuis, Deventer: Kluwer Stein 2013 P.A. Stein, GS Vermogensrecht, in: Jac. Hijma e.a (red.), Groene Serie Vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2013 (online in Kluwer Navigator). Struycken 2010 T.H.D. Struycken, Dagelijkse bulkverpanding door middel van een verzamelpandakte, in: N.E.D. Faber e.a. (red.), Bancaire Zekerheid. Liber Amicorum mr. J.H.S.G.K. Timmermans (Serie Onderneming en Recht, deel 58), Deventer: Kluwer 2010, p Van Buchem & De Man 2012 F. Van Buchem & B. de Man, De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen, O&F , p Van der Kwaak 1990 D.J. van der Kwaak, Het rechtskarakter van het beslagrecht, Deventer: Kluwer 1990 Van Oven 1945 J. C. Van Oven, Leerboek van Romeinsch Privaatrecht, Leiden: E.J. Brill 1945 Van Schaick 2004 A.C. van Schaick, Volmacht en lastgeving, NTBR 2004, p Veder, AA 6 (2012) P.M. Veder, Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte, AA 2012, afl.6, p

22 Verdaas 2008 A.J. Verdaas, Stil pandrecht op vorderingen op naam (Serie Onderneming en Recht, deel 43), Deventer: Kluwer Verstijlen 1998 F.M.J. Verstijlen, De faillissementscurator: een rechtsvergelijkend onderzoek naar de taak, bevoegdheden en persoonlijke aansprakelijkheid van de faillissementscurator (diss. Tilburg), Deventer: Tjeenk Willink 1998 Verstijlen, WPNR 6983 (2013) F.M.J. Verstijlen, Iedereen pandhouder: door de verzamelpandakte naar paritas creditorum, WPNR 6983 (2013), p

23 Jurisprudentielijst Hoge Raad 25 januari 1929, NJ 1929, blz 616 (Bierbrouwerij). Hoge Raad 21 juni 1929, NJ 1929, blz (Hakkers/Van Tilburg) Hoge Raad 17 juni 1960, NJ 1962, 60 (Helmig/Smit q.q.) Hoge Raad 6 maart 1970, NJ 1970, 433 (Van Wessem q.q./pluvier-traffic) Hoge Raad 7 maart 1975, NJ 1976, 91 (Van Gend en Loos) Hoge Raad 24 oktober 1980, NJ 1981, 265 (Solleveld-RomijnII). Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, NJ 1981, 635 (Ermes c.s./haviltex) Hoge Raad 14 oktober 1994, NJ 1995, 447 (Spaarbank Rivierland/Gispen q.q.) Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471 (Mulder/CLBN) Hoge Raad 20 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7248, NJ 1998/362 (Wagemakers q.q/rabobank) Hoge Raad 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2435, NJ 2001, 662 (Meijs q.q/bank of Tokyo) Hoge Raad 20 september 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7842, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabobank) Hoge Raad 20 september2002, NJ 2004, 182 (Mulder q.q./rabobank) Hoge Raad 16 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4602, RvdW 2003, 96 (De Liser de Morsain/Rabobank Den Haag) Hoge Raad 27 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2162, RvdW 2009, 1403 (World Online) Hoge Raad 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing Bank N.V.) Hoge Raad 1 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4134, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q/ing) -19-

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte annotatie Ars Aequi juni 2012 455 Annotatie Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte Prof.mr. P.M. Veder HR 3 februari 2012, LJN: BT6947 (Dix q.q./ing), (mrs.

Nadere informatie

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen WETENSCHAP De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen HR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ing) F. van Buchem & B. de Man 1 Inleiding In het op 3 februari 2012 gewezen arrest Dix q.q./ing heeft

Nadere informatie

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken: Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten

Nadere informatie

HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing)

HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) Wetsartikelen: Kernwoorden: Kern: Art. 3:239 lid 1 BW, art. 3:68 BW Verzamelpandakte; vestiging pandrecht; (toekomstige) vorderingsrechten;

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT6947

ECLI:NL:HR:2012:BT6947 ECLI:NL:HR:2012:BT6947 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-02-2012 Datum publicatie 03-02-2012 Zaaknummer 11/00128 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BT6947

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie

De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie De ontwikkeling van de verzamelpandakte na invoering van elektronische registratie Scriptie ter verkrijging van het masterdiploma Privaatrecht aan de Universiteit van Amsterdam 23 juni 2015 Vincent de

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief

Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief Van fiduciaire eigendomsoverdracht en stil pandrecht op vorderingen naar een alternatief S. Ramlal Tilburg University, masterthesis Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Tilburg, 15 oktober 2015 Van fiduciaire

Nadere informatie

Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten?

Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten? Naar een elektronische registratie van onderhandse pandakten? M r. F. J. L. K a p t e i n * 1 Inleiding In het arrest Dix q.q./ing 1 heeft de Hoge Raad de verzamelpandakteconstructie geaccordeerd. In de

Nadere informatie

De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer?

De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer? De (stil) verpande vordering, hoe zat het ook alweer? mr. C. Vermeulen & J.W.H. Lemmen 1 In bijna elk faillissement komt u het wel tegen: vorderingen van de schuldenaar op derden die (stil) rechtspraak

Nadere informatie

AKTE VERPANDING VORDERINGEN

AKTE VERPANDING VORDERINGEN AKTE VERPANDING VORDERINGEN de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer:. nummer:. postcode: plaats: KvK-nummer: hierna te noemen: pandgever en (bedrijfs)naam:

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - LJN: BT6947

Rechtspraak.nl - LJN: BT6947 Page 1 of 29 LJN: BT6947, Hoge Raad, 11/00128 Datum 03-02-2012 uitspraak: Datum 03-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie:Stille verpanding. Rechtsgeldigheid

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,

Nadere informatie

Monografieen Nieuw BW. Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Derde geheel herschreven druk

Monografieen Nieuw BW. Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Derde geheel herschreven druk Monografieen Nieuw BW B6b Levering Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Derde geheel herschreven druk Kluwer - Deventer - 2004 Inhoud VOORWOORD IX LUST VAN

Nadere informatie

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste bezoeker Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Inleiding Bij het verstrekken van krediet door een geldgever

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 Bank en faillissement: Inleiding Zekerheidsrechten Verrekening Separatist Inleiding Positie curator, politieagent Onderzoeksonderwerpen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW MONOGRAFIEËN BW B5 Volmacht Prof. mr. A.C. van Schaick Advocaat te Tilburg, hoogleraar privaatrechtelijke rechtshandhaving en rechtsvergelijking aan de Universiteit van Tilburg en raadsheer-plaatsvervanger

Nadere informatie

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde?

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? M r. W. W. H u i d e k o p e r e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijk eigendom beschikken? Masterscriptie privaatrecht

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92848

Nadere informatie

PANDAKTE AUTO PARTICULIER. De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ;

PANDAKTE AUTO PARTICULIER. De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ; PANDAKTE AUTO PARTICULIER ONDERGETEKENDEN: De heer A, geboren op.. 19, te., wonende te. aan de nr., hierna te noemen Pandgever ; En De besloten vennootschap B B.V., statutair gevestigd te.. en kantoor

Nadere informatie

De blokkerende werking van het beslag

De blokkerende werking van het beslag Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De blokkerende werking van het beslag Mr. R. Westrik Published in [WPNR 2009 6798] Universitair hoofddocent privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073

Nadere informatie

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Mw. mr. F. Damsteegt Published in WPNR 2006 6664 Docent privaatrecht Erasmus Universiteit

Nadere informatie

University of Groningen. Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

University of Groningen. Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht University of Groningen Het eigendomsvoorbehoud en artikel 3:229 BW Jansen, J.E. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. DBS2 NEDERLAND B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor

Nadere informatie

De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod.

De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod. De positie van de pandhouder bij een goederenrechtelijk werkend verpandingverbod. Is dit verbod in strijd met de uitgangspunten van het goederenrecht en bestaan er voor een pandhouder rechtens relevante

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21. Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.237 Probleemstelling: Hoe kan het rechtsgevolg van beslag

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V.

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V. AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART 2016 tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) en NOODLEBAR CENTRAAL B.V. (ALS PANDGEVER) DE ONDERGETEKENDEN, I. STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN,

Nadere informatie

Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie

Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie Aanvulling op de 11 e druk van het deel Goederenrecht uit de Pitlo-serie Door Prof. mr. W.H.M. Reehuis Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

INLEIDING HOOFDSTUK Onderwerp van het onderzoek

INLEIDING HOOFDSTUK Onderwerp van het onderzoek HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van het onderzoek De goederen van een schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor zijn schuldeisers. 1 Indien de schuldenaar jegens zijn schuldeisers tekort

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74110

Nadere informatie

- PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris

- PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris DE ONDERGETEKENDEN - PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris De heer.., geboren te.. op.., wonende te.., aan de.., hierna te noemen Pandnemer en De heer.., geboren te.. op..,

Nadere informatie

PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS. 2. De heer, geboren op 19 en wonende aan de. te

PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS. 2. De heer, geboren op 19 en wonende aan de. te PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS DE ONDERGETEKENDEN: 1. De heer., geboren. 19 en wonende aan de. te (.. )., ten deze handelende als rechtsgeldig vertegenwoordiger van. B.V., die hierna zal worden

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/129698

Nadere informatie

1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen

1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van onderzoek 1.1.1 Levering en vestiging bij voorbaat van toekomstige goederen 1. De levering bij voorbaat is wel getypeerd als een centrale figuur en één van de meest

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDING. 1.1 Onderwerp van het onderzoek. 1.2 Probleemidentificatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDING. 1.1 Onderwerp van het onderzoek. 1.2 Probleemidentificatie HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Onderwerp van het onderzoek 1. Van zekerheidsoverdracht naar stil pand. Tot de invoering van het Bur - gerlijk Wetboek van 1992 werden vorderingen op naam veelal niet in zekerheid

Nadere informatie

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering M r. R. J. P. F e r w e r d a * In de zaak ABN Amro/Marell 1 heeft de Hoge Raad een streep gezet door het oordeel van het Hof Den Bosch dat bij

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78177

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

1 [naam bank], gevestigd te kantoorhoudende aan de, hierna te noemen Kredietnemer, enerzijds,

1 [naam bank], gevestigd te kantoorhoudende aan de, hierna te noemen Kredietnemer, enerzijds, AKTE VAN VERPANDING VAN NIET-VERHANDELBARE ACTIVA (bancaire leningen alsmede onderhandse geldleningen aan Nederlandse overheden, en woningcorporaties en andere rechtspersonen opgericht naar Nederlands

Nadere informatie

F. Pandgever bij deze pandakte ( Akte ) ten behoeve van Pandhouder een pandrecht, eerste (1e) in rang, wenst te vestigen op de Vorderingen;

F. Pandgever bij deze pandakte ( Akte ) ten behoeve van Pandhouder een pandrecht, eerste (1e) in rang, wenst te vestigen op de Vorderingen; Pandakte vorderingen DE ONDERGETEKENDEN: 1. DBS2 B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor houdende

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74159

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V. BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.) Inleiding Het artikel van Vriesendorp in WPNR 2001/6455

Nadere informatie

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk 28 februari 2017 Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk prof. mr J.B. Spath Zekerheden Opzet 1. Goederenrechtelijke zekerheid a. Pand- en hypotheek b. Eigendomsvoorbehoud (incl.

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken De Goederenrechtelijke overeenkomst: (g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken 1 Inleiding In Nederland bestaan er binnen het vakgebied van het goederenrecht (en in mindere

Nadere informatie

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP

Nadere informatie

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/123789

Nadere informatie

COLLECTIE CONTRACTENRECHT (ADVOCATUUR)

COLLECTIE CONTRACTENRECHT (ADVOCATUUR) Hieronder ziet u welke uitgaven er in deze Expert Collectie zijn opgenomen*. Deze uitgaven zijn toegankelijk via onze gebruiksvriendelijke informatieportal Navigator. Bij aanschaf van een Expert Collectie

Nadere informatie

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Once you stop learning, you start dying. Albert Einstein (1879 1955) Johan Jol en Oktober 2011 1 Inleiding Bank en Faillissement: Separatist Rol curator

Nadere informatie

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92985

Nadere informatie

Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono?

Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono? Naar een boedelbijdrage voor separatisten: Cui bono? MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Afstudeerrichting privaatrecht Bilal Chababi (451464) Begeleider: Tweede begeleider: Prof. mr. R.D. Vriesendorp Mw.

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid. 1 Over definities zie Stein 2016, p. 35 e.v. gijzeling (lijfsdwang) indirect.

1 Inleiding. 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid. 1 Over definities zie Stein 2016, p. 35 e.v. gijzeling (lijfsdwang) indirect. 1 Inleiding 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Elke persoon is drager van een vermogen: het geheel van schulden en goederen. Het verband tussen die twee onderdelen van het vermogen is eenvoudigweg

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85621

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74062

Nadere informatie

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16

Nadere informatie

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN F364/F555/31004733 Versie 28 juni 2017 (MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN Heden, [passeerdatum], is voor mij,

Nadere informatie

Financiering, zekerheden en herstructurering

Financiering, zekerheden en herstructurering Maart 2012 BZ Financiering Financiering, zekerheden en herstructurering In deze BZ Financiering de volgende onderwerpen: Massaverpanding: de beslissing In de uitgave van BZ- Financiering van juli 2011

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

568. Verpanding van BVaandelen, en rangwisseling

568. Verpanding van BVaandelen, en rangwisseling 568. Verpanding van BVaandelen, toekomstige aandelen en rangwisseling Mr. P.H.N. Quist In de financieringspraktijk is verpanding van aandelen aan de orde van de dag. Een aantal vraagstukken komt daarbij

Nadere informatie

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak MR. J.A.C.VAN VEERSEN Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak niet. Nog niet opgevraagd krediet bij een bank is niet vatbaar voor (derden)beslag. Ook als de beslagdebiteur ná het beslag een betalingsopdracht

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen

Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen Staat een onoverdraagbaarheidsbeding aan verpandbaarheid in de weg? april 2015 Romy Smit Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54061

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/115812

Nadere informatie

Inleiding HOOFDSTUK Introductie

Inleiding HOOFDSTUK Introductie HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Introductie [1] Plan van behandeling. In dit deel van de Asser-serie worden de in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (Vermogensrecht in het algemeen) geregelde rechten behandeld

Nadere informatie

Werkelijke overdracht met een fiduciair karakter

Werkelijke overdracht met een fiduciair karakter Werkelijke overdracht met een fiduciair karakter Inleiding "Een van de voordelen die de rechtshistoricus heeft boven de beoefenaar van het hedendaagse recht is de afstand die hij kan nemen van de druk

Nadere informatie

Advies Wet modernisering personenvennootschappen

Advies Wet modernisering personenvennootschappen Advies Wet modernisering personenvennootschappen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden.

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 Bank en faillissement: Inleiding Separatist Rol curator en ontwikkelingen Faillissement en de crediteuren Separatist Specifieke

Nadere informatie

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen

Nadere informatie

EINDVERSLAG Nummer: /CAMN Datum: 21 februari 2017

EINDVERSLAG Nummer: /CAMN Datum: 21 februari 2017 EINDVERSLAG Nummer: 218895/CAMN Datum: 21 februari 2017 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ilmo B.V., statutair gevestigd te Arnhem, kantoorhoudende en zaakdoende

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl bijlage(n) 1 onderwerp Advies Wet modernisering personenvennootschappen

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud Inleiding 13 1 Enige grondbeginselen 15 1.1 Rechtsregels 16 1.1.1 Publiekrecht en privaatrecht 16 1.1.2 Dwingend en aanvullend (regelend) recht 17 1.1.3 Materieel en formeel recht 18 1.1.4 Objectief

Nadere informatie

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma mr. W.J.G. Smits 1 1. Inleiding Het arrest Coface/Intergamma heeft zich mogen verheugen op grote aandacht. Inmiddels heeft de praktijk

Nadere informatie

ACHTERSTELLINGSAKTE. Triodos Bank N.V. en Triodos Groenfonds N.V., ieder afzonderlijk en ook gezamenlijk tevens aangeduid als de Kredietgever.

ACHTERSTELLINGSAKTE. Triodos Bank N.V. en Triodos Groenfonds N.V., ieder afzonderlijk en ook gezamenlijk tevens aangeduid als de Kredietgever. ACHTERSTELLINGSAKTE DEZE ACHTERSTELLINGSAKTE WORDT AANGEGAAN DOOR: (1) Solarvation B.V., een besloten vennootschap statutair gevestigd te Lelystad, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van

Nadere informatie

Datum 28 mei 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie van banken in het geval van insolventie

Datum 28 mei 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie van banken in het geval van insolventie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/106451

Nadere informatie

Conclusie Van oudsher bestond er, in het bijzonder in het handelsverkeer, behoefte aan de mogelijkheid om de verplichting tot betaling van een schuld over te dragen aan een derde. Een opvolging onder bijzondere

Nadere informatie