@ Denk aan het milieu voordat u deze uitprint! 2 3 NOV Duizer, BM. Page 1 of l
|
|
- Krista Veenstra
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Page 1 of l Duizer, BM Van: Kirsten Verbeek [k.verbeek@dr2.nl] Verzonden: dinsdag 22 november :ll Aan : Duizer, BM CC: Onno Houtschild Onderwerp: NWO: reactie van vijf gemeenten op Plan MER Bijlagen: brief NWO aan mw Baljeu.pdf 2 3 NOV Beste Bram, In het kader van de commissievergadering morgenmiddag informeer ik je hierbij graag over een brief namens de vijf gemeenten ten noorden van de Nieuwe Waterweg waarin zij hun reactie geven op het concept Hoofdrapport Plan MER. Deze brief is vooruitlopend op de gesprekken met de heren Démoed en Van Dongen, reeds aan hen toegestuurd. Voel je uiteraard vrij om deze brief onder de andere Statenleden te verspreiden. Eind november kiest minister Schultz een voorkeurstracé voor de Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Zij baseert deze keuze op een vergelijkende studie van Rijkswaterstaat. De gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Midden Delfland en deelgemeente Hoek van Holland constateren dat de Blankenburgtunnel alleen positief scoort op de ontlasting van de Beneluxtunnel waarbij elders op het verkeersnetwerk nieuwe files lijken te ontstaan. Op alle andere beslissingscriteria scoort de Blankenburgtunnel negatief ten opzichte van de Oranjetunnel. De kostenvergelijking lijkt in het voordeel van de Blankenburgtunnel maar omvat niet de inpassings- en mitigerende maatregelen die nodig zijn om de negatieve effecten van de tunnel voor zover mogelijk teniet te doen. De gemeenten blijven daarom bij hun voorkeur voor de Oranjetunnel die het Beneluxcorridor weliswaar minder ontlast, maar de Rotterdamse Ruit en de noord-zuidverbindingen tussen mainport Rotterdam, de Greenport en mainport Schiphol sterk verbetert. Mocht je over bovenstaande of bijgesloten brief aan mevrouw Baljeu vragen hebben, vernemen wij graag van je. Hartelijke groet, Kirsten Verbeek Dröge & van Drimmelen corporate communication & public affairs Parkstraat JK Den Haag T (070) F (070) E k.verbeekc3dr2.d M W Denk aan het milieu voordat u deze uitprint!
2
3 Stadsregio Rotterdam t.a.v. Mevrouw Jeannette Baljeu Postbus AB ROTERDAM Postbus AB Maassluis ons kenmerk uw kenmerk contactpersoon onderwerp U IT /Z de heer R.J. Bakkenes Voorkeursbesluit Nieuwe Westelijke Oeververbinding datum uw brief van doorkiesnum Geachte mevrouw Baljeu, De gemeentebesturen van Vlaardingen, Maassluis, Midden-Delfland, Schiedam en het deelgemeentebestuur Hoek van Holland zijn van mening dat de Oranjetunnel structureel de beste (structuur)versterking is voor de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag, zeker in combinatie met een te verlengen en te verbreden Veilingroute naar de A4 bij Den Haag. In het kader van het project NWO dient de keuze op de Oranjetunnel te vallen. Deze conclusie baseren wij, gezien het concept Hoofdrapport Plan MER en de nu bijna afgeronde brede verkenningsfase, op volgende overwegingen: onze (politieke) wens de groene ruimte van het Midden Delfland in stand te houden als 'groene long' die niet alleen de leefbaarheid voor de inwoners van de regio versterkt, maar het vestigingsklimaat voor met name de Rotterdamse regio kwalitatief versterkt; onze teleurstelling dat de afweging tussen Oranje- en Blankenburgtracé in de MIRT-verkenning vanuit een zeer beperkte vraagstelling en veel te krappe onderzoeksscope is verricht die welhaast moét leiden tot een gunstigere beoordeling van de Blankenburgtunnel; onze gerede twijfel of de Blankenburgtunnel daadwerkelijk een structurele oplossing biedt voor zowel de verkeerscirculatie op de Rotterdamse Ruit als voor de doorstroming op de A4-corridor; onze teleurstelling dat de MIRT-verkenning weliswaar op grond van een breed participatieproces tot stand is gekomen, maar dat in dat proces geen recht is gedaan aan de uitgangspunten van de Commissie Elverding om door andere belanghebbende partners ingebrachte en breed gedragen (combinatie-)oplossingen in de verkenning te betrekken; onze analyse van de (verkeers)studies en de gevolgen voor de Rotterdamse Ruit, de verkeersafwikkeling bij het Kethelplein, de aansluiting Vijfsluizen, de A20 Vlaardingen -Schiedam - Kleinpolderplein, het westelijk deel van de A15, de aan te leggen A4 Midden-Delfland en ook voor de ontsluiting van het Westland meer in het algemeen. In de bijlage bij deze brief geven wij een meer inhoudelijke en gedetailleerde reactie op de diverse onderdelen van het toegezonden concept Hoofdrapport Plan MER.
4 UIT /Z Ons bestuurlijk standpunt vatten wij onderstaand in enkele punten samen. 1. Behoud van het Midden-Delflandgebied De Aalkeetpolder tussen Vlaardingen en Maassluis is deel van het unieke Midden-Delflandgebied. Uniek vanwege de natuurwaarden, variëteit, historische ontwikkeling (polderlandschap) en recreatieve waarde. In een dichtbevolkt land en regio waar leefbaarheid permanent onder druk staat, verdienen dit soort unieke gebieden het om ten principale beschermd te worden zoals in het verleden heel terecht ook met het Naardermeer is gebeurd. De Reconstructiewet uit 1977 en de aanwijzing als rijksbufferzone hebben lang in de bescherming en ontwikkeling van Midden-Delfland voorzien. Met het aflopen van deze wet zijn met de oprichting van het Hof van Delfland en de vaststelling het Landschaps Ontwikkelings Perspectief door gemeenten, stadsregio en provincie doelgerichte pogingen gedaan dit gebied te beschermen. De waarde ervan wordt alom erkend. De gemeenten rond het Midden-Delflandgebied hebben een opdracht zorgvuldig met dit gebied om te gaan en dit deel van de 'groene long' voor de meer dan 1 miljoen bewoners in de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag optimaal open en toegankelijk te maken en te houden. Daarbij gaat het niet alleen om het beoordelen van de directe effecten die een Blankenburg- of Oranjetunnel op het Midden-Delfland gebied kunnen hebben, maar ook om het inschatten van de vervolgeffecten die zo'n investering op wat langere termijn kan hebben in de vorm van mogelijk noodzakelijke nieuwe aansluitende investeringen. Wij hebben geen enkele garantie dat bij de aanleg van een zware en ten opzichte van het gebied buitenproportionele infrastructuur als de Blankenburgtunnel het gebied kan worden ontzien. De minister heeft, zowel tijdens bestuurlijke overleggen als in het concept Hoofdrapport Plan MER, ondubbelzinnig kenbaar gemaakt dat mitigerende maatregelen, toekomstige ontwikkelmogelijkheden, inpassingsmaatregelen en eventuele aansluitingen op het onderliggende wegennet, niet in de projectscope zijn opgenomen en ook niet door het Rijk zullen worden gefinancierd. Daarnaast hebben wij grote zorgen over de risico's die een Blankenburgtunnel kan opleveren voor een wellicht noodzakelijke aanleg van een A24, met name door de consequenties van deze tunnel voor toekomstige verkeerssituaties op de A4 en A20 (zie inhoudelijke toelichting in de bijlage). Wij vinden daarom dat een afweging tussen Blankenburg- en Oranjetunnel niet louter op verkeerskundige cijfers gebaseerd moet worden maar zeker ook op basis van principiële keuzes omtrent het voor de toekomst veiligstellen van kwalitatief heel belangrijke gebiedswaarden. 2. Voorsorteren op de Blankenburgtunnel, een proces met een tunnelvisie De MIRT-verkenning Rotterdam Vooruit en het gelijknamige Masterplan dat daaruit voortkwam hebben aannemelijk gemaakt dat een Nieuwe Westelijke Oeververbinding noodzakelijk is, gezien de bereikbaarheidsopgave voor de regio in de periode Wij onderschrijven deze conclusie nog steeds. In het concept Hoofdrapport Plan MER is het doel van de Nieuwe Westelijke Oeververbinding echter de facto gereduceerd tot de vraag hoe met name de Beneluxcorridor kan worden ontlast.
5 UIT Eerste consequentie van deze beperkte doelstelling is dat de Blankenburgtunnel wel beter moet scoren op het doelbereik. De tunnel die de minste omrijdtijd met zich meebrengt ten opzichte van de Beneluxcorridor is bij deze vraagstelling altijd de beste. De tweede consequentie is dat de veranderingen in verkeersstromen als gevolg van de tunnel slechts als effect in de studies naar voren komen. Er vindt geen integrale beoordeling van de tunnelopties in het verkeerssysteem plaats terwijl het daar in het Masterplan Rotterdam Vooruit wel om ging. Meerdere malen hebben wij de beperkte vraagstelling aan de orde gesteld en gepleit voor een verruiming van de scope van de MER studie. Telkenmale is ons bezwaar van de hand gewezen zonder een motivatie die het onderliggende bewaar in onze optiek kon weerleggen. Wij worden nu geacht te accepteren dat de Blankenburgtunnel de betere optie is voor de bereikbaarheidvan de Rotterdamse regio, terwijl wij eigenlijk alleen weten dat de toekomstige file in de Beneluxtunnel het beste bestreden wordt met een Blankenburgtunnel. Er is hier sprake van een grote omissie in de aanpak van de verkenning en dit is onvoldoende basis om een zo kostbaar en ingrijpend Tracébesluit op te baseren. 3. De Blankenburgtunnel en Oranjetunnel: verschillende functies Uit alle rapporten, studies, meedenkavonden en discussies is duidelijk geworden dat de Oranjetunnel en de Blankenburgtunnel geheel verschillende functies en kwaliteiten hebben voor het verkeerssysteem in de Zuidvleugel. De Blankenburgtunnel is in wezen niet meer dan een by-pass die de Beneluxcorridor enigermate ontlast maar verder ook vele nadelen op de omliggende hoofdinfrastructuur veroorzaakt. De Oranjetunnel, met name in combinatie met een verlengde/verbrede Veilingroute, ontlast de Beneluxtunnel wat minder maar heeft elders op het hoofdwegennet in de regio, waar onder ook voor de Rotterdamse Ruit, vele voordelen en creëert bovendien een extra noord-zuid corridor naar Den Haag, Schiphol en Amsterdam. Deze optie biedt naast deze structuurversterking van het hoofdwegennet ook veel ruimtelijke en economische ontwikkelingspotenties. De weergave en beoordeling van deze fundamenteel van elkaar verschillende tunnelkwaliteiten komt in het concept Hoofdrapport Plan MER onvoldoende uit de verf. Daarmee wordt de beoordeling van de Oranjetunnel ernstig tekort gedaan. De politieke discussie en de tunnelvergelijking zou zich moeten richten op een afweging tussen deze beide functies die iedere tunnel biedt. Wij denken -op grond van het Masterplan Rotterdam Vooruit- dat het verkeersysteem een structurele versterking nodig heeft en dat dus de Oranjetunnel de beste papieren heeft. Helaas heeft de minister zich niet op deze vraag willen richten waardoor een goede analyse van de toegevoegde waarde van beide tunnels ontbreekt 4. Een "top down" georganiseerd proces Het concept Hoofdrapport Plan MER is tot stand gekomen in een brede verkenningsfase volgens de Sneller & Beter aanpak zoals de Commissie Elverding die heeft voorgesteld. Deze verkenning NWO is in opdracht van de minister echter onder grote tijdsdruk uitgevoerd met als consequentie dat door de Projectorganisatie NWO, en ook in het Regionaal Bestuurlijk Overleg, continu op zeer gespannen voet met de adviezen van de Commissie Elverding is gewerkt.
6 UIT lZ Dit ondanks de medio 2010 door de Tweede Kamer aangenomen motie Dijksma waarin de minister nadrukkelijk werd gevraagd om een betere herstart van dit uitermate gevoelige proces. Tot die betere herstart is het naar onze mening niet gekomen. Er is met de regio geen overleg gevoerd over de doelstellingen, scope en aanpak van de verkenning. De grote tijdsdruk op de verkenning heeft geleid tot een in hoofdzaak eenrichtingsverkeer in de onderlinge communicatie en informatieoverdracht waardoor de schaarse overlegmomenten sterk het karakter van een onbevredigende vorm van speeddaten hebben gekregen. Er heeft geen volledige, volwaardige en integrale afweging tussen de varianten plaatsgevonden. Het brede, maatschappelijke verzet tegen de Blankenburgtunnel is daar mede het gevolg van. 5. Conclusie Wij zijn op grond van de verkeersstudies stellig van mening dat de Blankenburgtunnel het fileleed op de Rotterdamse Ruit verplaatst. De Blankenburg- en Beneluxtunnel zullen het verkeer naar dezelfde bottlenecks dirigeren: aan de noordkant het Kethelplein, de A4 midden Delfland en de A20 tussen Vlaardingen en Kleinpolderplein; aan de zuidkant naar de N57 Harmsenbrug. Daarnaast is gebleken dat de korte op- en afritten bij Vijfsluizen een belangrijke factor zijn in de filevorming op het Beneluxcorridor. Daar wordt in de huidige studie geen aandacht aan besteed. De Oranjetunnel haalt weliswaar minder verkeer uit de Beneluxtunnel maar onttrekt verkeer aan de Rotterdamse Ruit en lijkt dus structureel een betere oplossing. De Plan-MER hanteert vier verkeerskundige doelen. De Blankenburgtunnel scoort alleen beter op het doelbereik ontlasting van het Beneluxcorridor. Dat is logisch omdat de tunnel nu eenmaal dichterbij ligt. Op de overige drie scoren ze even goed. Kijken we naar de impact op de omgeving dan scoort de Blankenburgtunnel op Landschap, Cultuurhistorie, Archeologie, Ruimtelijke kwaliteit, Gezondheid, Bodem, Water en Milieu negatief ten opzichte van de Oranjetunnel. Wij zien daarin een duidelijke ondersteuning van onze bezwaren tegen de Blankenburgtunnel. In de kostenberekeningen zijn de inpassing en mitigerende maatregelen om dat te compenseren niet meegenomen. Zo worden de werkelijke kosten van de Blankenburgtunnel niet zichtbaar en komt hij gunstiger uit tegenover de Oranjetunnel. Dat werkt door in de MKBA die eigenlijk voor alle varianten van zowel Oranje- als Blankenburgtunnel ongunstig is, maar bij een hoog groeiscenario van de economie voor de Blankenburgtunnel nog positief uitpakt. Het realiteitsgehalte van dat hoge groeiscenario is vandaag de dag op zijn minst een vraagteken waard en ook in eerdere toelichtingen door de projectorganisatie genuanceerd. De afweging tussen beide tunnels moet integraal gemaakt worden. Dit hebben wij van meet af aan als voorwaarde gesteld voor onze deelname aan de brede verkenningsfase. Met het concept Hoofdrapport Plan MER beschikken wij over waardevolle informatie over de impact van beide tunnels op de het verkeerssysteem. Maar door deze effecten alleen af te zetten tegen de ontlasting van het Beneluxcorridor is geen sprake van een volwaardige en integrale vergelijking. De uitgevoerde onderzoeken hebben ondanks deze beperking wel informatie opgeleverd die ons sterken in onze bezwaren tegen de Blankenburgtunnel en onze opvattingen over de toegevoegde waarde van de Oranjetunnel. Wij blijven daarom bij onze voorkeur voor een structuurversterkende Oranjetunnel in combinatie met openstelling van de vijfde tunnelbuis van de Beneluxtunnel en de verlengde en verbrede Veilingroute.
7 UIT /Z Wij zullen dit advies op 30 november in het Regionaal Bestuurlijk Overleg toelichten en daarbij ook ingaan op de aanvullende overwegingen bij dit standpunt vanuit onze diverse gemeenten. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Maassluis, de secretaris, de burgemeester, mr A.J.T. Korthout drs. J.A. Karssen Bijlage met nadere inhoudelijke toelichting op basis van het concept Hoofdrapport Plan MER Afschrift gezonden aan: Afdeling: ROVM: College / Directie: Wethouder A.G.M. Keijzer Secretaris / directeur mr. A.J.T. Korthout Externe ontvangers:
8 UIT /Z Bijlage bij de brief van de gemeenten Vlaardingen, Maassluis, Midden-Delfland, Schiedam en Hoek van Holland m.b.t. de Nieuwe Westelijke Oeververbinding. De gemeenten Vlaardingen, Maassluis, Midden-Delfland, Schiedam en Hoek van Holland brengen de volgende punten naar voren naar aanleiding van het concept Hoofdrapport Plan MER NWO 1. Nut en noodzaak voor een Nieuwe Westelijke Oeververbinding. (hoofdstuk 2 Plan MER). De 5 gemeenten hebben uitgesproken onder voorwaarden te zullen meewerken aan het onderzoek naar een N WO. Deze voorwaarden zijn: Er dient een volledige, gelijkwaardige en integrale vergelijking tussen de varianten voor een Oranjetunnel en Blankenburgtunnel plaats te vinden conform de aanbevelingen van Elverding; Korte tunnelvarianten voor een Blankenburgtunnel zijn op voorhand onbespreekbaar. Dit standpunt is stadsregiobreed meerdere malen breed ondersteund. Wij constateren dat in het MIRT-overleg van eind 2010, zonder ruggespraak met de betrokken gemeenten binnen de stadsregio, eenzijdig van bovenaf door de minister van I en M bepaald is dat korte tunnelvarianten voor een Blankenburgtunnel wél onderdeel dienen te zijn van het vergelijkend onderzoek. Wij kunnen geen begrip opbrengen voor dit besluit van de minister. Er heeft geen volledige en volwaardige vergelijking plaats gevonden doordat alternatieven niet of onvoldoende onderzocht zijn, de onderzoeksscope te beperkt is geweest en de kostenberekening voor de aanleg van een NWO, alsmede de MKBA zijn onvoldoende zorgvuldig resp. niet volledig tot stand gekomen. Het afwegingsproces is bovendien "Elverding" onwaardig geweest. Er zijn eenzijdig bepaalde onderzoeksuitgangspunten en -randvoorwaarden gehanteerd. Door de van bovenaf opgelegde enorme tijdsdruk op het proces is vooral sprake geweest van eenrichtingverkeer in de informatieoverdracht en speeddaten in de onderlinge contacten tussen bestuurders, ambtenaren en de projectorganisatie, ook in het bestuurlijk overleg. Er is geen echt inhoudelijke samenspraak geweest. Op de bij herhaling via brieven en in bestuurlijke contacten gedane verzoeken om de onderzoeksdoelstelling te verbreden en "integraler" te maken is voortdurend "nul" op rekest gegeven. 2. Alternatieven en varianten(ho0fdstuk 4 Plan MER). Het niet meenemen van een door ons aangedragen robuuste variant van de Oranjetunnel in combinatie met de Veilingroute is een omissie met verstrekkende gevolgen voor het onderzoek. Wij hebben voorgesteld om ook de Oranjetunnel in combinatie met een verlengde/verlegde Veilingroute in het onderzoek te betrekken samen met de aanwezige, thans niet gebruikte, extra buis in de Beneluxtunnel (zgn. wisselstrook). De beschikbare wisselstrook in de Beneluxtunnel kan 15 a 20 % capaciteit aan de drukste spitsrichting kan toevoegen. Rijkswaterstaat heeft meegedeeld dat deze extra capaciteit te niet wordt gedaan door het capaciteitsverlies vanwege lastige weefbewegingen van het verkeer in de op de tunnel aansluitende weefvakken, zonder het aangeven van mogelijke oplossingen voor dit probleem.
9 UIT-ll Deze robuuste variant is niet het onderzoek meegenomen en maakt ten onrechte geen onderdeel uit van de afwegingen in het kader van de MER. 3. Verkeersonderzoek en doelbereik (hoofdstuk 5 Plan MER). Het concept Hoofdrapport Plan MER gaat ten onrechte uit van een te beperkte verkeerskundige onderzoeksscope. In het MIRT-overleg is door minister van Infrastructuur en Milieu eenzijdig bepaald en vervolgens opgenomen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, dat het vergelijkend tunnelonderzoek binnen een heel beperkte scope zou gaan plaatsvinden en bovendien dat de onderzoeksdoelstelling louter verkeerskundig gericht wordt op de volgende doelbereiken: het bieden van een oplossing voor de capaciteitsproblemen op de Ruit van Rotterdam i.c. de Beneluxcorridor in en na 2020; het verbeteren van de ontsluiting van het Haven Industrieel Complex ten behoeve van de ontwikkeling van dit internationaal belangrijke economische centrum; e het verbeteren van de ontsluiting van de Greenport Westland ten behoeve van de ontwikkeling van dit internationaal belangrijke economische centrum; het ondersteunen van de verdere ontwikkeling van de A4-corridor als vitale bereikbaarheidsas van dit deel van de Randstad. De keuze van de minister van I&M voor deze veel te krappe scope voor het onderzoek (alleen twee losse en geheel opzichzelfstaande tunnellocaties vergelijken zonder een adequate inbedding in de omliggende infrastructuur), heeft het onderzoek in de kern meteen ook helemaal overbodig gemaakt. Elke tunnel dichterbij de Beneluxtunnel gelegen zal deze tunnel van meer verkeer ontlasten. Het schrijven van dikke rapporten hierover is dus volstrekt overbodig. Nog ernstiger is de constatering dat met de keuze voor een uitermate krappe onderzoeksscope sterk de indruk wordt gewekt van een "jumping to conclusion" aanpak of zo men wil een selffulfilling prophecy. Een grote aderlating voor de kwaliteit en de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek is, door de te beperkte scope in het onderzoek, het niet meenemen van een op de Oranjetunnel aansluitende verlengde en verbrede Veilingroute (N222lN223) doorllangs het Westland. Een verbinding die een Oranjetunnel veel beter inbedt in de (toekomstige) hoofdwegenstructuur van de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag en, veel meer dan een Blankenburgtunnel, kan worden gezien als een investering in een belangrijke structuurversterking voor de westflank van de Metropoolregio in de toekomst. Een Oranjetunnel in combinatie met een verlengde en verbrede Veilingroute heeft de volgende (structurele) voordelen: een beter functionerende en maatschappelijk renderende Oranjetunnel; een substantiële ontlasting van de A4 Den Haag-Delft-Schiedam die rond 2030 zwaar overbelast zal raken; het bieden van een meerzijdige ontsluiting van de hoofdinfrastructuur voor het Westland; het bieden van een directe verbinding tussen het Westland en het westelijk havengebied vergeleken met een Blankenburgtunnel het veel minder zwaar belasten van de zeer filegevoelige A20 tussen Vlaardingen, Schiedam en het Kleinpolderplein (betere doorstroming op de Ruit);
10 UIT fZ betere doorstroming op het westelijk deel van de A15 en het vermijden van een lastig oplosbaar knelpunt bij de aansluiting met de N57lHarmsenbrug (wel aanwezig bij aanleg Blankenburgtunnel); het bieden van kansen voor een nieuwe ontwikkelingsas ten behoeve van nieuwe ruimtelijke en economische ontwikkelingen in het Westland en Den Haag-Zuidwest. Wij constateren ook dat het door de gemeente Schiedam ingebrachte Merwedetracé niet serieus is onderzocht. Al deze belangwekkende informatie wordt in de NWO-rapportages gemist dan wel marginaal en soms ook subjectief weergegeven. De onvolledige (te smalle scope) en eenzijdige (niet integraal, alleen verkeerskundige) aanpak heeft het dus onmogelijk gemaakt om de structurele meerwaarde van de Oranjetunnel ten opzichte van de Blankenburgtunnel goed in beeld te krijgen. Desalniettemin constateren de 5 gemeenten op basis van de verkregen (onvolledige) onderzoeksinformatie dat: de Blankenburgtunnel vooral een tijdelijke verkeerskundige oplossing is met alleen een beperkt effect van -20% op de Beneluxtunnel. De Blankenburgtunnel levert verder alleen flinke nadelen op elders op de hoofdinfrastructuur in de regio en rond Rotterdam; de Oranjetunnel met een verlengde en verbrede Veilingroute veel meer een nieuwelextra regionale hoofdas is met een sterk structuurversterkend karakter voor de hele westflank van de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag en het Westland in het bijzonder. Een Oranjetunnel biedt kansen voor nieuwe ruimtelijke en economische ontwikkelingen, ontlast de Beneluxtunnel wellicht iets minder, maar heeft daarentegen wel gunstige effecten voor de A4 Den Haag-Delft-Schiedam,de A20 ten noorden van Rotterdam en ook voor het goed beheersbaar houden van de situatie op de aansluiting van de N57lHarmsenbrug met de A15. Een Oranjetunnel met een verlengdelverbrede Veilingroute per saldo de beste scores te zien geeft op de voor het NWO-onderzoek geformuleerde 4 doelbereiken. 4. Verkeersonderzoek en doelbereik (hoofdstuk 5 Plan MER). De Oranjetunnel met een verbrede en verlengde Veilingroute is op termijn een structureel betere verkeerskundige oplossing en voorkomt verplaatsing van de files van de Beneluxtunnel naar de A20 en de A4 Delft- Schiedam. In het concept Hoofdrapport Plan MER wordt geconstateerd dat zowel de Blankenburgtunnel als de Oranjetunnel beiden positief dragen aan de geformuleerde doelstellingen in het Masterplan Rotterdam Vooruit. Het netwerk wordt robuuster en de reistijden verbeteren. Beide tunnels voldoen hiermee aan de Bereikbaarheidsnormen, zo luidt het concept Hoofdrapport Plan MER, waarbij opgemerkt wordt dat de Blankenburgverbinding meer bijdraagt aan het doelbereik dan de Oranjeverbinding. Zoals hiervoor onder punt 3 van deze bijlage al is verwoord delen wij deze laatste conclusie geenszins. Ondanks de (te) beperkte onderzoeksscope trekken wij op basis van de uitgevoerde verkeersstudie volgende (afwijkende) conclusies: 1. Zowel de Blankenburgtunnel (-20%) als de Oranjetunnel (-10%) dragen bij aan het ontlasten van de Beneluxtunnel als onderdeel van de Ruit en A4-corridor en voldoen daarmee aan de geformuleerde doelstellingen.
11 UIT /Z De Blankenburgtunnel scoort verkeerstechnisch erg negatief op de noordelijke tak van de Ruit, de A20 tussen Vlaardingen, Schiedam en het Kleinpolderplein. De aanleg van de Blankenburgtunnel zal tot gevolg hebben dat de al zeer hoge verkeersdruk op dit traject nog aanzienlijk zal toenemen, waardoor dit een structureel dagelijkse file op dit traject veroorzaakt die zijn terugslag heeft op de Beneluxcorridor. De Oranjetunnel, zeker in combinatie met een verlengde en verbrede Veilingroute, scoort in verhouding positief op de verkeersontwikkelingen op dit wegvak. Er is geen verbreding van de A20 nodig en er ontstaat in het hele gebied een veel evenwichtiger verkeersbeeld. 3. De Blankenburgtunnel scoort daarnaast ook negatief op de doelstelling waarborgen doorstroming A4 Delft-Schiedam. De aanleg van de Blankenburgtunnel zal de druk op dit overbelaste wegvak zeker niet verminderen, integendeel. De Oranjetunnel met een verlengdelverbrede Veilingroute ontlast de A4 en scoort daarmee juist positief op de verkeersontwikkelingen op de A4 Den Haag-Delft-Schiedam,. 4. De Blankenburgtunnel belast de aansluiting N57Harmsenbrug op de A15 heel zwaar. Door de aanleg van de Blankenburgtunnel loopt de aansluiting N57lHarmsenbrug een groot risico overbelast raken. Mocht dat op termijn het geval zijn dan is een oplossing daarvoor uitermate complex vanwege de zeer nabij gelegen Thomassentunnel en zeer krappe ruimte tussen spoorlijn en Hartelkanaal. De Oranjetunnel scoort verkeerstechnisch veel beter op dit punt en leidt op zowel de aansluiting N57lHarmsenbrug als op het westelijk deel van de A15 tot een veel gunstiger verkeersbeeld. 5. De Blankenburgtunnel scoort verder ook negatief op het beschikbaar hebben van alternatieve routes in het geval van calamiteiten, met name op de A15. Voor het deel van de A15 westelijk van de aansluiting van de Blankenburgtunnel biedt een Oranjetunnel nog wel een "ontsnappingsroute". De Oranjetunnel scoort daarmee ook positiever op dit onderdeel. 6. Door de aanleg van de Blankenburgtunnel en de nieuwe verkeersproblemen die daardoor op de A20 gaan ontstaan is op termijn het gevaar van de noodzaak van aanleg van de A24 aanzienlijk. De aanleg van een A24 zou de doodsteek voor het Midden-Delflandgebied betekenen en moet daarom kost wat kost voorkomen worden. Wij constateren op grond van het bovenstaande dat de aanleg van een Blankenburgtunnel aanzienlijk meer schade en problemen oplevert dan oplossingen. Een Oranjetunnel in combinatie met een verlengdelverbrede Veilingroute biedt een omgekeerd en veel positiever resultaat: een veel evenwichtiger verkeersbeeld dat per saldo ook beter scoort op de voor het NWO-onderzoek geformuleerde doelbereiken. Daarnaast heeft de Oranjetunnel een structuurversterkende investering voor de hele westflank van de nieuwe Metropoolregio incl. het Westland met diverse spin off kansen op het gebied van ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Kethelplein In het verkeersonderzoek wordt bij de Blankenburgverbinding geconcludeerd dat de verbindingsbogen van het Kethelplein het extra verkeersaanbod goed kunnen verwerken. In de verkeersnota wordt letterlijk geconcludeerd: "Kritische richting blijft de doorgaande oost-west verbinding op de A20 tussen Schiedam Centrum en Kethelplein en in minderde mate de west-oost verbinding. Op de oost-west-baan (richting Hoek
12 UIT /Z van Holland) verslechtert in het (hoge) GE scenario de //C verhouding van oranje in de referentie naar rood (file) bij realisatie van de Blankenburgtunnel." Deze conclusie is onvolledig en daardoor onjuist. Op het Kethelplein zal in het hoge groeiscenario niet alleen op de doorgaande oost-west verbinding maar ook de west-oost verbinding congestie ontstaan. Nog ernstiger is het feit dat zelfs in het lage groeiscenario op de doorgaande west-oost verbinding congestie zal ontstaan tussen de afslagen A4 zuid en A4 noord. Gedurende het hele proces met de Projectorganisatie NWO hebben wij gewezen op dit probleem. Het blijven volharden in de onterechte conclusie dat er geen afwikkelingsproblemen op het Kethelplein zullen ontstaan bij het alternatief Blankenburgtunnel geeft een verkeerd beeld van de werkelijke ontwikkelingen. Bij aanleg van een Oranjetunnel zullen ook deze problemen duidelijk minder manifest zijn. Hier is sprake van een omissie in het onderzoek. 5. Kosten NWO en MKBA (Hoofdstuk 7 Plan MER). Het kostenaspect en de MKBA zijn in het concept Hoofdrapport Plan MER onvoldoende uitgewerkt en op onderdelen aan toonbaar onjuist. De structurele voordelen van een Oranjetunnel, met name in combinatie met een verlengdelverbrede Veilingroute, en de aanzienlijke nadelen van een Blankenburgtunnel zijn naar onze mening reden genoeg om in de afweging tussen beide tunnels ook heel genuanceerd naar het kostenverschil in de directe aanlegkosten van beide tunnels te kijken. Zo worden de werkelijke kosten van de Blankenburgtunnel niet zichtbaar en komt hij gunstiger uit tegenover de Oranjetunnel. Dat werkt door in de MKBA die eigenlijk voor alle varianten van zowel Oranjetunnel als Blankenburgtunnel ongunstig is, maar alleen bij een hoog groeiscenario van de economie voor de Blankenburgtunnel nog positief uitpakt. Het realiteitsgehalte van dat hoge groeiscenario is vandaag de dag op zijn minst een vraagteken waard. Een gedegener en breder uitgevoerde MKBA dan in de verkenning heeft plaatsgevonden is dan ook noodzakelijk. De kosten van een boortunnel zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Een eerste vergelijking met kosten van de aanleg van de (geboorde) Westerscheldetunnel roept indringende vragen op m.b.t. de opgegeven kosten met betrekking tot de Oranjetunnel. Voor het nemen van een Voorkeursbeslissing is het noodzakelijk dat inzicht in de kostenberekening aanwezig is. In de aanvullende gevoeligheidsanalyse van de Projectorganisatie NWO d.d. 5 oktober 2011 is, naar aanleiding van een door ons gestelde vraag met betrekking tot de Veilingroute, het volgende opgemerkt: "De capaciteit van de weg (Veilingroute) is op zich voldoende, maar de doorstroming is beperkt vanwege de aanwezigheid van meerdere rotondes en het gebruik door veel vrachtwagens die vooral bij het ronden van de rotondes voor filevorming zorgen." Het is storend om te moeten constateren dat geen enkele suggestie is onderzocht om, door middel van simpele en goedkope oplossingen dit probleem bij deze rotondes op te heffen, waardoor de MKBA significant beter zal uitkomen voor de Oranjetunnel. Dit is een duidelijke omissie in de voorliggende rapportages.
13 UIT lZ De samenvatting van de MKBA in het concept Hoofdrapport Plan MER is slecht af te leiden uit het deelrapport. De kosten wijken sterk af en laten marges zien waar in het deelrapport niet over wordt gesproken. In het concept Hoofdrapport Plan MER lijkt voorts bij het aspect bereikbaarheid sprake te zijn van een dubbeltelling. Het deelrapport MKBA spreekt bij dit aspect van kwalitatieve baten van ++voor alle alternatievenlvarianten en hogere kwantitatieve baten voor de Blankenburgvarianten. In de samenvatting in het concept Hoofdrapport Plan MER lijkt het kwantitatieve verschil vervolgens te zijn meegenomen in de berekening van de BIK ratio en ook nog eens in de kwalitatieve waardering van de bereikbaarheid (zie de verschillen ++ BT en + OT). Deze omissie is ten nadele van de Oranjetunnel in de Bestuurlijke beslistabel verwerkt. In MKBA wordt ten onrechte nog steeds een hoog economisch groeiscenario aangehaald. Dit is volstrekt achterhaald in de huidige economische crisis en niet in overstemming met de uitlatingen van de zijde van het Kabinet op dit punt. Ook het Nieuwe Werken heeft invloed op de ontwikkeling van het wegverkeer. Geen enkele variant van de Blankenburgtunnel of Oranjetunnel heeft een positieve kostenlbaten uitkomst in een ander dan een hoog groeiscenario. Robuustheid netwerk. Beide alternatieven scoren in de MKBA op dit aspect gelijk. Dit is onterecht. De kwetsbaarheid van in het bijzonder de A15 en daarmee de bereikbaarheid van de Maasvlakte is absoluut groter bij de BT dan bij de Oranjetunnel. Immers bij de BT is er voor een groter deel van de westelijke A15 geen alternatieve verbinding voorhanden. De robuustheid van het netwerk voor het westelijk havengebied en de Maasvlakte is daardoor bij een Oranjetunnel groter dan bij een Blankenburgtunnel. Deze omissie is (wederom) ten nadele van de Oranjetunnel in de Bestuurlijke beslistabel verwerkt. Omgevingseffecten Ondanks de conclusie en aanbeveling van onderzoeker Ecorys dat ook de omgevingseffecten moeten worden gemonetariseerd is dit niet gebeurd. Hierdoor verwordt het onderdeel "kosten" uit de MKBA tot een onvolledige en niet meer bruikbare grootheid. Die conclusie wordt nog versterkt door het eerder t.o.v. de MKBA al genoemde gemis aan input omtrent kansen voor toekomstige ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Kosten De inpassingskosten en kosten voor mitigerende en additionele maatregelen zijn in de MKBA niet meegenomen. Ter compensatie daarvan is wel een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor een 20% hogere investering met als resultaat een voor beide alternatieven gelijk effect. Deze gevoeligheidsanalyse mag echter niet worden gezien als een vervanger voor het ontbreken van de inpassingskosten c.a. Deze kosten zijn immers niet voor alle alternatievenlvarianten gelijk. Deze omissie is (wederom) ten nadele van de Oranjetunnel in de rapportages opgenomen. 6. Natuur, Gezondheid, Landschap, Archeologie, Cultuurhistorie en Ruimtelijke kwaliteit (hoofdstuk 6 en 7 Plan MER).
14 UIT De 5 gemeenten zijn tegen de aanleg van de Blankenburgtunnel. Deze tunnel tast de schaarse groene ruimte in het Midden Delfland onherstelbaar en ingrijpend aan. De 5 gemeenten zien, ondanks de incompleetheid van het uitgevoerde onderzoek, in het concept Hoofdrapport Plan MER een duidelijk ondersteuning van onze bezwaren tegen de Blankenburgtunnel en een versterking van de voordelen van een Oranjetunnel. Een versterking die nog scherper en beter tot uitdrukking had kunnen komen als de scope van het onderzoek niet veel te beperkt was gehouden en ook een combinatie van Oranjetunnel met een verbrede en verlengde Veilingroute en het openstellen van de extra buis in de Beneluxtunnel gedegen zou zijn onderzocht. Het concept Hoofdrapport Plan MER bevestigt de negatieve effecten op het gebied van Landschap, Cultuurhistorie, Archeologie en Ruimtelijke kwaliteit bij de aanleg van de Blankenburgtunnel. Ook op het gebied van de andere onderzochte punten in de MER studie te weten Gezondheid, Bodem, Water en Milieu is de Oranjetunnel minder schadelijk dan de Blankenburgtunnel en verdient aanleg van de Oranjetunnel de voorkeur. Gelet op het voorgaande stellen wij ons op het standpunt dat er na de A4 Delft-Schiedam geen tweede ingrijpende doorsnijding van dit gebied dient te komen waarin de laatste decennia door de overheid 250 mln. is geïnvesteerd voor behoud en verdere kwaliteitsverbetering. De hoge extra inpassingskosten van de A4 Delft-Schiedam maken bovendien duidelijk met hoeveel veel pijn, moeite en tijdsvertraging grootschalige infrastructuur nog enigszins acceptabel kan worden ingepast in het uitermate kwetsbare Midden-Delflandgebied. Bovendien is door de nadelen van de aanleg van een Blankenburgtunnel het niet te onderschatten risico aan deze tunnel verbonden dat op termijn ook de aanleg van een A24 noodzakelijk zal blijken.
Notitie Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO)
Notitie Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) Verkeerskundige varianten- en effectanalyse Blankenburgtunnel/Oranjetunnel In het Masterplan Rotterdam Vooruit (december 2009) zijn twee tracés aangegeven
Nadere informatieVriendelijke groeten, Namens Actiecomité Blankenburgtunnel Nee en Milieufederatie Zuid-Holland, Susanne Kuijpers
Geachte gemeenteraadsleden, Zoals u weet komt er momenteel steeds meer informatie beschikbaar die een voorkeursbeslissing van de minister voor een Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) moet onderbouwen.
Nadere informatie2012D Lijst van vragen
2012D00202 Lijst van vragen 1 Kunt u een verklaring geven voor de zeer hoog ingeschatte kosten van de aanleg van een geboorde Oranjetunnel? Kunt u daarbij vooral ingaan op de grote verschillen met eerder
Nadere informatieKanttekeningen bij Rotterdam VooRuit voorheen: Regio Rotterdam en haven: duurzaam bereikbaar
Kanttekeningen bij Rotterdam VooRuit voorheen: Regio Rotterdam en haven: duurzaam bereikbaar Verkenning middellange termijn bereikbaarheid Rotterdamse Regio 2020-2040 Masterplan november 2009 Uitwerkingsstudie
Nadere informatieabcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,
abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301
Nadere informatieNieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO)
Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) Participatie Stefan van der Voorn 22-12-2011 Inhoudsopgave presentatie Het proces aanleg Sneller en Beter De Verkenning Ruit Rotterdam De Nieuwe Westelijke Oeververbinding
Nadere informatieBestuurlijk advies Voorkeursbesluit Nieuwe Westelijke Oeververbinding
Bestuurlijk advies Voorkeursbesluit Nieuwe Westelijke Oeververbinding Aan: De minister van Infrastructuur en Milieu Van: De leden van het RBO, zijnde: Dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Dagelijks
Nadere informatieBetreft: Mondeling overleg structuurvisie NWO Den Haag, 1 april 2014
Eerste Kamer, commissie IMRO Postbus 20017 2500 EA Den Haag Betreft: Mondeling overleg structuurvisie NWO Den Haag, 1 april 2014 Geachte leden van de commissie IMRO, Op 8 april aanstaande heeft u een mondeling
Nadere informatie^'vrr^t^ HOLLAND ZUID
5 -minuten versie voor Provinciale Staten ^'vrr^t^ HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit &Milieu Registratienummer PZH-2013-389866115 (DOS-2012-0000867) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 14
Nadere informatieMinister kiest voor Blankenburg tunnel Havenbedrijf krijgt vrij spel: allemaal meeroken en ophoepelen!
Minister kiest voor Havenbedrijf krijgt vrij spel: allemaal meeroken en ophoepelen! Minister Schultz van Haegen (VVD) heeft vandaag (7-12-2011) haar voorkeur heeft uitgesproken voor de aanleg van de Blankenburgtunnel
Nadere informatieSamenvatting MER Aanpassing Marathonweg
Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)
Nadere informatieeffecten verbreding N279 op A2 en A50
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente 'shertogenbosch t.a.v. wethouder dhr. Hoskam Postbus 12345 5200 GZ 'shertogenbosch Contactpersoon mw. L. Kusters T 073 681 78 34 Classificatie
Nadere informatieGeachte College van B&W en gemeenteraadsleden C/A4 MD maart 2009
Geachte College van B&W en gemeenteraadsleden C/A4 MD 6064 30 maart 2009 Uw gemeente is lid van de Adviescommissie IODS. Als lid van deze Commissie heeft uw gemeente regelmatig gesprekken met minister
Nadere informatieSamenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda
Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning
Nadere informatieAnalyse kosten en baten Nieuwe Westelijke Oeververbinding
Analyse kosten en baten Nieuwe Westelijke Oeververbinding 19 januari 2012 Wanneer de aanleg van nieuw infrastructuur wordt overwogen, is de vraag wat de kosten en de baten hiervan zullen zijn van essentieel
Nadere informatieMIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda
MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 561 Tracé A4 Delft Schiedam Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 598 Structuurvisie bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 24 januari
Nadere informatieRijksstructuurvisie. Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding
Rijksstructuurvisie Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding Plan-MER Nieuwe Westelijke Oeververbinding Deelrapport D: Verkeersnota Rijksstructuurvisie Bereikbaarheid Regio Rotterdam
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieWat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).
Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald
Nadere informatieS. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten
S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten
Nadere informatieGedeputeerde Staten. Provinciale Staten. Voortgangsbericht project N211 Wippolderlaan. Geachte Statenleden,
Gedeputeerde Staten Contact ing C. Oud T 070-441 81 62 c.oud@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Provinciale Staten Datum Zie verzenddatum
Nadere informatieInspreekreactie Commissievergadering MF
Inspreekreactie Commissievergadering MF Onderwerp: Structuurvisie ruimtelijke ordening deel d BrainportOost (PS 24/11) Noordoostcorridor Stichting Dorpsplatform Aarle-Rixtel Pieter Verschuuren Voorzitter
Nadere informatieLarserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse
Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave
Nadere informatieNoordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk
Nadere informatieIntegrale verkeersanalyse Zuidvleugel Randstad
Integrale verkeersanalyse Zuidvleugel Randstad Afbeelding 1 De bereikbaarheid in de Zuidvleugel in 2030 (GE scenario), met de A4 Delft-Schiedam, A15 Maasvlakte-Vaanplein en A13/A16 (zonder tol), maar zonder
Nadere informatieOntwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op
PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-
Nadere informatie1 OUIT DOORIUESNübfMER
gemeente Schiedam Aan de gemeenteraad van Schiedam W.J.M. Vissers Wetliouder voor Verkeer ei1 Vervoer, Cultuur, w.o. Cultiiureducatie, Archief, Milieu, Dierenwelzijn Postbus 1501 3 100 EA SCHIEDAM Stadskantoor
Nadere informatieHOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016
De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid
Nadere informatieHOUD MIDDEN-DELFLAND GROEN - BLANKENBURGTUNNEL NEE! Bijlagen: brief_aan_minister_over_blankenburgtunnel.pdf
Jadoenath, A. Van: Fam. M.G. Dalmeijer [mdalmeijer@kabelfoon.nl] Verzonden: dinsdag 22 juni 2010 23:36 Aan: Informatie Registratuur Onderwerp: HOUD MIDDEN-DELFLAND GROEN - BLANKENBURGTUNNEL NEE! Bijlagen:
Nadere informatieDirectie Grondgebied Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Mobiliteit Productmanagement en Beleid. Datum uw brief
Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105
Nadere informatieProject A4 Delft- Schiedam
Project A4 Delft- Schiedam Plannen voor verbeteren bereikbaarheid Den Haag Rotterdam Handout 16 februari 2009 Vanavond Informeren over de onderzoekstrajecten van RWS Presenteren van de voorlopige uitkomsten
Nadere informatieKwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)
Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse
Nadere informatieMotie Titel: Opdracht tot het indienen van een zienswijze betr. ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau Duinpolderweg (start MER)
Motie Titel: Opdracht tot het indienen van een zienswijze betr. ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau Duinpolderweg (start MER) Van: VVD/CDA/D66/PvdA/GL Raadsvergadering: 27 juni 2013 Collegebrief:
Nadere informatieAmbtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat
Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.
Nadere informatieen waarom met de aanleg van de N207-Zuid het tegendeel wordt bereikt
EEN BETERE BEREIKBAARHEID EN LEEFBAARHEID VOOR DE REGIO WADDINXVEEN / BOSKOOP / HAZERSWOUDE en waarom met de aanleg van de N207-Zuid het tegendeel wordt bereikt (Aangepaste) presentatie najaarsbijeenkomst
Nadere informatie2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de
Nadere informatieSchriftelijke raadsvragen (zoals bedoeld in Artikel 44) Arnhem, 15 december 2015
Schriftelijke raadsvragen (zoals bedoeld in Artikel 44) Arnhem, 15 december 2015 A15 Minister Schultz van Haegen en gedeputeerde Bieze-Van Eck hebben gezamenlijk het Ontwerptracébesluit voor de A15 ter
Nadere informatieGemeente Albrendsuuaard
Gemeente Albrendsuuaard Aan Stadsgewest Haaglanden t.a.v. de heer J.J. van Aartsen, voorzitter Postbus 66 2501 CB 's-gravenhage Datum Betreft Contactpersoon Doorkiesnummer Email Bijlage(n) Ons kenmerk
Nadere informatieOpgave 1 Hieronder is een casus beschreven. Lees deze tekst door en beantwoord vervolgens de vragen.
Opgave 1 Hieronder is een casus beschreven. Lees deze tekst door en beantwoord vervolgens de vragen. Nieuwe Westelijke Oeververbinding Een goede bereikbaarheid van de regio Rotterdam is belangrijk voor
Nadere informatieiiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO.1431088 Zienswijze project A27 Houten Hooipolder
WW w iiiiiiiiiiiiiniiiiihii gemeente Oosterhout Aan de gemeenteraad 2 mi m Uw kenmerk Ons kenmerk IO.1431088 In behandeling bij r.van.haaf@oosterhout.nl Onderwerp Zienswijze project A27 Houten Hooipolder
Nadere informatieCommentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009)
Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Op 3 juli 2009 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over De Kracht van Utrecht. Deze luidde
Nadere informatieAfweging op basis van probleemoplossend vermogen(bereikbaarheid en leefbaarheid) Ref C BTK, TBT, NBT BTL T2 T3 V2 B H M 0 0 ++ + ++ + ++ 0 ++ 0/+
5. AFWEGING EN KEUZE Om tot een keuze van het voorkeursalternatief voor de nieuwe verbinding tussen de Centrale Zone en het rijkswegennet te kunnen komen, is de volgende werkwijze toegepast. Eerst zijn
Nadere informatieWat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?
Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten
Nadere informatieKwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)
Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 Samenvatting Het Kennisinstituut
Nadere informatieKomen overeen zich in te spannen dat de volgende stappen genomen worden: 1. standpunt Bevoegd Gezag (ministers van VROM en VenW) 2009
1. A4 Delft-Schiedam doel Doel van het project A4 Delft-Schiedam is de problemen rond bereikbaarheid, leefbaarheid (inclusief externe veiligheid) en verkeersveiligheid tussen Rotterdam en Den Haag zo veel
Nadere informatiede haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten.
RANDSTADURGENT REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING RUIT ROTTERDAM) DOEL Het project REGIO ROTIERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-Verkenning Ruit Rotterdam) heeft 2 doelen.
Nadere informatie1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.
1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000
Nadere informatieOpen brief aan de gemeenteraden van Maassluis, Midden-Delfland, Rotterdam (deelgemeente Hoek van Holland), Schiedam, Vlaardingen.
Open brief aan de gemeenteraden van Maassluis, Midden-Delfland, Rotterdam (deelgemeente Hoek van Holland), Schiedam, Vlaardingen. Vlaardingen, 15 februari 2011 Onderwerp: Zienswijzen op een Rijksstructuurvisie
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 5 augustus 2015) Nummer 3066
van Gedeputeerde Staten op vragen van B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 5 augustus 2015) Nummer 3066 Onderwerp A13-A16 niet horen, zien, noch ruiken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller
Nadere informatieInpassing Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) Blankenburgtunnel
Inpassing Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) Blankenburgtunnel Vooruit lopend op de Regionale inpassingsvisie NWO Blankenburgtunnel wil de ChristenUnie/SGP fractie uit Vlaardingen u heel graag uw
Nadere informatieRijksstructuurvisie. Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Hoofdrapport Plan-MER Nieuwe Westelijke Oeververbinding
Rijksstructuurvisie Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding Hoofdrapport Plan-MER Nieuwe Westelijke Oeververbinding Rijksstructuurvisie Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe
Nadere informatieREGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT)
REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT) DOEL Het project REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (Rotterdam Vooruit) heeft twee doelen. Ten eerste het verder
Nadere informatieDroge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest
Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies
Nadere informatieStand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid
RWS INFORMATIE Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid 1. Inleiding Het onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming op het NMCA knelpunt in de Brienenoordcorridor in momenteel in volle
Nadere informatieNota van zienswijzen N266. Citaten uit de reacties
Nota van zienswijzen N266 Citaten uit de reacties Scope van het project De Hulsenweg ligt buiten de scope van het project. Een eventuele wenselijke aanpassing van dit kruispunt wordt geraamd en bij de
Nadere informatieAanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:
Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,
Nadere informatieSTATEN. Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Leden van commissie Verkeer en Milieu
STATEN Lid Gedeputeerde Staten I.G.M. de Bondt Contact 070 441 71 12 igm.de.bondt@pzh,nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Leden van commissie Verkeer
Nadere informatieCOLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 29 mei 2012 nummer: 2012_BW_00060 Onderwerp Beslispunten inzake RijnlandRoute en RijnGouweLijn vergadering AB Holland Rijnland
Nadere informatieN266, Randweg Nederweert
N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer
Nadere informatieAan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst
Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst Grubbenvorst, 11-3- 11 Betreft: Behandeling klacht Behoud de Parel Geachte commissie, Op 24 november 2009 hebben
Nadere informatieBlankenburgtunnel in verkiezingsprogramma s 2014-2018
Blankenburgtunnel in verkiezingsprogramma s 2014-2018 PvdA Vlaardingen De PvdA-Vlaardingen was, is en blijft tegen de Blankenburgtunnel. Wij doen er alles aan om de weg zo zorgvuldig mogelijk in het kwetsbare
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 598 Structuurvisie bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding C VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14
Nadere informatiePlusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om
Nadere informatieOnderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over verkeersprognoses A13/A16.
Rotterdam, 18 juni 2013. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over verkeersprognoses A13/A16. Aan de Gemeenteraad. Op 27 mei 2013 stelt het raadslid
Nadere informatie- Ideeënconsultatie Circuit Zandvoort -
- Ideeënconsultatie Circuit Zandvoort - De Provincie Noord-Holland vraagt om: Ideeën uit de markt Aanleiding De provincie Noord-Holland roept marktpartijen en maatschappelijke organisaties op om mee te
Nadere informatie[íÿlļļļlt. cia'îs. l\lr.
Gemeente Montferíand mmm Zevenaar reg. Nr. Afdeling [íÿlļļļlt ingekomen: 2 2 DKT. ľsä Aan het College en Raad van Burgemeester en Wethouders [with. cia'îs. l\lr. E3 Gemeente Zevenaar Postbus IO 6900 AA
Nadere informatieInformatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie
Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn
Nadere informatieAntwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieBetreft: Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER N279 Veghel Asten
Provincie Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Betreft: Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER N279 Veghel Asten Zijtaart, 12-10-2016. Geacht College, Hierbij
Nadere informatieBetreft: Aanvullend advies inzake de voorgenomen aanleg van de Rijnlandroute
Postbus 159 2300 AD LEIDEN twitter: @lmraad Aan: De leden van de commissies Leefbaarheid en Bereikbaarheid en Ruimte en Regio van de gemeenteraad van Leiden Betreft: Aanvullend advies inzake de voorgenomen
Nadere informatieNota. Netwerkbrede Verkeersanalyse A4 Delft - Schiedam. Conclusies
Nota Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Contactpersonen Doorkiesnummer Datum 11 oktober 2007 Ons kenmerk - Onderwerp Netwerkbrede Verkeersanalyse A4 Delft - Schiedam Bijlage(n) -
Nadere informatieAlternatieven Noordoostcorridor. Noordoostcorridor
Noordoostcorridor Alternatieven Noordoostcorridor Gevolgen van de gemaakte keuze Stichting Dorpsplatform Aarle-Rixtel in samenwerking met Stichting Klankbord Aarle-Rixtel A50 A58 29 november 2010 Stichting
Nadere informatieStadsdeel Zuid. Reactie Stadsdeel Zuid op het Ambtitiedocument (Masterplan) ZuidasDok 28 november 2013
Postbus 74019 1070 BA Amsterdam Telefoon 14 020 Fax 020 252 4365 X X X z Stadsdeel Zuid Dagelijks bestuur Retouradres: Postbus 74019, 1070 BAAmsterdam College van B & W Stadhuis, Amstel 1 Postbus 202 1000
Nadere informatieNotitie / Memo. Verkeerskundige analyse Hillegoms alternatief
Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure Aan: Projectgroep Duinpolderweg Van: Jan van den Bedem, Alex van Gent en Hans Marinus Datum: 16 september 2015 Kopie: Ons kenmerk: INFRABC5809N003D01
Nadere informatieOnderzocht zijn: de Hillegommervariant, de Oosteindervariant en de Bennebroekervariant.
OP DE GOEDE WEG Een zienswijze tevens zijnde pleitnota inzake de Planstudie Duinpolderweg voorheen de NOG ( Noordelijke Ontsluiting Greenport ) genoemd. In 2003 hebben de provincies Noord-en Zuid-Holland
Nadere informatieVoortgang Dossier Verbinding A8-A9. Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 4 juni 2014
Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 4 juni 2014 nut en noodzaak Waarom willen we deze verbinding? Robuustheid netwerk Bovenregionale bereikbaarheid Regionale bereikbaarheid Sluipverkeer Leefbaarheid
Nadere informatieSamenvattende notitie Conceptresultaten onderzoeken NWO. Projectorganisatie NWO 14 oktober 2011 HB
Samenvattende notitie Conceptresultaten onderzoeken NWO Projectorganisatie NWO 14 oktober 2011 HB 1477279 1. Inleiding In het BO MIRT is de bestuurlijke ambitie uitgesproken om voor de Nieuwe Westelijke
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieInitiatief Burgernotitie RijnlandRoute
Provinciale en Gedeputeerde Staten, Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Initiatief Burgernotitie RijnlandRoute Voorschoten, 2 april 2013 Betreft: Ontwikkelingen RijnlandRoute Geachte
Nadere informatieAan het College en Raad van Burgemeester en Wethouders? 7 OK 1 9 nu Gemeente Zevenaar Postbus AA Zevenaar
IN14.053S 1 ) lllllll MIN llllllllll II Zevenaar Aan het College en Raad van Burgemeester en Wethouders? 7 OK 1 9 nu Gemeente Zevenaar Postbus 10 6900 AA Zevenaar T (0316) 595 m F (0316) 595 100 E gemeente@zevenaar.nl
Nadere informatieReactienota. Voorontwerp-bestemmingsplan Harga-Midden. Gemeentelijke reactie op opmerkingen uit het bestuurlijk vooroverleg.
gemeente Schiedam cluster Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ontwikkeling & Beleid Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadskantoor Stadserf 1 3112 DZ Schiedam T 14 010 W www.schiedam.nl Reactienota Voorontwerp-bestemmingsplan
Nadere informatieHoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?
Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid
Nadere informatieVoor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.
a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070
Nadere informatieWegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft
Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft De meeste plannen voor nieuwe of bredere snelwegen waarvan de uitvoering de komende jaren gepland staat, zijn onderbouwd met
Nadere informatieNotitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst
Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum
Nadere informatie1
Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus
Nadere informatieSamenvatting onderzoeken variant 7 en 7B
De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten
Nadere informatieGeachte Provinciale Staten Zuid-Holland, geachte heer Duizer,
Van: Secretariaat Bewonersvereniging Koningshof [mailto:secretariaat@wijk-koningshof.nl] Verzonden: zondag 4 oktober 2015 22:01 Aan: Duizer, BM Onderwerp: Twee ingezonden brieven met betrekking tot de
Nadere informatieONTVLECHTEN VOOR DOORSTROMING. De HogeSnelWeg Concept voor bereikbaarheid
ONTVLECHTEN VOOR DOORSTROMING De HogeSnelWeg Concept voor bereikbaarheid Ontvlechten voor Doorstroming De HogeSnelWeg Concept voor bereikbaarheid 23 november 2000 Het plan voor het aanleggen van hogesnelwegen
Nadere informatieMaximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen
Nadere informatieCollegevoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Afweging:
College Onderwerp: V200900483 Schrijven van de ondernemers en aanwonenden van het industrieterrein De Meeuweart te Elshout i.v.m. het project aansluiting "Ei van Drunen" te Drunen. Collegevoorstel Inleiding:
Nadere informatiememo verkeersaansluiting KNSF-terrein commissievergadering 13 februari 2013
memo verkeersaansluiting KNSF-terrein commissievergadering 13 februari 2013 Aanleiding Na haar aantreden begin 2012 heeft het College van B&W de gewenste verkeersaansluitingen op het KNSFterrein bezien
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 598 Structuurvisie bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding Nr. 19 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld
Nadere informatieAlternatieven afsluiting aansluiting Schiedam-centrum
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieCollege van Burgemeester en Wethouders
Gemeente Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders MW.J.N. Wethouder Haven, Verkeeren Regionate Economie Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 Rotterdam Commissie Economie, Haven, Milieu en Vervoer
Nadere informatieSecond opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere
CPB Notitie Datum : 26 januari 2007 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DG Personenvervoer) Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere Samenvatting Rijkswaterstaat
Nadere informatie