de haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten.

Transcriptie

1 RANDSTADURGENT REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING RUIT ROTTERDAM) DOEL Het project REGIO ROTIERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-Verkenning Ruit Rotterdam) heeft 2 doelen. Ten eerste het opstellen van een breed gedragen, integrale multimodale visie op de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. Ten tweede het vormgeven van een pakket maatregelen en financieringsafspraken, waarmee de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Nota Mobiliteit worden gehaald en een duurzame bereikbaarheid van het stedelijk gebied en de Rotterdamse haven op lange(re) termijn worden gegarandeerd. De verkenning naar de 2e ontsluiting van de haven is integraal onderdeel van deze verkenning. De resultaten van de Business Case Nieuwe Waterwegverbinding van de private partijen worden meegenomen in deze Verkenning Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar. Hetzelfde geldt voor de resultaten van het Project Mainport Corridor Zuid (PMZ). Het Masterplan dat deze verkenning zal opleveren krijgt in formele zin de status van een vastgestelde verkenning d. het MIRT-spelregelkader. Dit houdt in dat voor aile concrete projecten, dus ook voor een 2e ontsluiting van de haven, en maatregelen die uit dit Masterplan volgen direct een MIRT-planstudie (of vergelijkbaar proces) kan starten. Camiel Eurlings. minister van Verkeer en Waterstaat en Jeannette Baljeu, portefeuillehouder Verkeer en Vervoer van de Stadsregio Rotterdam Komen overeen zich in te spannen dat de volgende stappen worden genomen: Ten behoeve van het Bestuurlijk MIRT overleg in het voorjaar 2009 een tussenrapportage op te stellen met de hoofdlijnen van het Masterplan en een opsomming van (mogelijke) bespreekpunten voor het najaarsoverleg 2009; Vaststellen van het Masterplan Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar in het najaar van De verkenning van de 2e ontsluiting van de haven van Rotterdam maakt deel uit van dit Masterplan. Het Masterplan heeft de status van vastgestelde verkenning conform MIRT spelregelkader. Een pakket van maatregelen en bijbehorende financieringsafspraken maken onderdeel uit van het Masterplan. Besluitvorming hierover zal plaatsvinden in het bestuurlijk najaarsoverleg in 2009 over het MIRT 2010; Op basis van de resultaten van deze verkenning afspraken te maken over de start van planstudies in het Bestuurlijk Overleg MIRT van het najaar 2009; Opleveren van de planstudie 2e ontsluiting haven Rotterdam begin 2012, onder de voorwaarde dat het Voorkeursbesluit Kabinet en de bespreking in de Tweede Kamer eind 2009 plaatsvinden. De Minister van Verkeer en Waterstaat verbindt zich daartoe: Ais projectminister op te treden namens de Rijkspartijen; De afspraken m.b.t. dit project namens de Rijksoverheid uit te voeren; De samenhang te bewaken met andere gerelateerde Randstad Urgent en MIRT-projecten; de verbetering van de bovenstaande bereikbaarheidsproblematiek op te nemen in de Mobiliteitsaanpak.

2 De portefeuillehouder Verkeer en Vervoer van de Stadsregio Rotterdam verbindt zich daartoe: Op te treden namens de regio; De afspraken m.b.t. dit project namens de regio uit te voeren/te bewerkstelligen dat deze door de regionale en lokale overheden worden uitgevoerd; Draagvlak te creeren in de regio voor het Masterplan Rotterdam Duurzaam Bereikbaar. De ambassadeur van dit project is Hans Huis in 't Veld

3 PROJ ECTOMSCHRIJVING Het uitvoeren van een MIRT-Verkenning, uitmondend in het Masterplan Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar, met multimodaliteit, integraliteit en duurzaamheid als uitgangspunten. Een gedragen beeld van de problematiek en daarbij behorende oplossingen en afspraken over een gezamenlijk financieringsprogramma maken onderdeel uit van het Masterplan. Een door betrokken partijen gedragen basis bieden voor het nemen van besluiten over het vervolg in de vorm van planstudies. De MIRT-Verkenning zal conform het gedachtegoed van de Commissie Elverding worden uitgevoerd. AANLEIDING Uit de Landelijke Markt en CapaciteitsAnalayse (LMCA) wegen is gebleken, dat de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Nota Mobiliteit (NoMo) op de Ruit van Rotterdam zonder extra maatregelen niet worden gehaald. Daarbij is ervan uitgegaan, dat de geplande wegenprojecten (zoais de A4 Delft - Schiedam, de A13/16 en de A15 MaVa) zijn gerealiseerd en Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM) is ingevoerd. Tijdens het bestuurlijk overleg van oktober 2007 hebben de bestuurders gesteld dat de bereikbaarheidsproblematiek rond Rotterdam prioritair is voor de Zuidvleugel en vraagt om integrale, multimodale en gebiedsgerichte benadering. Daarbij komt dat de eenzijdige ontsluiting van de Rotterdamse haven via de weg kwetsbaar te noemen is. De Verkenning 2e ontsluiting van de haven Rotterdam is in 2007 opgenomen in het Randstad Urgent programma. De te maken keuzes hier omtrent hebben een zeer grote invloed op de verdere ontwikkelingen binnen de regio Rotterdam. Juist om een integrale benadering te bewerkstelligen is de Verkenning 2e ontsluiting haven Rotterdam onderdeel van deze MIRT-Verkenning. Deze brede aanpak moet leiden tot een breder draagvlak en tijdwinst in de volgende fasen. De Stadsregio en de gemeente Rotterdam hebben hun ruimtelijk beleid en het verkeers- en vervoersbeleid vastgelegd in het RR2020, de Stadsvisie, het RVVP en VVPR. Hierin staan economische sterke stad en regio de aantrekkelijk zijn om te wonen en goede bereikbaarheid centraal. Met onder andere de bovenstaande bouwstenen, de Nota Mobiliteit en de Nota Ruimte als basis is een plan van aanpak voor een MIRT verkenning Ruit Rotterdam opgesteld dat in mei 2008 is in het bestuurlijk overleg over het MIRT is vastgesteld. DOEL De MIRT-Verkenning Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar zal de eerste echte MIRT-Verkenning worden die in gezamenlijkheid wordt uitgevoerd. Het doel van deze MIRT-Verkenning is om te komen tot: een gedragen beeld van het probleem en de oplossingsrichtingen met multimodaliteit, integraliteit en duurzaamheid als uitgangspunt; een helder beeld van de kosten en de (maatschappelijke) baten van de oplossingen en zicht op financiering hiervan; voorbereiden van aansluitend planstudie- en besluitvormingstraject op basis van 'samen slagvaardig kiezen'; een beeld van de belangrijkste milieueffecten (strategische milieu beoordeling). Kortom de MIRT-Verkenning moet leiden tot een bestuurlijke voorkeur en een helder beeld over het vervolgproces incl. een gezamenlijk financieringsprogramma; "op weg naar een regionaal MIRT".

4 SCOPE Het onderzoeksgebied betreft vooralsnog het gebied ter grootte van de 5tadsregio Rotterdam en het Westland. De definitieve gebiedsafbakening zal bij de probleemanalyse nader en in gezamenlijkheid worden vastgesteld. Aan de scope van deze verkenning wordt ten opzichte van het bestuurlijk vastgestelde plan van aanpak de bereikbaarheidsproblematiek A20-oost toegevoegd. Uit de netwerkanalyse Zuidvleugel en de LMCA wegen is gebleken dat dit wegvak voor de lange termijn een knelpunt is. Nu de MIRT-Verkenning RegioRotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar is gestart, is het niet efficient om een verkenning naar de A20 als separate studie uit te voeren. De volgende beleidsplannen en visies vormen het startkader voor deze verkenning: Nota Mobiliteit, ABvM en Mobiliteitsaanpak VenW; Nota Ruimte, Randstad 2040; 5tadsvisie 2030, RR 2020, Havenplan 2020; Uitvoeringsagenda RVVP (stadsregio), VVPR (gemeente), PVVP (provincie); Beleidsbrief Duurzame mobiliteit (gemeente Rotterdam). SAMENHANG De MIRT-Verkenning Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar hangt samen met een scala aan lopende projecten en studies, met name de Randstad Urgent projecten A4 Delft - 5chiedam, de A13/16 en de A15 Maasvlakte - Vaanplein. In de MIRT-Verkenning worden deze projecten die nu nog in studie zijn als gerealiseerd beschouwd. Er sprake van samenhang met 2 andere MIRT-Verkenningen die opgestart zullen worden, te weten de MIRT-Verkenning Haaglanden en de MIRT-Verkenning Rotterdam - Antwerpen. Binnen de stadsregio en gemeente is samenhang met de andere Randstad Urgent projecten in de regio Rotterdam zoals PMR, 5tadshavens, Containertransferium en de planstudie Pleinweg (5tadsweg Zuid), de verkenning Bundels op Noord en het Binnenstadsplan. RESULTAAT Het beoogde resultaat is uiteindelijk het halen van de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Nota Mobiliteit en een duurzame bereikbaarheid voor het stedelijk gebied en een robuuste ontsluiting van de haven te garanderen op de lange termijn. DIENSTREGELING De MIRT-Verkenning Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar is 3e kwartaal2008 gestart. Inventarisatie denkbeelden en ontwikkelingsrichtingen (3e en 4e kwartaal 2008); Uitwerken scenario's en effectbepaling (1 e en 2 kwartaal 2009); Opstellen Masterplan (2e en 3e kwartaal 2009); Bestuurlijke behandeling en vaststellen van het Masterplan Regio Rotterdam en Haven Duurzaam Bereikbaar in het vierde kwartaal van 2009; Besluitvorming over maatregelenpakket en financieringsafspraken in bestuurlijk najaarsoverleg MIRT 2010 (najaar 2009); Planstudie 2e ontsluiting haven Rotterdam (begin 2012). FINANCIERING Het rijk en de betrokken regionale overheden dragen gezamenlijk zorg voor dekking van de kosten van de MIRT verkenning. In het Bestuurlijk Najaarsoverleg in 2009 over het MIRT 2010 zullen financieringsafspraken worden gemaakt over het maatregelenpakket.

5 ORGANISATIE Deelnemers aan de MIRT-Verkenning zijn: het Rijk (VenW, VROM, EZ, LNV, Financien); de regio (stadsregio Rotterdam, gemeente Rotterdam, provincie Zuid Holland); overigen (het Havenbedrijf Rotterdam, nader te selecteren bedrijven en burgers). Er zal gebruik worden gemaakt van de ARKO-systematiek en het 4B-model. Kern van het 4B-model is dat naast Bestuurders en Bureaucraten (ambtenaren) Burgers en Bedrijven worden benaderd om mee te den ken over het probleem en de oplossingsrichtingen en daar ook in te participeren. SLOTBEPALINGEN De afspraken zoals geformuleerd zijn niet in rechte afdwingbaar. De minister van Verkeer en Waterstaat Namens het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam, de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer Camiel Eurlings Jeannette Baljeu Vastgesteld op 27 oktober 2008