Opgave 1 Hieronder is een casus beschreven. Lees deze tekst door en beantwoord vervolgens de vragen.

Transcriptie

1 Opgave 1 Hieronder is een casus beschreven. Lees deze tekst door en beantwoord vervolgens de vragen. Nieuwe Westelijke Oeververbinding Een goede bereikbaarheid van de regio Rotterdam is belangrijk voor een sterke economie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de bereikbaarheid van de Rotterdamse regio over de weg nog niet optimaal is. Er zijn daarom investeringen nodig in nieuwe wegen. Eén van de investeringen die onderzocht wordt om de bereikbaarheid van Rotterdam te verbeteren is een Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO). De NWO zal de A15 Maasvlakte/Mainport Rotterdam verbinden met de A20 Westland/Haaglanden. Op 7 december 2011 heeft minister Schultz van Haegen haar voorkeur uitgesproken voor de Blankenburgtunnel, variant Krabbeplas-West. Na 2015 voldoet de doorstroming op de Ruit van Rotterdam niet meer aan de eisen die aan het hoofdwegennet zijn gesteld. Wanneer niets wordt gedaan, zal de reistijd op de Ruit van Rotterdam tijdens de spits ruim anderhalf maal zo lang zijn als buiten de spits. De doorstroming van de Beneluxtunnel en de bereikbaarheid van de haven tijdens calamiteiten zijn dan enkele concrete knelpunten. Een structurele oplossing hiervoor is een nieuwe westelijke oeververbinding. Blankenburgtracé Tracés: alternatieven en varianten In het Masterplan Rotterdam Vooruit zijn twee tracés aangegeven voor een Nieuwe Westelijke Oeververbinding: 1. het Blankenburgtunnel, dat ten oosten van Maassluis/Rozenburg ligt. 2. het Oranjetunnel, dat ter hoogte van de Maeslantkering ligt. Deze tracés zijn nader onderzocht. Op 7 december 2011 heeft minister Schultz van Haegen haar voorkeur uitgesproken voor de Blankenburgtunnel, variant Krabbeplas-West. Hierin volgt de minister het advies van de meerderheid van de regionale gemeenten die haar voorkeur heeft uitgesproken voor de Blankenburgtunnel Krabbeplas-West. De minister heeft expliciet benoemd dat een toekomstige doortrekking van het Blankenburgtracé ten noorden van Schiedam en Vlaardingen niet aan de orde is.

2 De Oranjetunnel heeft in vergelijking met de Blankenburgtunnel een te beperkte verkeerskundige meerwaarde. Bovendien is de Oranjetunnel duurder en heeft de Oranjetunnel een lagere baten/kosten verhouding. Vanwege de ruimtelijke kwaliteit en de natuurwaarde van het gebied heeft de variant Krabbeplas-West de voorkeur boven de variant Middendoor. Het tracé Krabbeplas-Oost ligt dichter bij Vlaardingen en zal daarom meer leefbaarheids en ruimtelijke beperkingen met zich meebrengen voor Vlaardingen. Vandaar dat dit tracé niet de voorkeur geniet. De minister is bereid de meerkosten te betalen voor een verlaagde aansluiting bij de A20 van circa 50 miljoen. Binnen de scope van het project zal de minister de benodigde investeringen doen voor effectbeperkende maatregelen op het gebied van lucht en geluid. De minister stelt maximaal 1,2 miljard beschikbaar voor de Blankenburgtunnel. Dit bedrag is inclusief een verlaagde aansluiting op de A20 en de overkapping van de verdiepte ligging van het tracé tussen het spoor en de Zuidbuurt (ca. 600 meter). Uitgangspunt is dat tol wordt geheven op de verbinding ter gedeeltelijke dekking van de rijksbijdrage. Hierbij wordt ingezet op een opbrengst van 300 miljoen. De regio zal in het voorjaar van 2012 nut en noodzaak van aanvullende maatregelen onderzoeken en hiervoor zo nodig een concreet voorstel doen. De regio levert hiervoor dan ook een financiële bijdrage. In het voorjaar van 2012 leggen Rijk en regio afspraken vast in een bestuurlijke overeenkomst. De Blankenburgtunnel Het tracé van de Blankenburgtunnel verbindt de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen met de A15 bij Rozenburg. De Blankenburgtunnel kruist de Nieuwe Waterweg. Aan de zuidzijde van de Nieuwe Waterweg is een tracéreservering aan de oostkant van Rozenburg, parallel aan de Botlekweg. Er is in het verleden rekening gehouden met de realisatie van een knooppunt met de A15. Aan de noordzijde speelt de aanwezigheid van het veenweidegebied een rol, dat bezocht wordt door natuurliefhebbers en recreanten. In het onderzoeksgebied liggen delen van de Rijksbufferzone Midden Delfland, een surfplas, bestaande kassen en het uitbreidingsgebied voor bedrijven van Maassluis. a) Noem 3 people, 3 planet en 3 prosperity aspecten van het project Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Zijn dit positieve of negatieve aspecten? b) Is het project Nieuwe Westelijke Oeververbinding, volgens jou, een voorbeeld van duurzame ontwikkeling? Verklaar je antwoord. Maak in je verklaring gebruik van de PPP definitie. c) Welk duurzaam wegconcept zou goed passen bij het project Nieuwe Westelijke Oeververbinding?. Verklaar je antwoord. d) Noem 3 maatregelen, die goed passen, in het door jou gekozen duurzame wegconcept voor de Blankenburgtunnel.

3 a) Positieve aspecten Negatieve aspecten People Planet Prosperity b) In het antwoord moet beargumenteerd worden of de 3 P s wel of juist niet in evenwicht zijn. c) In het antwoord moet een onderbouwde keuze gemaakt worden voor: energieweg, leefbare weg, natuurweg, robuuste weg d)maatregelen zijn afhankelijk van het gekozen duurzame concept. (zie vier duurzame wegconcepten ) Opgave 2 Geef een omschrijving van de onderstaande begrippen in de context van duurzame ontwikkeling: a. Rebound effect b. Afwenteling c. Levenscyclusanalyse (LCA) d. Design for disassembly a. Rebound effect Effect dat optreedt als het succes van een bepaalde actie onbedoeld neveneffecten oproept die de gunstige gevolgen van die actie tenietdoen of zelfs in het tegendeel doen omslaan. b. Afwenteling Het afschuiven van de negatieve effecten van een leefstijl op anderen, bijvoorbeeld milieuschade of uitputting van resources. Dat kan gaan om afschuiving in de richting van mensen in andere landen, om mensen in toekomstige generaties, of mensen in de eigen omgeving in een andere sociale groep.

4 c. Levenscyclusanalyse Een methode waarbij geprobeerd wordt om de gevolgen van een bepaald product volledig te berekenen (uitputting van voorraden, schade aan de natuur, invloed op het broeikaseffect, enz). Zo n berekening wordt uitgevoerd voor de gehele levenscyclus van een product, vanaf de winning van grondstoffen, via het productieproces en het gebruik door de consument, tot en met de fase waarin het product wordt gerecycled of in delen wordt hergebruikt of weggegooid. d. Design for disassembly Een product zo ontwerpen dat hetna gebruik gemakkelijk weer uit elkaar gehaald kan worden, zodat onderdelen na reiniging en controle direct weer hergebruikt kunnen worden Opgave 3 Leg het verschil uit tussen adaptatie maatregelen en mitigatie maatregelen. Noem een voorbeeld van een adaptatie maatregel en een mitigatie maatregel in de context van klimaatverandering. Adaptatie maatregelen = maatregelen, gericht op het aanpassen aan een verandering (bv. klimaatverandering). Mitigatie maatregelen = maatregelen, die beogen een verandering (bv klimaatverandering ) tegen te gaan. Voorbeeld: Adaptatie maatregelen: -extra waterberging in de stad (voorbereiding op extremere buien) -drijvend bouwen (voorbereiding op hoger waterspiegel) Mitigatie maatregelen: -maatregelen op CO2 uitstoot te verminderen

5 Opgave 4 Is in de onderstaande figuur sprake van positieve of negatieve terugkoppeling? Verklaar je antwoord. Negatieve terugkoppeling). Leidt tot stabiele systemen Als de waterkwaliteit goed is, is de aantrekkingskracht van het strand groot en wordt een groot aantal bezoekers aangetrokken. Hierdoor neemt het aantal bezoekers van bars en restaurants toe. Het afval van deze bars en restaurants heeft een negatief effect op de waterkwaliteit. Dit remt het aantal bezoekers. Het systeem stabiliseert zichzelf dus een negatieve terugkoppeling. Opgave 5 Leg uit wat een ecologische voetafdruk is. Wat was de motivatie voor de ontwikkeling van een ecologische voetafdruk? De ecologische voetafdruk (ook wel mondiale voetafdruk of kortweg voetafdruk) voor een bepaald jaar is een getal dat weergeeft hoe veel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep in dat jaar gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken. Het gaat om een hypothetisch getal, gemeten in mondiale hectares.

6 De ontwikkelaars van de ecologische voetafdruk zijn ervan overtuigd dat problemen beter begrepen en aangepakt kunnen worden als je inzicht hebt in het gebruik van biologisch productieve grond- en wateroppervlakte. De ecologische voetafdruk is een maat hiervoor. Opgave 6 Leg uit wat eenrichtingsverkeer is in de context van duurzame ontwikkeling. Benoem ook wat het tegenovergestelde is van eenrichtingsverkeer? Geef een voorbeeld van eenrichtingsverkeer. Wat zijn de oorzaken en gevolgen hiervan? Eenrichtingsverkeer: Proces dat niet gesloten is, waarbij resources die gebruikt worden voor de productie van goederen niet meer terugkeren naar de plaats van herkomst. Het tegenovergestelde is een gesloten kringloop. Oorzaak: meestal economische. Gevolg: Daardoor zal op de ene plaats een tekort ontstaan en op de andere plaats een overschot. Resource Gebruik Lozing leidt tot Tekort leidt tot Teveel Voorbeeld: Resource: kolen (leidt tot tekort aan grondstof)\ Gebruik: energie (wordt gebruikt door de consument) Lozing: CO2 (leidt tot broeikaseffect) Opmerking: kolen zijn goedkoop en de productiekosten van elektriciteit op basis van kolen zijn relatief laag. Kolen zijn vergeleken met bv. olie niet echt schaars.