Snel afgeleid. Druk doen of juist dromerig.

Transcriptie

1 Snel afgeleid. Druk doen of juist dromerig.

2 Herken je dit? Hoe vaak schiet deze opmerking door ons heen? Waarom komt het er niet uit? Er is wat aan de hand! Misschien wel het legpuzzel probleem!

3

4 Lukt het? Je wilt natuurlijk het deksel van de doos zien! M.a.w. je wilt het totaalbeeld zien! Zie hier: Mogelijk de denk wereld van iemand met concentratieproblemen. Mogelijk voorkeur voor visuele informatie verwerking: beelddenken

5 Het huidige onderwijs biedt stukjes aan, die langzamerhand naar het totaal toe werken. Het kost moeite aandacht vast te houden als je niet weet waartoe het stukje leidt. Als kennis niet meteen in een context geplaatst wordt, is het moeilijk de kennis op te nemen.

6 Voorbeeld 1: Beelddenker leest: Vader loopt op het gazon. Er gebeurt nu het volgende:

7 De beelddenker leest: Maar hij ervaart: vader loopt op het gazon

8 Vader loopt op het gazon wordt uiteindelijk onthouden als: Papa loopt op het gras Dit feit is belangrijk om bij reproducerende vragen de antwoorden te begrijpen:

9 Open toetsvraag: Waar loopt vader? Beelddenker antwoordt: Buiten Gesloten toetsvraag: Straat weiland - gazon Vul het juiste woord in: Vader loopt op het Beelddenker: Hellep! gras staat er niet bij! Hij antwoordt: Dan zal het wel weiland zijn, is ook groen.(papa liep immers op het gras.)

10 Voorbeeld 2: Doel van de les: Kunnen vertellen hoe wolken en regen ontstaan? Leerkracht: We gaan het hebben over het klimaat. Over hoe wolken.

11 De beelddenker: De leerkracht: ontstaan. Boven zee

12

13 De beelddenker is in een fractie van een seconde op de camping aan zee beland, waar hij afgelopen zomervakantie geweest is, door de associatie met zee Dit is geen onwil, maar onmacht!

14 Taaldenker Beelddenker (Heeft in zijn hoofd allang beelden van vele apen en leefgebieden en bijbehorende vragen!) In de groep worden taken verdeeld en de vraag is: In de groep worden taken verdeeld en de vraag is: Zoek jij huidskleuren? Reactie: Oké! Hij begint aan zijn stukje. Zoek jij huidskleuren? Reactie: Hoezo, waarom? Hij moet einddoel weten, zodat hij snapt waar zijn stukje heengaat!

15 Taaldenker Beelddenker (Heeft in zijn hoofd allang beelden van vele apen en leefgebieden en bijbehorende vragen!) In de groep worden taken verdeeld en de vraag is: In de groep worden taken verdeeld en de vraag is: Zoek jij huidskleuren? Reactie: Oké! Hij begint aan zijn stukje. Zoek jij huidskleuren? We willen van papier-maché zo n natuurgetrouw mogelijke aap maken! Reactie: Oké! (Zijn stukje is nu duidelijk.)

16 Taaldenken Beelddenken Auditieve leeringang Tijd en volgorde Analyse Vanuit de kern: eerst dit, dan dat stukje Visuele leeringang Associatief Overeenkomst Vanuit het geheel: eerst doel aangeven, het omkaderen

17 Taaldenken Beelddenken Reproduceren Logische conclusies Kijkt naar beeld Beschouwt beeld als ondersteuning Inzicht en overzicht Logische verbanden Zit in ZIJN beeld Eigen beeld is nodig om te begrijpen / onthouden

18 Linker hersenhelft Rechter hersenhelft Woorden (taal) Logica Details Nummers Serieel (op volgorde) Lineair (achter elkaar) Analyse (uitpluizen) Lijsten Ritme Ruimtelijk inzicht Overzicht Verbeelding Dagdromen Kleur Dimensie Muziek

19 Linker hersenhelft Rechter hersenhelft In de communicatie betekent dit: In de communicatie betekent dit: Uit detail naar geheel Geconcentreerd, rechtlijnig Beschouwend Gericht op feiten Van geheel naar detail Associatief afdwalen Verplaatst zich middenin Verbeelding, gericht op ervaring

20

21 Korte termijn geheugen Komt alle info binnen Lange termijn geheugen Hier moet info naar toe Maar hoe??

22 Korte Termijn Geheugen Lange Termijn Geheugen Onthoudt 7 items Houdt info 20 seconden vast In porties verdelen Opslaan via KTG Capaciteit oneindig groot Info kan worden opgeroepen

23 Drie manieren om info naar lange termijn geheugen weg te zetten keer herhalen 2. Emotie aan koppelen 3. Bijzonder maken (bijv. mindmap)

24 Bij de geboorte is iedereen beelddenker. Rond 5de jaar ontwikkelt zich het voorkeursleersysteem. 5% van de mensen heeft een voorkeur voor visueel leersysteem, dat is 1 kind per klas!

25 1930 Maria J. Krabbé, logopediste, constateert, dat aantal kinderen (begaafde en intelligente) anders communiceert 1950 Nel Ojemann, orthopedagoge/docente RUG, onderzoekt relatie beelddenken en leerproblemen 2010 Jaap Murre, hoogleraar theoretische neuropsychologie universiteit Amsterdam, heeft onderzoek gedaan op wetenschappelijk niveau visuele en verbale leersysteem: vanaf 4de jaar voorkeur voor één van beide

26 Vooraf inhoudsopgave en samenvatting lezen. Dit zorgt voor kader, overzicht. Houd elke dag de planning bij! Elk opgegeven pw of so diezelfde dag inplannen! Beelddenker heeft moeite met starten, doe begin voor (als eind duidelijk is!).

27 Ad(h)d Beelddenker Concentratieprobleem op alle gebieden. Bij duidelijke instructie werken zij niet geconcentreerd. Concentratieprobleem in bepaalde situaties. Bij duidelijke instructies gaan zij geconcentreerd aan het werk.

28 Soorten autisme Nemen de wereld in losse deeltjes waar. Beelddenker Werken vanuit gehelen.

29 Signaleren beelddenker Screenen ogen Hoe verwerkt iemand zijn informatie? Onderzoek dmv wereldspel (Ojemann) Wat is iemands leerstijl? Wat is iemands voorkeur voor onthouden? Stress op oogspieren (faalangst, computerspelletjes jonge leeftijd) Samenwerking van ogen onvoldoende Concentratieproblemen Leerproblemen Bioptor : opsporen van problematiek en hulp bieden.

30 Altijd driedelig (of vier, afhankelijk of er oogproblematiek is) Fysiek: Sterker Staan oefeningen Emotie: Bewustmaking van eigen gedachte, gevoel en gedrag (gebaseerd op RET) om intrinsieke motivatie te ontwikkelen Cognitie: Aanleren kleurmethode en conceptmap om teksten te behappen (hoe leer ik nu geschiedenis, aardrijkskunde, hoe moet ik deze tekst begrijpen?) Hoe leer ik vreemde taal?

31 Herkent u één van onderstaande punten bij uw kind? Uw kind: kan zich maar niet concentreren; laat een tegenvallende CITO score zien; start op een VWO en tot ieders verrassing zakt het af naar Mavo ( Hoe kan dit nou?!? Het zit er wel in maar komt er niet uit! ); Blijft veel spellingsfouten maken, ondanks extra instructie; Laat opvallend gedrag zien: o heel druk o juist stil en/of dromerig

32

33 Bedankt voor uw aandacht Christine Jonker Meer informatie: