De locatiewaarde bepaal t/d *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De locatiewaarde bepaal t/d *"

Transcriptie

1 De locatiewaarde bepaal t/d * * niet doorhalen wat van toepassing is Onderzoek naar de waarde van de locatie voor bedrijfsmatig onroerend goed in Nederland. Bart Vink Utrecht, 20 januari 2004 In samenwerking met: DTZ Zadelhoff Research Universiteit Utrecht Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

2 VOORWOORD De locatie wordt doorgaans aangedragen als het belangrijkste waardebepalende element van bedrijfsmatig onroerend goed, maar waar die locatiewaarde vervolgens uit bestaat blijft veelal onderbelicht. De meest gebruikte wijze waarop de waarde van de locatie wordt bepaald is de restwaarde-methode, waarbij die restwaarde (de locatiewaarde) wordt toegeschreven aan de markt. Op zichzelf een prima methode, ware het niet dat het doorgaans ontbreekt aan inzicht in die markt. Het ramen van de waarde van de locatie berust daarmee vooral op het zogenaamde Fingerspitzengefühl. Met andere woorden, de spreekwoordelijke natte vinger viert hoogtij. De voorliggende scriptie is het resultaat van een onderzoek naar de waarde van de locatie voor bedrijfsmatig onroerend goed in Nederland. Specifiek is daarbij geprobeerd op een objectieve wijze de locatiekenmerken te ontrafelen die inhoud geven aan de locatiewaarde voor kantorenlocaties en bedrijventerreinen. Uitgangspunt voor het verkrijgen van een objectief beeld van de locatiewaarde is een statistische basis die de relatie tussen de kwaliteit van de locatie en het gerealiseerde huurprijsniveau op die locatie, blootlegt. Bij de totstandkoming van dit rapport heb ik kunnen leunen op een aantal personen die ik langs deze weg daarvoor wil bedanken. Ere wie ere toekomt. Allereerst iedereen die op enigerlei wijze betrokken is geweest bij dit onderzoek. Daarbij dank ik met name mijn tijdelijke collega s bij DTZ Research voor het geduld en vertrouwen maar vooral voor de leerzame en sfeervolle afstudeerperiode. In het bijzonder wil ik noemen de heren Michiel Verlaak, Tejo Spit en Dick Ettema. Michiel, bedankt reeds voor het gestelde vertrouwen, je interesse en inspirerende commentaar, als het ware. Het heeft al met al even geduurd, maar uiteindelijk zijn de resultaten dan toch daar, waarvan akte. Tejo, dank voor de stimulerende input en het in goede banen leiden van het onderzoek. Dick, zonder jouw hulp had ik de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen. Als laatste mijn familie, vrienden en natuurlijk Anky. Jullie zijn stuk voor stuk toppers en hebben allemaal op z n tijd gezorgd voor een nuchtere blik, een stimulerende prikkel of een welkome afleiding. Dankzij jullie hou ik veel meer over aan mijn studie planologie dan alleen het bemachtigen van een bul. Of zoals de mannen van Bløf het in een van hun liedjes verwoorden: Met de zegen van de hoop, ben ik tot hier gekomen en met de regen in mijn rug weet ik waar ik ben. Utrecht, 20 januari 2004 Bart Vink IV

3 SAMENVATTING Aanleiding, doel & opzet De locatie wordt doorgaans aangedragen als het belangrijkste waardebepalende element van bedrijfsmatig onroerend goed, maar waar die locatiewaarde vervolgens uit bestaat blijft veelal onderbelicht. De voorliggende scriptie is het resultaat van een onderzoek naar de waarde van de locatie voor bedrijfsmatig onroerend goed in Nederland. Specifiek is daarbij getracht de locatiekenmerken te ontrafelen die inhoud geven aan de locatiewaarde voor kantorenlocaties en bedrijventerreinen. De aanleiding voor het achterhalen van de locatiewaarde en de verklarende locatiekenmerken van die locatiewaarde, wordt treffend verwoord door een citaat uit een recent verschenen artikel (Stijnenbosch et.al., 2003, pp ): Wat ons meer zorgen baart, is het gebrek aan inzicht in de werking van de markt van commercieel onroerend goed. Er is weinig fundamenteel onderzoek beschikbaar en de verkoopverhalen voeren de boventoon. Meer inzicht is nodig in de stromen op de markt. Inzicht in de markt voor commercieel onroerend goed is onder meer van belang voor het ruimtelijk beleid ten aanzien van werklocaties. Vooralsnog schiet het gevoerde ruimtelijke beleid aangaande de werklocatie doorgaans tekort. Heuer & Boekema (2003, p. 47) noemen dit niet verwonderlijk aangezien er geen goede methode is voor het berekenen van de toekomstige ruimtevraag en onderzoek naar de kwalitatieve vraag van ondernemingen naar bedrijfsgrond ontbreekt. Het gebrek aan inzicht in de markt voor werklocaties en het belang ervan voor de ruimtelijke ordening vormen de aanleiding voor dit onderzoek. Als uitgangspunt voor het verkrijgen van inzicht in de markt is het locatieniveau genomen en specifiek de kwaliteitskenmerken van de locatie. Het onderzoeksdoel kan daarmee als volgt worden omschreven: Het inzichtelijke maken van de locatiewaarde door het achterhalen van de specifieke locatiekenmerken (van de huisvestingskwaliteit) die de waarde van de locatie bepalen. Het onderzoeksdoel laat zich vertalen naar de volgende probleemstelling: In hoeverre is het verschil in huurprijsniveau (de onroerend goed- waarde ) van werklocaties te verklaren vanuit de specifieke kwaliteitskenmerken van de locatie ( locatiewaarde ) en waaruit bestaat die specifieke locatiewaarde? Voor het kunnen beantwoorden van de probleemstelling wordt gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksvragen: 1. Bestaat er een relatie tussen het huurprijsniveau en de prestatiekwaliteit van locatiekenmerken van de werklocatie en zo ja, wat is de relatieve waarde er van? 2. Welke locatiekenmerken van de werklocatie zijn van invloed op het huurprijsniveau? 3. Op welke wijze kunnen verkregen inzichten bijdragen aan een verbetering van het ruimtelijk beleid voor werklocaties? VI

4 Methode Met het beantwoorden van de onderzoeksvragen is geprobeerd de locatiewaarde op een objectieve manier inzichtelijk te maken. Hierbij is onderzocht in hoeverre de variantie in gemiddeld gerealiseerde huurprijsniveaus kan worden verklaard vanuit de variantie in prestatiekwaliteit van de locatiekenmerken. Hiermee is getracht een empirische basis te leggen voor de beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. Hiervoor is gebruik gemaakt van hedonistische modellering, een methode voor een prijsanalyse van heterogene goederen. De hedonistische analysebenadering kan worden omschreven als een meervoudige regressieanalyse van de prijsvorming van heterogene goederen. De te verklaren variabele wordt met een dergelijke analyse in verband gebracht met diverse kenmerken die in het analysemodel zijn opgenomen. Op deze wijze wordt vastgesteld welke bijdrage een afzonderlijk kenmerk levert aan de waarde van de te verklaren variabele (Conijn et al., 1998, p. 39). Om de mate van prestatiekwaliteit van de locatiekenmerken te bepalen, is gebruik gemaakt de REN-methode. De REN kwalificeert de functionele prestatiekwaliteit van de werklocatie door het toekennen van een objectieve kwaliteitsscore aan de kenmerken van de werklocatie. De REN-analyse van de locatiekwaliteit van de 281 opgenomen werklocaties heeft geresulteerd in een REN-database die is gebruikt in dit onderzoek. De hedonistische regressieanalyse kan worden opgedeeld in twee aspecten. Allereerst het ontrafelen van de mate waarin het verschil in huurprijsniveaus van werklocaties kan worden verklaard vanuit de specifieke kwaliteitskenmerken van de locatie. In dit verband wordt in dit onderzoek ook wel gesproken van het achterhalen van de locatiewaarde. Daarnaast in het achterhalen van de locatiekenmerken waaruit die specifieke locatiewaarde bestaat. Met andere woorden, het ontrafelen van de geleverde prestatiekwaliteit van locatiekenmerken welke de meerwaarde (een huurprijsverhogend of -verlagend effect) van de locatie vormen. Bij een prijsanalyse van bedrijfsmatig onroerende goederen is het van belang te onderkennen dat er meerdere marktevenwichten op een markt voor heterogene goederen bestaan. Dit gegeven heeft geleid tot een onderverdeling van de werklocaties naar afzonderlijke deelmarkten. Daartoe zijn de 281 werklocaties allereerst onderverdeeld in 144 kantorenlocaties en 137 bedrijventerreinen. Vervolgens is binnen de analyse voor kantorenlocaties en bedrijventerreinen, ingezoomd op drie schaalniveaus, te weten respectievelijk Nederland als geheel, de Randstad en de Periferie. De locatiewaarde bepaal..t/d Voor kantorenlocaties varieert het aandeel van de locatiewaarde van circa 40% op het nationale niveau en in de Randstad, tot maarliefst 80% voor kantorenlocaties in de Periferie. Toedeling naar type kantorenlocatie, te weten stations- en stads(rand)locaties, vergroot het verklaringspercentage voor kantorenlocaties naar circa 62% op het nationale niveau en 67% in de Randstad. Voor kantorenlocaties in de Periferie blijft het verklaringspercentage echter onverminderd hoog. De variantie in kwaliteit van de locatie kent daarmee in de Periferie een grotere samenhang met de variantie in gerealiseerde huurprijsniveaus dan in de Randstad en in geheel Nederland. Voor bedrijventerreinen vertoont het aandeel van de locatiewaarde echter een tegengesteld patroon. Hier laat de variantie in het gerealiseerde huurprijsniveau zich voor circa 75%, 63% VII

5 en 42% verklaren vanuit de locatiewaarde voor bedrijventerreinen in respectievelijk Nederland, sec de Randstad en sec de Periferie. Dat de kwaliteit van de locatie in meer of minder mate invloed uitoefent of de waarde van bedrijfsmatig onroerend goed is hiermee statistisch bevestigd. Bovendien is inzichtelijk gemaakt in welke mate de kwaliteit van de locatie van invloed is op de waarde van de werklocatie en dat deze verschilt naar type werklocatie en deelgebied. Interessant is echter dat de waarde-effecten die de ontrafelde locatiekenmerken genereren, ongeacht het type werklocatie, veel groter zijn in de Randstad dan in de Periferie. Met andere woorden, de bandbreedte van het waarde-effect van de prestatiekwaliteit van de locatiekenmerken ten opzichte van het geschatte basis -huurprijsniveau, is veel groter. Op basis van die waarde-effecten is een top vijf met belangrijkste waardeverklarende locatiekenmerken voor werklocaties opgesteld. Deze top vijf is afgezet tegen de doorgaans aangedragen vijf belangrijkste vestigingsplaatscriteria voor de locatie uit voorgaande onderzoeken. De top vijf type locatiekenmerken voor werklocaties zoals naar voren gekomen in dit onderzoek bestaat uit: 1) ligging, 2) representativiteit, 3) voorzieningenniveau, 4) parkeergelegenheid en 5) zichtbaarheid. De top vijf zoals aangedragen in voorgaande onderzoeken bestaat uit: 1) bereikbaarheid, 2) ligging, 3) representativiteit, 4) parkeergelegenheid en 5) voorzieningenniveau. Het opvallendste aan een vergelijking van de beide ranglijsten, is dat het doorgaans aangedragen locatiekenmerk bereikbaarheid niet wordt onderschreven door de onderzoeksresultaten. Omgekeerd wordt het statistisch aangetoonde belang van representativiteit en voorzieningen voor de werklocatie vanuit de theorie in mindere mate onderschreven. De waarheid ligt waarschijnlijk in het spreekwoordelijke midden, maar dat deze locatiekenmerken van belang zijn, is eens temeer bevestigd. De onderzoeksresultaten in perspectief; een doorkijk naar de gebruiksmogelijkheden Het exploratieve karakter van dit onderzoek, maakt echter dat de resultaten slechts als indicatief geïnterpreteerd kunnen worden. Voor een betrouwbaarder beeld van de locatiewaarde en de waarde-effecten van de locatiekenmerken, is het noodzakelijk de analysemethode aan te scherpen. Aanbevelingen hiervoor richt zicht enerzijds op de analysemethode zelf. Anderzijds op het vergroten en verfijnen van de analysedata. Het verkregen inzicht in de interactie tussen de kwaliteit en de prijs (tevredenheid) aangaande de locatiekenmerken, biedt mogelijkheden voor een slagvaardiger ruimtelijk beleid. Objectieve kennis, verkregen met behulp van analyses van het aanbod in relatie tot de gerealiseerde huurprijsniveaus, biedt mijns inziens een betere grondslag voor beleidskeuzes als enquêtes die inzicht moeten bieden in de vraag. Dit omdat het verschil ligt in inzicht in het feitelijke gedrag of het wenselijke gedrag. De gepresenteerde resultaten bieden inzicht in het feitelijke gedrag van de gebruiker en bieden daarmee inzicht in de markt. Een ruimtelijk beleid dat anticipeert op het marktgedrag kan enerzijds inspelen op wenselijke marktontwikkelingen en is anderzijds beter in staat gepaste alternatieven te bieden voor niet wenselijke marktontwikkelingen. Met ander woorden: De klant is koning, de overheid regeert VIII

6 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD IV SAMENVATTING VI INHOUDSOPGAVE IX HOOFDSTUK I: AANLEIDING, PLAATSBEPALING & OPZET VAN HET ONDERZOEK AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK PLAATSING VAN HET WERKLOCATIE-ONDERZOEK IN EEN 3 WETENSCHAPPELIJK KADER 1.3 PLANNING VAN WERKLOCATIES KWALITEIT VAN WERKLOCATIES EN HET GEREALISEERDE 9 HUURPRIJSNIVEAU 1.5 ONDERZOEKSOPZET, PROBLEEMSTELLING, ONDERZOEKSVRAGEN EN 10 CONCEPTUEEL MODEL 1.6 LEESWIJZER 11 HOOFDSTUK II: WAARDELEER & WAARDEVORMING VAN BEDRIJFSMATIG 13 ONROEREND GOED INLEIDING EN LEESWIJZER WAT WORDT ER VERSTAAN ONDER ONROEREND GOEDMARKTEN? BEDRIJFSMATIG ONROEREND GOEDMARKTEN VOOR KANTOREN 16 EN BEDRIJFSRUIMTEN 2.3 WAARDEBEPALING VAN BEDRIJFSMATIG ONROEREND GOED LOCATIE, LOCATIE, LOCATIE 24 IX

7 HOOFDSTUK III: HEDONISTISCHE MODELLERING 26 INLEIDING & LEESWIJZER WAT IS HEDONISTISCHE MODELLERING? ONTSTAAN & ONTWIKKELING TOEPASSINGEN VAN HEDONISTISCHE MODELLEN VERGELIJKBARE HEDONISTISCHE PRIJSSTUDIES VOOR BEDRIJFSMATIG 36 ONROEREND GOED 3.5 DE HEDONISTSICHE METHODE GEOPERATIONALISEERD HEDONISTISCHE REGRESSIEANALYSES EN DE RELEVANTIE 40 VAN ONDERZOEKSDATA 3.7 RICHTLIJNEN VOOR HET KIEZEN VAN HET JUISTE HEDONISTSICHE 42 MODEL 3.8 ALGEMENE KRITIEK OP HEDONISTISCHE MODELLEN ANALYTICAL HIERARCHY PROCESS & DE REN-METHODE DE REN & HEDONISTISCHE MODELLERING: 48 GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VOOR DE ANALYSE VAN DE LOCATIEWAARDE VOOR WERKLOCATIES HOOFDSTUK IV: DE REN-METHODE 51 INLEIDING & LEESWIJZER WAT IS DE REAL ESTATE NORM? ONTSTAAN & DOELSTELLING WAT GEEFT DE REAL ESTATE NORM AAN? DE REN-METHODE IN BEELD DE REN & HUISVESTINGSKWALITEIT TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN, SELECTIE VAN DE 58 KWALITEITSASPECTEN & MATE VAN OBJECTIVITEIT X

8 HOOFDSTUK V: HEDONISTISCHE REGRESSIEANALYSE NAAR DE 63 LOCATIEWAARDE EN LOCATIEWAARDE-VERKLARENDE LOCATIEKENMERKEN INLEIDING & LEESWIJZER OPZET & METHODE VAN DE ANALYSE TYPERING VAN DE ONDERZOEKSDATA KADER VOOR TOEPASSING MULTIPLE REGRESSIEANALYSE RESULTATEN VAN DE MULTIPLE REGRESSIEANALYSE: HET ONTRAFELEN 73 VAN DE LOCATIEWAARDE IN TWEE FASEN 5.5 RESUME MULTIPLE REGRESSIEANALYSE 76 HOOFDSTUK VI: DE LOCATIEWAARDE BEPAAL T/D 77 INLEIDING & LEESWIJZER ONDERZOEKSRESULTATEN: EMPIRIE NAAST THEORIE KANTORENLOCATIES & DE LOCATIEWAARDE STATIONSLOCATIES VERSUS STADS(RAND)LOCATIES BEDRIJVENTERREINEN & DE LOCATIEWAARDE ONBEKEND MAAKT ONBEMIND? DE LOCATIEWAARDE BEPAAL T/D REACTIES OP DE ONDERZOEKSRESULTATEN 98 SLOTBESCHOUWING 101 LITERATUURLIJST 104 FIGUREN- EN TABELLENLIJST 109 BIJLAGEN ZIE BIJLAGENBUNDEL (BESCHIKBAAR BIJ ZADELHOFF RESEARCH) XI

9 HOOFDSTUK I AANLEIDING, PLAATSBEPALING & OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.1 AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK De voorraad gebouwen op de markt voor commercieel onroerend goed zal in de toekomst maar weinig toenemen. Naast beperkte toevoegingen door nieuwbouw zijn aanpassingen van de bestaande voorraad essentieel. Fundamenteel onderzoek is daarvoor noodzakelijk. Dit ontbreekt vooralsnog Dat gaat zich wreken nu die markten zich steeds meer gaan ontwikkelen in de richting van vervangingsmarkten. Er is in principe voldoende voorraad met misschien in bepaalde segmenten in bepaalde gebieden nog een klein tekort. De toevoeging zal echter gering zijn. Dus, wat eraan de voorkant bijkomt, zal er aan de achterkant vroeg of laat weer afgaan. Nu kan men denken dat dit het probleem is van de desbetreffende eigenaar of betrokken gemeente, maar dan denkt men wel erg kortzichtig. Immers, een gemeente zal het wel nalaten om in de toekomst nieuwe plannen te maken, als ze weet dat deze toevoeging kan leiden tot leegstand op een andere plaats op haar grondgebied Wat ons meer zorgen baart, is het gebrek aan inzicht in de werking van de markt van commercieel onroerend goed. Er is weinig fundamenteel onderzoek beschikbaar en de verkoopverhalen voeren de boventoon. Meer inzicht is nodig in de stromen op de markt. (Stijnenbosch et.al., 2003, pp ) De bovenstaande fragmenten uit een recent verschenen artikel in PropertyNL verwoorden de huidige marktsituatie voor commercieel onroerend goed en het belang van degelijk marktonderzoek. Er is sprake van een overaanbod en het aantrekken van de markt voor bedrijfsmatig onroerend goed laat voorlopig nog op zich wachten (Neprom & DTZ Zadelhoff Research, 2003, pp ). Vanuit dit perspectief bestond er binnen DTZ Zadelhoff Research de behoefte aan een kwantitatieve analyse van werklocaties om inzicht te krijgen in het huidige aanbod van werklocaties in Nederland. Als uitgangspunt is hiervoor de REN-methode gebruikt, een instrument dat kwalitatieve werklocatiekenmerken kwantificeert en communiceerbaar maakt. Inzicht in de markt voor commercieel onroerend goed is eveneens van belang voor het ruimtelijk beleid ten aanzien van werklocaties. Ruimtelijke ordening heeft immers als doel het tot stand brengen van de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving, zulks ter wille van die samenleving (Commissie van Veen, 1971). Met leegstaande kantoor- dan wel bedrijfsruimte is niemand gediend. Bij de ontwikkeling en het beheer van werklocaties moet dan ook worden getracht de kans op leegstand te minimaliseren. De huidige marktsituatie en de ingezette beleidsdoeleinden van een efficiënter en doelmatiger ruimtelijke inrichting 1, vragen om een meer marktgericht werklocatiebeleid: De algemene aanbeveling voor een betere sturing in de kwaliteitskenmerken is dat gemeenten een meer vraaggeoriënteerde en anticiperende houding moeten laten zien bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen. De keuze voor het ontwikkelen van een bepaald type terrein moet worden gemaakt op basis van marktonderzoek en een sterkte/zwakteanalyse van de locatie binnen de regio (Van der Gaag, 2003, p.51). Vooralsnog schiet het gevoerde ruimtelijke beleid aangaande de werklocatie doorgaans tekort. Dit ondanks het feit dat het ruimtelijk (economisch) beleid (werklocatieplanning), en dan met name de 1 Ruimte maken, ruimte delen. Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening 2000/2020. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Den Haag, pp

10 gronduitgifte, een belangrijk onderdeel is van het sociaal-economisch beleid. In de meeste gemeenten gaat het beleid echter niet verder dan een globale behoefteraming en het gereedmaken van kavels. Heuer & Boekema (2003, p.47) wijzen onder meer op het vaak ontbreken van inzicht in de wensen en eisen van ondernemers omtrent de bedrijfslocatie. Heuer & Boekema (2003, p.47) noemen dit niet verwonderlijk aangezien er geen goede methode is voor het berekenen van de toekomstige ruimtevraag en onderzoek naar de kwalitatieve vraag van ondernemingen naar bedrijfsgrond ontbreekt. Het gebrek aan inzicht in de markt voor werklocaties en het belang ervan voor de ruimtelijke ordening vormen de aanleiding voor dit onderzoek. Als uitgangspunt wordt hiervoor het locatieniveau genomen en specifiek de kwaliteitskenmerken van de locatie. Immers, actoren op de markt voor bedrijfsmatig onroerend goed wijzen doorgaans de locatie aan als één, zoniet dé belangrijkste determinant van de waarde van het onroerend goed. Although location, location, location is the quintessential cliché in the real estate business, it is nevertheless true. Location is a key determinant of the value of real estate- location with respect to remunerative economic opportunities, location relative to scenic or otherwise desirable and attractive living areas, location convenient to the transportation network, and so forth. In short, virtually every attribute of a piece of land beyond its physical dimensions including any improvements can be reduced to location (Atack & Margo, 1998, p.151). Deze toegekende waarde hangt nauw samen met de vraag naar het onroerend goed. Eenvoudig gezegd mag gesteld worden dat naarmate de vraag naar een bepaald type onroerend goed groot is, de waarde ervan ook groot is. Via bestemmingsplannen is de overheid uiteindelijk de enige speler op de markt voor werklocaties die bepaald waar en onder welke voorwaarden werklocaties zijn toegestaan. Door het voorschrijven van de locatie en de richtlijnen bepaalt deze daarmee in grote mate het aanbod. De behoeften van ondernemers wat betreft de werklocatie bepalen in sterke mate vraag. Inzicht in de markt laat zich daarmee toespitsen op het verkrijgen van inzicht in de rol c.q. waarde van de locatie in relatie tot de onroerend goedwaarde. Is het mogelijk de zogenaamde locatiewaarde inzichtelijk te maken en welke locatiekenmerken zijn van invloed op die locatiewaarde? Teneinde op deze vraag een antwoord te kunnen geven wordt in 1.2 beschreven in hoeverre er kennis van en inzicht in de markt voor werklocaties aanwezig is. Vervolgens wordt in 1.3 beschreven op welke wijze in de ruimtelijke ordening de planning van werklocaties wordt benaderd. Verkenning van de huidige stand van zaken omtrent het inzicht in de markt voor werklocaties en de planning van werklocaties, resulteren in een onderzoeksopzet, probleemstelling en onderzoeksvragen ( 1.5). 2

11 1.2 PLAATSING VAN HET WERKLOCATIEONDERZOEK IN EEN WETENSCHAPPELIJK KADER De werklocatie gedefinieerd Werklocaties kunnen op vele manieren worden gedefinieerd. Belangrijk is echter het onderscheid tussen het functionele en fysieke aspect van werklocaties. Onder het functionele element van een werklocatie wordt de aard van verrichte werkzaamheden van het kantoor of bedrijf verstaan (Louw, 1996, p.2). Hierbij kan worden gedacht aan het verlenen van diensten, het leiden van ondernemingen, het produceren, opslaan of distribueren van goederen, het uitvoeren van commerciële handelingen en wat nog niet meer zij. Het fysieke aspect van werklocaties laat zich veel moeilijker omschrijven en gangbare definities komen vaak niet verder dan: gebouwen welke geheel of gedeeltelijk worden gebruikt voor... of vestigingen waarvan het vloeroppervlak geheel of grotendeels gebruikt wordt voor (Louw, 1996, p.2). De termen grotendeels, gedeeltelijk en geheel laten enigszins doorschemeren dat van een hard criterium doorgaans geen sprake is. In de praktijk worden dan ook verschillende definities gehanteerd voor hetzij kantoorgebouwen, hetzij kantoorachtige gebouwen, hetzij bedrijfsgebouwen, hetzij bedrijfshallen, waarbij de criteria verre van eenduidig zijn (Louw, 1996, p.2). Zo wordt in bestemmingsplannen doorgaans gewerkt met percentages van het vloeroppervlak met een bepaalde functie welke een werklocatie bestemt tot bijvoorbeeld een kantoorgebouw of een kantoorachtig gebouw 2. In de vastgoedsector zijn weer legio definities die onderscheid maken in type gebruik van kantoor- dan wel bedrijfsruimte. Deze definities en criteria verschillen aanzienlijk en dan wordt de interpretatievrijheid nog buiten beschouwing gelaten. Het lijkt wel of iedere zichzelf respecterende vastgoedonderneming zijn eigen definities en criteria erop nahoudt. Vanuit de afdelingen marktonderzoek van vastgoedondernemingen bestaat sinds kort het initiatief om tot een eenduidiger definiëring van de verschillende aspecten van de vastgoedsector te komen. Dit initiatief heeft gestalte gekregen in het overlegorgaan Werkgroep Researchoverleg, bestaande uit afgevaardigden van gerenommeerde onderzoeksbureaus en organisaties uit de vastgoedsector 3 (Rooijakkers, 2003, pp ). Het functionele en fysieke aspect van de werklocatie zijn echter met elkaar verweven omdat handelsactiviteiten zijn gehuisvest in kantoor dan wel bedrijfsruimten. Door de jaren heen zijn er verschillende typen werklocaties gerealiseerd. Ontwikkelingen en strategieën van enerzijds het ruimtelijke beleid van de overheid en anderzijds het bedrijfsleven, hebben er toe bijgedragen dat er vele bedrijfshuisvestingsvarianten zijn ontstaan. Van een werkruimte in, aan of nabij het huis zoals de oude ambachten en boerderijen en de latere eerste kantoren (administratieve ruimten), via fabrieken en zogenaamde kantoorhuizen in de wijk, naar specifieke bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Vanaf de industriële revolutie tot de jaren 90 van de vorige eeuw, kent deze ontwikkeling een tred van zowel fysieke als functionele multifunctionaliteit naar monofunctionaliteit. De laatste jaren bestaat er echter opnieuw aandacht voor meervoudig ruimtegebruik en functiemenging in de ruimtelijke ordening. Monofunctionaliteit maakt plaats voor multifunctionele (werk)locaties. Het bestaan van gemengde bedrijventerreinen en andere vormen van multifunctionele werklocaties of meervoudig ruimtegebruik, maakt het opdelen van de opgenomen werklocaties in kantorenlocaties en bedrijventerreinen lastig. De opdeling van werklocaties naar bedrijventerreinen en kantorenlocaties in dit onderzoek dient dan ook te worden gezien als richting gevend, en niet als 2 Zie voor een uitvoerig overzicht van verschillende kantoordefinities Van der Velde (1992), pp Werkgroep Researchoverleg bestaat uit afgevaardigden van Bouwfonds, CB Richard Ellis, Cushman & Wakefield, DTZ Zadelhoff, Dynamis, FHG Bank, Van Gool & Partners, Jones Lang LaSalle, Meeùs Groep, NVM en Vastgoedmarkt. 3

12 een hard en voldongen feit. De opdeling van de 281 onderzochte werklocaties in 144 kantorenlocaties en 137 bedrijventerreinen 4 heeft plaatsgevonden op basis van raadpleging van de DTZ makelaarskantoren en bestemmingsplannen. Werklocaties & wetenschap Sinds de jaren 60 is er in toenemende mate aandacht voor onderzoek naar kantoren en bedrijventerreinen waarbij in de jaren 70 en 80, ondanks het veelal ontbreken van geschikt statistisch materiaal en een uitgewerkte theoretische basis, veel publicaties zijn verschenen (Ter Hart, 1981) (Bak, 1980). De geografische benadering van werklocatieonderzoek richt zich op het ruimtelijke gedrag van bedrijven en instellingen. Van Dinteren (1989) maakt daarbij onderscheid in twee aspecten die afhankelijk zijn van elkaar. Enerzijds de keuze van een vestigingsplaats en anderzijds het functioneren vanuit een eenmaal ingenomen locatie. Hij stelt dat mag worden aangenomen dat ondernemingen op bepaalde momenten de voor- en nadelen van de huidige en/of toekomstige vestigingsplaats zullen afwegen in het licht van de marktpositie en het beleid van de onderneming. Binnen de geografie als tak van wetenschap die zich bezig houdt met (werk)locatieonderzoek (c.q. vestigingsplaatsaspecten), ook wel bekend als economische geografie, zijn twee hoofdstromen te herkennen. De ene stroming is geënt op de behavioristische geografie of gedragswetenschappelijke (sociale) geografiebenadering en is meer kwalitatief van aard. Deze stroming bestudeert het ruimtelijk gedrag en handelen van individuen en de cognitieve (verstandelijke) en affectieve (emotionele) processen die aan het gedrag ten grondslag liggen. Grondaanname is daarbij dat niet de omgeving zelf het gedrag/handelen van mensen bepaalt, maar de wijze waarop zij die omgeving percipiëren 5. Hierbij is het merendeel van de studies beschrijvend en inventariserend van aard (De Pater & Van der Wusten, 1991, p. 163). De andere stroming houdt zich meer bezig met kwantitatief onderzoek en staat bekend als de ruimtelijke analyse of moderne geografie. In de ruimtelijke analyse staat het ontwikkelen van modellen en de modellering van ruimtelijke patronen voorop (Louw, 1996, p.6). Het gebruik van geavanceerde computerprogramma s als SPSS en GIS is tegenwoordig niet meer weg te denken bij dergelijke onderzoeken waaronder dit werklocatieonderzoek. De tweeledige basis van de economische geografie heeft de nodige discussie opgeleverd welke bekend staat als het choice-constraint debat. Dit debat kwam er op neer of de nadruk nu moest liggen op de keuzemogelijkheid (choice) van het individu of juist op de beperkingen (constraints) welke het individu ondervindt. In de jaren tachtig heeft dit debat geresulteerd in een zekere consensus waarbij beide optieken belangrijk zijn en in hoge mate complementair (De Pater & Van der Wusten, 1991, p. 163). In de methode die gebruikt is voor het analyseren van de prestatiekwaliteit van de locatiekenmerken, komen deze twee stromingen helder naar voren. Het instrument koppelt de wensen en eisen van de gebruiker (kwaliteitsverwachting) aan de kwaliteitsprestatie van een gebouw en/of locatie. Het dient daarmee onder meer als hulpinstrument in het keuzeproces 6. 4 Zie voor een overzicht van de 281 opgenomen werklocaties de bijlagen A1 en A2. 5 Instellingen en organisaties worden in de behavioristische benadering gezien als actieve besluitvormers die, bij het omgaan met de geboden (locatie)keuzemogelijkheden, uitsluitend beperkt worden door psychische factoren. Deze psychische belemmeringen bestaan uit het onvermogen om over alle relevante informatie te beschikken en effectief te gebruiken bij het nemen van beslissingen (Louw, 1996, p.6). 6 Hoofdstuk IV is gewijdt aan dit instrument voor het analyseren van de prestatiekwaliteit; de REN-methode. 4

13 In de jaren 90 begon langzamerhand het besef te ontstaan dat het aanbod van werklocaties als verklarende factor voor het spreidingspatroon van werklocaties altijd onderbelicht is geweest (Louw, 1996,p. 5). Hessels (1992) is één van de pioniers die ook de aanbodzijde belicht in zijn dissertatie over de locationele dynamiek van de zakelijke dienstverlening. Hierin stelt hij dat locatiebeslissingen van ondernemers van kantoorhoudende organisaties ingebed zijn in enerzijds de voorkeuren van deze ondernemers en anderzijds de vestigingsmogelijkheden die beschikbaar zijn om de locationele voorkeuren te kunnen effectueren. Van der Krabben en Lambooy (1993) wijzen ook op de eenzijdige aandacht voor de vraagzijde bij (werk)locatieonderzoek. In de traditionele stedelijkeconomische wetenschapsbeoefening wordt in het algemeen uitgegaan van een vragersoevereiniteit. Dit houdt in dat aangenomen wordt dat het aanbod van grond en gebouwen zich aanpast aan de vraagontwikkeling. Dit heeft impliciet tot gevolg gehad dat de totstandkoming van de gebouwde omgeving binnen de ruimtelijke theorievorming is verwaarloosd. De gebouwde omgeving wordt vaak als een statisch geheel beschouwd met als gevolg dat de dynamiek in de gebouwde omgeving 7 onderbelicht blijft (Van der Krabben en Lambooy, 1993, p. 1382). Vanuit de planologie heeft voor de totstandkoming van (vastgoed)projecten en de rol van betrokken actoren bij de projecten van oudsher meer aandacht bestaan dan vanuit de (economische) geografie. Dit ligt deels verscholen in de benaderingswijze van deze ruimtelijke wetenschap. Planologie laat zich omschrijven als de wetenschap die zich bezig houdt met de vraagstukken wie, wat, waar, wanneer en op welke wijze? aangaande de ruimtelijke ordening. De kern van de wetenschap van planning ligt grotendeels verscholen in de nog altijd veel gebruikte definitie van het begrip ruimtelijke ordening zoals die wordt verwoord door de Commissie van Veen: De ruimtelijke ordening is het zoeken naar en het tot stand brengen van de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving, zulks ter wille van die samenleving (Commissie van Veen, 1971). Hierin komt duidelijk naar voren dat planning de kenmerken draagt van een zoekproces. Dit zoekproces beperkt zich niet alleen tot de fysieke organisatie van de ruimte (de wat- en waarvraagstukken) maar behelst zeker ook de maatschappelijke organisatie daarvan (de wie-, wanneer- en op welke wijze- vraagstukken). Het maken van onderscheid in deze twee aspecten van de ruimtelijke organisatie is zuiver analytisch van aard. In werkelijkheid is de ruimtelijke organisatie één geheel (Hidding en Kleefman, 1989). In de planologie moet daardoor worden gezocht naar het ontwikkelen van zodanige denkbeelden over de toekomstige ruimtelijke organisatie, welke niet alleen deugdelijk zijn maar ook maatschappelijk gedragen worden (Hidding, 1997, pp.38-41). Om tot deugdelijke en maatschappelijk gedragen denkbeelden over de toekomst te komen dienen gedegen toekomstverkenningen plaats te vinden. Hierbij genieten verkenningen de voorkeur boven voorspellingen omdat verkenningen beter werkbaar zijn omdat deze niet vastliggen. Daarbij heerst in de planologie de inherente gedachte dat de toekomst niet gedetermineerd is maar tot op zekere hoogte gemaakt dan wel beïnvloed kan worden 8. Toekomstverkenningen hebben binnen de ruimtelijke ordening een drieledige functie (Hidding, 1997, pp ): 1. Het signaleren van mogelijke toekomstige problemen, uitgaande van de bestaande ontwikkelingen. 2. Het verruimen van het perspectief; andere toekomsten dan die welke als het ware voor de hand liggen, via ontwerpende activiteit te voorschijn brengen en bespreekbaar maken. 7 Onder de dynamiek van de gebouwde omgeving worden hier de processen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van grond en gebouwen verstaan (Van der Krabben en Lambooy, 1993, p. 1382). 8 Voor een nader uitleg over het verschil tussen voorspellingen en verkenningen zie Hidding ( 1997), pp

14 3. De mogelijkheid om onderzoek te doen naar de consequenties van eventuele strategische beleidskeuzen. De scenariomethode wordt doorgaans gebruikt voor het ontwerpen van dergelijke alternatieve toekomstbeelden. Van Vught (1978) definieert de term scenario als volgt: Een beschrijving van de huidige toestand, van een of meer mogelijke en/of wenselijk geachte toekomstige toestanden, alsmede de weg die vanuit de huidige toestand naar die toekomsten zou kunnen leiden. Hierbij kunnen mogelijke toekomstbeelden verder verfijnd worden in waarschijnlijke en niet of minder waarschijnlijke toekomstbeelden (Kurstjens, 1996). Door het waarnemen, beschrijven en modelleren van de huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen c.q. verwachtingen, kunnen de verschillende aspecten van mogelijke scenario s worden gewogen en bepaalde ontwikkelingen worden gekanaliseerd. Deze sturende maatregelen resulteren in voorschriften en ontwikkelingskaders in bijvoorbeeld beleidsnota s en bestemmingsplannen. Zo ook de ontwikkelingsmogelijkheden van werklocaties. Beleidsnota s en bestemmingsplannen zijn daarmee van invloed op de aanbodzijde van de werklocatiemarkt. Dit onderzoek richt zich op de eerste fase van een scenariostudie, namelijk een inventarisatie van bestaande werklocaties. Het waarnemen, beschrijven en modelleren van de huidige situatie heeft betrekking op het aanbod van werklocaties in Nederland. Werklocaties & bedrijfsleven Vanuit het bedrijfsleven begon in de jaren 90 interesse te bestaan voor het belang van huisvesting voor de onderneming. Dit belang vertaalt zich in het toevoegen van bedrijfshuisvesting (corporate real estate) als vijfde hoofdaspect van de bedrijfsstrategie. In het bedrijfsleven wordt het huisvestingsaspect geschaard onder de noemer Facility Management 9. Hieronder wordt verstaan: Het integraal managen en realiseren van huisvesting, services en middelen die moeten bijdragen aan een efficiënte, flexibele en creatieve verwezenlijking van de doelen van een organisatie (Louw, 1996, p. 10). Het standpunt dat de werkomgeving van invloed is op de productiviteit van het personeel en de kwaliteit van de producten c.q. geleverde diensten, maakt dat ondernemers in toenemende mate aandacht schenken aan de kwaliteit van de werkomgeving. Als gekeken wordt naar de ontwikkelingsfasen en de daarmee samenhangende belangstelling voor werklocatieonderzoek, dan valt op dat deze een sterke samenhang vertoont met de sociaaleconomische ontwikkelingen in de tijd. Het zijn met name de economisch bezien mindere perioden geweest die een nieuwe impuls gaven aan dit onderzoeksgebied. In de jaren '70 verschenen in toenemende mate publicaties. De crisis in de jaren '80 heeft een verbreding van het onderzoeksgebied naar de aanbodzijde van de werklocatiemarkt in de hand gewerkt en begin jaren '90 ontstond een toenemende belangstelling vanuit het bedrijfsleven voor de werklocatie (huisvesting). De huidige economische ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er een overaanbod op de bedrijfshuisvestingsmarkt ontstaan is. Er is sprake van relatief hoge leegstandspercentages en critici voorspellen dat de bedrijfsruimtemarkt op z n vroegst in 2006 in evenwicht zal zijn (Neprom 9 Zie voor een uitgebreide beschrijving over de functie van huisvesting in de bedrijfsstrategie Geert De Wulf, Peter Krumm, Hans de Jonge (2000), Successful Corporate Real Estate Strategies. 6

15 & DTZ Zadelhoff Research, 2003, pp ). Dit onderzoek hoopt een bijdrage te leveren aan het verkrijgen van nieuwe inzichten omtrent het onderzoek naar werklocaties en trekt wellicht hernieuwde belangstelling voor het onderzoeksgebied. 1.3 PLANNING VAN WERKLOCATIES Ontstaan van bedrijfshuisvesting en werklocaties Door de eeuwen heen hebben maatschappelijke, economische en technische ontwikkelingen er toe geleid dat werkplek los is komen te staan van de woonplek. Tot aan de industriële revolutie, eind negentiende eeuw, was het gebruikelijk dat de huisvesting zowel de woon als de werkfunctie herbergde. Sindsdien heeft de ontwikkeling van bedrijfshuisvesting een vlucht genomen. De industriële revolutie leidde tot de vraag naar fabriekshallen en het ontstaan van een productieeconomie. Rond 1960 ontstond de behoefte aan zelfstandige werkruimten voor administratieve werkzaamheden en het leveren van diensten mede als gevolg van de verregaande mechanisering van het productieproces. Langzamerhand veranderde Nederland van een productie-economie in de diensten- en distributie-economie van vandaag de dag. Noodzaak van planning Het ruimtelijk beleid heeft getracht op deze ontwikkelingen in te springen. Door de jaren heen zijn daardoor verschillende typen werklocaties ontstaan. Hierbij spelen niet alleen (bedrijfs)economische aspecten een rol, maar zeker ook sociaal-economische c.q. maatschappelijke aspecten. De belangenverschillen vanuit bijvoorbeeld de economie en het milieu en de opleving van de veiligheidsaspecten na de vuurwerkramp in Enschede omtrent werklocatieplanning, tonen het belang van gedegen ruimtelijke beleid. De schaarse ruimte in Nederland vraagt om een goede allocatie van de doorgaans tegenstrijdige belangen. Wanneer de ruimtelijke inrichting overgelaten wordt aan enkel de markt, geldt het recht van de sterkste. Het gevolg is een marktimperfectie waarbij milieubelangen en sociaal en economisch minder aantrekkelijke belangen naar de achtergrond verdwijnen. Het organiseren van de ruimte volgens de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving, zulks ter wille van die samenleving is daardoor een moeilijke, maar noodzakelijke bezigheid (Hidding, 1997, p. 39). Het ontwikkelen en beheren van een ruimtelijke organisatie die aan uiteenlopende maatschappelijke doelstellingen moet voldoen is bepaald niet eenvoudig. Het feit dat een organisatie in het algemeen de som is van de verschillende delen, maakt dat veranderingen in één onderdeel vaak doorwerken in de gehele organisatie. Met andere woorden, de verschillende onderdelen beïnvloeden elkaar in meer of mindere mate. Dat geldt ook voor de verschillende aspecten van de ruimtelijke organisatie. Doordat deze aspecten voortdurend in beweging zijn (demografische ontwikkelingen (woningbehoefte), economische ontwikkelingen (ruimte voor bedrijvigheid), ontwikkeling mobiliteit (infrastructuur) en toenemende milieuwetgeving etc.) ligt er een constante druk tot aanpassing van de ruimtelijke organisatie. Op de lastige vraagstukken die hiermee zijn verbonden wordt via planning getracht een antwoord te zoeken (Hidding, 1997, p. 39). Een veel gebruikte methode bij het zoeken naar een antwoord is de scenariostudie. Zo ook bij de planning van werklocaties. Werklocatieplanning in Nederland Een goede onderbouwing van de planning is gezien het voorgaande van essentieel belang voor de ruimtelijke organisatie. Daarbij komt dat de omvang, richting en context van bedrijfsverplaatsingen van de invulling van werklocatieplanning afhankelijk is. De locatiekeuze van bedrijven is in sterke mate afhankelijk van het beschikbare aanbod (Pen, 2002, p. 128). 7

16 In 1.1 kwam echter reeds naar voren dat onderbouwing van de planning van werklocaties fundamenteel tekort schiet. Ook Olden (1999) wijst op het tekortschieten van de onderbouwing en dan met name voor de planning van bedrijventerreinen. Hierbij sluit hij aan bij constatering van het Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu dat geleiding van de groei van bedrijvigheid een onderbelicht thema is in de Vierde Nota (Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, 2001, p ). Pen (2002) stelt daarentegen dat voor de planning van kantorenlocaties het tekort aan onderbouwing in mindere mate opgaat. Dit onder meer omdat marktpartijen (beleggers, ontwikkelaars) meer inzicht hebben in de vraag en een beduidend grotere invloed hebben op het aanbod (Pen, 2002, p. 128). Het tekort aan onderbouwing van werklocatieplanning richt zich volgens Pen (2002) op een vijftal in elkaar overlopende thema s (Pen, 2002, p. 146): (1) methodologische problemen en onderbouwing van bedrijventerreinconcepten; (2) het effect van het aanleggen van een nieuw terrein op bedrijfsmigratie; (3) de dynamiek op een verouderd terrein; (4) intensiever en zuinig ruimtegebruik; (5) nadere onderbouwing ruimteclaims 10. Hier wordt ingegaan op het eerste thema, de methodologische problemen en onderbouwing van concepten. Het achterhalen van de wensen en eisen van ondernemers ten aanzien van de werklocatie gebeurt doorgaans middels enquêtes. Op de eerste plaats komt het veelvuldig voor dat deze verkeerd worden geïnterpreteerd, zowel door de enquêteur als de geënquêteerde. Ten tweede worden dergelijke interviews gebruikt om populaire en weinig bestudeerde concepten en ideeën zoals parkmanagement, gezamenlijke voorzieningen en duurzaam en intensief ruimtegebruik bij respondenten in de mond te leggen. Daarnaast bestaat het gevaar dat de ondervraagde groep ondernemers of de respons niet representatief is. Het beeld van die ondernemers die niet zijn ondervangen in de onderzoekspopulatie blijft daardoor buiten beschouwing. Veel belangrijker is echter het feit dat de onderbouwing middels enquêtes gebaseerd is op meningen en inschattingen in plaats van op objectieve metingen (Pen, 2002, p. 146). Dit laatste kritiekpunt vormt het kader voor de aanpak van dit onderzoek. Wenselijk gedrag hoeft namelijk niet overeen te komen met het feitelijke gedrag. Op deze complicerende factor wijst ook Louw (1996). Aan het feit dat bedrijven oorspronkelijk een bepaald type locatie wensten, maar uiteindelijk anders besloten, legt hij twee oorzaken ten grondslag. Enerzijds wijt hij dit aan de gebrekkige afstemming tussen de vraag van een bedrijf met het aanbod. Anderzijds de voortdurende verandering in locatiepreferenties van bedrijven (Louw, 1996). In dit onderzoek wordt dan ook gekeken naar een mogelijkheid om het feitelijke gedrag in kaart te brengen. Dit onderzoek hoopt daarmee de onderbouwing van werklocatie-planning te kunnen verbeteren door op een meer objectieve manier de locatiewaarde in beeld proberen te brengen. Hierbij wordt onderzocht welke (mate van kwaliteit van) locatiekenmerken van invloed zijn op de locatiewaarde. Het onderzoek kent daarmee een exploratief karakter en kan wellicht bijdragen aan een alternatieve methode voor de onderbouwing van werklocatie-planning. 10 Voor een nadere beschouwing van deze tekortkomingen wordt verwezen naar het proefschrift van Pen (2002) Wat beweegt bedrijven,

17 1.4 KWALITEIT VAN WERKLOCATIES EN HET GEREALISEERDE HUURPRIJSNIVEAU Het op een objectieve manier bepalen van de waarde van de locatie is geen gemakkelijke taak. Waarde-toekenning kent immers per definitie een zeker subjectief gehalte. Door uit te gaan van het gerealiseerde huurprijsniveau kan echter gesteld worden dat er in zeker zin overeenstemming is bereikt over de waarde (hier van de werklocatie). In ieder geval overeenstemming tussen de vrager en aanbieder van de werklocatie. De werklocatiemarkt is een deelmarkt van de commercieel onroerend goedmarkt. Deze markt kan worden omschreven als een marktvorm 11 van heterogeen oligopolie en oligosonie, ofwel er zijn weinig aanbieders en weinig vragers, terwijl het product heterogeen 12 is. Gevolg is dat er geen sprake is van een vaste prijs, maar een bandbreedte van prijzen waarbinnen een koper of verkoper gaat zitten en waarbinnen transacties tot stand komen (Venema & Gerritse, 2002). Onder de gemiddelde gerealiseerde huurprijs per locatie wordt in dit onderzoek dan ook het rekenkundig gemiddelde van de bandbreedte van huurprijzen per locatie verstaan. De vervolgstap is echter het achterhalen waaraan de overeengekomen waarde wordt toegeschreven. Een werklocatie kent immers vele eigenschappen. Voor al deze eigenschappen mag echter gesteld worden dat zij (in meer of mindere mate) voldoen aan de kwaliteitsverwachtingen van de vrager. Immer anders betaalt deze er niet voor. Een gerealiseerd huurprijsniveau geeft daarmee een indicatie van de mate van tevredenheid van de ondernemer over de aangeboden kwaliteit van de werklocatie. De ondernemer is immers bereid geweest een x-bedrag te betalen voor een zeker kwaliteitsniveau c.q. de mate waarin de werklocatie voldoet aan zijn wensen en eisen. Kwaliteit is op haar beurt eveneens een moeilijk meetbaar begrip omdat kwaliteit in de basis een subjectief criterium is. Natuurlijk zijn er in de loop der jaren allerhande kwaliteitsnormen ontwikkeld door onafhankelijk instellingen, maar uiteindelijk bepaald ieder individu zelf of een bepaald goed voldoende kwaliteit bezit. De Real Estate Norm (REN) is een instrument dat algemene objectieve kwaliteitskenmerken van een locatie en/of pand koppelt aan de kwaliteitseisen van het individu (de gebruiker). De REN is opgesteld om de huisvestingskwaliteit meetbaar en vergelijkbaar te maken en de kans op miscommunicatie over huisvestingskwaliteit te verkleinen. In dit onderzoek beschrijft de REN de functionele kwaliteit van de huisvestingslocatie. De 281 opgenomen werklocaties worden beschreven aan de hand van een aantal locatiekenmerken. Door de prestatiekwaliteit van de locatiekenmerken te koppelen aan het gemiddelde gerealiseerde huurprijsniveau per locatie, wordt een prijs-kwaliteitsbeeld van de werklocatie(kenmerken) verkregen. 11 Onder marktvorm wordt verstaan (DvD, p. 1659): het samenstel van alle krachten die de prijs bepalen; een abstracte plaats waar de prijzen en ruilvolumina gedetermineerd worden. 12 Dat werklocaties te typeren zijn als heterogene goederen laat zich verklaren doordat er sprake is van differentiatie in het aanbod zowel naar type werklocatie als naar prijsniveau. De differentiatie in het aanbod van werklocaties wordt gevormd door enerzijds het assortiment aan gebouwtypen welke aangeboden wordt en anderzijds door de verschillende locatietypen, zoals bijvoorbeeld stationslocaties, centrumlocaties, randstedelijke locaties of snelweglocaties. Er is dus sprake van differentiatie op pandniveau en op locatieniveau. 9

18 1.5 ONDERZOEKSOPZET, PROBLEEMSTELLING, ONDERZOEKSVRAGEN EN CONCEPTUEEL MODEL Traditiegetrouw kent het werklocatieonderzoek een sterke voorkeur voor het bestuderen van ontwikkelingen aan de vraagzijde van de werklocatiemarkt, hetgeen resulteerde in een verwaarlozing van het bestuderen van de aanbodzijde van de markt. In het onderhavige onderzoek wordt juist geprobeerd inzicht te krijgen in de aanbodzijde van werklocaties. Hierbij wordt slechts een klein aspect belicht van het totale spectrum aan actoren en factoren (variabelen) welke een rol spelen op de werkocatiemarkt, namelijk de locatie. De locatie staat centraal omdat deze factor de belangrijkste factor is voor de waarde van onroerend goed en de ruimtelijke ordening hier met name invloed op uitoefent. Zoals in de voorgaande paragraaf al uiteen gezet is, kennen werklocaties een functioneel en een fysiek aspect. Het instrument dat gebruikt is voor de analyse van 281 werklocaties, is gebaseerd op de REN. Deze methode richt zich alleen op de functionele huisvestingskwaliteit van in dit geval de werklocatie. Daar de REN is opgedeeld in een aanbodprofiel en een vraagprofiel, leent deze methode zich (in beginsel) voor een kwantitatieve analyse van het aanbod van werklocaties 13. In dit onderzoek is uitsluitend gebruik gemaakt van dat deel van de REN dat het aanbod van de huisvestingskwaliteit van de locatie betreft. De gedachte dat de overheid middels het ruimtelijk beleid ten aanzien van de werklocatie invloed uitoefent op het aanbod ervan, is in 1.1 aangehaald. In Nederland kent alleen de overheid (gemeente) de bevoegdheid om bestemmingen toe te kennen aan bepaald grondgebied. Daarmee wijst zij letterlijk de locatie aan voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van een bedrijventerrein of kantorenlocatie. Daarbij ontbreekt het veelal aan een degelijke onderbouwing van de aannames c.q. inzicht in bijvoorbeeld de ruimtebehoefte en vestigingsplaatscriteria van bedrijven en kantoorhoudende organisaties. Mede hierdoor kan een mismatch ontstaan tussen de vraag naar en het aanbod van werklocaties. Daarnaast blijft het meestal onduidelijk wat de gevolgen zijn van bepaalde beleidskeuzen ten aanzien van de ruimtelijke ordening. Dit is niet verwonderlijk omdat toekomstverkenningen altijd een zekere mate van onzekerheid met zich meedragen. Dit onderzoek tracht dan ook een handreiking te zijn voor onderzoeksmogelijkheden tot voordeel van een efficiënter en doelmatiger ruimtelijk beleid voor werklocaties. Het onderzoeksdoel kan daarmee als volgt worden omschreven: Het inzichtelijke maken van de locatiewaarde door het achterhalen van de specifieke locatiekenmerken (van de huisvestingskwaliteit) die de waarde van de locatie bepalen. Het onderzoeksdoel laat zich vertalen naar de volgende probleemstelling: In hoeverre is het verschil in huurprijsniveau (de onroerend goed- waarde ) van werklocaties te verklaren vanuit de specifieke kwaliteitskenmerken van de locatie ( locatiewaarde ) en waaruit bestaat die specifieke locatiewaarde? Voor het kunnen beantwoorden van de probleemstelling wordt gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksvragen: 13 In hoofdstuk IV wordt de REN uitvoerig beschreven en in de hoofdstukken III en VI komen de toegepaste analsyetechnieken en methoden aan bod. 10

Amsterdam De locatiewaarde bepaal t/d* *niet doorhalen wat van toepassing is. Bart Vink. i.s.m. Universiteit Utrecht DTZ Zadelhoff

Amsterdam De locatiewaarde bepaal t/d* *niet doorhalen wat van toepassing is. Bart Vink. i.s.m. Universiteit Utrecht DTZ Zadelhoff Amsterdam 23-11-2005 De locatiewaarde bepaal t/d* *niet doorhalen wat van toepassing is Bart Vink i.s.m. Universiteit Utrecht DTZ Zadelhoff 1 Opzet presentatie de locatiewaarde bepaal t/d* *niet doorhalen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

Werkpakket 1 Relatie bereikbaarheid en vastgoedwaarden

Werkpakket 1 Relatie bereikbaarheid en vastgoedwaarden Werkpakket 1 Relatie bereikbaarheid en vastgoedwaarden 1 Doel Het doel van het voorliggende project is het schatten van een model waarin op adequate wijze de invloed van spoorwegbereikbaarheid en andere

Nadere informatie

Evenwichtig woningaanbod

Evenwichtig woningaanbod ONDERZOEKSOPZET Evenwichtig woningaanbod 24 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Leeswijzer 6 2 Doel en probleemstelling van het onderzoek 7 2.1 Doelstelling 7 2.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Ambachtsman of dienstverlener III

Ambachtsman of dienstverlener III TVVL nr. 5 23-06-2004 10:44 Pagina 22 Het competentieprofiel van installatiebedrijven in de utiliteit Ambachtsman of dienstverlener III Installatiebedrijven zijn niet volledig in staat de door klanten

Nadere informatie

De opmars van zorgvastgoed

De opmars van zorgvastgoed De opmars van zorgvastgoed september 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De opmars van zorgvastgoed Met een gemiddeld aandeel van 56% van het totale investeringsvolume, lag de nadruk op de beleggingsmarkt

Nadere informatie

DE INVLOED VAN OMGEVINGS- VAN KANTOREN. Anet Weterings & Ed Dammers

DE INVLOED VAN OMGEVINGS- VAN KANTOREN. Anet Weterings & Ed Dammers DE INVLOED VAN OMGEVINGS- KENMERKEN OP DE HUURPRIJS VAN KANTOREN Anet Weterings & Ed Dammers Inleiding Omgevingskenmerken zouden de locatiekeuze van zakelijke diensten beïnvloeden: Imago naar klanten toe

Nadere informatie

De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen

De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen De Hedonic Price methode toegepast op geherstructureerde wijken in Rotterdam Lombardijen en Haarlemmermeer Dennis

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Regionaal Programma Werklocaties Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Doel en opzet presentatie Doel presentatie: Raadsleden informeren over ontwikkeling Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

Palmpolstraat 62 * Palmpolstraat 62 *, Almere-Stad Almere. Huurprijs: 55,- per vierkante meter per jaar

Palmpolstraat 62 * Palmpolstraat 62 *, Almere-Stad Almere. Huurprijs: 55,- per vierkante meter per jaar Palmpolstraat 62 * Huurprijs: 55,- per vierkante meter per jaar Algemene Informatie TE HUUR: Zeer aantrekkelijk geprijsde, hoogwaardig afgewerkte kantoorruimte op Veluwsekant in Almere Gelegen op het goed

Nadere informatie

Te koop. Lawickse Allee, Wageningen

Te koop. Lawickse Allee, Wageningen Te koop Lawickse Allee, Wageningen Diverse nieuwbouw mogelijkheden Bouwkavels vanaf 600 m ² Parkmanagement www.dtz.nl In Wageningen wordt een nieuw plan gerealiseerd: Rijn Businesspark. Bij de gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Samenvatting. Auteur: Anno Droste Co-auteurs: Karien Dekker, Jessica Tissink

Samenvatting. Auteur: Anno Droste Co-auteurs: Karien Dekker, Jessica Tissink ÉÉN KIND, ÉÉN GEZIN, TWEE STELSELWIJZIGINGEN Een onderzoek naar de succesfactoren van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten ten aanzien van de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdzorg. Auteur:

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

downloadbaar document, behorende bij bijlage I

downloadbaar document, behorende bij bijlage I Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2009-2010 downloadbaar document, behorende bij bijlage I Definities monitor B.V. en verschillen met andere bronnen Om een foute interpretatie van

Nadere informatie

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel.

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel. Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Aanpassen Nota grondbeleid ten aanzien van incourante bedrijfspercelen Soort: Besluitvormend Opsteller: P. Engelvaart Portefeuillehouder: W. Hanssen Zaaknummer: SOM/2014/013597

Nadere informatie

De gewenste woning binnen handbereik

De gewenste woning binnen handbereik Vrije Universiteit, Amsterdam Faculteit der Exacte Wetenschappen Masterproject De gewenste woning binnen handbereik Charlotte Rietveld Amsterdam, 2007 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version Introductie Quickscan De financiële organisatie moet, net zo als alle andere ondersteunende diensten, volledig gericht zijn

Nadere informatie

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen? Conclusie Tot 2020 wordt een behoefte naar bedrijventerrein in de gemeente Zijpe geraamd van circa 5 hectare. Dit is ook de oppervlakte die in de planningsopgave in de provinciale structuurvisie is opgenomen.

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard Concept-Uitgiftebeleid Bedrijventerreinen Hoeksche Waard Pg. 2 Inleiding Pg. 3 Kaders uitgiftebeleid Pg. 5 Beleidskader Pg. 6 Toelichting artikelen 1 Inleiding De wortels van het oude uitgiftebeleid liggen

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Leegstand bedrijfsruimten 3 3 Typering leegstand 6 Bijlage 1 Contactpersonen 9 Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie 1. Michael Porter onderscheidt 3 basisstrategieën, waar volgens hem iedere organisatie een keuze uit dient te maken, om op een gezonde wijze een

Nadere informatie

Beleggers in gebiedsontwikkeling

Beleggers in gebiedsontwikkeling Beleggers in Incentives en belemmeringen voor een actieve rol van institutionele beleggers bij de herontwikkeling van binnenstedelijke gebieden P5 presentatie april 2015 Pelle Steigenga Technische Universiteit

Nadere informatie

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN BIJLAGE A 1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN Bedrijventerreinen zijn onder te verdelen op basis van verschijningsvorm De vraag naar bedrijfsruimte is gedifferentieerd is en kan

Nadere informatie

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle. NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling

Nadere informatie

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link) CONCENTRATIE VAN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTEN IN GEMEENTELIJK VASTGOED NAAR AANLEIDING VAN DEMOGRAFISCHE TRANSITIE Een casestudie in landelijke gemeenten in Noord-Brabant, Nederland Afstudeeronderzoek van

Nadere informatie

Communication and Performance

Communication and Performance 10. Samenvatting Onderzoeksvragen en theoretisch achtergrond Innovatieactiviteiten zijn cruciaal voor bedrijven en vormen de basis voor hun overleven. 130 jaar geleden werden de eerste bedrijfsmatig geplande

Nadere informatie

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 30/01/ 14

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 30/01/ 14 Werklocaties Leusden Avond van Leusden 30/01/ 14 Programma Toelichting opdracht De context De staat van de werklocaties De markt 2 TOELICHTING OPDRACHT 3 Aanleiding onderzoek Visietraject Princenhof Toenemende

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen Samenvatting door Lotte 2060 woorden 2 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Maatschappijwetenschappen: onderzoek doen Hoofdstuk

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007 Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam Februari 2007 1. Inleiding Op 12 december 2006 is het onderzoek naar Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam aan

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting In dit proefschrift wordt de ontwikkeling beschreven van een voorraad-gestuurd model voor dynamische materiaalstroomanalyse (materials flow analysis, MFA) dat kan worden gebruikt voor het

Nadere informatie

Televisieweg 16. Televisieweg 16, Almere-Stad Almere. Huurprijs: ,- per jaar

Televisieweg 16. Televisieweg 16, Almere-Stad Almere. Huurprijs: ,- per jaar Televisieweg 16 Huurprijs: 165.000,- per jaar Algemene Informatie TE HUUR: Bedrijfsruimte met kantoor en showroom op prima locatie Adres: Televisieweg 16 te Almere Stad. OMSCHRIJVING: Dit fraaie, multifunctionele

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Ruimtenormen voor vergaderen

Ruimtenormen voor vergaderen Ruimtenormen voor vergaderen Onderzoek naar de bepaling van normen voor vergaderplekken en vergadercentra voor de FWR Evi De Bruyne Center for People and Buildings mei 2013 colofon Onderzoeker CfPB Evi

Nadere informatie

De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; probleem of kans? Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 30 juni 2015

De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; probleem of kans? Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 30 juni 2015 De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; probleem of kans? Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 30 juni 2015 De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; Probleem of kans? 1.

Nadere informatie

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Uit: Bijlagenboek bij STEC rapportage Naar een sterke Eindhovense kantorenmarkt

Nadere informatie

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur. JJuunni i 22 Uitkomsten Ruimtebehoefteonderzoek Gemeente Etten-Leur Samenvatting De provincie Noord-Brabant en de gemeente Etten-Leur zijn een onderzoek gestart naar de meest geschikte locatie voor een

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

Beleving en waardering van infra en gebied

Beleving en waardering van infra en gebied faculteit ruimtelijke wetenschappen planning 1 17-11-2017 1 Beleving en waardering van infra en gebied Prof. Dr. Jos Arts Anne Marel Hilbers, MSc. 2 Achtergrond Drie ontwikkelingen: 1.Infrastructuurprojecten

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied LTO NOORD SHARONA DE KLERK 1 JULI 216 SAMENVATTING De problematiek omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing zal de komende jaren toenemen. Dat schreef

Nadere informatie

REKENEN AAN WERKLOCATIES

REKENEN AAN WERKLOCATIES REKENEN AAN WERKLOCATIES De laatste jaren wordt kritischer gekeken naar de behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties. De kritiek concentreert zich op de rol van het beleid van verschillende

Nadere informatie

VOORBEELD VRAAG EN AANBOD ANALYSE BEDRIJFSRUIMTE ESSENTIES EN KERNOPGAVEN. 1. De feiten. 2. Match en mismatch. 3. Suggesties voor bestaande voorraad

VOORBEELD VRAAG EN AANBOD ANALYSE BEDRIJFSRUIMTE ESSENTIES EN KERNOPGAVEN. 1. De feiten. 2. Match en mismatch. 3. Suggesties voor bestaande voorraad ESSENTIES EN KERNOPGAVEN 1. De feiten De gemeente beschikt over ha aan bedrijventerrein, verdeeld over zes terreinen. Er is nog circa ha uitgeefbaar, waarvan 2, ha per direct. De kavels die worden aangeboden

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Beoordelingskader, ofwel hoe wij gekeken en geoordeeld hebben Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten 2 3 Beoordelingscriteria 3 4 Hoe

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis 9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding...3. 4. Eisen aan competentiemodellen...14

Inhoudsopgave. 1. Inleiding...3. 4. Eisen aan competentiemodellen...14 Deel I INTRODUCTIE IN COMPETENTIES EN COMPETENTIEMODELLEN 2. Een korte geschiedenis...4 2.1 De 20ste eeuw... 4 2.2 Kerncompetenties... 6 3. Het begrip competentie...9 3.1 Het competentiebegrip gedefinieerd...

Nadere informatie

CFM Klantonderzoek. Management Summary CFM Versie

CFM Klantonderzoek. Management Summary CFM Versie CFM Klantonderzoek Management Summary CFM Versie 1 3-7-2019 Colofon Voor Campus and Facility Management, Mevr. M. Bosch Door Newcom Research & Consultancy B.V. Vestiging Enschede Vestiging Amsterdam Hengelosestraat

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Leegstand agrarisch vastgoed

Leegstand agrarisch vastgoed Leegstand agrarisch vastgoed Aard, omvang, duiding en oplossingsrichtingen 26 mei 2016, Edo Gies, Alterra Wageningen UR 2 Een stille revolutie op het platteland Dynamiek in de landbouw (1950 2016) 4 x

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

van een samenhangend sterser van uitspraken met betrekking tot de organisatorische inbedding van de goederenstroombesturing'

van een samenhangend sterser van uitspraken met betrekking tot de organisatorische inbedding van de goederenstroombesturing' Samenvatting Doel van deze studie was om te komen tot een referentiekader van waaruit zowel beschrijvende, analyserende, als voorschrijvende uitspraken gedaan kunnen worden met betrekking tot de organisatorische

Nadere informatie

De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen

De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen Alyssa Kraag 4232437 21 Januari 2015 Introductie START Achtergrond Onderzoeksopzet FASE 1 Onderzoeksanalyse FASE 2 Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

EVGN 11. Gebruik van statistische instrumenten door de taxateur

EVGN 11. Gebruik van statistische instrumenten door de taxateur EVGN 11 Gebruik van statistische instrumenten door de taxateur 1. Inleiding 2. Voorwaarden voor het gebruik van AVM s 3. Beperkingen op het gebruik van AVM s wanneer aan de voorwaarden is voldaan 4. Portefeuilletaxatie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten De Koppeling Houten Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen Kantoorvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten de Koppeling Centrale ligging in Houten Zichtlocatie langs belangrijkste weg

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Visie op duurzaam Veranderen

Visie op duurzaam Veranderen Visie op duurzaam Veranderen Ruysdael Ruysdael is een gerenommeerd bureau dat zich sinds haar oprichting in 1994 heeft gespecialiseerd in het managen van veranderingen. Onze dienstverlening kent talloze

Nadere informatie

Maatschappelijk- en zorgvastgoed. Dr.ing. Jan Veuger MRE FRIICS, lector Maatschappelijk Vastgoed Zorgroep Tangenborgh Emmen, 7 december 2018

Maatschappelijk- en zorgvastgoed. Dr.ing. Jan Veuger MRE FRIICS, lector Maatschappelijk Vastgoed Zorgroep Tangenborgh Emmen, 7 december 2018 Maatschappelijk- en zorgvastgoed Dr.ing. Jan Veuger MRE FRIICS, lector Maatschappelijk Vastgoed Zorgroep Tangenborgh Emmen, 7 december 2018 Taxatieleer Vastgoed 2 Geheel herziene uitgave hoofdstuk maatschappelijk

Nadere informatie

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector 1 Inhoudsopgave Introductie Onderzoekskader Methodologie Resultaten Conclusie Aanbevelingen 2 Introductie

Nadere informatie

Te koop. A18 Bedrijvenpark, Wehl. Kavels op maat Zichtlocatie aan de A18 Bedrijven t/m milieucat. 4.2 toegestaan. www.dtz.nl

Te koop. A18 Bedrijvenpark, Wehl. Kavels op maat Zichtlocatie aan de A18 Bedrijven t/m milieucat. 4.2 toegestaan. www.dtz.nl A18 Bedrijvenpark, Wehl Kavels op maat Zichtlocatie aan de A18 Bedrijven t/m milieucat. 4.2 toegestaan www.dtz.nl Het A18 Bedrijvenpark is een modern duurzaam bedrijventerrein met unieke mogelijkheden

Nadere informatie

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG Colofon Dorien Voskuil en Deirdre Beneken genaamd Kolmer Denken over technologie, gezondheid en zorg In opdracht van: De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein

Nadere informatie

Veranderend speelveld. een nieuw vertrekpunt op een veranderend speelveld

Veranderend speelveld. een nieuw vertrekpunt op een veranderend speelveld Veranderend speelveld een nieuw vertrekpunt op een veranderend speelveld vastgoed Kenmerken vastgoed grondgebonden lange levensduur en dus lange terugverdientijd beleggingsvorm nodig om in de toekomst

Nadere informatie