BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Transcriptie

1 BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5

2 Inleiding en leerdoelen Reflectie is de weerkaatsing van licht in bijvoorbeeld een spiegel. Reflectie zoals je dat in deze opdracht zult leren is eigenlijk ook jezelf een spiegel voorhouden. Als je reflecteert, denk je bewust na over je handelen, een ervaring of waarom je dingen op een bepaalde manier doet. Je probeert van een afstand naar jezelf, naar je houding en naar je eigen activiteiten te kijken. De inbreng van anderen kan hierbij ook zeer verhelderend zijn omdat zij al van een afstand naar jou kijken. Het verschil tussen evalueren en reflecteren is dat je bij reflecteren gestuurd wordt om alternatieven te zoeken voor handelingen of gedrag wat voor jou niet een optimaal effect had. Het is uit onderzoek gebleken dat je veel van ervaringen leert wanneer je erop reflecteert. Als je dingen meemaakt zonder er bij stil te staan, zal er veel ervaring en leerrendement verloren gaan. is een vaardigheid die je tijdens het leren maar zeker ook in je werk als leerlingverpleegkundige veelvuldig kunt toepassen. Ook na je opleiding is het een waardevolle vaardigheid. Wanneer je kunt reflecteren kun je ook in de toekomst je gedrag blijven verbeteren en blijven leren. De leerling: Verwoordt het belang van reflecteren voor het leerproces en de verpleegkundige beroepsuitoefening Kan in eigen woorden benoemen wat er tijdens reflecteren gebeurt Past twee modellen toe om het reflecteren structuur te geven Competenties M: Analyseren P: Leren V: Met druk en tegenslag omgaan BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 2 van 5

3 Opdracht met een beschrijving van de context waarin de opdracht plaatsvindt Algemene omschrijving: In deze competentiegerichte opleiding lopen reflectiemomenten als rode draad door het leertraject. Dit met als doel dat je leert beoordelen waarin je al competent bent en aan welke competenties je nog meer aandacht moet besteden. In de ondersteunde opdrachten wordt stap voor stap uitgelegd wat reflecteren precies is, in hoeverre dit van belang is bij het leren en werken en hoe je reflecteren op een gestructureerde manier kunt vormgeven. Daar zijn meerdere modellen voor beschikbaar. In deze opdracht worden de modellen van Korthage en de STAR-methode behandeld. Uiteindelijk zul je met behulp van één van deze modellen onderstaande eindopdracht maken. De opdracht: Reflecteer met behulp van een reflectiemodel op een beroepssituatie. Laat hierin duidelijk zien dat je het model toepast en dat je bewust bent van je gedrag en de mogelijke alternatieven ter verbetering. Het reflectieverslag moet minimaal 1 ½ en maximaal 2 A4 zijn. Lever het reflectieverslag ter beoordeling in je coach. BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 3 van 5

4 Te behalen resultaat Theorie/ Praktijk T Resultaat Beoordelaar Behaald Beschrijving welke invloed jouw leerstijl heeft op het reflecteren Coach T P 2 oefenreflecties ; 1 volgens de STARRmethode en 1 volgens het model van Korthagen Reflectieverslag uitgewerkt naar aanleiding van een methode of model Medestudenten Coach BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 4 van 5

5 Ondersteunende opdrachten/ lesactiviteiten A. Bestudeer hoofdstuk 1 (Inleiding) uit het boek ; handvatten voor verpleegkundigen en ook hoofdstuk 3 (wat is reflectie). Neem vragen of onduidelijkheden mee naar de les. (De hoofdstukken uit het boek zijn gekopieerd). B. Volg de les over reflecteren. Er zal worden behandeld wat het principe is van reflecteren, welke meerwaarde het heeft voor je leerproces en verpleegkundige beroepsuitoefening. C. Beschrijf welke rol jouw leerstijl speelt bij het reflecteren. Laat dit beoordelen door je coach en neem dit op in je portfolio. D. Bestudeer hoofdstuk 4 (modellen en methoden van reflectie) uit het boek ; handvatten voor verpleegkundigen als voorbereiding op de workshop. Neem vragen of onduidelijkheden mee naar de les. (Het hoofdstuk is gekopieerd). E. Volg de workshop waarin geleerd wordt om reflecteren praktisch toe te passen. Twee modellen zullen aan bod komen die gebruikt kunnen worden om het reflectieproces te sturen en diepgang te geven. F. Schrijf aan de hand van een casus uit de praktijk (of uit je dagelijkse leven) een reflectie volgens de STARR-methode en schrijf naar aan leiding van een andere casus een reflectie volgens het model van Korthagen. Laat beide reflecties beoordelen door medestudenten (elke reflectie door een andere medestudent). Neem de feedback mee voor het schrijven van de opdracht zoals beschreven op pagina 3. BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 5 van 5