Opleiderscurriculum AVG opleiding Versie januari 2012

Transcriptie

1 S. Startmodule Deze module is een starterspakket voor beginnende opleiders om direct aan de slag te kunnen gaan met hun aios. Het programma voorziet je als opleider van de meest elementaire kennis en vaardigheden om een aios te kunnen begeleiden. De module begint tijdens de opleiders tweedaagse. Het tweedaags programma is een eerste kennismaking met de opleiding, het competentiegericht leren en het opleiderscurriculum en bestaat uit een serie korte workshops van 1 tot 1,5 uur. Na de tweedaagse vervolgen de deelnemers de startmodule. De competenties, die je als opleider nodig hebt om een aios op te leiden, komen basaal aan bod. Je krijgt informatie over het opleiden van de aios en de consequenties die dit heeft voor de praktijk. Daarnaast maak je kennis met verschillende begeleidingsvaardigheden die je nodig hebt om je aios goed te kunnen opleiden. Kennis en vaardigheden worden door middel van korte, doelgerichte oefeningen en opdachten aangeleerd en geoefend. De verschillende onderdelen van de Startmodule worden verder uitgewerkt in de vervolgmodulen. programma doelstelling Relevantie Competenties uit IOP en portfolio - begeleidt zijn aios inhoudelijk bij het opstellen van een IOP en denkt mee over het vormgeven van het portfolio. - Opleider kan het leerproces van de aios begeleiden aan de hand van zijn individueel opleidingsplan (IOP) - Opleider kan een SMART geformuleerd persoonlijke leerdoelen (concreet) voor zijn eigen IOP opstellen. - de opleider kan zelfstandig een portfolio opzetten voor zijn eigen opleidingstraject. Rollen van de opleider - herkent de verschillende rollen die hij/zij heeft bij de begeleiding van aios - krijgt tools aangereikt om hun handelen en vaardigheden aan te passen aan de rol die op dat moment relevant is - krijgt handvatten om rolconflicten te voorkomen en sturing te geven aan het proces - leert te reflecteren op eigen handelen bij de verschillende rollen Als uitgangsprincipe voor het competentiegericht leren wordt de leertheorie van KOLB (ervaringsleren) en MILLER(niveaus) gebruikt. Centraal bij het competentiegericht opleiden staat het leren in de praktijk en het krijgen van feedback en reflecteren op eigen handelen. Om sturing te kunnen geven aan het persoonlijke leerproces, zijn er verschillende leermiddelen ontwikkeld bij de AVG opleiding zoals het IOP en het portfolio. Een opleider heeft verschillende rollen als begeleider van een aios. Als expert bewaak je en draag je zorg voor de vakinhoud. Als coach bevorder en begeleid je het leerproces en als beoordelaar beoordeel je de aios op zijn resultaten en vorderingen ( opleider CHVG) 2.2, , 1.1, 2.1, 5.3 Het leergesprek; basisprincipes de opleider - kent de plaats en functie van het leergesprek. - maakt kennis met de verschillende vormen van leergesprekken. - kan de aios, gebruikmakend van een video, gestructureerd feedback geven over consultvoering. - helpt de aios in leergesprekken prioriteiten te stellen Contacten met patiënten op de werkplek zijn de belangrijkste leermomenten voor de aios. Om de aios daarin te begeleiden heb je als opleider dagelijks korte en soms lange begeleidingsgesprekken met elkaar. Bij deze effectieve didactische werkvorm voert de opleider een 2.1 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 1

2 programma doelstelling Relevantie Competenties uit Voeren van leergesprek 2 Toets en beoordelingsinstrumenten - bespreekt op gezette tijden met de aios diens professionele handelen en leerhouding. - stimuleert de aios om gestructureerd feedback te vragen over de gevoerde consulten Leerdoelen: - de opleiders kunnen de aios, gebruikmakend van een video, gestructureerd feedback geven over consultvoering. - de opleiders maken kennis met de inzet van video opnamen van leergesprekken als leermiddel om zelf gestructureerd feedback te krijgen Op te roepen gedrag: - s stimuleren hun aios om gestructureerd feedback te vragen over de gevoerde consulten - de opleiders gebruiken digitale opnames van leergesprekken voor de ontwikkeling van eigen opleidercompetenties. - Opleider kan verschillende beoordelingsinstrumenten AVG opleiding op een goede manier inzetten om de ontwikkeling van zijn aios te beoordelen. - Opleider kan zelfstandig een educatieve evaluatielijst invullen - Opleider kan KPB inzetten voor het geven van een beoordeling in de praktijk. - Opleider leert gebruik te maken van verschillende bronnen om de beoordeling te kunnen onderbouwen. - Opleider krijgt inzicht in zijn persoonlijke valkuilen bij het geven van beoordeling. gestructureerd gesprek met de aios, waar een bepaalde problematiek in dialoogvorm wordt verhelderd. Video wordt gebruikt om gedrag te analyseren en te reflecteren op praktijkervaringen en professioneel handelen. Het is een effectief middel om het (individuele) leerproces te ondersteunen De gebruiker leert om eigen gedrag te analyseren en diepgaand te reflecteren. Met name het geven en ontvangen van peer feedback ( feedback van groep collega s) wordt als waardevol ervaren. Bij de AVG opleiding ligt het zwaartepunt van het opleiden in de praktijk. Voor beginnende opleiders is het lastig om de vorderingen en ontwikkeling van de aios goed te monitoren en te beoordelen. In dit programma krijgt de opleider een aantal praktische handvatten aangereikt om de beoordelingsinstrumenten, die bij de AVG opleiding ingezet worden te kunnen gebruiken. C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 2

3 Vervolgmodulen A. de opleider als begeleider Een van de rollen die een opleider heeft is de aios in de praktijk te begeleiden bij zijn ontwikkeling tot AVG. In deze module krijgt de opleider technieken aangereikt om het leren op de werkplek van de aios te kunnen sturen. Deze worden ondersteund met kennis over het zogenoemde ervaringsleren (theorie van Kolb) en met praktische oefeningen. Ook worden hulpmiddelen geboden die de opleider kan gebruiken om het leren van de aios te bevorderen in de onderlinge interactie programma doelstelling relevantie Competenties uit IOP begeleiden Begeleidingstechnieken Relatie opleider aios - begeleidt zijn aios inhoudelijk bij het opstellen van een IOP en denkt mee over het vormgeven van het portfolio. - kan het leerproces van de aios begeleiden aan de hand van zijn individueel opleidingsplan (IOP) - kent de rol van reflectie in het leerproces - kan reflectie toepassen bij het ontwikkelen van de eigen opleiders vaardigheden - maakt kennis met enkele principes uit de communicatie theorie - leert een onderscheid te maken tussen inhouds en betrekkingsniveau in een gesprek/communicatie - wordt zich bewust van de invloed die een onderlinge relatie kan hebben op de communicatie - Oefent in het toepassen van de verschillende interventieniveaus in verschillende soorten gesprekken. - heeft inzicht in factoren die bepalend kunnen zijn voor de interactie met de aios - kan met behulp van de kernkwadranten van Offman eigen vaardigheden, valkuilen en uitdagingen op dit gebied herkennen en hanteren - kan een persoonlijke uitdaging omzetten in een leerdoel voor het IOP Als uitgangsprincipe voor het competentiegericht leren wordt de leertheorie van KOLB (ervaringsleren) en MILLER(niveaus) gebruikt. Centraal bij het competentiegericht opleiden staan het leren in de praktijk en het krijgen van feedback en reflecteren op eigen handelen. Om sturing te kunnen geven aan het persoonlijke leerproces, zijn er verschillende leermiddelen ontwikkeld bij de AVG opleiding zoals het IOP en het portfolio. Het eigen leertraject van de opleider dient als voorbeeld en oefenmateriaal. Soms moet je vragen stellen, een andere keer confronterend zijn en op het volgende moment zeg je juist helemaal niets maar luister je slechts. Een gesprek voeren, welk model je ook volgt, vergt al deze vaardigheden. De meeste vaardigheden kun je door oefening ontwikkelen. In deze workshop gaan we aan de slag met het toepassen van verschillende interventies in een gesprek. Een goed beeld ontwikkelen van de interactie met de aios helpt de opleider om in deze relatie effectief te zijn. Transactionele analyse en het maken van kernkwadranten zijn handige instrumenten voor het analyseren van interacties. Ze geven pratkische aanknopingspunten voor effectief gedrag , 5.4 Begeleiden van Iedereen heeft een persoonlijke 2.2 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 3

4 programma doelstelling relevantie Competenties uit Individuele leerproces - kan zijn eigen leerstijl en die van de aios herkennen. - is in staat de kracht en valkuilen behorende bij een leerstijl te vertalen naar een effectieve leeractiviteiten in de praktijk. - Kan ineffectief leergedrag signaleren en dit inzichtelijk maken - Kan aan de hand van het IOP de aios individueel begeleiden in zijn leerproces leerstijl, dat wil zeggen: een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. De Learning Style Inventory (LSI), die ontwikkeld is door David Kolb, is een van de eerste en meest gebruikte modellen voor leerstijlen in het onderwijs en management. heeft een beeld van de leerstijl van zijn aios en kan aan de hand van het Portfolio en het IOP de aios monitoren en adequaat begeleiden bij zijn leerproces C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 4

5 B. de opleider als Coach Aios verschillen van elkaar in ervaring, achtergrond, persoonlijke opvattingen en voorkeuren. Dat resulteert er in dat iedere aios gedurende de opleiding een andere leerontwikkeling doormaakt tot competente AVG. In deze module heb je in de rol van leercoach geleerd om die verschillen te herkennen en het persoonlijke leerproces van de aios te ondersteunen en te coachen. Het leerproces ligt bij de aios maar hoe kun je als opleider dan toch nog sturen? Coachen is een middel om begrip en inzicht van aios te vergroten en de autonomie in het leerproces te stimuleren. Het progressief verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces is essentieel voor de competentieontwikkeling van de aios, zowel tijdens de opleiding als tijdens life long learning in de beroepscarrière. Reflectie op het eigen gedrag en professioneel handelen is daarvoor een voorwaarde. Coachen richt zicht vooral op het op gang brengen en/of verdiepen van reflectie. Om als opleider dat proces van de aios goed te kunnen begeleiden is het belangrijk dat je ook in staat bent om te reflecteren op je eigen leerproces en waar nodig je handelen bij te sturen. Programma Doelstelling Relevantie Competenties uit Sturen van leerprocessen 1 - Verdiept zijn kennis van de theorie achter competentie gericht leren (sociaal constructivisme) - kan enkele vraagtechnieken toepassen om het leerproces van de aios te begeleiden op een manier die past bij het individu en bij de fase van diens opleiding. Bij competentiegericht leren gaat het erom dat de aios zelf inzichten verwerft in het eigen leerproces en daarvoor verantwoordelijkheid neemt: hoe competent ben ik al wat heb ik nog nodig om verder te komen en hoe zorg ik daarvoor? Als opleider ondersteun je de aios daarbij door als klankbord en toetssteen te fungeren en door zodanige vragen te stellen dat het de aios uitdaagt om verder te denken , 2.2 Sturen van leerprocessen 2 - Krijgt inzicht in de mate waarin de aios de verschillende aspecten van een probleem c.q. vraagstelling overziet. - Kan de aios doelgericht door de verschillende fasen van zijn leerproces sturen - Kan hierbij verschillende vraagtechnieken inzetten Coachen vraagt om het relativeren van eigen opvattingen en inzichten en nieuwsgierigheid naar die van de ander. De vaak gestelde waarom vraag leidt tot het zoeken van oorzakelijke verbanden. Dit is vaak nuttig. Als coach stel je echter liever feitelijke vragen die leiden tot beschouwing van een situatie, gedrag of gedachten , 2.2 Omgaan met diversiteit 1 - is in staat om te reflecteren op zijn eigen handelen en op het effect daarvan op zijn aios. - Kan het model van Korthagen inzetten bij het begeleiden/coachen van het leerproces aios. - krijgt inzicht in de verschillende niveau s waarop eigen gedrag en gedrag van aios kunnen veranderen - Kan gebruik maken van verschillende reflectiemodellen (Bateson/korthagen Als opleider kun je op veel manieren verschillen van je aios. Ook aios onderling verschillen van elkaar en elke aios vraagt weer iets anders van jou als opleider. Reflectie op je eigen handelen en leerproces als opleider is een hulpmiddel om met deze verschillen te kunnen omgaan. Verschillende modellen/theorieën (Korthagen en Bateson/Dilts) bieden daarnaast ondersteuning om het , 2.2, 1.3 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 5

6 Programma Doelstelling Relevantie Competenties uit etc) om gedragsverandering te realiseren. - kan verschillende vraagtechnieken gebruiken om het leer en reflectieproces van zijn aios te sturen. reflectieproces bij de aios te begeleiden. Omgaan met diversiteit 2 - Krijgt een denkkader aangereikt om de culturele verschillen tussen mensen te begrijpen (theorie van Pinto) - Kan cultureel bepaalde verschillen herkennen op het gebied van inzicht, gedrag en communicatie - verwerft handvatten om effectief in te spelen op die verschillen - kan duidelijke grenzen aangeven aan de aios met andere culturele achtergrond - kan de aios met andere culturele achtergrond d.m.v. vragen te sturen door de verschillende fases van het leerproces De laatste jaren is de diversiteit onder aios AVG toegenomen. We doelen hier o.a. op verschillen in etniciteit, godsdienst, leeftijd, functieniveau e.d. Deze verschillen kunnen leiden tot verschil van inzicht, gedrag en communicatie. Dat brengt met zich mee dat er meer miscommunicatie kan ontstaan tussen de opleider en aios. In deze workshop gaan we in op het herkenen van die diversiteit en het kunnen coachen van die verschillen. We richten ons daarbij voornamelijk op culturele verschillen. 1.3 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 6

7 C. de opleider als Expert Hoe gaat het leren via een rolmodel in zijn werk? Op welke manieren draag ik mijn kennis en expertise over. In deze module gaan we aan de slag met verhelderen van deze vragen verwerft inzicht in de verschillende manieren waarop expertise kan worden overgedragen. leert het eigen professionele gedrag zodanig te expliciteren dat de aios er van leren kan. Hersey en Blanchard hebben een praktisch begeleidingsmodel ontwikkeld afgeleid van het model: Situationeel leidinggeven. In dit model leggen zij een relatie tussen de stijl van (bege)leidinggeven en het competentieniveau van de ander. We maken van dit model gebruik Programma Doelstelling Relevantie Competenties uit als rolmodel de opleider - is zich bewust van de onbewuste aspecten van zijn functie als rolmodel voor aios - onderkent het belang van een veilig leerklimaat voor effectief leren - kan factoren benoemen die de veiligheid van het leerklimaat bepalen - kan beschrijven welke rol hij kan spelen bij verzorgen en bewaken van een veilig en effectief leerklimaat Als opleider ben je op veel manieren een voorbeeld voor de aios. Je draagt als rolmodel bij aan de ontwikkeling van professionele identiteit en binding aan de professionele normen en waarden. In dit programma gaat het ook over die aspecten van je professionele gedrag die je onbewust overdraagt op je aios. Je eigen houding tegenover (competentiegericht) leren en opleiden bepaalt mede het leerklimaat voor de aios. Waar ligt de grens tussen veiligheid en voldoende uitdaging? 0.0 Expliciteren en overdragen van expertise Krachtige leeromgeving: Leren van nieuwe wetenschappelijke inzichten, best practices en kritische - Kan op verschillende didactische manieren kennis, vaardigheden en ervaring overdragen - Ontwikkelt een eigen systematiek voor het gestructureerd overbrengen en aanleren van (nieuwe) vaardigheden. - Heeft zicht in de effectiviteit van eigen gedrag bij het begeleiden van aios en past deze aan op het gedrag c.q. de ontwikkeling van de aios en de situaties. - Kan in specifieke situaties zijn gedrag gericht inzetten om gedrag van anderen te beïnvloeden c.q. sturing aan te geven. - Stuurt eigen handelen als opleider op basis van wetenschappelijke inzichten en best practices - Kan systematisch kritische beroepssituaties en gemaakte Centraal staat het overdragen van ervaring en vaardigheden op het gebied van medisch technische handelen, artspatiënt communicatie en samenwerken. Deze workshop is een vervolg op het onderwerp van werkomgeving naar leeromgeving uit de Startmodule. Als opleider zet je best practices, worst case scenarios en kritische situaties in om de professionele 0.0, 2.1, 5.1, , 2.1, 1.2 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 7

8 situaties Veilige leeromgeving (bijna) fouten (van de aios) analyseren en vertalen naar effectieve leermomenten voor de aios in de onderwijs/praktijksetting. - Integreert het geleerde in de dagelijkse praktijk van het opleiderschap. - Maakt nieuwe wetenschappelijke inzichten toepasbaar voor de eigen praktijk - neemt de verantwoordelijkheid en weet te handelen in het geval dat er een klacht wordt ingediend tegen de aios - Kan de aios begeleiden bij het bespreken en afhandelen van een gemaakte fout - Kan de aios op emotioneel vlak begeleiden in het geval van traumatische ervaringen zoals het constateren van een fout - Heeft handvatten om de aios te begeleiden bij het ombuigen van ongewenst emoties/gedrag naar effectief gedrag en effectievere emoties - Gaat zorgvuldig om met expertrol bij dilemma s rond fouten van en klachten tegen de aios ontwikkeling van je aios te stimuleren. Je vertaalt eigen ervaringen, kritieke beroepssituaties en gemaakte fouten naar de onderwijssetting. Nieuwe wetenschappelijke inzichten toets je samen met je aios aan eigen ervaringen en vertaalt het vervolgens naar de praktijk Een gemaakte (bijna) fout kan een krachtig leermoment zijn voor zowel de aios als de opleider. Heftig negatieve emoties bij beiden kan ook vermijdingsgedrag opleveren waardoor het leren wordt belemmerd en de relatie kan worden geschaad. Als opleider ben je ook in zo n situatie verantwoordelijk voor het scheppen een veilig leerklimaat voor je aios. 4.2, 5.3, 5.4 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 8

9 D. de opleider als beoordelaar Het zwaartepunt van het leerproces aios ligt in de praktijk. Hier laat de aios zijn/haar persoonlijke en competentieontwikkeling zien. Het is daarom van belang dat je als opleider bent toegerust om de voortgang in competentieontwikkeling te volgen, zodat je bijtijds kunt bijsturen. Als opleider stimuleer jij je aios de beoordeling in te zetten om richting te geven aan het vervolg van zijn of haar individuele leertraject/professionele ontwikkeling. Daarnaast is afstemming met het opleidingsinstituut belangrijk omdat daar de formele bewaking van de voortgang ligt. Voor het beoordelen van de aios heb je als opleider de beschikking over verschillende beoordelings instrumenten. Met behulp van deze instrumenten kun je een goed onderbouwde beoordeling geven over de ontwikkeling en handelen van je aios als AVG binnen de instelling. In deze module krijgt de opleider een aantal beoordelingsinstrumenten aangereikt en leert hij deze doelmatig te gebruiken. Daarnaast verwerft de opleider inzicht in de informatiebronnen die ter beschikking staan voor het beoordelen van een aios en wordt er geoefend met het voeren van een gesprek hierover. Programma doelstelling Relevantie Competenties uit Instrumentarium voor volgen en beoordelen 1 & 2 Voeren van beoordelingsgesprek 1 - kan de voortgang van de professionele ontwikkeling van de aios volgen en beoordelen - weet welke instrumenten hiervoor beschikbaar zijn bij de AVG opleiding en waarvoor hij deze kan inzetten - is zich bewust van eigen ervaringen en normen t.a.v. professioneel functioneren. - is zich bewust van effect en invloed van eigen ervaringen en normen op het geven van een educatieve /selectieve beoordeling aan zijn aios. - Opleider kan de voortgang van de professionele ontwikkeling van de aios volgen en beoordelen - Opleider weet welke instrumenten hiervoor beschikbaar zijn bij de AVG opleiding en waarvoor hij deze kan inzetten - Opleider is zich bewust van eigen ervaringen en normen t.a.v. professioneel functioneren. - Opleider is zich bewust effect en invloed van eigen ervaringen en normen op het geven van een educatieve /selectieve beoordeling aan zijn aios.. Toetsing dient een bijdrage te leveren aan het leerproces van de aios. Deze bijdrage kan selectief zijn; beheerst de aios wat hij/zij volgens de eindtermen en leerdoelen zou moeten beheersen, of diagnostisch; wat zijn de zwakkere kanten die bijgestuurd dienen te worden. wordt toegerust om de voortgang in competentieontwikkeling te volgen, zodat bijtijds kan worden bijgestuurd. Daarnaast is de afstemming met het opleidingsinstituut belangrijk, omdat daar de formele bewaking van de voortgang ligt. In deze workshop wordt aandacht besteed aan zowel het educatieve beoordelings (evaluatie) gesprek dat in maand 4,9,27 en 33 plaatsvindt als aan het selectieve beoordelingsgesprek wat in maand 9, 21 en 33 plaatsvindt. spreekt in beide gesprekken een oordeel uit over de competenties en de professionele ontwikkeling van zijn/haar aios. In het educatieve beoordelingsgesprek is het van belang dat de opleider op de juiste wijze feedback geeft..tijdens zo n gesprek geeft ook de aios zijn/haar visie op de eigen ontwikkeling weer. De aios formuleert samen met zijn/haar opleider doelen voor de verdere professionele en 2.3, 2.1, , 3.2 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 9

10 Programma doelstelling Relevantie Competenties uit persoonlijke ontwikkeling (IOP). Tijdens het selectieve beoordelingsgesprek staat een goed onderbouwd oordeel van de opleider centraal. De meetbare prestaties en vastgelegde waarnemingen worden gebruikt om het functioneren van de aios nu en in de toekomst te verbeteren en om een advies te geven aan het Hoofd Opleiding omtrent de voortzetting van de opleiding. Voeren van beoordelingsgesprek 2 - kan zijn beoordeling goed onderbouwen en beoordeelt zo objectief mogelijk. - Opleider krijgt handvatten om zijn vaardigheden in het gebruik van een KPB te verbeteren. - Opleider stimuleert de aios de beoordeling in te zetten om richting te geven aan het vervolg van zijn/haar individuele leertraject/professionele ontwikkeling. In de eerste workshop is een overzicht gegeven van de beoordelingsinstrumenten die in de door de opleiders gebruikt (moeten) worden. In de tweede workshop van module D wordt uitgebreid stilgestaan bij en geoefend met het beoordelingsgesprek en de educatieve en selectieve beoordeling. 2.1, 2.3 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 10

11 E. Samenwerken t.b.v. het leerproces De aios leert in de praktijk en wordt daarbij ondersteund door cursorisch onderwijs. Dat betekent dat er bij het leren van de aios drie partijen betrokken zijn: de opleider, de docent(en) en de aios. In deze module leert de opleider om samenwerkingsvaardigheden doelgericht in te zetten t.b.v. een efficiënte leer/werksituatie voor de aios. Samenwerken in de leer/werksituatie de opleider kan - de regelgeving van de CHVG en de AVG opleiding toepassen op de opleidingssituatie - beoordelen welke collega s binnen de werksituatie betrokken moeten worden bij het opleiden van de aios - de relevante collega s motiveren tot betrokkenheid bij het opleiden van de aios - de werksituatie zodanig organiseren dat er voldoende tijd is voor het begeleiden van een aios - begrip hebben voor de spanning die collega s ervaren tussen voortgang van het werk en tijd inruimen voor een aios - effectief handelen bij voorkomende problemen/conflicten in de samenwerking Het opleiden van een aios in de werksituatie vraagt om samenwerking tussen jou en je collega s. Het hebben van een aios vraagt iets, maar levert ook iets op Welke eisen stelt het opleiden van een aios aan de werksituatie? Welke lastige situaties zijn er te verwachten en hoe kunnen ze worden opgelost? In dit programma ga je aan de slag met deze en andere vragen. 3.2, 4.1, 4.3 Deze module is nog in ontwikkeling. De overige programma s volgen in de loop van 2012 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 11

12 F. Capita (extra module) Deze module wordt tijdens de opleiders tweedaagse gegeven. De module heeft een flexibele vorm. Er komen vooral onderwerpen aan bod op het competentie gebied 0.0: handelen als expert. Ook zaken waarvan opleiders hebben aangegeven dat er belangstelling voor bestaat maar waarvoor binnen het curriculum geen ruimte is, kunnen hier een plek vinden. programma doelstelling uitwerking Competenties uit opleider CHVG Fouten en klachten 1.2, 3.1 omgaan met conflicten 3.1 Verstoorde relatie met de aios 3.1, 3.2, 5.4 Ethische dilemma s in de zorg voor mensen met verstandelijke beperking Vergroten expertise op diverse gebieden: - Medisch technisch - Juridisch - Multidisciplinair - Rol en functie binnen de organisatie - wetenschappelijk - Beslissen rond het levenseinde Hoe doe je dat? - Dans op het koord zorgethiek en de klik van de hulpverlener Jaarlijks variabel programma (o.a. ethisch handelen) Zoeken naar wetenschappelijke informatie over klinische vragen via internet. expertise als avg Symposium Wet Zorg en Dwang - opleiders leren snel te zoeken naar evidence voor de beantwoording van klinische vragen (van zowel algemene aard als vg specifiek) gedurende het werk van alledag : perspectief van de AVG. - perspectief Cliënt - juridische aspecten 0.0 C:\DOCUME~1\554555\LOCALS~1\Temp\ Concept Opleidercurriculum AVG s tm d.doc 12