STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN BASIS

Transcriptie

1 STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN BASIS Versie 4.0 ( ) DOELSTELLINGEN De startersblokken van Xpect Primair zijn speciaal ontwikkeld voor jou als starter (LA 1 t/m 3). Deze blokken zijn een ondersteuning om jouw eigen professionele identiteit te ontwikkelen. Het is een traject van acht weken met vier bijeenkomsten waarin theorie, praktijk en leren van en met elkaar samenkomen. Gedurende die bijeenkomsten staat jouw onderzoekende houding centraal. Bij Xpect Primair verwachten we dat je binnen drie jaar aantoont dat je basisbekwaam bent. De startersblokken van Xpect Primair kunnen je daarbij ondersteunen. De eisen voor basisbekwaamheid zijn vertaald in het rolprofiel basisbekwaamheid. In iedere startersblok staat één van de vier kritische beroepssituaties centraal. De competenties en indicatoren van dit startersblok omgaan met verschillen komen overeen met de kritische beroepssituatie uit het rolprofiel basisbekwaamheid. WERKWIJZE Een startblok wordt gevormd door een groep van maximaal 10 startende leerkrachten die samen werken aan hun ontwikkeling met betrekking tot omgaan met verschillen tussen leerlingen. Je wordt begeleid door een blokcoördinator. Het blok begint met een voorbereidingsopdracht waarbij jij als startende leerkracht jouw leervraag helder omschrijft en aangeeft

2 wat je wilt bereiken, wat nodig is om dit doel te bereiken en welk bewijslast hiervoor verzameld moet worden. Vervolgens wordt er door een expert op het gebied van didactiek een verdiepingsdag verzorgd. Hierin wordt dieper ingegaan op de theorie, maar ook direct een link gelegd met de praktijk en de specifieke leervragen van de deelnemers. Vervolgens is het aan de leerkrachten om samen of alleen te werken aan de eigen leervraag en dossier. Aan de hand van beeldbegeleiding krijg je feedback op je didactisch handelen. In groepjes van max. 5 leerkrachten worden de beelden besproken. Het startblok wordt afgesloten met een bijeenkomst waarin de deelnemers hun ervaringen delen en vorderingen presenteren. INHOUD VAN DIT BLOK In dit startersblok wordt er aandacht geschonken aan diverse onderwerpen die vallen onder omgaan met verschillen tussen leerlingen. Leerlingen verschillen van elkaar in mogelijkheden, kennis, vaardigheden attituden en motivatie over wat onderwezen gaat worden. Het doel van omgaan met verschillen is het bevorderen van de leerprestaties, in de breedste zin van het woord, van leerlingen. Dit door als leerkracht systematisch, planmatig en doelgericht te werken aan het verbeteren van de leeromgeving. Daarnaast ontvang je ook verdieping op het gebied van instructiemodellen en differentiëren. Om goed te kunnen differentiëren zijn er een aantal basisvoorwaarden die je als leerkracht goed op orde moet hebben. Één van deze voorwaarden is een effectieve instructie verzorgen. Een van de inhoudelijke verdiepingssessies gaat dan ook over effectief leerkrachtgedrag, feedback geven aan kinderen en formatieve assessment. Dit noemen we een Xpertsessie. In de komende vier bijeenkomsten ontvang je theorieën, praktische tips en handvaten gericht in relatie tot didactische handelen. In de vorm van 2

3 inhoudelijke verdiepingssessies, beeldbegeleiding en intervisie werk je bewust aan jouw basisbekwaamheid, wat er van je wordt verwacht staat beschreven op de volgende pagina. We noemen dat een kritische beroepssituatie. Op drie gebieden staan een aantal leerkrachtvaardigheden beschreven waarvan jij deze op basisbekwaam niveau moet beheersen. Naar aanleiding van de eerste bijeenkomst ontwikkel je een eigen kijkwijzer die de blokcoördinator gebruikt om feedback te geven op jouw didactisch handelen. Aan het einde van de vier bijeenkomsten presenteer jij je opbrengsten in de groep in de vorm van een presentatie. De blokcoördinator geeft jou ontwikkelingsgerichte feedback welke je kan meenemen in jouw portfolio op weg naar basisbekwaamheid. KRITISCHE BEROEPSSITUATIE Leerlingen verschillen van elkaar in mogelijkheden, kennis, vaardigheden, attituden en motivatie over wat onderwezen gaat worden. Het doel van omgaan met verschillen is het maximaliseren van de leerprestaties van leerlingen door als leerkracht systematisch, planmatig en doelgericht te werken aan het verbeteren van de leeromgeving. De kritische beroepssituatie omgaan met verschillen tussen leerlingen bestaat uit drie onderdelen en per onderdeel een aantal indicatoren. 2. Omgaan met verschillen tussen leerlingen 2.1 Je speelt tijdens het onderwijsleerproces optimaal in op verschillen tussen leerlingen: Je geeft duidelijke instructie aan individuele leerlingen; 3

4 Je laat leerlingen een deel van de les samenwerkend leren; Je stuurt leerproces aan en houdt hierbij rekening met individuele verschillen; Je zorgt voor procesbegeleiding tijdens uitvoeren van de opdrachten; Je zorgt voor variatie aan werkvormen; Je leert leerlingen hoe te leren en laat ze verschillende leerstrategieën toepassen; Je bent op de hoogte van verschillende leerstijlen en kan de leerlingen met verschillende leerstijlen adequaat begeleiden; Je viert successen met leerlingen; Je stelt regels en routines met leerlingen op en handhaaft deze. 2.2 Je concretiseert je positieve houding ten aanzien van school en leren met gerichte strategieën: Je helpt leerlingen begrijpen wat de waarde is van specifieke kennis; Je leert de leerlingen de vaardigheden die nodig zijn om leertaken uit te voeren; Je geeft duidelijk het doel van de leertaak aan en over wat de leertaak precies van de leerlingen vraagt; Je bent duidelijk over de eisen die je aan het resultaat stelt. 2.3 Je zet je planmatig in voor het verbeteren van de vorderingen van leerlingen: Je volgt leerlingen systematisch in hun vorderingen aan de hand van een instrument (zoals een observatie- of leerlingvolgsysteem; Je stemt je onderwijsdoelen en -inhouden af op de zone van naaste ontwikkeling van de leerling; Je geeft effectief instructie op basis van een instructiemodel; Je houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en reflecteert voortdurend - dus niet alleen bij de toets - op het effect van je lessen; Je geeft feedback gericht op de inhoud laat de leerling zien of hij op de goede weg zit of niet; Je geeft feedback gericht op het proces en ondersteunt de leerling in het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden; 4

5 Je organiseert en stimuleert dat leerlingen elkaar feedback geven op proces en product; Je past gericht leerstrategieën toe. OPZET & INHOUD Een startersblok beslaat vier dagen en neemt ongeveer 20 uur in beslag. Dit zijn contacturen. Daarnaast wordt er verwacht dat je voorbereidings- en tussentijdse werksuggesties maakt. Deze zijn nodig om tijdens de dagen inhoudelijk aan de slag te zijn. Een startersblok bestaat uit: a) een verdiepingsbijeenkomst (een Xpertsessie ) b) intervisie c) beeldbegeleiding d) het werken aan onderzoeksvragen e) een eindpresentatie. De eerste bijeenkomst is een volledige dag, de drie bijeenkomsten daarna zijn drie halve dagen. Hieronder vind je schematisch de opzet: Dag 1 (09:00 17:00) 5 februari(ma) of 6 februari (DI) Dag 2 (13:00 17:00) 19 februari (MA) of 20 februari (DI) De start van dit blok. Na de kennismaking starten jullie met een inhoudelijke bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst krijg je verdiepingsstof over het thema aangereikt. Dit noemen we een Xpertsessie. Ook bespreken jullie de voorbereidingsopdracht. In de middag ga je aan de slag met het verkennen van eigen ervaringen, kritische handelingen en mogelijke verdiepingen of verbreding om te komen tot jouw onderzoeksvraag. Tijdens deze middag analyseer je de beelden die je hebt ingebracht. Door de intervisie tijdens de beeldbegeleiding krijg je inzicht in je krachten en kansen. Je leert van en met elkaar onder begeleiding 5

6 van een gecertificeerde beeldbegeleider. Dag 3 (13:00 17:00) 5 maart (MA) of 6 maart (DI) Op deze dag is er tijd en ruimte voor intervisie. Deze intervisie kan tweeledig zijn. Intervisie aan de hand van een praktijkgerichte casus en/of intervisie op basis van je onderzoeksvraag en het proces van het actieonderzoek. Dag 4 (13:00 17:00) 19 maart (MA) of 20 maart (DI) WERKWIJZE Je presenteert de opgedane inzichten uit dit blok en reflecteert erop. Al het bewijsmateriaal verzamel je in een portfolio. Dit krijgt de vorm van een eindpresentatie. Dit startersblok bestaat uit vier dagen. Tussen iedere bijeenkomst heb je twee weken de tijd om met de zaken uit dit startersblok bezig te zijn. Jullie ontmoeten elkaar op het Xpertisecentrum op basisschool de Petteflet. De samenwerking vindt op die locatie plaats. Daarnaast is er in onze online Office 365 omgeving een online groep waar je kunt samenwerken. In deze groep vind je alle benodigde documenten, vind je de agenda en kun je met elkaar communiceren via groepsgesprekken. Handig voor het samenwerken aan opdrachten. Wanneer je voor een startersblok hebt ingeschreven ontvang je in je mailbox een uitnodiging om deel te nemen in de online leeromgeving. De online werkgroep is voor jullie dé plaats waar alle materialen te vinden zijn. Ieder startblok zal gecoördineerd worden door een blokcoördinator. Voor de groep op maandag is dat Inge van den Berg. Voor de groep op dinsdag is dat Jos Montulet. Zij zorgen voor de procesbegeleiding van dit blok. Afhankelijk van de dag van inschrijving is of Inge of Jos jou contactpersoon. 6

7 Het delen van opbrengsten Uiteindelijk is jouw directeur degene die jou gaat beoordelen. Om tot basisbekwaamheid te komen is het belangrijk dat jij je ontwikkeling vormgeeft, maar ook deelt met je leidinggevende. Hierin neem jij het initiatief. Jij stuurt je eigen leerproces, de blokcoördinator is degene die je hierbij eventueel ondersteund en bevraagd. Uiterlijk 4 weken na ieder startblok wordt er verwacht dat je de opbrengsten van ieder startersblok deelt met je directeur. Portfolio De opbrengsten van dit startersblok zijn terug te vinden in jouw portfolio. Dat is ontwikkelingsportfolio, hierin beschrijf en houd jij je ontwikkeling bij van startbekwaamheid naar basisbekwaamheid. De vier kritische beroepssituaties vormen de kapstokken in jouw ontwikkeling naar basisbekwaamheid. Uiteindelijk maak je van jouw ontwikkelingsportfolio een bekwaamheidsdossier. Daarmee toon je aan dat je over de kennis en vaardigheden beschikt van een basisbekwame leerkracht. BEKWAAMHEIDSDOSSIER Om de ontwikkeling naar basisbekwame leerkracht zichtbaar te maken, bouw je een bekwaamheidsdossier op. In dit bekwaamheidsdossier laat jij zien dat je binnen de vier handelingen beschreven competenties op basisbekwaam niveau beheerst. Hoe de basisbekwaamheden onderhouden worden en welke mogelijkheden en middelen je nodig hebt of aan jou worden geboden. Afspraken die zijn gemaakt worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan, een zogenaamd POP, dat onderdeel is van het bekwaamheidsdossier Het bekwaamheidsdossier is in feite een samenvatting, het vormt de kern, van je bewijslast. Hiermee toon jij je basisbekwaamheid aan. In een criteriumgericht interview laat je jouw directeur zien en horen hoe jij je ontwikkeld hebt tot basisbekwame leerkracht. 7

8 Het bekwaamheidsdossier is een document waarin jij kernachtig omschrijft waar de bewijslast te vinden is. Dit geef je aan per indicator van de vier kritische beroepssituaties. Observatie-instrument Natuurlijk wil jij weten of je op de goede weg bent naar basisbekwaamheid. Om je hierbij te ondersteunen kun je gebruik maken van een observatie-instrument. De inzet van het observatie-instrument is enerzijds bedoeld om jouw vaardigheden in beeld te krijgen, zodat je gericht kan werken aan ontwikkeling en er afspraken kan maken over verdere professionalisering van startbekwaam naar basisbekwaam. Anderzijds wordt het observatie-instrument gebruikt door een gecertificeerde assessor om te beoordelen of jij op basisbekwaam niveau pedagogisch en didactisch handelt. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van jouw uiteindelijke beoordeling vergroot. Aan de hand van dit instrument kun je per kritische beroepssituatie en per indicator jezelf laten beoordelen. Dat werkt voor jezelf heel verhelderend. Het geeft antwoord op de vragen: Waar sta ik? Wat heb ik nog nodig? Dit instrument kan ingevuld worden door je eigen directeur, het vormt dan ook gelijk gespreksstof om samen te bekijken wat er nog nodig is. Het voordeel om dit samen met je directeur te doen is dat je ook gelijk met elkaar de dialoog voert over hoe de stand van zaken is. Anderzijds kun je ook een onafhankelijke collega of je starterscoach vragen dit eens voor je in te vullen op weg naar basisbekwaamheid. In de bijlage vind je het complete rolprofiel voor basisbekwaamheid. Daarin staan de vier kritische beroepssituaties beschreven. BEELDBEGELEIDING Beeldbegeleiding is een krachtige methodiek om gericht naar leerkrachtgedrag te kijken. Het werkt volgens een vaste methodiek die in 8

9 de eerste bijeenkomst wordt toegelicht. Bij beeldbegeleiding worden aan de hand van korte video-opnames succesvolle interacties tussen leerkracht en/of leerling(en) geanalyseerd. Door middel van beeld-voor-beeld analyses wordt gekeken hoe geslaagde contactmomenten tot stand komen. De interactie, didactiek en het klassenmanagement worden met elkaar in verband gebracht. Door dit te doen en te kijken naar de momenten waarop succesvol gehandeld wordt, kunnen er alternatieven gevonden worden voor de momenten waarop er minder succesvol gehandeld wordt. Beeldbegeleiding activeert en ondersteunt de leerkracht (en/of de leerling/groep) bij het eigen pedagogisch handelen. Positief, oplossingsgericht en concrete; Werken vanuit sterkte, uitgaan van ontwikkelingsmogelijkheden; De bespreking vindt plaats n.a.v. objectief waarneembaar gedrag; Micro-analyses (per seconde) zijn mogelijk; Gedragingen worden op bewust niveau gebracht; Het maakt reflectie op dieper liggende factoren mogelijk; Effect van het leerkracht-handelen op de kinderen wordt zichtbaar; Mogelijkheid om later op een rustig moment nog eens terug te kijken; Door gebruik te maken van beeldbegeleiding wordt er van en met elkaar geleerd in de vorm van intervisie. PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAP De startersblokken zijn professionele leergemeenschappen waarin je van en met elkaar leert. Interne en experts van Xpect Primair en jij als starter werken in zo n gemeenschap samen. Je volgt een beredeneerd aanbod in de vorm van startersblokken waarin er ruimte is voor eigen onderzoeksvragen. Dit beredeneerd aanbod wordt door jou gekoppeld of gerelateerd aan je eigen onderzoeksvragen. Je kiest dus zelf welke startersblokken, en op welke moment, je in jouw ontwikkeling nodig. Hebt. Werken en leren in een professionele leergemeenschap is een uitstekende manier om jezelf te ontwikkelen tot een kritische en 9

10 zelfbewuste professional. Doordat je op deze wijze een verbinding maakt tussen de vier kritische beroepssituaties, jouw eigen klassenpraktijk en jouw onderzoeksvragen. 10