Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen"

Transcriptie

1 Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Kristine Vlassenroot, Donna Van Acker en Steffie Haentjens Opleiding: professionele bacheloropleiding leraar lager onderwijs Instelling: Odisee, campus Waas Opleidingsonderdeel: Communicatieve vaardigheden 5 Academiejaar Begeleider: Elke Van Nieuwenhuyze

2 Inhoudstafel 1 Inleiding Probleemstelling Aanpak Resultaten Bibliografie Bijlagen Interviews met de leerlingen Interview met de leerkracht

3 1 Inleiding Als leerkrachten lager onderwijs zijn we geïnteresseerd in het schrijfleven van leerlingen in het basisonderwijs. Het is onze taak hierin een zicht op te krijgen. Op die manier worden eventuele problemen ontdekt, maar komt ook de effectieve aanpak naar boven. In ons onderzoek van de Nederlandse Unie staat de volgende vraag centraal welke didactieken en interventies effectief zijn om leerlingen beter te leren schrijven. Om een antwoord te krijgen op deze vraag, interviewen we vijf leerlingen en hun leerkracht. We willen een zicht krijgen op wat de leerlingen allemaal schrijven en met welke media ze dit doen. Bovendien trachten we te achterhalen of de leerlingen procesgericht communicatief schrijfonderwijs krijgen. In deze paper zullen we achtereenvolgens het volgende bespreken: de probleemstelling van ons onderzoek, de aanpak en de resultaten. 3

4 2 Probleemstelling Zoals we in de inleiding schreven, boeit het ons om te weten wat leerlingen zoal schrijven en in hoeverre de school leerlingen volgens hen ondersteunt in het leren schrijven van teksten. Over dat onderwerp lazen we de volgende artikelen Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis 1 en De school als schrijfpaleis 2. Verder raadpleegden we het deelleerplan schrijven 3 voor meer informatie over de didactieken van schrijven. In de tekst Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis 4 lazen we dat peer response een positief effect heeft op de schrijfvaardigheid van de leerlingen. Bovendien vormen de kenmerken van een tekst een belangrijk aspect voor de schrijfontwikkeling omdat schrijvers die kennis nodig hebben om de functies van hun teksten te realiseren. Tot slot is de theorie van Vygotsky hier niet onmisbaar bij. De aandacht voor samenwerking tussen leerlingen bij het leren schrijven van teksten is namelijk gebaseerd op de sociaalconstructivistische visie op leren. Kennis wordt hierbij geconstrueerd in sociale interactie tussen individuen. Alle denken en leren is dus van sociale aard. In het artikel De school als schrijfpaleis 5 lazen we dat de leerkracht tijdens het schrijven goede ondersteuning moet bieden. Hij/zij kan dat door de leerlingen te laten samenwerken met een partner of partners. Als leerkracht moet je veel aandacht vestigen aan het kaderen van de schrijfopdracht. Verder moet de link met het doel duidelijk zijn, de leerlingen moeten weten waarom en voor wie ze schrijven. Kortom de leerkracht moet voldoende context bieden, zodat de leerlingen ideeën hebben om snel aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld de leerlingen in groepjes laten brainstormen over het onderwerp. In het deelleerplan "schrijven" daarentegen staat dat op school kinderen dikwijls alleen voor de beoordelende leerkracht schrijven. Zij geven als oplossing hiervoor dat de leerkracht de teksten laat functioneren op een breder vlak en de leessituaties zoveel mogelijk verruimt. Voor onze data gebruikten we deze artikelen en het leerplan. Daarbovenop legden we ook een interview af met vijf leerlingen en hun leerkracht. Op deze manier wilden we tijdens het project een antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvragen. Ten eerste wilden we te weten komen wat de leerlingen allemaal schrijven. Ten tweede wilden we de vraag beantwoorden over wat de leerlingen moeilijk vinden om te schrijven. Ten derde wilden we 1 Hoogeveen, M. (2013). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis, in: Tijdschrift taal, jrg. 4 (6). 2 Geerts, M., De school als schrijfpaleis. Centrum voor taal en onderwijs (2014). 22 december ( internet 3_de_school_als_schrijfpaleis.pdf) 3 VVKBaO (2000). Nederlands. Schrijven. Deelleerplan. Leuven. 4 Hoogeveen, M. (2013). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis, in: Tijdschrift taal, jrg. 4 (6). 5 Geerts, M., De school als schrijfpaleis. Centrum voor taal en onderwijs (2014). 22 december ( internet 3_de_school_als_schrijfpaleis.pdf) 4

5 uitzoeken welke steun de leerlingen krijgen bij het schrijven. Tot slot wilden we te weten komen welke didactiek de leerkracht gebruikt. Met deze vragen willen we een antwoord krijgen op onze centrale vraag welke didactieken en interventies effectief zij om leerlingen beter te leren schrijven. Wat auteur Hoogeveen in het artikel Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis schrijft, is ook de hypothese van ons onderzoek. Namelijk als leerlingen schrijven met peer response, zullen ze meer gemotiveerd zijn om te schrijven. De doelen van ons onderzoeksproject zijn de volgende: we wouden een beeld krijgen wat leerlingen zoal schrijven en in hoeverre de school leerlingen volgens hen ondersteunt in het leren schrijven van teksten. 5

6 3 Aanpak We hebben onze onderzoeksvraag beantwoord door literatuur te raadplegen. We lazen de volgende artikelen Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis en De school als schrijfpaleis. Verder raadpleegden we het deelleerplan schrijven voor meer informatie over de didactieken van schrijven. Dankzij deze literatuurstudie kwamen we veel te weten over schrijfdidactieken. Het valt ons op dat schrijven met peer response in al onze bronnen terugkomt. Deze komt naar voren als een effectieve aanpak voor procesgericht schrijfonderwijs. Het ultieme doel van peer response is dat leerlingen leren om het perspectief van de lezer te internaliseren wanneer zij zelfstandig teksten schrijven. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen kennis hebben van kenmerken van teksten en een duidelijk doel voor ogen hebben. We hebben een antwoord proberen te vinden op de onderzoeksvragen door een interview af te nemen met vijf leerlingen en hun leerkracht. Op donderdag 27 november 2014 gingen we naar een Oost-Vlaamse school. We kozen ervoor om het interview af te nemen in het zesde leerjaar. De interviews gingen door in de leraarskamer, zodat we de mogelijkheid hadden om in alle rust het interview af te nemen. We haalden de leerlingen één voor één uit de klas, zodat ze niet afgeremd werden door medeleerlingen. Bovendien ging de les gewoon door en moesten de leerlingen hun speeltijd niet opofferen. 6

7 4 Resultaten Toen we ons onderzoek uitvoerden, vonden we dat de leerlingen veel uit zichzelf konden vertellen. Ze sommen heel wat zaken op waarover ze geschreven hadden. Aan de hand van de antwoorden zagen we dat de leerlingen over de heel de lijn ongeveer evenveel schrijven per dag. De leerlingen vertellen ons dat ze om de vier weken een artikel moeten bespreken. Ze maken hierover een verslag op de computer en stellen dit voor de klas voor. Er is met de klas afgesproken dat de leerlingen eerst een papieren versie maken en deze nadien verwerken op de computer. Wanneer de leerlingen moeten leren voor een toets maken ze hier een schriftelijke voorbereiding van. Uit de antwoorden blijkt dat de leerlingen thuis veel steun krijgen van de ouders, broers, zussen... Vier van de vijf leerlingen weten ons te vertellen dat ze thuis deze steun krijgen. Eén leerling vertelt ons dat ze thuis alles alleen doet en wanneer ze iets echt niet weet, zoekt ze dit op op de computer. De leerlingen schrijven thuis niet alleen voor school, ze schrijven ook ter ontspanning. Zo is er een leerling die spelletjes opzoekt op zijn tablet voor de Nintendo. Er zijn twee leerlingen die sms jes sturen na school. Eén leerling vertelde ons dat ze elke dag ongeveer 2 pagina s in haar dagboek schrijft. De leerlingen krijgen soms de opdracht om hun spelling op Bingel te oefenen. Dankzij het interview hebben we een zicht gekregen op wat de leerlingen moeilijk vinden om te schrijven. Er zijn drie leerlingen die zeggen dat ze het moeilijk vinden om het artikel samen te vatten en in eigen woorden te noteren. Ze krijgen hierbij steun van hun ouders en wanneer ze een woord niet begrijpen wordt dit opgezocht op de computer. Daarnaast krijgen ze ook verschillende tips van de leerkracht. De leerkracht raadt aan om eerst het artikel grondig te lezen. Nadien kunnen ze een mindmap maken, om het vervolgens in eigen woorden aan hun ouders te vertellen. Eén leerling vindt het moeilijk om Frans te schrijven, omdat het een vreemde taal is voor het kind. Ze krijgt steun van haar papa die goed is in Frans en in de klas kan ze steeds terugvallen op haar buur of de juf. Tot slot is er nog een leerling die het moeilijk heeft met spelling, zij krijgt extra ondersteuning van een logopediste. Deze week schreven de leerlingen tijdens de les Nederlands een tekst over een uitvinding die ze zelf mochten maken. Daarnaast schreven ze ook nog drie elfjes. De leerlingen vonden dit een leerrijke opdracht. Ze vertellen dat het leuk is da je je fantasie mag gebruiken. Ze schrijven eerst de tekst in het klad, hun buur kijkt deze dan na en geeft hierover feedback. Nadien mogen ze de tweede versie maken. Wanneer we de leerlingen vragen of ze het leuk vinden of ze mogen samenwerken, is de reactie hierop steeds positief. Ze ondervinden dat ze hierdoor veel van elkaar leren. Bovendien durven ze ook opbouwende feedback geven aan elkaar. Ze krijgen van de leerkracht de opdracht om minstens één positief aspect aan te halen. Ze vinden het leuk om ook eens een tekst van een medeleerling te lezen. Wanneer we vragen aan de leerling wat ze graag zouden schrijven, weten ze ons te zeggen dat ze graag schrijven over iets dat ze mogen verzinnen of uitvinden. Een andere leerling zou heel graag poëzie schrijven. Er was ook een leerling die wou leren hoe je een brief naar een belangrijke persoon schrijft. Tot slot wou er iemand een verhaaltje schrijven in de vorm van een klein boekje. 7

8 De leerkracht vertelt ons dat ze als volgt te werk gaat. Als eerste is er een brainstorm met de leerlingen over het thema. Er komt een elfje aan bord te staan, op die manier onderzoeken de leerlingen welke kenmerken een elfje heeft. Nadien schrijven ze klassikaal een elfje. Tot slot krijgen de leerlingen de opdracht om drie elfjes te schrijven over drie verschillende onderwerpen naar keuze. De leerkracht geeft hiervoor tijdschriften en kranten als inspiratiebron. De leerlingen krijgen voldoende tijd. De beoordeling is telkens afhankelijk van de opdracht. Bij het elfje beoordeelde de leerkracht op vlak van fantasie, lay-out en het toepassen van de kenmerken. De leerlingen beoordelen ook elkaar, maar dit staat niet op punten. Ze lezen elkaars werk en geven elkaar complimenten en werkpunten. Ze mogen dan een gezichtje kleuren dat weergeeft wat ze van het elfje van de medeleerlingen vinden. Achteraf wordt er met de leerlingen besproken wat ze van de les vonden. De leerkracht zorgt voor differentiatie, zodat de leerlingen op hun niveau kunnen werken. Zo voorziet ze instructiehulp, ze stelt stappenplannen ter beschikking voor leerlingen die deze willen gebruiken. Kinderen die moeilijkheden ondervinden bij de fijne motoriek mogen op de computer werken. De leerlingen kunnen steeds te hulp gaan bij hun buur en ook de leerkracht staat steeds paraat om hen te helpen. 8

9 5 Bibliografie Van Lanen, B. & Van Der Donck, C.(2009). Praktijkonderzoek in de school, Coutinho, Bussum. Hoogeveen, M. (2013). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis, in: Tijdschrift taal, jrg. 4 (6). VVKBaO (2000). Nederlands. Schrijven. Deelleerplan. Leuven. Geerts, M., De school als schrijfpaleis. Centrum voor taal en onderwijs (2014). 22 december ( internet 3_de_school_als_schrijfpaleis.pdf) 9

10 6 Bijlagen 6.1 Interviews met de leerlingen 1. Wat heb je gisteren allemaal geschreven na school? Heb je ook zaken op de computer geschreven? Heb je een gsm, zo ja heb je hiermee sms jes gestuurd? Wat heb je allemaal op school geschreven? Heb je bij elk vak moeten schrijven? A: Na de schooldag heb ik mijn huiswerk gemaakt. We hadden vandaag een toets Frans en om mij voor te bereiden op die toets heb ik veel oefeningen gemaakt. Op de computer heb ik enkel spelletjes gespeeld. Op mijn tablet heb ik een spelletje voor de nintendo opgezocht. Ik heb een gsm maar die gebruik ik alleen om spelletjes te spelen. Tijdens de les Frans deden we dialogen over verschillende situaties. Per twee mochten we een dialoog voorbereiden in de les en aan het einde van de les voordragen aan de klas. Tijdens rekenen hebben we geleerd over oppervlaktematen. We schreven enkele uitkomsten in onze werkboek. Aan het einde van de dag hadden we nog een toets verkeer. Er waren twee vragen waarbij we in zinnen moesten antwoorden. De andere vragen moesten we iets aankruisen en iets tekenen. E: Toen ik thuiskwam van school heb ik geleerd voor de toets van Frans van vandaag. Ik heb 5 A4-bladeren geschreven! Ik heb ook nog sms-berichtjes gestuurd naar mijn mama, want mijn ouders zijn gescheiden, en naar een vriendin. Het waren er ongeveer 10 in totaal. Ik ben niet op de computer geweest gisteren. Bij Frans leerden we over de passé composé. We losten 1 oefening op in onze werkboek. Dat waren 10 zinnen. Bij rekenen leerden we over oppervlakte, vierkanten en rechthoeken. In onze werkboek noteerden we de uitkomsten van de oppervlakte van vierkanten en rechthoeken. In de taalles schreven we woorden met de letter y, maar dat hadden we vorig jaar al eens gezien. W: We hadden vandaag toets van Frans. Ik heb gisteren na school geoefend door de Franse woorden te schrijven. Ik heb ongeveer 1 pagina geschreven. Ik heb ook iets opgezocht voor mijn broer op Google. Dat duurde een kwartiertje. Ik heb geen berichtjes gestuurd met mijn gsm, enkel een spelletje gespeeld. Bij rekenen berekenden we de oppervlakte van een vierkant en een rechthoek. De werkweek en uitkomsten noteerden we in onze werkboek. Bij de les Frans hebben we woorden en cijfers geschreven. We maakten ook enkele vertaaloefeningen. Die zagen er zo uit: Ik slaap in een bed. En dan moesten we het woord dat onderlijnt was vertalen, dus unlit. M: Na school heb ik berichtjes gestuurd naar vriendinnen. Het waren er ongeveer 10. Als huiswerk moesten we voor het vak levenshouding enkele titels van kranten in de juiste volgorde zetten. We moesten zelf de titels schrijven. We hadden toets Frans vandaag dus heb ik gisteren elk woord 5 keer geschreven om te oefenen. Nadien mocht ik nog een half uurtje op Facebook. Bij rekenen ging het over de oppervlakte van het vierkant en de rechthoek. Eerst moest je de berekening in je werkboek schrijven en nadien de uitkomst. Bij taal leerden we een over de schrijfwijze van bureau. We zochten ook andere woorden die eindigden op eau. P: Gisteren na school heb ik geleerd voor de Franse toets van vandaag. Het ging over de 10

11 verleden tijd en die heb ik allemaal vanbuiten geleerd. Dat heb ik gedaan door ze op te schrijven. Ik heb ook 3 berichtjes gestuurd met mijn gsm naar een vriendin. Voor ik ging slapen heb ik ook nog twee pagina s in mijn dagboek geschreven. Bij Taal hebben we woorden leren schrijven met behulp van het werkwoordschema. Die woorden schreven we op in onze werkboek. Bij wero hebben we proefjes gedaan. Het ging over: Wat gebeurt er als je chocolade op je tong legt?. Eerst moesten we denken wat er ging gebeuren en dat opschrijven. Nadien hebben we het proefje uitgevoerd en opgeschreven wat er echt gebeurde. 2. Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Wat schrijf je dan? Kun je voorbeelden geven? A: Als we veel huiswerk hebben, dan schrijf ik wel veel. Ik heb thuis een oefenschrift waar ik in oefen. Voor wero schrijf ik het meeste op, en dat is dan waarover de toets gaat. Dan onthoud ik ook meer. In het weekend moeten we een samenvatting maken van een krantenartikel. We moeten het dan maandag voorstellen voor de klas. Eerst maakt ik een samenvatting op een kladblad en nadien typ ik het uit op de computer. E: Als we de volgende dag een toets hebben, dan schrijf ik wel veel. Door te schrijven kan ik de leerstof beter onthouden. Ik schrijf vooral veel om me voor te bereiden op een toets van wero of rekenen. Ik heb gisteren ook wel veel geschreven om me voor te bereiden op de toets Frans van vandaag. Soms oefen ik ook op de computer op Bingel. Voor Frans moesten we eens een lange tekst schrijven. Dit mocht ik op de computer doen. W: Als ik mijn GSM mag gebruiken, dan verstuur ik wel meer berichtjes dan anders. Ik stuur dan naar mijn mama als ik bij mijn papa ben, en naar mijn papa als ik bij mijn mama ben. Mijn ouders zijn gescheiden. We moeten ook een krantenartikel samenvatten en dat mag ik op de computer uittypen. Dat is veel gemakkelijker, want ik heb een dactylo-cursus gevolgd. Zo kan ik blindelings typen. M: Als we op Bingel oefenen, dan schrijf ik wel altijd meer. Ik vind het leuk om oefeningen op Bingel te maken. Voor actualiteit moest ik eens informatie over een krantenartikel opzoeken. In word maakte ik een samenvatting en ik mocht er ook enkele afbeeldingen bijzetten. Daar was ik wel lang mee bezig. P: Op zondagochtend heb ik catechese. De vorige keer moesten we onze naam op een blad schrijven en daarrond dingen die ik graag doe, zoals paardrijden, frietjes eten, op reis gaan, We mochten dan bij de andere kinderen op hun blad ook schrijven wat we tof aan hun vonden. Ik schrijf ook elke dag ongeveer 2 pagina s in mijn dagboek. Soms schrijf ik ook verhalen of gedichten over paarden. 11

12 3. Wat vind je het moeilijkste om te schrijven? Van wie krijg je op school steun om dit te leren? Krijg je thuis ook steun, zo ja van wie? Hoe leer je het jezelf aan? Gebruik je de computer om zaken op te zoeken? A: Als ik niet goed weet hoe ik iets moet schrijven dan vraag ik de juf om hulp. We moesten eens een krantenartikel samenvatten en dat voorstellen. Dat vond ik moeilijk om te doen, omdat ik het in mijn eigen woorden moest vertellen. We moeten dit om de 4 weken doen. Mijn mama helpt me hierbij. Ze helpt me met word en ook hoe ik mijn zinnen moet formuleren. Ik merk wel al dat dit altijd maar beter en beter gaat. Ik heb thuis een oefenschrift waar ik in oefen voor een toets. Gisteren heb ik de toets Frans geleerd. Ik kijk eerst naar het woord in het Frans, dan in het Nederlands en dan schrijf ik het op in het Frans. Als het fout is, dan doe ik het opnieuw, tot het juist is. De computer gebruik ik niet om op te zoeken, enkel als het moet voor school maar niet om de toets te leren. E: Frans vind ik heel moeilijk om te schrijven, omdat dat een andere taal is. Vooral de verleden tijd vind ik moeilijk. Mijn papa kan heel goed Frans dus hij helpt me wel. In de klas mogen we hulp vragen aan onze buur en aan de juf. Als ik een nieuw woord moet leren, dan kijk ik eerst goed naar het woord en dan dek ik het Franse woord af. Dan kijk ik nog eens naar het Nederlandse woord en dan schrijf ik het Franse woord op. Per woord doe ik dit 3 keer. Als ik iets niet weet vraag ik het eerst aan mijn papa en als hij het niet weet mag ik het opzoeken op de computer. Soms zoekt mijn papa het op voor mij op de computer. W: Spelling vind ik heel moeilijk. Ik kan de spellingsregels niet goed onthouden en verwissel ze soms door elkaar. Ik volg daarvoor logopedie één keer per twee weken. Mijn ouders oefenen ook vaak met mij en de juf ook. Als ik een slechte toets had voor spelling, helpt de zorgjuf mij ook. Ik leer door eerst goed te lezen en te kijken en nadien typ ik het op de computer in mijn eigen woorden. Soms geef ik dit ook af aan de juf zodat ze kan zien wat ik heb geleerd. M: We moeten om de 4 weken een krantenartikel samenvatten. Dat vind ik niet zo gemakkelijk omdat je verschillende dingen moet opzoeken en dat nog eens op een apart blad schrijven. Ik omcirkel eerst wat belangrijk is in het artikel en dan maak ik daar een tekst van op de computer. Mijn ouders helpen me bijna nooit, ik moet alles zelf doen. In de klas helpt de juf me wel. Als ik niet weet hoe ik een woord moet schrijven, dan zoek ik het op in de woordenboek of de computer. Soms zit er iemand anders aan de computer en dan zoek ik het op in het woordenboek. P: Ik vind actualiteit niet gemakkelijk, maar met behulp van mijn papa lukt dit wel goed. Eerst lees ik het artikel, dan zeg ik het in mijn eigen woorden tegen mijn papa en nadien typ ik het op de computer. Soms mogen we dit in de klas voorbereiden. Dan laat ik mijn kladblad verbeteren door de juf en typ ik het thuis uit op de computer. Mijn papa leest het dan vaak nog na en hij print het dan af. 12

13 4. Wat heb je de laatste week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? A: We kregen een stelopdracht waarbij je zelf iets moet verzinnen wat je echt kan maken. Ik koos voor een fitnessstoel. Vandaag schreven we drie elfjes. Mijn Elfjes gingen over een beer, een story-boekje en een apel. E: Bij Taal mochten we een verhaal schrijven over iets wat we zelf willen uitvinden. Ik heb over een doos geschreven. Het moest een pagina lang zijn, maar we mochten ook meer schrijven. Ik had bijna twee pagina s. W: Bij Taal hebben we vandaag Elfjes geschreven. We hebben ook al eens een tekst moeten schrijven over iets wat we zelf willen uitvinden. Ik had een pen uitgevonden, en als je op een knopje duwde, werd de pen groen en schreef je er geen fouten meer mee. Dat moest ongeveer een pagina lang zijn, maar ik had een pagina en half. M: Vandaag hebben we Elfjes geschreven. Ik moest wel diep nadenken welke woorden ik ging gebruiken. Ik heb gekozen om over de zee, de dood en lippen een elfje te schrijven. We hebben ook eens een uitvinding moeten uitschrijven. Het uitschrijven zelf vond ik niet zo moeilijk, maar wel een naam voor mijn uivinding verzinnen vond ik moeilijk. P: We hebben eens een denkbeeldige uitvinding gemaakt, en daarover geschreven. Eerst heb ik het op een kladblad geschreven en daarna voorgelezen aan de juf en de kinderen van de klas. We mochten ook eens schrijven over onszelf, onze hobby s, in het begin van het schooljaar. Nadien moest iedereen dan de tekst van de buur lezen en de buur moest de andere dan voorstellen. 5.Hoe ging dat schrijven? Wat vond je moeilijk? Wat vond je makkelijk? Heb je er iets van bijgeleerd? Weet je voor wie of waarom je de tekst hebt geschreven? A: Het proces ging gemakkelijk want ik schrijf graag. Ik vond het ook heel leerrijk omdat het over een onderwerp ging dat me interesseerde. Mooi schrijven is nog moeilijk voor mij. We schrijven de tekst voor onszelf maar ook voor de klasgenoten of mensen die geïnteresseerd zijn om deze tekst te lezen. E: Het proces ging vrij goed. Als ik schrijf dan leer ik ondertussen en onthoud ik ook bepaalde zaken beter. Dus voor mij is het ook wel leerzaam. Soms weet ik niet of ik de opdracht wel goed doe, en daarom twijfel ik ook wel veel. We schrijven de teksten voor de juf omdat zij graag leest, denk ik. W: Het schrijven gaat vlot bij mij. Misschien omdat ik zo een grote fantasie heb, en dan moet ik minder lang nadenken over woorden en kan ik dingen gemakkelijker aanvullen. Ik vond het 13

14 zeer leuk om dit te schrijven omdat ik hier over mijn eigen uitvinding kon schrijven. De tekst wordt gelezen door de klasgenoten en zij vertellen of ze de tekst goed vinden of niet. M: Meestal gaat het proces wel vlot en is het leerrijk. Later als je dat kan terugzien, kan je zien hoe het juist verkopen is en daar leer je wel van bij. Ik vond het moeilijk om soms niet té veel te schrijven. Mijn mama zegt dat ik wel een boek zou kunnen schrijven. Ik schrijf altijd meer dan wat eigenlijk maar moet van de juf, maar zij vindt dat niet er. Ik denk dat we de teksten voor onszelf schrijven zodat we er later nog eens naar terug kunnen kijken, maar ook de klasgenoten lezen onze tekst. Dit vind ik heel leuk zo kan ik ook eens lezen wat iemand anders geschreven heeft. P: Ik vind schrijven gemakkelijk omdat de schrijfwijze en de woorden gemakkelijk zijn. Het is ook leerrijk omdat schrijven leuk en mooi is en ik doe het graag. Ik vind eigenlijk niets moeilijk aan het schrijven van teksten omdat ik het bijna dagelijks doe in mijn dagboek. Ik sta er soms niet bij stil of ik daar iets uit leer, maar als ik eens nadenk leer ik daar wel van. Er zijn altijd nieuwe en andere woorden die je schrijft, en dan weet je dat voor de volgende keer dat je ze schrijft. De juf en de andere leerlingen lezen mijn tekst en ik lees ook de tekst van een andere leerling. Het is leuk dat we teksten van elkaar mogen lezen. 6. Didactische steun: welke steun kreeg je bij het schrijven van de tekst? Hoe heeft de leerkracht de opdracht uitgelegd? Mocht je samenwerken? Kreeg je hulp van de leerkracht, zo ja hoe hielp ze? Wat zou het makkelijker maken? A: Als we iets moeten schrijven, dan schrijven we het altijd eerst in het klad. Nadien moet onze buur de tekst lezen of er geen schrijffouten instaan, en dat mogen we met een balpen schrijven. De juf helpt ons door voorbeelden te geven. We mogen van de juf ook samenwerken om bijvoorbeeld vragen op te lossen. Meestal per twee maar soms ook per 4. Thuis helpt mijn mama mij met het schrijven van een tekst. E: Thuis helpt mijn papa mij bij mijn huiswerk als ik iets niet begrijpt. Als ik in de klas een woord niet weet, dan vraag ik het aan de juf en dan dicteert zij of dan schrijft ze dat op de computer op. De juf zegt altijd wat we moeten doen en hoeveel we moeten schrijven. Als onze tekst in het klad geschreven is, dan mogen we het laten nalezen bij onze buur en nadien mogen we in het net schrijven. W: De juf helpt ons wel vaak als we het vragen. Ze zegt dan hoe we het woord moeten opschrijven of schrijft ze het gewoon op het bord. Als we mogen samenwerken dan leren we van elkaar. Bijvoorbeeld als we een tekst moeten schrijven dan fantaseren we samen en daarna schrijft een iemand en de andere vult aan. Als ik thuis een tekst moet schrijven helpt mijn mama me altijd. Ze helpt me om te starten en ze leest mijn teksten ook altijd na. M: Meestal doe ik het helemaal alleen. Als ik echt hulp nodig heb, vraag ik het aan mijn buur en soms aan de juf. We mogen veel samenwerken bij wero en soms ook voor een schrijfopdracht. Ik probeer het eerst alleen te doen, en als het niet lukt vraag ik het aan de juf. Ze kijkt dan of ik al goed bezig ben of waar ik nog eens naar moet kijken. Thuis werk ik altijd alleen, als ik iets niet goed weet dan zoek ik dit op op de computer. 14

15 P: Bij het samenwerken helpen we elkaar om zonder spellingfouten te schrijven. Als ik een tekst schrijf, vraag ik bijna aan niemand hulp. Heel af en toe vraag ik wel iets aan de juf als ik niet weet hoe ik een woord moet schrijven. Ze schrijft het dan op mijn kladblad of op het bord. De juf zegt altijd als ze de opdracht uitlegt of we mogen samenwerken of niet. Als ik thuis een tekst moet schrijven en het lukt niet goed dan helpt mijn grote broer mij altijd. Hij schrijft dan samen met mij de tekst en leest mijn tekst ook na zodat er geen fouten instaan. 7. Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? A: Ik zou graag een verhaal willen schrijven dat ik volledig zelf mag verzinnen. E: Ik wil graag leren hoe je een brief schrijft aan iemand die belangrijk is, bijvoorbeeld een minister. W: Ik wil graag iets uitvinden en daarover schrijven. M: Ik schrijf graag poëzie, zoals gedichten. P: Elfjes schrijven vind ik heel leuk. Ik wil graag spannende verhalen schrijven en zelf een klein boekje maken. 8. Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Vind je dit moeilijker dan bij het vak Nederlands? Indien er de laatste week niets is geschreven: Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? Wat was de laatste grote tekst die je schreef bij een ander vak? A: Bij godsdienst hebben we een tekst geschreven over de hemel en de hel. Dat was wel een heel lange tekst. De juf dicteerde de zinnen en wij schreven ze op in onze werkboek. Als ik niet wist hoe je een woord schreef, dan schreef de juf dat op het bord. Daarna mochten we een tekening maken over de hemel en hel. Dat duurde ongeveer een half uur. Bij wero hebben we proefjes gedaan. We moesten eerst nadenken wat er ging gebeuren en nadien wat er echt gebeurd is. Bijvoorbeeld: suiker in een glas warm water doen. Dat was ook een half uur denk ik. Bij Nederlands was het laatste de elfjes schrijven en bij een ander vak was dat voor godsdienst over Petrus. We moesten zijn leven in onze eigen woorden opschrijven. E: Voor de toets van godsdienst gisteren hebben we heel veel moeten schrijven. We moesten bijna altijd volle zinnen schrijven als antwoord op bepaalde vragen. De toets duurde langer dan een uur! Nadien hadden we ook nog toets Frans en daar moesten we gewoon woorden 15

16 die we geleerd hebben opschrijven. Dat was ongeveer een kwartier denk ik. Bij Nederlands waren dat de elfjes van deze ochtend. W: Bij godsdienst hebben we een tekst geschreven over Petrus. We moesten eerst een tekst lezen over zijn leven en nadien daar zelf een tekst over schrijven. Je mocht daar op twee of drie dagen aan werken, telkens wanneer we godsdienst hadden. Ik heb er op twee momenten aan gewerkt en dan was het af. Bij Nederlands was de laatste lange tekst wanneer we onszelf moesten voorstellen en nadien onze buur. We schreven dit in een uurtje. M: In de godsdienstles hebben we informatie opgezocht over Petrus, over wie hij is en wat hij heeft gedaan. Daarna moesten we een tekst schrijven over hem, ook over zijn leven. Bij wero schreven we in onze werkboek de bevindingen over de proefjes die we gedaan hebben. En voor Frans schrijf ik enkel thuis veel op om te oefenen. Op school moet je enkel de woordjes op de juiste vraag invullen. Bij Nederlands hebben we over een zelf uitgevonden uitvinding geschreven. Dat mocht een pagina lang zijn, maar ook meer. Ik schreef er een uur en half aan maar op twee dagen. P: We moesten informatie over Martin Luther opzoeken en in onze werkboek schrijven. In het woordenboek moesten we 2 woorden die kerk betekenen opzoeken en dat ook in onze werkboek schrijven. Bij wero ging het over de bloedsomloop van ons hart. De juf schreef de zinnen op het bord en wij schreven de zinnen in ons werkboek. We hebben ook nog een toets van Frans gemaakt, maar daar moesten we enkel de woordjes invullen. Bij Nederlands hebben we zelf een uitvinding gemaakt en daarover geschreven. Ik wist meteen waarover ik ging schrijven, dus dat duurde niet zo lang. Ik heb wel veel geschreven. Twee pagina s. 9. Vind je het goed dat je mag samenwerken? Durf je het ook te zeggen als je iets niet goed vindt van een andere leerling? Wat doe je als iemand iets niet zo goed vindt bij jou? Zeg je ook wat je wel goed vindt aan de tekst? Vind je het makkelijk om te zeggen tegen een leerling wat je van zijn werk vindt? A: Het is leuk als je mag samenwerken want zo help je elkaar. Eigenlijk vind ik het altijd goed wat de ander schrijft maar ik zou het wel durven zeggen denk ik. Als iemand iets niet goed vindt bij mij, dan pas ik het gewoon aan. De juf stimuleert ons om positieve dingen te zeggen over de tekst van de ander. Toch zeker een positief punt. E: Ik vind het goed dat we mogen samenwerken, maar meestal is dat enkel met je buur. Ik zou ook graag eens met mijn vriendin willen samenwerken maar we hebben nog niet naast elkaar gezeten. Ik zeg wel tegen de ander of ik iets goed of niet goed vind. Meestal geef ik dan ook een tip hoe hij/zij het dan kan veranderen. We moeten van de juf altijd zeker een complimentje geven over de spelling, de zinnen, de inhoud, etc. Ik ben wel altijd eerlijk. Als er iets niet goed is zeg ik het ook, maar iedereen weet dat in de klas dat we dat moeten zeggen, dus vind ik het niet moeilijk. W: Samenwerken is leuk. Je leert veel van elkaar. We moeten van de juf eerlijk zijn, en dat is maar goed ook. Zo kan je nog meer leren van elkaar. Als mijn buur iets niet goed vindt, dan 16

17 pas ik dat gewoon aan of vraag ik hoe hij/zij het zou doen. Ik zeg ook tegen mijn buur wat ik goed vind. Meestal is het altijd wel goed en dan geef ik een compliment. Soms vind ik het wel moeilijk om te zeggen wat ik er niet goed aan vind, want de juf kan het misschien wel goed vinden. M: We mogen veel samenwerken van de juf en dat stoort mij niet. Ik durf het ook zeggen wanneer ik iets niet zo goed vind. Ik zeg ook altijd wat ik wel goed vind. Ik denk dat ik de leerling zo het meeste kan helpen. P: Ik vind het samenwerken leuk, maar dat hoeft voor mij niet altijd. Ik begrijp meestal wel de opdracht. Het is wel handig om elkaar tips te kunnen geven zodat je jezelf kan verbeteren. Ik zeg wat goed is en wat hij/zij nog kan veranderen. Ik zeg nooit: dat is slecht, maar ik zeg dan: daarover zou je nog eens moeten nadenken. De juf heeft ons gezegd dat we dat altijd zo moeten zeggen. Door dat zo te zeggen is het wel gemakkelijker om tegen elkaar eerlijk te zijn. 6.2 Interview met de leerkracht 1. Welke schrijfopdracht heeft u onlangs gegevens? Wat moesten de leerlingen leren? Vandaag hebben we elfjes geschreven in de klas. De leerlingen moesten de kenmerken van een elfje ontdekken en deze nadien zelf toepassen. 2. Welke ondersteuning kreeg de leerling? We brainstormen eerst klassikaal en noteren we samen de kenmerken of de spelregels. Dan maken we klassikaal een elfje op het bord. Ik vraag ook waarover ze allemaal een elfje kunnen schrijven. Ik heb tijdschriften en kranten meegebracht ter inspiratie. Daarna mogen ze zelf een elfje maken. Ik stap rond in de klas om nog te helpen waar nodig. 3. Welke oefeningen gingen aan de opdracht vooraf? Eerst ben ik begonnen met de kenmerken van een elfje te overlopen aan de hand van een voorbeeld dat op het bord stond. Nadien mochten de leerlingen 3 onderwerpen kiezen waarover ze een elfje gingen schrijven. Ik had een aantal tijdschriften en kranten mee waar ze inspiratie uit mochten halen. 4. Hoe wordt de leerling beoordeeld (beoordelingsschema) De beoordeling hangt af van doelstelling tot doelstelling. Er staat zowel een punt op spelling en leestekens, als op de inhoud. Daar hou ik rekening met de vraag: Is het een fantasierijk verhaal?. Ik spreek met de leerling af waar ik extra op let. Bij het elfje was dat de fantasie, de lay-out en de kenmerken van het elfje. 5. Welke feedback krijgt de leerling? Feedback: was er sprake van tussentijdse feedback? Met welke hulpmiddelen (feedbackschema's)? Is de feedback op inhoud, 17

18 vorm of taalgebruik gericht? Wie gaf de feedback? Leidde de feedback tot de gelegenheid teksten te veranderen en werd daar ook gebruik van gemaakt? De leerlingen mogen mij tijdens de schrijfopdracht zeker om hulp vragen. Ze duiden dan de plaats aan waar ze vastzitten en help ik hun verder. Ze zijn wel vrij of ze al dan niet de feedback toepassen. De leerlingen mogen hun schrijfproduct ook aan elkaar voorlezen en geven eerst een compliment en daarna een werkpunt. 6. De relatie van deze taak tot volgende en vorige taken. De les over de elfjes is een volledig aparte les. Soms zijn er ook onderwerpen waar wel meerdere lessen bij te pas komen. Bijvoorbeeld wanneer ik bij spelling les geef over een dialoog, geef ik de leerlingen vooraf ook les over de aanhalingstekens en spelling. 7. De fasering van de les/taak: welke fasen moesten de leerlingen doorlopen? a. instructiehulp (taakbeschrijving voor leerlingen, werkbladen, schema's, strategieschema's) - Ik heb stappenplannen ter beschikking maar de leerlingen vragen er niet naar. Ze weten het wel. Daarom zeg ik de stappen zelf nog eens en doe ik ze eraan denken dat ze alinea s moeten proberen maken. b. computergebruik - Kinderen die heel slecht schrijven of een slechte motoriek hebben mogen op de computer. Bij kinderen die slecht schrijven. Af en toe gebruiken we het internet ook als brainstorm. c. samenwerken tussen leerlingen Zeker voor de brainstorm mogen ze samenwerken. Het is een hulp omdat ze sommige woorden nog niet kennen. Ze kunnen beter elkaar helpen dan beide vast te zitten. Bij een lang verhaal moet de buur het verhaal lezen en daarover feedback geven. 8. Beoordeling: wie beoordeelde het resultaat? Met welke hulpmiddelen (beoordelingsschema's)? Op wat wordt de leerling allemaal geëvalueerd? Geeft u gedifferentieerde feedback?welke aspecten van de tekst werden in de beoordeling betrokken? De leerlingen evalueren door een beoordelingsschema met gezichtjes die ze kleuren: en. Daarna moeten ze nog zeggen wat ze goed vonden, bijvoorbeeld: de spelling. Het is belangrijk dat de leerlingen opbouwende feedback geven, dus ze moeten altijd zeggen waarom ze dat goed/niet goed vinden. Ik beoordeel zowel de inhoud als spelling, grammaticale zinsconstructie, woordgebruik en gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. 9. Geeft u vooraf telkens de kenmerken van de tekstsoort die de leerlingen moeten schrijven? Is het doel duidelijk voor de leerlingen? Ik zorg ervoor dat de leerlingen eerst de tekstsoort bespreken en de kenmerken ontdekken. Dit vind ik heel belangrijk omdat de leerlingen moeten weten waarom ze de tekst schrijven 18

19 en wat het doel ervan is. De leerlingen lezen ook elkaars tekst en verwoorden of het doel al dan niet bereikt is met deze tekst. 19

Uitgeschreven interviews van groep tien

Uitgeschreven interviews van groep tien Uitgeschreven interviews van groep tien Dejonghe Lisa Lannoye Eva Van Damme Sieglinde Interview voor leerling Marie : Schrijfleven van een leerling Ben jij iemand die graag schrijft? Zoja, wat schrijf

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Nena Vandersmissen

Nadere informatie

Bijlage. Uitgetypte interviews opdracht schrijven. Groep 2

Bijlage. Uitgetypte interviews opdracht schrijven. Groep 2 Bijlage Uitgetypte interviews opdracht schrijven Groep 2 Vragen interview leerkracht : schrijfopdracht 1 1. Wat was de opdracht? Ze moesten proeven uit het taalboek uitschrijven, ze moesten de proeven

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Freya De Clercq Opleiding:

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Larissa Van Lombergen

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Tessa Proost Opleiding:

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Interviews. 3 de Bachelor Pedagogische Wetenschappen: Pedagogiek en Onderwijskunde Taaldidactiek

Interviews. 3 de Bachelor Pedagogische Wetenschappen: Pedagogiek en Onderwijskunde Taaldidactiek Interviews 3 de Bachelor Pedagogische Wetenschappen: Pedagogiek en Onderwijskunde Taaldidactiek Prof. Hilde Van Keer Assistent Fien De Smedt Academiejaar 2014-2015 Groep 12 Laure Eeckhout 01204321 Paulien

Nadere informatie

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Waarom vinden wij huistaken zinvol? Wanneer krijgen ouders toelichting bij het huistaakbeleid?

Nadere informatie

Bijlage interview jongen

Bijlage interview jongen Bijlage interview jongen Wat moet aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je moet

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Alleen rekenen, ahja ok. Euh, en zijn er dan dagen dat je wel thuis iets schrijft?

Alleen rekenen, ahja ok. Euh, en zijn er dan dagen dat je wel thuis iets schrijft? Bijlagen Interview met Seppe Heb je gisteren moeten schrijven in de klas? Euh, nee, gisteren niet. Gisteren niet. En heb je thuis geschreven dan? Gisteren heb ik ook niet thuis geschreven. Dus je hebt

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Taken en lessen bij de duizendpoten

Taken en lessen bij de duizendpoten 1 Taken en lessen bij de duizendpoten 2 Tips Hou een papierklem bij aan de rand van dit boekje. Het kan je telkens helpen om in een stappenplan te tonen waar je bent gebleven. Hou dit boekje bij in je

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Kim Meseure en Nele

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

Perspectief leerlingen. Het schrijfleven van de leerling. Schrijven tijdens het lesgebeuren

Perspectief leerlingen. Het schrijfleven van de leerling. Schrijven tijdens het lesgebeuren 8.1 Interviews 8.1.1 Interviewleidraad Perspectief leerlingen Het schrijfleven van de leerling Wat is jouw lievelingsvak op school? Moet je dan veel schrijven? Schrijf je graag? Vind je dat je mooi kan

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Elise Lammens, Laura

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

DEEL 5: BIJLAGEN BIJLAGE 1: INTERVIEW 1

DEEL 5: BIJLAGEN BIJLAGE 1: INTERVIEW 1 Inhoudsopgave Deel 5: Bijlagen... 2 Bijlage 1: Interview 1... 2 Bijlage 2: Interview 2... 5 Bijlage 3: Interview 3... 7 Bijlage 4: Interview juf Mara... 10 1 DEEL 5: BIJLAGEN BIJLAGE 1: INTERVIEW 1 Hallo,

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool de Schakel en verslag opgesteld door Charlotte

Nadere informatie

De kijkwijzer lezen: een alternatief voor het beoordelen van de leesvaardigheden van de kinderen

De kijkwijzer lezen: een alternatief voor het beoordelen van de leesvaardigheden van de kinderen Kijkwijzer voor taal De kijkwijzer lezen: een alternatief voor het beoordelen van de leesvaardigheden van de kinderen Evaluatie van (begrijpende)leesvaardigheden van kinderen is zo moeilijk omdat de prestaties

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Opdracht taaldidactiek Groep 17

Opdracht taaldidactiek Groep 17 Opdracht taaldidactiek - Groep 17 Opdracht taaldidactiek Groep 17 De Munck Ellen, (De Temmerman Jente,) Palombo Verdiana UGent, Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen 2014-2015 0 Opdracht

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Nieuws uit groep 3. 7 juni Beste ouders,

Nieuws uit groep 3. 7 juni Beste ouders, Beste ouders, In de laatste weken zijn veel toetsen afgenomen. Iedere keer blijkt weer dat de LOVS-toetsen voor een heleboel kinderen behoorlijk pittig zijn. De vraagstelling is anders, de opdrachten zijn

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Cosis Begeleid Leren

Cosis Begeleid Leren Vaardigheidslessen: Hulp bij studeren Om met succes een opleiding te kunnen volgen is het voor jongeren belangrijk dat ze over een aantal specifieke vaardigheden beschikken. Daarom hebben we een cursus

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

Thema 7 Activiteit 5. medelln. en leerkracht

Thema 7 Activiteit 5. medelln. en leerkracht De leerlingen ontwerpen hun vlag op een los blad. 3 de leerjaar : Overzicht lesverloop 50 1 De leerlingen ontwerpen een persoonlijke piratenvlag. Ze stellen hun vlag voor aan hun medeleerlingen in een

Nadere informatie

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3) Leestips Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3) In groep 3 krijgt je kind gerichte leesinstructie. Hij leert dat woorden uit letters bestaan en dat aan al deze letters een bepaalde klank vastzit.

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014 Huiswerkbeleid op OBS de Zeester augustus 2014 1 Inhoud: 1. Waarom geven wij huiswerk? 2. In welke groepen krijgen de kinderen huiswerk? 3. Waaruit bestaat het huiswerk in de diverse groepen? Op onze school

Nadere informatie

Uitgetypte interviews Taaldidactiek

Uitgetypte interviews Taaldidactiek Universiteit Gent: Academiejaar 2014-2015 Uitgetypte interviews Taaldidactiek Groep 16 Van Den Bussche Thiana, Vande Velde Kathleen & Reene van de Wall Pedagogische Wetenschappen pedagogiek en onderwijskunde

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze.

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze. Race lezen 1 leesracemap 1 timer 1. Neem een leesracemap naar keuze. 2. Neem elk een leesbundel uit de map. 3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje tekst. 4. Wissel de rollen om. Nu heb je

Nadere informatie

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN ACTIEFICHE - SECUNDAIR DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN Soorten onderzoek: Bevestigend (vraag en methode door lkr, resultaat op voorhand gekend) Gestuurd (vraag en methode door lkr) Begeleid

Nadere informatie

OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen

OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen Jullie gaan proberen een actueel jaarwerk te maken. Je werkt individueel. De bedoeling is dat je je favoriete reisbestemming vindt. Hieronder vind je alles wat er

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING LES 9 De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING SUGGESTIES VOOR LINKEN Je kunt het kopieerblad met de dobbelsteen (de 5 W-vragen en de H-vraag) kopiëren voor alle leerlingen. Laat ze zelf de dobbelsteen versieren

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN WERKVORMEN

DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN WERKVORMEN LES 1 I. Inleiding 12 minuten A) Aanknopingsfase Invullen van agenda. Maandag 7: Nederlands: De opbouw van een tekst Lkr. deelt de cursussen uit De leerlingen mogen de tekst proberen te lezen op p. 1.

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis

Nadere informatie

Welke soorten huistaken geven we aan onze leerlingen?

Welke soorten huistaken geven we aan onze leerlingen? Huistakenbeleid Waarom huistaken zinvol zijn! Oefenen en afwerken Door huistaken te geven willen wij ervoor zorgen dat leerstof verder kan ingeoefend en geautomatiseerd worden. Vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

Uitgeverij Schoolsupport ww.schoolsupport.nl

Uitgeverij Schoolsupport ww.schoolsupport.nl 24 De Dyslexie-Survivalgids Hoofdstuk 2 Gevoelens? Je zult het waarschijnlijk niet altijd even gemakkelijk hebben om met je probleem om te gaan. Dit is heel normaal. Wie naar het eerste leerjaar gaat,

Nadere informatie

Checklist examenvoorbereiding en planning

Checklist examenvoorbereiding en planning Checklist examenvoorbereiding en planning Examens!? We willen je helpen om vlot door je examens te raken. We hopen dat deze controlelijst je kan helpen. Dit document is een werkinstrument en mag je bijhouden.

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Inleiding

Inhoud. Voorwoord. Inleiding Inhoud 05 06 Voorwoord Inleiding 10 14 17 21 25 29 33 37 41 44 47 51 56 60 66 Deel 1 Schrijftechnieken 1. Aanvulzin 2. Aanvulzin 3 x 3. Sprinten 4. Lijstje 5. Woordgedicht 6. Elfje 7. Rondeel 8. Herhaalgedicht

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Persoonlijk én succesvol bloggen vanuit jouw passie

Persoonlijk én succesvol bloggen vanuit jouw passie Leer authentiek bloggen en trek meer klanten aan Persoonlijk én succesvol bloggen vanuit jouw passie Persoonlijk én succesvol bloggen vanuit jouw passie Backhuijs Communicatie 1 Les 2: Onderwerpen Les

Nadere informatie

HALLO WERELD WERKSTUK

HALLO WERELD WERKSTUK HALLO WERELD WERKSTUK Opdracht Maak een werkstuk over China, het onderwerp van het boek De Parel en De Draak. Beschrijf verschillende aspecten van het land en maak je werkstuk zo afwisselend mogelijk.

Nadere informatie

Over taaie taboes en lastige liefdes

Over taaie taboes en lastige liefdes Seksuele diversiteit graad 3 Lesvoorbereiding Over taaie taboes en lastige liefdes Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print het artikel Huwelijken

Nadere informatie

Anne Frank. Lezen & schrijven. met. Laat het ons weten! Handleiding voor de docent en de bibliotheekmedewerker

Anne Frank. Lezen & schrijven. met. Laat het ons weten! Handleiding voor de docent en de bibliotheekmedewerker Laat het ons weten! Wij zijn reuze benieuwd naar de mooie zinnen of gedichtjes van de leerlingen. U kunt ons hiervan laten meegenieten via de Facebookpagina van het nne Frank Huis. Post een van de resultaten

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s.

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s. Onderwerp Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s. NED 2.8 WO 2.7 WO 2.9 WIS 5.4 *NED 4.2 Een instructie geven zodat

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. 2 juli 2014 KBS De Hoeksteen 11QH Olmendreef 100 3137 CR Vlaardingen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Hoe maak

Nadere informatie

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen Schrijven groep 7-8 Leerdoelen De leerlingen schrijven allerlei soorten teksten, waaronder verhalende, informatieve, directieve, beschouwende en argumentatieve teksten herkennen en gebruiken kenmerken

Nadere informatie

(T)huiswerkbeleid onze visie van huiswerk naar thuiswerk, een groot verschil

(T)huiswerkbeleid onze visie van huiswerk naar thuiswerk, een groot verschil (T)huiswerkbeleid onze visie van huiswerk naar thuiswerk, een groot verschil Een goed evenwicht vinden tussen huiswerk & hobby s, werk en privé, de organisatie van een gezin, het wordt er niet makkelijker

Nadere informatie

Een verhaal schrijven

Een verhaal schrijven Een verhaal schrijven Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: de nucleaire top in Den Haag. De schrijftaak die centraal staat, is er een uit het genre Fictie. De leerlingen

Nadere informatie

LES: Groepjes maken 2

LES: Groepjes maken 2 LES: Groepjes maken 2 DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); verband leggen

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Juf Sabine en juf Maaike

Juf Sabine en juf Maaike Je moet daar heel wat voor kunnen: - Je moet goed kunnen lezen - En ook goed begrijpen wat je leest - Je moet goed kunnen opzoeken - En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt. - Je moet je verhaal

Nadere informatie

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING

De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING SUGGESTIES VOOR LINKEN Je kunt de leerlingen vertellen dat 30 jaar geleden de meeste mensen in ons land dagelijks een krant kochten of via de post ontvingen. Dat aantal

Nadere informatie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Vorm groepjes en verdeel de volgende rollen: groepsleider, verslaggever en tijdbewaker. 1. Eindtermen Nederlands: een verkenning

Nadere informatie

Dag 2 Gevoelensgedichten

Dag 2 Gevoelensgedichten Dag 2 Gevoelensgedichten Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: gedichten schrijven over gevoelens Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > In groep een gedicht schrijven

Nadere informatie

Huiswerkbeleid. 1 februari. Document bevat beschrijving over het beleid op huiswerk.

Huiswerkbeleid. 1 februari. Document bevat beschrijving over het beleid op huiswerk. Huiswerkbeleid 1 februari 2016 Document bevat beschrijving over het beleid op huiswerk. Inleiding Tijdens oudergesprekken, ouderavonden en gesprekken tussen leerkrachten komt regelmatig de vraag naar voren

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

De zomer van Atlas 2018

De zomer van Atlas 2018 De zomer van Atlas 2018 Beste docent Naar jaarlijkse gewoonte organiseert Atlas leuke en leerrijke activiteiten tijdens de zomermaanden. Hieronder vind je belangrijke informatie. Vermeld je deze info zeker

Nadere informatie

Onze schooleigenvisie op huiswerk

Onze schooleigenvisie op huiswerk Huistaken en lessen uit het schoolreglement De leerlingen zijn steeds verplicht de opgegeven lessen te leren. De leerkracht is steeds gerechtigd deze leerstof mondeling of schriftelijk op te vragen. De

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 5 Ik hoef niet aangespoord te worden om mijn taken te maken. Niemand hoeft mij te zeggen

Nadere informatie

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1. Wat kijk je graag op tv? 2. Wat is je lievelingsfilm? 3. Wat doe je op internet? 4. Welke games speel je? 5. Waar praat je over op facebook, twitter, enzo? 6. Wat doe

Nadere informatie

Bijlage interview vervangleerkracht vijfde leerjaar

Bijlage interview vervangleerkracht vijfde leerjaar Bijlage interview vervangleerkracht vijfde leerjaar Leerkracht: Vervangleerkracht vijfde leerjaar De leerkracht van het vijfde leerjaar die we oorspronkelijk gingen interviewen was voor een onbepaalde

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap Over rapportgesprekken en eigenaarschap Geef een Het is voor een kind heel fijn om te weten waar het staat, hoe het daar gekomen is, waar het naartoe gaat werken én hoe het daar kan komen. Renée van Eijk

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? w 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 X 2 X X 3 X X X 4 X X X X 5 X X X X X 6 X X X X X X 7 X X X X X X X 8 X X X X X X X X ö 1. D e n k e n D e

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen ZOEK DE VERSCHILLEN De leerlingen zoeken op twee prenten de verschillen, zonder elkaars prent te zien P. 04-05 Leesoefeningen JIJ

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs. Werkinstrumenten. Anders evalueren in wiskunde en Frans

Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs. Werkinstrumenten. Anders evalueren in wiskunde en Frans Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs Werkinstrumenten Anders evalueren in wiskunde en Frans Centrum voor ervaringsgericht onderwijs Schapenstraat 34 3000 Leuven joost.maes@ppw.kuleuven.be

Nadere informatie

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan TIPS VOOR DOCENTEN HUIL! Het lucht op Nu met nog meer tranen! Kim Koelewijn Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan 9-99 TIPS VOOR DOCENTEN Dichtbij en verder weg Wanneer je met

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen sms -jes van een verliefde jongere en bepalen aan de hand van de berichtjes het

Nadere informatie