Nr. van neerlegging bij de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten) Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO)

Transcriptie

1

2 versie april 2015 BIJLAGE 1 Nr. van neerlegging bij de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten) Naam + adres onderneming: Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) Kliniekstraat BRUSSEL Plaats van tewerkstelling: Kliniekstraat 25, Gaverstraat 4, Gaverstraat 35, Duboislaan 14, Dwersbos 28, Hoogvorst 2, 1070 BRUSSEL 9500 GERAARDSBERGEN 9500 GERAARDSBERGEN 1560 GROENENDAAL 1630 LINKEBEEK 9506 GRIMMINGE Aard van de activiteit: Verrichten van wetenschappelijk onderzoek inzake natuur en het duurzaam gebruik en beheer ervan. 1. ARBEIDSDUUR EN WERKROOSTERS Artikel 1 De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt 38u per week. Deze arbeidsduur wordt bereikt door toepassing van de als bijlage 1 vermelde werkroosters. Artikel 2 1. Algemeen Het personeel wordt tewerkgesteld met een variabele werktijdregeling. Deze variabele werktijdregeling houdt in dat de werktijd wordt verdeeld in stamtijden, glijtijden en service-tijd. De stamtijd is de periode waarin ieder personeelslid aanwezig moet zijn. De afwezigheid tijdens de stamtijd kan alleen gerechtvaardigd worden door een vakantie, een verlof, een ziekte, een opdracht, een zending, een dienstvrijstelling enz. Een personeelslid dat afwezig is tijdens de stamtijden, bijv. omwille van verlof, dienstvrijstelling, vergadering op een andere locatie, moet dat steeds in zijn/haar elektronische agenda noteren. De glijtijd is de periode waarin het personeelslid elke dag zijn/haar uur van aankomst of vertrek kiest, rekening houdend met de goede werking van de dienst. De servicetijd is de tijdsduur waarin de vestigingen (en niet elk individueel personeelslid) bereikbaar moeten zijn. De servicetijd loopt van 8.30 uur tot uur. De administrateur-generaal en de vestigingsverantwoordelijken moeten ervoor zorgen dat de dienst tijdens deze servicetijd operationeel is.

3 Het dagschema wordt ingedeeld in 5 periodes: de morgen : van 7.30 uur tot 9.45 uur = glijtijd de voormiddag : van 9.45 uur tot uur = stamtijd de middag : van uur tot uur = glijtijd de namiddag : van uur tot uur = stamtijd de avond : van uur tot uur = glijtijd De gewone dagprestatie bedraagt 7.36 uur, een halve dagprestatie 3.48 uur. Deze tijdsduur wordt ook aangerekend bij vakantie, ziekte, enz. Bij de personeelsleden die een halve dag vrij nemen, wordt bij een voltijdse tewerkstelling 3.48 uur in rekening gebracht. Tijdens de andere daghelft moet het personeelslid de stamtijd respecteren, nl. van 9.45 uur tot uur als hij/zij in de namiddag vrij neemt of van uur tot uur als hij/zij in de voormiddag vrij neemt. De maximumduur die voor een dagprestatie wordt aangerekend bedraagt 9.00 uur. De maximum halve dagprestatie bedraagt 9.00 uur 3.48 uur = 5.12 uur. Bij hoogdringendheid of op expliciete vraag van de hiërarchische chef kan het personeelslid de maximale dagprestatie van 9.00 uur overschrijden. Onder kredieturen verstaan we de prestaties die de dagprestatie van 7.36 uur overtreffen en die geleverd worden tussen 7.30 uur en uur. Onder overuren verstaan we prestaties die geleverd worden voor 7.30 uur s ochtends en na uur s avonds en dat op uitdrukkelijke vraag van de leidinggevende van het personeelslid. De tijd vóór 7.30 uur en na uur kan niet als prestatie worden beschouwd, tenzij de extra uren gepresteerd worden in opdracht van de hiërarchische chef. Behalve in geval van overmacht, moeten deze extra prestaties tijdig gevraagd worden aan het betrokken personeelslid. Ze kunnen alleen bij wijze van uitzondering gevraagd worden. Nachtwerk zijn prestaties die verricht worden tussen uur s avonds en uur s ochtends. Zaterdagwerk zijn prestaties die verricht worden op een zaterdag tussen uur en uur. Zondagwerk zijn prestaties die verricht worden op een zondag tussen uur en uur. Prestaties op een wettelijke, decretale of erkende feestdag worden gelijkgesteld met zondagwerk. 2. De arbeidsduurregistratie Elk personeelslid neemt verplicht een middagpauze van minimum 30 minuten die niet als dagprestatie wordt aangerekend. Op het einde van elke maand wordt het aantal gepresteerde uren verrekend door een vergelijking te maken met de referentietijd die, voor een voltijdse tewerkstelling, 7.36 uur x het aantal arbeidsdagen bedraagt. 2

4 Voor de personeelsleden met deeltijdse prestaties worden de per dag te verrichten gemiddelde prestaties in verhouding verminderd. De te presteren maandelijkse arbeidstijd wordt verminderd met 60 minuten voor vertragingen op de weg naar het werk. Dat betekent dat de personeelsleden op het einde van de maand automatisch een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend krijgen. Vertragingen op de weg naar het werk worden alleen nog in de volgende gevallen afzonderlijk geregulariseerd: - bij vertragingen van het openbaar vervoer: wanneer de vertragingen afzonderlijk meer dan 30 minuten bedragen; - bij andere vertragingen: wanneer de vertragingen afzonderlijk meer dan 60 minuten bedragen. De werkgever kan steeds een bewijsstuk van de vertraging opvragen bij de NMBS, De Lijn, de MIVB of de TEC. Op kerstavond wordt eveneens een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend. Op die dag begint de avondglijtijd bij uitzondering om uur. De bevoegde personeelsfunctie zorgt op eigen initiatief of op vraag van de functionele chef voor de berekeningen met betrekking tot de variabele werktijdregeling. 3. Werktijdregeling en recuperatie en inhalen van werkuren Op het einde van elke maand heeft het personeelslid meestal een overschot (krediet) of een tekort (debet) aan werkelijk gepresteerde uren. Alle personeelsleden volgen de variabele werktijdregeling behalve de personeelsleden die een vast dienstrooster hebben, zijnde de groenarbeiders en sommige technici en de technici en deskundigen die aan seizoensgebonden terreinwerk doen Overschot De personeelsleden die de variabele werktijdregeling volgen, kunnen hun maandelijks teveel gepresteerde kredieturen enkel opnemen tijdens de glijtijden van de volgende maanden van hetzelfde jaar. Enkel de prestaties die op uitdrukkelijke vraag van de leidinggevende van het personeelslid geleverd worden voor 7.30 uur s morgens en na uur s avonds (= overuren) kunnen omgezet worden in verlof. De hiërarchische chef is ervoor verantwoordelijk dat de belangen van de dienst hierbij niet in het gedrang komen. De technici en deskundigen die seizoensgebonden terreinwerk, uitvoeren kunnen zowel kredieturen als overuren omzetten in verlof, op voorwaarde dat deze uren op uitdrukkelijke vraag van hun leidinggevende gepresteerd werden. Overuren kunnen onbeperkt omgezet worden in verlof. Met kredieturen kunnen maximum 4 werkdagen verlof per jaar opgebouwd worden. Bouwt men meer kredieturen op moet men deze tijdens de glijtijden van de volgende maanden van hetzelfde jaar recupereren. 3

5 De personeelsleden die een vast dienstrooster hebben, kunnen zowel kredieturen als overuren onbeperkt omzetten in verlof Tekort De debeturen moeten worden ingehaald binnen de variabele werktijdregeling van 7.30 uur tot uur. De middagpauze telt uiteraard niet mee. Op het einde van elke maand mag het personeelslid geen tekort (debet) aan gepresteerde uren hebben. Indien het personeelslid op het einde van het jaar zonder geldige reden een tekort aan gepresteerde uren heeft en nadat het personeelslid hierover een schriftelijke verwittiging heeft gekregen, wordt onverminderd de toepassing van tuchtstraffen: - in de eerste plaats het jaarlijks vakantieverlof verminderd naar rato van dit tekort; - bij gebrek aan jaarlijks vakantieverlof het debet als onwettige afwezigheid beschouwd. In dat geval verliest het betrokken personeelslid zijn/haar recht op salaris. 4. Melden van afwezigheden Personeelsleden moeten elke afwezigheid tijdens de stamtijd in hun elektronische agenda. 5. Deeltijdse personeelsleden De personeelsleden die deeltijds werken zijn eveneens aan het systeem van de variabele werktijdregeling onderworpen. Hun werktijdregeling wordt in onderling overleg met hun hiërarchische chef bepaald, net als de werktijdregeling van de groenarbeiders en de technici die een vast dienstrooster hebben en deeltijds werken. 6. Zaterdag-, zondag- en nachtwerk Zaterdag-, zondag en nachtwerk wordt enkel verricht op vraag van de hiërarchische chef en moet tot een minimum beperkt worden. Het wordt voor alle personeelsleden gecompenseerd met 1 1/2 de van het aantal gepresteerde uren, op voorwaarde dat het personeelslid het werk presteert bovenop zijn/haar uur per week. Het woon-werkverkeer wordt enkel meegeteld voor de berekening van het aantal gepresteerde uren als de activiteit niet doorgaat op de standplaats van het personeelslid. Indien een prestatie een gedeelte van een uur omvat, wordt dat gedeelte afgerond tot een vol uur als het 30 minuten of meer bedraagt; het valt weg indien het minder dan 30 minuten bedraagt. Personeelsleden die op uitdrukkelijke vraag van hun hiërarchische chef op buitenlandse zending zijn tijdens het weekend of op feestdagen, kunnen dit zaterdagen/of zondagwerk compenseren met 1 1/2 de van het aantal gepresteerde uren. De hiërarchische chef meldt de gepresteerde overuren, zaterdag-, zondag- en nachtwerk en de kredieturen die in verlof kunnen worden omgezet aan de personeelsfunctie. 4

6 7. Specifieke werktijdregeling 7.1. Algemene bepalingen Afhankelijk van de behoeften van de dienst kan de lijnmanager, na overleg in het bevoegde overlegcomité, aan een aantal personeelsleden een specifieke werktijdregeling opleggen. Bij deze uitzonderlijke werktijdregeling kunnen onder meer: - verplichtingen worden opgelegd om sommige vaste uren te presteren binnen de glijtijden; - andere glijtijden worden opgelegd; - vaste dienstroosters worden opgelegd Specifieke bepalingen voor het Eigen Vermogen van het INBO De receptionist(e) in de hoofdzetel Aan het onthaal te Brussel wordt een permanentie voorzien van 8.30 uur tot uur. De onthaalbediende heeft een vast dienstrooster van 8.30 uur tot uur met een middagpauze van tot uur De groenarbeiders en sommige technici De groenarbeiders en sommige technici hebben een vast dienstrooster en werken dagelijks van 7.45 uur tot uur of van 8:00 uur tot 16:06 uur met een middagpauze van 30 minuten. 8. Controle op de variabele werktijdregeling 8.1 De administrateur-generaal, het afdelingshoofd / wetenschappelijk directeur en de hiërarchische chef zijn volledig verantwoordelijk voor de optimale dienstverlening en de maximale beschikbaarheid van hun diensten. De hiërarchische chef draagt de volle verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van de werktijdregeling. 8.2 Het systeem van de variabele werktijdregeling biedt belangrijke voordelen. Om het systeem van werktijdregeling goed te laten functioneren, moet elk personeelslid het loyaal toepassen. Tegenover elk misbruik dient dan ook zeer streng te worden opgetreden, inzonderheid bij herhaling. Het personeelslid dat zonder toestemming of kennisgeving afwezig is, komt in nonactiviteit te staan zonder salaris, tenzij in geval van overmacht. 5

7 Het registreren van fictieve of onjuiste zendingen tijdens de stamtijden wordt als een zware fout beschouwd. Naast een vermelding in het individueel evaluatiedossier door middel van persoonlijke nota s en het toepassen van straffen geven ze aanleiding tot het opleggen van een vaste werktijdregeling, zonder enige vorm van recuperatie en kunnen ze aanleiding geven tot ontslag om dringende redenen (zie artikel 10). Artikel 3: structureel en occasioneel telewerk Telewerk gebeurt steeds op vrijwillige basis. De hiërarchische chef beslist of iemand kan telewerken, rekening houdend met de functie, de competenties, de beschikbare infrastructuur, de administratieve processen en de interne afspraken. De omzendbrief PEBE/DVO/2006/9 van 18 augustus 2006 met betrekking tot modaliteiten tot regeling van structureel telewerk is van toepassing, zoals deze zal worden gewijzigd. 2. RUSTDAGEN Artikel 4 De gewone dagen van inactiviteit zijn: - de zaterdagen en zondagen; - de wettelijke en decretale feestdagen, 2 en 15 november en 26 december - de jaarlijkse vakantiedagen Ter vervanging van de wettelijke en decretale feestdagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft het personeelslid vakantie voor de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Het personeelslid dat verplicht is om op één van de wettelijke of decretale feestdagen of in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. Indien het personeelslid in dienst is op de feestdag(en), maar niet op de vervangende vakantiedagen die werden vastgelegd, is hij/zij die vervangende vakantiedagen kwijt. Het personeelslid dat vóór Kerstmis de diensten van de Vlaamse overheid verlaat ingevolge pensionering krijgt vervangende vakantiedagen gelijk aan het aantal feestdagen die samenvallen met een zaterdag of zondag tijdens het gedeelte van het jaar voorafgaand aan de pensionering. 3. JAARLIJKSE VAKANTIE Artikel 5 Het personeelslid heeft met inachtneming van de behoeften van de dienst een jaarlijks recht op 35 werkdagen vakantie. 6

8 Het personeelslid neemt de jaarlijkse vakantiedagen op in gezamenlijk akkoord tussen de werknemer en zijn/haar functionele chef. Het personeelslid heeft het recht om binnen het aantal van 35 werkdagen, 4 werkdagen vakantie te nemen zonder dat het dienstbelang daar tegenover kan gesteld worden (spoedverlof). Om jaarlijkse vakantiedagen aan te vragen stuurt het personeelslid een mail naar zijn/haar functionele chef en naar personeel.helpdesk@inbo.be. Boven op de 35 werkdagen vakantie heeft het personeelslid van 55 jaar of ouder recht op volgend aantal extra werkdagen vakantie: - vanaf 55 jaar: 1 werkdag; - vanaf 57 jaar: 2 werkdagen; - vanaf 59 jaar: 3 werkdagen; - vanaf 60 jaar: 4 werkdagen; - vanaf 61 jaar: 5 werkdagen. Het personeelslid kan maximum 11 werkdagen jaarlijks geheel of gedeeltelijk opsparen en aanwenden in het of de volgende kalenderjaren en uiterlijk vóór de pensionering. Ingeval het personeelslid door ziekte of arbeidsongeval zijn/haar vakantieverlofdagen niet heeft kunnen opnemen vóór de pensionering, worden deze dagen uitbetaald. Elke periode van dienstactiviteit geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen. De in dit artikel bedoelde vakantiedagen worden gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Wanneer een personeelslid in de loop van het jaar in dienst treedt of zijn/haar functie definitief neerlegt, wordt zijn/haar vakantieverlof in evenredige mate verminderd tijdens het lopende jaar. Het aantal vakantiedagen wordt in evenredige mate verminderd met het aantal onbezoldigde verlofdagen tijdens het lopende jaar en, indien niet meer mogelijk, tijdens het daaropvolgende jaar. De jaarlijkse vakantiedagen worden niet opgeschort bij ziekte, doch wel bij hospitalisatie van het personeelslid en de eventueel hierop aansluitende herstelperiode. 4. LOON Artikel 6 Het loon wordt berekend per maand in functie van de datum van afsluiting in Vlimpers (rond de 20 e van elke maand). 7

9 Artikel 7 Het loon wordt uiterlijk op de laatste werkdag van de maand uitbetaald door storting op een door het personeelslid gekozen rekeningnummer. Afhoudingen op het loon mogen slechts uitgevoerd worden volgens de wettelijke voorschriften. Artikel 8 De personeelsleden dienen alle wijzigingen in verband met hun woon- of verblijfplaats en gezinstoestand (bijvoorbeeld geboorte, overlijden van de echtgenoot, huwelijk, wettelijke samenwoning, echtscheiding, enz.) zo spoedig mogelijk in te voeren via de selfservicemodule voor werknemers in Vlimpers of te melden aan de personeelsdienst als ze geen toegang hebben tot Vlimpers. De personeelsleden dienen eveneens de personeelsdienst te informeren als de bij hen inwonende gezinsleden niet langer als fiscaal ten laste kunnen worden beschouwd. De wijzigingen aan de gezinstoestand en de eventuele gezinslasten kunnen immers invloed hebben op de bedrijfsvoorheffing die van het brutosalaris wordt ingehouden. De gehuwden en de wettelijk samenwonenden moeten eveneens een keuze maken op wiens beroepsinkomen de vermindering van de bedrijfsvoorheffing wegens gezinslasten moet worden toegepast. 5. OPZEGGINGSTERMIJNEN Artikel 9 De duur van de opzegtermijnen en / of de nadere regelen voor het bepalen van de opzegtermijnen zijn vastgesteld door: - de wet van betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals deze zal worden gewijzigd; - door de wet van houdende sociale en diverse bepalingen, zoals deze zal worden gewijzigd; - door de wet van ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals deze zal worden gewijzigd. - in de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen, zoals die al worden gewijzigd. 6. EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST Artikel 10 Als een arbeidsovereenkomst werd afgesloten voor onbepaalde duur mogen zowel de werkgever als de werknemer een einde stellen aan deze overeenkomst door middel van een vooropzeg, in overeenstemming met de bepalingen van de wetten zoals vermeld in deel 5 - opzeggingstermijnen, artikel 9. 8

10 Artikel 11 Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, kunnen volgende tekortkomingen beschouwd worden als een dringende reden, met onmiddellijk ontslag zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding tot gevolg: - diefstal - dronkenschap of druggebruik - bedreigingen, geweld, ongewenst seksueel gedrag op het werk of pesterijen (onverminderd de in dit arbeidsreglement vermelde sancties, zie 11 Welzijnsreglement IX. Sancties) - bedrog en fraude - regelmatig voorkomende ongewettigde afwezigheden - beledigingen in aanwezigheid van andere personen, zoals o.m. bedoeld in de wetgeving ter bestrijding van de discriminatie - ongerechtvaardigde werkweigering - indiscretie, bekendmaken van vertrouwelijke gegevens - misbruik van telefoon, , internet en andere communicatiemiddelen - roken op de werkplek Deze tekortkomingen tot staving van de dringende reden moeten van voldoende ernstige aard zijn om de professionele samenwerking tussen de werkgever en het personeelslid onmiddellijk en definitief onmogelijk te maken. Dat in dit arbeidsreglement bepaalde tekortkomingen niet als dringende reden worden gekwalificeerd, houdt niet in dat geen ontslag om dringende reden kan worden gegeven om deze tekortkomingen. 7. VERPLICHTINGEN VAN DE PERSONEELSLEDEN Artikel 12 Het personeelslid moet zijn/haar werk uitvoeren met zorg, in eer en geweten, op de voorgeschreven tijd, plaats en voorwaarden. Te laat op het werk komen, een werkonderbreking of een vroegtijdig verlaten van het werk zijn onderworpen aan een voorafgaandelijke toelating van de werkgever (behalve in geval van overmacht of een wettelijke reden). Het personeelslid moet zijn/haar werk uitvoeren in overeenstemming met de bevelen en instructies gegeven door de werkgever, zijn/haar aangestelde of gevolmachtigde met het oog op de uitvoering van de arbeidsrelatie. Het is het personeelslid niet toegelaten op eigen initiatief, buiten de uitvoering van zijn/haar arbeidsovereenkomst, gegevens of resultaten van het bij het Eigen Vermogen van het INBO gedane onderzoek bekend te maken of te publiceren. Het personeelslid verbindt zich ertoe na het beëindigen van zijn/haar arbeidsovereenkomst alle inlichtingen te verschaffen met betrekking tot de uitvoering van zijn/haar functie en zijn/haar onderzoek. Alle materiële en intellectuele 9

11 verwervingen, ontdekkingen en creaties die het personeelslid tot stand brengt in uitvoering van de arbeidsovereenkomst alsmede de daaraan verbonden vermogensrechten, worden door het personeelslid overgedragen aan het Eigen Vermogen, in hun meest volledige wettelijke omvang, zonder voorbehoud van enige bestaande bevoegdheid. Het personeelslid heeft de plicht aan de werkgever de werktuigen en de ongebruikte grondstoffen, die hem werden toevertrouwd, terug te geven evenals het materiaal dat hem werd gegeven om toe te laten zijn/haar werk uit te voeren. Het personeelslid heeft ook de plicht aan de werkgever materiaal of grondstoffen terug te geven die in slechte staat zijn of hem de tekortkomingen te melden. 8. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL Artikel 13 Ieder personeelslid is gehoorzaamheid en respect verplicht aan de persoon die op één of andere manier gezag uitoefent op de werkplaats. De personen die belast zijn/haar met leidinggevende of controlefuncties moeten ten opzichte van de personeelsleden de regels van gerechtigheid, moraliteit en wellevendheid in acht nemen. 9. PROEFBEDING Artikel 14 Het proefbeding is afgeschaft door de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen, zoals die al worden gewijzigd 10. STRAFFEN EN BEROEPSMOGELIJKHEDEN Artikel 15 De tekortkomingen van het personeelslid in verband met de goede uitvoering van de arbeidsovereenkomst en dit reglement, t.a.v. de geldende regelgeving en t.a.v. individueel gemaakte schriftelijke afspraken en voor zoverre zij niet beschouwd worden als een zware fout, kunnen op volgende manieren worden bestraft: - terechtwijzing - blaam - schorsing voor één of meerdere dagen zonder loon - ontslag 10

12 Straffen zoals hierboven voorgesteld kunnen enkel en alleen worden opgelegd door de lijnmanager, eventueel na overleg of in samenspraak met de functionele chef en/of met de van toepassing zijnde hiërarchische lijn. Het personeelslid aan wie de sanctie werd opgelegd kan bij de lijnmanager schriftelijk beroep aantekenen binnen de drie werkdagen nadat hij/zij kennis heeft genomen van de straf. Binnen de vijf werkdagen zal de betrokkene worden gehoord door de lijnmanager of zijn/haar gemachtigde. Hierna dient binnen de twee werkdagen door de lijnmanager of zijn/haar gemachtigde een beslissing te worden genomen. Indien het personeelslid de beroepstermijn niet respecteert, blijft de sanctie behouden. Indien de werkgever niet binnen de gestelde termijn beslist, vervalt de sanctie. In geval van beroep zal de uitvoering van de sanctie opgeschort worden tot daarover een definitieve beslissing is genomen. Artikel 16 Personeelsleden die bij de uitoefening van hun dienst schade berokkenen aan de openbare rechtspersoon of aan derden, zijn enkel aansprakelijk voor hun bedrog en hun zware schuld. Voor lichte schuld zijn zij enkel aansprakelijk als die bij hen eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem verschuldigd zijn krachtens artikel 18 van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 en die na de feiten met de werknemer zijn overeengekomen of door de rechter zijn vastgesteld, op het loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers. 11. WELZIJNSREGLEMENTERING 11.1 Procedures bij psychosociale risico s op het werk De procedures die van toepassing zijn als er feiten gemeld worden die betrekking hebben op psychosociale risico s op het werk zijn opgenomen in de omzendbrief BZ 2015/1 van 20 maart 2015, zoals die zal worden gewijzigd: a) het onthaal van en de adviesverlening aan de personeelsleden die menen psychische en/of lichamelijk schade te ondervinden door psychosociale risico s op het werk; b) de informele en formele procedures waarop deze personeelsleden een beroep kunnen doen om een verzoek tot psychosociale interventie te kunnen opstarten, c) de snelle en volledig onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn; 11

13 d) de wedertewerkstelling van de personeelsleden die verklaard hebben dat ze schade ondervonden hebben wegens blootstelling aan psychosociale risico s op het werk, en de begeleiding van die personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling. Contactpersonen : zie bijlage 3 bij het arbeidsreglement 11.2 ALCOHOL- EN DRUGSBELEID Artikel 17 Illegale drugs binnenbrengen, gebruiken, verdelen of verkopen, of onder invloed zijn ervan tijdens de werkuren is niet toegestaan. Artikel 18 Het gebruik van een alcoholslot in dienstwagens is toegelaten EHBO EN VERBANDKIST Artikel 19 De EHBO-verantwoordelijke is te bereiken op de volgende plaats: Vestiging EHBO-verantwoordelijke (naam, lokaal, telenfoonnummer) Kliniekstraat 25, 1070 Anderlecht Chris Luyten, lokaal 0.6a, Gaverstraat 4, 9500 Geraardsbergen Joris Vernaillen, lokaal 1.10, Gaverstraat 35, 9500 Geraardsbergen Els Mencke, labo, Duboislaan 14, 1560 Groenendaal Yves Maes, lokaal 04, Dwersbos 28, 1630 Linkebeek Dirk Hennebel, Hoogvorst 2, 9506 Grimminge Michel Dannau, I. Dringende medische hulp In geval van ongevallen waarbij ter plaatse dringende medische interventie (ziekenwagen) nodig is, dienen volgende richtlijnen te worden nageleegd: 1. Bel en meld: - je naam - plaats van het ongeval: adres, verdieping en lokaal - toestand van het slachtoffer - verwittig de onthaalbalie en laat iemand de hulpdienst opwachten 1. Bel de verpleegkundige op het nummer dat hieronder vermeld wordt en meld: - je naam 12

14 - je toestelnummer - plaats van het ongeval: adres, verdieping en lokaal - bijzonderheden Een verpleegkundige komt ter plaatse. II. Gewone medische hulp Voor ongevallen van niet dringende aard kan men zich wenden tot de EHBOverantwoordelijke van de vestiging, die eventueel kan doorverwijzen naar de verpleegkundige en het EHBO-lokaal. Iedere werkdag is er verpleegkundige EHBO-permanentie van 9u tot 16u in het Boudewijngebouw, Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel in het EHBO-lokaal 1B. Verpleegkundige dienstverlening, andere dan EHBO, kan alleen na afspraak van 9u tot 12u en van 13u30 tot 16u. Het personeelslid kan tussen 9u en 10u een afspraak maken op het volgende telefoonnummer: Artikel 20 De verbandkist bevindt zich op de volgende plaats: Vestiging Plaats verbandkist Kliniekstraat 25, 1070 Anderlecht 1 ste verdieping, lokaal 1.16 Gaverstraat 4, 9500 Geraardsbergen Joris Vernaillen, lokaal 1.10 Gaverstraat 35, 9500 Geraardsbergen Gelijkvloers, gang Duboislaan 14, 1560 Groenendaal Secretariaat Dwersbos 28, 1630 Linkebeek Secretariaat en broedhal Hoogvorst 2, 9506 Grimminge Polyvalente ruimte 12. ZIEKTECONTROLE EN ARBITRAGEPROCEDURE De volgende regelingen gelden voor contractuele personeelsleden, ook als deze in het buitenland werken of verblijven Mededeling van afwezigheid wegens ziekte Mededeling van de afwezigheid wegens ziekte of ongeval anders dan een arbeidsongeval Het personeelslid deelt elke afwezigheid wegens ziekte, persoonlijk of via een tussenpersoon, vóór 10 uur s ochtends mee aan de personeelsdienst via personeel.helpdesk@inbo.be of telefonisch. Het personeelslid deelt ook mee op welk adres het zich bevindt, als zijn/haar feitelijke verblijfplaats verschilt van zijn/haar domicilieadres. 13

15 Wegens ziekte afwezige personeelsleden die naar het buitenland wensen te gaan om persoonlijke redenen, brengen de personeelsdienst hiervan minstens één week op voorhand op de hoogte. De personeelsdienst stelt de hiërarchische chef en het ziektecontroleorgaan in kennis en kan desgewenst een controle aanvragen. Personeelsleden die een specifieke werktijdregeling hebben, waarschuwen hun chef zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een uur na het normale begin van hun activiteiten. Na raadpleging van een arts meldt het personeelslid de vermoedelijke duur van zijn/haar afwezigheid onmiddellijk aan de personeelsdienst, die de hiërarchische chef daarvan op de hoogte brengt. Het personeelslid stuurt het ziektemeldingsformulier dat ter beschikking gesteld is door de werkgever en dat door de behandelende arts ingevuld en ondertekend is binnen 24 uur, onder gesloten enveloppe en voldoende gefrankeerd, rechtstreeks naar het ziektecontroleorgaan. De personeelsleden die verblijven in Nederland en een Nederlandse arts consulteren, vullen het attest zo veel mogelijk zelf in, als de Nederlandse arts weigert om dat te doen. Als het personeelslid één dag ziek is en geen arts raadpleegt, moet het toch het ziektemeldingsformulier opsturen naar het controleorgaan, met de vermelding eendagsziekte. Het personeelslid vult op het formulier zelf zijn naam, personeelsnummer en adres (of eventuele tijdelijke verblijfplaats) in, alsook de datum van de eendagsziekte. Als het personeelslid geen ziektemeldingsformulier opstuurt, is het ongewettigd afwezig. Voor personeelsleden met een specifieke werktijdregeling wordt onder één dag ziekte begrepen dat de ziekte niet langer duurt dan één door hen geleverde normale arbeidsprestatie. Het aantal werkdagen ziekteverlof wordt pro rata berekend. Iedere afwezigheid wegens ziekte moet met het ziektemeldingsformulier worden gestaafd Verloop ziektecontrole De personeelsdienst kan op vraag van de lijnmanager of zijn/haar gemandateerde het controleorgaan verzoeken om een controlebezoek af te leggen bij een personeelslid. Dat verzoek kan schriftelijk, telefonisch, per fax of per ingediend worden. Het controleorgaan kan, in afspraak met de betrokken entiteit, ook op eigen initiatief gerichte controles uitvoeren De medische controle kan op alle werkdagen plaatsvinden, ook op zaterdagen, zon- en feestdagen bij personeelsleden die normaal op die dagen arbeidsprestaties moeten verrichten. 14

16 De controle vindt plaats tussen 8 uur en 19 uur. De controles mogen alleen worden uitgevoerd door Nederlandstalige artsen De controles vinden plaats in de woon- of verblijfplaats van het personeelslid. Het controleorgaan hoeft het controlebezoek niet aan te kondigen. De controlearts moet zich legitimeren. Als het zieke personeelslid afwezig is, laat de controlearts een bericht achter waarin het personeelslid wordt uitgenodigd zich tijdens de vermelde spreekuren aan te melden bij de bevoegde arts. Personeelsleden die hun woon- of verblijfplaats mogen verlaten, kunnen door het controleorgaan schriftelijk worden opgeroepen om zich persoonlijk aan te bieden voor een controleonderzoek De controlearts oordeelt na medisch onderzoek of de afwezigheid gerechtvaardigd is. De controlearts moet voldoende informatie hebben over de medische achtergrond van het te controleren personeelslid. Als de controlearts oordeelt dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, deelt hij/zij dit onmiddellijk mee aan het personeelslid met een document dat het personeelslid tekent voor ontvangst. Het personeelslid kan dan afwezig blijven voor de duur van het toegestane ziekteverlof. Als de controlearts oordeelt dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, overhandigt hij/zij onmiddellijk, na raadpleging van de behandelende arts, zijn/haar bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Als het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij/zij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dat door de controlearts vermeld op het bovenvermelde document. Als de behandelende arts na overleg akkoord gaat met het oordeel van de controlearts, moet het personeelslid de dienst hervatten op de eerstvolgende werkdag na de in kennis stelling of op een (latere) datum, bepaald door de controlearts. Als de controlearts tijdens het overleg zijn/haar oordeel herziet, moet het personeelslid de dienst hervatten op de nieuw overeengekomen datum, die daarna schriftelijk aan het personeelslid wordt bevestigd door het controleorgaan. Binnen twee werkdagen nadat het personeelslid de bevindingen van de controlearts heeft ontvangen, kan de meest belanghebbende partij, na akkoord van de controlearts en de behandelende arts, een arts als scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde. Zo snel mogelijk na zijn/haar aanstelling onderzoekt die arbitrerende arts het personeelslid. Hij/zij deelt onmiddellijk zijn/haar beslissing aan de betrokkene 15

17 mee in een document dat voor ontvangst wordt ondertekend. Die beslissing is bindend. Als de arbitrerende arts de afwezigheid niet medisch gerechtvaardigd acht, moet het personeelslid de dienst hervatten de eerstvolgende werkdag of op een door de arbitrerende arts vastgestelde latere datum. Betwistingen over een bepaalde ziekteperiode kunnen alleen worden beslecht via een arbitrageprocedure. Een nieuw attest van de behandelende arts over dezelfde periode en met dezelfde diagnose kan de betwisting niet beslechten en is nietig. De kostprijs van een arbitrage is ten laste van de verliezende partij, hetzij van het personeelslid, hetzij van het controleorgaan, naargelang van het geval. Als de datum van de arbeidsongeschiktheid, voorgesteld door de arbitrerende arts, tussen de datum ligt die de behandelende arts en de controlearts hebben voorgesteld, worden de kosten evenredig verdeeld tussen beide partijen. Als het personeelslid één dag ziek is en geen arts heeft geraadpleegd, en de controlearts na medisch onderzoek oordeelt dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, bevindt het personeelslid zich van rechtswege in de administratieve toestand non-activiteit, tenzij het personeelslid dezelfde werkdag de dienst nog hervat Het controleorgaan licht altijd binnen 24 uur na de definitieve beslissing de hiërarchische meerdere van het personeelslid en de Management ondersteunende Diensten of de personeelsdienst schriftelijk (via ) in over het al dan niet gerechtvaardigd zijn van de afwezigheid. Bij afwezigheid van het personeelslid brengt het controleorgaan ook binnen 24 uur de hiërarchische meerdere van het personeelslid en de personeelsdienst schriftelijk (via ) ervan op de hoogte dat het personeelslid opgeroepen zal worden om zich voor een controle aan te melden. De personeelsleden die zonder gegronde reden weigeren zich aan een controle te onderwerpen, lopen het risico hun recht op gewaarborgd loon te verliezen. Personeelsleden die de dienst niet op tijd hervatten zonder geldige reden, zijn ongewettigd afwezig. Zij hebben geen recht op salaris gedurende hun ongewettigde afwezigheid. Voor het ziektemeldingsformulier en eventuele vragen of klachten over de ziektecontrole kan het personeelslid terecht bij de bevoegde personeelsfunctie Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht Het personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserende arts van het ziekenfonds vragen om het werk gedurende zijn/haar arbeidsongeschiktheid deeltijds te hervatten. Bij die procedure komt het geneeskundig controleorgaan niet tussenbeide. Voorwaarde is wel dat het contractuele personeelslid door de adviserende arts nog voor minstens 50% arbeidsongeschikt wordt bevonden. Als de adviserende arts toestemming 16

18 verleent, bepaalt hij/zij zelf de deeltijdse arbeidsregeling waarin het personeelslid mag werken. De werkgever kan de werkhervatting van het personeelslid in de door de adviserende arts bepaalde arbeidsregeling, al dan niet toestaan. De ziekteverzekeringswet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing Verlof voor arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk of beroepsziekte De personeelsleden hebben recht op ziekte- of gebrekkigheidsverlof bij een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of bij een beroepsziekte volgens de federale bepalingen daarover Procedure Bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk, of een beroepsziekte volgt het statutaire of contractuele personeelslid dezelfde procedure als bij ziekte. Er hoeven geen AGD1B-formulieren te worden ingevuld en opgestuurd naar MEDEX. Het personeelslid moet zo snel mogelijk aangifte doen van het arbeidsongeval of van de beroepsziekte bij zijn/haar personeelsdienst. Een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar en van het werk wordt aangegeven met een in tweevoud opgemaakt formulier Aangifte van een ongeval (model A). Als het ongeval een arbeidsongeschiktheid van meer dan één dag tot gevolg heeft of kan hebben, moet daarbij een doktersattest (model B) worden gevoegd. Bij een beroepsziekte wordt de aangifte gedaan met het in tweevoud opgemaakte formulier BZ1 en het geneeskundig getuigschrift (formulier BZ2). Het staat de behandelende arts vrij zijn/haar getuigschrift op een afzonderlijk blad op te stellen, als dat getuigschrift een antwoord bevat op al de vragen uit de verschillende rubrieken van vermeld formulier BZ2. Het personeelslid voegt dat getuigschrift dan bij het formulier. Het geneeskundig getuigschrift moet altijd worden overgelegd onder gesloten enveloppe. Op die enveloppe staat duidelijk vermeld: medisch getuigschrift BZ2 van (naam van het slachtoffer). Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever bij wie het arbeidsongeval van een contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen dertig dagen nadat hij/zij de aangifte heeft ontvangen, het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid op de hoogte te brengen als er twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. Toch wordt aan contractuele personeelsleden aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of de beroepsziekte, altijd ook zelf aangifte te doen bij 17

19 hun ziekenfonds. Zij vullen daarvoor het Inlichtingenblad uitkeringen in dat het ziekenfonds ter beschikking stelt. De personeelsleden wordt aangeraden hun dokters- en apothekerskosten in te dienen bij hun ziekenfonds zolang het arbeidsongeval of de beroepsziekte niet erkend is. Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen of te laten invullen De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van een schadevergoeding De lijnmanager neemt de juridische beslissing over de erkenning van arbeidsongevallen (inclusief ongevallen op de weg naar en van het werk) en de toekenning van een schadevergoeding voor arbeidsongevallen, ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten neemt de juridische beslissing over de erkenning van beroepsziekten. MEDEX doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en beroepsziekten (in samenwerking met het Fonds voor Beroepsziekten). Voor nadere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid terecht bij de bevoegde personeelsdienst. Artikel 21: Nadere regelingen m.b.t. de aanvraag van verloven Het onbetaald verlof (uitgezonderd de 20 werkdagen onbetaald verlof) worden tenminste één maand vóór de aanvang van het verlof aangevraagd aan de hiërarchische chef en het afdelingshoofd of wetenschappelijk directeur die hierover binnen de 14 dagen beslissen. Het verlof voor loopbaanonderbreking (uitgezonderd het verlof voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid en het palliatief verlof) worden tenminste zes weken vóór de aanvang van het verlof aangevraagd aan de hiërarchische chef en het afdelingshoofd of wetenschappelijk directeur die hierover binnen de drie weken beslissen. Van deze termijnen kan enkel om echt dwingende redenen door de administrateurgeneraal of het afdelingshoofd/wetenschappelijk directeur afgeweken worden. Onverminderd het voorgaande wordt vakantieverlof van 5 werkdagen of meer minstens 10 werkdagen voor de aanvang van de verlofperiode aangevraagd aan de hiërarchische chef, die hierover binnen de 5 werkdagen beslist. Verloven van minder dan 5 werkdagen worden minstens één dag voor de verlofdag aangevraagd. De administrateur-generaal, het afdelingshoofd of de wetenschappelijk directeur kunnen afwijkingen op deze termijnen toestaan. Artikel 22: Nadere regelingen voor de voortijdige beëindiging van en de opzeggingstermijnen voor verloven 18

20 Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel alleen opzeggen om echt dwingende redenen en na overleg met de lijnmanager. De opzeggingstermijnen die gelden bij voortijdige beëindiging van het verlof door de overheid, en in voorkomend geval, bij beëindiging van het verlof op vraag van het personeelslid, worden bepaald door de lijnmanager. Dienstvrijstellingen uit het Vlaams Vereist attest Personeelsstatuut - Vakbondsactiviteiten Deelname aan de werkzaamheden Persoonlijke oproeping of doorlopende van een onderhandelings- of een opdracht ondertekend door de overlegcomité vakbondssecretaris Uitoefening van de in de wet Persoonlijke oproeping of doorlopende opgesomde prerogatieven: opdracht Stappen bij de overheden in het gemeenschappelijk belang van de personeelsleden of in het bijzonder belang van een personeelslid Bijstandverlening aan een personeelslid dat zijn daden bij de administratieve overheid moet rechtvaardigen Uithangen van berichten tijdens de diensturen Innen van vakbondsbijdragen tijdens de uren (enkel voor de representatieve vakorganisaties) Aanwezigheid bij de [vergelijkende] examens en bij de examens die voor de personeelsleden worden georganiseerd (enkel voor de representatieve vakorganisaties) Deelname aan de vergaderingen die de representatieve vakorganisaties in Geen de lokalen beleggen, na indiening van een voorafgaand verzoek bij de bevoegde overheid - Vrijwilliger brandweerkorps of korps Gehandtekend attest korpscommandant burgerlijke bescherming - Actieve vrijwilliger Rode Kruis Gehandtekend attest Rode Kruis Gehandtekend attest van de voorzitter - Voorzitter/bijzitter/(adjunct-)secretaris van het stem- of stemopnemingsbureau stembureau of stemopnemingsbureau (voor de voorzitter zelf medeondertekend door de secretaris) - Onbezoldigd topsporter / internationaal jurylid - Voor de topsporter: Verklaring op erewoord dat de voorbereiding van en de deelname 19

21 20 aan de sportmanifestatie waarvoor dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is; Verklaring van de federatie of het BOIC waaruit blijkt dat hij/zij geselecteerd of gepreselecteerd is; Het voorbereidings- en deelnemingsschema. - Voor het internationaal jurylid: Verklaring op erewoord dat de deelname aan de sportmanifestatie waarvoor dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is; Verklaring van de bevoegde instantie dat hij/zij geselecteerd is als internationaal jurylid. - Afstaan beenmerg Medisch attest - Afstaan organen of weefsels Medisch attest - Onbezoldigde begeleiding/bijstand van gehandicapten/zieken tijdens vakantiereizen en verblijven in binnenen buitenland (het personeelslid krijgt dienstvrijstellingen voor de helft van het aantal te besteden verlofdagen (werkdagen) met een maximum van 5 dagen per jaar) - Prenataal onderzoek - Medisch attest m.b.t. de arbeidsongeschiktheid van de gehandicapte/zieke - Attest van deelname aan reis/verblijf afgegeven door de organiserende verening. - Medisch attest met vermelding prenataal onderzoek - Borstvoeding op het werk geen - Afstaan bloed, plasma, bloedplaatjes (de duur van de vrijstelling is gelijk aan de benodigde tijd om bloed, plasma of plaatjes te geven en een maximale verplaatsingstijd van 2 uur voor de verplaatsing heen en terug) Dienstvrijstellingen die niet moeten worden ingehaald specifiek voor het Eigen Vermogen van INBO - Preventieve medische onderzoeken georganiseerd door de Vlaamse overheid of door de vzw Sociale Dienst voor het Vlaams overheidspersoneel - Preventief kankeronderzoek of een ander medisch onderzoek door een dokter of centrum naar keuze (max. 1 dag per jaar) Een door de dokter van de bloedtransfusiedienst ondertekend bewijsstuk met vermelding van het uur van de gift Vereist attest Medisch attest Medisch attest met vermelding medisch onderzoek - Medisch onderzoek bij aanwerving bij Afschrift van oproepings- of

22 het Eigen vermogen van INBO - Oproeping voor het gerecht als getuige of als gezworene (recht) - Oproeping voor burgerlijke en militaire invaliditeitscommissies en door de administratieve gezondheidsdienst - Deelname aan het beheer van de vzw Sociale Dienst voor het Vlaams overheidspersoneel - Raadpleging van de vzw Sociale Dienst voor het Vlaams overheidspersoneel - Inzage in het persoonlijk tucht- en evaluatiedossier - Deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten georganiseerd op initiatief of via subsidiëring van de diensten van de Vlaamse overheid (max. 1 uur per week niet cumulatief) - Afhalen van door het ministerie van LNE verzonden aangetekende zendingen (bijv. n.a.v. een bevorderingsronde of een mutatieronde) - Medische behandeling als slachtoffer van een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van het werk - Gezondheidsredenen die het vertrek van de zieke noodzakelijk maken - Dienstvrijstelling voor de rest van de dag op de nieuwjaarsreceptie van het Eigen Vermogen van INBO voor personeelsleden die s morgens aanwezig waren voor de gebruikelijke nieuwjaarswensen - Deelname aan de officiële sportdag voor de Vlaamse ambtenaren - Dienstvrijstelling tijdens de middagpauze van 11u45 tot 13u45 voor deelname aan het festival Boterhammen in de Stad/Park - Dienstvrijstelling tot 10u op de eerste schooldag na de grote vakantie voor (groot)ouders met (klein)kinderen in de basisschool - Afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken (alleen voor contractuele personeelsleden in de gevallen en onder de voorwaarden die 21 uitnodigingsbrief Afschrift van oproepings- of uitnodigingsbrief Afschrift van oproepings- of uitnodigingsbrief Afschrift van oproepings- of uitnodigingsbrief Attest van de betrokken dienst Attest van de betrokken dienst Attest van deelname Verzoek van de post tot afhalen van aangetekende zending + enveloppe afgehaalde zending Attest behandelend geneesheer of paramedicus of aangifte van arbeidsongeval Mededeling aan de hiërarchische chef Registratie van afwezigheid op de wijze zoals bepaald in artikel 2 Deelnemersattest Geen Geen Attest van sollicitatie

23 de wet bepaalt) - Getuigenis of hulpverlening bij ongevallen op de weg naar het werk geen De administrateur generaal kan andere dan hierboven vermelde dienstvrijstellingen toekennen rekening houdend met de prestaties en de evaluaties van het betrokken personeelslid. De administrateur-generaal beslist of deze dienstvrijstelling wordt toegestaan mits het inhalen van de afwezigheid of zonder dat de afwezigheid moet ingehaald worden. 13. BESCHERMING OP HET WERK Artikel 23 De personeelsleden moeten zich onderwerpen aan alle medische onderzoeken, telkens als deze georganiseerd worden volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen. Zij zijn eveneens verplicht, als het om de veiligheid gaat, alle persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken die voor de uitvoering van het werk vereist worden. Zij moeten ook ieder gevaar melden als het de veiligheid in gedrang brengt en ook dadelijk de eerste maatregelen treffen. 14. FACULTATIEVE VERMELDINGEN Artikel 24: Woon-werkverkeer De personeelsleden die gewoonlijk het openbaar vervoer gebruiken om het werk te bereiken, genieten van een gratis vervoersabonnement. Het door een personeelslid betaalde supplement voor treinreizen in eerste klasse, wordt niet terugbetaald. Personeelsleden die voltijds werken, gewoonlijk de trein naar het werk nemen en minder dan drie opeenvolgende maanden afwezig zijn van het werk, reizen met een treinkaart die voor één jaar geldig is. Personeelsleden die deeltijds werken, met loopbaanonderbreking zijn of om welke reden ook slechts voor de helft van de werkdagen aanwezig zijn in hun administratieve standplaats, kiezen met betrekking tot hun treinreizen naar en van het werk voor een railflex-formule (dit zijn vijf verplaatsingen heen en terug tijdens een periode van 15 dagen). Personeelsleden die voor een lange periode afwezig zullen zijn, bijvoorbeeld wegens voltijdse loopbaanonderbreking, zwangerschapsverlof gevolgd door ouderschapsverlof, ziekteverlof ingevolge een heelkundige ingreep, leveren hun abonnement op het openbaar vervoer in bij de personeelsdienst. Personeelsleden die tijdelijk niet met het openbaar vervoer naar het werk komen omdat ze bijv. in de zomermaanden de fiets of de auto gebruiken, leveren hun abonnement in bij de personeelsdienst of verlengen de valideringsperiode van het 22

24 abonnement voor een kortere periode dan één jaar (bijv. maandelijks, driemaandelijks). Personeelsleden die op de vervaldag van hun abonnement op het openbaar vervoer voor minder dan negen maand in dienst blijven wegens bijvoorbeeld pensionering, verlof voorafgaand aan het pensioen, beëindiging van het arbeidscontract, mobiliteit, verlengen de oorspronkelijke geldigheidsduur van hun abonnement slechts met driemaandelijkse, maandelijkse of wekelijkse periodes. Artikel 25: Rookverbod Er geldt een algemeen rookverbod in de gebouwen en lokalen waar het Eigen Vermogen van het INBO gevestigd is. Artikel 26: Deontologische code De deontologische code dient door ieder personeelslid gerespecteerd te worden en is terug te vinden in de omzendbrief PEBE/DVO/2006/6 van 6 juli 2006 betreffende de deontologische code voor de personeelsleden van de Vlaamse administratie, zoals deze zal worden gewijzigd of vervangen. Daarnaast dient ook elk personeelslid de deontologische code van het (EV)INBO te respecteren. Deze is terug te vinden op het intranet: Home > HRM, Facility en Financiën > Personeel > Deontologische code. Artikel 27: Opslag van gegevens Enerzijds heeft iedereen nood aan een plekje om persoonlijke gegevens op te slaan. Anderzijds moeten alle gegevens, die met het werk te maken hebben, ter beschikking zijn en blijven voor het Eigen Vermogen van INBO. Personeelsleden kunnen persoonlijke werkgegevens op de Q-schijf plaatsen. Het gaat om gegevens die met het werk gerelateerd zijn maar die in de eerste plaats voor persoonlijk gebruik bedoeld zijn. Van deze gegevens wordt een back-up gemaakt. Het Eigen Vermogen van INBO behoudt zich het recht voor om de gegevens die op de Q-schijf opgeslagen worden, indien nodig, te bekijken en te gebruiken. Persoonlijke gegevens, die niet met het werk te maken hebben, kunnen medewerkers opslaan op de D-schijf, met een maximum van 10 Gb. Er wordt geen back-up genomen van persoonlijke gegevens. Bij uitdiensttreding van een medewerker worden deze gegevens na 1 week verwijderd. Artikel 28 De adressen van de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten en Toezicht op het Welzijn op het Werk) en van de Sociale Inspectie zijn opgenomen in bijlage PLAATS WAAR HET ARBEIDSREGLEMENT KAN WORDEN GERAADPLEEGD: Kliniekstraat 25, 1070 Brussel, personeelsdienst, lokaal 1.5 Gaverstraat 4, 9500 Geraardsbergen, secretariaat Duboislaan 14, 1560 Groenendaal, secretariaat Dwersbos 28, 1630 Linkebeek, secretariaat 23