Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen"

Transcriptie

1 Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen De Nederlandsche Bank e019

2 Inhoud 1 Algemene toelichting Nieuwe elementen in het rapportagekader Rapportagefrequentie en -structuur Waarmerken staten Algemene aanwijzingen 2 2 Kwartaalstaten Overzicht van staten Dekkingsgraad Beleggingen Z-score Premie Herstelplan Pensioenregelingen 19 3 Jaarstaten Overzicht van staten Algemeen en Governance Bestuursverslag Balans Specificatie activa Specificatie passiva Zekerheden en garanties Toelichting op de balans Financiële relaties Grote posten Verschillen tussen kwartaal- en jaarstaten ultimo verslagjaar Rekening van baten en lasten Solvabiliteit Actuariële staten Deelnemers Regelingen Herverzekeringen Overige 67 Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari 2007

3 1 Algemene toelichting 1.1 Nieuwe elementen in het rapportagekader a. Uitgangspunt bij het rapportagekader vormen de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling met de bijbehorende lagere regelgeving zoals het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen. De invulling van de staten dient in lijn te zijn met het wettelijk kader. Dit betekent onder meer dat alle bezittingen en verplichtingen moeten worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. b. Een belangrijk nieuw onderdeel vormen de staten met betrekking tot het vereist eigen vermogen en het aanwezige vermogen ter dekking daarvan. Deze staten zijn een direct gevolg van het in de Pensioenwet respectievelijk de Wet verplichte beroepspensioenregeling opgenomen Financieel Toetsingskader voor pensioenfondsen (FTK). c. In de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling alsmede de daarmee samenhangende regelgeving wordt veel aandacht besteed aan het premie- en toeslagenbeleid. Dit vindt zijn weerslag in uitgebreidere staten over deze onderwerpen. d. De risicogebaseerde benadering van het toezicht vraagt om een scherpere afbakening van enerzijds de risico s die het pensioenfonds draagt, en anderzijds de risico s die zijn overgedragen op een herverzekeraar of op de deelnemers. Dit onderscheid wordt in de staten helder zichtbaar gemaakt. e. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft naast de toezichttaak, ook een informatietaak. Hiervoor is informatie over pensioenfondsen en pensioenregelingen nodig. Daarom wordt in de staten gevraagd naar de belangrijkste kenmerken van het pensioenfonds en de pensioenregelingen. f. Vanwege de belangrijke invloed van derivaten op het risicoprofiel is er meer aandacht voor de derivatenportefeuille. g. Er is een grote-postenrapportage geïntroduceerd; er wordt niet gevraagd naar detailoverzichten van de beleggingen. h. Herverzekering: waar sprake is van een garantiecontract wordt niet gerapporteerd over beleggingen; wel worden relevante details uit de contractvoorwaarden opgevraagd in de staat over de details van de herverzekering. Dit laatste geldt ook voor kapitaalcontracten en contracten voor risicoherverzekering. i. Bij beleggingen voor risico van de deelnemers is de te rapporteren informatie beperkt, en grotendeels bedoeld om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop het fonds aan zijn zorgplicht invulling geeft. j. De jaar- en kwartaalstaten vormen een consistent geheel, zodat er geen problemen zijn bij de onderlinge vergelijkbaarheid van cijfers. Ter beperking van de administratieve lasten wordt in de jaarstaten niet opnieuw gevraagd om een specificatie van de beleggingen die reeds in de kwartaalstaten vierde kwartaal zal zijn gerapporteerd. 1.2 Rapportagefrequentie en -structuur Het merendeel van de staten moet met een jaarlijkse frequentie worden ingediend. Daarnaast wordt op kwartaalbasis informatie opgevraagd over onder meer de ontwikkelingen van de beleggingen en het verloop van de dekkingsgraad (met een indieningstermijn binnen 30 werkdagen). Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

4 Om praktische redenen zal een aantal staten met een jaarfrequentie of onregelmatige frequentie gelijktijdig met de kwartaalstaten ingediend moeten worden. Daarom zijn deze staten opgenomen in de set van kwartaalstaten. 1.3 Waarmerken staten De actuariële staten dienen door de bevoegd actuaris gewaarmerkt te worden. Het bestuur en de accountant dienen de gehele set jaarstaten te waarmerken. Het waarmerken gebeurt door één specifiek daartoe bestemde staat af te drukken, te ondertekenen en aan de Nederlandsche Bank te versturen. Voor de actuaris betreft dit staat J605, voor de accountant staat J103 en voor het bestuur staat J104. Elke staat uit de jaarstaten kent een uniek controlegetal. Dit getal wijzigt met elke verandering die in de staat wordt doorgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om alleen aan de hand van het controlegetal te bepalen of een staat is gewijzigd. Controlegetallen worden met de staten getoond en afgedrukt. Ze zijn ook opgenomen in de te ondertekenen staten J103, J104 en J605. Met het ondertekenen van een van deze staten verklaart de ondertekenaar dat de op dit formulier afgedrukte controlegetallen overeenkomen met de controlegetallen op de staten behorende bij de verklaring. Op deze wijze waarmerkt de ondertekenaar alle voor hem of haar relevante staten met één handtekening. De ondertekende formulieren dienen per post naar de Nederlandsche Bank verstuurd te worden. De controlegetallen op deze formulieren moeten overeen komen met die van de electronisch ingestuurde staten. Daarmee kan worden vastgesteld dat de staten die aan de Nederlandsche Bank zijn verstuurd dezelfde zijn als de staten die door de accountant, de actuaris en het bestuur zijn gewaarmerkt. Alleen dan heeft het pensioenfonds voldaan aan de verplichting tot indiening van de staten. 1.4 Algemene aanwijzingen a. Voor alle staten geldt dat waardering op basis van actuele waarde plaats dient te vinden. b. Derivaten moeten op marktwaarde gewaardeerd worden en aldus op de balans worden getoond. (Dit is een direct gevolg van de waardering op basis van actuele waarde.) c. Bij het rapporteren over beleggingen wordt de zogenoemde look through -regel toegepast voor de indeling naar beleggingscategorie om een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen van de beleggingsrisico s. Het leidende principe voor de toepassing van de look through-regel luidt: splits de beleggingsrisico s uit voor zover het mogelijk is en voor zover het een betekenisvolle verscherping van het beeld geeft. Voorbeelden voor toepassing van deze regel zijn het rubriceren van obligatiebeleggingsfondsen onder vastrentende waarden, het zoveel mogelijk uitsplitsen van mix-fondsen naar de verschillende categorieën en het in de staten onderbrengen van betekenisvolle derivatenposities in beleggingsfondsen (bijvoorbeeld bij Liability Driven Investments) of structured notes bij de betreffende derivatencategorie. d. In de staten wordt regelmatig gesproken over herverzekering op basis van een garantiecontract. Daarbij gaat het om situaties die vaak worden aangeduid als volledige herverzekering. DNB hecht eraan een helder onderscheid te maken tussen situaties van herverzekering op basis van een garantiecontract (de kenmerken worden hierna Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

5 toegelicht) en andere situaties van herverzekering, die niet leiden tot het volledig overdragen van alle risico s. e. Onder een garantiecontract wordt verstaan een contract waarin alle risico s (lang- en kortleven, arbeidsongeschiktheid, de operationele risico s en de beleggingsrisico s) zijn ondergebracht bij een in Nederland onder toezicht staande verzekeraar. Een noodzakelijke voorwaarde daarbij is dat het pensioenfonds bij beëindiging van het herverzekeringscontract de mogelijkheid heeft om de verplichtingen op basis van de tot dan toe opgebouwde aanspraken premievrij bij de verzekeraar achter te laten zonder daarbij nog aanvullende stortingen of bijdragen te hoeven voldoen. f. In de staten wordt specifiek aandacht besteed aan de situatie waarbij het beleggingsrisico bij de deelnemers berust. Het gaat hierbij om constructies waarbij aanspraken van de individuele deelnemer afhangen van de gerealiseerde rendementen op de beleggingen. Het onderscheid wordt zichtbaar gemaakt aan de actiefzijde, maar ook aan de passiefzijde van de balans. In dit kader merken wij op dat hierbij niet gedoeld wordt op de zogenoemde collectieve dc-regelingen, waarbij de pensioenaanspraken van de individuele deelnemers in beginsel worden opgebouwd op vergelijkbare wijze als gebruikelijk is in gangbare defined benefit-systemen, en waarbij de rendementen worden gebruikt voor opbouw van een collectieve buffer. De technische voorzieningen behorend bij dergelijke regelingen dienen te worden gerapporteerd als technische voorzieningen voor risico van het fonds. g. Een bijzondere situatie is voorts de regeling waarbij het beleggingsrisico weliswaar bij de deelnemers berust, maar waarbij het neerwaartse risico voor de deelnemers is begrensd door middel van een rendementsgarantie. In dat geval zal aan de passiefzijde een bedrag aan technische voorzieningen voor risico fonds getoond moeten worden, naast eventuele technische voorzieningen voor risico deelnemers. Bij de vaststelling van de balansposten zijn verschillende methodieken denkbaar. Mogelijk wordt dit onderwerp in een later stadium nader uitgewerkt in de vorm van aanvullende aanwijzingen voor de wijze van rapporteren. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

6 2 Kwartaalstaten 2.1 Overzicht van staten Dekkingsgraad K101 Dekkingsgraad Beleggingen K201 Beleggingen voor risico fonds, Specificatie beleggingen K202 Beleggingen voor risico fonds,valuta K203 Beleggingen voor risico fonds, Vastrentende waarden K204 Beleggingen voor risico fonds, Derivaten posities K205 Beleggingen voor risico fonds, Beleggingsrendementen Z-score K301 Z-score voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen Premie K401 Premiegegevens over het nieuwe kalenderjaar Evaluatie herstelplan K501 Evaluatie Herstelplan Pensioenregelingen K601 Toeslagverlening K602 Kenmerken pensioenregelingen Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

7 2.2 Dekkingsgraad K101 Dekkingsgraad Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Algemeen In deze staat moet een aantal gegevens worden ingevuld aan de hand waarvan het verloop van de dekkingsgraad per kwartaal gevolgd kan worden, echter uitsluitend voor zover het betreft de pensioenverplichtingen voor risico van het fonds. De hier gebruikte begrippen sluiten aan bij de hoofdindeling van de balans die moet worden gerapporteerd in de jaarstaten. De actiefzijde van de (niet geconsolideerde) balans valt daarbij uiteen in de volgende posten: a. Immateriële activa b. Deelnemingen c. Beleggingen voor risico fonds d. Beleggingen voor risico deelnemers e. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen f. Overig (vorderingen verzekeringsmaatschappijen, overige vorderingen, overlopende activa, liquide middelen (niet beschikbaar voor belegging), overige activa) Een belangrijk punt daarbij is, dat indien het fonds een garantiecontract heeft afgesloten met een verzekeraar, de middelen die deze verzekeraar aanhoudt in een gesepareerd depot niet worden aangemerkt als Beleggingen voor risico fonds. Dit wordt nader toegelicht in de aanwijzingen voor de jaarstaten. De passiefzijde van de (niet geconsolideerde) balans valt uiteen in de volgende posten: a. Eigen vermogen b. Aandeel derden c. Technische voorzieningen d. Andere voorzieningen e. Achtergestelde leningen f. Overige verplichtingen Totaaloverzicht beschikbare middelen voor risico fonds Voor de staat betreffende de dekkingsgraad zijn alleen de beschikbare middelen voor risico van het fonds relevant. De in aanmerking te nemen activa moeten dus beperkt worden tot beleggingen en andere activa voor risico van het pensioenfonds. Dit houdt in dat aan de actiefzijde de balansposten Beleggingen voor risico deelnemers en Herverzekeringsdeel technische voorzieningen buiten deze staat blijven. Vervolgens worden de posten Achtergestelde leningen (in zijn geheel), Andere voorzieningen en Overige verplichtingen in mindering gebracht op de activa, waarna de totale beschikbare middelen voor risico van het fonds resteren. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

8 Achtergestelde leningen In onderdeel 1 zijn de totale beschikbare middelen voor risico van het fonds berekend. Achtergestelde leningen mogen onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk bij de eerder berekende totale beschikbare middelen worden opgeteld. In de jaarstaten wordt aan dit onderwerp uitgebreid aandacht besteed (in staat J310). Voor de wijze waarop de hoogte van het onder 2.2 in te vullen bedrag bepaald moet worden, wordt verwezen naar de toelichting van de jaarstaten. Deze sluit aan bij de bepalingen hieromtrent in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen 1. Het resulterende bedrag (2.3) wordt vervolgens gerelateerd aan de geraamde technische voorzieningen voor risico van het fonds. Geraamde technische voorzieningen voor risico van het fonds Voor wat betreft de technische voorzieningen voor risico van het fonds kan volstaan worden met een raming (fondsen die de voorziening exact berekenen vermelden uiteraard het exacte bedrag), overeenkomstig onderstaande richtlijnen. Bij de raming van de technische voorzieningen voor risico van het fonds moeten de volgende aspecten meegenomen worden, voor zover deze betrekking hebben op, of plaatsgevonden hebben in, de periode vanaf 1 januari van het verslagjaar tot ultimo het verslagkwartaal: a. reglementaire opbouw (zie hieronder); b. toename of afname door collectieve waardeoverdrachten of andere bestandswijzigingen die een aanzienlijke invloed op de technische voorzieningen hebben; c. aanpassing van de technische grondslagen d. toekenning van toeslagen; e. verrichte uitkeringen; f. benodigde interest (zie hieronder); g. wijzigingen van de rentetermijnstructuur (zie hieronder). De omvang van de reglementaire opbouw kan benaderd worden door per kwartaal 25 procent te nemen van de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst voor risico van het fonds. Deze premiecomponent is door het fonds reeds gerapporteerd in staat K401 vraag 3.2 van de kwartaalstaat over het 4e kwartaal van het vorige verslagjaar. Onder benodigde intrest wordt hier verstaan de intresttoevoeging aan de technische voorzieningen. Deze kan geraamd worden aan de hand van de technische voorzieningen ultimo vorig verslagjaar en het rentepercentage voor het 1e jaar van de rentetermijnstructuur zoals die gold per 31 december van het vorige verslagjaar. Rente over de toe- en afname van de technische voorzieningen tijdens het lopende verslagjaar mag buiten beschouwing gelaten worden. De effecten van de gewijzigde rentetermijnstructuur mogen geraamd worden aan de hand van het verschil in rentepercentage volgens de rentetermijnstructuur ultimo vorig verslagjaar en de rentetermijnstructuur per rapportagedatum. 1 Zie het besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen, artikel 8. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

9 2.3 Beleggingen K201 Beleggingen voor risico fonds Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Algemeen Hier wordt een gedetailleerde specificatie van de beleggingen gerapporteerd. Er wordt hierbij opgemerkt dat in de jaarstaten geen gedetailleerde specificatie van de beleggingscategorieën wordt opgevraagd. Aangezien er wordt uitgegaan van een integrale balanswaardering, worden derivaten bij de onderliggende risk driver meegenomen. Vandaar dat er in de staat wordt gevraagd om de waarde inclusief en exclusief derivaten. De samengestelde instrumenten, zoals converteerbare obligaties en structured notes, dienen te worden gesplitst in derivaten en onderliggende instrumenten en voor beide dient apart van elkaar de marktwaarde in de betreffende categorie te worden gerapporteerd. Naast de feitelijke beleggingsmix, die direct volgt uit de waarden per ultimo kwartaal wordt ook gevraagd naar de normweging conform de strategische beleggingsmix. Fondsen die in hun strategisch beleggingsbeleid geen vaste normweging in percentages hanteren, vullen hier de percentages in die, gegeven de situatie op kwartaalultimo, volgen uit toepassing van het strategische beleid. Vastgoedbeleggingen Bij de vastgoedbeleggingen wordt onderscheid gemaakt naar directe en indirecte beleggingen in vastgoed. De directe beleggingen in vastgoed omvatten directe belangen in vastgoed alsmede belangen via deelnemingen of andere participatievormen die niet als beleggingsinstelling aangemerkt worden. De indirecte beleggingen in vastgoed omvatten alle belangen in vastgoed die via beleggingsinstellingen worden aangehouden. Als gevolg van de look through-regel (zie ook hoofdstuk 1, Algemene toelichting, paragraaf 1.3, onderdeel c) kunnen daar ook delen van de beleggingen via beleggingsfondsen toe behoren. Aandelen Bij de beleggingen in aandelen geldt een onderscheid tussen beursgenoteerde aandelen op ontwikkelde aandelenmarkten ('mature markets'), beursgenoteerde aandelen op opkomende markten ('emerging markets') en niet-beursgenoteerde aandelen ('private equity'). Voor de beleggingsfondsen moet rekening worden gehouden met de look through-regel. Als er bij mixfondsen geen informatie is over de feitelijke mix mag daarbij van de strategische mix van het mixfonds gebruik worden gemaakt Vastrentende waarden Er wordt onderscheid gemaakt naar staatsobligaties (niet index-linked), index-linked bonds (obligaties, waarbij de coupon en/of de hoofdsom is geïndexeerd op een inflatie-index), hypothecaire leningen, en credits (obligaties uitgegeven door niet-overheden, incl. structured notes). Ook de kortlopende vorderingen op banken vallen onder vastrentende waarden. Voor de categorie beleggingsfondsen geldt weer de look through-regel. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

10 Toelichting In de toelichting (tekstveld) beschrijft het fonds beknopt eventuele wijzigingen in het beleggingsbeleid, en de wijze waarop in het afgelopen kwartaal vorm is gegeven aan uitvoering van het strategische beleggingsbeleid. De beschikbare ruimte hiervoor komt overeen met een halve pagina op A4-formaat. K202 Beleggingen voor risico fonds, Valuta Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Algemeen Deze staat heeft uitsluitend betrekking op beleggingen voor risico van het fonds. Om inzicht te verkrijgen in de mogelijke exposure naar valutarisico wordt, uitgesplitst naar vastgoedbeleggingen, aandelen, vastrentende waarden en overig, de waarde van de portefeuille, exclusief derivaten, in de EURO en niet-euro valuta opgevraagd. K203 Beleggingen voor risico fonds, Vastrentende waarden Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Risicoklassen De specificatie naar risicoklasse wordt alleen gevraagd voor vastrentende waarden voor risico van het fonds. Op deze manier kan een inschatting worden gemaakt van de kredietwaardigheid van de vermogenstitels. Er is aansluiting gezocht bij algemeen aanvaarde indelingen (zie onderstaande tabel). Er wordt een aparte opsplitsing gevraagd van AAA tot BBB, alles lager dan BBB wordt getotaliseerd gerapporteerd. Bij beleggingen waarvan de rating niet bekend is, zal het fonds zoveel mogelijk een adequate inschatting moeten maken. Slechts indien dit niet mogelijk blijkt, kunnen beleggingen worden gerapporteerd in de categorie Geen rating. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

11 Tabel in staten Moody s S&P Fitch AAA Aaa AAA AAA AA Aa1 Aa2 Aa3 AA+ AA AA- AA+ AA AA- A BBB A1 A2 A3 Baa1 Baa2 Baa3 A+ A A- BBB+ BBB BBB- A+ A A- BBB+ BBB BBB- Lager dan BBB Ba1 en lager BB+ en lager BB+ en lager Geen rating Modified duration Voor de vastrentende waarden exclusief derivaten moet ook de modified duration (de procentuele waardeverandering van de portefeuille als gevolg van een parallelle verandering van de rentetermijnstructuur van 100 basispunten) worden gerapporteerd. K204 Beleggingen voor risico fonds, Derivaten posities Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Algemeen Doel van deze staat is, een beter inzicht te verkrijgen in de risico-exposure van het fonds. De volgende aspecten zijn hierbij relevant: a. Marktwaarde: de actuele waarde. Deze zal bij sommige instrumenten nihil of zeer gering zijn. b. Marktwaarde na schok: om een beeld te krijgen van het (al dan niet lineaire) gedrag moet hier de marktwaarde na doorrekening van de standaardschokken uit de solvabiliteitstoets (renterisico, aandelenrisico, valuta risico en grondstoffenrisico) worden gerapporteerd. In de toelichting van de jaarstaten wordt uitgebreid ingegaan op deze standaardschokken. Per risicocategorie (bijvoorbeeld: renterisico) moet voor deze staat één scenario worden toegepast op alle instrumenten. Bij de renteschok dient bijvoorbeeld voor alle instrumenten dezelfde rentebeweging te worden gebruikt, ongeacht welke beweging, opwaarts of neerwaarts, voor de desbetreffende subcategorie het meest nadelig uitpakt. c. Notional: de notional amount van het instrument. Tot slot wordt gevraagd om een toelichting (tekstveld) op het gebruik van derivaten. Hierbij wordt bijvoorbeeld verwacht dat het fonds aangeeft of derivaten gebruikt worden ter afdekking van bepaalde risico s of voor speculatieve doeleinden. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

12 K205 Beleggingen voor risico fonds, Beleggingsrendementen Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds Elk kwartaal Algemeen Ook bij deze staat beperkt de vraagstelling zich tot de beleggingen voor risico van het fonds. Waar gesproken wordt over het premiebeleid, dient het premiebeleid inzake premieovereenkomsten buiten beschouwing te worden gelaten. Performance per asset class Er wordt verlangd dat het fonds inzicht geeft in de beleggingsperformance per beleggingscategorie over het rapportagekwartaal. Ook wordt een relatie gelegd met de bij het premiebeleid gehanteerde aannames. Onder Feitelijk TWR wordt verstaan het totaalrendement volgens de methodiek timeweighted rate of return. Aldus is aangesloten bij de gangbare presentatiestandaarden (GIPS). Het rendement is gemeten na aftrek van transactiekosten. Bij de bepaling van het benchmark rendement moet worden aangesloten bij de door het pensioenfonds in het strategisch beleggingsbeleid geselecteerde benchmarks. De derde kolom heeft betrekking op de bij het premiebeleid gehanteerde rendementsaannames. Bij totaal beleggingsresultaat (1.5) moet onder Feitelijk TWR de feitelijke performance van de totale portefeuille worden getoond. Bij de bepaling van het benchmark rendement dient echter aangesloten te worden bij de strategische mix. Dit geldt ook voor de kolom Verwachting bij vaststellen premiebeleid. Performance attributie naar asset class Bij dit onderdeel is het de bedoeling dat getoond wordt hoe de verschillende beleggingscategorieën bijdragen aan de totale performance. Dit lichten wij toe aan de hand van een voorbeeld. Feitelijk TWR: Indien de feitelijke weging van vastgoed 10% bedraagt en het feitelijke rendement van vastgoed is 7%, dan is de performance attributie van de categorie vastgoed in de eerste kolom: 0,7%. De som van de onder 2.1 t/m 2.4 gerapporteerde percentages in de eerste kolom is gelijk aan het totale beleggingsresultaat. Benchmark rendement: Hier wordt een verband gelegd met de strategische samenstelling van de portefeuille. Indien de strategische weging van vastgoed 10% bedraagt en het benchmark rendement van deze categorie is 8%, dan is de performance attributie van de categorie vastgoed in de tweede kolom: 0,8%. De som van de onder 2.1 t/m 2.4 gerapporteerde percentages in de tweede kolom is gelijk aan de waarde bij 1.5 in de overeenkomstige kolom. Verwachting bij vaststellen premiebeleid: Ook hier wordt een verband gelegd met de strategische samenstelling van de portefeuille. Indien de strategische weging van vastgoed 10% bedraagt en de rendementsaanname voor deze categorie is 6%, dan is de performance attributie van de categorie vastgoed in de laatste kolom: 0,6%. De som van de onder 2.1 t/m 2.4 gerapporteerde percentages in de derde kolom is gelijk aan de waarde bij 1.5 in de overeenkomstige kolom. Overzicht beleggingsperformance (year-to-date). In dit onderdeel worden de year-to-date gegevens gerapporteerd. Daarbij wordt gevraagd naar de gegevens over de periode vanaf primo verslagjaar t/m ultimo huidige verslagkwartaal. In de Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

13 staat over het eerste kwartaal zullen de cijfers uiteraard gelijk zijn aan de percentages bij 1.1 t/m 1.5. De gerapporteerde percentages in de derde kolom zullen in de regel gelijk zijn aan de percentages bij 1.1 t/m 1.5. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

14 2.4 Z-score K301 Z-score voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen Wanneer in te vullen: Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen Rapportage over eerste kwartaal Algemeen In het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000, bijlage 1, is vastgelegd dat een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds de in de genoemde bijlage beschreven performancetoets jaarlijks dient uit te voeren. De uitkomst van de performancetoets (de Z-score) wordt berekend aan de hand van de waarde z j, te bepalen zoals in Bijlage 1 bij het vrijstellingsbesluit Wet BPF 2000 beschreven2, over een reeks van vijf jaren en moet uiterlijk op 1 april van het jaar bekend zijn. Om deze reden wordt verlangd dat de rapportage van de Z-score plaatsvindt gelijktijdig met de indiening van de kwartaalstaten over het eerste kwartaal. In de staat wordt gevraagd naar de waarde z j-1 waarbij j het huidige jaar aangeeft (en j-1 dus duidt op het laatste afgesloten boekjaar). Daarnaast wordt gevraagd de uitkomst van de performancetoets (de Z-score ) over de periode van jaar (j-5) t/m (j-1) te vermelden. In onderdeel 6 van de eerder genoemde bijlage bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 wordt beschreven hoe deze moet worden bepaald. De berekening maakt ook gebruik van de waarden z j-5 t/m z j-2 ; het is niet nodig dat deze nogmaals worden gerapporteerd. 2 Bij het bepalen van het rendement dient, zoals is vermeld in bedoelde bijlage, gebruik gemaakt te worden van daartoe opgestelde richtlijnen van de Vereniging van Beleggingsanalisten (VBA). Bij wijziging van de richtlijnen van het VBA, zoals bijvoorbeeld plaatsvond in 2006, dienen de fondsen zich hieraan aan te passen. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

15 2.5 Premie K401 Premiegegevens over het nieuwe kalenderjaar Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen, met uitzondering van gesloten fondsen waarbij tevens geldt dat geen verdere opbouw van pensioenaanspraken plaatsheeft Rapportage over vierde kwartaal Algemeen Doel van deze staat is om vroegtijdig inzicht te krijgen in de premieheffing voor het nieuwe kalenderjaar en de vraag hoe deze zich verhoudt tot de kostendekkende premie. Een en ander in relatie tot de voorschriften van de Pensioenwet respectievelijk de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de op grond daarvan vastgestelde regelgeving. Kostendekkende premie, gebaseerd op actuele marktrente In onderdeel 2 moet inzicht gegeven worden in de kostendekkende premie en de opbouw daarvan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar de categorieën voor risico van het fonds, herverzekerd op basis van garantiecontract of voor risico van de deelnemers Opgegeven moeten worden de actuariële kosten, op basis van de primo het nieuwe kalenderjaar geldende rentetermijnstructuur, voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst. Dat betreft: a. de opbouw over het nieuwe kalenderjaar voor actieven; b. de backservice bij een eindloonregeling; c. de in het nieuwe kalenderjaar toe te kennen toeslagen ten laste van de werkgever voor zowel actieven als inactieven (bijvoorbeeld bij toeslagcategorie D3 van de toeslagenmatrix); d. indien de opgebouwde aanspraken onvoorwaardelijk geïndexeerd worden ten laste van het fonds, moet de inkoop tevens omvatten de toekomstige onvoorwaardelijke toeslagverlening over die inkoop in het nieuwe kalenderjaar; e. de risicopremie ter dekking van bijvoorbeeld het overlijdens- en arbeidsongeschiktheids risico in het nieuwe kalenderjaar; f. extra inkoop van pensioen over verstreken dienstjaren, bijvoorbeeld als gevolg van een wijziging van de regeling. Bij deze premie moet onderscheiden worden naar de premie voor verplichtingen voor risico van het fonds, verplichtingen voor risico van de deelnemers en verplichtingen die op basis van een garantiecontract herverzekerd zijn. Voor pensioenfondsen die een inkoopregeling in het kader van de wet VPL uitvoeren, is nog het volgende van belang. De wet VPL kent de mogelijkheid om pensioen in te kopen over perioden in het verleden voor zover daar nog fiscale ruimte bestaat en de financiering daarvan uit te stellen tot uiterlijk 15 jaar na het moment van toezegging (of eerder tijdstip van pensioeningang). Er ontstaat pas een onvoorwaardelijk recht op deze aanspraken naar de mate waarin ze daadwerkelijk op individueel niveau gefinancierd (ingekocht) zijn. Indien een dergelijke regeling bestaat moet zowel de inkoop (dus: de toevoeging aan de technische voorzieningen) als de in verband met deze regeling ontvangen premies buiten beschouwing worden gelaten bij de invulling van de onderdelen 2, 3 en 4 van deze kwartaalstaat. Onderstaand wordt nog nader ingegaan op de wijze van rapporteren in onderdeel 5. In de jaarstaten wordt afzonderlijk ingegaan op de financiering van deze specifieke regeling. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

16 2.2. Dit betreft zowel de opslag voor toekomstige kosten als de vergoeding voor de lopende kosten in het nieuwe kalenderjaar. De kosten voor het vermogensbeheer mogen hierbij buiten beschouwing blijven De opslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen moet bepaald worden aan de hand van het vereist eigen vermogen behorend bij de evenwichtsituatie van het fonds, uitgaande van het strategisch beleggingsbeleid Hier dient de actuarieel benodigde premie voor de voorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst te worden vermeld rekening houdend met het ambitieniveau en de afgesproken wijze van financieren. Opgemerkt wordt dat ook bij een op basis van een garantiecontract herverzekerd fonds de voorwaardelijke toeslagverlening in eerste instantie voor risico van het fonds komt. Informatie over de in de abtn beschreven kostendekkende premie Voor de toetsing van de premie kan een fonds kiezen voor een systematiek die afwijkt van de onder onderdeel 2 beschreven systematiek. In de Pensioenwet respectievelijk de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt dit omschreven als het dempen van de premie 3. Het pensioenfonds berekent in dat geval ook de kostendekkende premie op basis van een andere rente dan de actuele marktrente. De overeengekomen premie wordt daaraan getoetst. In onderdeel 3 moet informatie verschaft worden over de door het pensioenfonds gehanteerde systematiek van premietoetsing. Deze systematiek moet in de abtn zijn vastgelegd. 3.1: Een pensioenfonds dat gebruik maakt van de in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling gegeven mogelijkheid om een gedempte premie te hanteren, vult keuze b in. Zo niet, dan wordt keuze a ingevuld. 3.2: Hier wordt gevraagd naar de kostendekkende premie die bij de gekozen systematiek hoort: bij keuze a is het bedrag gelijk aan de premie onder 2.5. Bij keuze b moet een vergelijkbare berekening worden uitgevoerd bij een andere discontering. De uitkomst van deze berekening wordt bij 3.2. vermeld. 3.3: Deze vraag is alleen van toepassing voor fondsen die bij 3.1 keuze b hebben ingevuld. De bij de berekening van 3.2 gehanteerde disconteringsvoet moet hier worden vermeld. Benodigde premie De benodigde premie kan afwijken van de in de abtn beschreven kostendekkende premie, bijvoorbeeld omdat nog inhaalpremies verschuldigd zijn of een opslag in verband met een herstelplan. In de staat wordt ook gevraagd naar eventuele verlaging van de benodigde premie door solvabiliteitsvrijval. De Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling bieden echter geen mogelijkheden om de kostendekkende of gedempte premie te verlagen met de zogenaamde solvabiliteitsvrijval 4 Onder 4.3 moet daarom altijd 0 worden ingevuld. 3 Pensioenwet, artikel 128, lid 2; Wet verplichte beroepspensioenregeling, artikel 123, lid2. 4 Onder solvabiliteitsvrijval wordt verstaan: vermindering van de vereiste solvabiliteit als gevolg van het verrichten van uitkeringen. In de kamerbehandelingen van de Pensioenwet in de Tweede en Eerste Kamer heeft de regering bevestigd dat solvabiliteitsvrijval niet anders wordt behandeld dan vermogensstijgingen met andere oorzaken, zoals een stijging van de waarde van de beleggingen. Zie o.a. de Handelingen van de Eerste Kamer, vergaderjaar 2006, publicatie nr 12, pagina Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

17 Feitelijk overeengekomen premie (naar verwachting) Op het moment van invullen zijn de in dit onderdeel gevraagde bedragen nog niet definitief bekend. Op basis van de wel beschikbare informatie moet deze zo goed mogelijk worden geraamd. Premiekortingen en terugstortingen of extra stortingen door de werkgever, anders dan uit hoofde van een herstelplan moeten verwerkt worden in de feitelijke premie. Deze posten komen dus nog niet in onderdeel 4 aan de orde. In dit onderdeel wordt ook een splitsing gevraagd in werkgevers- en werknemerspremie. Soms is deze onderverdeling niet bekend. In dat geval moet een zo realistisch mogelijke inschatting worden gemaakt. Kolom Inkoopregeling VPL : Zoals reeds aangegeven bij onderdeel 2.1 van deze staat, is een bijzondere situatie van toepassing voor pensioenfondsen die een inkoopregeling in het kader van de wet VPL uitvoeren. De met deze regeling verband houdende premies zijn in de onderdelen 2, 3 en 4 geheel buiten beschouwing gelaten. De feitelijk overeengekomen premie omvat echter vaak wel een bijdrage die bedoeld is voor deze regeling (vaak wordt deze som toegevoegd aan een in dit verband gecreëerde reserve). Voor een goed inzicht is het dan ook nodig dat deze bijdrage in de staat wordt gesepareerd. Fondsen waarvoor dit geldt, vermelden in de eerste kolom de premie exclusief de premie voor de inkoopregeling VPL, en in de tweede kolom apart de premie voor de inkoopregeling VPL. Pensioenfondsen die niet een inkoopregeling in het kader van de wet VPL uitvoeren, vullen in de tweede kolom op beide regels een nul in. Toelichting van het verschil Onderdeel 6.1 wordt automatisch berekend aan de hand van de gegevens in onderdeel 5.3 (exclusief premie voor inkoopregeling VPL) en 4.4. Indien blijkt dat de feitelijk overeengekomen premie lager is dan de benodigde premie, dan moet de oorzaak van het verschil tussen de benodigde premie en de feitelijke premie in een tekstveld worden toegelicht. Het fonds zal daarbij moeten aantonen dat aan alle vereisten voor premiekorting is voldaan. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

18 2.6 Herstelplan K501 Evaluatie Herstelplan Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen met technische voorzieningen voor risico van het fonds, die in het afgelopen boekjaar uitvoering gaven aan een kortetermijn- of langetermijnherstelplan Rapportage over vierde kwartaal Algemeen Doel van deze staat is om inzicht te krijgen in de voortgang van het herstel van de vermogenspositie. Indien de ontwikkeling van het herstel afwijkt van de prognoses kan dat leiden tot eventuele beleidsinterventies door het fondsbestuur, waarover ook informatie verschaft moeten worden. In de staat en in onderstaande toelichting worden de termen verslagjaar en lopend jaar gebruikt. Onder verslagjaar wordt het afgelopen boekjaar verstaan; met lopend jaar wordt het jaar volgend op het verslagjaar aangeduid. Daarbij moet worden bedacht dat deze staat wordt ingediend aan het begin van het jaar dat volgt op het verslagjaar. De staat kent 3 kolommen. In de eerste kolom moet de realisatie over het verslagjaar weergegeven moeten worden. Daartegenover worden in de tweede kolom de uitkomsten geplaatst die volgens het ingediende plan verwacht werden. In de laatste kolom worden de prognoses en voornemens voor het lopende jaar opgenomen. De gevraagde gegevens hebben betrekking op posten die voor risico van het pensioenfonds zijn. De rendementen, premiegegevens, aanwezige middelen etc. ten behoeve van deze staat moeten dan ook slechts gerelateerd worden aan de middelen voor risico van het fonds. Voor zover de gegevens betreffende de realisatie in het verslagjaar nog niet definitief bekend zijn, moeten deze geraamd worden. De verwachtingen voor het lopende jaar moeten berekend worden, uitgaande van de veronderstelling dat de rente niet wijzigt ten opzichte van de rentetermijnstructuur ultimo het verslagjaar. In een aantal gevallen wordt gevraagd naar de invloed op de dekkingsgraad, te rapporteren in procentpunten. Wij merken op dat de nu opgestelde staat nog geen sluitende analyse van de ontwikkeling van de dekkingsgraad bevat. Wel worden de belangrijkste factoren benoemd en gekwantificeerd. Algemene vragen De onderdelen 3.1 en 3.2 worden voor wat betreft de realisatie over het verslagjaar automatisch gevuld uit staat K101. De verwachte dekkingsgraad aan het eind van het lopende jaar moet berekend worden volgens de systematiek en aanwijzingen voor staat K : De berekening van het vereist eigen vermogen moet plaatsvinden volgens de hiervoor geldende voorschriften. In de toelichting bij de jaarstaten wordt hierop nader ingegaan. Voor de realisatie over het verslagjaar moet daarbij uitgegaan worden van de feitelijke situatie ultimo verslagjaar. De verwachting voor het lopende jaar moet gebaseerd worden op het strategische beleggingsbeleid van het fonds. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

19 Premie Deze gegevens houden verband met de staat in K401, en moeten in K501 naar analogie van bij K401 gegeven aanwijzingen worden vastgesteld. Wij merken op dat de bij onderdeel 4.1 gevraagde premie exclusief solvabiliteitsopslag moet worden vermeld. (De hier gevraagde premie betreft dus de onderdelen 2.1 en 2.2 uit staat K401.) Toeslagverlening ten laste van het fonds Onder Toeslagverlening ten laste van het fonds moeten alleen de lasten van de voorwaardelijke toeslagverlening ten laste van het fonds vermeld worden. De lasten voor onvoorwaardelijke toeslagverlening of backservice en de lasten voor toeslagverlening ten laste van de werkgever (bijvoorbeeld bij toeslagcategorie D3 van de toeslagenmatrix) moeten verwerkt worden in de actuariële premie zoals opgenomen onder vraag 4.1. Rendement 6.1: Onder het benodigde rendement wordt verstaan de intresttoevoeging aan de technische voorzieningen. Deze dient vastgesteld te worden op basis van de eenjaarsrente volgens de rentetermijnstructuur primo het verslagjaar (voor de realisatie) respectievelijk primo het lopende jaar (voor de verwachtingen over het lopende jaar). Pensioenfondsen die één disconteringsvoet hanteren 5, gebruiken deze ook voor berekening van het benodigde rendement. 6.2: Het gerealiseerde rendement moet vastgesteld worden aan de hand van alle inkomsten op middelen voor risico van het fonds, onder aftrek van de kosten vermogensbeheer en door het fonds betaalde rente op vreemd vermogen. Zo moeten bijvoorbeeld rente-inkomsten en -uitgaven op een rekening courant met de werkgever of herverzekeraar (anders dan voor een garantiecontract) of betaalde rente op een achtergestelde lening meegenomen worden. Verandering rentetermijnstructuur Dit onderdeel heeft betrekking op de effecten van opgetreden wijzigingen in de rentetermijnstructuur. Het fonds kan deze niet beïnvloeden, maar de ontwikkeling van de financiële positie kan hiervan grote gevolgen ondervinden. De voortgang van het herstel kan hierdoor dus in hoge mate beïnvloed worden. Aanpassingen in de werkelijke rentetermijnstructuur (RTS) ten opzichte van de geïmpliceerde forwardcurve leiden tot een verschil in technische voorzieningen. Voorbeeld: als de rentetermijnstructuur na één jaar gelijk blijft terwijl de vorm van de rentecurve oplopend is, is de verwachte (en in de technische voorzieningen doorberekende) rentestijging niet uitgekomen en is er dus een verlies in de vorm van een hogere technische voorzieningen dan verwacht. De berekening van dit effect is minder bewerkelijk voor pensioenfondsen die één disconteringsvoet hanteren. Wij merken op dat de wijziging van de rentetermijnstructuur, naast invloed op de technische voorzieningen, ook invloed heeft op de waarde van de vastrentende waarden (koersresultaat). Deze invloed komt in de rapportage naar voren bij onderdeel 6 (Rendement). Overige maatregelen fonds Onder 8 moet vermeld worden of het fonds overigens nog maatregelen of beleidswijzigingen doorvoert die invloed hebben op de dekkingsgraad. Dan gaat het uitsluitend om maatregelen die in het verslagjaar zijn doorgevoerd of nieuwe maatregelen die men in het lopende jaar verwacht te nemen. Indien bijvoorbeeld het beleggingsbeleid in het verslagjaar is aangepast of in het lopende jaar zal worden aangepast, moet de vraag met Ja beantwoord worden. Indien 5 Zie artikel 35, lid 1, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

20 een beleidswijziging al enkele jaren geleden is doorgevoerd toen het herstelplan werd opgesteld dan wel aangepast, moet deze nu niet meer vermeld worden en moet de vraag nu dus met nee worden beantwoord. Indien tenminste een van de vragen 8.2 t/m 8.6 met ja wordt beantwoord, moet in het tekstblok (8.9) een beknopte toelichting gegeven worden. 8.1: Het gaat om mutaties in het betreffende jaar in de achtergestelde lening voor zover deze meegeteld mag worden als solvabiliteitsbuffer 6. Het kan dus gaan om aanvullende stortingen of om een aflossing in het verslagjaar respectievelijk het lopende jaar. De mutatie kan ook een gevolg zijn van het feit dat een kleiner of groter deel van de achtergestelde lening mee mag tellen voor de solvabiliteit zonder dat dit een gevolg is van extra stortingen of aflossingen. 8.7: Hier gaat het om het effect van alle genoemde maatregelen op de aanwezige dekkingsgraad. Bijvoorbeeld van de uitbreiding van het aandeel in de achtergestelde lening dat in aanmerking genomen wordt voor de solvabiliteit. 8.8: Beleidswijzigingen (bijvoorbeeld van het beleggingsbeleid) kunnen ook invloed hebben op de benodigde dekkingsgraad. Daarom wordt ook gevraagd naar de invloed van de genoemde maatregelen op de benodigde dekkingsgraad. Overige vragen De realisatie in het verslagjaar en de voornemens voor het lopende jaar kunnen invloed hebben op het tijdstip waarop de tekortsituatie naar verwachting zal zijn beëindigd. Of dit het geval is zal moeten ingevuld worden bij vraag 9.1 of 9.2. Tevens moet daar de thans verwachte einddatum van het kortetermijnherstelplan c.q. van het langetermijnherstelplan worden ingevuld. 6 Zoals bekend mogen achtergestelde leningen onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk worden meegeteld. Zie ook het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

21 2.7 Pensioenregelingen K601 Toeslagverlening Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen Indien in de verslagperiode een bestuursbesluit is genomen over toeslagverlening Algemeen Deze staat moet ingevuld worden voor alle regelingen waarvan de omvang van de technische voorzieningen ten minste 5% van de totale omvang van de technische voorzieningen van het fonds is en/of het aantal actieve deelnemers ten minste 5% is van het totaal aantal actieve deelnemers van het fonds. Ook wanneer reglementair toeslag verleend zou kunnen worden en het bestuur in de verslagperiode heeft besloten geen toeslag te verlenen dient dit gerapporteerd te worden. Bij de hoogte van de toeslag wordt dan 0% ingevuld. Als ingangsdatum moet de reglementaire datum worden ingevuld. Toeslagen die leiden tot een verhoging van uitkeringen worden in de eerste tabel geregistreerd. Toeslagen die leiden tot een eenmalige uitkering worden in de tweede tabel geregistreerd. Betreft Hier wordt de naam van de regeling geselecteerd zoals die ook in de jaarstaten en de staat K602 wordt gebruikt. Actieven / Inactieven Bij het verlenen van toeslag wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en inactieve deelnemers. Ingangsdatum Het moment waarop de toeslag ingaat; dit is niet de datum van het bestuursbesluit. K602 Kenmerken pensioenregelingen Wanneer in te vullen: Alle pensioenfondsen - Indien in de verslagperiode bij bestuursbesluit een wijziging in een van de pensioenregeling is vastgesteld - Elk vierde kwartaal Algemeen Een fonds rapporteert zodra een wijziging formeel is vastgesteld, conform artikel 103 van de Pensioenwet respectievelijk artikel 108 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en niet op het moment dat een regeling van kracht wordt. De ingangsdatum van de gewijzigde regeling kan daarom buiten de verslagperiode vallen. Wanneer de wijziging alleen voor bepaalde groepen deelnemers geldt dient dit als een nieuwe regeling opgevoerd te worden zodat ook de ongewijzigde regeling behouden blijft. Gerapporteerd moet worden met betrekking tot alle regelingen waarvan de technische voorzieningen ten minste 5% van de totale technische voorzieningen van het fonds uitmaakt Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

22 en/of het aantal actieve deelnemers ten minste 5% uitmaakt van het totaal aantal actieve deelnemers. De vragen die voor een bepaalde regeling niet van toepassing zijn worden door de applicatie automatisch verborgen. Regeling Onder een regeling verstaan wij een voor de deelnemer samenhangende set pensioenaanspraken. Een deelnemer is normaal gesproken slechts in één regeling (per fonds) actief. In veel gevallen zal er een één op één relatie zijn tussen de pensioenregeling en een pensioenreglement. Soms kunnen meerdere reglementen samen een pensioenregeling vormen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er een apart pensioenreglement is voor het tijdelijk ouderdomspensioen of het overbruggingspensioen. Dit deel van de rapportage wordt voor elke regeling apart ingevuld. Een uitzondering wordt gemaakt wanneer de administratie van het pensioenfonds geen onderscheid maakt tussen verschillende regelingen. In dat geval mogen de verschillende regelingen samengevoegd worden tot een regeling. Een pensioenfonds dient de consistentie tussen deze staat en de jaarstaten J701 en J702 te bewaken. Toeslagregeling Regeling van waaruit alleen de toeslagen gefinancierd worden. De pensioenaanspraken zijn normaal gesproken direct bij een verzekeraar ondergebracht. Naam regeling Gevraagd wordt naar de naam waaronder de regeling bij het fonds zelf bekend staat. De naam moet consistent gebruikt worden over de verschillende staten en rapportageperioden. Wanneer de administratie van het pensioenfonds geen onderscheid maakt tussen verschillende regelingen mogen de verschillende regelingen samengevoegd worden tot één regeling. In dat geval kan het pensioenfonds in de keuzelijst kiezen uit de optie Samenvoeging regelingen. Datum bestuursbesluit respectievelijk Ingangsdatum De datum van het bestuursbesluit dient in het rapportagekwartaal te liggen. De ingangsdatum van de reglementswijziging kan zowel in het verleden als in de toekomst liggen. Leidt de reglementswijziging tot aanpassing van rechten over verstreken deelnemingsjaren? Aangegeven moet worden of hiervan sprake is. Indien de rechten over verstreken dienstjaren verhoogd worden ontstaan extra backservice aanspraken die onderdeel moeten uitmaken van de kostendekkende premie. Uta-personeel Dit is het uitvoerend, technisch, administratief personeel in de bouwsector. Tijdelijk ouderdomspensioen Het tijdelijk ouderdomspensioen gaat vooraf aan het levenslang ouderdomspensioen, het eindigt wanneer het ouderdomspensioen ingaat. De uitkering van het tijdelijk ouderdomspensioen eindigt bij 65. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

23 Overbruggingspensioen Het overbruggingspensioen is een tijdelijke aanvulling op het levenslange ouderdomspensioen voor de periode dat de gepensioneerde nog geen AOW-uitkering ontvangt. Het onderscheidt zich van het tijdelijk ouderdomspensioen doordat de periode van uitkering die van het ouderdomspensioen overlapt. De uitkering van het overbruggingspensioen eindigt bij 65. De uitkering van het ouderdomspensioen in combinatie met een overbruggingspensioen begint voor 65. Tijdelijk nabestaandenpensioen Een tijdelijk nabestaandenpensioen is een uitkering bij overlijden van de partner tot een leeftijd van 65 jaar, of anders, indien het pensioenreglement hier iets over zegt. Arbeidsongeschiktheid pensioen Een arbeidsongeschiktheidspensioen zorgt voor een uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (meer dan 1 jaar). Het dient als aanvulling op de uitkering krachtens de Wet op werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Merk op dat oude gevallen gebruik maken van de Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO). Uitkeringsovereenkomst Een pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde pensioenuitkering. Kapitaalovereenkomst Een pensioenovereenkomst inzake een vastgesteld kapitaal dat uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Premieovereenkomst Een pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde premie die uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Toeslagen Tussen haakjes staat de positie in de toeslagenmatrix vermeld. Basis van het pensioengevend salaris Bij antwoordcategorie jaarsalaris kunnen vakantietoeslagen en 13e maand zijn opgenomen. Toezegging partnerpensioen Opbouwbasis: er bestaat zowel aanspraak op partnerpensioen bij overlijden tijdens de deelneming als bij overlijden na einde deelneming (als slaper of gepensioneerde); Risicobasis: er bestaat alleen aanspraak op partnerpensioen bij overlijden tijdens de deelneming; Voor pensioendatum op risicobasis, na pensioendatum op opbouwbasis: er bestaat aanspraak op partnerpensioen bij overlijden tijdens de deelneming of bij overlijden na ingang van het ouderdomspensioen; er bestaat geen aanspraak op partnerpensioen bij overlijden als slaper. Een en ander moet beoordeeld worden aan de hand van het geldende reglement. Veelal zullen regelingen waarbij het partnerpensioen thans op risicobasis verzekerd is nog wel premie vrije rechten kennen op in het verleden opgebouwd partnerpensioen. Hier moet geen rekening mee worden gehouden bij de invulling van deze vraag. Rapportagekader pensioenfondsen 8 februari

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzing Kwartaalrapportage

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzing Kwartaalrapportage Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzing Kwartaalrapportage De Nederlandsche Bank e019 Inhoud 1 Algemene toelichting 1 1.1 Nieuwe elementen in het nieuwe rapportagekader 1 1.2 Rapportagefrequentie en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleidende Bepalingen. Hoofdstuk 2. Kwartaalstaten. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen. Artikel 1.1.

Hoofdstuk 1. Inleidende Bepalingen. Hoofdstuk 2. Kwartaalstaten. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen. Artikel 1.1. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 30 maart 2007,nr. Juza/2007/00014/CLR, houdende regels met betrekking tot het rapportagekader als bedoeld in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4094 25 januari 2019 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 21 januari 2019 houdende wijziging van de Regeling verslagstaten

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24420 29 november 2012 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van 15 november 2012 houdende wijziging van de Regeling informatieverstrekking

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen De Nederlandsche Bank 1 ALGEMENE TOELICHTING... 5 Doel van de rapportage... 5 Wettelijke basis... 5 Wie moet rapporteren?... 6 Structuur van het rapportagemodel...

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

Verwachting lopend jaar (verslagjaar +1) 01 02

Verwachting lopend jaar (verslagjaar +1) 01 02 Herstelplan Bedragen in duizenden euro s c01 c_01 r_1_1 1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31-12-08 r_1_2 1.2 Gekozen hersteltermijn (in ren) 10 c02 c_01 Onderbouwing gekozen hersteltermijn r_1_3 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Algemene informatie kwartaalrapportage verzekeraars 2009-07-01

Algemene informatie kwartaalrapportage verzekeraars 2009-07-01 Algemene informatie kwartaalrapportage verzekeraars 2009-07-01 1 Is de kwartaalrapportage ook bestemd voor VOW3 maatschappijen? Ja, ook VOW3 maatschappijen moeten de kwartaalrapportage indienen. 2 Is het

Nadere informatie

Rapportagekader Premiepensioeninstellingen. Toelichting Kwartaalstaten

Rapportagekader Premiepensioeninstellingen. Toelichting Kwartaalstaten Rapportagekader Premiepensioeninstellingen Toelichting Kwartaalstaten 1 Inhoudsopgave ALGEMENE TOELICHTING... 3 1.1 Doel van de rapportage... 3 1.2 Wettelijke basis... 3 1.3 Aanlevering van de staten...

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen Inhoud ALGEMENE TOELICHTING... 4 Doel van de rapportage... 4 Wettelijke basis... 4 Wie moet rapporteren?... 5 Structuur van het rapportagemodel... 5 Waarmerking

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 00 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er spelen geen bijzonderheden in het fonds die ertoe leiden dat de hersteltermijn

Nadere informatie

1.1 Naam: Els Janssen 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Els Janssen 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Els Janssen 2 Telefoonnummer: 06-969 E-mailadres: ejanssen@att-pensioenfondsnl Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 Herstelplan PME 2015 Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 1 PME Herstelplan 2015 dekkingraadsjabloon inclusief onderbouwing Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon dat deel uitmaakt

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Bijlage: sjabloon voor het langetermijnherstelplan en toelichting invulling

Bijlage: sjabloon voor het langetermijnherstelplan en toelichting invulling Bijlage: sjabloon voor het langetermijnherstelplan en toelichting invulling In deze bijlage wordt het sjabloon voor het door de fondsen met een reservetekort vanaf januari 27 aan te leveren langetermijnherstelplan

Nadere informatie

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen

Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen Rapportagekader pensioenfondsen Aanwijzingen De Nederlandsche Bank 1 ALGEMENE TOELICHTING... 4 Doel van de rapportage... 4 Wettelijke basis... 4 Wijzigingen rapportagekader per 15 december 2010... 4 Wie

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Staat/formulier Contact1 blad 1 Contact

Staat/formulier Contact1 blad 1 Contact Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: 2 Telefoonnummer: 3 E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2017

Pensioenen... Herstelplan 2017 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2017 30 maart 2017 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert sinds 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Jos Dreuning 2 Telefoonnummer: 088-62780 3 E-mailadres: josdreuning@azleu Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW

DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW BIJLAGE: DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW 25 JUNI 2009 Bijlage bij Herstelplan BPF Bouw 25 juni 2009: Dekkingsgraadsjabloon per 1 januari 2009

Nadere informatie

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen. Aan Van Cc Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ANWB AZL Actuariaat (Monique van Run en Valerie Heuvelmans) Dirk Meijwaard, fondsmanager Onderwerp Herstelplan 2019 Datum 7 maart 2019 Inleiding Omdat

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

1.1 Naam: M.J.L. Vroegindewei 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: M.J.L. Vroegindewei 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: MJL Vroegindewei 2 Telefoonnummer: 0 E-mailadres: marcelvroegindewei@towerswatsoncom Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

Frequently asked questions

Frequently asked questions Frequently asked questions Datum: 26 augustus 2010 In dit document vindt u vaak gestelde vragen en de antwoorden daarop die verband houden met de kwartaal- en jaarstaten van pensioenfondsen. Het is daarmee

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K50 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 324 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn 3 Het bestuur heeft, na consultatie met de achterbannen (werkgever, werknemers

Nadere informatie

3. Testsheet Kan op de DNB website een testsheet worden gepubliceerd waarop pensioenfondsen de juistheid van hun rapportage kunnen laten testen?

3. Testsheet Kan op de DNB website een testsheet worden gepubliceerd waarop pensioenfondsen de juistheid van hun rapportage kunnen laten testen? Algemeen 1. Aantal vragen dat DNB stelt Is het logisch dat DNB zoveel vragen moet stellen over de derivatenstaat? (Naar aanleiding van het feit dat alle aanwezigen in de zaal aangaven vragen te hebben

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari

Nadere informatie

1.1 Naam: Marco Starreveld 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Marco Starreveld 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Marco Starreveld 2 Telefoonnummer: 06 0 9 72 E-mailadres: marcostarreveld@achmeacom Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

Advies Commissie Parameters

Advies Commissie Parameters Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen Sprenkels&Verschuren Maart 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. Verkort jaarverslag 2014 In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag downloaden op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 pensioenregeling Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

: Herstelplan Stichting Pensioenfonds ACF/Brocacef

: Herstelplan Stichting Pensioenfonds ACF/Brocacef De Nederlandsche Bank T.a.v. de heer drs. J.A.C. Luijks RA Postbus 929 7301 BD Apeldoorn Datum : 11 mei 2009 Betreft : Herstelplan Stichting Pensioenfonds ACF/Brocacef Geachte heer Luijks, Bijgaand treft

Nadere informatie

1.1 Naam: J.A. Binnekamp 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: J.A. Binnekamp 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: JA Binnekamp 2 Telefoonnummer: 033-4 227 22 3 E-mailadres: hbets@confidentbvnl Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal voor Stichting Pensioenfonds TNO. De uitgangspunten die ten grondslag

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

1.1 Naam: Marco Kiewiet 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Marco Kiewiet 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Marco Kiewiet 2 Telefoonnummer: 0626647 3 E-mailadres: marcokiewiet@smurfitkappacom Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2016

Pensioenen... Herstelplan 2016 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2016 23 maart 2016 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert op 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Stichting pensioenfonds van De Nederlandsche Bank N.V. Relatienummer c05 c_01 c_02

Stichting pensioenfonds van De Nederlandsche Bank N.V. Relatienummer c05 c_01 c_02 Herstelplan Bedragen in duizenden euro s Fondsnaam Stichting pensioenfonds van De Nederlandsche Bank N.V. Relatienummer 07837 c01 1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) r_1_1 31-03-16 r_1_2 1.2 Gekozen hersteltermijn

Nadere informatie

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015 Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Agenda 1. Rol klankbordgroep 2. Waarom een nieuwe pensioenregeling?

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 1 1: OPENING & AGENDA Opening Notulen deelnemersvergadering 2015 Deelnemersvergadering juli 2016 Samenstelling bestuur en verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars

Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Doel van deze handleiding...2 3. In te dienen documenten...3 4. Kwartaalrapportage op hoofdlijnen...3 a) Algemene

Nadere informatie

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota Versie 19 april 2012 Inleiding Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg

Nadere informatie

1.1 Naam: Richard Janssens 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Richard Janssens 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Richard Janssens 2 Telefoonnummer: 062 E-mailadres: RichardJanssens@azleu Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact1 blad 1 Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage 11 Naam: Jos Dreuning 12 Telefoonnummer: 088-1162780 13 E-mailadres: dnb-staten-fav@azleu Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: TWF Hillen 2 Telefoonnummer: E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie