UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Transcriptie

1 Format Grassrootsprogramma 2016 Een Grassrootsprogramma is een bundel van Grassroots per instituut of afdeling die via een gezamenlijk voorstel worden ingediend. Dit format is bedoeld voor het indienen van een Grassrootsprogramma. Binnen een Grassrootsprogramma voeren minimaal 5 docenten en maximaal 10 docenten een Grassroot uit. Per Grassroot is maximaal 1000 beschikbaar. Daarmee is voor de opleiding of de faculteit/ afdeling per goedgekeurd Grassrootsprogramma maximaal beschikbaar. Het voorstel voor een in te dienen Grassrootsprogramma beslaat maximaal 4 A4tjes. Via dit formulier dien je jouw programmavoorstel in voor deelname aan de Grassroots. Meer informatie en richtlijnen voor het indienen van een programmaaanvraag zijn verkrijgbaar via de UvA Grassrootspagina. Definitieve programmavoorstellen dienen uiterlijk 29 januari, 12:00 uur te zijn ingediend via het: Grassroots@uva.nl Let op: Bij toekenning van de Grassroot wordt de projectleider op 18 februari om 15 uur verwacht bij de startbijeenkomst. 1. Algemene gegevens Faculteit/Onderwijsinstituut Opleiding (indien van toepassing) Naam en contactgegevens van de eindverantwoordelijke voor het Grassrootsprogramma (onderwijsdirecteur/ decaan/ projectleider) Naam en contactgegevens van de projectleider Grassrootsprogramma (naam, adres, werkadres en telefoonnummer) FNWI College of Science niet van toepassing (breed) Jeroen Goedkoop Postbus 94214, 1090 GE Amsterdam j.b.goedkoop@uva.nl Martijn Stegeman Postbus 94323, 1090 GH Amsterdam stegeman@uva.nl Format Grassrootsprogramma

2 2. Beschrijving Grassrootsprogramma Titel Inleiding/ aanleiding FNWI Videostudio Er komen al langere tijd verzoeken van FNWI-docenten om kennisclips te kunnen maken en daarmee te experimenteren in het onderwijs. Gezien de blijvende groei van opleidingen in de FNWI bestaat bij veel docenten een grote wens om op één of andere manier terug te kunnen keren naar kleinschalig onderwijs zonder dubbele hoor- en werkcolleges te geven. Op locatie Science Park wordt daarom nu een videostudio voor onderwijsdoeleinden beschikbaar gemaakt (operationeel medio maart). De eerste gedachte was om bestaande externe voorzieningen gebruiken op het AMC of op Roeterseiland, of docenten aan te raden met hun webcam zelf snel een video op te nemen. Maar al deze opties werpen drempels op, meestal net te hoog voor een drukke docent. Er was niet veel nodig om een mooi compromis te bewerkstelligen: een laagdrempelige plek (want dichtbij in het gebouw waar ze werken) om snel of minder snel video s op te nemen, in een behoorlijk professionele kwaliteit (want aan de basisvoorwaarden voor goed beeld en geluid is voldaan). Na inwinnen van informatie bij de AMC-studio, hebben we een werkcollegeruimte ingericht die op verzoek en op vaste dagen per week omgebouwd kan worden naar een videostudio. Er zijn professionele lampen, er zijn achtergrondschermen (green screen/zwart/wit) en er is een geluiddempend gordijn. Ook is er een videomixer en diverse randapparatuur. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de apparatuur die op locatie bij audiovisuele dienst (AVD) voor onderwijsdoeleinden (gratis) aanwezig is zoals camera s, microfoons enz. Er is ook overleg en samenwerking met de medewerkers van de AVD waar van toepassing. Met dit voorstel willen we graag aan docenten een extreem laagdrempelige mogelijkheid bieden om hun onderwijs didactisch te verrijken met zelfgemaakte video s. Er is al enige ervaring met het inzetten van kennisclips in de onderwijspraktijk bij de FNWI (bijvoorbeeld het eerdere grassrootsprogramma Kennisclips voor activerend onderwijs ) en bij diverse vakken worden webcolleges gebruikt. Er zijn ook goede ervaringen met de combinatie van lange video s en kennisclips, bijvoorbeeld bij de Minor Programmeren. Hergebruik van hoogwaardig materiaal van Harvard werkt hier perfect maar er blijft een behoefte om daar zelf materialen aan toe te voegen. De bedoeling van dit grassrootsprogramma is om gedurende een jaar het daadwerkelijke gebruik van de studio te bootstrappen in onze faculteit. We werken in eerste instantie met pilot docenten maar in principe krijgen alle docenten de mogelijkheid om (tegen beperkte kosten) met ervaren begeleiding snel en efficiënt video voor hun actuele onderwijs te kunnen maken. Hiermee zorgen we ervoor dat er voldoende kritische massa ontstaat van docenten met ervaring met laagdrempelig video s maken. Een doel van dit project is onderzoeken wat is nodig om videostudio efficiënt duurzaam als faciliteit voor docenten op de faculteit te organiseren en wat een video (volgens een gestandaardiseerde aanpak) dan kost. Dit project wil bijdragen aan de onderwijskwaliteit (activerend onderwijs), en past goed bij de discussies over blended learning die afgelopen jaar gevoerd zijn aan de UvA en lokaal aan de FNWI en past in het ICTO-FNWI Meerjarenplan. Voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit is het cruciaal dat de video s didactisch verantwoord worden ingezet in het onderwijs en dat de gekozen vorm/scenario hierbij past. Docenten maken daarom zelf een voorstel over de soort en vorm. Hiermee willen we ook de variëteit aan wensen op onze faculteit onderzoeken en Format Grassrootsprogramma

3 Plan van aanpak ook na afloop van het project verder op inspelen door verzamelde kennis en ervaring te blijven delen. De werving van geïnteresseerde docenten is reeds gestart, onder andere met een bericht via de opleidingsdirecteuren. Dit heeft het volgende namenlijstje opgeleverd: Informatiewetenschappen: - Gosia Migut (docent) kennisclips voor cursus Data processing / Daan van den Berg (docent) kennisclips Prog.theorie / Martijn Stegeman (docent en coördinator) kennisclips minor Programmeren - Toto van Inge (docent) bij diverse vakken die hij verzorgt combinatie met gebruik van tekentablet (lopend tabletproject) - Jacobijn Sandberg (opleidingsdirecteur Informatiekunde) + Dick Heinhuis (docent) onderwerpen over statistiek Biomedische wetenschappen: - Marten Smidt (instituutsdirecteur en docent Neurowetenschappen) korte video ter vervanging deel college - Hans Breeuwer (docent) kennisclip cursus Driepuntskruising biologie Scheikunde: - Sape Kinderman (opleidingsdirecteur) + Joost Reek (instituutsdirecteur) Scheikundeclips voor het doel zichtbaarheid Scheikunde te vergroten Bij start van het programma wordt opnieuw geworven en worden de criteria en tijdspad bekend gemaakt t.b.v. aanmeldingen. Met de docenten die gebruik willen maken van de videostudio wordt een gesprek gevoerd om het plan van aanpak van hun (serie) videoclips, didactische toepassing in het onderwijs en de gewenste techniek grondig te bespreken. Als uitkomst van dit overleg wordt een kort individueel projectplan gemaakt met o.a. de afspraken over de uitwerking en wordt de studio met de nodige ondersteuning op maat (student-assistent) ingeroosterd. Bij de oplevering van het product wordt een beschrijving gemaakt van de gebruikte onderwijsmethode en de techniek met tips en trucs (publiceren op Starfish) met het doel van kennisdeling en inspiratie. Daarnaast is de intentie om juist de laagdrempeligheid te benadrukken en docenten ook voor een enkele clip de studio in te lokken, daarbij volledig ondersteund door de projectleider en technische assistenten. Selectie en criteria Monitoring en begeleiding Op basis van de ervaringen in dit project wordt een aantal gestandaardiseerde configuraties voor het snel maken van videoclips gemaakt met het doel duidelijkheid te scheppen, drempels te verlagen en zelfstandigheid van docent te vergroten (zo veel mogelijk een druk op de knop aanpak) en de ondersteuning zo efficiënt mogelijk zo aan te bieden. Selectie van de deelnemers vindt plaats door de projectleider Martijn Stegeman en Natasa Brouwer (ICTO-FNWI coördinator), op basis van de volgende criteria: - productie van video op een voor de opleiding vernieuwende manier - mate van directe inzetbaarheid in het onderwijs - spreiding van projecten over instituten (om een brede pilot te draaien) We zullen de docenten tijdens de werving enkele cliché -voorbeelden aanleveren waarbij ze een goede indruk kunnen krijgen van wat er mogelijk is binnen het kader van een project (bijbehorend budget en de tijdsinvestering). We streven er naar om 8 projecten te honoreren. Opzet van de individuele grassroots wordt begeleid door Natasa Brouwer en de projectleider. Beiden hebben een uitgebreide bibliotheek van voorbeelden van binnen en buiten de UvA, en zijn beschikbaar om met docenten te sparren over Format Grassrootsprogramma

4 Herbruikbaarheid Resultaten Evaluatie disseminatie en borging Beloning Tijdspad hun projecten. Er zal verder technische begeleiding zijn: vaste assistent Julian Jansen heeft al uitgebreid ervaring opgedaan met videoproductie en heeft meegewerkt bij het opzetten van de eigen studio. Elk individueel grassrootsproject in dit programma zal werken met een eenvoudig praktisch planningsschema waarin we met de docent een realistische planning zullen afspreken. Voor de FNWI is dit een verkenning van de mogelijkheden van een laagdrempelige studio. De kosten willen we blijvend laag houden, maar de productiekwaliteit zo hoog mogelijk. Intern zullen we dus met name leren over de mogelijkheden die FNWI-docenten zien. Hiervan leren we welke aanpassingen of uitbreidingen in de faciliteiten en ondersteuning nog nodig zijn. We willen het uiteindelijk zo eenvoudig mogelijk maken! Dat er door dit programma een brede selectie docenten kan meedoen betekent bovendien dat er verspreid over de faculteit mensen zullen rondlopen die ervaring hebben. Bij succes ligt het voor de hand om het maken van video s in de studio ook aan docenten in het BKO-traject aan te bieden. Voor andere faculteiten is het interessant om te begrijpen of en hoe een eenvoudige maar direct beschikbare en nabije studio kan werken om docenten aan de video te krijgen. De opgedane kennis en ervaring, en de gemaakte gestandaardiseerde configuraties voor het maken van video s worden open gedeeld op Starfish. Evaluatie is een essentieel onderdeel van het programma. We willen dit als pilot gebruiken voor een efficiënte, betaalbare en duurzame videostudio. Het spreekt voor zich dat we hier nog iets te leren hebben. De projectleider zal observeren tijdens de projecten, de technische assistentie zal regelmatig rapporteren over (on)mogelijkheden, en de deelnemers wordt gevraagd om als onderdeel van hun project een evaluatie in te vullen. Video s zijn gelukkig een heel zichtbaar product, en met de verhoogde kwaliteit die we ambiëren, is het ook makkelijker om video s prominent en publiek zichtbaar te maken. De resultaten zullen dus actief onder de aandacht gebracht worden: op de UvA via Grassroots-community, via de facultaire nieuwsbrief, mond-tot-mond reclame door deelnemende docenten, en het Starfish-platform. We stellen ook graag de studio tijdens het project enkele malen open voor geïnteresseerden, om de mogelijkheden te demonstreren. We denken ten slotte aan het uitnodigen van geïnteresseerde faculteiten en vertegenwoordigers van andere instellingen om de ervaringen te delen. De faculteit is enthousiast over dit plan en wil na succesvolle afronding van de pilot fase het continueren als daar draagvlak voor blijkt te bestaan. Ook is zij bereid dan de continuering mogelijk te maken. Subsidieaanvraag: euro We kiezen voor 20% begeleiding en 80% voor de Grassrootsprojecten. In de begeleiding zitten dan startup en evaluatie, assistentie voor het inrichten van de studio, en de intensieve begeleiding bij de opzet van de projecten. De directe hulp bij de opname en uitwerking door de assistent en projectleider wordt berekend op de kosten van de individuele grassroots. Dit ook met de insteek om de kosten van een video zo beter te kunnen definiëren. Op basis van de eerste ronde inschrijvingen en de vastgelegde volume wordt de keuze gemaakt in een of in twee rondes te werken. De interesse van docenten is immers bijna altijd gekoppeld aan het moment van onderwijs verzorgen (voorkeur voor een rustige tijd of juist tijdens het onderwijs). In ieder geval wordt de productie van de video s zo veel mogelijk verspreid over het jaar, hetgeen ook voor meer kennisuitwisseling kan zorgen. We stellen ons voor dat we voor ieder project een eigen maand in het jaar uitkiezen waar de daadwerkelijke videoproductie plaatsvindt. Februari-maart werving deelnemers (eerste ronde) Format Grassrootsprogramma

5 Maart en april gesprekken en begeleiding bij uitwerken projectvoorstellen en planning April t/m augustus gefaseerde productie van de video s uit de projecten Augustus werving deelnemers (tweede ronde) Augustus en september gesprekken en begeleiding bij uitwerken projectvoorstellen en planning September t/m januari gefaseerde productie van de video s uit de projecten Februari opleveren eindrapportage Opmerkingen - Getekend door Jeroen Goedkoop, directeur College of Science 28 januari 2016 Format Grassrootsprogramma

6 De criteria waarop het Grassrootsprogramma 2016 beoordeeld wordt: 1. Het programma sluit aan bij de onderwijsvisie en het (ICT-)beleid van de faculteit, het OWI of de opleiding. 2. Het Grassrootsprogramma leidt tot verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. 3. Het Grassrootsprogramma levert concrete producten op (bijvoorbeeld onderwijsmateriaal of werkvorm) die direct inzetbaar zijn in het onderwijs en herbruikbaar zijn voor andere opleidingen en docenten. 4. Het programma draagt bij aan de verhoging van ICT-vaardigheden en kennis van de docent/ opleiding. 5. Het gaat het om een vernieuwende toepassing van ICT in het onderwijs voor dit OWI of deze opleiding. Het hoeft echter geen baanbrekende vernieuwing te zijn. 6. Het voorstel beschrijft helder wat de toegevoegde waarde is van dit Grassrootsprogramma in de onderwijscontext. En het voorstel is haalbaar: het is verzameling van kleine projecten die gezamenlijk binnen de geplande tijd en middelen uitgevoerd kunnen worden. 7. In het Grassrootsprogramma wordt beschreven hoe men na afloop van het Grassrootsprogramma de resultaten wil borgen binnen de faculteit, het OWI of de opleiding. Format Grassrootsprogramma