Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer (ICP)
|
|
- Anneleen van den Velde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Projectvoorstel Deel B: Jaarplan 2006 Titel Projectvoorstel: Projectnummer: Cluster: Clustermanager Clustersecretaris Penvoerder: Participanten: Type onderzoek: Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) Personenvervoer Prof B. van Wee Mevr. D. de Bruin NEA Transportonderzoek en opleiding AGV, TU Delft, Provincie Gelderland, KNV/Mobis, Vervoerbedrijven Toegepast BSIK-bijdrage ,-- (voor de periode 2005/2006) Datum: 21 september Samenvatting Naast het traditionele openbaar vervoer bestaan er diverse vormen van doelgroepenvervoer, ieder met zijn eigen organisatie en financiering. De financiering van deze vormen van collectief vervoer staat onderdruk. Samen met het openbaar vervoer vormt dit collectief vervoer een bont geheel. Door de versnippering is er geen optimaal aanbod en is de bijdrage van collectief vervoer op het platteland aan de oplossing van de mobiliteitsproblemen beperkt. Tevens leidt dit versnipperde systeem tot stigmatisering van doelgroepen en komen sociale doelstellingen voor het landelijke gebied onder druk te staan. Naar verwachting zal door de vergrijzing en de veranderingen in de welzijnssector deze problematiek alleen maar toenemen. Een aanzet tot een integraal collectief vervoersysteem is geadviseerd als één van de oplossingen van de problematiek van het collectief vervoer op het platteland door het Openbaar Vervoerberaad. Het project Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) zal op vervoerkundig, financieel en organisatorisch gebied kennis en hulpmiddelen ontwikkelen om tot een integraal collectief vervoersysteem te komen, waarbij de wensen van de klant en de daaruit afgeleide vervoervraag centraal staat. Diverse huidige typen vervoersystemen (vraagafhankelijk en lijngebonden, openbaar en 1
2 besloten) die naast elkaar bestaan zullen via een heldere transitie hervormd moeten worden om in de toekomst aan de wensen en eisen van een integraal collectief vervoersysteem te voldoen. Door een herinrichting van het collectieve personenvervoer wordt een efficiëntieslag onderzocht, m.n voor de systemen die nu apart van elkaar voor diverse doelgroepen in stand worden gehouden. Ondanks dat hier een beperkte vervoerstroom in termen van reizigerskilometers mee is gemoeid (namelijk slechts circa 20% vergeleken met het OV per bus in totaal), is dit onderdeel van het collectieve personenvervoer verantwoordelijk voor circa 1 miljard euro aan subsidie, ofwel circa 50% van de totale subsidie in het collectieve personenvervoer. Het constateren dat er efficiencywinst mogelijk is, is betrekkelijk eenvoudig, maar het realiseren ervan niet: er zullen diverse actoren moeten gaan samenwerken die dat niet gewend zijn, of tenminste niet met als doel gezamenlijk tot de beoogde efficiencywinst te komen. De middelen die vrijkomen bij de efficiëntieslag kunnen worden ingezet om het totale collectieve personenvervoer te verbeteren, liefts zodanig dat een zo hoog mogelijke verbetering voor People, Planet en Profit wordt verkregen. Vermoedelijk speelt een modal shift ten gunste van het collectieve personenvervoer hierbij een belangrijke rol. Hiervoor zullen in een latere fase ideeën worden aangedragen, waarbij de vraag centraal staat welke prikkels de diverse actoren ertoe kunnen brengen de vrijgekomen middelen optimaal (vanuit het perspectief van People, Planet en Profit) aan te wenden. Bij de beantwoording van vraag welke prikkels kunnen werken, zullen zowel de actoren die de prikkels geven (met name: subsidieverstrekkers) als ontvangen (vervoerbedrijven, taxibedrijven) zelf nadrukkelijk worden betrokken. Bij de vraag wat optimaal is, zal niet alleen geredeneerd worden vanuit de huidige situatie, maar ook vanuit mogelijke of verwachte toekomstige situaties, rekening houdend met wijzigingen in demografie (zoals vergrijzing), technologie (schonere voertuigen, zowel auto als openbaar vervoer, andere brandstoffen), economie (vooral: koopkracht) en prijzen (o.a. brandstofprijzen). In Gelderland worden enkele pilots gehouden waarbij wordt gekeken naar andere vormen van collectief personenvervoer en de integratie van diensten. Het TRANSUMO project zal deze (en andere) pilots wetenschappelijk verbreden en kijken naar overdraagbaarheid van resultaten. Gelderland is hierbij primair een casus: we trachten lessen te leren waarbij de vraag centraal staat op welke wijze de kennis kan worden toegepast in andere delen van Nederland. Bij het onderzoek zullen de onderdelen People, Planet en Profit zoals beschreven door TRANSUMO centraal staan. De ontwikkelde kennis zal worden overgedragen naar andere partijen en andere praktische voorbeelden. De transitie vanuit de huidige systemen naar een ICP is hierbij zoals de projecttitel reeds aangeeft- een wezenlijk onderdeel. Samengevat: dit onderzoek heeft daarmee tot doel: 1. te trachten inzichtelijk te maken hoe veel geld bespaard kan worden 2. te trachten de belangrijkste actoren tot een gemeenschappelijke visie over het OV te laten komen 3. te trachten inzicht te verkrijgen in de vraag hoe actoren dusdanig geprikkeld kunnen worden dat met de middelen voor het OV een zo hoog mogelijk rendement vanuit People, Planet en Profit wordt verkregen. 2. Inbedding TRANSUMO 2
3 Dit project Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer (ICP) past zeer goed binnen de filosofie van TRANSUMO en heeft alle kenmerken waar TRANSUMO zich voor inzet. In de visie van TRANSUMO wordt gesproken over een impasse waarin het mobiliteitssysteem is gekomen, vanwege het huidige institutionele regime en verouderde regels. Binnen dit project zal een samenwerkingsverband van private en publieke partijen in een open klimaat op zoek gaan naar barrières binnen de huidige financiële, wettelijke en organisatorische kaders, die de noodzakelijke veranderingen momenteel blokkeren. Hierbij wordt enerzijds onderzoek gedaan naar de gewenste optimalisatie van het nieuwe systeem en anderzijds gekeken welke kaders dienen te worden aangepast om dit in de praktijk ook werkelijk mogelijk te maken. Alleen op deze wijze kan er van een werkelijke transitie sprake zijn. Dit is exact waar TRANSUMO voor staat. Binnen het Cluster Personenvervoer is er expliciet aandacht voor de rol en betekenis van het (toekomstig) openbaar vervoer. De nadruk zal daarbij liggen op de software (dienstregelingen, regels, ) en de orgware (organisatie, interactie overheid en bedrijfsleven). Het project Transitie naar Integraal Collectief Vervoer (ICP) richt zich vooral op het gewenste ontwerp van het integrale collectieve vervoersysteem en de barrières en oplossingen in financiële en organisatorische zin, om tot dit systeem te komen. Bij de studie staat de TRANSUMO visie ten aanzien van People, Planet, Profit centraal. Welke invloed kan een toekomstige ICP hebben met betrekking tot deze drie hoofdthema s en op welke wijze moet/kan een transitie plaatsvinden vanuit de huidige vervoersystemen (OV, Regiotaxi en doelgroepenvervoer) naar een integraal geheel. De kennis die binnen het project wordt opgedaan zal zoveel mogelijk overdraagbaar worden gemaakt richting andere praktijksituaties. Zowel qua inhoud als qua proces zal de kennis worden ontwikkeld en verder worden verspreid richting diverse partijen in de praktijk. Aandachtsgebieden binnen het project die aansluiten bij het cluster zijn o.a. vraagsturing, klantgerichtheid en implementatie. Binnen het project ICP zullen de termen vraagsturing en klantgerichtheid per definitie centraal staan. Over welke doelgroepen spreken we precies, wat is hun wens ten aanzien van mobiliteit en op welke wijze kan hier binnen een toekomstige ICP invullen aan worden gegeven? Onderzoek naar de vervoervraag en daaruit afgeleid de mogelijkheden voor het inrichten van het systeem afhankelijk van deze vraag is een wezenlijk onderdeel van de studie. Daarbij zal ruime aandacht zijn voor de implementatie en de toetsing hiervan, binnen de pilot projecten van de Provincie Gelderland en mogelijke andere pilotprojecten. Binnen het cluster is er aandacht voor internationale aspecten, kennistransfer en proeftuinen. Deze drie aspecten zullen ook binnen het project ICP aan bod komen, zoals in het projectvoorstel is aangegeven. Als proeftuin zal hier ten eerste het geografische gebied Gelderland worden genomen. Concrete pilotprojecten zullen door het project worden gevolgd en resultaten zullen worden geanalyseerd. De hieruit voorkomende inzichten zullen vanuit de praktisch ingerichte proeftuin op een 3
4 wetenschappelijke wijze worden verbreed. Veder zal worden bekeken in hoeverre de kennis en informatie toepasbaar is binnen de proeftuinen van TRANSUMO zelf. Binnen TRANSUMO zal er kennisuitwisseling zijn richting met andere TRANSUMO projecten, zoals Vastgoedwaarde en bereikbaarheid, Peoplemover op weg en Kilometerverzekeren. Verder ligt uitwisseling van kennis met het cluster Transitiemanagement voor de hand, omdat we niet alleen inzicht willen verkrijgen in de wijze waarop efficiency kan worden verbeterd, maar ook in de wijze waarop actoren die tot voor kort niet of moeizaam samenwerkten, en zeker niet vanuit een streven naar een optimaal systeem (vanuit People, Planet en Profit) dat in de toekomst mogelijk wel zouden kunnen gaan doen. Tot slot is het van belang dat het project binnen TRANSUMO een samenhang heeft met het cluster Transitiemanagement. Transitie speelt immers een voorname rol bij de uitwerking van het project en daarom is afstemming met dit cluster noodzakelijk. Wat is er allemaal nodig om tot een daadwerkelijk verandering te komen vanuit het huidige systeem naar een duurzaam vernieuwd ICP? En op welke manier moet op de korte en lange termijn invulling worden gegeven aan inhoud en proces om deze transitie daadwerkelijk mogelijk te maken? 3. Probleemstelling a. Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging Het openbaar vervoer op het platteland staat onder druk. Toenemend autobezit en een meer individueel activiteitenpatroon hebben de gebundelde OV stromen doen verschralen. Lege bussen, afnemend voorzieningenniveau en een lage kostendekkingsgraad zijn het gevolg. Naast het traditionele openbaar vervoer bestaan er diverse vormen van doelgroepenvervoer, ieder met zijn eigen organisatie en financiering. Ook de financiering van deze vormen van collectief vervoer staat onderdruk. Samen met het openbaar vervoer vormt dit collectief vervoer een bont geheel. Door de versnippering is er geen optimaal aanbod en is de bijdrage van collectief vervoer op het platteland aan de oplossing van de mobiliteitsproblemen beperkt. Tevens leidt dit versnipperde systeem tot stigmatisering van doelgroepen en komen sociale doelstellingen voor het landelijke gebied onder druk te staan. Nederland zal de komende jaren in toenemende mate gaan vergrijzen. Dit heeft een enorme weerslag op de wijze waarop het collectief vervoer functioneert, hoe het is georganiseerd en hoe het geheel gefinancierd moet worden. Op dit moment bijvoorbeeld zijn lokale en regionale overheden reeds bezig te bekijken in hoeverre de groeiende kosten van het WVG vervoer kunnen worden gedrukt door het gebruik van lijngebonden openbaar vervoer door middel van deels gratis OV voor bepaalde doelgroepen, met name ouderen. Naast elkaar functioneren verschillende systemen van collectief vervoer welke alle gesubsidieerd worden. Bundeling en integratie van deze systemen kan leiden tot een voor de reiziger helder systeem 4
5 waarin op efficiënte wijze gebruik wordt gemaakt van vraagafhankelijke en lijngebonden vervoersystemen. Er zijn echter barrières om deze systemen en regelingen te integreren. Deze zijn voornamelijk van vervoerkundige, financiële en organisatorische aard. Het gaat hierbij om verschillende wetgevingen van verschillende ministeries die door verschillende opdrachtgevers worden uitgewerkt. Verder zijn de uitvoerders ook vaak nog anderen. Vooral het zittende ziekenvervoer en de WVG blijken overlappend te functioneren. Daarnaast hebben de doelgroepen van deze vormen van vervoer ten dele conflicterende wensen, vooral ten aanzien van de toegankelijkheid van het vervoersysteem. De uitdaging is om enerzijds een palet van aanbod te creëren dat aan de wensen van de doelgroepen tegemoet komt en tegen lagere overheidsbijdragen aantrekkelijker en effectiever is (de wetenschappelijke uitdaging) en anderzijds de financiële, vervoerkundige, en organisatorische barrières te doorbreken (de maatschappelijke uitdaging). De uiteindelijke doelstelling is om te komen tot optimaal Integraal Collectief Personenvervoer. Een aanzet tot een systeem als het voorgestelde is geadviseerd als een van de oplossingen van de problematiek van het collectief vervoer op het platteland door het Openbaar Vervoerberaad. Ook de pilots in Gelderland hebben hier een inhoudelijke relatie mee. De pilots in Gelderland worden mogelijk door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat financieel ondersteund. De praktische relevantie van het TRANSUMO-project wordt gewaarborgd door een sterke verankering met deze pilots in Gelderland en andere pilots elders in het land en in het buitenland. b. Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster personenvervoer In de visie van het cluster duurzame personenmobiliteit worden een aantal kernvragen gesteld die direct en concreet van toepassing zijn op het project Transitie naar Integraal Collectief Personenvervoer: Wat zijn vragen van gebruikers, rekening houdend met een grote heterogeniteit aan gebruikersgroepen, verplaatsingmotieven, en voorkeuren ten aanzien van vervoerwijzen en ruimte? Welke zijn belangen, wensen en randvoorwaarden van aanbieders van systemen en diensten? Welke rollen kan respectievelijk moet de overheid vervullen zodat vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden, en belangen van niet-gebruikers tot hun recht komen? Hoe zouden gekozen systemen daadwerkelijk moeten worden geïmplementeerd? Welke aanpassingen ten opzichte van het voorgenomen ontwerp zijn nodig, welke actoren spelen welke rol daarin? Deze vragen zullen nadrukkelijk aan bod komen in de studie. Dit is mede mogelijk omdat binnen het project zowel vertegenwoordigers van de overheid als van de aanbieders deelnemen en openlijk hun visie en wensen zullen bespreken op met elkaar tot nieuwe inzichten te komen. Het project draagt verder bij aan de probleemstelling van het cluster ten aanzien van de volgend aspecten: 5
6 Het is vernieuwend: zowel het vervoersysteem als de organisatievorm bevat vernieuwende componenten die op deze wijze nog niet eerder onderzocht en toegepast zijn; Het is duurzaam: het vervoersysteem draagt bij aan de reductie van uitstoot en de vermindering van congestie. Tevens draagt Integraal Collectief Vervoers bij aan de sociale doelstellingen voor landelijke gebieden. De organisatievormen maakt het vervoersysteem ook voor de langere termijn financierbaar. c. Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek In de literatuur wordt gewezen op hiërarchie van netwerken (Van Witsen, dissertaties Van den Heuvel (1997) en Van Nes (2002), TU-Delft). Dit is de basis voor het netwerkontwerp. Ontwerpmethodieken voor een integratie van vraagafhankelijke en lijngebonden vervoersystemen, rekening houdend met de karakteristieken van de gebruikers, zijn een belangrijke uitbreiding van de systeemopbouw voor het openbaar vervoer. Voor de organisatorische kant van het realiseren van maatschappelijk gewenste collectieve vervoervoorzieningen is onder meer in de EU-kaderprogramma s onderzoek gedaan: ISOTOPE onderzoek naar organisatievormen en de waarborging van de publieke functie QUATTRO- onderzoek naar kwaliteitselementen in aanbestedingsprocedures en contracten MARETOPE- onderzoek naar bottlenecks bij de introductie van marktwerking en tools om deze bottlenecks te doorbreken CIVITAS, met het evaluatieproject METEOR, waarin een evaluatiemethodiek is ontwikkeld en toegepast om de effecten te meten van maatregelen ter vermindering van de negatieve effecten van stedelijk autoverkeer. Naast de literatuur die beschikbaar is vanuit deze (inter)nationale netwerken zullen deze netwerken van wetenschappers zelf ook worden gebruikt om het wetenschappelijk kader van het ICP te toetsen. Verder zullen internationale netwerken en congressen worden gebruikt om kennis uit te wisselen en presentaties te geven. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan netwerken als CIVITAS, UITP, Polis, Eurocities en EPOMM. Verder zal op international congressen (ECOMM, UITP, ) een mogelijkheid zijn om lezingen over het onderwerp te geven waarbij de kennis uit het project wordt meegenomen in de presentatie. 4. Aanpak, beoogde resultaten en output in meetbare doelstelling a. Doelstellingen van het project, aanpak en beoogde resultaten Het doel van het project is het ontwikkelen van instrumenten en hulpmiddelen voor toetsing om via een transitie van de huidige vervoersystemen te komen tot een nieuw concept voor Integraal Collectief Personenvervoer (ICP), waarin de gebruiker met één systeem wordt bediend door een op maat aangeboden combinatie van vraagafhankelijk en lijndienstgebonden collectief vervoer. Voorstellen 6
7 worden ontwikkeld voor een heldere organisatie waarbij de financiële en organisatorische verantwoordelijkheden zijn ingericht en aangepast aan dit systeem. Knelpunten en barrières op diverse niveaus die een goede integratie in de weg staan worden aangegeven. Tevens zal het project de transitie richting zo n integraal vervoerconcept helder in kaart brengen. Dit betekent dat er allereerst gekeken zal worden naar de huidige situatie en de belemmeringen die de huidige situatie kent. Er zal worden onderzocht welk overgangsproces nodig is en plaats kan vinden om te komen vanuit de huidige situatie in de gewenste situatie. Dit proces zal ook nader worden bestudeerd binnen de lopende pilot projecten. Voor het transitie vraagstuk zal nadere afstemming met de cluster Transitie worden voorgesteld. Gedurende de start van het project zal deze relatie worden gelegd en zal worden bekeken welke interactie met deze cluster zal plaatsvinden. Belangrijke input voor het project zijn de pilotprojecten in Gelderland, daar gefinancierd via eigen middelen (en mogelijk ook door bijdragen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat). Deze pilotprojecten zullen vanuit TRANSUMO wetenschappelijk verbreed worden. De doelstellingen van het TRANSUMO project zijn gericht op de mogelijkheden van een verdere toepassing van deze en andere pilots in Nederland. De evaluaties die zullen plaatsvinden zijn gericht op de transitie van dergelijke systemen elders De ervaringen, conclusies en daarvan afgeleide adviezen zullen in brede kring (wetenschappelijk en praktijk) onder de aandacht worden gebracht. Kernpunten in dit project zijn enerzijds de vervoerkundige opzet van het Integraal Collectief Personenvervoersysteem (ICP) en anderzijds de organisatorisch en financiële structuur. Bij de vervoerkundige opzet gaat het om de vraag welke opzet van het vervoersysteem op efficiënte wijze kan voldoen aan een variabele (in tijd en ruimte) en gesegmenteerde (diverse doelgroepen) vervoervraag. Om deze vraag te beantwoorden is een op simulatie gebaseerd analyse-instrument noodzakelijk. De bijlage geeft een beschrijving van de opzet van een dergelijk instrument. Een belangrijk punt is de vraag welk type vervoerdienst, welk type voertuig op welk moment en op welke plaats wordt aangeboden. De studie zal nadrukkelijk in beschouwing nemen onder welke (vervoerkundige) omstandigheden invoering van ICP in andere gebieden van Nederland succesvol kan zijn (overdraagbaarheid) en welke consequenties de realisatie van ICP heeft voor de exploitatiekosten, de kwaliteit voor de gebruikers en effecten op het gebruik van het ICP. Binnen het onderzoek zal naar verschillende gebruikers worden gekeken. Welke doelgroepen zijn er te onderscheiden en hoe worden deze gedefinieerd? Hoe kunnen de verschillende geldstromen die gekoppeld zijn aan de verschillende doelgroepen worden gecombineerd en efficiënter worden ingezet? Bij de organisatorische en financiële structuur is de vraag hoe de voor de verschillende vervoersystemen en regelingen beschikbare financiën voor ICP beschikbaar kunnen komen en de belangen van de betrokkenen (organisaties en gebruikers) zo goed mogelijk gediend kunnen worden. 7
8 Welke geldstromen zijn er en op welke wijze worden deze momenteel ingezet? Kunnen de geldstromen op een andere wijze worden ingezet waarbij naar een combinatie van gebruikers wordt gekeken. De evaluatie heeft hier in de eerste plaats betrekking op het proces. Ook hier is de evaluatie mede op voorwaarden voor overdraagbaarheid gericht. Een belangrijk aandachtspunt is hier hoe de te behalen efficiency winsten zo goed mogelijk over de partijen verdeeld kunnen worden. Dit is mede van belang door het grote aantal betrokken actoren (verantwoordelijke organisaties en vervoerbedrijven). Meer in detail kan het project in de volgende delen worden verdeeld: Vervoerkundig: Vraaganalyse: hoe zien de vervoervraag patronen er uit voor de te onderscheiden doelgroepen en/of verplaatsingstypen, zowel nu als in de toekomst? Dit kan deels worden afgeleid uit de bestaande relatiepatronen (OV, CVV en doelgroepenvervoer) en zal deels geschat/berekend moeten worden aan de hand van toekomstige ontwikkelingen en gedragspatronen. Gevoeligheidsbepaling: hoe gevoelig is de vervoervraag per doelgroep en/of verplaatsingstypen voor wijzigingen in het vervoeraanbod? Het gaat hierbij om de keuze het ICP te gebruiken danwel een andere vervoerwijze te kiezen (auto, autopassagier) of een verplaatsing niet te maken. Binnen het ICP gaat het om de keuze tussen vraagafhankelijk vervoer, lijngebonden vervoer en de combinatie van beiden. Hierbij kan enerzijds een literatuurstudie worden uitgevoerd naar ervaringen in binnen- en buitenland (o.a. SAMPLUS-project) en anderzijds gebruik worden gemaakt van de ervaringen in Gelderland bij de pilots (o.a. integratie regiotaxi en lijndiensten, integratie AWBZ daginstellingsvervoer en regiotaxi, standaardisatie regiotaxisystemen). Door rekening te houden met specifieke regionale kenmerken zal hierbij uiteraard rekening worden gehouden met de doelstelling van overdraagbaarheid van de resultaten. Ontwikkeling analyse instrument: simulatiemodel waarmee gegeven een vraagpatroon, gesegmenteerd naar verschillende gebruikerskarakteristieken, en een systeemopzet voor het ICP de performance van het vervoersysteem kan worden berekend. Aandachtspunten zijn de gevoeligheid van de gebruikers voor de kwaliteit van het systeem en de bepaling van de kwaliteit van het vraagafhankelijke vervoer. Deze laatste is immers afhankelijk van de vraag naar vraagafhankelijk vervoer. Toepassing van het analyse instrument: bestaat enerzijds uit het opzetten en analyseren van scenario s met betrekking tot vervoervraag en opzet vervoersysteem. Anderzijds wordt het analyse instrument gebruikt om door middel van backtracking aan te geven welke vraagkenmerken en/of systeemkenmerken de resultaten het sterkst beïnvloeden. Deze laatste analyse leidt tot ontwerpmethodieken voor het ICP. 8
9 Financieel en organisatorisch Financiële structuur: het ontwerpen van een financiële structuur voor het ICP: Startpunt zijn de huidige financieringsconstructies en financieringsbronnen en de daarmee beoogde doelen. Er ligt een sterke relatie met de organisatie (zie onder) omdat diverse actoren bij de financiering betrokken zijn, zowel publiek, semi-publiek als privaat. Hierbij zullen: o diverse financieringsstromen in kaart worden gebracht; o barrières en eigenaardigheden in de financieringsstromen worden vastgesteld; o vaststellen van de mogelijke financiële voordelen bij de voorgestelde bundeling van vervoerstromen; o inzicht in mogelijkheden waarmee de gebruiker kan afrekenen; Organisatiestructuur: het ontwerpen van en organisatiestructuur waarin ook op langere termijn het ICP zijn rol goed kan vervullen. Voorwaarden hiervoor zijn een heldere koppeling tussen de doelen van de betrokken partijen en hun bijdrage aan het ICP. Een belangrijk aandachtspunt is de wijze waarop het ICP in het kader van het aanbestedingen beleid van het Rijk (i.c. het huidige/toekomstige wettelijke kader vastliggend in de WP2000) vorm kan krijgen. Hierbij zullen: o heldere definities van de diverse gebruikers worden opgesteld; o voor en nadelen van diverse gebruikersdefinities worden vastgesteld; o huidige wetgeving in kaart wordt gebracht; o barrières in de huidige wetgeving worden vastgesteld; o verantwoordelijkheden in kaart worden gebracht; o barrières en eigenaardigheden in de verantwoordelijkheden worden vastgesteld; 9
10 De transitie: basiselement binnen de studie De transitie aspecten van het project zijn van buitengewoon belang. Het gehele overgangsproces waarmee de bestaande situatie met een veelheid aan vervoersystemen en regelingen omgezet wordt in een nieuwe ICP zal in beeld worden gebracht. Hier gaat het in feite om de randvoorwaarden welke vervuld moeten zijn om het theoretisch exploitatief/vervoerkundig geoptimaliseerde ICP- ook in praktijk te laten functioneren. Een verder element van transitie is de overdraagbaarheid van de resultaten.. Met andere woorden, welke elementen kunnen elders overgenomen worden, dan wel wat zijn lokale/regionale bottlenecks. Korte en lange termijn: Het voorgestelde project kent als korte termijn doelstelling de monitoring en evaluatie van pilotprojecten, de ontwikkeling van een prototype van het vervoerkundige simulatiemodel en een uitgebreide inventarisatie van de financiële en organisatorische barrières en succesfactoren; de lange termijn doelstelling betreft de vormgeving van een systeemopzet voor het geïntegreerde vervoersysteem. De doelstellingen voor het jaar 2005/2006 betreffen het opzetten van de monitoring van de pilots in Gelderland (en eventuele andere pilots), de evaluaties van een aantal pilots, de vraag- en gevoeligheidsanalyse, de ontwikkeling van een prototype van het simulatiemodel, de inventarisatie van de financiële en organisatorische structuur en het identificeren van knelpunten. In deze fase zal de kennisverspreiding reeds een belangrijke rol krijgen. Voor de periode 2007/2008 gaat het om een verdere evaluatie van de pilots in Gelderland (en eventuele andere pilots), het toepassen van het simulatiemodel voor een aantal scenario s en het daaruit afleiden van ontwerpadviezen, het ontwikkelen van oplossingen van voor de eerder benoemde financiële en organisatorische knelpunten. In deze fase zal de kennisverspreiding een vervolg krijgen. Aanpak Het project zal worden gekenmerkt door een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen die zowel een wetenschappelijke als een praktische achtergrond hebben. Door middel van het toetsen van de praktijkvoorbeelden zal via een wetenschappelijke benadering worden gekeken naar de functionaliteit voor Integraal Collectief Vervoer als geheel. De provincie Gelderland zal daarbij samen met andere opdrachtgevers en vervoerbedrijven de praktische kant van het onderzoek (de pilots) inbrengen. De wetenschappelijke adviesbureau s zullen ieder hun eigen kennis en vaardigheden op deze praktijksituaties loslaten om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een onderbouwing te geven voor het verder ontwikkelen van ICP op regionaal of landelijk niveau. Kernidee is dat de pilots 10
11 kennis verschaffen over bouwstenen van ICP en dat de wetenschappelijke adviesbureau s deze kennis gebruiken om een systeemopzet voor Integraal Collectief Personenvervoer te ontwikkelen. Evaluatiemethodiek: Bij de evaluatiemethodiek wordt gebruik gemaakt van de ervaring van NEA in het Europese CIVITAS programma. Dit programma is gericht op het terugdringen van de negatieve effecten van stedelijk mobiliteit door diverse maatregelen. Variërend van nieuw collectief aanbod tot gedragsbeinvloeding. Kenmerken van deze evaluatiemethodiek, zijn: definiëring indicatoren voor de effecten van invoering op kwaliteit voor de gebruikers (met onderscheid naar type gebruiker), financiën, congestie, milieu, etc voormeting, nameting en het toepassen van een do-nothing scenario om de projecteffecten te scheiden van andere ontwikkelingen inventarisatie en analyse van mogelijke barrières en succesfactoren onderscheid tussen inhoudelijke evaluatie en procesevaluatie gericht op overdraagbaarheid van de resultaten Beoogde Resultaten Het beoogde eindproduct is (een set van instrumenten om te komen tot) een systeemontwerp voor Integraal Collectief Personenvervoer, bestaande uit vervoerkundige ontwerpmethodieken, concrete voorstellen voor financiële structuur, de inrichting van de organisatie en adviezen om tot een dergelijk transitie te komen. Als concreet resultaat van het onderzoek zullen een aantal hier genoemde producten worden geleverd: Een simulatiemodel en handboek voor het invoeren van een ICP Een evaluatiemethodiek om de haalbaarheid van dergelijke systemen te toetsen; Voorstelling voor de opzet van een monitoringsystematiek; Een ontwerpmethodiek voor het ICP; Een analyse instrument voor de bepaling van de verwachte directe en indirecte effecten; De analyse van mogelijke financiering- en organisatiemodellen; De analyse van financiële en organisatorische barrières en kansen/succesfactoren De oplossingsmogelijkheden behorende bij de financiële en organisatorische barrières b. Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied Quality. De methodiek die hier gekozen wordt is vernieuwend. Nog niet eerder is op deze wijze door diverse partijen gezamenlijk naar het probleem van kosten en kwaliteitsverbetering van intergraal collectief personenvervoer gekeken. De casus zal worden uitgevoerd, zodanig, dat in andere voorkomende gevallen de kennis kan worden toegepast. De resultaten worden op een navolgbare wijze opgenomen in de rapportage. 11
12 Productivity De inzet van mensen en middelen zal dusdanig geschieden dat deze op een zo efficiënte wijze wordt toegepast. Daar waar informatie beschikbaar is zal deze worden meegenomen. Daar waar nieuwe instrumenten worden gemaakt, zal dit zo efficiënt mogelijk gebeuren. Er zal gebruik worden gemaakt van alle ervaring en kennis die binnen de partijen van de projectgroep aanwezig is. Feitelijke resultaten zullen zo concreet en helder mogelijk worden gepresenteerd. Viability De opgedane kennis en informatie zal zo goed mogelijk toepasbaar zijn in de allerdaagse praktijk. Het prototype simulatiemodel zal moeten uitgroeien tot een werkelijk toepasbaar model. De vervoerbedrijven zullen de kennis proberen in te voeren in hun dagelijkse praktijk, waar mogelijk. Ook juridisch en institutioneel technisch zal worden gekeken naar de mogelijke toepasbaarheid van de kennis. Dit is een van de kernpunten van het onderzoek. Via pilots en proeflocaties zal de kennis in de praktijk worden gebracht (intentie). Legitimacy Het project is uiterst geschik om binnen TRANSUMO te worden uitgewerkt, omdat de doelstellingen zoals deze in TRANSUMO zijn verwoord overeenkomen met de kernaspecten van het project. De kernpunten van het project vallen zeer goed binnen de doelstellingen van TRANSUMO. (zie ook elders in dit voorstel). Participanten in het project zijn afkomstig uit overheidsgebied (de provincies en gemeenten opdrachtgever van het vervoer), van universiteiten, kennisinstituten en adviesbureaus. Daarnaast zijn er diverse vervoerbedrijven en brancheorganisaties betrokken. Daarbij hebben de diverse partijen ieder hun eigen overwegingen om te participeren in het project: De regionale overheid Gelderland zal de innovatie activiteiten versterkt zien worden door aandacht op nationaal niveau. De vervoerbedrijven als uitvoerder van het concept doet rechtstreeks kennis op van nieuwe ontwikkelingen als het ICP en kan dit van dichtbij wetenschappelijk getoetst zien worden. De brancheorganisaties (KNV/Mobis) en daarmee de bedrijfstak wordt bij het project betrokken vanwege de verdere verspreiding van de kennis die zal worden opgedaan. De kennisinstituten / adviesbureau s zullen kennis opdoen en kennis en ervaringen inbrengen. Daarnaast worden ook andere belanghebbenden (o.a. zorgverzekeraars (opdrachtgever), ministeries, consumentenorganisaties) bij het project betrokken in de vorm van een klankbordgroep. Praktische zaken als het verkrijgen van kennis rondom kostenbesparing, kwaliteitsverbetering, klantgerichtheid, etc. door toepassing van het ICP zal m.n. ten goede komen van de regionale en locale overheden en de vervoerbedrijven. 12
13 Als disseminatieactiviteiten zijn workshops voorzien, zowel in de regio s van de provincie Gelderland als in een later stadium- daarbuiten. c. Bijdrage aan de doelstellingen van het betreffende cluster Ontwerpen van een geïntegreerd systeem dat bijdraagt tot duurzame mobiliteit en financierbaar is, alsmede het bepalen van het transitieproces om vanuit een traditionele situatie deze systematiek in te voeren. d. Realisatie projectdoelstellingen ultimo 2006 (Deliverables). Uitwerking van de instrumenten bij de monitoring van pilot projecten; Eerste evaluatieresultaten van pilots die eind 2005 / begin 2006 (in Gelderland) zijn gestart Rapport over de vervoervraaganalyse en de gevoeligheidsanalyse prototype van het simulatiemodel; Rapport met de financiële en organisatorische structuren en benoeming van de knelpunten Handbook met alle (on)mogelijkheden t.a.v. financiële en organisatorische structuren Twee in 2006 te organiseren seminars voor kennisverspreiding over het onderwerp Een uitgewerkt plan voor de periode 2007/2008 Rapport over totstandkoming project Rapport met state of the art internationaal Rapportages in het kader van management (kwartaal, eind, jaarverslag). 5. Planning en fasering (2005/2006) Oktober/November/December 2005 Start vervoervraag analyse en gevoeligheidsanalyse Ontwikkeling prototype simulatiemodel 1 e Inventarisatie naar financiële en organisatorische aspecten Uitwerking van de monitoring instrumenten 2x bijeenkomst projectgroep rapport over de totstandkoming van het project (proces) Januari - Juni 2006 Vervolg vervoervraag- en gevoeligheidsanalyse Ontwikkeling prototype simulatiemodel Verdergaand onderzoek organisatorische en financiële aspecten 1 e notitie financiële en organisatorische aspecten Monitoring Pilots 3x bijeenkomst projectgroep 13
14 1x workshop met de klankbordgroep rapport over de internationale ervaringen (state of the art). Juli December 2006 Vervolg vervoervraag- en gevoeligheidsanalyse Rapportage vervoervraag- en gevoeligheidsanalyse Afronding prototype simulatiemodel Verdergaand onderzoek organisatorische en financiële aspecten Rapportage organisatorische en financiële aspecten Monitoring Pilots 3x bijeenkomst projectgroep 1x workshop met de klankbordgroep 1x houden van een (internationaal) seminar 14
15 6. Verantwoording van het onderzoek a. Relatie van dit project met proeftuinen Het experiment vindt in de eerste fase buiten de proeftuinen plaats. Het ligt in de bedoeling het transitieproces vervolgens (2007) in een van de proeftuinen toe te passen. Daarnaast wordt voorzien dat de ervaringen in 2006 aanleiding zullen zijn voor ontwerpadviezen (op vervoerkundig, financieel en/of organisatorisch gebied) die kunnen worden toegepast in nieuwe pilots in Gelderland danwel in de proeftuinen. b. Inzet transitiewetenschappers Interactie zal plaatsvinden met het cluster transitie. Ook binnen het projectteam zijn deskundigen op dit gebied aanwezig, De ervaring uit andere projecten wordt hier ingebracht. Het Europese project MARETOPE was gericht op het identificeren en wegnemen van barrières naar een nieuwe marktstructuur. Daarnaast is er ervaring met een benchmarking project onder openbaar vervoerbedrijven, waarbij het verbeterproces centraal stond. Naast nationale wetenschappers zullen ook internationale wetenschappers om hun kennis worden gevraagd in de vorm van workshops. c. Noodzaak steun TRANSUMO Een regionale project dat zich richt op het ICP voor de toekomst dient te worden ondersteund door een nationaal onderzoek, zodat een wetenschappelijke basis kan worden gelegd voor verder invoering van de bevindingen. Gezien het belang van een goede leefbaarheid van landelijke gebieden is het vanzelfsprekend dat er voor dit nationale leereffect een nationale subsidie ter beschikking wordt gesteld, in plaats van een regionale subsidie. d. Samenwerkingsverband participanten De participanten vullen elkaar goed aan. Enerzijds is er sprake van een aantal wetenschappelijke instellingen en adviesbureaus die de kennis en ervaring van de praktijk willen toetsen, en zo tot een evaluatie model willen komen voor toekomstige ontwerpstrategieën. Anderzijds is er een praktijk gerichte inbreng vanuit de regionale overheid en vervoerbedrijven. Het tezamen komen van deze groep deelnemers is bij een eerste bijeenkomst reeds zeer positief gebleken. In een open en creatieve sfeer werd gesproken over de mogelijkheden en de knelpunten die momenteel bestaan om tot vernieuwing te komen. Hier hebben zowel overheden als vervoerbedrijven last van en zien het als blokkades om te komen tot duurzame innovatieve ideeën die in de praktijk tot stand kunnen worden gebracht. Het bijeenkomen van deze partijen om in een open sfeer hierover van gedachte te wisselen is lijkt zeer kansrijk. Hieronder is van iedere participant aangegeven wat de specifieke invulling binnen het consortium zal zijn: 15
16 NEA Projectleiding, inbreng ervaringen uit buitenland, inbreng monitoring en evaluatiemethodiek, financiering en organisatieaspecten, kennisoverdracht AGV Praktische kennis openbaar en kleinschalig collectief vervoer; monitoring, financiering- en organisatieaspecten, kennisoverdracht TUD Theoretische ondersteuning ontwikkeling vervoersystemen, maken en toepassen simulatiemodel, kennisoverdracht Provincie Gelderland Opdrachtgever pilots; ervaringen in integratieprojecten, kennisoverdracht Vervoerbedrijven (Synthus, Vijfstromenland en Arriva) Uitvoerders vervoer in pilots, bijdrage praktijkervaringen KNV/MOBIS Landelijke aspecten in relatie tot vervoerbedrijven Deze partijen zullen deel uitmaken van een projectgroep. Ten behoeve van de disseminatie en verdere afstemming zal voorts een klankbordgroep/adviesraad worden gevormd, waar naast bovengenoemde partijen landelijke organisaties van opdrachtgevers en consumentenvertegenwoordiging worden opgenomen (gemeenten, zorgverzekeraars, ROVER, Rijksoverheid). Mogelijk dat enkele partijen in de loop van het project willen participeren en willen deelnemen binnen de projectgroep (V&W/VWS). Naast partijen vanuit de rijksoverheid moet daarbij gedacht worden aan actoren aan de gebruikerskant (zoals de zorgsector). Projectorganisatie De projectorganisatie voor het ICP project is als volgt. De projectleider is Pieter Hilferink, adjunct directeur van NEA. Eenmaal per twee maanden zullen de leden van het projectteam bij elkaar komen op de voortgang te bespreken, o.l.v. de projectleider. Gedurende het gehele project zullen de leden van het projectteam afzonderlijk dan wel gezamenlijk de nodige werkzaamheden uitvoeren. Tweemaal per jaar is er een bijeenkomst in de vorm van een workshop. Hierbij zullen ook de overige partijen van de klankbordgroep/ adviesraad worden uitgenodigd om deel te nemen. Daarnaast zal 16
17 eenmaal per jaar zal een extra workshop/seminar met internationale wetenschappers worden gehouden. Alle participanten zullen een sluitende urenregistratie bijhouden, of een alternatief volgens het controle protocol. 7. Kennisverspreiding Via relevante media zullen de uiteindelijke doelgroepen van de kennis opdrachtgevers en opdrachtnemers in het vervoer- op de hoogte worden gebracht van het project en de nagestreefde resultaten. Via de betrokkenheid van de relevante partijen, zoals brancheorganisaties en het platform van opdrachtgevers in de projectorganisatie zal de kennisverspreiding breed worden aangezet. Mogelijk (internationale) congressen / workshop en vakbladen waarlangs de kennis verspreid kan worden zijn: OV magazine, verkeerskunde, KNV-Mobis, CIVITAS UITP, ECOMM/EPOMM, KPVV, e.d. 17
18 8. Financiën (niet online beschikbaar) 9. Ondertekening (niet online beschikbaar) 18
PM.05.011. Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer. Jaarrapportage 2005
PM.05.011 Transitie naar een Integraal Collectief Personenvervoer Jaarrapportage 2005 Jaarrapportage Jaar Projectnummer Projectnaam Datum Penvoerder Projectleider 2005 IP.05.011 Transitie naar een Integraal
Nadere informatieEindrapportageIntegraal Collectief Personenvervoer, februari 2010 THEMA
TRANSUMO Integraal Collectief Personenvervoer Een nieuw vervoersysteem voor het platteland EindrapportageIntegraal Collectief Personenvervoer, februari 2010 Auteur: Drs. Pieter Hilferink Ir. Gerard Alink
Nadere informatieOV Visie Holland Rijnland Midden-Holland
OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV
Nadere informatieTRANSUMO Project PM , rapport nr. 1 Procesbeschrijving over het tot stand komen van het projectvoorstel Integraal Collectief Personenvervoer
Procesbeschrijving over het tot stand komen van het projectvoorstel Integraal Collectief Personenvervoer Project: PM 05.011: Integraal Collectief Personenvervoer Penvoerder: NEA Transportonderzoek en opleiding
Nadere informatieOV Visie Holland Rijnland Midden-Holland
OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland Integratie doelgroepenvervoer en Openbaar Vervoer Fred van der Blij 14 maart 2018 Waarom OV en Doelgroepenvervoer integreren? Demografische en maatschappelijke
Nadere informatieRondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas
provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente
Nadere informatieKrachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV
Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Prof. dr. Henk Meurs MuConsult / Radboud Universiteit Nijmegen 20 juni 2013 - s Hertogenbosch Agenda Ontwikkelingen doelgroepenvervoer 2030
Nadere informatieCOLLECTIEF VERVOER. Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015
COLLECTIEF VERVOER Koen Bekking (CROW-KpVV) 11 november 2015 CROW-KPVV IN HET KORT Slimme en praktische oplossingen voor vraagstukken over infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer CROW CROW-KpVV
Nadere informatieProjectvoorstellen maken
Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden
Nadere informatieKlantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten
Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk
Nadere informatieSamenwerking & Bedrijfsvoering
Samenwerking & Bedrijfsvoering Plan van Aanpak Plan van aanpak: Themaonderzoek Samenwerking en Bedrijfsvoering Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Naam projectleider T.C.C. den Braanker C.A.
Nadere informatieGraag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale.
1 Geachte heer/mevrouw Graag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale. Bij verschillende gemeenten en instellingen
Nadere informatieInnovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem
Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare
Nadere informatieVoorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding
Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer 1. Inleiding Zoetermeer wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een top tien gemeente qua duurzaam leefmilieu. In het programma duurzaam Zoetermeer
Nadere informatieI Aan de leden van de Participatieraad
Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de Participatieraad Datum 26 mei 2015 Ons kenmerk 2015/191059 Contactpersoon M. van der Tas Doorkiesnummer 023-5114827
Nadere informatieGEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel
GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum B&W-besluit : 29 maart 2016 Portefeuille : wethouder H.J.C. Vreeswijk Raadsvergadering : 26 mei 2016 Behandeld : R.v.Vorstenbosch door Agendapunt : E-mail : r.vorstenbosch@scherpenzeel.nl
Nadere informatieDoel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030
Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)
Nadere informatieRenswoude, 5 april 2016 Nr.: Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley
Agendapuntnr.: Renswoude, 5 april 2016 Nr.: 154375 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:
Nadere informatieEvaluatie Ketenmobiliteit 1999-2002 Management samenvatting
Evaluatie Ketenmobiliteit 1999-2002 Management samenvatting Management samenvatting Doel en onderzoeksvragen Het doel van het project is gedefinieerd als de evaluatie van de resultaten en de effectiviteit
Nadere informatieRondetafelgesprek Andere mobiliteit
Rondetafelgesprek Andere mobiliteit Maikel Bracun Ontwikkelmanager Oost Nederland Arriva Nederland 5-sep 2018 Inleiding De OV-visies die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld in de provincies Flevoland,
Nadere informatieGEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)
GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 16 februari 2016 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost
Nadere informatieBeoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ
sformulier voor de projectvoorstellen. sformulier projectvoorstellen KFZ Callronde: Versie 14-02-13 Instelling: Naam project: 1) Algemeen Het beoordelingsformulier wordt gebruikt om de projectvoorstellen
Nadere informatiePOSITION PAPER OPENBAAR VERVOER - REGIO ARNHEM NIJMEGEN Openbaar vervoer voor iedereen!
POSITION PAPER OPENBAAR VERVOER - REGIO ARNHEM NIJMEGEN Openbaar vervoer voor iedereen! In deze position paper openbaar vervoer (bus) regio Arnhem Nijmegen richten wij ons op de prioriteit: (Hoogwaardig)
Nadere informatieProgramma van eisen 4seizoenenonderhoud
Programma van eisen 4seizoenenonderhoud Checklist voor te maken afspraken met de opdrachtnemer Versie 7 juli 2005 Van aandachtspunten naar eisen In de bijeenkomsten van de regionale werkgroepen is geconstateerd
Nadere informatieSCRIPTS: Mobiliteitsdiensten voor toekomst Beginnend in heden. Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit
SCRIPTS: Mobiliteitsdiensten voor toekomst Beginnend in heden Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit Innovaties in verkeer en vervoer SURF: Smart Urban Regions of the Future (SURF) - Vanuit onder meer:
Nadere informatieInnovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem
Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget
Nadere informatieHolland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij
Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer 7 maart 2014, Erik van der Kooij Programma vandaag 1. Visie Ruimte en Mobiliteit & Ontwerpprogramma Mobiliteit 2. Proces Hoeksche Waard / Goeree-Overflakkee
Nadere informatieNadat je projectvoorstel goedgekeurd is, kun je je projectvoorstel uitwerken in een projectplan.
Projectplan Nadat je projectvoorstel goedgekeurd is, kun je je projectvoorstel uitwerken in een projectplan. Het is van belang dat de portefeuillehouder en de projectleider gedurende het gehele project
Nadere informatieToeleg Meedoen & Samenwerken in Breda
Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen
Nadere informatieLink4All Vermenigvuldig door Delen
Link4All Vermenigvuldig door Delen Beleidsplan (definitief) Jaap Verbeek 7 juni 2012 Doelstelling van Link4All Het lenigen van noden van mensen met een (verstandelijke) beperking die (willen) deelnemen
Nadere informatiePlatformtaak volgens gemeente
Oplegvel 1. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Regiotaxi 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang Het goed laten functioneren van het voor
Nadere informatieStatenmededeling aan Provinciale Staten
Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Evaluatie Regiotaxi Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van 1. De evaluaties van het systeem Regiotaxi voor OV-gebruikers en de bijbehorende
Nadere informatieVolledige uitleg oproep Tools voor EnergielinQ
Volledige uitleg oproep Tools voor EnergielinQ Inleiding Energiesprong is een programma dat de Stichting Experimenten Volkshuisvesting (SEV) uitvoert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken
Nadere informatieSubsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek
Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek Informatie voor onderzoekers en andere betrokkenen Aids Fonds Keizersgracht 392 1016 GB Amsterdam Contactpersoon Marein de Jong, Irene Keizer Titel Beleidsadvies
Nadere informatieKaders Productbegroting 2008 KCV Brabant-Noordoost
C O N C E P T Kaders Productbegroting 2008 KCV Brabant-Noordoost Januari 2007 Inleiding In de loop van 2001 hebben de Provincie Noord-Brabant en 14 gemeenten in Brabant Noordoost besloten de krachten te
Nadere informatiePlan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010
Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop
Nadere informatieAfbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel
Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling
Nadere informatieSector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1
Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van ZVS Eemnes B.V. Auteur(s): W. Vorenhout, CO 2 -functionaris,
Nadere informatieCHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA
BIJLAGE CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA De documenten waarnaar wordt verwezen zijn opgesteld met inachtneming van de kabinetsrichtlijnen voor grote ICT-projecten.
Nadere informatie1. De methodiek Management Drives
1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een
Nadere informatieBestuursopdracht. Centrumvisie
Bestuursopdracht Centrumvisie Bestuursopdracht Centrumvisie Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Ruimte en Groen W. Hilbink/W.Algra Datum: 2 december 2014 Centrumvisie Scherpenzeel -1-
Nadere informatieEigen initiatief Duurzame bereikbaarheid Flower Mainport Aalsmeer
Plantijnweg 32, 4104 BB Culemborg / Postbus 141, 4100 AC Culemborg Telefoon (0345) 47 17 17 / Fax (0345) 47 17 59 / www.multiconsultbv.nl info@multiconsultbv.nl Eigen initiatief Duurzame bereikbaarheid
Nadere informatieHet project heeft de volgende doelen. De doelen worden gefaseerd opgepakt:
Projectplan Implementatie Kwaliteitskader maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning (IMKWA) Uitwerking Fase 1 inhoudelijke verdieping kwaliteitskader Opsteller: Thijs Terlouw en Ingrid Hildenbrant
Nadere informatieBalanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.
Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE
Nadere informatieFinancieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties 2014-2016
1. Inleiding In september 2013 is door een groot aantal partijen, waaronder de Rijksoverheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, natuur- en milieuorganisaties, financiële instellingen en de VNG, het
Nadere informatieNEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS
NEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS LEARNING FROM LOWLANDS Dank voor je interesse in Learning from Lowlands. In dit document vind je meer informatie over de Expeditie; waarom we het organiseren,
Nadere informatieOverstromingsrisico grensoverschrijdende dijkringen Niederrhein
Overstromingsrisico grensoverschrijdende dijkringen Niederrhein David Kroekenstoel Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving 7 april 2016 Duits%Nederlandse werkgroep hoogwater Samenwerkingsverband
Nadere informatieBasismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking. Otto Cazemier & Anne Garretsen
Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking Otto Cazemier & Anne Garretsen 21 oktober 2015 Basismobiliteit - Basismobiliteit = OV vangnet gecombineerd met gemeentelijk doelgroepenvervoer d.m.v.
Nadere informatieRoadmap BIM Loket. Versie 7, 1 december 2015. 1.1 Inleiding
Roadmap BIM Loket Versie 7, 1 december 2015 1.1 Inleiding Eind april 2015 is de Stichting BIM Loket opgericht. Afgelopen maanden is de organisatie ingericht en opgestart. Mede op verzoek vanuit de BIR
Nadere informatieFunctieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302
Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Doel Voorbereiden en opzetten van en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen randvoorwaarden van kosten,
Nadere informatieAchtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen
Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke
Nadere informatieKwartaalrapportage. Stations, bereikbaarheid en vastgoedontwikkelingen 2006 Q2
Kwartaalrapportage Stations, bereikbaarheid en vastgoedontwikkelingen 2006 Q2 Kwartaalrapportage Periode Projectnummer Projectnaam Datum Penvoerder Projectleider 2006 Q2 IN04.041 Stations,bereikbaarheid
Nadere informatie7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten
7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012
Nadere informatieRaadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012
Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012 Steller : W. van den Hatert Telefoonnummer: 0343-565817 E-mailadres : willem.van.den.hatert@heuvelrug.nl Onderwerp : Beleidsvoorbereiding decentralisatie
Nadere informatieDe Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )
De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan
Nadere informatieBeïnvloeding Samen sta je sterker
Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een
Nadere informatieMaatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat
Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat Be z o e k a d r e s Kreupelstraat 1 Leden van de gemeenteraad O p e n i n g s t i j d
Nadere informatieTraject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net
Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma
Nadere informatieRaadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.
Raadsvoorstel Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. AGENDAPUNT NO. 9. AAN DE RAAD Samenvatting Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu is met
Nadere informatieSamenvatting Kwaliteitskader ADL-assistentie in ADL-clusters
2018 Samenvatting Kwaliteitskader ADL-assistentie in ADL-clusters Samenvatting Kwaliteitskader ADL-assistentie in ADL-clusters Opgesteld door de drie aanbieders van ADL-assistentie in ADL-clusters: Januari
Nadere informatieMaatschappelijk Verantwoord Inkopen
Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Auteurs: Bettina Blok, Frieda den Heyer Goedgekeurd door: Karin Cornet Datum: 14.06.2017 Versie: 0.2 Actieplan: MVI - MVS Pagina 1 Aanleiding Meerdere gemeenten,
Nadere informatieKenniscentrum Duurzaam Verpakken
Kenniscentrum Duurzaam Verpakken 1. Aanleiding In de Raamovereenkomst 2013-2022 is in Artikel 4 afgesproken een Kennisinstituut op te richten (verder te noemen Kenniscentrum Duurzaam Verpakken [KCDV]).
Nadere informatieConvenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland
Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland Ondernemersverenigingen 2018 t/m 2020 Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland Ondernemersverenigingen 2018 t/m 2020 Optimale bereikbaarheid staat bij u hoog
Nadere informatieKWALITEITSNORM SPECIAAL ONDERWIJS
KWALITEITSNORM SPECIAAL ONDERWIJS AANBOD 2015 2016 KWALITEITSNORM SPECIAAL ONDERWIJS AANBOD 2015 2016 Middels actieve promotie en facilitering door LECSO in het land zijn steeds meer (V)SO scholen bezig
Nadere informatieSROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie
SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie Het contracteren van de juiste zorg op de juiste plek Vitaal Thuis is een veldcoalitie: van en voor veldpartijen. Samen zetten we met de Werkgroep Structurele
Nadere informatieOverzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen
Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de
Nadere informatieMaatstaf Effectiviteit Watertoets
Maatstaf Effectiviteit Watertoets Doelstelling van de Watertoets SMART geïnterpreteerd voor de Evaluatie Watertoets Advies van de Werkgroep Watertoets aan de Werkgroep Evaluatie Watertoets Den Haag, 19
Nadere informatieRoadmap provincie Utrecht
Roadmap provincie Utrecht d.m.v. innovatieve kennis- en diensteneconomie topregio zijn op gebied van mobiliteit Astrid Weij, Bert Batenburg (provincie Utrecht), Corianne Stevens, Martijn van Rij (Sweco)
Nadere informatieMet het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:
Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te
Nadere informatieagendapunt B.04 Aan Verenigde Vergadering BELEIDSKADER DUURZAAMHEID
agendapunt B.04 851617 Aan Verenigde Vergadering BELEIDSKADER DUURZAAMHEID Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 28-10-2010 In te stemmen met de beleidsuitgangspunten, genoemd in hoofdstuk 5 van het Beleidskader
Nadere informatieKwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten
Groene Kennis Coöperatie Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Waar is dit instrument voor bedoeld? Binnen de GKC, o.a. via KIGO, worden veel projecten uitgevoerd. We hebben gemerkt dat (te) veel
Nadere informatieFUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement
Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,
Nadere informatieTussen droom en daad. Rudy Bonnet projectleider. Inspirerend Betrokken Effectief 1
Tussen droom en daad Rudy Bonnet projectleider 1 Wensen deelnemers Vraagstelling: welke knelpunten ervaart u bij de huidige PGB s? Op welke manier kan het beter (qua organisatie, indicatiestelling, verantwoording,
Nadere informatieOVERLEG EN COMMUNICATIE in het kader van het Programma Kennisverspreiding Vervoermanagement STRUCTUREN EN MEDIA
OVERLEG EN COMMUNICATIE in het kader van het Programma Kennisverspreiding Vervoermanagement STRUCTUREN EN MEDIA Koos Louwerse Ligtermoet + Louwerse bv Gouda, juni 2000 Verantwoording Kennisplatform Verdi
Nadere informatieActiviteitenplan Pijler Open leermateriaal
Activiteitenplan Pijler Open leermateriaal Open en online onderwijs - tranche 6 TIP: bekijk de criteria die de beoordelingscommissie hanteert bij de beoordeling van het project: Beoordelingskader Titel
Nadere informatie7.1 Aandachtspunten en acties per hoofdstuk advies
Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker
Nadere informatiePallas Advies. Bedrijfsinformatie
Pallas Advies Bedrijfsinformatie Wat is Pallas Advies? Pallas Advies ondersteunt en adviseert overheidsorganisaties op het gebied van parkeren, mobiliteit en (reis)informatie. De ondersteuning kan op meerdere
Nadere informatieJaarverslag Criteria. Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO norm. Opgesteld door Paraaf. Datum Versie 2
Jaarverslag 2017 Criteria Opgesteld door Paraaf Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO 14064-1 norm RB Datum 12-7-2018 Versie 2 Status Definitief Inhoudsopgave 1 INLEIDING EN VERANTWOORDING...
Nadere informatieOnderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek
Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:
Nadere informatieWerkdocument Montessori voor een nieuwe tijd
Werkdocument Montessori voor een nieuwe tijd 1 oktober 2013 (revisie) Versie 2.3 1e Amstelveense Montessorischool Michelina Hoogeveen, Irene Simonis, Frank Versloot Inhoudsopgave Inleiding, doelen en uitgangspunten
Nadere informatieTrekker Resultaat Besluitvorming door Opdrachtgevers en/of Stuurgroep BOCE
Geactualiseerd Uitvoeringsagenda 3 D 2014 Versie 12 augustus 2014, herinrichting sociaal domein, samenwerking Onderwerpen Wanneer gereed (oorspronkelijke planning) Trekker Resultaat Besluitvorming door
Nadere informatiePlan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV
Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan
Nadere informatieCombineren van vervoerswijzen wat levert het op?
Combineren van vervoerswijzen wat levert het op? Guy Hermans- Kennisplatform Verkeer en Vervoer 2 juni 213 - s Hertogenbosch Indeling presentatie Korte toelichting op rol KpVV Naar goed en betaalbaar collectief
Nadere informatieDoel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017
Directeur bedrijfsvoering Doel Zorgdragen voor de beleidsontwikkeling en, na vaststelling van het te voeren beleid door anderen, voor beleidsimplementatie en -evaluatie van (deel)processen in de bedrijfsvoering
Nadere informatieOpen Standaarden voor Lokale Overheden
Open Standaarden voor Lokale Overheden OSLO 3.0 ENGAGEMENTSVERKLARING Ondergetekenden, De Vlaamse ICT Organisatie vzw (hierna genoemd V-ICT-OR vzw), gevestigd te 9160 Lokeren, Mosten 13 Industriezone E17-3,
Nadere informatieDe ontwikkeling van een resultaat- en effectmetingmethode voor activiteiten die uitgevoerd worden door competentiepolen. Agenda
De ontwikkeling van een resultaat- en effectmetingmethode voor activiteiten die uitgevoerd worden door competentiepolen Introductie conceptueel meetkader Begeleidingsgroep 24 maart 2010 Agenda Introductie
Nadere informatieHERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Raadsinformatie avond 4 februari 2015
HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER Alleen ga je sneller; samen kom je verder Raadsinformatie avond 4 februari 2015 Aanleiding bijeenkomst 1. Het contract voor Regiotaxi loopt af per 31 december 2015; En
Nadere informatieUitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30
Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober 2018 13:00-17:30 Beste genodigde, Een urgenter vraagstuk dan de toekomst van onze planeet is er niet. Daarom is er ook geen urgentere
Nadere informatieBIJ12. Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016)
BIJ12 Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016) 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan Pagina 2 Thema s 2.1 Natuurinformatie
Nadere informatieProjectvoorstel Pilot Basisregistraties Grootschalige Topografie (BGT)
Projectvoorstel Pilot Basisregistraties Grootschalige Topografie (BGT) Aan : Kring van Twentse secretarissen Programma : SSNT Basisregistraties Topografie i.s.m. SSNT/ I & A Opdrachtgevers : G.J. Eikenaar
Nadere informatieQmus 11februari 2010. = veranderenverbeteren. Context en balans
Qmus 11februari 2010 = veranderenverbeteren Context en balans HET INK MODEL Management van medewerkers Medewerkers Leiderschap Strategie en beleid Management van processen Klanten en Partners Bestuur en
Nadere informatieINHOUD. Kerncijfers en startpunt. Twentse visie op vervoer. Uitdagingen en oplossingen. Uitkomsten aanbesteding maatwerk vervoer
INHOUD Kerncijfers en startpunt Wat is de omvang van het vervoer en wat is de null-situatie Twentse visie op vervoer Welke uitgangspunten zijn gedefinieerd voor het vervolg Uitdagingen en oplossingen Waar
Nadere informatieIn 20 stappen naar energieneutrale gebieden - wat, waarom en hoe. Workshop 1 februari 2012 Jaap Kortman IVAM
In 20 stappen naar energieneutrale gebieden - wat, waarom en hoe Workshop 1 februari 2012 Jaap Kortman IVAM Presentatie Doel van workshop Achtergrond project Belemmeringen 20 stappenplan Organisatie workshop
Nadere informatieRoadmap Provincie Utrecht. d.m.v. innovatieve kennis-en diensteneconomie topregio zijn op gebied van mobiliteit
Roadmap Provincie Utrecht d.m.v. innovatieve kennis-en diensteneconomie topregio zijn op gebied van mobiliteit 1 Status presentatie Gemaakt voor het Programma icentrale Nog niet bestuurlijk vastgesteld
Nadere informatie(Zelf)vertrouwen in samenwerken Handreiking voor de gemeenteraad
(Zelf)vertrouwen in samenwerken Handreiking voor de gemeenteraad Verkenning van ambtelijke samenwerking tussen Haarlem en Zandvoort De gemeenten Haarlem en Zandvoort verkennen momenteel de mogelijkheden
Nadere informatieSamenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen
Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst
Nadere informatieBijeenkomst Integraal Ontwerpen en Duurzaamheid. Dutch Hall
Bijeenkomst Integraal Ontwerpen en Duurzaamheid Dutch Hall Bouw Educatie Groep Veldhoven 21 oktober 2009 Agenda 16:00 Introductie 16:15 Presentatie Dutch Hall: Jan Pieter den Hollander (Bouwen met Staal)
Nadere informatieAdvies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie
DIENST Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie Advies over en ondersteuning bij het initieel inrichten/optimaliseren
Nadere informatieGOVERNANCE, RISK & COMPLIANCE WHITEPAPER
GOVERNANCE, RISK & COMPLIANCE De wereld van vandaag wordt gekenmerkt door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en disruptieve marktomstandigheden. Deze ontwikkelingen hebben verregaande gevolgen
Nadere informatieConcretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd
>>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.
Nadere informatie