Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren
|
|
- Thijs Maes
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Thesis De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en de rol van geslacht, leeftijd en gewicht. Naam: Gamze Harmankaya Studentnummer: Datum: Docent: Sanne Nikkelen & Mariëtte Huizinga Aantal woorden: 5917
2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Theoretisch kader... 4 Leeftijd... 5 Geslacht... 5 Gewicht... 6 Methode... 7 Onderzoeksresultaten... 8 Leeftijd Geslacht Gewicht Conclusie & Discussie Literatuurlijst
3 Inleiding Kinderen besteden in hun leven opvallend veel tijd aan het gebruik van media. Gemiddeld besteden kinderen tussen de 8 en 18 jaar 4,5 uur per dag aan het gebruik van televisie, video s en games (Robinson, 2001). Dit betekent dat ze blootgesteld worden aan reclames per jaar, alleen al via de televisie (The role of media, 2004). Een groot gedeelte van deze reclames bestaat inhoudelijk uit voedselreclames (Anschutz, Engels & van Strien 2010). Voor de reclame industrie zijn kinderen een belangrijk doelgroep geworden door hun overtuigende invloed (Story & French, 2004). Kinderen zijn in staat om hun ouders te overtuigen van de aankoop van voedselproducten, door te gaan zeuren en huilen, of om het product zelf aan te schaffen wanneer zij zakgeld ontvangen (Valkenburg & Cantor, 2001). Voedselreclames, zowel gericht op kinderen als volwassenen, bevatten over het algemeen meer junkfood dan gezonde voeding (Carolli, Argentieri, Cardone & Masi 2004). Zo werd er in 2001 het meest geadverteerd in drankjes, snoep, snacks en fastfood restaurants (Story & French, 2004). Een hogere blootstelling aan voedselreclames gaat gepaard met een hogere consumptie van het product onder kinderen. De onderzoekers Carolli et al. (2004) suggereren dat zelfs bij een korte blootstelling van 10 tot 30 secondes kinderen beïnvloed kunnen worden. Over het algemeen bevatten de producten die geadverteerd worden in voedselreclame een hoog gehalte aan vet, suiker, zout en calorieën (Carolli et al. 2004). Uit een eerder onderzoek in 2007 is gebleken dat kinderen over het algemeen meer blootgesteld worden aan ongezonde voedselreclames dan gezonde voedselreclames (Powell, Szczypka & Chaloupka 2007). Verder blijkt dat overgewicht en ziektes zoals obesitas steeds vaker voorkomt onder kinderen. In 2003 leed 1 op de 4 kinderen onder de 18 jaar aan overgewicht (Patrick & Nicklas, 2005). Dit heeft grote gevolgen op latere leeftijd wanneer kinderen niet meer groeien. Naarmate kinderen lijden aan overgewicht wordt de kans op obesitas groter, met als gevolg een verhoogd risico op hartkwalen, hoge bloeddruk, diabetes, en kanker op latere leeftijd (Patrick & Nicklas, 2005). Met de toename van het aantal kinderen met overgewicht ontstaat er de zorg dat voedselreclames hier de oorzaak van zijn (Livingstone & Helpser, 2006). De onderzoekers Halford, Boyland, Hughes, Stacey, McKean en Dovey (2007) suggereren dat het toegenomen overgewicht onder kinderen veroorzaakt wordt door de voedselreclames op de televisie. De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen staat in dit literatuuroverzicht centraal. Kinderen bevinden zich in een proces waarin zij zichzelf ontwikkelen en een voorkeur voor voedsel aan het vormen zijn. Door de kwetsbaarheid van 3
4 kinderen kan deze voorkeur beïnvloedt worden door druk van buitenaf. Dit wordt nogmaals bevestigd in het onderzoek van Birch (1980) waarbij gekeken werd hoe kinderen beïnvloed werden door hun omgeving en wat voor rol media hierin speelt. De onderzoeker concludeert dat kinderen vatbaar zijn voor mediabeelden en dat dit effect groter is op jongere kinderen. Ook zal er gekeken worden welke persoonlijke kenmerken van kinderen hierin een rol spelen. Volgens Story, Neumark-Sztainer en French (2002) wordt het eetgedrag van kinderen bepaald door meerdere kenmerken die zowel individueel-, sociaal- of psychologisch van aard zijn. Er is gekozen om in dit literatuuroverzicht te kijken naar geslacht, leeftijd en gewicht omdat meerdere onderzoekers hebben gesuggereerd dat dit drie belangrijke kenmerken zijn wat betreft de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen (Livingstone & Helpser, 2006; Alvarez, Huston, Wright & Kerkman, 1988; Halford et al. 2007). Verder zijn er tot zover geen literatuuroverzichten samengesteld waarin de modererende rol van geslacht, leeftijd en gewicht wordt onderzocht. Het overzicht kan hierom veel toevoegen aan bestaande literatuur en de stand van zaken tot zover op een rij zetten. Ook kunnen de gevonden resultaten als een richtlijn dienen voor ouders en opvoeders bij het opvoeden van kinderen om het toegenomen overgewicht onder kinderen tegen te gaan. In dit literatuuroverzicht zal hier antwoord op gegeven worden. De vraagstelling die beantwoordt zal worden luidt als volgt: Wat is het effect van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en welke rol speelt geslacht, leeftijd en gewicht hierin? Theoretisch kader Voedselreclames en het eetgedrag van kinderen Meerdere onderzoekers hebben gekeken naar de rol die televisie kan spelen in het leven van kinderen (Carolli et al. 2004). De social cognitive theory veronderstelt dat kinderen het gedrag overnemen waar zij via massamedia blootgesteld aan raken, net zoals ze het gedrag overnemen van rolmodellen uit hun directe omgeving (Bandura, 2001). De social cognitive theory is volgens de onderzoekers Story, Neumark-Sztainer en French (2002) een goed bruikbare theorie om de beïnvloeding van massamedia op het eetgedrag van kinderen te verklaren. Zo laat de theorie goed zien hoe invloed van buitenaf het gedrag van kinderen kan beïnvloeden door het tekort die zij hebben aan kennis en vaardigheden (Story et al. 2002). In dit geval zou het betekenen dat kinderen minder goed in staat zijn om de overtuigende kracht van reclames te herkennen waardoor ze sneller de reclames op televisie zullen geloven. Gezien het toegenomen aantal ongezonde voedselreclames op televisie (Story et al. 4
5 2002) en het hoge aantal uren televisiekijktijd van kinderen (Halford et al. 2007) is het aannemelijk dat ze tijdens het televisiekijken grotendeels blootgesteld zullen raken aan ongezonde voedselreclames. Zoals de bovengenoemde theorie beschrijft is het zeer waarschijnlijk dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed zal worden door deze reclames. Onderzoekers verwachten dat dit zal leiden tot het ontwikkelen van negatieve eetpatronen waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten met een hoog gehalte aan vet, suiker en zout (Carolli et al. 2004). De hoofdvraag van het literatuuroverzicht luidt hiermee als volgt: Wat is het effect van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen? Leeftijd Behalve dat kinderen over het algemeen meer beïnvloedbaar zijn dan volwassenen is er nog altijd de veronderstelling dat jongere kinderen meer beïnvloed zullen worden door de voedselreclames dan oudere kinderen. De theory of cognitive development geeft hier een verklaring voor door aan te geven dat twee factoren van belang zijn. Allereerst moeten kinderen in staat zijn om reclames te kunnen onderscheiden van programma s en ze moeten in staat zijn om de overtuigende kracht van reclames te kunnen herkennen (Livingstone & Helpser, 2006). Een aanvulling hierop komt van het central-incidental learning paradigm met als uitgangspunt dat jongere kinderen over onvoldoende capaciteit beschikken om informatie uit reclames te kunnen evalueren (Roedder, 1981). Doordat zij over minder inzicht beschikken om onderscheid te maken tussen programma s en reclames kunnen zij de overtuigende kracht van reclames niet herkennen en zullen ze sneller geneigd zijn om de voedselreclames te geloven dan oudere kinderen (Roedder, 1981). Een bevestiging hierop komt uit het onderzoek van Robertson en Rossiter (1974) waaruit is gebleken dat oudere kinderen beter in staat zijn om reclames te herkennen en ze te onderscheiden van televisie programma s. Ook is uit het onderzoek van Ward, Levinson en Wackman (1972) gebleken dat oudere kinderen minder aandachtig naar televisiereclames kijken dan jongere kinderen. Hierdoor ontstaat de verwachting dat het effect van voedselreclames minder zal zijn op oudere kinderen dan op jongere kinderen. De eerste deelvraag luidt hiermee als volgt: Wat is de rol van leeftijd in de relatie tussen voedselreclames en het eetgedrag van kinderen? Geslacht Wanneer we ervan uitgaan dat leeftijd een modererende rol speelt bij de beïnvloeding van voedselreclames, is het interessant om te kijken of dit verschil ook te zien is in geslacht. 5
6 Volgens het social role model zijn geslachtverschillen in sociaal gedrag afkomstig uit genderrollen, waardoor er gedrag wordt gevormd die kenmerkend is voor mannen of vrouwen (Feingold, 1994). Een aanvulling hierop komt van het artifact model, waar de verschillen in geslacht worden aangekaart. Zo stelt het artifact model dat sociaal-culturele factoren zoals genderstereotypering resulteert in verschillende waardes tussen mannen en vrouwen (Feingold, 1994). Er zou een verschil zijn tussen mannen en vrouwen wat betreft de belangrijkheid die zij toekennen aan bepaalde onderwerpen (Feingold, 1994). Wat betreft de blootstelling aan mediabeelden blijken jongens over het algemeen meer aandacht te tonen aan media-inhoud dan meisjes (Alvarez, Huston, Wright & Kerkman 1988). Jongens en meisjes zouden geïnteresseerd zijn in verschillende activiteiten. Zo zouden meisjes het leuker vinden om buitenshuis tijd door te brengen, terwijl jongens liever binnen zitten en televisie kijken. Doordat jongens aandachtiger en meer televisie kijken zullen zij meer van de voedselreclames opvangen dan meisjes. Het is hierdoor aannemelijk dat zij meer worden beïnvloed dan meisjes. Dit leidt tot de tweede deelvraag van dit literatuuroverzicht: Wat is de rol van geslacht in de relatie tussen voedselreclames en het eetgedrag van kinderen? Gewicht Behalve de rol die leeftijd en geslacht kunnen spelen bij blootstelling aan voedselreclames is het belangrijk om onderscheid te maken tussen kinderen met overgewicht en kinderen zonder overgewicht. Over het algemeen kijken kinderen met overgewicht meer televisie dan kinderen zonder overgewicht (Lewis & Hill, 1998). Hierdoor is het waarschijnlijker dat zij meer blootgesteld zullen worden aan voedselreclames. Dit wordt ook nog eens bevestigd in het onderzoek van Powell, Szczypka en Chaloupka (2007), waaruit gebleken is dat kinderen met overgewicht meer in aanraking komen met voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht. Een gevolg hiervan is dat kinderen met overgewicht de voedingsmiddelen uit de voedselreclames beter herkennen (Halford, Gillepsie, Brown, Pontin & Dovey 2003). Een theorie die dit goed verklaard is de cultivation theory. De cultivation theory verwacht dat veelvoudige blootstelling aan mediabeelden gepaard gaat met het geloof en overtuiging van deze beelden (Gerbner, Gross, Morgan & Signorielli 1994). De theorie veronderstelt dat zware televisiekijkers meer beïnvloed worden door mediabeelden dan lichte televisiekijkers (Dixon, Scully, Wakefield, White & Crawford 2007). Doordat kinderen met overgewicht meer blootgesteld worden aan voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht, leidt dit tot de verwachting dat zij meer beïnvloed zullen worden door de 6
7 voedselreclames en daardoor de producten uit de reclames meer zullen consumeren. Deze verwachting leidt naar de derde deelvraag: Wat is de rol van het gewicht van kinderen in de relatie tussen voedselreclames en het eetgedrag van kinderen? Operationalisatie In dit literatuuroverzicht zijn voedselreclames de onafhankelijke variabele en het eetgedrag van kinderen is de afhankelijke variabele. Voedselreclames zijn advertenties waarin specifiek een voedselproduct wordt gepromoot (Story & French, 2004), ongeacht of de doelgroep kinderen of volwassenen zijn. Onder eetgedrag worden gezonde of ongezonde eetpatronen van kinderen verstaan. Het eetpatroon wordt gedefinieerd als een combinatie van maaltijden en/of voedsel die een persoon binnenkrijgt (Patrick & Nicklas, 2005). Een ongezond eetpatroon kenmerkt zich met een hoog gehalte aan vet, suiker en zout (Story & French, 2004). Bij een gezond eetpatroon is dit gehalte laag. De modererende variabelen zijn leeftijd, geslacht en gewicht. Over het algemeen zal er gekeken worden naar kinderen tussen de 2 en 18 jaar. Een veelvoorkomend leeftijdsindeling die gebruikt wordt in de wetenschap is die van Piaget (Livingstone & Helpser, 2006). Hierin worden kinderen onderverdeeld in 3 niveaus aan de hand van hun leeftijd. De preoperationale stage zijn kinderen tussen de 2 en 7 jaar, kinderen tussen de 7 en 12 jaar vallen onder concrete operational stage en tot slot de kinderen van 12 jaar en ouder (formal operational stage) (Piaget, 1964). Er zal verder gekeken worden naar het geslacht van het kind en tot slot wordt het gewicht van het kind ook meegenomen. Zo zal er onderscheid worden gemaakt tussen kinderen met overgewicht en zonder overgewicht. Overgewicht wordt bepaald door het body mass index (BMI) van een kind waarbij er gekeken wordt naar de verhouding tussen lengte en gewicht (Anschutz, Engels & van Strien 2010). In de gevonden artikelen is het BMI berekend en aan de hand hiervan is aangegeven of de kinderen overgewicht hebben of niet. Methode Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag en de opgestelde deelvragen is er gezocht naar wetenschappelijke artikelen om een overzicht op te stellen over de huidige stand van zaken rondom het onderwerp. Aan de hand van een analytische review is er een literatuurstudie uitgevoerd. Om relevante artikelen te vinden is er gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode waarbij wetenschappelijke artikelen zijn gevonden. Deze hebben vervolgens geleid tot nieuwe artikelen waar relevante informatie in voorkwam met betrekking tot het onderwerp. Doordat het aantal onderzoeken die zich hebben gericht op 7
8 voedselreclames en het eetgedrag van kinderen beperkt was, is er niet geselecteerd op de jaartallen van het onderzoek. Wel is er op gelet dat de artikelen niet te verouderd waren zodat het niet ten koste zou gaan van de relevantie van het literatuuroverzicht. De artikelen zijn gevonden met behulp van verschillende soorten databases. Zo is er gezocht in Google Scholar, PiCarta en Web of Science. Om relevante artikelen te kunnen vinden is er gezocht onder de volgende zoektermen: children, food commercials, food advertisement, gender, age, obesity, overweight, media effects en unhealthy. Onderzoeksresultaten Voedselreclames en het eetgedrag van kinderen In het onderzoek van Halford, Boyland, Hughes, Oliveira en Dovey (2006) is er gekeken naar de invloed van voedselreclames op de voedselinname van kinderen. Er is een experiment uitgevoerd onder 93 kinderen tussen de 5 en 7 jaar. De kinderen werden blootgesteld aan reclames waarin voedsel werd gepromoot of aan reclames waar geen voedingsmiddelen in voorkwamen. Vervolgens mochten de kinderen onbeperkt kiezen uit voedsel die voor hen was klaargelegd en hiervan eten. Na het analyseren van de resultaten bleek dat kinderen na het zien van voedselreclames meer aten dan wanneer zij blootgesteld werden aan reclames waar geen voedsel in voorkwam. De kinderen gaven over het algemeen voorkeur aan ongezond voedsel zoals snoep, chocolade en chips. Terwijl gezonde voedsel met een laag vetgehalte veel minder werden geconsumeerd. De onderzoekers concluderen dat blootstelling aan voedselreclames gepaard gaat met een hogere consumptie van voedingsmiddelen. Ook wordt er geconcludeerd dat het gaat om de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen. Een toevoeging hierop komt uit het onderzoek van Buijzen, Schuurman en Bomhof (2008) waarin onderzoek is gedaan naar blootstelling aan voedselreclames en de gevolgen hiervan op het eetpatroon van kinderen. Aan het onderzoek hebben 234 kinderen tussen de 4 en 12 jaar meegedaan. De ouders van de kinderen hebben een dagboek bijgehouden en een vragenlijst ingevuld. Hierbij werd gekeken naar de blootstelling aan voedselreclames en de consumptie van de voedingsmiddelen. Uit de resultaten bleek dat kinderen vaker de voorkeur geven aan het geadverteerde voedingsmiddel met een hoog caloriegehalte. De onderzoekers concluderen dat blootstelling aan voedselreclames gevolgen heeft op het eetpatroon van kinderen. Kinderen ontwikkelen een ongezond eetpatroon omdat vooral producten met veel suiker, vet en calorieën gepromoot worden. Verder hebben de onderzoekers Dixon, Scully, Wakefield, White en Crawford (2007) 8
9 onderzoek verricht naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. De onderzoekers hebben gekeken naar het effect van gezonde- en ongezonde voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Er is een experiment uitgevoerd onder 919 kinderen met een gemiddelde leeftijd van 10,8 jaar. Na het zien van een video, waar de voedselreclames in waren verwerkt, hebben de kinderen een vragenlijst ingevuld. Hierin konden zij kiezen voor welk voedingsmiddel zij de voorkeur gaven. Uit de resultaten is gebleken dat de kinderen die de video s hebben gezien met gezonde voedingsmiddelen minder kozen voor gezonde voedingsmiddelen, terwijl de kinderen die blootgesteld werden aan ongezonde voedingsmiddelen meer voorkeur gaven aan ongezonde voedingsmiddelen. De onderzoekers concluderen dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed wordt door de voedselreclames en dat ongezonde voedselreclames meer invloed hebben op het eetgedrag van kinderen dan gezonde voedselreclames. Een toevoeging aan de onderzoeksresultaten komt uit het onderzoek van Goldberg, Gorn en Gibson (1978). De onderzoekers hebben een experiment verricht onder 80 kinderen tussen de 5 en 6 jaar. Een groep kinderen werd blootgesteld aan ongezonde voedselreclames met een hoog gehalte aan suiker en een ander groep kinderen werd blootgesteld aan gezonde voedselreclames. Uit de resultaten bleek dat de groep met ongezonde voedselreclames meer voorkeur gaven aan ongezonde voeding. Terwijl de groep met gezonde voedselreclames meer voorkeur gaven aan gezonde voeding. De onderzoekers concluderen dat voedselreclames invloed hebben op het eetgedrag van kinderen en dat kinderen evenveel beïnvloed worden door ongezonde voedselreclames als ongezonde voedselreclames, dit terwijl het onderzoek van Dixon et al. (2007) uitgewezen heeft dat kinderen meer beïnvloed worden door de ongezonde voedselreclames. Een bevestiging op het onderzoek van Goldberg et al. (1987) komt uit het onderzoek van Gorn en Goldberg (1982). Tijdens een zomerkamp is er een experiment uitgevoerd onder 288 kinderen tussen de 5 en 8 jaar. De kinderen werden 14 dagen lang blootgesteld aan tekenfilms waarin reclames waren verwerkt. Eén groep met kinderen werd blootgesteld aan reclames waar snoep in voorkwam en een ander groep werd blootgesteld aan reclames met fruit. Na het zien van de tekenfilms mochten de kinderen fruit of snoep pakken van de tafels die voor ze klaar waren gezet. Uit de resultaten is gebleken dat de kinderen die blootgesteld werden aan snoep reclames, significant vaker kozen voor snoep. De kinderen die blootgesteld werden aan de reclames met fruit gaven ook significant vaker voorkeur aan fruitsoorten dan aan snoep. Uit deze resultaten concluderen de onderzoekers dat voedselreclames invloed hebben op het eetgedrag van kinderen en dat de voorkeur voor bepaald voedsel gevormd 9
10 wordt door de voedselreclames waar ze blootgesteld aan worden. De onderzoekers Hitchings en Moynihan (1998) hebben ook gekeken naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Er is een onderzoek uitgevoerd onder 44 kinderen tussen de 9 en 11 jaar. Aan de hand van een interview werden de kinderen gevraagd welke voedselreclames zij nog wisten te herkennen die zij op televisie zagen. Vervolgens werd er een analyse gemaakt van de producten die geconsumeerd werden door de kinderen. Ook werden de ouders van de kinderen ondervraagd om te achterhalen welke producten de kinderen consumeren. Uit de resultaten bleek er een relatie te bestaan tussen de voedingsmiddelen die de kinderen konden herinneren uit de reclames en de consumptie van deze producten. Kinderen bleken over het algemeen de producten uit de reclames meer te consumeren dan producten die zij niet kennen. Hieruit wordt door de onderzoekers geconcludeerd dat de consumptie van voedingsmiddelen bepaald wordt door de blootstelling aan voedselreclames. Een bevestiging op het onderzoek van Gorn en Goldberg (1982) komt uit het onderzoek van Goldberg, Gorn en Gibson (1978) waarin gekeken is naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Er is een experiment uitgevoerd onder 122 kinderen tussen de 6 en 7 jaar. Een groep kinderen werd blootgesteld aan voedselreclames waarin ongezonde voedingsmiddelen werden gepromoot. Een ander groep kinderen werd blootgesteld aan voedselreclames met hierin gezonde voedingsmiddelen. Vervolgens werd de kinderen gevraagd om lijsten op te stellen met de voedingsmiddelen die ze op dat moment zouden willen consumeren. Uit de resultaten is gebleken dat kinderen vaker de voorkeur gaven aan de voedingsmiddelen die zij in de reclames zagen. Dit was van toepassing op zowel de kinderen die blootgesteld waren aan gezonde voedingsmiddelen als ongezonde voedingsmiddelen. De onderzoekers concluderen dat voedselreclames van invloed zijn op het eetgedrag van kinderen en een rol speelt bij het vormen van een voorkeur voor bepaald voedsel. Verder is er in het onderzoek van Galst (1980) ook gekeken naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Er is een experiment uitgevoerd over een periode van 4 weken. Aan het onderzoek hebben 65 kinderen tussen de 3 en 6 jaar deelgenomen. De kinderen werden blootgesteld aan tekenfilms waar gezonde voedselreclames in waren verwerkt, of ongezonde voedselreclames. Vervolgens mochten de kinderen kiezen uit verschillende voedingsmiddelen die voor ze waren klaargezet. De kinderen die blootgesteld waren aan ongezonde voedselreclames gaven vaker de voorkeur aan ongezonde voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan suiker. Ook werd duidelijk dat de 10
11 kinderen die blootgesteld waren aan gezonde voedselreclames vaker de voorkeur gaven aan gezonde voedingsmiddelen. De onderzoeker concludeert dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed wordt door de voedselreclames, ongeacht of dit gezonde of ongezonde voedselreclames waren. Een ander onderzoek waarin gekeken is naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen is die van Taras, Salis, Patterson, Nader en Nelson (1989). Aan het onderzoek hebben 66 moeders meegedaan van kinderen tussen de 3 en 8 jaar. De moeders werd gevraagd om de televisiegewoontes van hun kind te beschrijven en om lijst samen te stellen van de voedingsmiddelen die hun kinderen consumeren naar aanleiding van voedselreclames. Uit de resultaten is gebleken dat er een significante relatie bestaat tussen blootstelling aan voedselreclames en de consumptie van de voedingsmiddelen die gepromoot worden. De onderzoekers concluderen dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed wordt door de voedselreclames waar zij blootgesteld aan worden. Verder is er bewijs dat zelfs bij een korte blootstelling van 30 seconde een effect kan optreden bij kinderen. In het onderzoek van Borzekowski en Robinson (2001) is er een experiment uitgevoerd onder kinderen tussen de 2 en 6 jaar. De kinderen werden blootgesteld aan tekenfilms waarin voedselreclames waren verwerkt van 30 secondes of waar geen reclames in voorkwamen. Vervolgens werd er aan de kinderen gevraagd welk voedingsmiddel zij zouden willen consumeren. Uit de resultaten blijkt dat kinderen die blootgesteld werden aan voedselreclames significant hoger scoorden dan de kinderen die niet blootgesteld werden. De kinderen die blootgesteld werden aan voedselreclames gaven vaker de voorkeur aan het product die zij in de reclame zagen. De onderzoekers concluderen dat een korte blootstelling van invloed is op de specifieke voedselvoorkeuren van kinderen tussen de 2 en 6 jaar. Er is veel bewijs dat blootstelling aan voedselreclames gerelateerd is aan veranderingen in het eetgedrag van kinderen. Zelfs een korte blootstelling aan voedselreclames kan al leiden tot een effect bij kinderen wat betreft hun voorkeur voor bepaald voedsel. Over het algemeen herkennen kinderen de producten in voedselreclames meer dan producten waar zij niet mee in aanraking komen waardoor zij dit ook meer consumeren. Kinderen kiezen vaker voor de producten die zij in de voedselreclames zien dan producten die onbekend voor ze zijn. Dit geldt voor zowel de gezonde voedingsmiddelen als de ongezonde voedingsmiddelen. Leeftijd In het onderzoek van Chernin (2008) is gekeken naar de invloed van voedselreclames 11
12 op het eetgedrag van kinderen en de rol die leeftijd hierin speelt. De onderzoeker had de verwachting dat jonge kinderen meer beïnvloed zouden worden door hun gebrek aan kennis en door het overtuigende effect van reclames. Er werd een experiment uitgevoerd onder 133 kinderen tussen de 5 en 11 jaar. De kinderen uit de experimentele groep kregen een programma te zien waar twee voedselreclames in waren verwerkt. Vervolgens werd gekeken of kinderen uit de experimentele groep significant vaker de voorkeur gaven aan het product waar ze blootgesteld aan waren dan kinderen uit de controlegroep. Uit de resultaten bleek er een verband te bestaan tussen blootstelling aan de voedselreclames en de voorkeur voor het product. Kinderen bleken vaker de voorkeur te geven aan het product die zij in de reclames zagen. Er is echter geen significant effect gevonden voor de leeftijd van de kinderen. Jonge kinderen gaven evenveel voorkeur aan een product als oude kinderen. De onderzoeker concludeert dat de jonge kinderen net zoveel worden beïnvloed als de oude kinderen. Verder is er in het onderzoek van Bolton (1983) gekeken naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Ook is er gekeken naar de leeftijd van kinderen om vast te stellen of dit een rol speelt. In het onderzoek zijn er dagboeken bijgehouden met de eetgewoontes en televisiegewoontes van kinderen, met hierin een gedetailleerde beschrijving van de reclames waar kinderen blootgesteld aan worden en wat voor soort voedingsmiddelen ze consumeren. Aan het onderzoek hebben 262 kinderen tussen de 2 en 11 jaar deelgenomen. Na het analyseren van de resultaten is gebleken dat de kinderen uit de verschillende leeftijdsgroepen ongeveer evenveel blootgesteld worden aan voedselreclames. Wel bleek dat de jonge kinderen (onder de 5 jaar) meer ongezonde voeding consumeren dan de oude kinderen. Zij geven vaker de voorkeur aan voedingsmiddelen met een hoog caloriegehalte. De onderzoekers concluderen hieruit dat jonge kinderen meer beïnvloed worden door de voedselreclames dan de oude kinderen. De onderzoekers Taveras, Sandora, Shih, Degnan, Goldmann en Gillman (2006) hebben gekeken naar de invloed van televisie op het eetgedrag van kinderen. De onderzoekers verwachten dat kinderen die meer televisie kijken ook vaker blootgesteld worden aan voedselreclames en daarom meer fastfood consumeren dan kinderen die minder televisie kijken. Ook hebben de onderzoekers onderscheid gemaakt tussen kinderen uit verschillende leeftijdsgroepen. Er is een onderzoek uitgevoerd onder 240 kinderen tussen 2 en 6 jaar. De ouders van de kinderen hebben een vragenlijst ingevuld waarin zij aangaven hoelang hun kinderen televisie kijken en hoe vaak zij bij de McDonald s, Burger King en Kentucky Fried Chicken eten. Uit de resultaten bleek dat kinderen die veel televisie kijken ook vaker naar fastfood restaurants gaan dan kinderen van wie de televisiekijktijd lager was. De leeftijd van 12
13 de kinderen bleek echter geen rol te spelen. Jonge kinderen aten net zo veel fastfood als de oude kinderen. De onderzoekers concluderen dat er een correlatie bestaat tussen aantal uren televisiekijktijd en het consumeren van fastfood maar dat de leeftijd van de kinderen hier geen rol in speelt. Wat betreft de modererende rol van leeftijd bij blootstelling aan voedselreclames zijn er verschillende resultaten gevonden. Zo is er bewijs dat de leeftijd van kinderen een rol kan spelen bij de blootstelling van voedselreclames. Er is echter ook bewijs dat de leeftijd van de kinderen niet een rol speelt, oude kinderen kunnen net zo veel beïnvloedt worden als jonge kinderen. Geslacht In het eerder genoemde onderzoek van Chernin (2008) is er gekeken naar de effecten van voedselreclames op kinderen en de rol die geslacht hierin speelt. Aan het onderzoek hebben 133 kinderen meegedaan waarbij de kinderen blootgesteld werden aan televisieprogramma s waarin voedselreclames waren verwerkt. Er werd gekeken of er een significant verschil was tussen jongens en meisjes wanneer zij blootgesteld werden aan voedselreclames. Uit de resultaten bleek dat jongens significant hoger scoren dan meisjes. Zij bleken de voedselreclames in het experiment vaker te herkennen dan meisjes en gaven vaker de voorkeur voor het product die in de reclames verscheen. De onderzoeker concludeert dat het eetgedrag van jongens meer beïnvloed word. Een ander onderzoek waarin gekeken is naar de verschillen tussen jongens en meisjes bij blootstelling aan voedselreclames, is die van Dawson, Jeffrey en Walsh (1988). Er is een experiment uitgevoerd onder 80 kinderen met een gemiddeld leeftijd van 6,2 jaar. De kinderen werden blootgesteld aan voedselreclames waar calorierijke of caloriearme producten in voorkwamen. Vervolgens werd het kind (alleen) geplaatst in een kamer waarin ook het product uit de reclame was neergezet. Het kind werd vermeld niet te mogen eten van het product. Uit de resultaten bleek dat de kinderen die blootgesteld waren aan calorierijke producten, de verleiding minder konden weerstaan dan kinderen die blootgesteld waren aan caloriearme producten. Dit resultaat bleek verschillend te zijn voor jongens en meisjes. Meisjes aten meer van de calorierijke producten dan jongens. De onderzoekers concluderen dat het eetgedrag van meisjes meer beïnvloed wordt dan die van jongens na het zien van voedselreclames en dat ze meer eten van de voedingsproducten waar ze blootgesteld aan raken. Een toevoeging hierop komt uit het eerder genoemde onderzoek van Borzekowski en 13
14 Robinson (2001), waarin de onderzoekers na het uitvoeren van een experiment onder 46 kinderen concluderen dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed wordt na het zien van voedselreclames. Wanneer de onderzoekers controleren op het geslacht van de kinderen blijkt er geen significant effect te bestaan. Jongens en meisjes blijken evenveel beïnvloed te worden door de voedselreclames waar zij blootgesteld aan raken. De onderzoekers concluderen dan ook dat geslacht niet een modererende rol speelt bij de beïnvloeding van voedselreclames. Er is veel bewijs gevonden wat betreft de invloed van voedselreclames op kinderen. De voedselvoorkeuren van kinderen blijken bepaald te kunnen worden door de voedselreclames die zij op televisie zien. Het is echter onduidelijk wat voor rol het geslacht van kinderen hierin speelt. Er is zowel bewijs gevonden dat jongens meer worden beïnvloed door voedselreclames dan meisjes maar ook dat meisjes significant hoger scoren dan jongens. Er is zelfs bewijs gevonden dat geslacht geen rol speelt bij de blootstelling aan voedselreclames doordat er geen verschil bleek te bestaan. Gewicht Als laatste is er in dit literatuuronderzoek gekeken naar de rol van gewicht bij de blootstelling aan voedselreclames. In het onderzoek van Halford et al. (2007) is er gekeken naar blootstelling van kinderen aan voedselreclames en de rol die het gewicht van kinderen hierin speelt. Aan het experiment hebben 59 kinderen meegedaan waarbij alle kinderen blootgesteld werden aan tekenfilms en voedselreclames. Vervolgens kregen alle kinderen vijf dienbladen voor zich met vijf soorten voedingsmiddelen. De kinderen mochten hiervan eten zoveel als zij wilden en zelfs om meer vragen als het eten op was. De voedingsmiddelen varieerden van gezonde producten (fruit) tot ongezondere producten (snoep). Uit de resultaten bleek dat kinderen met overgewicht meer beïnvloed werden dan kinderen zonder overgewicht. Zij aten grotere porties dan kinderen zonder overgewicht en gaven significant vaker de voorkeur aan voeding met een hoog gehalte aan vet, suikers en zout. De onderzoekers concluderen dat kinderen met overgewicht gevoeliger zijn voor voedselreclames en meer worden beïnvloed dan kinderen zonder overgewicht. Aanvulling hierop komt uit het eerder genoemde onderzoek van Halford et al. (2006). Zij hebben een experiment uitgevoerd onder 93 kinderen tussen de 5 en 7 jaar. Kinderen werden blootgesteld aan voedselreclames en reclames waar geen voedsel in voorkwam. Vervolgens mochten de kinderen onbeperkt eten van voedingsmiddelen die voorkwamen in de reclames. Dit waren zowel gezonde als ongezonde producten. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat kinderen die blootgesteld waren aan voedselreclames meer aten dan de 14
15 kinderen die niet waren blootgesteld aan voedselreclames. Er bleek echter geen verschil te zijn tussen kinderen met overgewicht en kinderen met een normaal gewicht. Ze aten beide ongeveer evenveel en er zat ook geen verschil in de calorieën die ze binnenkregen. De onderzoekers concluderen dat kinderen met overgewicht evenveel worden beïnvloed door de voedselreclames dan kinderen met een normaal gewicht. Een ander onderzoek waarin ook gekeken is naar de rol die gewicht speelt bij blootstelling aan voedselreclames is die van Halford, Gillepsie, Brown, Pontin en Dovey (2003). Er is een experiment uitgevoerd onder 42 kinderen tussen de 9 en 11 jaar. De helft van de kinderen werden blootgesteld aan voedselreclames en de andere helft aan reclames zonder voedsel. Elk kind kreeg een dienblad met hierop eten waarvan ze onbeperkt mochten eten. Ook moesten de kinderen op een lijst aangeven welke producten herkenbaar voor ze waren. De kinderen met overgewicht bleken de voedingsmiddelen vaker te herkennen dan kinderen zonder overgewicht. Ook werden de kinderen met overgewicht meer beïnvloed door de voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht. Zij aten significant meer dan de kinderen zonder overgewicht na het zien van de voedselreclames. De onderzoekers concluderen dat kinderen met overgewicht meer voedsel consumeren na het zien van voedselreclames dan kinderen met een normaal gewicht. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat kinderen met overgewicht gevoeliger zijn voor voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht. Er is bewijs dat zij meer gaan eten en voorkeur geven aan ongezonde voedingsmiddelen (Halford et al. 2003). Er is echter ook gevonden dat kinderen met overgewicht niet anders reageren op de voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht, zoals het onderzoek van Halford et al. (2007) heeft gevonden. Conclusie & Discussie Er is duidelijk veel onderzoek verricht naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Hieruit zijn verschillende resultaten naar voren gekomen. Een aantal van deze resultaten ondersteunen de verwachting dat kinderen beïnvloed worden door de voedselreclames waar zij blootgesteld aan worden. Er zijn echter ook bevindingen die dit tegenspreken. Zoals verwacht, worden kinderen over het algemeen beïnvloed door de voedselreclames waaraan zij blootgesteld worden. Een verklaring hiervoor is dat kinderen zich nog in het proces bevinden waarin ze hun voedselvoorkeuren nog aan het ontwikkelen zijn (Borzekowski & Robinson, 2001). Dit sluit aan bij de social cognitive theory waarin kinderen al op jonge leeftijd leren van hun omgeving en hun gedrag hieraan aanpassen. De modererende variabelen leeftijd, geslacht en gewicht van kinderen blijken niet een 15
16 grote rol te spelen. Wat betreft de leeftijd van de kinderen zijn er tegenstrijdige bevindingen gevonden. Er zijn resultaten gevonden waarin de leeftijd van kinderen een rol speelt bij de blootstelling aan televisiereclames. Daartegenover is ook gevonden dat de leeftijd van de kinderen geen rol speelt. De theory of cognitive development en central-incidental learning paradigm kunnen goed gelinkt worden aan het onderzoek van Bolton (1983), waarin gevonden is dat jonge kinderen meer beïnvloed worden door de voedselreclames dan oude kinderen omdat zij over minder vaardigheden beschikken om de overtuigende kracht van reclames te herkennen. De theory of cognitive development en central-incidental learning paradigm geven echter geen geldige verklaring voor het onderzoek van Chernin (2008) en Taveras et al. (2006), waarin gevonden is dat jonge kinderen net zoveel beïnvloed worden als oude kinderen. Wat betreft het geslacht van de kinderen zijn er meerdere bevindingen, die over het algemeen tegenstrijdig zijn. Uit het onderzoek van Chernin (2008) is gebleken dat het eetgedrag van jongens meer beïnvloed wordt door de voedselreclames dan meisjes. De artifact model ondersteunt in dit geval de gevonden resultaten omdat jongens media-inhoud aandachtiger bekijken dan meisjes waardoor het effect op hen groter is. Dit is echter niet van toepassing op het onderzoek van Dawson et al. (1988), waarin gevonden is dat meisjes meer werden beïnvloed door de voedselreclames dan jongens. In het onderzoek van Borzekowski en Robinson (2001) is ook gevonden dat jongens en meisjes evenveel beïnvloed worden door de voedselreclames. Tot slot blijkt het gewicht van de kinderen ook een rol te spelen bij de beïnvloeding van voedselreclames. Zo is er in het onderzoek van Halford et al. (2007) en Halford et al. (2003) gevonden dat kinderen met overgewicht meer voedingsmiddelen consumeren na het zien van voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht. Ook geven kinderen met overgewicht vaker de voorkeur aan ongezonde voedingsmiddelen dan gezonde voedingsmiddelen. Een verklaring hiervoor is dat zij meer televisie kijken dan kinderen zonder overgewicht. Dit sluit goed aan bij de cultivation theory waarin wordt verondersteld dat zware televisiekijkers meer beïnvloed worden door mediabeelden dan lichtere televisie kijkers. Er is echter ook bewijs dat kinderen met overgewicht evenveel beïnvloed worden door de voedselreclames als kinderen zonder overgewicht (Halford et al., 2006). Dit literatuuroverzicht heeft aangetoond dat het eetgedrag van kinderen beïnvloed wordt door de voedselreclames waaraan zij blootgesteld worden. De beïnvloeding van voedselreclames kan eerder gekenmerkt worden als negatief dan positief omdat over het algemeen veel ongezonde voedingsmiddelen worden gepromoot. Dit leidt tot een hogere 16
17 consumptie van deze producten. Er is vooral gebleken dat een hoge televisiekijktijd gepaard gaat met een hogere blootstelling aan voedselreclames. Dit leidt weer tot de consumptie van de (ongezonde) voedingsmiddelen onder kinderen. De resultaten van dit overzicht kunnen voor de ouders en verzorgers dienen om kinderen aan te sporen om minder televisie te kijken. Ook is gebleken dat kinderen met overgewicht gevoeliger reageren op de voedselreclames dan kinderen zonder overgewicht. Zij zijn een doelgroep waar de ouders en verzorgers extra aandacht aan moeten geven. Een tekortkoming van het onderzoek is dat in het afgelopen 10 jaar een beperkt aantal onderzoeken zijn uitgevoerd die gekeken hebben naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen. Een groot aantal onderzoeken zijn verricht in de jaren 80 waardoor de gevonden bevindingen verouderd kunnen zijn. Een ander tekortkoming van dit overzicht is dat een groot aantal onderzoekers gekeken hebben naar de korte termijneffecten bij blootstelling aan voedselreclames. Daarom is het onbekend wat de effecten van voedselreclames op lange termijn zullen zijn. Dit leidt tot de aanbeveling om meer onderzoek te verrichten naar de effecten van blootstelling aan voedselreclames en het eetgedrag van kinderen op lange termijn. Verder kan er voor toekomstig onderzoek naar dit onderwerp aanbevolen worden om daadwerkelijk dit onderzoek uit te voeren. Er zijn veel onderzoeken verricht naar de blootstelling aan voedselreclames en het eetgedrag van kinderen. Er is echter geen onderzoek gevonden waarin gekeken is naar de rol van de leeftijd, geslacht en gewicht van kinderen. Zo kan er een experiment met een vragenlijst uitgevoerd worden onder kinderen waarbij gekeken wordt naar de invloed van voedselreclames op het eetgedrag en het modererende effect van leeftijd, geslacht en gewicht. 17
18 Literatuurlijst Alvarez, M. M., Huston, A. C., Wright, J. C. & Kerkman, D. D. (1988). Gender differences in visual attention to television form and content. Journal of Applied Development Psychology, 9, Anschutz, D. J., Engels, R. C. M. E. & van Strien, T. (2010). Maternal encouragement to be thin moderates the effect of commercials on children s snack food intake. Appetite, 55, DOI: /j.appet Bandura, A. (2001). Social cognitive theory of mass communication, Media Psychology, 3(3), DOI: /S XMEP0303_03 Birch, L. L. (1980) Effects of peer models food choices and eating behaviors on preschoolers food preferences. Child Development, 51(2), * Bolton, R. N. (1983). Modeling the impact of television food advertising on children s diets. Current issues and research in advertising, * Borzekowski, D. L. G. & Robinson, T. N. (2001). The 30-second effect: An experiment revealing the impact of television commercials on food preferences of preschoolers. Journal of the American Dietetic Association, 101(1), 1-5. * Buijzen, M., Schuurman, J., & Bomhof, E. (2008). Associations between children s television advertising exposure and their food consumption patterns. A household dairy survey study. Appetite, 50, DOI: j.appet Carolli, M., Argentieri, L., Cardone, M. & Masi, A. (2004). Role of television in childhood obesity prevention. International Journal of Obesity, 28, DOI: /sj.ijo * Chernin, A. (2008) The effects of food marketing on children s preferences: testing the moderating roles of age and gender. The ANNALS of the American Academy of Political and Social Science, 615, DOI: /
19 * Dawson, B. L., Jeffrey, D. B. & Walsh, J. A. (1988). Television food commercials effect on children s resistance to temptation. Journal of Applied Social Psychology, 18(16), * Dixon, H. G., Scully, M. L., Wakefield, M. A., White, V. M. & Crawford, D. A. (2007) The effects of television advertisements for junk food versus nutritious food on children s food attitudes and preferences. Social Science & Medicine, 65, DOI: /j.socscimed Feingold, A. (1994). Gender differences in personality: a meta-analysis. Psychological Bulletin, 116(3), * Galst, J. P. (1980). Television food commercials and pro-nutritional public service announcements as determinants of young children s snack choices. Child Development, 51, Gerbner, G., Gross, L., Morgan, M. & Signorielli, N. (1994). Growing up with television: The cultivation perspective. Media Effects: Advances in theory and research, * Goldberg, M. E., Gorn, G. J. & Gibson, W. (1978). The effects of TV messages for high and low nutritional goods on children s snack and breakfast food choices. Advances in Consumer Research, 5, * Goldberg, M. E., Gorn, G. J. & Gibson, W. (1978). TV messages for snack and breakfast foods: do thy influence children s preferences? Journal of Consumer Research, 5(2), * Gorn, G. J. & Goldberg, M. E. (1982). Behavioral evidence of the effects of televised food messages on children. Journal of Consumer Research, 9(2), * Halford, J. C. G., Boyland, E. J., Hughes, G. M., Stacey, L., McKean, S. & Dovey, T. M. (2007). Beyond-brand effect of television food advertisements on food choice in children: the effects of weight status. Public Health Nutrition, 11(9), DOI: /S
20 * Halford, J. C. G., Boyland, E. J., Hughes, G., Oliveira, L. P. & Dovey, T. M. (2006). Beyond-brand effect of television (tv) food advertisements/commercials on caloric intake and food choice of 5-7-year-old children, Appetite, 49, DOI: /j.appet * Halford, J. C. G., Gillepsie, J., Brown, V., Pontin, E. E. & Dovey, T. M. (2003). Effect of television advertisements for foods on food consumption in children. Appetite, 42, DOI: /j.appet * Hitchings, E. & Moynihan, P. J. (1998). The relationship between television food advertisements recalled and actual foods consumed by children. Journal of Human Nutrition and Dietetics, 11, Lewis, M. K. & Hill, A. J. (1998). Food advertising on British children s television: a content analysis and experimental study with nine-year olds. Inernational Journal of Obesity, 22, Livingstone, S. & Helpser, E. J. (2006) Does advertising literacy mediate the effects of advertising on children? A critical examination of two linked research literatures in relation to obesity and food choice. Journal of Communication, 56, DOI: /j x Patrick, H. & Nicklas, T. A. (2005). A review of family and social determinants of children s eating patterns and diet quality. Journal of the American College of Nutrition. 25,(2), Piaget, J. (1964). Cognitive development in children: Piaget development and learning. Journal of Research in Science Teaching, 2(3), DOI: /tea Powell, L. M., Szczypka, G. & Chaloupka, F. J. (2007). Exposure to food advertising on television among US children. Arch Pediatr Adolesc Med, 161,
21 Robertson, T. S. & Rossiter, J. R. (1974). Children and commercial persuasion: an attribution theory analysis. Journal of Consumer Research, 1, Robinson, T. N. (2001). Television viewing and childhood obesity. Childhood and adolescent obesity, 48(4), 1-9. DOI: /01 Roedder, D. L. (1981). Age differences in children s responses to television advertising: An information-processing approach. Jornal of Consumer Research, 8(2), Story, M. & French, S. (2004). Food advertising and marketing directed at children and adolescents in the US. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 1(3), Story, M., Neumark-Sztainer, D. & French, S. (2002). Individual and environmental influences on adolescent eating behaviors. Supplement, 102(3), * Taras, H., Salis, T., Patterson, T., Nader, P. & Nelson, J. (1989). Television s influence on children s diets and physical activity. Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics,10(4), * Taveras, E. M., Sandora, T. J., Shih, M. C., Degnan, D. R., Goldmann, D. A. & Gillman, M. W. (2006). The association of television and video viewing with fast food intake by preschool-age children. Obesity, 14(11), 1-8. The role of media in childhood obesity. (2004, februari). The Henry J. Kaiser Family Foundation, pp Valkenburg, P. M. & Cantor, J. (2001). The development of a child to a consumer. Applied Development Psychology, 22, Ward, S., Levinson, D. & Wackman, D. (1972). Children s attention to television advertising. Television and Social Behavior, 4,
Bachelor scriptie (definitieve versie)
Bachelor scriptie (definitieve versie) Voedingsreclames moeten rekening houden met kinderen Een literatuuronderzoek naar de blootstelling van voedingsreclames op televisie op het ongezond eetgedrag van
Nadere informatieWat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?
24 mei 2012 Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? Afstudeerseminar Media en Reclame Bachelorthesis Jamila Reimerink 6124739 Docenten: Corine Meppelink Charlotte
Nadere informatieOnbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen
Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen BA-thesis Universiteit van Amsterdam Studie: Communicatiewetenschap Media & Reclame Auteur: Nathalie Leenen Studentnummer: 5745845 Docent: S. van Pelt
Nadere informatieSamenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie
Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd
Nadere informatieCheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle
Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas
Nadere informatieDagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality
Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine
Nadere informatieNadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg
De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 1 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg Paper gepubliceerd in jubileumnummer
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieHuidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag
Dr. L. van Leeuwen & drs. N. van Hasselt Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag Opdrachtgever: Financiering: Auteurs: Ministerie van Volksgezondheid,
Nadere informatieDe Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten
De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten Bachelorthese Anouk Nederstigt Anouk Nederstigt Universiteit van Amsterdam Student nummer: 10002185 Begeleider:
Nadere informatieVan alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1
Energiebehoefte bij jongeren per dag 5 Jongens Meisjes Facts Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1 Overgewicht ontstaat
Nadere informatieDe Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de Toekomst Nina Bartelink, PhD Candidate Patricia van Assema, Maria Jansen, Hans Savelberg, Stef Kremers Department of Health Promotion Maastricht University n.bartelink@maastrichtuniversity.nl
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieOnderzoek: (on)gezond eten
Onderzoek: (on)gezond eten Mei 2018 Over dit onderzoek 3Vraagt is onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel en stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. De uitslagen
Nadere informatieFAMILIEMAALTIJDEN EN BETROKKENHEID BEREIDING. AUTEUR Sarah BEL
FAMILIEMAALTIJDEN EN BETROKKENHEID BEREIDING AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieOnline reclame versus traditionele reclame
Student: Jamie Kaandorp Studentnummer: 5909317 Kader: BA Thesis Opleiding: Communicatiewetenschap Begeleider: S.M. Zwier Datum: 25 januari 2010 Online reclame versus traditionele reclame Literatuurstudie
Nadere informatieFysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs
Fysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs Wat is de relatie tussen fysieke activiteit en hersenfuncties, cognitieve functies en leerprestaties? Dagelijkse voldoende
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieVroege ontwikkeling voorkeuren en later overgewicht. Kees de Graaf Wageningen Universiteit, Humane Voeding
Vroege ontwikkeling voorkeuren en later overgewicht Kees de Graaf Wageningen Universiteit, Humane Voeding Vroege voorkeuren, later overgewicht 1. Overgewicht en tracking overgewicht 2. Voorkeuren kinderen
Nadere informatieBetekenis van vaderschap
Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar
Nadere informatieSuperFIT: een gecombineerde peuterspeelzaal en familie interventie. De ontwikkeling, implementatie en eerste effecten in Sittard-Geleen.
SuperFIT: een gecombineerde peuterspeelzaal en familie interventie. De ontwikkeling, implementatie en eerste effecten in Sittard-Geleen. Ilona van de Kolk 14 maart 2019 i.vandekolk@maastrichtuniversity.nl
Nadere informatieEenzaam ben je niet alleen
Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieBroodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004
3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieAlcoholmarketing in Europa en Nederland
Alcoholmarketing in Europa en Nederland Presentatie van onderzoek naar de effecten van alcoholreclame op het drinkgedrag van Europese jongeren en met name in de Nederlandse situatie. Dominique Lenssen,
Nadere informatieOvergewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat?
Overgewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat? Overgewicht Een gezond gewicht en een gezond lijf gaan hand in hand. Als je te veel weegt, heb je overgewicht. Dat is niet goed voor je gezondheid.
Nadere informatieHet Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatierisicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten
risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.
Nadere informatiegedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?
Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender
Nadere informatieCode Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6
Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations
Nadere informatieDe Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs
De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout
Nadere informatieJUNKFOOD HET OPTIMALEGEZONDHEIDS TRAININGSPROGRAMMA! WEEK 1, JUNKFOOD. Het OptimaleGezondheids trainingsprogramma!
HET OPTIMALEGEZONDHEIDS TRAININGSPROGRAMMA! WEEK 1, JUNKFOOD 101 JUNKFOOD Het OptimaleGezondheids trainingsprogramma! Week 1, Junkfood Snel, pijnloos en effectief! klantenservice@optimalegezondheid.com
Nadere informatieHardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde
Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term
Nadere informatieZitten in Limburg. Een exploratief onderzoek naar zitgedrag in 31 Limburgse gemeenten.
Zitten in Limburg Een exploratief onderzoek naar zitgedrag in 31 Limburgse gemeenten Aanleiding Zitten is een nog relatief onbekend thema als risicofactor van een gezonde leefstijl. Langdurig zitten (sedentair
Nadere informatieOpstel Management & Organisatie Muziek in reclames
Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon
Nadere informatieRunning head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op
Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open
Nadere informatieDe Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieOnderzoek naar mediagebruik van kinderen
Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project
Nadere informatieBEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL
BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieDifferences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Nadere informatieUNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2004-2005
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2004-2005 ONGEZONDE PRODUCTEN IN RECLAME EN MASSA MEDIA IN BELGIË EN NEDERLAND Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van:
Nadere informatieDe conclusies eerst. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei?
Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei? EMGO Institute EMGO Institute Johannes Brug, KLV, April 2011 De conclusies eerst Gezond of duurzaam is geen keuze Mensen zijn, in cold state,
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieWat weten we over product placement?
Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is
Nadere informatieDe Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen
Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of
Nadere informatieKenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld
Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieEetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken
Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Fania Dassen PhD-studente Maastricht University Introductie Heeft u liever 50 vandaag, of morgen 50? Heeft
Nadere informatieFetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING
Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatiegegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.
Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens
Nadere informatieInformatiebrochure. Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research
Informatiebrochure Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research Oktober 2016 Informatiebrochure: Eat for Speed Deze informatiebrochure bevat informatie over het doel en de opzet van de Eat
Nadere informatieOvergewicht en Obesitas op Curaçao
MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,
Nadere informatieResultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017
Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting () voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' gestart: met subsidie van
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieVERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES
VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES DE VOEDINGSWAARDE VAN DE DRANKJES EN SNACKS DIE IN DE MEESTE SECUNDAIRE SCHOLEN WORDEN VERKOCHT, ZIJN IN STRIJD MET DE AANBEVELINGEN VOOR EEN GEZOND EETPATROON.
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieJuggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur
Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN
Nadere informatieLori J. Stark, PhD, ABPP Hoogleraar Pediatrie University of Cincinnati College of Medicine
Gedragsaspecten van voeding bij kinderen met taaislijmziekte Lori J. Stark, PhD, ABPP Hoogleraar Pediatrie University of Cincinnati College of Medicine Bestuurder Afdeling Gedragswetenschap & klinische
Nadere informatie1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding
1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding Op de pabo opleiding leren de studenten hoe ze kinderen de vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben om een succesvolle en evenwichtige volwassene te worden. In
Nadere informatieKoolhydraten en de preventie van welvaartsziekten
Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies
Nadere informatieDagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.
De Vlieger 3 CHECKID ChecKid is een grootschalig leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het brengt (on)gezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van kinderen in Zwolle in kaart. ChecKid
Nadere informatieSexual and Gender Prejudice among Adolescents and Enacted Stigma at School K.L. Collier
Sexual and Gender Prejudice among Adolescents and Enacted Stigma at School K.L. Collier Jongeren die tot een seksuele- en genderminderheidsgroep horen hebben onevenredig vaak te maken met negatieve bejegening
Nadere informatieMindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs
Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieEffecten van perinatale blootstelling aan foliumzuur op de ontwikkeling van lichaamgewicht
Briefrapport 350020010/2009 L.T.M. van der Ven M.E.T. Dollé Effecten van perinatale blootstelling aan foliumzuur op de ontwikkeling van lichaamgewicht Voorstel voor een dierproef RIVM Briefrapport 350020010
Nadere informatieHet effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie
Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie Auteur: Marlou van de Kamp (3657043) Begeleider: Floor M. Kroese Abstract In onze westerse samenleving wordt men
Nadere informatieReclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal
Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie dr. Eva van Reijmersdal dr. Esther Rozendaal Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Regulatie Regulatie Verbod Transparantie Regulatie: verbod
Nadere informatieSamenvatting Dankwoord About the author
Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het
Nadere informatieVoeding en ADHD. Kleurstof-onderzoek dieet-onderzoek. Acht RED-RCTs. Resultaten Kleurstofonderzoeken. Beperkingen van huidige behandeling
Voeding en ADHD De effecten van een Restricted Elimination Diet (RED) op ADHD Dr Lidy M.J. Pelsser Samen nog Beter, april Beperkingen van huidige behandeling Toename zorgen om bijwerkingen Ondanks gunstige
Nadere informatie1 INFORMATIEBROCHURE
INFORMATIEBROCHURE 1 2 Contactinformatie onderzoekers Contactpersoon: Swetlana Gutjar Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-481265 E-mail: nemostudie@wur.nl Bezoekadres: Agrotechnion,
Nadere informatiePeuters en groente eten: Een moeilijke combinatie?
Peuters en groente eten: Een moeilijke combinatie? GroenteCongres 26 Maart 2015, Dr. Gerry Jager Disclosure belangen spreker Gerry Jager Geen (potentiële) belangenverstrengeling Wageningen Universiteit
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieEvaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017
Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin
Nadere informatieOuderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen
Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen
Nadere informatieGebruik van Engels door leerlingen tijdens de Engelse les.
Gebruik van Engels door leerlingen tijdens de Engelse les. Een onderzoek op het Scala College 6-6-2011 Shera Gerber, Marit de Jong, Jacob de Ruiter, Sander Stolk en Femke Verdonk Inhoud Context... 2 Relevantie...
Nadere informatieOndanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren
Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van
Nadere informatieExperimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen
Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel
Nadere informatieRichtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich
Nadere informatieDe relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style
De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.
Nadere informatie2 Emoties in de spreekkamer
Welkom! Welkom bij de zesde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen
Nadere informatieOnderzoeksresultaten Supermarkt en cafetaria s favoriet bij afhalen warme maaltijd. Juni 2007
Onderzoeksresultaten Supermarkt en cafetaria s favoriet bij afhalen warme maaltijd Juni 2007 Introductie en achtergrond In opdracht van Farm Frites hebben Pleon en Motivaction International een onderzoek
Nadere informatieFacts & Figures: de sportieve vrijetijdsbesteding van jongeren
Facts & Figures: de sportieve vrijetijdsbesteding van jongeren Tal van onderzoek heeft uitgewezen dat de deelname van jongeren aan sportverenigingen ten goede komt aan hun algemene ontwikkeling en gezondheid.
Nadere informatieSPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?
VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-
Nadere informatieToegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne
Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne Agenda 1. Wat weten we al? 2. Doelstelling onderzoek 3. Opzet onderzoek 4. Resultaten 5. Advies Pre-rolls krijgen meer aandacht, worden beter onthouden
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatie