Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?"

Transcriptie

1 24 mei 2012 Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? Afstudeerseminar Media en Reclame Bachelorthesis Jamila Reimerink Docenten: Corine Meppelink Charlotte Blom Communicatiewetenschap 6490 woorden

2 1. Inleiding Reclame voor voeding is in verschillende media terug te vinden. Op televisie is bijvoorbeeld te zien hoe een wafeltje op een aantrekkelijke wijze overgoten wordt met caramel en chocola. De trek in dit product is na het zien van de reclame gewekt. In een onderzoek van de University of Illinois wordt geconcludeerd dat reclame op televisie voor dit soort calorierijke en voedingsstofarme producten vaker voorkomt dan reclame voor gezondere producten (Managing21, 2011). Bij het adverteren wordt geen informatie gegeven over in hoeverre een product gezond is of niet. Een voorbeeld van een reclamecampagne voor eten met veel calorieën en weinig voedingsstoffen is die van het fastfood restaurant McDonald s. I m lovin it is de bekende slogan die zij voeren (mcdonalds.nl, 2012). Onder andere met deze slogan lijkt er een sfeer gecreëerd te worden waarbij het houden van de producten die zij serveren belangrijker is dan het feit dat zij alleen eten serveren dat in verhouding met andere voedingsproducten veel meer calorieën en vet bevat. Op deze manier worden de negatieve eigenschappen van deze producten verbloemd. Reclames voor voeding zoals die van McDonald s, moeten consumenten overhalen om de producten te kopen en te consumeren (Lewis & Hill, 1998). Door het zien van dit soort reclame, eten mensen vaak meer dan zij nodig hebben, met overgewicht als gevolg (infonu.nl, 2012). Begin januari van 2012 bericht de NOS dat bijna de helft van de Nederlanders te dik is (NOS.nl, 2012). Deze ontwikkeling is ook terug te zien in het aanbod aan televisieprogramma s over dit onderwerp. Er verschijnen steeds meer televisieprogramma s waarbij mensen hulp krijgen bij afvallen en advies krijgen over hun eetpatroon. Een recent voorbeeld van een televisieprogramma dat zich hiermee bezig houdt is Obese (RTL.nl, 2012). Hoewel overgewicht vooral een probleem lijkt te zijn bij volwassen, blijkt nu dat overgewicht bij kinderen steeds vaker voorkomt. In dertig jaar tijd is het aantal kinderen met overgewicht is verdrievoudigd (Nu.nl, 2010). Dit is een zorgelijk feit en hangt volgens het consumentenprogramma Kassa samen met het grote aanbod aan reclame voor voeding. Op de website van Kassa, wordt vermeld dat overgewicht bij kinderen vaak in verband wordt gebracht met het grote aanbod aan reclame voor voeding gericht op kinderen. Het valt op dat reclame voor voeding gericht op kinderen vooral bestaat uit producten als frisdrank, tussendoortjes, snoep, koek en toetjes. Op deze manier wordt er een ongezonde eetvoorkeur aangewakkerd (kassa.nl, 2009). Juist deze producten dragen bij aan het toenemende overgewicht bij de jeugd (Young, 2003). Omdat kinderen tot een bepaalde leeftijd niet in staat zijn om de voeding zelf te kopen, is het de bedoeling dat ze na het zien van de reclame het product zo graag willen hebben dat zij er bij de 1

3 ouders om gaan zeuren (Harris, Pomeranz, Lobstein & Brownell, 2009). Ook het toenemende overgewicht bij kinderen wordt op televisie onder de aandacht gebracht, onder andere door het programma Help Ons Kind Is Te Dik. In dit programma worden kinderen geholpen met afvallen en het veranderen van hun eetpatroon. De ouders worden ook nauw betrokken bij dit proces van verandering (RTL.nl, 2012). Door dit televisieprogramma kunnen de problematiek en de mogelijke oplossingen bij een groot publiek onder de aandacht komen. Naar aanleiding van deze berichten is het interessant om te bekijken in hoeverre kinderen met reclame voor eten geconfronteerd worden. Er is daarom in het eerste deel van dit literatuuronderzoek een overzicht gegeven van onderzoeken over de hoeveelheid reclame voor voeding gericht op kinderen. De eerste vraagstelling binnen dit literatuuronderzoek zal hier betrekking op hebben en luidt als volgt: In hoeverre worden kinderen blootgesteld aan televisiereclame voor voeding? In het tweede deel van dit literatuuronderzoek wordt de invloed van reclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen tot achttien jaar bekeken. Omdat het eetgedrag kan bestaan uit veel verschillende onderdelen, is er een keuze gemaakt om in dit literatuuronderzoek het eetgedrag onder te verdelen in voedselinname en voedselkeuze. Bij de voedselinname zal er gekeken worden naar of de kinderen meer of minder eten. Onder de voedselkeuze wordt de keuze tussen een gezond of een ongezond product verstaan. Ook zal er een aantal factoren bestudeerd worden die van invloed kunnen zijn op de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag. Er zal hierbij in de vraagstelling onderscheid gemaakt worden tussen factoren vanuit het kind zelf en de invloed van de ouders. De kijkfrequentie is een van de factoren vanuit het kind zelf, die invloed kan hebben op de relatie tussen reclame voor voeding en het eetgedrag van het kind. Ten tweede wordt het gewicht van het kind als factor vanuit het kind zelf bij dit literatuuronderzoek betrokken. De invloed van de ouders op de relatie tussen reclame voor voeding en het eetgedrag van kinderen, wordt ook meegenomen in dit literatuuronderzoek, wegens het feit dat kinderen door gebrek aan begeleiding over het algemeen niet goed in staat zijn om informatie uit reclame te beoordelen. De ouders van de kinderen hebben hierin een belangrijke rol (mediaonderzoek.nl, 2005). De tweede vraagstelling heeft betrekking op de invloed van reclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen en de daarmee samenhangende factoren die hierboven beschreven zijn. Deze vraagstelling luidt als volgt: 2

4 In hoeverre heeft televisiereclame voor voeding invloed op het eetgedrag van kinderen en wat is de invloed van factoren vanuit het kind zelf en de ouders op deze relatie? Dit literatuuronderzoek geeft een overzicht van wat er op wetenschappelijk gebied bekend is over de relatie tussen reclame voor voeding en het eetgedrag van kinderen. Aan de hand van dit literatuuronderzoek kan meer inzicht verkregen worden in de relatie tussen reclame voor voeding en het eetgedrag van kinderen, wat een bijdrage kan leveren bij het oplossen van eventuele nadelige gevolgen van de invloed van reclame voor voeding op kinderen. 2. Theoretisch kader 2.1. Invloed van voedingsreclame op kinderen In dit literatuuronderzoek wordt gekeken naar de invloed van reclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen. In onderzoeken die de invloed van reclame als thema hebben, is persuasion knowledge een term die vaak voorkomt. Met persuasion knowledge wordt bedoeld dat de ontvanger bewust is van het overredende karakter en doel van advertenties (Moore & Lutz, 2000). Bij kinderen wordt, naarmate de leeftijd toeneemt, persuasion knowledge steeds verder ontwikkeld. Vanaf ongeveer een leeftijd van acht jaar begint een kind zich langzamerhand bewust te worden van het doel van advertenties. Kinderen jonger dan ongeveer acht jaar zijn over het algemeen nog niet in staat (cognitieve) strategieën toe te passen om zich te wapenen tegen beïnvloeding van reclame. Het komt zelfs voor dat zij reclame verwarren met het programma waar zij naar kijken (Lewis & Hill, 1998). Zodra kinderen ouder worden en zich bewust zijn van het doel van advertenties, nemen zij eerder een sceptische houding aan tegenover advertenties en zijn zij meer in staat weerstand te bieden aan het persuasieve doel van reclame (Federal Trade Commission, 1978; Rossiter & Robertson, 1974 in Moore & Lutz, 2000). Het blijkt dat, doordat persuasion knowledge bij kinderen nog niet volledig ontwikkeld is, kinderen makkelijker te beïnvloeden zijn door reclame dan volwassenen. Dit maakt kinderen een belangrijke doelgroep voor marketeers (Linn & Novosat, 2008). Over het algemeen heerst er een negatieve opvatting over reclame gericht op kinderen. Reclame zou nadelige effecten hebben op kinderen (Buijzen & Valkenburg, 2005). Uit voorgaand onderzoek blijkt dat voedingsreclame in de meeste gevallen ervoor zorgt dat kinderen de producten uit de reclame meer prefereren en consumeren. In dat geval heeft blootstelling aan reclame voor voeding een positieve invloed op het eetgedrag van kinderen. Omdat 3

5 reclame gericht op kinderen voor een groot deel bestaat uit het promoten van ongezonde producten, kan een voorkeur voor geadverteerde producten nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid van kinderen (Buijzen, 2010) Kijkfrequentie De relatie tussen het zien van reclame en de gevolgen daarvan kunnen beïnvloed worden door een aantal factoren. Zo kan het aantal keer dat een kind de reclame te zien krijgt, invloed hebben op de mate van beïnvloeding van het eetgedrag. Over het algemeen wordt er gesteld dat kinderen die veel televisie kijken en de reclames vaker zien, hun ouders vaker vragen om geadverteerde producten dan kinderen die vrijwel geen televisie kijken (Buijzen, 2010) Rol van de ouders Naast de kijkfrequentie kunnen de ouders van de kinderen ook een belangrijke rol spelen bij de mate van beïnvloeding van het eetgedrag door voedingsreclame (Hoek & Gendall, 2007). Wordt ongezond eetgedrag door bijvoorbeeld de ouders geaccepteerd, dan is de kans groter dat kinderen een ongezonde eetvoorkeur ontwikkelen. Het blijkt dat het eetgedrag mede afhankelijk is van de mate van acceptatie in de omgeving van de kinderen (Hoek & Gendall, 2007). 3. Methode De methode die in dit literatuuronderzoek is toegepast is een analytisch review, een gestructureerde beschrijving van de bestaande literatuur met betrekking tot de vraagstellingen in dit literatuuronderzoek. De vraagstellingen binnen dit onderzoek worden bestudeerd op basis van bestaande literatuur die tot op heden is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. In de resultaten van dit onderzoek worden twee soorten studies gebruikt, beschrijvende studies en effectstudies. Het gebruik van deze twee soorten studies hangt samen met de aard van de vraagstellingen. De eerste vraagstelling binnen dit literatuuronderzoek wordt bestudeerd aan de hand van beschrijvende studies. Deze beschrijvende studies betreffen inhoudsanalyses. De tweede vraagstelling wordt bestudeerd aan de hand van effectstudies, betreffende surveys en experimenten. De literatuur die gebruikt is in de resultaten bestaat uit empirische onderzoeken. Het centrale thema van de gebruikte literatuur is de invloed van televisiereclame op het eetgedrag van kinderen en adolescenten. Adolescenten, in de meeste onderzoeken 4

6 gedefinieerd als kinderen met een leeftijd van boven de twaalf jaar, worden in dit literatuuronderzoek ook genoemd onder kinderen. Dit zorgt ervoor dat de leeftijd van de kinderen varieert van drie tot achttien jaar. Kinderen jonger dan drie zijn niet relevant voor dit onderzoek, omdat zij te jong zijn om zelf hun eetgedrag te kunnen bepalen. Om de vraagstellingen binnen dit literatuuronderzoek te kunnen bestuderen is er in de periode van 12 maart 2012 tot en met 27 april 2012 naar geschikte literatuur gezocht. De online databases PiCarta, Web of science, ScienceDirect en Web of Knowledge zijn hierbij geraadpleegd. De gebruikte zoektermen zijn onder andere children, eating behavior, advertising exposure, food advertising, food choice, food intake, parents en weight. Het jaartal van de gebruikte literatuur loopt van 1998 tot en met Om een zo goed mogelijk beeld te geven van de huidige werkelijkheid met betrekking tot de vraagstellingen in dit literatuuronderzoek, worden er artikelen gebruikt die over het algemeen vrij recent zijn. 4. Resultaten Uit de literatuur die voor dit literatuuronderzoek gebruikt is, blijkt dat blootstelling aan televisiereclame het eetgedrag van kinderen kan beïnvloeden. Het is daardoor interessant om te kijken in hoeverre de kinderen in contact komen met de reclameboodschappen, zodat de verhouding tussen de hoeveelheid blootstelling en de verandering van het eetgedrag duidelijker in kaart gebracht kan worden. In de resultaten zal eerst inzicht gegeven worden in hoeverre de kinderen blootgesteld worden aan televisiereclame voor voeding. Daarna zal er een overzicht gegeven worden van resultaten van verschillende onderzoeken over de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen en de daarmee samenhangende factoren Hoeveelheid blootstelling aan reclame voor voeding De hoeveelheid reclame waar kinderen aan blootgesteld worden, is meerdere keren onderzocht door middel van een inhoudsanalyse. Powell, Szczypka, Frank en Chaloupka (2007) hebben een inhoudsanalyse uitgevoerd waarbij er is gekeken naar reclames die geprogrammeerd zijn rondom de door de doelgroep meest bekeken televisieshows. Er wordt naast de hoeveelheid reclame voor voeding, ook gekeken naar de verschillende soorten voeding. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen ongezonde producten zoals fastfood en snoep, en gezonde producten zoals yoghurt en fruitsappen. Er wordt 5

7 geconcludeerd dat twintig procent van alle reclame gericht op kinderen, bestaat uit voedingsreclame. Wat betreft het onderscheid tussen gezonde en ongezonde producten, kan geconcludeerd worden dat het aandeel van ongezonde producten hoger is dan van gezonde producten. Deze conclusie over de verhouding van ongezonde en gezonde producten komt overeen met de uitkomsten van een onderzoek van Harrison en Marske (2005). In dit onderzoek wordt door middel van een inhoudsanalyse onderzocht wat de verhouding is tussen gezonde en ongezonde producten binnen voedingsreclame gericht op kinderen. Evenals bij het onderzoek van Powell et al. (2007) wordt er geconcludeerd dat er meer reclame voor ongezonde voeding te zien is dan voor gezonde voeding. Uit deze resultaten blijkt namelijk dat zeer veel voedingsreclame gericht op kinderen, namelijk 83 procent, bestaat uit reclame voor fastfood en snoep. Ook Stit en Kunkel (2008) en Arnas (2006) brengen de hoeveelheid blootstelling aan reclame voor voeding in kaart door middel van een inhoudsanalyse. In beide onderzoeken is er gekeken naar reclame rondom een kinderprogrammering in het weekend. Er is gekozen voor tijdstippen waarop de kinderen het meest televisie kijken. Zowel Stitt en Kunkel (2008) als Arnas (2006) vonden dat bijna de helft van de reclame gericht op kinderen bestaat uit reclame voor voeding. Dit is aanzienlijk meer dan de twintig procent aan reclame voor voeding gericht op kinderen die door Powell et al. (2007) gevonden is. Ook in de onderzoeken van Stitt en Kunkel (2008) en Arnas (2006) wordt er onderscheid gemaakt tussen reclame voor gezonde en ongezonde voeding. Wat betreft dit onderscheid is er is overeenstemming tussen beide onderzoeken. Stitt en Kunkel (2008) concluderen evenals Arnas (2006) dat er nauwelijks geadverteerd wordt voor gezonde producten. De producten die veel vet en suiker bevatten blijken veel vaker voor te komen. Er blijkt overeenstemming te zijn tussen Arnas (2006) en Stitt en Kunkel (2008) als het gaat om de hoeveelheid reclame voor voedsel waar kinderen aan blootgesteld worden. Het blijkt uit beide onderzoeken dat het overgrote deel van de reclame gericht op kinderen bestaat uit reclame voor voeding. Wat betreft de verdeling van het soort producten in de reclames blijken de uitkomsten van alle onderzoeken overeen te komen. Er wordt in zowel de onderzoeken van Powel et al. (2007), Harrison en Marske (2005) en Stitt en Kunkel (2008) als het onderzoek van Arnas (2006) geconcludeerd dat het aandeel van reclame voor ongezonde voeding groter is dan voor gezonde voeding. 6

8 4.2. Invloed van voedingsreclame op voedselinname Inzicht hebben in de hoeveelheid televisiereclame voor voeding gericht op kinderen, kan helpen bij het bekijken van de relatie tussen blootstelling aan reclame voor voeding en het eetgedrag van kinderen. Over het algemeen blijkt het dat blootstelling aan voedingsreclame tot gevolg heeft dat kinderen meer eten. Zowel een onderzoek van Buijzen, Schuurman en Bomhof (2008) als van Andreyeva, Kelly en Harris (2011) bevestigen dit. In beide onderzoeken is door middel van een survey het verband tussen voedingsreclame en de voedselinname onderzocht. Bij het onderzoek van Buijzen et al. (2008) is door middel van de survey, die door de ouders is ingevuld, vastgesteld welke voedingsreclame hun kinderen (4-12 jr.) zien en welke producten zij consumeren. In tegenstelling tot bij het onderzoek van Buijzen et al. (2008) wordt de survey over de voedselinname in het onderzoek van Andreyeva et al. (2011) ingevuld door de kinderen zelf (6-11 jr.). Zowel uit de onderzoeken van Buijzen et al. (2008) als Andreyeva et al. (2011) blijkt dat als kinderen voedingsreclame gezien hebben, zij meer consumeren. Naast de onderzoeken van Buijzen et al. (2008) en Andreyeva et al. (2011), wordt ook in een onderzoek van Harris, Bargh en Brownell (2009) het verband tussen voedingsreclame en de voedselinname bestudeerd. In dit onderzoek is de invloed van de reclame op het eetgedrag van kinderen (7-11 jr.) getest door middel van een experiment waarbij de kinderen tijdens het kijken van een cartoon, met daaromheen reclame voor onder andere voeding, een snack aangeboden kregen. Het bleek dat de kinderen die de reclame voor voeding wel gezien hadden, de snack in de meeste gevallen aten. De kinderen die de cartoon bekeken hebben zonder reclame voor voeding, waren minder snel geneigd om de snack te eten die zij aangeboden kregen. Wat betreft het soort producten die de kinderen meer consumeren, kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de bovengenoemde onderzoeken. In de onderzoeken van Andreyeva et al. (2011) en Buijzen et al. (2008) is er aangegeven dat er specifiek een toename is van de consumptie van de producten uit de reclames. Dit staat tegenover de algemene toename van consumptie na het zien van voedingsreclame uit het onderzoek van Harris et al. (2009). Het blijkt dat wat betreft de voedselinname er overeenstemming is tussen de onderzoeken van Harris et al. (2009), Andreyeva et al. (2011) en Buijzen et al. (2008). In alle drie onderzoeken wordt geconcludeerd dat reclame voor voeding een toename van de voedselinname tot gevolg heeft. Wel wordt er in tegenstelling tot het onderzoek van Harris et al. (2009), in de onderzoeken van Andreyeva et al. (2011) en Buijzen et al. (2008) enkel gekeken naar een toename van de voedselinname van de geadverteerde 7

9 producten. In het onderzoek van Harris et al. (2009) wordt de algemene voedselinname gemeten Gewicht van de kinderen Het blijkt uit een aantal onderzoeken dat het gewicht van de kinderen een rol kan spelen in de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname van de kinderen. Zo wordt zowel in een onderzoek van Lewis en Hill (1998) als van Adachi-Mejia et al. (2011) aandacht besteed aan het gewicht van de kinderen en de eventuele invloed daarvan op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname. De onderzoeken verschillen van onderzoeksmethode. Lewis en Hill (1998) voeren een experiment uit waarbij kinderen (4-15 jr.) een cartoon te zien kregen met of een reclameblok met voedingsreclame of zonder voedingsreclame. Daarna is het gewicht en de zelfperceptie gemeten door middel van een picturale schaal. Adachi-Mejia et al. (2011) maken daarentegen gebruik van een survey waarbij de kinderen (10-13 jr.) hun eigen gedrag wat betreft de voedselinname moesten rapporteren. Daarnaast moest één ouder een telefonisch survey voldoen waarbij informatie is opgevraagd over het gewicht en de lengte van het kind. Ondanks de verschillende methoden, komen de uitkomsten van beide onderzoeken overeen. Uit zowel het onderzoek van Lewis en Hill (1998) als het onderzoek van Adachi- Mejia et al. (2011) blijkt dat kinderen met overgewicht, na het zien van reclame voor voeding, minder aangezet worden om deze producten te eten dan kinderen met een normaal gewicht. De blootstelling aan reclame voor voeding lijkt dus minder invloed te hebben op het eetgedrag van kinderen met overgewicht, dan van kinderen met een normaal gewicht. Dit is volgens Lewis en Hill (1998) te verklaren door te kijken naar de zelfperceptie van het kind en hoe deze wordt beïnvloed door reclame voor voeding. Het blijkt dat de zelfperceptie van kinderen met overgewicht negatiever is dan van kinderen zonder overgewicht. Uit de inhoudsanalyse die in hetzelfde onderzoek, voorafgaand aan het experiment van Lewis en Hill (1998) is uitgevoerd, blijkt dat acteurs in voedingsreclames vrijwel altijd slank zijn. Eventuele negatieve gevolgen van het eten van ongezonde voeding komen niet aan de orde. Doordat er een rooskleurig beeld wordt geschetst in de reclames voor voeding, krijgen de kinderen met overgewicht een negatieve zelfperceptie, wat ervoor zorgt dat zij minder de neiging hebben meer voeding in te nemen. Het lijkt dus dat de kinderen met overgewicht, in tegenstelling tot de kinderen met een normaal gewicht, zich heel bewust zijn van de negatieve gevolgen van het eten van te veel voeding, wat tot gevolg heeft dat de voedingsreclames minder invloed hebben op de voedselinname van de kinderen. 8

10 Er blijkt geen overeenstemming te zijn in de literatuur wat betreft de invloed van gewicht op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname van kinderen. Zo wordt in zowel een onderzoek van Halford, Gillespie, Brown, Pontin en Dovey (2003) als van Halford et al. (2007) de invloed van het gewicht van kinderen op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname van kinderen bestudeerd. In beide onderzoeken wordt er een experiment uitgevoerd die sterk met elkaar overeenkomen wat betreft de leeftijd van de proefpersonen en de opzet. In beide experimenten kregen de kinderen (9-11 jr.) verschillende versies van cartoons te zien met in één versie reclame voor voeding en een andere versie met reclame voor non-food producten. De kinderen waren onderverdeeld naar hun gewicht. Na het bekijken van de cartoons en de reclames, is in het onderzoek van Halford et al. (2003) de kinderen de mogelijkheid gegeven om iets te consumeren. Bij het onderzoek van Halford et al. (2007) is via een survey na het experiment vastgesteld wat de kinderen consumeerden. De resultaten uit de onderzoeken van Halford et al. (2003) en Halford et al (2007) komen sterk overeen maar spreken de uitkomsten van Lewis en Hill (1998) en Adachi-Mejia et al. (2011) tegen. Zowel in het onderzoek van Halford et al. (2003) als het onderzoek van Halford et al. (2007) wordt geconcludeerd dat blootstelling aan reclame voor voeding, vooral bij de kinderen met overgewicht, een toename van de voedingsinname tot gevolg heeft. Als het gewicht van de kinderen bij het onderzoek betrokken wordt, blijken er tegengestelde resultaten te zijn tussen de onderzoeken van Halford et al. (2003) en Halford et al. (2007), en de onderzoeken van Lewis en Hill (1998) en Adachi-Mejia et al. (2011). In de onderzoeken van Halford et al. (2003) en Halford et al. (2007) wordt geconcludeerd dat naarmate het kind zwaarder is, de voedselinname na het zien van voedingsreclame toeneemt. Daarentegen wordt in de onderzoeken van Lewis en Hill (1998) en Adachi-Mejia et al. (2011) geconcludeerd dat naarmate het kind zwaarder is, de voedselinname minder sterk toeneemt. 4.3 Invloed van voedingsreclame op voedselkeuze Omdat onder het eetgedrag in een aantal onderzoeken naast de voedselinname ook de voedselkeuze verstaan wordt, is er een overzicht gegeven van de resultaten op het gebied van de voedselkeuze van kinderen na het zien van voedingsreclame. Zo wordt er in de onderzoeken van Andreyeva et al. (2011) en Buijzen et al. (2008), door middel van een survey, naast de invloed van voedingsreclame op de voedselinname ook gekeken naar de invloed op de voedselkeuze van kinderen. Ook in het experiment van Halford et al. (2007) is de relatie tussen voedingsreclame en de voedselkeuze bestudeerd. In het 9

11 onderzoek van Andreyeva et al. (2011) wordt er, naast de consumptie van ongezonde producten, ook gekeken naar gezondere producten zoals melk en fruit. Het blijkt uit dit onderzoek dat kinderen, na het zien van de reclame voor fastfood en frisdranken, naast hun voorkeur voor deze ongezonde producten, nog steeds kiezen voor gezonde producten. Daarentegen wordt zowel in de onderzoeken van Buijzen et al. (2008) als Halford et al. (2007) geconcludeerd dat kinderen na blootstelling aan voedingsreclame, meer geneigd zijn te kiezen voor ongezonde producten. Over het algemeen komen de resultaten wat betreft de voedselkeuze bij alle drie onderzoeken overeen, wel wordt er in het onderzoek van Andreyeva et al. (2011) een gematigdere conclusie geformuleerd dan in de onderzoeken van Buijzen et al. (2008) en Halford et al. (2007), met betrekking tot de keuze voor ongezonde producten. Het blijkt uit de onderzoeken van Buijzen et al. (2008), Halford et al. (2007) en Andreyeva et al. (2011), dat reclame voor voeding de voedselkeuze van kinderen kan beïnvloeden. Over het algemeen kiezen kinderen na blootstelling aan reclame voor voeding voor ongezonde producten. In het onderzoek van Andreyeva et al. (2011) wordt wel benadrukt dat gezonde producten niet geheel overgeslagen worden Kijkfrequentie Bij het bestuderen van de relatie tussen voedingsreclame en de voedselkeuze blijkt de kijkfrequentie een belangrijke factor te zijn. Scully et al. (2011) hebben door middel van een survey de invloed van de kijkfrequentie van voedingsreclame op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselkeuze van de kinderen bestudeerd. De kinderen (12-17 jr.) moesten hierbij zelf hun kijk- en eetgedrag noteren. Uitkomsten van dit onderzoek wijzen uit dat toenemende blootstelling aan reclame voor voeding op televisie, de voedselkeuze van de kinderen beïnvloedt. Het blijkt dat zware kijkers (kinderen die meer dan twee uur per dag televisie kijken) na het zien van de televisiereclame meer kiezen voor producten uit de reclames dan wanneer zij in mindere mate blootgesteld zijn aan de reclamebron. Aangezien is gebleken dat reclame vooral bestaat uit ongezonde producten, kan geconcludeerd worden dat zij meer kiezen voor ongezonde producten. Ook in een onderzoek van Dixon, Scully, Wakefield, White en Crawford (2007) wordt de invloed van de kijkfrequentie op de relatie tussen reclame voor voeding en de voedselkeuze van kinderen (9-12 jr.) bestudeerd. In dit onderzoek wordt er naast een survey ook een experiment uitgevoerd. Door middel van de survey wordt in kaart gebracht wat het kijkgedrag en de attitude ten opzichte van de reclames voor voeding is. In het experiment is de relatie tussen blootstelling aan reclame voor voeding en de voedselkeuze bestudeerd. Er zijn vier condities gevormd waarbij de mate van 10

12 gezondheid van de voeding in de reclames per conditie varieert. Er is opgenomen hoe lang de kinderen televisie kijken en de voedselkeuze is gemeten door middel van een kleine survey na het experiment. De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat de attitude van de kinderen ten opzichte van de reclame voor voeding een belangrijke voorspeller is voor de voedselkeuze van de kinderen. Naar mate de attitude ten opzichte van de voedingsreclame positiever is, des te eerder consumeren de kinderen het soort product in de reclame. Zo blijkt uit de survey dat zware televisiekijkers over het algemeen een positieve attitude hebben ten opzichte van reclame voor fastfood. Uit het experiment blijkt dat deze positieve attitude ten opzichte van reclame voor fastfood een toename van consumptie van fastfood tot gevolg heeft. Naast de attitude ten opzichte van reclame voor ongezonde producten, zoals fastfood, wordt ook de attitude ten opzichte van gezonde producten gemeten. Het blijkt dat reclame voor gezonde voeding kan zorgen voor een lichtelijke positieve attitude ten opzichte van gezonde voeding. Wat betreft de verhouding tussen de kijkfrequentie en de voorkeur voor ongezonde producten, kan geconcludeerd worden dat de uitkomsten van het onderzoek van Scully et al. (2011) en het onderzoek van Dixon et al. (2007) overeen komen. Als de invloed van de kijkfrequentie op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselkeuze wordt bekeken, wordt in de onderzoeken van Scully et al. (2011) en Dixon et al. (2007) geconcludeerd dat naar mate de kinderen vaker televisiereclames zien, zij meer kiezen voor ongezonde producten. De attitude ten opzichte van de reclame kan hierbij gezien worden als een mediërende variabele Invloed van de ouders De communicatie tussen ouder en kind speelt, naast de kijkfrequentie en het gewicht van de kinderen, ook een belangrijke rol in de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen. Ouders kunnen hun kinderen sturen wat betreft de mate waarin zij televisiekijken en dus ook reclame zien, maar ook wat betreft de producten die zij consumeren, aangezien zij tot een bepaalde leeftijd zelf niet in staat zijn producten te kopen (Harris et al., 2009). Omdat de invloed van ouders zowel gevolgen heeft voor de voedselinname als de voedselkeuze van kinderen, wordt dit in een apart hoofdstuk behandeld. De rol van de ouders in de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname en voedselkeuze van kinderen is in zowel een onderzoek van Buijzen (2009) als een het onderzoek van Arnas (2006) onderzocht. In beide onderzoeken wordt gebruik gemaakt 11

13 van een survey die ingevuld wordt door de ouders van de kinderen. Bij het onderzoek van Buijzen (2009) beantwoordden de ouders vragen over het kijkgedrag van de kinderen (4-12 jr.) en de communicatievormen van de ouders. Naast de survey is door de ouders een dagboek bijgehouden over het soort producten dat de kinderen consumeerden. Er is gekeken op welke manier de ouders de invloed van voedingsreclame op het eetgedrag van kinderen kunnen verminderen. De survey die door Arnas (2006) gebruikt werd, bracht de voedingsconsumptie en de vraag van de kinderen (3-8 jr.) naar het kopen van de producten uit de reclames in kaart. Hoewel beide onderzoeken naar een andere vorm van invloed van de ouders kijken, wordt in beide onderzoeken geconcludeerd dat de ouders een negatieve invloed hebben op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname en voedselkeuze van kinderen. Uit het onderzoek van Buijzen (2009) blijkt dat het uitleggen van de bedoeling van reclame, het vergroten van de persuasion knowledge, de invloed van voedingsreclame op het eetgedrag van kinderen vermindert. Ook regels vormen over het consumeren van de geadverteerde producten heeft als gevolg dat het eetgedrag van kinderen minder beïnvloed wordt door voedingsreclame. In het onderzoek van Arnas (2006) wordt geconcludeerd dat kinderen het meest vragen om producten die veel suiker en vet bevatten. Dit is in lijn met de verhouding van het soort voeding waarvoor geadverteerd wordt gericht op kinderen, die is vastgesteld in de eerder beschreven inhoudsanalyse van Arnas (2006). Ouders blijken vaak niet toe te geven aan de vraag van de kinderen, wat ervoor zorgt dat de voedselinname niet toeneemt na het zien van voedingsreclame. Ferguson, Muñoz en Medrano (2011) hebben de invloed van de ouders op de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen (3-8 jr.) op een andere manier bestudeerd. Door middel van een experiment hebben zij onderzocht in hoeverre de ouders de keuze tussen ongezond en gezond voedsel kunnen beïnvloeden. De ouders is willekeurig een opdracht toegewezen die kon bestaan uit het aansporen van de kinderen om voor het gezonde product te kiezen, of het vrijlaten van de kinderen in hun keuze. Uit dit onderzoek blijkt dat de ouders invloed kunnen hebben op de voedselkeuze van de kinderen, maar deze invloed is gematigd. Wat betreft de vraag of ouders invloed kunnen hebben op de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen, komen de uitkomsten van dit onderzoek overeen met die van Buijzen (2009) en Arnas (2006). Uit het onderzoek van Ferguson et al. (2011) blijkt als enige dat de invloed over het algemeen gematigd is. Ondanks de verschillende insteek van de onderzoeken, blijkt uit zowel het onderzoek van Buijzen (2009), het onderzoek van Ferguson et al. (2011) als uit het onderzoek van Arnas (2006) dat de ouders een negatieve invloed kunnen hebben op de relatie tussen 12

14 voedingsreclame en het eetgedrag, zowel de voedselkeuze als de voedselinname, van kinderen. Buijzen (2009) richt zich hierbij op de communicatie met het kind en de regelvorming, terwijl Arnas (2006) zich richt op het vermogen van de ouders om de voedselinname te dwarsbomen. Ferguson et al. (2011) hebben zich gericht op het aansporen van het gedrag van de kinderen. Het blijkt over het algemeen dat ouders naarmate zij meer invloed uitoefenen, de invloed van voedingsreclame op het eetgedrag van kinderen vermindert. 5. Discussie In dit literatuuronderzoek wordt nagegaan in hoeverre kinderen blootgesteld worden aan reclame voor voeding. Daarnaast wordt er in dit literatuuronderzoek antwoord gegeven op de vraag of de blootstelling aan televisiereclame de voedselinname en de voedselkeuze van kinderen beïnvloedt. De invloed van factoren vanuit het kind zelf en de invloed van de ouders worden hierbij betrokken. Het blijkt dat er zeer veel reclame is voor ongezonde voeding gericht op kinderen. Wat betreft de invloed van de blootstelling aan reclame voor eten op het eetgedrag van de kinderen, kan geconcludeerd worden dat de blootstelling aan reclame voor voeding niet alleen een positief effect heeft op de voedselinname, maar ook op de voedselkeuze van de kinderen. Dit houdt in dat de voedselinname toeneemt evenals de keuze voor ongezonde producten. Deze uitkomsten kunnen samenhangen met het feit dat kinderen over het algemeen nog niet bewust zijn van het overredende karakter van reclame. De persuasion knowledge theorie, die eerder beschreven is, kan dus van toepassing zijn op de uitkomsten van dit literatuuronderzoek. Wel blijkt de mate van invloed van voedingsreclame op het eetgedrag van kinderen af te hangen van een aantal factoren. Wat betreft de invloed van de factoren vanuit het kind zelf, kan geconcludeerd worden dat de kijkfrequentie een modererende variabele blijkt te zijn in de relatie tussen voedingsreclame en de voedselkeuze van de kinderen. Naar mate de kinderen vaker televisiekijken, dus vaker in contact komen met voedingsreclame, krijgen zij een grotere voorkeur voor ongezonde voeding. Ook het gewicht van de kinderen wordt gezien als een modererende variabele. Over de invloed van het gewicht van de kinderen op de relatie tussen voedingsreclame en de voedselinname van de kinderen, is geen eenduidigheid te vinden in de literatuur. Enerzijds wordt geconcludeerd dat naarmate het gewicht hoger is, het kind een lagere toename van de voedselinname heeft. Anderzijds wordt geconcludeerd dat naarmate het gewicht hoger is, het kind een hogere voedselinname heeft. 13

15 Ook is de invloed van de ouders bestudeerd. Uit de literatuur blijkt dat ouders op verschillende manieren ervoor kunnen zorgen dat de invloed van reclame voor voeding op de voedselinname en de voedselkeuze van kinderen vermindert. In het model hieronder zijn de verbanden tussen de variabelen binnen dit onderzoek schematisch weergegeven: Conceptueel model Als eerst is het belangrijk te benadrukken dat dit literatuuronderzoek te verdelen is in twee delen. In het eerste deel worden de resultaten van een aantal inhoudsanalyses met betrekking tot de hoeveelheid reclame voor voeding gericht op kinderen beschreven. In het tweede deel worden resultaten van onderzoeken beschreven, waarin de invloed van reclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen is onderzocht. Er kan geen causaal verband aangetoond worden tussen deze twee delen. Inzicht hebben in hoeverre kinderen worden blootgesteld aan voedingsreclame, kan slechts helpen bij het begrijpen van de invloed van voedingsreclame op het eetgedrag van kinderen. 14

16 Ondanks de eenduidige uitkomsten van de gebruikte literatuur moet er rekening gehouden worden met de mate van vergelijkbaarheid van de literatuur. In elk onderzoek wordt de blootstelling aan reclame voor voeding op een andere manier gemeten. Zo wordt bijvoorbeeld bij het onderzoek van Stitt en Kunkel (2008) alleen naar reclame gekeken rondom de zaterdagprogrammering. Op deze manier kan het zijn dat een groot deel van de reclame voor voeding gericht op kinderen is overgeslagen, wat ervoor kan zorgen dat er andere percentages voor deze blootstelling te vinden zijn in de resultaten. In dit geval is de vergelijkbaarheid van de onderzoeken naar de invloed van de blootstelling aan voedingsreclame op het eetgedrag niet optimaal. Er blijkt een relatie te zijn tussen blootstelling aan voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen. In de gebruikte literatuur wordt deze relatie op verschillende manieren benaderd. Zo wordt er vaak op verschillende manieren onderzoek gedaan naar het eetgedrag. Er wordt over het algemeen gekeken naar de voedselinname (hoeveel een kind eet) of de voedselkeuze (tussen ongezonde en gezonde voeding) van het kind. Om deze reden is er in dit literatuuronderzoek een scheiding gemaakt tussen de voedselkeuze en de voedselinname. In sommige gevallen worden deze beide variabelen samengenomen, zoals in de onderzoeken van Andreyeva et al. (2011) en Buijzen et al. (2008). Om te zorgen dat onderzoek naar de invloed op het eetgedrag optimaal vergelijkbaar wordt, is het raadzaam om in de toekomst de verschillen in variabalen onder eetgedrag zoveel mogelijk gelijk te trekken. Daarnaast wordt in de onderzoeken waarbij de voedselinname gemeten wordt, niet altijd een onderscheid gemaakt tussen voeding in het algemeen of voeding uit de reclame, zoals bij het onderzoek van Buijzen et al. (2008). Ook wordt in de meeste onderzoeken aangegeven dat die geadverteerde producten vaak ongezond zijn. Een toename van de voedingsinname van ongezonde producten, brengt vanzelfsprekend andere gevolgen met zich mee dan wanneer de kinderen meer gezonde producten gaan eten na het zien van voedingsreclame. Om te zorgen voor een minder eenzijdig beeld van de toenemende voedselinname, kan er in toekomstig onderzoek meer gekeken worden naar in hoeverre de voedselinname van gezonde producten toeneemt, ook na het zien van voedingsreclame voor gezonde producten. Hiermee wordt een completer beeld gegeven van de voedselinname. Wat betreft de factor gewicht van kinderen zijn er tegenstellingen te vinden in de literatuur. In het oudste onderzoek dat gebruikt wordt in dit literatuuronderzoek, van Lewis en Hill (1998), wordt de zelfperceptie van het kind gezien als een belangrijke voorspeller. Uit dit onderzoek blijkt dat naarmate de zelfperceptie toeneemt, het gewicht 15

17 van het kind minder invloed heeft op de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag. In alle andere, later uitgevoerde onderzoeken over de invloed van het gewicht van het kind, is de zelfperceptie niet aan de orde gekomen. Onderzoek in de toekomst over dit thema, rekening houdend met de zelfperceptie van het kind, kan een completer beeld geven van hoe het gewicht van het kind samenhangt met de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag. Wat betreft de methode die gebruikt is bij een aantal onderzoeken blijkt dat een groot deel gebruik maakt van surveys die het eigen gedrag meten. Het gevolg hiervan kan zijn dat de surveys niet geheel naar waarheid zijn ingevuld, bijvoorbeeld omdat de respondent zich schaamt voor zijn gedrag. Vanzelfsprekend kan dit gevolgen hebben voor de validiteit van de resultaten. Ook bij het uitvoeren van een experiment moet rekening gehouden worden met de invloed van de onderzoeksmethode op de resultaten. De experimentele setting zou de resultaten van een onderzoek kunnen beïnvloeden, wat tot gevolg kan hebben dat de validiteit afneemt. De vergelijkbaarheid van de artikelen die binnen dit literatuuronderzoek gebruikt zijn kan ook verminderen wanneer er specifiek gekeken wordt naar de leeftijdscategorieën die in de literatuur gebruikt worden. Over het algemeen is er binnen de gebruikte literatuur onderscheid gemaakt tussen kinderen en adolescenten. In de meeste onderzoeken wordt er gesproken over kinderen als zij onder de twaalf jaar zijn. Zijn de kinderen tussen de twaalf en de achttien jaar, dan spreekt men over adolescenten. In dit literatuuronderzoek is er geen onderscheid gemaakt tussen kinderen en adolescenten, maar is enkel gekeken of de proefpersonen een leeftijd hadden onder de achttien jaar. Het gevolg is dat de resultaten minder specifiek zijn. Als laatst kan het feit dat een groot deel van de gebruikte onderzoeken zijn verricht in het buitenland, met uitzondering van de onderzoeken van Buijzen et al. (2008) en Buijzen (2009), gevolgen hebben voor de generaliseerbaarheid naar de situatie in Nederland. Om te zorgen dat de resultaten generaliseerbaar worden, kan er in de toekomst meer onderzoek gedaan worden naar in hoeverre kinderen in Nederland aan reclame voor voeding blootgesteld worden en wat dit voor invloed heeft op het eetgedrag van de kinderen. Het mag niet zo zijn dat de levensverwachting voor kinderen door slecht eetgedrag lager is dan de levensverwachting van hun ouders. Meer onderzoek in de toekomst naar de invloed van de blootstelling aan reclame voor voeding op voedselinname en voedselkeuze, kan bijdragen aan de vermeerdering van kennis over dit thema. Een uitkomst uit het onderzoek van Dixon et al. (2007) is daarbij interessant te noemen. Uit 16

18 dit literatuuronderzoek is gebleken dat een positieve attitude ten opzichte van reclame voor gezonde voeding ervoor kan zorgen dat men voor een gezond product kiest. Als het aantal onderzoeken rond de invloed op een gezonde voedingskeuze uitgebreid wordt, kan de invloed van reclame voor voeding ook op een positieve manier benaderd worden. Zolang de invloed van voedingsreclame op kinderen nog op een negatieve manier benaderd wordt, kan de invloed van voedingsreclame op het eetgedrag veranderd of verminderd worden, volgens de resultaten van dit literatuuronderzoek. Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen. Wanneer de invloed van voedingsreclame op kinderen verminderd wordt, is de kans groter dat kinderen minder vaak slecht eetgedrag vertonen en minder vaak kiezen voor ongezonde voeding. Op deze manier kunnen zij een gezondere levensstijl ontwikkelen en zal een gezondere generatie het gevolg zijn. 17

19 6. Literatuur Adachi-Mejia, A.M., Sutherland, L.A., Longacre, M.R., Beach, M.L., Titus-Ernstoff, L., Gibson, J.J. & Dalton, M.A. (2011). Adolescent weight status and receptivity to food TV advertisements. Journal of Nutrition and Behavior, 43, DOI: /j.jneb Andreyeva, T, Kelly, I.R. & Harris, J.L. (2011). Exposure to food advertising on television; associations with children s fast food and soft drink consumption and obesity. Economics & Human Biology, 9, DOI: /j.ehb Arnas, Y.A. (2006). The effects of television food advertisement on children s food purchasing requests. Pediatrics International, 48, DOI: /j X x Buijzen, M. (2009). The effectiveness of parental communication in modifying the relation between food advertising and children s consumption behaviour. British Journal of Developmental Psychology, 27, DOI: / X Buijzen, M. (2010). Hoe ouders de strijd met commercie aan kunnen gaan. In K. Segers & J. Bouwens (Eds.), Maak mij wat wijs! De media kennen, begrijpen en zelf creëren (pp ). Leuven, BE: Lannoocampus. 18

20 Buijzen, M., Schuurman, J. & Bomhof, E. (2008). Associations between children s television advertising exposure and their food consumption patterns; a household diary-survey study. Appetite, 50, DOI: /j.appet Buijzen, M. & Valkenburg, P.M. (2005). Nadelige invloeden van televisiereclame. Kind en adolescent, 26, DOI: /BF Dixon, H.G., Scully, M.L., Wakefield, M.A., White, V.M. & Crawford, D.A. (2007). The effects of television advertisements for junk food versus nutritious food on children s food attitudes and preferences. Social Science & Medicine, 65, DOI: /j.socscimed Ferguson, C.J., Muñoz, M.E. & Medrano, M.R. (2011). Advertising influences on young children s food choices and parental influence. The Journal of Pediatrics, 160, DOI: /j.jpeds Halford, J.C.G., Boyland, E.J., Hughes, G.M., Stacey, L., McKean, S. & Dovey, T.M. (2007). Beyond-brand effect of television food advertisements on food choice in children: the effects of weight status. Public Health Nutrition, 11, DOI: /S

21 Halford, J.C.G., Gillespie, J., Brown, J., Pontin, E.E. & Dovey, T.M. (2003). Effect of television advertisements for foods on food consumption in children. Appetite, 42, DOI: /j.appet Harris, J.L., Bargh, J.A. & Brownell, K.D. (2009). Priming effects of television food advertising on eating behavior. Health Psychology, 28, DOI: /a Harris, J.L., Pomeranz, J.L., Lobstein, T. & Brownell, K.D. (2009). A crisis in the marketplace; how food marketing contributes to childhood obesity and what can be done. Annual Reviews Public Health 2009, 30, DOI: /annurev.publhealth Harrison, K & Marske, A.L. (2005). Nutriotional content of foods advertised during the television programs children watch most. American Journal of Public Health, 95, DOI: /AJPH Hoek, J. & Gendall, P. (2007). Advertising and obesity; a behavioral Perspective. Journal of Health Communication: International Perspectives, 11, DOI: /

22 Lewis, M.K. & Hill, A.J. (1998). Food advertising on British children's television; a content analysis and experimental study with nine-year olds. International Journal of Obesity, 22, DOI: /sj.ijo Linn, S. & Novosat, C.L. (2008). Calories for sale; food marketing to children in the twentyfirst century. The ANNALS of the American Academy of Political and Social Science 2008, 615, DOI: / Homepage McDonald s. (2012). Opgehaald op 25 maart 2012, van Home Obese. (2012). Opgehaald op 25 maart 2012, van Meer dan helft Nederlanders te dik. (2010). Opgehaald op 20 maart 2012, van Media hebben grote invloed op kinderen en jongeren. (2005). Opgehaald op 16 april 2012, van 21

23 Moore, E.S. & Lutz, R.J. (2000). Children, advertising and product experiences; a multimethod inquiry. Journal of Consumer Research, 27, DOI: / Over dit platform Help ons kind is te dik. (2012). Opgehaald op 20 maart 2012, van Powell, L.M., Szczypka, G. & Chaloupka, F.J. (2007). Adolescent exposure to food advertising on television. American Journal of Preventive Medicine, 33, DOI: /j.amepre Reclame voor ongezond eten gericht op kinderen. (2009). Opgehaald op 20 maart 2012, van Overgewicht: volksziekte nummer 1. (2012). Opgehaald op 25 maart 2012, van Scully, M., Wakefield, M., Niven, P., Chapman, K., Crawford, D., Pratt, I.S., Baur, L.A., Flood, V. & Morley, B. (2011). Association between food marketing exposure and adolescents food choices and eating behaviors. Elsevier, 58,

24 Stitt, C. & Kunkel, D. (2008). Food advertising during children s television programming on broadcast and cable channels. Health Communication, 23, DOI: / Veel kinderen levensbedreigend dik. (2010). Opgehaald op 20 maart 2012, van Voedingsreclame behoudt alleen nog ongezonde producten. (2011). Opgehaald op 27 maart 2012, van Young, B. (2003). Does food advertising make children obese? Young Consumers: Insight and Ideas for Responsible Marketers, 4, DOI: /

25 7. Tabel met overzicht van literatuur in resultatensectie Auteurs en jaartal 1. Powell, Szczypka en Chaloupka (2007) 2. Stitt en Kunkel (2008) 3. Harrison en Marske (2005) 4. Arnas (2006) (Deel 1 en deel 2) Onafhankelijke variabele Afhankelijke variabele - - Het in kaart brengen van de hoeveelheid voedingsreclames op tv waar kinderen aan blootgesteld worden. - - De aard en omvang van food marketing boodschappen tijdens kindertelevisieprogramma s bekijken. - - Het in kaart brengen van voor welke soorten voeding reclame te zien is gericht op kinderen. Deel 1: - Deel 2: Blootstelling aan reclame voor voeding Deel 1: - Deel 2: Eetgedrag, in dit geval de voedselinname. Modererende variabele: invloed ouders. Doel Methode/Procedure Belangrijkste bevindingen Deel 1: In kaart brengen van de hoeveelheid en voor welke soort voeding reclame gericht is op kinderen. Deel 2: Het onderzoeken van de relatie tussen voedingsreclame en het eetgedrag van kinderen en het betrekken van de ouders in deze relatie. Inhoudsanalyse: er zijn sec. gelijkwaardige reclames beoordeeld die rondom de door de kinderen meest bekeken shows geprogrammeerd waren. Inhoudsanalyse: er 102 shows bekeken en van feb tot jun 2005 zijn er willekeurig samples opgenomen van deze kinderprogrammering. Inhoudsanalyse: 426 voedingsreclames zijn bekeken. Vervolgens zijn de voedingswaarden van de geadverteerde producten geanalyseerd. Deel 1: Inhoudsanalyse: Er is een aantal advertenties geanalyseerd die geprogrammeerd zijn rond om de ochtendprogrammering op zaterdag en zondag gedurende 5 weken. Deel 2: Survey: Ouders vullen een survey in over de voedselconsumptie van de kinderen en de vraag naar producten uit de reclame van de kinderen. Van alle televisiereclames gericht op kinderen bestaat 20% uit reclame voor voeding. Aandeel ongezonde voeding groter dan gezonde voeding. Van alle televisiereclames gericht op kinderen bestaat bijna 50% uit reclame voor voeding. Calorierijke, en dus ongezonde, producten domineren. Val alle voedingsreclame gericht op kinderen bestaat 83% uit reclame voor fastfood en snoep. Deel 1: Van alle reclame gericht op kinderen blijkt bijna 50% reclame voor voeding. Meer reclame voor producten met veel vet en suiker, dan voor gezonde producten. Deel 2: Bijna 50% helft van de kinderen vroegen de ouders de geadverteerde producten te kopen.. Ouders zijn in staat de voedselinname te dwarsbomen. Evt. Tekortkoming en Er is geen gebruik gemaakt van spot advertising. Er is alleen gekeken naar de zaterdagprogramm ering. Een groot deel van de reclame voor kinderen kan hiermee overgeslagen zijn. Er is alleen gekeken naar reclame in het weekend. Hiermee wordt een groot deel aan reclame overgeslagen door de weeks. 24

Bachelor scriptie (definitieve versie)

Bachelor scriptie (definitieve versie) Bachelor scriptie (definitieve versie) Voedingsreclames moeten rekening houden met kinderen Een literatuuronderzoek naar de blootstelling van voedingsreclames op televisie op het ongezond eetgedrag van

Nadere informatie

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Thesis De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en de rol van geslacht, leeftijd en gewicht. Naam: Gamze

Nadere informatie

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen BA-thesis Universiteit van Amsterdam Studie: Communicatiewetenschap Media & Reclame Auteur: Nathalie Leenen Studentnummer: 5745845 Docent: S. van Pelt

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag

Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag Dr. L. van Leeuwen & drs. N. van Hasselt Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag Opdrachtgever: Financiering: Auteurs: Ministerie van Volksgezondheid,

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES

VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES DE VOEDINGSWAARDE VAN DE DRANKJES EN SNACKS DIE IN DE MEESTE SECUNDAIRE SCHOLEN WORDEN VERKOCHT, ZIJN IN STRIJD MET DE AANBEVELINGEN VOOR EEN GEZOND EETPATROON.

Nadere informatie

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Opinies van jongeren mbt voeding (Carine Vereecken) Kieskeurig : Dranken en tussendoortjes op school (Olaf Moens & Loes Neven) Opinies van jongeren mbt voeding

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

VOEDSELTRENDS. NVVL, Network For Food Experts. @GfK mei 2015. GfK 2015 NVVL Voedseltrends Mei 2015

VOEDSELTRENDS. NVVL, Network For Food Experts. @GfK mei 2015. GfK 2015 NVVL Voedseltrends Mei 2015 VOEDSELTRENDS NVVL, Network For Food Experts @GfK mei 2015 1 Inhoudsopgave 3 5 Management Summary Belangrijkste resultaten Onderzoeksresultaten Voeding algemeen Voedseltrends Gezondheid 23 27 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Onderzoek: (on)gezond eten

Onderzoek: (on)gezond eten Onderzoek: (on)gezond eten Mei 2018 Over dit onderzoek 3Vraagt is onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel en stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. De uitslagen

Nadere informatie

Online reclame versus traditionele reclame

Online reclame versus traditionele reclame Student: Jamie Kaandorp Studentnummer: 5909317 Kader: BA Thesis Opleiding: Communicatiewetenschap Begeleider: S.M. Zwier Datum: 25 januari 2010 Online reclame versus traditionele reclame Literatuurstudie

Nadere informatie

Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1

Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1 Energiebehoefte bij jongeren per dag 5 Jongens Meisjes Facts Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1 Overgewicht ontstaat

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg

Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 1 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg Paper gepubliceerd in jubileumnummer

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Alcoholmarketing in Europa en Nederland

Alcoholmarketing in Europa en Nederland Alcoholmarketing in Europa en Nederland Presentatie van onderzoek naar de effecten van alcoholreclame op het drinkgedrag van Europese jongeren en met name in de Nederlandse situatie. Dominique Lenssen,

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

Charter Gezonde Voeding 0-4 jaar

Charter Gezonde Voeding 0-4 jaar Charter Gezonde Voeding 0-4 jaar Inleiding Dit charter is opgesteld door de volgende leden: NVK TNO VNFKD Voedingscentrum RIVM MVO de ketenorganisatie voor oliën en vetten NZO GroentenFruit Huis NVD Universiteit

Nadere informatie

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Natascha Notten Wetenschappelijk Congres Mediawijsheid - 24 januari 2018 Email: n.notten@ru.nl https://www.youtube.com/watch?v=rbb5roa1nvq

Nadere informatie

Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen

Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen III World Congress of Public Health Nutrition Las Palmas de Grand Canarias 9-12 november 2014 Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen Een Europees onderzoek toont aan dat adolescente

Nadere informatie

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie dr. Eva van Reijmersdal dr. Esther Rozendaal Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Regulatie Regulatie Verbod Transparantie Regulatie: verbod

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in LINDA AMMERLAAN KINDERVOEDINGSCOACH Inleiding Wie ben ik? Als moeder van 2 kinderen weet ik hoe lastig het is om in deze tijd je kinderen gezond te laten opgroeien.

Nadere informatie

Patricia Douma

Patricia Douma Patricia Douma 0167347 uva De invloed van advergames op het eetgedrag van kinderen Begeleider: Mevr. Dr. d. anschutz 2011 De Invloed van Advergames op het Eetgedrag van Kinderen Een experimentele studie

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Het effect van blootstelling aan alcoholreclames op het drinkgedrag van adolescenten

Het effect van blootstelling aan alcoholreclames op het drinkgedrag van adolescenten Het effect van blootstelling aan op het drinkgedrag van adolescenten Bachelorafstudeerseminar: Media en Reclame Begeleidende docenten: Charlotte Blom & Corine Meppelink Auteur: Stephan van der Niet studentnummer:

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Merkfiguurtje als rolmodel voor gezond eten

Merkfiguurtje als rolmodel voor gezond eten FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Merkfiguurtje als rolmodel voor gezond eten Een quasi-experimenteel onderzoek onder kinderen naar de invloed van merkfiguurtjes op attitude ten opzichte

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Lokale integrale aanpak overgewicht. Jaap Seidell Universiteitshoogleraar VU

Lokale integrale aanpak overgewicht. Jaap Seidell Universiteitshoogleraar VU Lokale integrale aanpak overgewicht Jaap Seidell Universiteitshoogleraar VU Huang TT et al, CDC, 2009 Food marketing to children: the evidence kindermarketing Sarphati Instituut Samuel Sarphati 1813-1866

Nadere informatie

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding 1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding Op de pabo opleiding leren de studenten hoe ze kinderen de vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben om een succesvolle en evenwichtige volwassene te worden. In

Nadere informatie

De conclusies eerst. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei?

De conclusies eerst. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei? Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei? EMGO Institute EMGO Institute Johannes Brug, KLV, April 2011 De conclusies eerst Gezond of duurzaam is geen keuze Mensen zijn, in cold state,

Nadere informatie

POWER TO THE KIDS De rol van kinderen in het aankoopproces

POWER TO THE KIDS De rol van kinderen in het aankoopproces POWER TO THE KIDS De rol van kinderen in het aankoopproces INLEIDING KINDEREN ALS VOORLOPERS VAN NIEUWE ONTWIKKELINGEN Kids tussen de 3 en 12 jaar nemen continu nieuwe informatie op en zijn op steeds jongere

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Er zijn twee thema s voor een ouderbijeenkomst: 1 Vette verleiders 2 Kinderen: gezond gewicht en gezonde leefstijl

Er zijn twee thema s voor een ouderbijeenkomst: 1 Vette verleiders 2 Kinderen: gezond gewicht en gezonde leefstijl De jeugd heeft de toekomst, maar dan wel graag een gezonde toekomst. Dat is best lastig in een wereld waarin steeds meer verleiders op de loer liggen om (onverantwoord) te consumeren en minder te bewegen.

Nadere informatie

Vroege ontwikkeling voorkeuren en later overgewicht. Kees de Graaf Wageningen Universiteit, Humane Voeding

Vroege ontwikkeling voorkeuren en later overgewicht. Kees de Graaf Wageningen Universiteit, Humane Voeding Vroege ontwikkeling voorkeuren en later overgewicht Kees de Graaf Wageningen Universiteit, Humane Voeding Vroege voorkeuren, later overgewicht 1. Overgewicht en tracking overgewicht 2. Voorkeuren kinderen

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Conceptbevindingen 16 december 2015 Inhoud sheets 1. Doel van de bijeenkomst 2. Onderzoeksvragen 3. Verdeling van geïnterviewde scholen 4. Beelden op basis van

Nadere informatie

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon CONSUMENTENPLATFORM Ons voedsel over 10 OPINIEONDERZOEK In september 2003 heeft het onderzoeksbureau Survey@ te Zoetermeer onder 600 Nederlanders een representatieve steekproef gehouden. De vragen in het

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar Gezond gewicht: BOFT Gezonde eet- en beweegadviezen voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar Van gezond eten blijf je fit en van bewegen word je vrolijk Kinderen moeten goed eten om te groeien, leren,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319)

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319) Samenvatting Om een indruk te krijgen van de prestaties van Talpa is de respondenten gevraagd aan te geven naar welke zenders zij wel eens kijken. Van alle zenders die men kijkt is vervolgens vastgesteld

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Publications. Publications

Publications. Publications Publications Publications Publications De Bildt, A., Mulder, E.J., Scheers, T., Minderaa, R.B., Tobi, H. (2006) PDD, behavior problems and psychotropic drug use in children and adolescents with MR, Pediatrics

Nadere informatie

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Fania Dassen PhD-studente Maastricht University Introductie Heeft u liever 50 vandaag, of morgen 50? Heeft

Nadere informatie

Algemene inleiding Reclame is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bekende producenten brengen hun producten en diensten onder de aandacht van het grote publiek via verschillende

Nadere informatie

Opdracht Communicatie:

Opdracht Communicatie: Opdracht Communicatie: van: Amy de Wilde Bianca Wassenaar Vivianne Borger Ayla Teunissen Iedries Kartopawiro klas: COM1E De reclames die wij hebben geanalyseerd: - Histor verf: Consumer insight: Ik wil

Nadere informatie

TEMPO 2 studie - Proefpersoneninformatie Maart Proefpersoneninformatie voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek.

TEMPO 2 studie - Proefpersoneninformatie Maart Proefpersoneninformatie voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek. studie - Proefpersoneninformatie Maart 2017 Proefpersoneninformatie voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek studie Welke smaak, textuur en emoties beleeft u tijdens het eten van verschillende yoghurts?

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

ALGEMENE INTRODUCTIE ONDERZOEKSRESULTATEN

ALGEMENE INTRODUCTIE ONDERZOEKSRESULTATEN SAMENVATTING ALGEMENE INTRODUCTIE In dit proefschrift wordt de haalbaarheid en effectiviteit van omgevingsinterventies gericht op portiegrootte onderzocht. Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van landbouwtechnologische,

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid. In samenwerking met NORM Research & Consultancy

Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid. In samenwerking met NORM Research & Consultancy Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid Resultaten van een studie naar de effecten op consumentengedrag In samenwerking met NORM Research & Consultancy Achtergrond Wanneer we denken aan gezondheid worden

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom. Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland

Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom. Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland www.downsyndroom.nl/reviewinclusive Aantal kinderen met Downsyndroom (4-13 jaar) dat in Nederland naar

Nadere informatie

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s door B. van der Goot, R.A. van der Pol en V.M. Vladár Rivero Samenvatting In mei 1990 vond een onderzoek plaats naar de

Nadere informatie

Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne

Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne Agenda 1. Wat weten we al? 2. Doelstelling onderzoek 3. Opzet onderzoek 4. Resultaten 5. Advies Pre-rolls krijgen meer aandacht, worden beter onthouden

Nadere informatie

Social media in het mbo Cyril Minnema Studie Professioneel Meesterschap CNA September 2012

Social media in het mbo Cyril Minnema Studie Professioneel Meesterschap CNA September 2012 Social media in het mbo Cyril Minnema Studie Professioneel Meesterschap CNA September 2012 Vraagstelling Kunnen social media in het lesprogramma van de niveau-4 opleiding junior account manager op het

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Theoretische berekening van gewichtsverlies met Modifast Intensive.

Theoretische berekening van gewichtsverlies met Modifast Intensive. MODIFAST: Hoeveel kunt u afvallen? Theoretische berekening van gewichtsverlies met Modifast Intensive. Dagelijks heeft een volwassene - afhankelijk van de lichaamsbeweging en het geslacht - ongeveer 2.000

Nadere informatie

1 INFORMATIEBROCHURE

1 INFORMATIEBROCHURE INFORMATIEBROCHURE 1 2 Contactinformatie onderzoekers Contactpersoon: Swetlana Gutjar Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-481265 E-mail: nemostudie@wur.nl Bezoekadres: Agrotechnion,

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Betekenis manipuleren via framing

Betekenis manipuleren via framing Wegwijzer: Betekenis manipuleren via framing Maakt het een verschil als je zegt: Dit glas is halfvol of Dit glas is halfleeg? Strikt genomen zeg je hetzelfde, maar reageren mensen ook hetzelfde op beide

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff Voeding in 2020 Gezond en duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff 1 Inleiding 2 Resultaten 3 Samenvatting 1 Inleiding Achtergrond en opzet onderzoek Aanleiding: het Voedingscentrum

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Lori J. Stark, PhD, ABPP Hoogleraar Pediatrie University of Cincinnati College of Medicine

Lori J. Stark, PhD, ABPP Hoogleraar Pediatrie University of Cincinnati College of Medicine Gedragsaspecten van voeding bij kinderen met taaislijmziekte Lori J. Stark, PhD, ABPP Hoogleraar Pediatrie University of Cincinnati College of Medicine Bestuurder Afdeling Gedragswetenschap & klinische

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten

De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten Bachelorthese Anouk Nederstigt Anouk Nederstigt Universiteit van Amsterdam Student nummer: 10002185 Begeleider:

Nadere informatie

Gezonde verleiding. Voeding en gezondheid Rapportage consumentenonderzoek. Oktober 2013

Gezonde verleiding. Voeding en gezondheid Rapportage consumentenonderzoek. Oktober 2013 Gezonde verleiding Voeding en gezondheid Rapportage consumentenonderzoek Oktober 01 1 Aanleiding De Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie

Nadere informatie

SuperFIT: een gecombineerde peuterspeelzaal en familie interventie. De ontwikkeling, implementatie en eerste effecten in Sittard-Geleen.

SuperFIT: een gecombineerde peuterspeelzaal en familie interventie. De ontwikkeling, implementatie en eerste effecten in Sittard-Geleen. SuperFIT: een gecombineerde peuterspeelzaal en familie interventie. De ontwikkeling, implementatie en eerste effecten in Sittard-Geleen. Ilona van de Kolk 14 maart 2019 i.vandekolk@maastrichtuniversity.nl

Nadere informatie