De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten"

Transcriptie

1 De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas Bij Kinderen en Adolescenten Bachelorthese Anouk Nederstigt Anouk Nederstigt Universiteit van Amsterdam Student nummer: Begeleider: Leentje Vervoort

2 Inhoud Abstract 3 De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas bij Kinderen en Adolescenten 4 De Invloed van Smaak, Geur en het Zien van Voedsel op de Ontwikkeling van Obesitas 5 De Invloed van Reclame op de Ontwikkeling van Obesitas 7 De Invloed van de Sociale Omgeving op de Ontwikkeling van Obesitas 9 Conclusies en Discussie 12 Literatuurlijst 15 2

3 Abstract Obesitas komt steeds vaker voor bij kinderen en adolescenten die in een obesogene omgeving leven, waar veel aantrekkelijk voedsel beschikbaar is. Mensen met overgewicht eten doorgaans meer dan mensen zonder overgewicht als zij worden blootgesteld aan externe voedselcues. Externe voedselcues zijn stimuli die het eetgedrag van mensen doen veranderen. In dit literatuuroverzicht is de invloed van drie soorten externe voedselcues op de ontwikkeling van obesitas bij kinderen en adolescenten onderzocht. Het zien, ruiken en proeven van eten zorgt doorgaans voor hogere voedselinname. Voedselreclames op televisie en merknamen van voedsel kunnen ook zorgen voor hogere consumptie. Tot slot kunnen omgevingsfactoren zoals aanwezigheid van anderen tijdens het eten zorgen voor verminderde voedselinname. Al deze externe voedselcues kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van obesitas. 3

4 De Invloed van Externe Voedselcues op de Ontwikkeling van Obesitas bij Kinderen & Adolescenten De afgelopen 30 jaar is het aantal mensen met overgewicht toegenomen, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Van de kinderen en jongeren tussen 4 en 20 jaar had in 2009/2011 bijna 11 procent matig overgewicht, vergeleken met ongeveer 7 procent in de jaren tachtig. Het aandeel kinderen met ernstig overgewicht ligt nu op ongeveer 2,5 procent. Ernstig overgewicht onder volwassenen is sterk toegenomen van ruim 5 procent in de jaren tachtig tot bijna 12 procent in 2009/2011. Ook het matige overgewicht onder volwassenen nam toe van 28 naar 36 procent (De Groot & Bruggink, 2012). Overgewicht in matige en/of ernstige vorm kan uiteindelijk leiden tot de ontwikkeling van obesitas. Obesitas is een somatische aandoening, gekenmerkt door een abnormale of buitensporige opeenhoping van vet dat de gezondheid kan beïnvloeden (World Health Organization [WHO], 2013). De alsmaar groeiende prevalentie van overgewicht en obesitas is een zorgwekkend verschijnsel. Kinderen met overgewicht lopen een groter risico om later obesitas te krijgen, vergeleken met kinderen met een normaal gewicht (Dietz, 1995, aangehaald in Jansen et al., 2003). Hiermee kan gesteld worden dat obesitas bij volwassenen zijn oorsprong kan hebben in de kindertijd. Het hebben van overgewicht brengt tegelijkertijd negatieve consequenties met zich mee. Zo bestaat er een verhoogd risico op andere chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, type II diabetes en hypertensie (Keller et al., 2012). Kinderen met ernstig overgewicht zijn dus kwetsbaar voor het ontwikkelen van diverse gezondheidsproblemen. De rol van de omgeving maakt het lastig om de toename in obesitas terug te dringen. De omgeving van kinderen wordt tegenwoordig namelijk overspoeld door alles wat met voedsel heeft te maken. In deze obesogene omgeving is er veel aantrekkelijk en energierijk voedsel beschikbaar waar kinderen relatief gezien weinig fysieke moeite voor hoeven te doen (Keller et al., 2012). Zo zijn de snackbar om de hoek en de snoepautomaten op school voor kinderen dagelijkse kost. Een kwetsbaarheidfactor voor het ontwikkelen van overgewicht en mogelijk obesitas is external eating. Extern eten verwijst naar een verhoogde neiging om te eten als reactie op externe cues zoals het zien of het ruiken van voedsel (Hou et al., 2011). Externe eters zijn vaak mensen met overgewicht die hun voedselinname niet weten te reguleren in tegenstelling tot mensen met een normaal gewicht die dat wel kunnen. Een externe eter zal bij het passeren van een snackbar de geur van aantrekkelijk voedsel ruiken waardoor hij naar binnen gaat en een snack koopt, ook al heeft hij vlak daarvoor nog gegeten. In dit voorbeeld dient de geur als de externe voedselcue. De external eating theory van Stanley Schachter stelt dan ook dat mensen met overgewicht meer worden beïnvloed door externe voedselcues dan mensen zonder overgewicht (Schachter, 1971, aangehaald in Halford, Gillespie, Brown, Pontin, & Dovey, 2004). Schachter deed uitgebreid onderzoek naar 4

5 externe voedselcues zoals de tijd waarop mensen eten. Hierbij werd de klok vooruit of achteruit gezet. Mensen met overgewicht aten meer wanneer zij dachten dat het later was dan de tijd waarop ze normaal gesproken aten, dan wanneer zij dachten dat het eerder was dan de tijd waarop ze normaal gesproken aten. Etenstijd vormt hierbij een externe cue die meer invloed heeft op het eetgedrag van te zware mensen dan op het eetgedrag van gezonde mensen.. Ook al verloopt het terugdringen van de ontwikkeling van obesitas moeizaam, blijft het noodzakelijk om hier zoveel mogelijk aandacht aan te besteden. Overgewicht bij kinderen en adolescenten kan niet alleen leiden tot obesitas, maar ook tot verminderde fysieke beweging, isolatie van de buitenwereld, comorbide ziekten en in het ergste geval vroegtijdig overlijden. De obesogene omgeving waarin de jeugd tegenwoordig opgroeit, speelt een grote rol in het ontwikkelen van deze problemen. Door middel van geur, smaak en presentatie wordt voedsel zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. Ook wordt de media ingeschakeld om dit aantrekkelijke voedsel onder de aandacht te brengen. Deze strategieën kunnen bij kinderen en adolescenten leiden tot grotere aankoop van consumpties waarbij het risico op overeten niet ondenkbaar is. In dit literatuuroverzicht worden er drie onderwerpen nader belicht in het kader van de ontwikkeling van obesitas. De centrale vraagstelling betreft de invloed van externe voedselcues op de ontwikkeling van obesitas bij kinderen en adolescenten. De eerste paragraaf beschrijft de invloed van smaak, geur en het zien van eten op eetgedrag. De tweede paragraaf gaat over het effect van reclames op eetgedrag. De derde paragraaf beschrijft de invloed van verschillende omgevingsfactoren op eetgedrag. De onderzochte doelgroepen bestaan uit kinderen tussen 4 en 12 jaar en adolescenten tussen 15 en 17 jaar, die ofwel overgewicht en/of obesitas hebben, of gezond zijn, d.w.z. een normaal gewicht. De Invloed van Smaak, Geur en het Zien van Voedsel op de Ontwikkeling van Obesitas Volgens de external eating theory worden mensen met overgewicht in hun eetgedrag meer beïnvloed door externe voedselcues dan mensen met een normaal gewicht. Kinderen met overgewicht hebben de neiging om te gaan overeten na blootstelling aan externe voedselcues (Jansen et al., 2003). Wanneer kinderen tussen 8 en 12 jaar mogen proeven van of ruiken aan voedsel, eten kinderen met overgewicht hier vervolgens meer van dan kinderen zonder overgewicht. De onderzoekers verklaren dit aan de hand van de leertheorie waarin associaties worden geleerd tussen de geur en de smaak van aantrekkelijk voedsel aan de ene kant, en voedselinname aan de andere kant. Kinderen met overgewicht zien aantrekkelijke voedselcues als een stimulans om meer te consumeren. Zij zijn niet in staat om hun voedselinname te reguleren, in tegenstelling tot kinderen zonder overgewicht. Kinderen zonder overgewicht lijken minder de neiging te hebben om verder te 5

6 eten nadat zij aan voedsel hebben geroken en geproefd. Er is dus een duidelijk verschil in de regulatie van voedselinname tussen kinderen met en zonder overgewicht. Kinderen met overgewicht lopen een groot risico om obesitas te ontwikkelen als zij niet leren om hun impulsen te reguleren wanneer zij in aanraking komen met voedsel. Na blootstelling aan externe voedselcues verandert niet alleen het eetgedrag van kinderen met overgewicht, maar vaak ook het expressieve gedrag. Bepaalde bewegingen rond de mond en in het gezicht tonen dergelijk gedrag. Kinderen met overgewicht tussen 6 en 11 jaar zuigen meer aan hun lippen dan kinderen zonder overgewicht nadat zij mogen ruiken aan en kijken naar aantrekkelijk voedsel (Soussignan, Schaal, Boulanger, Gaillet, & Jiang, 2012). Het aantrekkelijke voedsel in dit experiment bestond uit energierijke consumpties zoals pizza en chocolade. Het zuigen aan de lippen bij kinderen met overgewicht kan volgens de onderzoekers verklaard worden doordat zij een hogere liking ten aanzien van aantrekkelijk voedsel vertonen. Zij willen het voedsel nog meer in vergelijking met kinderen zonder overgewicht. Met dit onderzoek wordt bevestigd dat kinderen met overgewicht gevoeliger zijn voor voedselcues dan kinderen zonder overgewicht. Hoe graag ze dit voedsel willen hebben kan letterlijk van hun gezicht worden afgelezen. Gedrag kan zich uiten in gezichtsexpressies, maar komt tot stand in het brein, wat gemeten kan worden in een fmri scan. Wanneer de breinactiviteit van 15-jarige adolescenten wordt onderzocht, blijken adolescenten met obesitas voedsel als meer belonend te ervaren dan adolescenten zonder obesitas. Tevens willen adolescenten met obesitas meer voedsel tot zich nemen dan adolescenten zonder obesitas of met een normaal gewicht (Stice, Spoor, Bohon, Veldhuizen, & Small, 2008). In dit onderzoek werden adolescenten onderverdeeld over twee condities. In de voedselconditie werd het voedsel, bestaande uit een milkshake of een smakeloze solutie, daadwerkelijk verkregen. In de verwachtingsconditie werd de verwachting gewekt dat het voedsel zou verschijnen. Adolescenten met obesitas toonden een grotere activatie in de anterior en mid insula en in de somatosensorische regio s in zowel de verwachtingsconditie als de voedselconditie. Deze hersengebieden bepalen onder andere in hoeverre het voedsel lekker of aantrekkelijk wordt gevonden. Niet alleen kinderen met overgewicht tonen een hogere liking ten aanzien van aantrekkelijk voedsel (Soussignan et al., 2012) maar adolescenten met obesitas blijkbaar ook (Stice et al., 2008). Zij verwachten meer beloningen na blootstelling aan externe voedselcues en ervaren groter plezier wanneer ze eten. Hiermee lopen ze echter wel risico tot overeten en blijven ze toenemen in hun gewicht. Concluderend kan gesteld worden dat het eetgedrag van kinderen en adolescenten kan veranderen na de blootstelling aan geur, smaak en het zien van aantrekkelijk voedsel. Kinderen met overgewicht gaan meer eten na confrontatie met deze externe voedselcues dan kinderen zonder overgewicht. Kinderen met overgewicht zijn dan ook niet goed in staat om hun voedselinname te 6

7 reguleren. Ook al hebben zij al iets kleins gegeten, zorgen aantrekkelijke voedselcues er toch voor dat ze nog meer gaan eten. Kinderen zonder overgewicht zitten wellicht sneller vol waardoor ze geen behoefte hebben om verder te eten bij het zien van aantrekkelijke voedselcues. Kinderen zonder overgewicht lopen hierdoor minder snel het risico om obesitas te ontwikkelen dan kinderen met overgewicht. Verder vormt voedsel een beloning voor kinderen en adolescenten met overgewicht en obesitas. Zij vertonen een hogere liking voor aantrekkelijk voedsel waardoor ze nog meer gaan eten dan jongeren zonder overgewicht. Een gevaarlijk gevolg hiervan is extra gewichtstoename en mogelijke andere chronische ziekten. De beschikbaarheid van aantrekkelijk voedsel kan dus een negatieve uitwerking hebben op de gezondheid van de jeugd. De Invloed van Reclame op de Ontwikkeling van Obesitas Voedselproducenten zijn vaak uit op het behalen van winst. Dit bereiken ze door hun producten aan te bieden via aantrekkelijke reclames. Reclames zorgen voor herkenning en dit leidt weer tot een hogere aankoop van de producten. Het is al bekend dat vier tot zes jaar oude kinderen zeer beïnvloed kunnen raken door voedseladvertenties (Fisher, Schwartz, Richards, Goldstein, & Rojas, 1991, aangehaald in Keller et al., 2012). De kinderen van tegenwoordig kijken veel televisie, surfen op het internet en zien reclameborden in hun winkelcentrum. Reclame speelt daarom een belangrijke rol bij het vormen van eetgewoonten bij kinderen en de mogelijke ontwikkeling van obesitas. Food branding is een vorm van reclame, vaak gericht op kinderen, bedoeld om een emotionele hechting met een productnaam of logo te vormen (Connor, 2006, aangehaald in Keller et al., 2012). De external eating theory stelt dat kinderen met overgewicht gevoeliger zijn voor externe voedselcues dan kinderen zonder overgewicht. Kinderen met overgewicht blijken dan ook vatbaarder te zijn voor food branding dan kinderen zonder overgewicht (Keller et al., 2012). In dit onderzoek kregen kinderen met en zonder overgewicht tussen 4 en 6 jaar allen vier maaltijden waaruit ze mochten kiezen. Twee van de maaltijden waren twee merkloos en werden geserveerd in kale, witte plastic bakjes. De andere twee maaltijden werden geserveerd in originele merkverpakking. In beide soort verpakkingen zaten dezelfde consumpties van een doorgaans bekend merk, waar de kinderen onbeperkt van mochten eten. Kinderen met overgewicht aten meer van het voedsel in een merkverpakking, dan van het merkloze voedsel, vergeleken met kinderen zonder overgewicht. Food branding heeft dus meer invloed op kinderen met overgewicht dan op kinderen zonder overgewicht. Voedsel met een merk leidt tot een verhoogde voedselinname bij kinderen met overgewicht. De volgorde waarop de maaltijden worden ontvangen blijkt ook effect te hebben op de voedselinname van kinderen tussen 4 en 6 jaar (Forman, Halford, Summe, MacDougall, & Keller, 2009). Kinderen met overgewicht die het gemerkte voedsel als eerst krijgen, eten meer dan de 7

8 gezonde kinderen die het gemerkte voedsel als eerst krijgen. Kinderen met overgewicht die het gemerkte voedsel als eerst krijgen, eten tevens meer dan zowel kinderen met als zonder overgewicht die het ongemerkte voedsel als eerst krijgen. Reclame blijkt een belangrijke visuele cue te zijn die van invloed is op de voedselinname van kinderen. Voornamelijk kinderen met overgewicht zijn erg gevoelig voor de effecten van food branding, wat weer bij kan dragen aan de ontwikkeling van obesitas. Reclame maken bestaat niet alleen uit het toevoegen van merknamen aan voedsel. Er wordt ook voor etenswaren geadverteerd op televisie. Het doel van televisiereclames is het verhogen van de naamsbekendheid van voedsel. Kinderen en adolescenten die veel televisie kijken, eten doorgaans meer ongezond voedsel en minder gezond voedsel (Woodward, Cummings, Ball, Williams, Hornsby, & Boon, 1997, aangehaald in Halford et al., 2007). Als kinderen gevoelig zijn voor bekende merken op voedselverpakkingen, zijn ze misschien ook vatbaar voor de voedselreclames op televisie. Kinderen tussen 9 en 11 jaar met overgewicht en obesitas eten inderdaad meer na het zien van reclames op de televisie dan kinderen zonder overgewicht (Halford et al.,2007). De kinderen in dit experiment kregen een voedselreclame of een speelgoedreclame te zien, beide gevolgd door een tekenfilmpje. Tijdens het kijken van het tekenfilmpje mochten de kinderen onbeperkt eten van vijf soorten voedsel waarvan ze alles mochten kiezen: vetarme zoutjes (snack-a-jacks), vetarme snoepjes (jelly), vetrijke snoepjes (chocolade), vetrijke zoutjes (chips) en fruit. De voedselreclames zorgden voor toegenomen voedselinname bij alle kinderen vergeleken met de speelgoedreclames. Deze toename was het grootst bij de kinderen met obesitas, gevolgd door de kinderen met overgewicht. Zowel de kinderen met obesitas als de kinderen met overgewicht aten meer voedsel dan de gezonde kinderen na het zien van zowel de voedselreclames als de speelgoedreclames. Deze bevinding was eerder al gevonden door Halford, Gillespie, Brown, Pontin en Dovey (2004). Kinderen met en zonder overgewicht tussen 9 en 11 jaar kregen drie verschillende filmpjes te zien: een tekenfilm, een verzameling voedselreclames en een verzameling reclames niet gerelateerd aan voedsel. Hierna moesten ze de bekeken filmpjes uit meerdere filmpjes proberen te herkennen. Tegelijkertijd met de herkenningstaak mochten ze naar eigen behoefte kiezen uit verschillende soorten voedsel, de eerste vier soorten die ook in de studie van Halford et al. (2007) werden aangeboden. De kinderen met overgewicht en obesitas herkenden meer voedselreclames dan de kinderen zonder overgewicht. Een mogelijke redenering hiervoor zou kunnen zijn dat te zware kinderen vaker televisie kijken, waardoor de herkenning hoger is dan bij hun gezonde leeftijdsgenoten. Bovenden aten de kinderen met overgewicht en obesitas meer voedsel dan de kinderen zonder overgewicht, na het zien van zowel voedselreclames als non-voedsel reclames. Ook hier blijkt reclame een stimulerend effect te hebben op consumptie bij te zware kinderen. Tot slot heeft voorgaande onderzoeksgroep (Halford et al., 2004) zichzelf de vraag gesteld 8

9 wat het effect van voedselreclames is op jongere kinderen. Hetzelfde design werd gebruikt, maar de leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 5 en 7 jaar. Uit dit onderzoek bleek het al dan niet hebben van overgewicht geen effect te hebben op voedselinname (Halford, Boyland, Hughes, Oliveira, & Dovey, 2007). Kinderen zonder overgewicht, kinderen met overgewicht en kinderen met obesitas aten allen meer van het voedsel na het zien van zowel voedselreclames als non-voedsel reclames. Er is echter geen verschil gevonden in de voedselinname tussen de gezonde kinderen en de kinderen met overgewicht en obesitas. Kinderen zonder overgewicht aten evenveel als de te zware kinderen. Wanneer jonge kinderen worden blootgesteld aan televisiereclames, eten ze dus allemaal meer, ongeacht hoe zwaar ze zijn. Er kan geconcludeerd worden dat 9 tot 11- jarige kinderen met overgewicht en obesitas het meest vatbaar zijn voor promotie van voedsel op de televisie waardoor het eten van voedsel wordt gestimuleerd. Kortom, reclame is een belangrijke externe voedselcue die het eetgedrag van kinderen kan beïnvloeden. De beschreven onderzoeken bieden steun voor de external eating theory (Schachter, 1971). Kinderen met overgewicht tussen 4 en 6 jaar zijn gevoeliger voor voedsel wat met een bekend merk wordt geserveerd dan voor merkloos voedsel, vergeleken met kinderen zonder overgewicht. Verder zijn kinderen met overgewicht en obesitas gevoeliger voor (voedsel)reclames op televisie, vergeleken met kinderen zonder overgewicht. Dit geldt echter alleen voor de iets oudere kinderen van 9-11 jaar. Jongere kinderen worden blijkbaar niet beïnvloed door reclames, maar eten over het algemeen wel meer tijdens televisiekijken. Misschien komt dit doordat jonge kinderen zich nog niet bewust zijn van de bedoeling van een reclame. Kijken naar een televisie geeft ze echter wel de stimulans om meer te eten. Het gebruik van andere technologieën zou wellicht ook invloed kunnen hebben op voedselinname. Kleine kinderen komen steeds eerder in aanraking met tablets en computers. Het zou kunnen dat kinderen die bezig worden gehouden door elektronica over het algemeen meer eten. Elektronica vormen dan een afleiding waardoor kinderen niet meer door hebben wat ze allemaal consumeren. Dit zou echter verder onderzocht moeten worden. De Invloed van de Sociale Omgeving op de Ontwikkeling van Obesitas De omgeving van een kind bepaalt voor een groot deel zijn of haar gedrag. Bepaalde omgevingsfactoren kunnen bijdragen aan het eetgedrag van kinderen en adolescenten. De aanwezigheid van anderen kan een dergelijke bepalende factor zijn. Bij het uitvoeren van een relatief simpele taak wordt er vaak beter gepresteerd als er anderen aanwezig zijn: een verschijnsel bekend als sociale facilitatie (Zajonc, 1965). Eten in het bijzijn van anderen zou dan volgens dit principe kunnen zorgen voor hogere voedselinname, immers zien eten doet eten. Wanneer gezonde adolescenten tussen 15 en 16 jaar moeten eten in de aanwezigheid van anderen is er blijkbaar geen sprake van sociale facilitatie, maar juist het tegenovergestelde hiervan: sociale inhibitie (Péneau et 9

10 al., 2009). In dit onderzoek werden adolescenten met een normaal gewicht verdeeld over vier condities: alleen eten, in een groep met bekenden eten, alleen eten terwijl de TV aanstaat, alleen eten terwijl muziek wordt geluisterd. Iedereen mocht kiezen uit een vleesgerecht, een dessert, water, sap en frisdrank. In de groepsconditie werd minder gegeten en gedronken dan in de andere condities. Gezien de sociale facilitatie theorie zou verwacht worden dat de adolescenten meer zouden eten door de aanwezigheid van anderen. Dit effect ging hier echter niet op. Een mogelijke verklaring voor dit onverwachte resultaat zou kunnen zijn dat de deelnemers uit gezonde adolescenten bestonden. In deze studie zijn geen adolescenten met overgewicht en/of obesitas onderzocht. Misschien geldt sociale facilitatie bij eetgedrag wel alleen voor mensen die overgewicht of obesitas hebben. Het zou kunnen dat adolescenten met overgewicht wel worden gestimuleerd om verder te eten, omdat ze zich meer op hun gemak voelen door de aanwezigheid van anderen. Deze verklaring is echter nog niet juist gebleken. In de studie van Mekhmoukh, Chapelot en Bellisle (2012) zijn namelijk wel adolescenten met overgewicht onderzocht, alleen werd hier ook geen sociaal facilitatie effect gevonden. Hiervoor is hetzelfde onderzoeksdesign gebruikt als bij Péneau et al. 2009, maar dan voor 15 tot 17-jarigen. De adolescenten met overgewicht aten meer van het vlees en het dessert terwijl ze televisie keken dan wanneer ze in een groep aten of muziek luisterden. De adolescenten zonder overgewicht aten meer van het vlees en het dessert terwijl ze muziek luisterden dan wanneer ze alleen aten of in een groep aten. Er is geen verschil in voedselinname gevonden tussen het alleen eten en in een groep eten. Uit dit onderzoek kan dus geen sociale facilitatie worden vastgesteld, maar ook geen sociale inhibitie door de aanwezigheid van anderen. Wel blijkt dat bij adolescenten met overgewicht de aanwezigheid van een televisie een belangrijke omgevingsfactor vormt die kan zorgen voor verhoogde voedselinname. Dit sluit aan bij de vorige paragraaf waaruit blijkt dat reclames op televisie tevens zorgen voor meer consumptie (Halford et al., 2004; Halford et al., 2007). Een andere manier waarop de omgeving een rol kan spelen bij voedselinname, is de interactie tussen leeftijdsgenoten. Deze invloed is onderzocht bij kinderen met en zonder overgewicht tussen 10 en 12 jaar (Salvy, Kieffer, & Epstein, 2008). De voedselinname van de kinderen werd gemeten wanneer ze alleen waren en wanneer ze samen met een onbekende leeftijdsgenoot waren. De kinderen mochten een keuze maken tussen energierijke ongezonde snacks (chips en chocoladekoekjes) of voedingsrijke gezonde snacks (wortels en druiven). Kinderen met overgewicht aten meer wanneer ze alleen waren dan wanneer er een leeftijdsgenoot aanwezig was. Zij aten bovendien meer wanneer ze alleen waren vergeleken met de kinderen zonder overgewicht wanneer zij alleen waren. De voedselinname van de kinderen zonder overgewicht werd niet beïnvloed door de sociale context. Als kinderen met overgewicht tussen 10 en 12 jaar in tweetallen zijn, blijkt er dus ook geen sociale facilitatie te ontstaan, maar juist een sociale inhibitie. 10

11 Tot slot zijn er nog de ouders die invloed kunnen hebben op het eetgedrag van kinderen. Laessle, Uhl en Lindel (2001) onderzochten deze invloed bij kinderen tussen 8 en 12 jaar met en zonder overgewicht. De kinderen mochten verschillende soorten yoghurts proeven in het laboratorium, waarbij hun moeder ofwel aanwezig of afwezig was. Voedselinname werd gemeten met een speciaal instrument dat aan een computer was aangesloten (Universal Eating Monitor: Kissileff, Klingsberg, & Van Italie, 1980, aangehaald in Laessle et al., 2001). Wanneer de moeder aanwezig was, aten de kinderen met overgewicht sneller en met grotere happen en toonden ze een versnelling naarmate de maaltijd vorderde. Volgens de onderzoekers komt dit wellicht doordat moeders hun kinderen aanmoedigen om door te eten en hun bord leeg te eten. Het zou ook zo kunnen zijn dat de moeders van deze te zware kinderen zelf ook al gewichtsproblemen hebben. Hierdoor kunnen de moeders gewend zijn om veel te eten, wat ze bewust of onbewust weer doorgeven aan hun kinderen. Of dit zo is, is tot nu toe nog niet bekend. Hier zou vervolgonderzoek zich mee bezig kunnen houden. Voor nu blijken ouders een externe cue te vormen die het eetgedrag van kinderen met overgewicht kunnen beïnvloeden. Samenvattend kan gesteld worden dat de sociale omgeving toch niet zoveel invloed heeft op het eetgedrag van kinderen als aanvankelijk werd gedacht. Voor zowel gezonde adolescenten als adolescenten met overgewicht blijkt er geen sociale facilitatie te ontstaan als er gegeten wordt in een groep. Adolescenten eten juist minder in groepsverband, terwijl volgens de sociale facilitatie theorie verwacht zou worden dat er in dit verband juist meer wordt gegeten. Ook bij kinderen blijkt er geen sociale facilitatie op te treden als er gegeten wordt in de aanwezigheid van anderen. Kinderen met overgewicht eten meer wanneer zij alleen zijn dan wanneer ze samen met iemand anders zijn. De aanwezigheid van gezonde leeftijdsgenootjes kan juist zorgen voor verminderde voedselinname bij kinderen met overgewicht. De aanwezigheid van ouders kan daarentegen zorgen voor een verhoogde voedselinname bij kinderen met overgewicht. Moeders blijken hun kinderen aan te sporen om verder te eten, waardoor de consumptie wordt verhoogd. In een ideale wereld zouden kinderen tussen 8 en 12 jaar, waarvan sommigen misschien al risico lopen op overgewicht, eigenlijk samen met gezonde vriendjes moeten eten en niet met hun moeders. Op deze manier wordt de kans op meer overgewicht en eventueel obesitas wellicht zo klein mogelijk gehouden. Deze overweging klinkt misschien wel wat rigide: in Nederland zijn veel kinderen gewend om samen met het gezin te eten. Wat het effect is als ouders hierin opeens weg zouden vallen, zou nader onderzocht moeten worden. Het zou ook een ethische kwestie kunnen opwekken, want hoe verantwoordelijk zou het zijn om kinderen zonder hun ouders te laten eten? Tot nu toe blijkt het effect van de sociale omgeving op het eetgedrag bij kinderen en adolescenten echter nog geen eenduidige richting op te gaan. 11

12 Conclusies en Discussie Externe voedselcues hebben invloed op de ontwikkeling van obesitas doordat kinderen en adolescenten met overgewicht hier gevoeliger voor zijn dan hun gezonde leeftijdsgenoten. In dit literatuuroverzicht zijn er drie soorten externe voedselcues besproken die een rol spelen bij de verandering van eetgedrag. Al deze externe voedselcues kunnen een risicofactor vormen voor het ontwikkelen van obesitas, zowel bij gezonde kinderen als bij kinderen die al overgewicht hebben. Ten eerste vormen acties zoals het zien, ruiken en proeven van eten een belangrijke voedselcue. Kinderen met overgewicht zijn vaak niet in staat om hun voedselinname te reguleren, waardoor zij na blootstelling aan een kleine consumptie de neiging hebben om meer te gaan eten. Tevens ervaren zij voedsel als plezieriger en meer belonend dan kinderen die geen overgewicht hebben. De liking voor aantrekkelijk voedsel is hoger voor zowel adolescenten als kinderen met overgewicht, wat gemeten kan worden door gezichtsexpressies en breinactiviteit. Ten tweede wordt de voedselinname van kinderen beïnvloedt door reclame. Kinderen met overgewicht eten meer van voedsel wat een merk bevat dan merkloos voedsel, vergeleken met kinderen zonder overgewicht. Bovendien eten kinderen met overgewicht meer na het zien van (voedselgerelateerde) reclamespotjes op de televisie dan kinderen zonder overgewicht. Ten derde speelt de omgeving een kleine rol bij het eetgedrag van kinderen en adolescenten. Het effect van sociale facilitatie blijkt niet op te gaan voor kinderen en adolescenten met overgewicht. Er wordt juist gevonden dat kinderen meer gaan eten wanneer zij alleen zijn, dan wanneer zij met iemand anders zijn. Verder eten adolescenten meer wanneer ze alleen zijn of als ze televisie kijken of muziek luisteren, vergeleken met wanneer zij in een groep eten. Al met al lijkt de external eating theorie van Schachter (1971) een logische verklaring te zijn voor het probleem van gewichtstoename bij kinderen. Kinderen blijken gevoelig voor externe factoren die voedselconsumptie stimuleren. Door deze stimuli zullen ze meer gaan consumeren, waardoor hun gewicht alsmaar blijft toenemen. Een gevaarlijk gevolg hiervan kan de ontwikkeling van obesitas zijn. En met de ontwikkeling van obesitas liggen er nog meer risicovolle ziektes in het verschiet. De gezondheid van de jeugd is zeer belangrijk en moet niet op het spel worden gezet voor aantrekkelijk voedsel. Er zijn enkele kritiekpunten te geven op de besproken studies in dit overzicht. Paragraaf drie bevat studies naar de invloed van reclame op eetgedrag. De afgenomen testen hierin zijn echter alleen afgenomen onder kinderen. In dit literatuuroverzicht zijn geen studies opgenomen die onderzoek doen naar de invloed van reclame op het eetgedrag van adolescenten. Paragraaf twee en vier besteden dan wel weer aandacht aan adolescenten. De doelgroep uit de vraagstelling van dit literatuuroverzicht bestaat tevens uit zowel kinderen als adolescenten. Het is jammer dat er nu geen verband kan worden getrokken tussen reclames en het eetgedrag van adolescenten. Er is namelijk 12

13 wel degelijk een verschil aan te wijzen tussen kinderen en adolescenten: niet alleen in leeftijd, maar ook in gedrag, gevoelens en cognities. Er is nu wel bekend dat kinderen met overgewicht beïnvloed kunnen raken door televisiereclames en door merknamen op etenswaren, maar of dit ook zo is voor adolescenten is nog maar de vraag. In het onderzoek van Mekhmoukh et al. (2012) is wel aangetoond dat adolescenten met overgewicht meer eten tijdens televisie kijken. Tijdens het kijken kunnen er ook reclames worden getoond wat weer invloed kan hebben op het eetgedrag. Gezonde adolescenten bleken echter niet te worden beïnvloed door het TV kijken tijdens het eten (Péneau et al., 2009). Vanwege deze wisselende resultaten over de invloed van omgevingsfactoren bij adolescenten en het gebrek aan onderzoek naar de invloed van reclame op eetgedrag bij adolescenten, is het nodig om hier meer onderzoek naar te doen. Vervolgonderzoek zou de testen die oorspronkelijk bij kinderen zijn afgenomen ook kunnen gebruiken voor adolescenten. Op deze manier wordt de kennis over de invloed van reclame op het eetgedrag van de jeugd uitgebreid naar zowel kinderen als adolescenten. Verder kan de vraag worden gesteld in hoeverre het aanbieden van voedsel aan kinderen verantwoord is. In bijna alle studies worden er testmaaltijden aangeboden waarvan sommige redelijk gezond zijn, zoals vleesgerechten (Péneau et al. 2009) of yoghurt (Laessle et al., 2001). Maar andere onderzoekers bieden de kinderen ongezonde snacks (Salvy et al., 2008) en desserts (Péneau et al., 2009) aan. De deelnemers bestaan vaak al voor ongeveer de helft uit kinderen met overgewicht. Is het dan wel verantwoord om deze kinderen, die al te zwaar zijn voor hun leeftijd, dit ongezonde voedsel aan te bieden? Het doel van de studies is uiteraard om uit te zoeken welk effect een bepaalde voedselcue op het eetgedrag heeft, maar ze stimuleren de kinderen eigenlijk om nog meer te eten. Blijkbaar is het aanbieden van aantrekkelijk voedsel de enige manier om voedselinname te kunnen meten. Er zou echter wel gedacht kunnen worden aan de tijd waarbinnen kinderen het voedsel mogen eten. Als kinderen een halfuur de tijd krijgen om zo veel te eten als ze willen, eten ze misschien wel meer dan wanneer ze slechts tien minuten krijgen. Een enkele studie in dit overzicht maakte geen gebruik van een tijdslimiet, waardoor de kinderen voor onbeperkte tijd mochten eten (Halford et al., 2004). Een onderzoek maakte juist wel gebruik van een tijdslimiet van tien minuten waarbinnen de preload opgegeten moest worden (Jansen et al., 2003). Andere studies hadden een ruimere tijdslimiet, bijvoorbeeld dertig minuten (Forman et al.,2009) of ten minste dertig minuten (Mekhmoukh et al., 2012). Vervolgonderzoeken zouden hierin één lijn kunnen trekken door een bepaalde tijdslimiet te stellen waarin gegeten mag worden. Op deze manier wordt het onbeperkte voedselaanbod beperkt tot een bepaalde tijd, en zal dit voor elk onderzoek hetzelfde zijn. Dit zal ook bijdragen aan de verantwoordelijkheidskwestie van het toedienen van eten aan kinderen. Over enkele resultaten uit bepaalde onderzoeken is ook het een en ander op te merken. Zo is er een onverwacht resultaat gevonden in het onderzoek naar 5 tot 7-jarige kinderen (Halford et al., 13

14 2007). Hier blijkt het al dan niet hebben van overgewicht namelijk geen effect te hebben op voedselinname, terwijl dit effect wel werd gevonden bij iets oudere kinderen (Halford et al., 2004; Halford et al., 2007). Dit zou mogelijk te maken kunnen hebben met de power van de studie. In het onderzoek van Halford et al. (2007) zijn er 93 kinderen tussen 5 en 7 jaar zijn onderzocht. Hiervan had het grootste deel een normaal gewicht, namelijk 65 kinderen. Dertien kinderen hadden overgewicht en vijftien kinderen hadden obesitas. Het zou kunnen dat het aandeel kinderen met een normaal gewicht te groot is geweest, en het aantal kinderen met overgewicht juist te klein, waardoor er geen betrouwbare resultaten zijn gevonden. De onderzoekers hebben echter niets gezegd over de power van dit onderzoek, dus dit punt is misschien te verwaarlozen. Mocht het onverwachte resultaat te wijten zijn aan een te kleine power, is het in vervolgonderzoek een idee om de groepen meer gelijk te verdelen. Een dergelijke verdeling zou er als volgt uit kunnen zien: 31 kinderen met een normaal gewicht, 31 kinderen met overgewicht en 31 kinderen met obesitas. Tot nu toe is er helaas nog geen duidelijkheid over de werking van sociale facilitatie bij eetgedrag. Adolescenten met een normaal gewicht blijken tijdens het eten in groepen eerder een sociaal inhibitie effect te tonen dan een sociaal facilitatie effect (Péneau et al., 2009). Deze adolescenten eten minder wanneer zij in een groep zijn dan wanneer zij alleen zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat gezonde adolescenten liever niet teveel eten als er anderen bij zijn. Ze kunnen zich misschien bekeken voelen, of kunnen anderen het idee geven dat ze teveel eten of juist op een onaangename manier eten. Als ze alleen eten hoeven ze zich niet in te houden tegenover anderen en voelen ze zich meer op hun gemak. Bij adolescenten met overgewicht is er echter ook geen sociaal facilitatie effect gevonden wanneer zij in een groep eten (Mekhmoukh, Chapelot, & Bellisle, 2012). Uit deze resultaten blijkt dat het sociale facilitatie effect bij eetgedrag nog geen eenduidig beeld geeft. Er zou meer onderzoek gedaan kunnen worden naar het verschil tussen alleen eten en eten in een groep, en welk effect dit heeft op de hoeveelheid voedsel die wordt ingenomen. Het zou kunnen dat sociale facilitatie tijdens eten alleen ontstaat bij volwassenen, maar deze doelgroep is in dit literatuuroverzicht helaas niet opgenomen waardoor dit niet met zekerheid kan worden vastgesteld. Alles bij elkaar moge duidelijk zijn dat er verschillende externe voedselcues bestaan die een negatieve invloed kunnen hebben op het eetgedrag van kinderen en adolescenten. Voor ouders en opvoeders is het wellicht belangrijk om hun kinderen beter te leren omgaan met mogelijke schadelijke invloeden. Voor de gezondheid van de jeugd is het van belang om zo min mogelijk in aanraking te komen met ongezond voedsel. De prevalentie van overgewicht en obesitas is al flink gestegen in de afgelopen jaren, en dit moet natuurlijk teruggedrongen worden. Want leven met obesitas is letterlijk zwaar. 14

15 Literatuurlijst Forman, J., Halford, J.C.G., Summe, H., MacDougall, M., Keller, K.L. (2009). Food branding influences ad libitum intake differently in children depending on weight status. Results of a pilot study. Appetite, 53, Halford, J.C.G., Boyland, E.J., Hughes, G., Oliveira, L.P., & Dovey, T.M. (2007). Beyond-brand effect of television (TV) food advertisements/commercials on caloric intake and food choice of 5 7- year-old children. Appetite, 49, Halford, J.C.G., Boyland, E.J., Hughes, G.M., Stacey, L., McKean, S., & Dovey, T.M. (2007). Beyondbrand effect of television food advertisements on food choice in children: the effects of weight status. Public Health Nutrition, 11(9), Halford, J.C.G., Gillespie, J., Brown, V., Pontin, E.E., & Dovey, T.M. (2004). Effect of television advertisements for foods on food consumption in children. Appetite, 42, Hou, R., Mogg, K., Bradley, B.P., Moss-Morris, R., Peveler, R., & Roefs, A. (2011). External eating, impulsivity and attentional bias to food cues. Appetite, 56, Jansen, A., Theunissen, N., Slechten, K., Nederkoorn, C., Boon, B., Mulkens, S. et al. (2003). Overweight children overeat after exposure to food cues. Eating Behaviors, 4, Keller, K.L., Kuilema, L.G., Lee, N., Yoon, J., Mascaro, B., Combes, A. et al. (2012). The impact of food branding on children's eating behavior and obesity. Physiology & Behavior, 106, Laessle, R.G., Uhl, H., & Lindel, B, (2001). Parental influences on eating behavior in obese and nonobese preadolescents. International Journal of Eating Disorders, 30(4), Mekhmoukh, A., Chapelot, D., & Bellisle, F. (2012). Influence of environmental factors on meal intake in overweight and normal-weight male adolescents. A laboratory study. Appetite, 59, Péneau, S., Mekhmoukh, A., Chapelot, D., Dalix, A., Airinei, G., Hercberg, S., et al. (2009). Influence of environmental factors on food intake and choice of beverage during meals in teenagers: a laboratory study. British Journal of Nutrition, 102, Salvy, S., Kieffer, E., & Epstein, L.H. (2008). Effects of social context on overweight and normal-weight children's food selection. Eating Behaviors, 9, Schachter, S. (1971). Emotions, obesity and crime. New York: Academic Press. Soussignan, R., Schaal, B., Boulanger, V., Gaillet, M., & Jiang, T. (2012). Orofacial reactivity to the sight and smell of food stimuli. Evidence for anticipatory liking related to food reward cues in overweight children. Appetite, 58, Stice, E., Spoor, S., Bohon, C., Veldhuizen, M.G., & Small, D.M. (2008). Relation of Reward From Food Intake and Anticipated Food Intake to Obesity: A Functional Magnetic Resonance Imaging Study. Journal of Abnormal Psychology, 117(4), World Health Organization [WHO],

16 Zajonc, R.B. (1965). Social facilitation. Science, 149,

17 De Invloed van Food Branding op het Eetgedrag van Vrouwelijke Adolescenten met Anorexia Onderzoeksvoorstel Anouk Nederstigt Anouk Nederstigt Universiteit van Amsterdam Student nummer: Begeleider: Leentje Vervoort 17

18 Abstract Dit onderzoeksvoorstel gaat over de invloed van food branding op het eetgedrag van vrouwelijke adolescenten met anorexia. Food branding is het toevoegen van een logo of merknaam aan voedsel, bedoeld om verkoop hiervan te verhogen. Deze vorm van reclame dient als externe voedselcue: een stimulus van buitenaf. Kinderen met overgewicht eten meer van voedsel geserveerd in een merkverpakking, dan van merkloos voedsel, vergeleken met kinderen zonder overgewicht (Keller et al., 2012). Zullen mensen met ondergewicht dan juist minder van gemerkt voedsel eten? In deze studie worden vrouwelijke adolescenten met anorexia onderzocht. Met dit onderzoek kan inzicht worden verkregen in het eetgedrag van meisjes die gevaar lopen met hun extreme ondergewicht. De Invloed van Food Branding op het Eetgedrag van Vrouwelijke Adolescenten met Anorexia Eten is voor sommige mensen een alledaagse bezigheid, maar voor anderen bijna een straf. Mensen met eetstoornissen associëren eten vaak met iets negatiefs. Een bekende en veel voorkomende eetstoornis onder jonge vrouwen is anorexia. Jaarlijks groeit het aantal mensen met anorexia nervosa met ongeveer 1300 mensen. Het overgrote deel hiervan bestaat uit vrouwen (Trimbos Instituut, 2010). Anorexia nervosa is een eetstoornis waarbij het gewicht alsmaar wordt geëvalueerd en waarbij de patiënt gehele controle over zijn of haar eetgedrag wil. Patiënten met anorexia kenmerken zich doordat zij extreem succesvol zijn in het reguleren van hun voedselinname op een vernietigende manier (Hoek et al., 1995). Dit betekent dat ze het liefst niks meer eten. In hun ideale wereld zijn ze zo mager mogelijk, en zelfs wanneer ze al extreem dun zijn, vinden ze zichzelf nog steeds te dik. Obesitas is een somatische aandoening, gekenmerkt door een abnormale of buitensporige opeenhoping van vet dat de gezondheid kan beïnvloeden (World Health Organization [WHO], 2013). Mensen met obesitas eten juist het liefst de hele dag door en hebben te maken met extreem overgewicht. Een groot verschil tussen anorexia en obesitas is dat mensen met obesitas niet goed in staat zijn om hun voedselinname te reguleren, waar mensen met anorexia hier wel heel goed in zijn. Zowel anorexia- als obesitas patiënten lopen gevaar met hun onder- en overgewicht. Patiënten met obesitas hebben een verhoogd risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, type II diabetes en hypertensie (Keller et al., 2012). Patiënten met anorexia hebben een grotere kans op vroegtijdig overlijden als gevolg van uithongering of suïcide (Herzog et al., 2000). Eetgedrag komt vaak tot stand door in aanraking te komen met aantrekkelijke stimuli. Externe voedselcues zijn stimuli die in de nabije omgeving van de persoon liggen, zoals de geur, de smaak en het zien van voedsel. Mensen met overgewicht worden meer beïnvloed door externe 18

19 voedselcues dan mensen met een normaal gewicht. Dit staat ook wel bekend als de external eating theory (Schachter, 1971, aangehaald in Halford, Gillespie, Brown, Pontin en Dovey, 2004). Deze cues kunnen een reactie teweegbrengen die het eetgedrag zal bepalen: na blootstelling aan de cue zal er meer of minder worden gegeten. Nu is het zo dat mensen met overgewicht meestal een verhoogde voedselinname hebben na blootstelling aan een externe voedselcue (Jansen et al., 2003). Een voorbeeld van een externe cue is reclame. We worden steeds vaker geconfronteerd met reclames voor eten. Op het station, in het reclameblok na je favoriete tv-show, in de kroeg. Vaak zijn er merknamen aan voedsel verbonden, met als doel herkenning bij de consument. Het ultieme doel van de producent is natuurlijk een zo hoog mogelijke omzet. Dit kan worden bereikt door de consument zoveel mogelijk te laten kopen. Het toevoegen van logo s of namen aan voedsel wordt ook wel food branding genoemd (Keller et al., 2012). Gezien de external eating theory zouden mensen met overgewicht gevoeliger moeten zijn voor food branding dan mensen zonder overgewicht. Dit is dan ook aangetoond bij kinderen tussen 4 en 6 jaar. Kinderen met overgewicht aten meer van voedsel met een bekend merk dan voedsel zonder merk, vergeleken met kinderen zonder overgewicht (Keller et al., 2012). Als mensen met overgewicht meer eten na blootstelling aan voedselmerken, zou het kunnen dat mensen met ondergewicht minder eten na blootstelling aan voedselmerken. Anorexia kenmerkt zich immers door zo weinig mogelijk te eten. Externe voedselcues zouden dan juist een omgekeerde invloed hebben op het eetgedrag van mensen met ondergewicht. Onderzoek naar dit onderwerp ontbreekt tot nu toe nog. Dit onderzoeksvoorstel gaat dan ook over de invloed van food branding op het eetgedrag van vrouwelijke adolescenten met anorexia. Er is gekozen voor vrouwelijke adolescenten omdat het merendeel van de mensen met anorexia bestaat uit (jonge) vrouwen (Trimbos Instituut, 2010). Verder is gekozen om adolescenten met de diagnose anorexia te onderzoeken, omdat zij goed bereikbaar zijn voor onderzoek. Patiënten met anorexia verblijven vaak in klinieken of zijn opgenomen in het ziekenhuis, waardoor er al vrij snel een betrouwbare steekproef van deelnemers kan worden getrokken. De hypothese is dat bekende voedselmerken zorgen voor verminderde voedselinname bij adolescenten met anorexia dan voedsel geserveerd in merkloze verpakkingen, vergeleken met adolescenten met een normaal gewicht. De deelnemers in dit onderzoek bestaan uit 40 meisjes tussen 15 en 18 jaar, waarvan er 20 anorexia hebben en 20 een normaal gewicht. De meisjes met anorexia worden geworven via verschillende klinieken en ziekenhuizen, en de meisjes met een normaal gewicht worden verworven via advertenties op verschillende universiteiten en hogescholen in Nederland. Het experiment is afgeleid van het experiment wat Keller et al. (2012) uitvoerden bij kinderen. Alle deelnemers krijgen een merkloze maaltijd (geserveerd in een kaal, wit, plastic bakje) 19

20 en een gemerkte maaltijd (geserveerd in originele merkverpakking). Beide verpakkingen bevatten dezelfde soort etenswaren van een doorgaans bekend merk. De deelnemers mogen één van de twee maaltijden kiezen om van te proeven. Er wordt gezegd dat ze slechts hoeven te proeven en dat ze ook alleen mogen ruiken. Dit is omdat sommige anorexia patiënten misschien echt niet willen proeven. Met het ruiken aan eten kan ook een verschil in voorkeur voor de soort verpakking worden aangetoond. Vervolgens wordt per deelnemer en per conditie geregistreerd van welke verpakkingen het meest wordt geproefd en/of geroken. De statistische analyses zijn afgeleid van de analyses uit een experiment van Forman, Halford, Summe, MacDougall en Keller (2009). De verkregen data worden geanalyseerd door de gemiddelde voedselinnamen van de deelnemers te vergelijken tussen de twee verpakkingscondities. Totale voedselinname wordt berekend door de hoeveelheid ingenomen voedsel in grammen te nemen. Eerst wordt een verschilscore berekend voor de gemerkte en de ongemerkte voedselcondities. Met een twee-wegs ANOVA worden verschillen in de adolescenten zonder en met anorexia tussen de condities (gemerkt vs. ongemerkt) bepaald. Verder wordt door een observator gekeken welke deelnemers alleen aan het voedsel ruiken, en hierbij wordt geregistreerd om welke verpakking het gaat. Hiervan worden ook de gemiddelden vergeleken. Er wordt verwacht dat meisjes met anorexia minder zullen eten van gemerkt voedsel dan van merkloos voedsel, vergeleken met meisjes met een normaal gewicht. Deze verwachting is gebaseerd op een hypothese van Forman et al., (2009). Deze onderzoekers vormden hun hypothese ( kinderen met overgewicht eten meer van gemerkt voedsel dan van ongemerkt voedsel vergeleken met gezonde kinderen ) op basis van eerder onderzoek. Eerder onderzoek toont namelijk dat kinderen vaak bang zijn om nieuw voedsel uit te proberen dat ze nog niet eerder hebben geproefd (Fallonet et al., 1984; Pliner & Hobden, 1992, aangehaald in Forman et al., 2009). De aanwezigheid van bekende merken zouden, theoretisch gezien, deze angst verwijderen. Kinderen met overgewicht komen waarschijnlijk meer in aanraking met voedselmerken omdat zij veel televisie kijken, vaak uit eten gaan en zich misschien ook meer focussen op voedseladvertenties puur omdat ze dit aantrekkelijk vinden. Kinderen met overgewicht voelen zich daardoor meer op hun gemak bij bekende merken dan bij onbekende merken waardoor ze meer zullen eten van gemerkt voedsel. Meisjes met anorexia zullen dan juist minder van gemerkt voedsel eten dan van merkloos voedsel. Dit kan ten eerste verklaard worden omdat zij veel minder eten dan kinderen met overgewicht. Ze kijken waarschijnlijk ook minder televisie dan kinderen met overgewicht, omdat ze hier geen tijd voor hebben i.v.m. de intensieve behandelingen in de kliniek waarin ze verblijven. Verder komen meisjes met anorexia niet zo vaak in aanraking met voedseladvertenties, misschien omdat ze bewust blind willen blijven voor verleidende etenswaren. Al met al zullen meisjes met anorexia minder kennis hebben van bekende voedselmerken dan mensen met overgewicht en 20

21 mensen met een normaal gewicht. Als voedsel met een merk wordt geserveerd wat nog nieuw is voor deze meisjes, zullen ze angst voor het onbekende ontwikkelen waardoor ze er minder van zullen eten. De controlegroep, meisjes met een normaal gewicht zullen wellicht wel meer eten van het gemerkte voedsel. Zij komen vaker in aanraking met voedseladvertenties en zijn daardoor eerder bekend met bepaalde merken. De voedselinname van de controlegroep zal dan ook hoger zijn bij bekende merken dan de voedselinname van de anorexia patiënten. Met dit onderzoek kan gekeken worden hoe meisjes met anorexia reageren op de aanwezigheid van voedselmerken. Als blijkt dat voedselmerken de inname verlaagt, en als merkloos voedsel de inname verhoogt, dan kan de behandeling voor eetstoornissen in klinieken worden voortgezet met merkloze verpakkingen. Hiermee kan het doel worden gesteld om aan te komen en een gezond gewicht te behouden. Er moet echter wel rekening worden gehouden dat de patiënten ooit weer uit de kliniek ontslagen worden. Dan bestaat er een kans dat ze weer in aanraking komen met merkverpakkingen, waardoor de kans bestaat dat de voedselinname weer wordt verlaagd. De meisjes zouden getraind kunnen worden in het omgaan met voedselmerken. De klinieken zouden voedselmerken voorzichtig kunnen introduceren, waardoor de patiënten bekend raken met bekende merken. Op deze manier kunnen adolescenten beter leren omgaan met eten en kan er worden gestreefd naar het terugdringen van de stijging in anorexia patiënten. Literatuurlijst Forman, J., Halford, J.C.G., Summe, H., MacDougall, M., Keller, K.L. (2009). Food branding influences ad libitum intake differently in children depending on weight status. Results of a pilot study. Appetite, 53, Halford, J.C.G., Gillespie, J., Brown, V., Pontin, E.E., & Dovey, T.M. (2004). Effect of television advertisements for foods on food consumption in children. Appetite, 42, Herzog, D.B., Greenwood, D.N., Dorer, D.J., Flores, A.T., Ekeblad, E.R., Richards, A. et al. (2000). Mortality in eating disorders: a descriptive study. International Journal of Eating Disorders, 28, Hoek, H.W., Bartelds, A.I., Bosveld, J.J., et al. (1995). Impact of urbanization on detection rates of eating disorders. The American Journal of Psychiatry, 152, Keller, K.L., Kuilema, L.G., Lee, N., Yoon, J., Mascaro, B., Combes, A. et al. (2012). The impact of food branding on children's eating behavior and obesity. Physiology & Behavior, 106, Trimbos Instituut, World Health Organization [WHO],

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief dr. Leentje Vervoort Leentje.Vervoort@UGent.be Overgewicht en obesitas Diagnose ~ % lichaamsvet BMI als proxy van lichaamsvet BMI: volwassenen bijkomende

Nadere informatie

Bachelor scriptie (definitieve versie)

Bachelor scriptie (definitieve versie) Bachelor scriptie (definitieve versie) Voedingsreclames moeten rekening houden met kinderen Een literatuuronderzoek naar de blootstelling van voedingsreclames op televisie op het ongezond eetgedrag van

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes. Food for thought

GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes. Food for thought GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes Food for thought Liselotte van Bloemendaal, AIOS interne Ziekenhuis Amstelland / VUmc Overgewicht en obesitas Wereldwijd heeft

Nadere informatie

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk

Nadere informatie

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? 24 mei 2012 Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? Afstudeerseminar Media en Reclame Bachelorthesis Jamila Reimerink 6124739 Docenten: Corine Meppelink Charlotte

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Chapter 9. Dutch Summary

Chapter 9. Dutch Summary Chapter 9 Dutch Summary Samenvatting van het proefschrift GLP-1 en de neuroendocriene regulatie van voedsel inname in obesitas en type 2 diabetes: stof tot nadenken Chapter 9 Obesitas en type 2 diabetes

Nadere informatie

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones NVE-K Kindrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 NVE-K Inleiding 2 / 5 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de belangrijkste risicofactoren voor

Nadere informatie

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Thesis De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en de rol van geslacht, leeftijd en gewicht. Naam: Gamze

Nadere informatie

Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen

Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen III World Congress of Public Health Nutrition Las Palmas de Grand Canarias 9-12 november 2014 Dagelijkse consumptie van yoghurt helpt hartziekten te voorkomen Een Europees onderzoek toont aan dat adolescente

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45 SAMENVATTING Samenvatting INTRODUCTIE Grote sociaal economische gezondheidsverschillen zijn een groeiend probleem in bijna alle Westerse landen. In Nederland leven mensen met een lagere opleiding gemiddeld

Nadere informatie

NVE-K Ouderrapportage

NVE-K Ouderrapportage NVE-K Ouderrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 Informant: Marie Jones-Smit moeder NVE-K Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de

Nadere informatie

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum NVE-K Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderrapportage Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING NVE-K 2/5 Inleiding De NVE-K is een vragenlijst

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Consumenten en gezondheid: paradoxen en perspectieven. Erik de Bakker

Consumenten en gezondheid: paradoxen en perspectieven. Erik de Bakker Consumenten en gezondheid: paradoxen en perspectieven Erik de Bakker Opbouw Hoe meer aandacht, des te dikker Individuen en omgeving: de uienschil Ontwikkeling naoorlogse consumptie Obesogene samenleving

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 213 214 Samenvatting SAMENVATTING Cardiovasculaire ziekten vormen een belangrijk gezondheidsprobleem in onze maatschappij. In 2008 stierven wereldwijd ongeveer 17.3 miljoen personen aan cardiovasculaireziekten,zoalsmyocardinfarct,cerebrovasculaireaccidentenenplotse

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen BA-thesis Universiteit van Amsterdam Studie: Communicatiewetenschap Media & Reclame Auteur: Nathalie Leenen Studentnummer: 5745845 Docent: S. van Pelt

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Aan tafel. Peuters, kleuters en lagere schoolkinderen

Aan tafel. Peuters, kleuters en lagere schoolkinderen Aan tafel! Aan tafel Als ouder heb je een grote invloed op de eetgewoonten van je kind. Kinderen leren in de eerste plaats eten wat ze hun ouders zien eten en doen jouw eetgedrag na. En dat start al bij

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Chapter 9 Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Obesitas (vetzucht) bij kinderen is gedurende de afgelopen decennia een groeiend en wereldwijd probleem geworden. De snel toenemende prevalentie

Nadere informatie

Mindful Eten Cyclus. Héb ik eigenlijk wel honger?

Mindful Eten Cyclus. Héb ik eigenlijk wel honger? Héb ik eigenlijk wel honger? De sociale en emotionele verbindingen met eten, voedsel en diëten zijn in de moderne maatschappij altijd en overal aanwezig. Bij sommige mensen is de relatie die ze hebben

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Fania Dassen PhD-studente Maastricht University Introductie Heeft u liever 50 vandaag, of morgen 50? Heeft

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) (summary in Dutch) Geen ouder wil dat zijn of haar kind ernstig obees en ongezond is. Toch hebben alleen al in Nederland meer dan achttienduizend kinderen en adolescenten te kampen met ernstige obesitas.

Nadere informatie

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

niveau 2, 3, 4 thema 5.5 niveau 2, 3, 4 thema 5.5 Gezonde voeding Inleiding Wanneer eet je gezond? Hoeveel moet ik dagelijks eten? Wat is een goed lichaamsgewicht? Onder- en overgewicht Inleiding Goede voeding levert de dagelijks

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met

Nadere informatie

Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest.

Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest. Bevindingen In totaal hebben we de test afgenomen bij 9 mensen. Helaas door beperkte aanwezigheid van vrouwen zijn dit enkel mannen geweest. Wel hebben we gekeken om verschillende profielen en leerjaren

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven GEWICHT, VOEDING, BEWEGEN EN ALCOHOL INFOBLAD Ongeveer 30% van kanker zou voorkomen kunnen worden. Een garantie om kanker te voorkomen is er niet. Je kan wel het risico op kanker verkleinen door een gezonde

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Menu-engineering in restaurants

Menu-engineering in restaurants Menu-engineering in restaurants Machiel Reinders, Wageningen University & Research Joris Heijnen & Erik van Bommel, Variatie in de Keuken Marlijn Huitink & Coosje Dijkstra, Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat *, Sandra Verbeken, Ellen Moens, & Caroline Braet pag. 1 Obesitas epidemie Appetitieve motivatie (Lowe & Brutyn, 2007) Motivatie

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies

Nadere informatie

Peuters en groente eten: Een moeilijke combinatie?

Peuters en groente eten: Een moeilijke combinatie? Peuters en groente eten: Een moeilijke combinatie? GroenteCongres 26 Maart 2015, Dr. Gerry Jager Disclosure belangen spreker Gerry Jager Geen (potentiële) belangenverstrengeling Wageningen Universiteit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

19 augustus Onderzoek: Overgewicht en obesitas in Nederland

19 augustus Onderzoek: Overgewicht en obesitas in Nederland 19 augustus 2017 Onderzoek: Overgewicht en obesitas in Nederland Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Help!? mijn kind is obees Dr. Geert Van Moer

Help!? mijn kind is obees Dr. Geert Van Moer Help!? mijn kind is obees Dr. Geert Van Moer Overzicht presentatie 1. Enkele definities 2. Oorzaken obesitas op kinderleeftijd 3. Aanpak obesitas Pagina 2 Wanneer spreken we van overgewicht of obesitas

Nadere informatie

De emotionele bestaat niet

De emotionele bestaat niet 28 de psycholoog / mei 2014 peggy bongers FORUM De emotionele bestaat niet Emotie-eten is overal. Onze tijdgeest, obees en betuttelend, maakt van eten uit emotionele onrust een ongewenste hype: wie wel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Alcoholmarketing in Europa en Nederland

Alcoholmarketing in Europa en Nederland Alcoholmarketing in Europa en Nederland Presentatie van onderzoek naar de effecten van alcoholreclame op het drinkgedrag van Europese jongeren en met name in de Nederlandse situatie. Dominique Lenssen,

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS?

STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS? STIGMA IN DE ZORG VOOR KINDEREN MET OBESITAS? AAGG, 2 FEBRUARI 2017 HANNEKE NOORDAM PSYCHOLOOG/ ONDERZOEKER CARE FOR OBESITY OUTLINE 1. Introductie 2. Stigmatisering van kinderen met obesitas 3. Aanpak

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Motivatie om te gaan bewegen

Motivatie om te gaan bewegen Motivatie om te gaan bewegen Onderzoek 5 Welke cognities zijn van invloed op de motivatie om te starten met een bewegingsprogramma? Motivatie Beweging: om te motivatie gaan bewegen Onderzoek 5 Angst voor

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG (1985-1989 en 1995-2015) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is

Nadere informatie

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school)

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school) 9 1 Inleiding Er was eens een meisje Zij klopte op mijn deur. Ik deed open en zij zei: Ik heb een eetprobleem. Kom binnen, zei ik, wat moedig dat je hier komt om hulp te vragen. Dat is de eerste stap.

Nadere informatie

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Is er een verband

Nadere informatie

Protocol Tweelingen maart 2015

Protocol Tweelingen maart 2015 Protocol Tweelingen maart 2015 Beleid van de school Om uiteindelijk te kunnen beslissen of de kinderen in dezelfde of verschillende klassen worden geplaatst, zijn ouders afhankelijk van de mogelijkheden

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Lightproducten daar wordt je dik van en zijn ongezond Lightproducten of Light als je het woord leest zou je denken dat je van producten met deze titel minder zult aankomen, maar tegenovergestelde is het

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Heb ik een eetstoornis?

Heb ik een eetstoornis? Heb ik een eetstoornis? Heb ik een eetstoornis? Eten is voor veel mensen belangrijk: het is gezellig, lekker en een centraal moment van de dag. Ook geeft het de broodnodige energie. Soms eten we wat minder,

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Bavo Groep (1985-1989 en 1995-2013) Inleiding

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Bavo Groep (1985-1989 en 1995-2013) Inleiding Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Bavo Groep (1985-1989 en 1995-2013) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is of

Nadere informatie