Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen"

Transcriptie

1 Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen BA-thesis Universiteit van Amsterdam Studie: Communicatiewetenschap Media & Reclame Auteur: Nathalie Leenen Studentnummer: Docent: S. van Pelt

2 Inhoud Inleiding Methode van onderzoek Steekproef Methode van literatuuranalyse Procedure Resultaten Materialisme Ouder-kindconflict Ongelukkigheid Ongezond voedingspatroon Conclusie Discussie Literatuurlijst

3 Inleiding Sinds kinderen in 1969 voor het eerst beschouwd werden als een consumentenmarkt, zijn adverteerders in toenemende mate bezig geweest met het ontwikkelen van strategieën om de kinderconsument te bereiken (Buijzen & Valkenburg, 2005). Het medium televisie is hierbij door adverteerders veel gebruikt, het grootste deel van de advertentiebestedingen gaat naar televisiereclame (Buijzen, 2007). Kinderprogramma s op televisie zouden maar liefst 25 reclames per uur bevatten (Buijzen & Valkenburg, 2000). Als men rekening houdt met de gemiddelde televisiekijktijd van twee uur per dag bij kinderen dan zijn het al gauw 50 televisiereclames waar zij dagelijks mee geconfronteerd worden (Kijkwijzer, z.d.). Reclame gericht op kinderen staat steeds vaker ter discussie, niet alleen bij ouders maar ook bij de overheid. Velen denken dat kinderen gevoeliger zijn voor reclame dan volwassenen en dat ze zich moeilijker kunnen verweren tegen de verschillende soorten effecten van reclame (Mens & Buijzen, 2006). Volgens Buijzen en Valkenburg (2003a) komen in onderzoeken naar de effecten van reclame op kinderen over het algemeen twee paradigma s naar voren, namelijk: het paradigma van het mondige kind en het paradigma van het kwetsbare kind. Bij het paradigma van het mondige kind gaat men ervan uit dat kinderen in staat zijn reclames kritisch te verwerken. Bij het paradigma van het kwetsbare kind veronderstelt men dat kinderen nog niet over voldoende cognitieve vaardigheden beschikken om zichzelf te beschermen tegen reclameboodschappen zoals op televisie (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Kinderen die niet over voldoende cognitieve vaardigheden beschikken zouden televisiereclames moeilijker kunnen onderscheiden van televisieprogramma s. Tevens zouden deze kinderen zich niet bewust zijn van de intentie van televisiereclame, waardoor ze gevoeliger zijn voor de invloed ervan (Valkenburg, 2002). Valkenburg (2002) geeft aan dat de effecten van reclame globaal in te delen zijn in bedoelde effecten en onbedoelde effecten. Onder bedoelde effecten verstaat de onderzoeker de effecten die adverteerders met hun reclame trachten te bereiken. Zo willen adverteerders bijvoorbeeld het merkbewustzijn en de koopintentie van kinderen beïnvloeden. Valkenburg (2002) definieert de onbedoelde effecten van reclame als de, vaak ongewenste, bijwerkingen van reclame (p. 140). Onbedoelde effecten van reclame op kinderen zijn bijvoorbeeld materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid (Valkenburg, 2002) en een ongezond voedingspatroon (Singer & Singer, 2002). Deze onbedoelde effecten zijn meestal negatieve 3

4 bijwerkingen van blootstelling aan reclame, waardoor zowel ouders als de overheid zich zorgen maken over de kwetsbaarheid van kinderen (Mens & Buijzen, 2006). Onderzoek naar de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen is belangrijk omdat het een bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie die onder andere ouders en de overheid voeren rondom kinderreclames op televisie. Voor ouders is inzicht in de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen gewenst zodat zij op tijd maatregelen kunnen nemen om hun kinderen weerbaarder te maken tegen de negatieve effecten ervan. Volgens Mens en Buijzen (2006) zouden ouders door het geven van een negatieve mening over het geadverteerde product kinderen al weerbaarder maken. Verder is meer inzicht in de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen belangrijk zodat de overheid en toezichthoudende organisaties als het Commissariaat voor de Media eventuele maatregelen kunnen nemen wanneer reclame gericht op kinderen te veel onbedoelde effecten met zich meebrengt. Ondanks de vele maatschappelijke discussies over de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen, is er nog steeds geen overeenstemming of televisiereclame bij kinderen leidt tot onbedoelde effecten, welke die effecten zijn en in hoeverre ze worden ondersteund door empirisch onderzoek (Buijzen & Valkenburg, 2003b). In dit literatuuronderzoek wordt daarom getracht meer inzicht te geven in de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. Onderzoeken naar de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen richten zich voornamelijk op materialisme, ouder-kindconflict en ongelukkigheid. Hierin worden de effecten op het voedingspatroon vaak niet meegenomen. Momenteel speelt volgens Buijzen, Schuurman en Bomhof (2007) een ongezond voedingspatroon bij kinderen een grote rol in het publieke en politieke debat. Dit komt doordat kinderen met een ongezond voedingspatroon een grotere kans hebben op overgewicht (Buijzen et al., 2007). Daarom is het van belang een overzicht te geven waarin de effecten van televisiereclame op het voedingspatroon bij kinderen wel zijn meegenomen. Naar aanleiding van bovenstaande informatie over de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen staat in dit literatuuronderzoek de volgende onderzoeksvraag centraal: In hoeverre leidt televisiereclame bij kinderen tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon? Kinderen worden door de Stichting Reclame Code (2006) gedefinieerd als minderjarigen die de leeftijd van dertien jaar nog niet hebben bereikt (p. 77). Deze definitie wordt ook in dit 4

5 literatuuronderzoek gebruikt. In het hoofdstuk resultaten komen de andere begrippen uit de onderzoeksvraag nader aan de orde en worden ze verder toegelicht. Dit literatuuronderzoek begint met het hoofdstuk methode van onderzoek waarin onder andere wordt weergegeven op welke manier de literatuur verzameld en geanalyseerd is. Vervolgens worden in de resultatensectie de belangrijkste onderzoeksresultaten besproken die betrekking hebben op de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. In de conclusie worden deze resultaten samengevat en wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Tot slot komen in de discussie een aantal tekortkomingen van dit onderzoek aan bod en worden aanbevelingen gegeven voor vervolgonderzoek. 5

6 1. Methode van onderzoek Om de onderzoeksvraag In hoeverre leidt televisiereclame bij kinderen tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon? te beantwoorden, is op gestructureerde wijze wetenschappelijke literatuur gezocht. Hieronder volgt als eerste een beschrijving van de steekproef van de literatuur. Vervolgens komt de manier waarop de literatuur verzameld is aan bod en tot slot de methode van literatuuranalyse. 1.1 Steekproef De vraag in hoeverre televisiereclame bij kinderen leidt tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon is met name onderzocht door middel van bestaand empirisch onderzoek dat tot heden in wetenschappelijke tijdschriften is gepubliceerd. Boeken zijn alleen geraadpleegd om meer theoretische achtergrondinformatie over het onderwerp te verkrijgen en bepaalde begrippen te definiëren. Verder is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een review van Buijzen en Valkenburg (2003b) om meer achtergrondinformatie te verkrijgen met betrekking tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict en ongelukkigheid. Hierbij is alleen gekeken naar onderzoeken waarbij de steekproef bestond uit kinderen. In de review kwamen ook veel onderzoeken naar voren waarbij de steekproef bestond uit adolescenten. De resultaten hiervan zijn niet relevant voor dit literatuuronderzoek aangezien hierin getracht wordt een duidelijk overzicht te geven van de onderzoeksresultaten die betrekking hebben op kinderen. Voor dit literatuuronderzoek is zoveel mogelijk getracht recente artikelen te selecteren om een actueel beeld te kunnen schetsen van de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. Buijzen en Valkenburg (2003a) geven echter aan dat sinds de jaren 80 vrijwel geen academisch onderzoek meer is uitgevoerd naar de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen met betrekking tot materialisme, ouder-kindconflict en ongelukkigheid. Artikelen die afkomstig zijn uit onder andere de jaren 70 en 80 kunnen nog steeds theoretische waarde hebben en zijn daarom niet uitgesloten. Verder zijn alle onderzoeken die relevant waren voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag meegenomen in dit literatuuronderzoek. De voorkeur is echter wel uitgegaan naar onderzoeken waarin gebruik werd gemaakt van een experiment of survey, aangezien deze methoden het meest worden toegepast bij onderzoeken naar de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. 6

7 1.2 Methode van literatuuranalyse In dit literatuuronderzoek wordt getracht een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag door middel van een analytische review. Dit houdt in dat bestaande relevante wetenschappelijke artikelen met betrekking tot de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen gestructureerd zijn beschreven en met elkaar zijn vergeleken. Bij het vergelijken van de resultaten van de onderzoeken is vooral gekeken naar de belangrijkste overeenkomsten en verschillen. 1.3 Procedure De wetenschappelijke artikelen die voor dit literatuuronderzoek relevant waren zijn via de online database van de Universiteit van Amsterdam opgezocht. Bij het zoeken in de database naar wetenschappelijke artikelen is gebruik gemaakt van de volgende trefwoorden: television advertising effects, unintended advertising effects, undesired advertising effects, television food advertising, children, materialism, parent-child conflict, family conflict, unhappiness, disappointment, life dissatisfaction, unhealthy diet, childhood overweight, obesity, food consumption. Tevens zijn de literatuurlijsten van relevante wetenschappelijke artikelen uitvoerig doorzocht om eventuele andere bruikbare artikelen te vinden die een antwoord konden geven op de onderzoeksvraag. Voor dit literatuuronderzoek zijn in totaal zestien artikelen geselecteerd die relevant zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Aangezien de onderzoeksvraag bestaat uit één onafhankelijke variabele (televisiereclame) en vier afhankelijke variabelen (materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon), is besloten om het literatuuronderzoek op te splitsen in vier delen. Als eerste wordt gekeken in hoeverre televisiereclame bij kinderen leidt tot materialisme. Vervolgens wordt in drie aparte paragrafen gekeken in hoeverre televisiereclame leidt tot ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon bij kinderen. In deze vier paragrafen worden vooral de belangrijkste onderzoeksresultaten besproken en komen ook belangrijke theorieën aan bod met betrekking tot de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. 7

8 2. Resultaten In dit hoofdstuk komen de wetenschappelijke artikelen aan bod waarmee getracht is een antwoord te geven op de onderzoeksvraag: In hoeverre leidt televisiereclame bij kinderen tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon? De onderzoeksresultaten van de wetenschappelijke artikelen zijn in dit hoofdstuk gesplitst in vier paragrafen. In paragraaf 2.1 wordt het begrip materialisme gedefinieerd, dan komen de onderzoeksresultaten met betrekking tot deze variabele aan bod. In paragraaf 2.2 wordt het begrip ouder-kindconflict gedefinieerd, in paragraaf 2.3 het begrip ongelukkigheid en in paragraaf 2.4 het begrip ongezond voedingspatroon. Per paragraaf worden de belangrijkste onderzoeksresultaten besproken waarbij duidelijk de overeenkomsten en de verschillen van zestien wetenschappelijke artikelen worden weergegeven. 2.1 Materialisme Het begrip materialisme wordt door Buijzen en Valkenburg (2003b) gedefinieerd als a preoccupation with money and possessions and the idea that personal wealth and material possessions are the key to success and well-being (p. 442). In dit literatuuronderzoek wordt deze definitie van Buijzen en Valkenburg (2003b) gehanteerd aangezien deze weergeeft dat bij materialisme zowel geld als bezittingen belangrijk zijn en aantrekkelijke eigenschappen zoals succes en welzijn zouden meebrengen. Nu het begrip materialisme is gedefinieerd komen de onderzoeksresultaten aan bod die weergeven in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot het onbedoelde effect materialisme leidt. In een onderzoek van Goldberg en Gorn (1978) is onder meer gekeken in hoeverre blootstelling aan een kinderprogramma met speelgoedreclame bij kinderen leidt tot materialisme. Uit de resultaten van het experiment bleek dat vier- en vijfjarige kinderen die de speelgoedreclame hadden gezien liever met het getoonde stuk speelgoed speelden dan met hun vrienden. De onderzoekers beschouwden dit als een uiting van materialisme. Dat kinderen na het zien van televisiereclame speelgoed belangrijker vinden dan spelen met vrienden werd ook bevestigd doordat kinderen liever met een leeftijdsgenoot speelden die als onaardig werd beschreven maar wel het getoonde speelgoed uit de televisiereclame in zijn bezit had, dan met een leeftijdsgenoot die als aardig werd beschreven maar niet in het bezit 8

9 was van het speelgoed (Goldberg & Gorn, 1978). De onderzoekers concludeerden dat speelgoedreclame op televisie kinderen materialistisch kan maken. Naast dat speelgoedreclame kinderen materialistisch kan maken speelt ook de frequentie waarmee kinderen naar televisiereclame kijken een rol (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Uit het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a) bleek dat kinderen tussen de acht en twaalf jaar die vaak naar televisiereclame keken sterkere materialistische waarden hadden dan kinderen die minder vaak naar televisiereclame keken. Vergeleken met Goldberg en Gorn (1978) hebben Buijzen en Valkenburg (2003a) oudere kinderen onderzocht. Uit beide onderzoeken bleek echter dat kinderen gevoelig zijn voor televisiereclame met verlangenwekkende boodschappen en dat dit materialisme kan veroorzaken. Hoewel uit onderzoek is gebleken dat televisiereclame bij kinderen materialisme stimuleert (Buijzen & Valkenburg, 2003a; Goldberg & Gorn, 1978), geven Buijzen en Valkenburg (2003a; 2005) aan dat televisiereclame kinderen minder materialistisch maakt als ze uit een gezin komen waar veel wordt gepraat over reclame. De onderzoekers maakten onderscheid tussen twee soorten communicatie die ouders kunnen toepassen om onbedoelde reclame-effecten te verminderen, namelijk: active en restrictive (Buijzen & Valkenburg, 2005). Bij active communicatie leggen ouders op een actieve manier het doel van reclame uit aan hun kinderen en geven zij hun oordeel over diverse producten die kinderen bijvoorbeeld in televisiereclame zien. Bij restrictive communicatie beschermen ouders hun kinderen tegen reclame door ze bijvoorbeeld minder bloot te stellen aan televisiereclame. Buijzen en Valkenburg (2005) maakten tevens onderscheid tussen twee soorten gezinscommunicatie, namelijk: concept-orientation en socio-orientation. Bij concept-orientation wordt er in een gezin actief gediscussieerd met kinderen over consumentenkwesties, terwijl bij socioorientation in een gezin de nadruk wordt gelegd op gehoorzaamheid en harmonie. Uit de resultaten kwam naar voren dat gezinscommunicatie die active en concept-orientation gericht is het meest effectief materialisme als onbedoeld effect van reclame kan verminderen. Deze communicatie richt zich onder andere op gezinsdiscussies over reclame en maakt zo kinderen bewust van het doel van reclame (Buijzen & Valkenburg, 2005). Gezinscommunicatie hoeft echter niet altijd tot een vermindering van materialisme (als effect van televisiereclame) bij kinderen te leiden (Vega & Roberts, 2005). In tegenstelling tot de bevindingen van Buijzen en Valkenburg (2003a; 2005) bleek uit het onderzoek van Vega en Roberts (2005) niet dat kinderen minder materialistisch zijn als ze uit een gezin komen waar veel over televisiereclame wordt gesproken. Opvallend is hun 9

10 bevinding dat hoe meer er in gezinnen wordt gesproken over consumentenkwesties, hoe materialistischer kinderen worden. Verder gaven Vega en Roberts (2005) aan dat materialisme gerelateerd is aan de frequentie waarmee kinderen tussen de tien en veertien jaar naar televisie kijken. Volgens de onderzoekers zou een hoge frequentie van televisie kijken bijdragen aan het stimuleren van materialistische waarden. Dit bleek ook uit een onderzoek van Atkin (1975) waarin naar voren kwam dat kinderen tussen de vier en twaalf jaar die frequent televisie kijken materialistischer zijn dan kinderen die minder frequent televisie kijken. Zo dachten kinderen die vaak televisie keken dat speelgoed hen gelukkig maakt. Oudere kinderen die vaak televisie keken vonden tevens geld erg belangrijk en speelden liever met speelgoed dan in een speeltuin. Verder dacht 64 procent van de moeders die mee hadden gedaan aan de survey dat televisiereclame materialistische waarden bij hun kind had veroorzaakt (Atkin, 1975). Samenvattend is er een eenduidig resultaat gevonden in de onderzoeken die weergeven in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot het onbedoelde effect materialisme leidt. Uit onderzoek is gebleken dat televisiereclame materialistische waarden in kinderen stimuleert (Atkin, 1975; Buijzen & Valkenburg, 2003a; Goldberg & Gorn, 1978; Vega & Roberts, 2005). Na het zien van televisiereclame spelen kinderen bijvoorbeeld liever met speelgoed dan met vrienden (Goldberg & Gorn, 1978). Minder eenduidig zijn de bevindingen met betrekking tot het afzwakken van de invloed van televisiereclame op het ontstaan van materialisme bij kinderen door middel van gezinscommunicatie. Volgens Buijzen en Valkenburg (2003a; 2005) zou praten in gezinnen over televisiereclame er voor kunnen zorgen dat kinderen minder materialistisch worden, volgens Vega en Roberts (2005) zouden ze juist materialistischer worden. 2.2 Ouder-kindconflict Het begrip ouder-kindconflict wordt in onderzoeken niet exact gedefinieerd maar meer omschreven. Buijzen en Valkenburg (2003a) geven aan dat televisiereclame direct kan leiden tot ouder-kindconflict maar ook indirect door de aankoopverzoeken van kinderen. Televisiereclame zou dan eerst tot een verhoogd aantal verzoeken van geadverteerde producten leiden wat vervolgens de kans op een ouder-kindconflict verhoogt. Valkenburg (2002) licht dit toe door aan te geven dat een ouder-kindconflict ontstaat wanneer kinderen om geadverteerde producten vragen en ouders dit verzoek niet honoreren. Van Dale (2008) definieert conflict als verschil van mening. In dit literatuuronderzoek wordt ouderkindconflict gedefinieerd als een verschil van mening tussen ouder en kind over een 10

11 geadverteerd product in een televisiereclame. Nu het begrip ouder-kindconflict is gedefinieerd komen de onderzoeksresultaten aan bod die weergeven in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot het onbedoelde effect ouder-kindconflict leidt. Televisiereclame kan direct een ouder-kindconflict veroorzaken als kinderen tegen de mening van hun ouders ingaan (Goldberg & Gorn, 1978). In het onderzoek van Goldberg en Gorn (1978) moesten kinderen die wel of niet waren blootgesteld aan speelgoedreclame aangeven of ze liever een tennisbal wilden of het stuk speelgoed uit de televisiereclame. De onderzoekers vertelden de kinderen dat hun moeder een voorkeur had voor de tennisbal. Bijna de helft van de kinderen (45,8 procent) die de speelgoedreclame hadden gezien gingen tegen de voorkeur van hun moeder in en kozen voor het speelgoed. Dit in tegenstelling tot slechts 21,3 procent van de kinderen die de speelgoedreclame niet hadden gezien. Bij een tweede poging van Goldberg en Gorn (1978) waarin werd onderzocht of televisiereclame bij kinderen tot ouder-kindconflict leidt, werd aan de kinderen een verhaal verteld over een jongen die het speelgoed uit de televisiereclame aan zijn vader vroeg maar dit niet kreeg. De kinderen die de speelgoedreclame hadden gezien gaven iets vaker aan dat de jongen boos weg zou lopen bij zijn vader dan de kinderen die de speelgoedreclame niet hadden gezien. Het verschil tussen beide groepen was echter verwaarloosbaar. Uit het onderzoek van Goldberg en Gorn (1978) kwamen tegenstrijdige bevindingen naar voren, de onderzoekers concludeerden echter wel dat televisiereclame kan leiden tot een ouderkindconflict. Naast dat televisiereclame direct een ouder-kindconflict kan veroorzaken, kan het ook indirect via de aankoopverzoeken van kinderen tot een ouder-kindconflict leiden (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Volgens Buijzen en Valkenburg (2003a) leidt blootstelling aan reclame op televisie tot meer aankoopverzoeken bij kinderen wat een ouder-kindconflict stimuleert, aangezien ouders niet alle aankoopverzoeken honoreren. In het onderzoek van Goldberg en Gorn (1978) werd geen indirect effect gevonden van televisiereclame op ouder-kindconflict, maar een direct effect. Uit hun onderzoek bleek dat bijna de helft van de kinderen die een speelgoedreclame hadden gezien direct tegen de voorkeur van hun moeder ingingen en kozen voor het geadverteerde speelgoed. Uit het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a) kwam verder naar voren dat kinderen minder naar producten uit televisiereclames vragen als ze uit een gezin komen waar over televisiereclame gepraat wordt. Deze bevinding komt overeen met die uit het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2005) waarin onderscheid werd gemaakt tussen verschillende soorten gezinscommunicatie, namelijk: active versus restrictive en concept-orientation versus 11

12 socio- orientation. In paragraaf 2.1 is al aangegeven dat gezinscommunicatie die active en concept-orientation gericht is materialisme bij kinderen als effect van reclame kan verminderen. Uit het onderzoek bleek ook dat deze gezinscommunicatie ouder-kindconflict kan verminderen. Het resultaat van Buijzen en Valkenburg (2003a) dat televisiereclame bij kinderen indirect, via de aankoopverzoeken van kinderen, ouder-kindconflict kan veroorzaken stemt overeen met de resultaten van Atkin (1975) en Sheikh en Moleski (1977). Bijna de helft van de kinderen in het onderzoek van Atkin (1975) gaf aan dat zij met hun moeder ruzieden als een aankoopverzoek voor speelgoed of cornflakes door hun moeder werd geweigerd. De moeders bevestigden dit conflict. Verder bleek uit de resultaten dat kinderen die vaak televisie kijken meer aankoopverzoeken doen en dit de kans op ouder-kindconflict verhoogt. Ondanks dat ouder-kindconflict voor een groot deel indirect kan worden afgeleid van televisiereclame, geeft de onderzoeker wel aan dat de resultaten gecompliceerd en dubbelzinnig zijn (Atkin, 1975). Uit het onderzoek van Sheikh en Moleski (1977) bleek dat 90 procent van de kinderen tussen de vier en acht jaar na het zien van televisiereclame gingen verlangen naar het geadverteerde product en dit bij 57 procent van de kinderen tot een aankoopverzoek leidde. Van de kinderen bij wie de ouders het aankoopverzoek niet honoreerden werd 33,3 procent verdrietig, 22,7 procent agressief en 23,2 procent accepteerde de weigering voor het geadverteerde product (Sheikh & Moleski, 1977). Televisiereclame kan bij kinderen leiden tot aankoopverzoeken, maar dit hoeft geen ouder-kindconflict tot gevolg te hebben (Isler, Popper & Ward, 1987). Uit een vier weken durend dagboekonderzoek van Isler et al. (1987) bleek dat televisiereclame bij kinderen leidt tot aankoopverzoeken, maar dat het weigeren van deze aankoopverzoeken door moeders zelden uitmondt in een ouder-kindconflict. Deze bevinding komt niet overeen met het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a), Atkin (1975) en Sheikh en Moleski (1977), waaruit bleek dat aankoopverzoeken van kinderen een ouder-kindconflict stimuleert. Volgens Isler et al. (1987) doen kinderen minder aankoopverzoeken bij hun ouders naarmate ze ouder worden. Dit is volgens de onderzoekers waarschijnlijk het geval doordat moeders dan weten welke producten hun kinderen graag willen hebben en dit regelmatig kopen. Samenvattend kan geconcludeerd worden dat televisiereclame bij kinderen tot ouderkindconflict kan leiden en dat ouder-kindconflict meestal indirect via de aankoopverzoeken van kinderen tot stand komt (Atkin, 1975; Buijzen & Valkenburg, 2003a; Sheikh & Moleski, 1977). Uit het onderzoek van Isler et al. (1987) bleek echter dat het weigeren van aankoopverzoeken van kinderen na het zien van televisiereclame zelden uitmondt in een 12

13 ouder-kindconflict. Daarbij zou praten in gezinnen over televisiereclame ouder-kindconflict kunnen verminderen (Buijzen & Valkenburg, 2003a; Buijzen & Valkenburg, 2005). 2.3 Ongelukkigheid Het begrip ongelukkigheid wordt door Buijzen en Valkenburg (2003a) gedefinieerd als a short-term, temporary state of mind (being disappointed) and as a longer term, enduring state of mind (being dissatisfied with one s life) (p. 486). In dit literatuuronderzoek wordt deze definitie van Buijzen en Valkenburg (2003a) gebruikt. Hierin komt zowel naar voren dat ongelukkigheid een tijdelijke emotionele stemming van teleurstelling kan zijn, als een langdurige gemoedstoestand van ontevreden zijn met je leven. Ongelukkigheid als een langdurige gemoedstoestand van ontevreden zijn met het eigen leven komt voort uit de sociale vergelijkingstheorie (Buijzen & Valkenburg, 2003a; Martin & Kennedy, 1993). Deze theorie gaat ervan uit dat reclame kinderen het beeld geeft dat de wereld uit mooie mensen en begerenswaardige producten bestaat. Als kinderen veel televisiereclame zien en hun eigen situatie met die in de televisiereclame vergelijken, kan het verschil tussen beide werelden leiden tot ontevredenheid over hun eigen situatie (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Naast dat televisiereclame op de lange termijn tot ongelukkigheid bij kinderen kan leiden, kan het ook op de korte termijn via de aankoopverzoeken van kinderen ongelukkigheid als effect hebben aangezien ouders niet alle aankoopverzoeken kunnen honoreren (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Volgens Buijzen en Valkenburg (2003a) uiten kinderen op de korte termijn hun ongelukkigheid als effect van televisiereclame door middel van teleurstelling. Nu het begrip ongelukkigheid is gedefinieerd komen als eerste de onderzoeksresultaten aan bod die weergeven in hoeverre televisiereclame op de korte termijn bij kinderen tot het onbedoelde effect ongelukkigheid leidt. Vervolgens komen de onderzoeksresultaten aan bod die weergeven in hoeverre televisiereclame op de lange termijn tot ongelukkigheid bij kinderen leidt. Televisiereclame kan op korte termijn leiden tot ongelukkigheid bij kinderen als zij na reclameblootstelling een aankoopverzoek doen bij hun ouders en dit vervolgens wordt afgewezen (Buijzen & Valkenburg, 2003a; Goldberg & Gorn, 1978). In het onderzoek van Goldberg en Gorn (1978) moesten kinderen vertellen of een jongen die aan zijn ouders om speelgoed had gevraagd blij of teleurgesteld zou reageren als hij dit speelgoed niet kreeg. Uit de resultaten bleek dat 68 procent van de kinderen die de speelgoedreclame op televisie hadden gezien dachten dat de jongen teleurgesteld zou zijn, dit in tegenstelling tot 35 procent van de kinderen die de speelgoedreclame niet hadden gezien. Goldberg en Gorn (1978) 13

14 concludeerden dat televisiereclame tot ongelukkigheid bij kinderen kan leiden als hun aankoopverzoek door de ouders niet wordt gehonoreerd. In een onderzoek van Robertson, Rossiter en Ward (1985) is niet alleen onderzocht of televisiereclame tot ongelukkigheid bij kinderen kan leiden doordat aankoopverzoeken worden afgewezen, maar ook of kinderen ongelukkig worden als het speelgoed niet aan hun verwachtingen voldoet. Uit de survey onder 253 jongens tussen de zes en elf jaar bleek dat 35 procent van de kinderen teleurgesteld was omdat ze het gevraagde speelgoed niet hadden gekregen. Robertson et al. (1985) concludeerden dat het hierbij vooral ging om jonge kinderen en kinderen die vaak televisie keken. Verder bleek dat bij 90 procent van de kinderen die het gevraagde speelgoed wel ontvingen dit aan hun verwachtingen voldeed en dus niet leidde tot ongelukkigheid. De onderzoekers concludeerden dat speelgoedreclames voor het merendeel geen misleidend beeld geven van hetgeen kinderen ervan kunnen verwachten. Zowel uit het onderzoek van Robertson et al. (1985) als uit dat van Goldberg en Gorn (1978) kwam naar voren dat kinderen ongelukkig kunnen worden als ze het gevraagde product niet ontvangen. Het percentage kinderen (35 procent) dat teleurgesteld reageerde in het onderzoek van Robertson et al. (1985) ligt echter veel lager dan het percentage kinderen (68 procent) dat teleurgesteld reageerde in het onderzoek van Goldberg en Gorn (1978). Ongelukkigheid als effect van televisiereclame op de korte termijn zou eerder voorkomen bij kinderen die vaak televisiereclame kijken dan kinderen die minder vaak televisiereclame kijken (Atkin, 1975). Volgens Atkin (1975) was 29 procent van de kinderen in zijn onderzoek teleurgesteld nadat hun moeder een aankoopverzoek voor speelgoed had afgewezen. Ongelukkigheid als een tijdelijke emotionele stemming van teleurstelling bleek vooral een effect van televisiereclame te zijn bij kinderen die vaak televisiereclame kijken. In vergelijking tot de vele onderzoeken die zich richten op ongelukkigheid als korte termijn effect van televisiereclame op kinderen is slechts één onderzoek te vinden waarin is gekeken naar ongelukkigheid als lange termijn effect van televisiereclame op kinderen. Buijzen en Valkenburg (2003a) hebben onderzocht welke invloed televisiereclame heeft bij kinderen tussen de acht en twaalf jaar op de tevredenheid met hun leven. Zoals eerder is aangegeven komt ongelukkigheid als een langdurige gemoedstoestand van ontevreden zijn met je eigen leven voort uit de sociale vergelijkingstheorie. Volgens de sociale vergelijkingstheorie zouden kinderen ongelukkigheid als effect van televisiereclame kunnen ervaren als zij hun eigen situatie vergelijken met het beeld wat in televisiereclame wordt geschetst over producten en mensen. De resultaten uit het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a) komen niet overeen met de sociale vergelijkingstheorie en volgens de 14

15 onderzoekers is dus niet gebleken dat televisiereclame kinderen ongelukkig maakt door onrealistische verwachtingen te wekken over producten en mensen. Het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a) is het enige onderzoek dat te vinden is met betrekking tot ongelukkigheid als lange termijn effect van televisiereclame op kinderen. Martin en Kennedy (1993) hebben echter wel onderzoek verricht naar ongelukkigheid als lange termijn effect van tijdschriftreclames op kinderen en adolescenten. De onderzoekers keken of meisjes tussen de negen en achttien jaar zichzelf met modellen in tijdschriftreclames vergeleken, welke invloed dit had op hun perceptie van de eigen fysieke aantrekkelijkheid en of ze hier uiteindelijk ongelukkig van werden. De onderzoekers concludeerden dat naarmate meisjes ouder worden ze zichzelf meer gaan vergelijken met modellen in tijdschriftreclames, maar er werd geen invloed gevonden van tijdschriftreclames op de perceptie van de eigen fysieke aantrekkelijkheid en ongelukkigheid. Martin en Kennedy (1993) suggereerden dat dit kwam doordat de modellen in de tijdschriftreclames ouder waren dan de meisjes in het onderzoek en dat ze zichzelf hierdoor minder met de modellen vergeleken. Ondanks dat zowel in het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003a) als in dat van Martin en Kennedy (1993) geen ongelukkigheid als lange termijn effect van reclame bij kinderen gevonden is, is het moeilijk een conclusie te trekken aangezien het maar twee onderzoeken zijn, het over verschillende media gaat en het gedeeltelijk adolescenten betreft. Resultaten met betrekking tot zowel het korte als het lange termijn effect van televisiereclame op ongelukkigheid bij kinderen zijn eenduidig. Televisiereclame kan indirect via de aankoopverzoeken van kinderen tot ongelukkigheid leiden als ouders deze verzoeken afwijzen (Atkin, 1975; Buijzen & Valkenburg, 2003a; Goldberg & Gorn, 1978; Robertson et al., 1985). Uit onderzoek is niet gebleken dat kinderen ongelukkigheid ervaren als zij hun eigen situatie vergelijken met het beeld dat in televisiereclame wordt geschetst over producten en mensen (Buijzen & Valkenburg, 2003a). Onderzoek naar ongelukkigheid als lange termijn effect van televisiereclame op kinderen is echter te beperkt om tot conclusies te komen. 2.4 Ongezond voedingspatroon In onderzoeken naar televisiereclame en de relatie met een ongezond voedingspatroon bij kinderen wordt geen exacte definitie van een ongezond voedingspatroon gegeven. In dit literatuuronderzoek wordt een ongezond voedingspatroon gedefinieerd als het overmatig consumeren van (voornamelijk) ongezonde voedingsmiddelen. Ongezonde voedingsmiddelen worden door het European Heart Network (2005) gedefinieerd als voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan (vooral verzadigde) vetten, suikers of zout en 15

16 een laag gehalte aan essentiële mineralen, vitaminen en andere componenten die van belang zijn voor een gezond dieet (p. 2). In dit onderzoek wordt voor ongezonde voedingsmiddelen de definitie van het European Heart Network (2005) aangehouden. Voordat de belangrijkste onderzoeksresultaten aan bod komen die weergeven in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot een ongezond voedingspatroon leidt wordt eerst ingegaan op de sociale leertheorie. Volgens onderzoek kan de invloed van een reclame verder gaan dan de keuze voor een bepaald merk. Deze invloed zou namelijk kunnen overslaan op de consumptie van andere producten (Atkin, 1982, in: Buijzen et al., 2007, p. 67). Ondersteuning voor zo n spill-over effect van reclame wordt gevonden in de sociale leertheorie van Albert Bandura (Bandura, 1994, in: Buijzen et al., 2007, p. 68). Deze theorie veronderstelt dat bijvoorbeeld eten in televisiereclame kan leiden tot hetzelfde soort gedrag bij televisiekijkers. Volgens de sociale leertheorie zou blootstelling aan televisiereclame met ongezonde voedingsmiddelen gevolgen kunnen hebben voor de merkkeuze, maar ook voor de consumptie van andere ongezonde voedingsmiddelen en consumptie in het algemeen (Atkin, 1982, in: Buijzen et al., 2007, p. 68). Televisiereclame met ongezonde voedingsmiddelen kan leiden tot een ongezond voedingspatroon bij kinderen tussen de vier en twaalf jaar (Buijzen et al., 2007). Volgens Buijzen et al. (2007) leidt blootstelling aan televisiereclame met ongezonde voedingsmiddelen tot meer consumptie van geadverteerde merken, maar ook tot meer consumptie van ongezonde voedingsmiddelen in het algemeen. Deze bevindingen komen overeen met de sociale leertheorie die veronderstelt dat gemodelleerd gedrag, zoals eten in televisiereclame, kan leiden tot hetzelfde soort gedrag bij televisiekijkers (Bandura, 1994, in: Buijzen et al., 2007, p. 68). Volgens Dixon, Scully, Wakefield, White en Crawford (2007) zou men een ongezond voedingspatroon bij kinderen tegen kunnen gaan door gezonde voedingsmiddelen in televisiereclame op te nemen. Uit het onderzoek van Dixton et al. (2007) is namelijk gebleken dat het tonen van gezonde voedingsmiddelen in televisiereclame kan leiden tot een verhoging van het consumeren van gezonde voedingsmiddelen bij kinderen. Net als bij het onderzoek van Buijzen et al. (2007) bleek ook uit een experiment van Halford, Gillespie, Brown, Pontin en Dovey (2004) en Halford, Boyland, Hughes, Oliveira en Dovey (2007) dat blootstelling aan televisiereclame bij kinderen tot een verhoogde consumptie van (ongezonde) voedingsmiddelen kan leiden en tot een ongezond voedingspatroon. Naast de mate van consumptie kan volgens Halford et al. (2004) voedingsreclame op televisie ook de voedingskeuze bij kinderen beïnvloeden. De onderzoekers concludeerden dat vooral kinderen met overgewicht of obesitas die de 16

17 voedingsreclame op televisie hadden gezien meer en ongezonder aten dan kinderen die de voedingsreclame niet hadden gezien. Dit in tegenstelling tot het onderzoek van Halford et al. (2007) waaruit bleek dat kinderen met overgewicht of obesitas evenveel meer consumeerden na het zien van een voedingsreclame op televisie als kinderen met een normaal gewicht. Naast dat ongezonde voedingsmiddelen in televisiereclame effect kunnen hebben op het voedingspatroon van kinderen kunnen gezonde voedingsmiddelen als fruit hier ook effect op hebben (Gorn & Goldberg, 1982). Volgens Gorn en Goldberg (1982) hebben gezonde voedingsmiddelen in televisiereclames echter alleen effect op het voedingspatroon van kinderen als zij er dagelijks mee geconfronteerd worden. Een enkele keer een fruitreclame op televisie tonen weegt volgens de onderzoekers niet op tegen het aantal snoepreclames waar kinderen dagelijks mee geconfronteerd worden en verandert dan waarschijnlijk ook niet een ongezond voedingspatroon. Gorn en Goldberg (1982) stelden tijdens een zomerkamp kinderen tussen de vijf en acht jaar twee weken lang bloot aan voedingsreclame op televisie. Kinderen die dagelijks snoepreclame op televisie zagen kozen als tussendoortje eerder voor snoep dan voor fruit. Kinderen die alleen waren blootgesteld aan fruitreclame of aan geen televisiereclame kozen eerder voor het fruit. Tevens bleek uit het onderzoek van Gorn en Goldberg (1982) dat kinderen op een jonge leeftijd heel goed weten wat ze eigenlijk zouden moeten eten. Zowel de kinderen die de snoepreclame op televisie hadden gezien als de kinderen die de fruitreclame of geen reclame hadden gezien gaven aan dat ze wisten dat de kampdokter liever wilde dat ze fruit zouden eten in plaats van snoep. Kinderen die de snoepreclame op televisie hadden gezien handelden hier echter niet naar en kozen als tussendoortje toch eerder voor snoep. Net als uit het onderzoek van Gorn en Goldberg (1982) en Halford et al. (2004) bleek ook uit een onderzoek van Borzekowski en Robinson (2001) dat voedingsreclame op televisie de voedingskeuze van kinderen beïnvloedt en dat dit kan leiden tot een ongezond voedingspatroon. Volgens de onderzoekers suggereerden de resultaten dat het één of twee keer blootstellen van kinderen aan een voedingsreclame van tien tot dertig seconden meteen de voedingskeuze op de korte termijn beïnvloedt bij kinderen tussen de twee en zes jaar. Kinderen die een televisiereclame hadden gezien met ongezonde voedingsmiddelen als snoep hadden ook meestal een voorkeur voor deze ongezonde voedingsmiddelen. Tevens gaven de meeste ouders in het onderzoek van Borzekowski en Robinson (2001) aan dat hun kinderen niet het achterliggende doel van reclame begrijpen. Niet alleen kijken naar voedingsreclame op televisie kan invloed hebben op de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen bij kinderen, ook het herinneren van 17

18 voedingsreclame kan hier invloed op hebben (Hitchings & Moynihan, 1998). Uit het onderzoek van Hitchings en Moynihan (1998) bleek dat kinderen die voedingsreclames op televisie herinneren de voedingsmiddelen uit deze reclames meestal ook consumeren. Cornflakesreclame op televisie werd door kinderen het meest herinnerd en het geadverteerde voedingsmiddel geconsumeerd. Cornflakes bevatten volgens de onderzoekers veelal veel suikers wat een bijdrage kan leveren aan een ongezond voedingspatroon. Hitchings en Moynihan (1998) maakten wel een kanttekening door aan te geven dat voedingsreclame op televisie niet altijd gerelateerd hoeft te zijn aan de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen, maar dat het ook waarschijnlijk is dat kinderen televisiereclames met ongezonde voedingsmiddelen herinneren als zij deze voedingsmiddelen al eten. In tegenstelling tot het onderzoek van Gorn en Goldberg (1982) waarin zowel de invloed van gezonde als ongezonde voedingsmiddelen in televisiereclame op de consumptie bij kinderen werd onderzocht, keken Hitchings en Moynihan (1998) alleen naar de invloed van het herinneren van ongezonde voedingsmiddelen in televisiereclame op de consumptie bij kinderen. Samenvattend zijn de onderzoeksresultaten die weergeven in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot een ongezond voedingspatroon leidt eenduidig. Televisiereclame met ongezonde voedingsmiddelen kan leiden tot een ongezond voedingspatroon bij kinderen, aangezien voedingsreclame de voedingskeuze bij kinderen kan beïnvloeden maar ook kan leiden tot meer consumptie van geadverteerde merken en tot consumptie van ongezonde voedingsmiddelen in het algemeen (Borzekowski & Robinson, 2001; Buijzen et al., 2007; Gorn & Goldberg, 1982; Halford et al., 2004; Halford et al., 2007; Hitchings & Moynihan, 1998). Naast het kijken naar televisiereclame kan ook het herinneren ervan invloed hebben op de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen bij kinderen. Kinderen die voedingsreclame op televisie herinneren consumeren de voedingsmiddelen uit deze reclames meestal ook (Hitchings & Moynihan, 1998). Daarbij zou het tonen van gezonde voedingsmiddelen in televisiereclame kunnen leiden tot een gezonder voedingspatroon bij kinderen (Dixon et al., 2007; Gorn & Goldberg, 1982). 18

19 3. Conclusie Binnen dit literatuuronderzoek is gekeken in hoeverre televisiereclame bij kinderen leidt tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon. Onderzoek naar deze effecten is van belang aangezien het een bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie die ouders en overheid voeren rondom televisiereclame gericht op kinderen. Ondanks de vele discussies is er nog steeds geen overeenstemming of televisiereclame bij kinderen leidt tot onbedoelde effecten, welke die effecten zijn en in hoeverre ze worden ondersteund door empirisch onderzoek. Meer inzicht in de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen is daarom van belang. Aan het begin van dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: In hoeverre leidt televisiereclame bij kinderen tot de onbedoelde effecten materialisme, ouderkindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon? Met dit onderzoek is getracht meer duidelijkheid te geven omtrent de bevindingen met betrekking tot de onderzoeksvraag. Er kwamen veel eenduidige bevindingen naar voren uit de onderzoeken die keken in hoeverre televisiereclame bij kinderen tot de onbedoelde effecten materialisme, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon leidt. Uit diverse resultaten bleek dat televisiereclame bij kinderen kan leiden tot materialisme. Kinderen spelen na het zien van speelgoedreclame bijvoorbeeld liever met speelgoed dan met hun vrienden. Daarbij zou praten in gezinnen over televisiereclame er mogelijk voor kunnen zorgen dat kinderen er minder materialistisch door worden. Verder bleek dat televisiereclame op korte termijn bij kinderen tot ongelukkigheid kan leiden als een aankoopverzoek door ouders wordt afgewezen. Onderzoek naar ongelukkigheid als lange termijn effect van televisiereclame op kinderen is zeer beperkt. Uit het enige beschikbare onderzoek is niet gebleken dat kinderen ongelukkigheid ervaren als zij hun eigen situatie vergelijken met het beeld wat in televisiereclame wordt geschetst over producten en mensen. Verder is uit dit literatuuronderzoek gebleken dat voedingsreclame op televisie bij kinderen wel degelijk kan leiden tot een ongezond voedingspatroon, aangezien voedingsreclames de voedingskeuze bij kinderen kan beïnvloeden maar ook kan leiden tot meer consumptie van geadverteerde merken en tot consumptie van ongezonde voedingsmiddelen in het algemeen. Een verklaring hiervoor komt uit de sociale leertheorie die veronderstelt dat het beeld dat wordt weergegeven in televisiereclame (bijvoorbeeld het consumeren van ongezonde voedingsmiddelen) kan leiden tot hetzelfde soort gedrag bij televisiekijkers. Dit kan echter ook betekenen dat het 19

20 tonen van gezonde voedingsmiddelen in televisiereclame kan leiden tot een gezonder voedingspatroon bij kinderen. Onderzoeksresultaten met betrekking tot het effect van televisiereclame op ouder-kindconflict waren niet altijd eenduidig. In één onderzoek werd geconcludeerd dat televisiereclame direct tot ouder-kindconflict kan leiden, in andere onderzoeken werd geconcludeerd dat een ouder-kindconflict indirect via de aankoopverzoeken van kinderen tot stand kan komen. Net als bij materialisme zou ook praten in gezinnen over televisiereclame ouder-kindconflict kunnen verminderen. Concluderend kan gesteld worden dat televisiereclame bij kinderen kan leiden tot de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon. 20

21 4. Discussie Ondanks dat er door dit literatuuronderzoek meer inzicht is verkregen in de onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen, zijn er ook een aantal tekortkomingen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat televisiereclame via de aankoopverzoeken van kinderen op korte termijn tot ongelukkigheid kan leiden als ouders deze aankoopverzoeken afwijzen. Onderzoek naar ongelukkigheid als lange termijn effect van televisiereclame op kinderen is echter te beperkt om tot conclusies te komen. Slechts uit één onderzoek bleek dat televisiereclame op lange termijn niet tot ongelukkigheid bij kinderen leidt. In vervolgonderzoek is het belangrijk om naar het lange termijn effect van televisiereclame op ongelukkigheid bij kinderen te kijken, zodat hier meer wetenschappelijk inzicht in verkregen wordt. Naast dat het belangrijk is om meer onderzoek te verrichten naar ongelukkigheid als onbedoeld effect van televisiereclame op kinderen, is ook meer recent onderzoek gewenst naar de onbedoelde effecten materialisme en ouder-kindconflict. Buijzen en Valkenburg (2003a) zijn de enige onderzoekers die recent onderzoek hebben verricht naar deze onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen. In dit literatuuronderzoek konden daarom de resultaten van Buijzen en Valkenburg (2003a), behalve bij materialisme, niet vergeleken worden met ander recent (sinds 2000) gepubliceerd onderzoek. Meer onderzoek naar de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict en ongelukkigheid van televisiereclame op kinderen is van belang om een meer recent beeld te verkrijgen van deze effecten. Uit meerdere onderzoeken bleek dat televisiereclame bij kinderen tot materialisme en ouder-kindconflict kan leiden, maar dat praten in gezinnen over televisiereclame deze effecten kunnen afzwakken. In een ander onderzoek werden deze resultaten echter niet bevestigd. Aangezien in dit literatuuronderzoek niet uitgebreid is onderzocht in hoeverre bijvoorbeeld ouders de onbedoelde effecten materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon zouden kunnen afzwakken, zou in vervolgonderzoek hier meer inzicht in gegeven kunnen worden. Helemaal nu uit dit literatuuronderzoek is gebleken dat televisiereclame kan leiden tot materialisme, ouder-kindconflict, ongelukkigheid en een ongezond voedingspatroon is het belangrijk om meer inzicht te krijgen hoe deze negatieve bijwerkingen van blootstelling aan televisiereclame af te zwakken zijn door bijvoorbeeld ouders. 21

22 Literatuurlijst Atkin, C. K. (1975). The effects of television advertising on children: survey of children s and mothers responses to television commercials (report no. 8). East Lansing, MI: Michigan State University. ERIC Document Reproduction Service No. ED Borzekowski, D. L. G. & Robinson, T. N. (2001). The 30 second effect: an experiment revealing the impact of television commercials on food preferences of preschoolers. Journal of the American Dietetic Association, 101(1), Buijzen, M. (2007). Commercie in de jeugdcultuur: vette verleiders en weerbare kinderen. In H. Dagevos & G. Munnichs (Eds.), De obesogene samenleving (pp ). Amsterdam: Amsterdam University Press. Buijzen, M., Schuurman, J. & Bomhof, E. (2007). De relatie tussen televisiereclame voor voedingsmiddelen en consumptiepatronen van kinderen. Psychologie en gezondheid, 35, Buijzen, M. & Valkenburg, P. M. (2000). The impact of television advertising on children s Christmas wishes. Journal of Broadcasting and Electronic Media, 44, Buijzen, M. & Valkenburg, P. M. (2003a). The unintended effects of television advertising: a parent child survey. Communication Research, 30,

23 Buijzen, M. & Valkenburg, P. M. (2003b). The effects of television advertising on materialism, parent child conflict, and unhappiness: a review of research. Applied Developmental Psychology, 24, Buijzen, M. & Valkenburg, P. M. (2005). Parental mediation of undesired advertising effects. Journal of Broadcasting & Electronic Media 49(2), Dixon, H. G., Scully, M. L., Wakefield, M. A., White, V. M. & Crawford, D. A. (2007). The effects of television advertisements for junk food versus nutritious food on children's food attitudes and preferences. Social Science & Medicine, 65, European Heart Network. (2005). De marketing van ongezonde voeding bij kinderen in Europa [Elektronische versie]. Opgehaald 26 oktober, 2008, van Goldberg, M. E. & Gorn, G. J. (1978). Some unintended consequences of tv advertising to children. The Journal of Consumer Research, 5(1), pp Gorn, G. J. & Goldberg, M. E. (1982). Behavioral evidence of the effects of televised food messages on children. The Journal of Consumer Research, 9(2), Halford, J. C. G., Boyland, E. J., Hughes, G., Oliveira, L. P. & Dovey, T. M. (2007). Beyondbrand effect of television food advertisements/commercials on caloric intake and food choice of 5-7-year-old children. Appetite, 49,

24 Halford, J. C. G., Gillespie, J., Brown, V., Pontin, E. E. & Dovey, T. M. (2004). Effects of television advertisements for foods on food consumption in children. Appetite, 42, Hitchings, E. & Moynihan, P. J. (1998). The relationship between television food advertisements recalled and actual foods consumed by children. Journal of Human Nutrition and Dietetics, 11, Isler, L., Popper, E. T. & Ward, S. (1987). Children s purchase requests and parental responses: results from a diary study. Journal of Advertising Research, 27(5), Kijkwijzer. (z.d.). Opgehaald 26 oktober, 2008, van Martin, M. C. & Kennedy, P. F. (1993). Advertising and social consequences for female preadolescents and adolescents. Psychology & Marketing, 10, Mens, C. & Buijzen, M. (2006). Interventie van reclame gericht op kinderen: een experimenteel onderzoek naar de effectiefste interventiestrategie. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 34(4), Robertson, T. S., Rossiter, J. R. & Ward, S. (1985). Consumer satisfaction among children. Advances in Consumer Research, 12, Sheikh, A. A. & Moleski, L. M. (1977). Conflict in the family over commercials. Journal of Communication, 27(1),

Bachelor scriptie (definitieve versie)

Bachelor scriptie (definitieve versie) Bachelor scriptie (definitieve versie) Voedingsreclames moeten rekening houden met kinderen Een literatuuronderzoek naar de blootstelling van voedingsreclames op televisie op het ongezond eetgedrag van

Nadere informatie

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Thesis De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en de rol van geslacht, leeftijd en gewicht. Naam: Gamze

Nadere informatie

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? 24 mei 2012 Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? Afstudeerseminar Media en Reclame Bachelorthesis Jamila Reimerink 6124739 Docenten: Corine Meppelink Charlotte

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg

Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 1 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg Paper gepubliceerd in jubileumnummer

Nadere informatie

Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen

Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen 293 Natalie Van Hemelen, Ine Beyens & Steven Eggermont* Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen Deze studie onderzoekt of reclameblootstelling leidt tot een verhoogd

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Natascha Notten Wetenschappelijk Congres Mediawijsheid - 24 januari 2018 Email: n.notten@ru.nl https://www.youtube.com/watch?v=rbb5roa1nvq

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/134973

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het Pagina 1 / 16 Huwelijk en armoede Het huwelijk blijkt de kans op armoede als kind en volwassene te verkleinen. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op armoede tijdens het opgroeien. De

Nadere informatie

Online reclame versus traditionele reclame

Online reclame versus traditionele reclame Student: Jamie Kaandorp Studentnummer: 5909317 Kader: BA Thesis Opleiding: Communicatiewetenschap Begeleider: S.M. Zwier Datum: 25 januari 2010 Online reclame versus traditionele reclame Literatuurstudie

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo 2009 - I

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo 2009 - I Opgave 4 De invloed van tv-reclame tekst 8 Ongezond eetgedrag door tv Onderzoeker: vergroot reclameweerbaarheid van kinderen 2 Tv-kijken is veel slechter voor kinderen dan werd aangenomen, bleek vorige

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

2 Online informatie voor patiënten. Welkom! Onderzoeksverslagen. Evaluatie van

2 Online informatie voor patiënten. Welkom! Onderzoeksverslagen. Evaluatie van Welkom! Welkom bij de vijfde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie dr. Eva van Reijmersdal dr. Esther Rozendaal Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Regulatie Regulatie Verbod Transparantie Regulatie: verbod

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Alcoholmarketing in Europa en Nederland

Alcoholmarketing in Europa en Nederland Alcoholmarketing in Europa en Nederland Presentatie van onderzoek naar de effecten van alcoholreclame op het drinkgedrag van Europese jongeren en met name in de Nederlandse situatie. Dominique Lenssen,

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge 153 Samenvatting Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge Informatica is een vak dat de laatste 20 jaar meer en meer onderwezen wordt

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding, risico s en kansen Mediaopvoeding kan kansen bieden, maar ook een belemmering vormen

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

vervolgonderwijs na de lagere school, waar men tot 14 jaar verblijft. Deze scholen zijn gelegen in Kosice, een stad in Oost-Slowakije met 240.

vervolgonderwijs na de lagere school, waar men tot 14 jaar verblijft. Deze scholen zijn gelegen in Kosice, een stad in Oost-Slowakije met 240. SAMENVATTING De aanwezigheid van sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV) is bevestigd in bijna alle West Europese landen. Gedurende de vroege kinderleeftijd zijn de SEGV groot; ze blijven gedurende

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Is reclame gevaarlijk voor kinderen?

Is reclame gevaarlijk voor kinderen? Is reclame gevaarlijk voor kinderen? Een literatuuronderzoek naar de effecten van reclame op materialisme bij kinderen. Naam student: Ilse Visscher Studentnummer: 6032893 Afstudeerseminar: Media-entertainment

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Het doen van literatuuronderzoek

Het doen van literatuuronderzoek Het doen van literatuuronderzoek Workshop Miniconferentie Kritisch denken in de wetenschap Saskia Brand-Gruwel Iwan Wopereis Invoegen Afbeelding homepage Boekenweek 2011 Pagina 2 Wat dan wel? Wat dan wel?

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

Zitten, een ongezonde duursport? Zutphen, 12 maart Erik de Winter, adjunct-directeur Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen

Zitten, een ongezonde duursport? Zutphen, 12 maart Erik de Winter, adjunct-directeur Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen Zitten, een ongezonde duursport? Zutphen, 12 maart 2015 Erik de Winter, adjunct-directeur Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen Ontwikkeling van de mens Ontwikkeling van het werk Duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD De perceptie van jonge dieren volgens de Nederlandse consument Judith de Roij van Zuijdewijn Karin Ursem 31369 Intomart GfK 2012 Wakker Dier Jonge dieren

Nadere informatie

Armoede en gevolgen voor kinderen

Armoede en gevolgen voor kinderen Armoede en gevolgen voor kinderen Hilde Kalthoff Zie ook Opgroeien en opvoeden in armoede, Kalthoff 2018 Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Armoede en opvoeden Gevolgen

Nadere informatie

Tussenstand in de discussie over mogelijke herziening van de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen

Tussenstand in de discussie over mogelijke herziening van de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen Tussenstand in de discussie over mogelijke herziening van de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen Er wordt serieus nagedacht over een herziening van de richtlijn ten aanzien van de adviezen gericht

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten. (zie volgende sheets)

Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten. (zie volgende sheets) Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten (zie volgende sheets) Op zoek naar empirisch onderbouwde adviezen Adviezen gebaseerd op degelijk en recent empirisch onderzoek! Consensus Report* van Richard

Nadere informatie

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid Samenvatting Samenvatting Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid In de komende jaren zullen meer echtgenoten samen oud worden en zelfstandig

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

2 Emoties in de spreekkamer

2 Emoties in de spreekkamer Welkom! Welkom bij de zesde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES

VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES DE VOEDINGSWAARDE VAN DE DRANKJES EN SNACKS DIE IN DE MEESTE SECUNDAIRE SCHOLEN WORDEN VERKOCHT, ZIJN IN STRIJD MET DE AANBEVELINGEN VOOR EEN GEZOND EETPATROON.

Nadere informatie

De ondervertegenwoordiging van migrantenjeugd in de jeugdhulpverlening: de rol van de schoolcontext

De ondervertegenwoordiging van migrantenjeugd in de jeugdhulpverlening: de rol van de schoolcontext De ondervertegenwoordiging van migrantenjeugd in de jeugdhulpverlening: de rol van de schoolcontext Esmée E. Verhulp Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht Met dank aan: Gonneke Stevens, Jochem

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Voeding en gezondheid anno 2016

Voeding en gezondheid anno 2016 Voeding en gezondheid anno 2016 Anke van den Brand, stafmedewerker gezonde voeding, VIGeZ Diabetessymposium Gent, 14 november 2016 1 AANDACHT VOOR GEZONDE VOEDING EN GEZONDHEID NEEMT TOE 2 Aandacht voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen Hilde Kalthoff Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Eerste jaren hersenontwikkeling, armoede en hechting Armoede,

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Opinies van jongeren mbt voeding (Carine Vereecken) Kieskeurig : Dranken en tussendoortjes op school (Olaf Moens & Loes Neven) Opinies van jongeren mbt voeding

Nadere informatie