Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht. Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg"

Transcriptie

1 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 1 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Moniek Buijzen & Patti M. Valkenburg Paper gepubliceerd in jubileumnummer 2005 van Kind en Adolescent, 26(1), Mevr. Dr. M.A. Buijzen is universitair docent en Mevr. Prof.dr. P. M. Valkenburg hoogleraar bij The Amsterdam School of Communications Research ASCoR van de Universiteit van Amsterdam. Contactadres: The Amsterdam School of Communications Research ASCoR, Afdeling Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam, Tel , Fax , m.a.buijzen@uva.nl

2 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 2 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Samenvatting In dit artikel geven we een overzicht van het empirische onderzoek naar de nadelige effecten van televisiereclame op kinderen en adolescenten. We bespreken bestaande hypothesen over de invloed van reclame op materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten. De validiteit van elk van deze hypothesen hebben we getest met behulp van een vote-counting analyse. Het kijken naar televisiereclame correleert zwak tot gematigd met zowel materialisme, gezinsconflict als ongezonde eetgewoonten. Ons onderzoeksoverzicht leidt tot verschillende werkhypothesen en suggesties voor toekomstig onderzoek. Adverse Effects of Television Advertising: A Review of Research Summary In this article, we review the empirical research on the undesirable effects of television advertising on children and adolescents. We discuss existing hypotheses about the impact of advertising on materialism, family conflict, and unhealthy eating habits. The validity of each of the hypotheses is tested using a vote-counting analysis. Our analyses reveal that exposure to advertising is small to moderately related to materialism, family conflict, and unhealthy eating habits. Our review provides several working hypotheses and suggestions for future research. Keywords: TELEVISION ADVERTISING; CHILDREN; REVIEW Totaal aantal woorden: 5.660

3 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 3 Nadelige Invloeden van Televisiereclame: Een Onderzoeksoverzicht Het onderwerp kind en reclame staat de laatste jaren steeds meer in de belangstelling van politici en beleidsmakers. In navolging van diverse andere Europese landen, zoals Noorwegen en Zweden, die hun wet- en regelgevingen hebben aangescherpt, wordt ook in Nederland steeds vaker gesproken over restricties op kinderreclame. Deze pogingen tot aanscherping van de wetgeving komen voort uit de wijdverbreide overtuiging dat reclame nadelige effecten op kinderen heeft. Wat deze nadelige effecten precies zijn, en in hoeverre er empirische evidentie voor is, is tot op heden echter niet duidelijk. Het doel van dit onderzoeksoverzicht is te vast te stellen óf en in hoeverre hypothesen over nadelige reclameeffecten worden gesteund door empirisch onderzoek. In dit onderzoeksoverzicht richten we ons op de drie nadelige effecten van televisiereclame die het meest naar voren komen in het maatschappelijke en academische debat: materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten (Kunkel e.a., 2004). Om een inschatting te maken van de aard en grootte deze effecten voerden wij een vote-counting analyse uit (Bushman, 1994; Johnson & Eagly, 2000). In een vote-counting analyse wordt nagegaan hoeveel van de studies naar een bepaalde hypothese statistisch significante bevindingen in de gehypothetiseerde richting hebben opgeleverd. Hierbij wordt rekening gehouden met de rol van verschillende onderzoekskenmerken, zoals methode van onderzoek, steekproefgrootte, leeftijd van de respondenten en moderatorvariabelen. Vote-counting wordt gezien als de meest geschikte methode voor literatuurintegratie wanneer het aantal verrichte studies klein en heterogeen is, zoals het geval is met de reclame-effectliteratuur (Bushman, 1994; Johnson & Eagly, 2000).

4 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 4 Om het onderzoek naar de effecten van reclame op materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten te verzamelen, voerden we een geautomatiseerde literatuurzoekopdracht uit via de belangrijkste databestanden (Econlit, ERIC, PsycInfo, Sociological Abstracts en Social Sciences Citation Index). Vervolgens hebben we de referenties van de gevonden publicaties bestudeerd om de bronnen te vinden die niet voorkomen in de genoemde databestanden. Hypothesen over de Effecten van Televisiereclame De afgelopen vier decennia zijn in de literatuur verschillende hypothesen met betrekking tot de invloed van reclame op materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten naar voren gebracht. Hieronder bespreken we eerst de verschillende hypothesen die zijn onderzocht, waarna we voor elke hypothese de empirische evidentie nagaan. Reclame bevordert materialisme (H1). Verschillende auteurs menen dat reclame invloed heeft op materialistische waarden van kinderen en adolescenten (Greenberg & Brand, 1993; Pollay, 1986). Volgens deze auteurs bevordert reclame materialisme omdat het ten doel heeft verlangens op te wekken die kinderen en adolescenten normaal niet zouden hebben. Bovendien zou televisiereclame de indruk wekken dat bezittingen het meest belangrijk zijn en dat deze bezittingen--de geadverteerde producten--bepaalde begerenswaardige eigenschappen meebrengen, zoals schoonheid, succes, status en geluk (Pollay, 1986). Reclame bevordert gezinsconflicten (H2). Een tweede hypothese stelt dat reclame tot conflict in het gezin leidt (Atkin, 1980; Robertson, 1979). Hoewel sommige onderzoekers

5 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 5 menen dat reclame direct van invloed kan zijn op gezinsconflict (e.g., Robertson, 1979), vinden anderen het plausibeler dat deze relatie wordt gemedieerd door de aankoopverzoeken van kinderen en afwijzingen van ouders van deze verzoeken (Buijzen & Valkenburg, 2003). Volgens deze gemedieerde hypothese leidt reclame (a) tot een verhoogd aantal verzoeken om geadverteerde producten (H2a), wat (b) de kans op gezinsconflict verhoogt (H2b). Reclame bevordert ongezonde eetgewoonten (H3). Een laatste hypothese stelt dat televisiereclame behoeftes creëert voor geadverteerde voedingsproducten, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid van kinderen (Kunkel e.a., 2004). Een groot deel van televisiereclames gericht op kinderen adverteert voor calorierijke producten, zoals snoep, snacks, frisdrank en fast-food restaurants (Consumers International, 1996). Reclame wordt daarom vaak als oorzaak genoemd voor de aanzienlijke toename van overgewicht onder kinderen het afgelopen decennium (Kunkel e.a., 2004). Verschillende auteurs stellen dat blootstelling aan reclames (a) de consumptie van de geadverteerde producten vergroot (H3a), wat (b) kan leiden tot overgewicht bij kinderen en adolescenten (H3b). Empirische Evidentie: Materialisme Definitie en Operationalisatie Materialisme Materialisme wordt gezien als het overmatig belang hechten aan geld en bezittingen en het idee dat rijkdom en materiële bezittingen de sleutel zijn tot succes en welzijn (Belk, 1985). In de meeste correlationele studies naar reclame en materialisme werd de operationalisatie van Ward en Wackman (1971) gebruikt (Buijzen & Valkenburg 2003;

6 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 6 Churchill & Moschis, 1979; Moschis & Churchill, 1978; Moschis & Moore, 1982). Deze studies gebruikten items zoals "het is echt waar dat je met geld geluk kan kopen" en "het is mijn levensdroom om kostbare spullen te kunnen bezitten." In het experiment van Goldberg en Gorn (1978) werd materialisme geoperationaliseerd als de voorkeur voor speelgoed boven vriendjes. Op deze operationalisatie gaan we nader in bij de bespreking van de experimentele studies. Correlationele Studies De specifieke kenmerken (steekproefgrootte, leeftijd respondenten, controlevariabelen en moderatorvariabelen) van de correlationele studies naar de relatie tussen televisiereclame en materialisme staan vermeld in Tabel 1. In de laatste kolom van Tabel 1 worden de belangrijkste uitkomsten en de sterkte van de gevonden verbanden vermeld. De coëfficiënten (r, pr, ) zijn opgenomen om een indruk te geven van de gevonden effectgrootten Tabel In vier studies werden ruwe correlaties berekend (Atkin, 1975a, 1975b; Moschis & Churchill, 1978; Moschis & Moore, 1982). Deze correlaties bleken steeds significant positief in een orde van grootte tussen r =.13 (Moschis & Churchill, 1978) en r =.32 (Moschis & Moore, 1982). In drie van de vier studies bleven de verbanden tussen kijkfrequentie en materialisme significant wanneer werd gecontroleerd voor leeftijd, sekse, sociaaleconomische status, schoolprestaties, etniciteit, volgorde van geboorte en communicatie met ouders en leeftijdgenoten over consumentenaangelegenheden. In de studie van Moschis en Churchill (1978) bleef de significante ruwe correlatie niet staan wanneer gezamenlijk werd

7 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 7 gecontroleerd voor negen variabelen, waaronder gezinscommunicatie over consumentenzaken en motivaties om naar commercials of televisieprogramma's te kijken. Ook Ward en Wackman (1971) vonden geen verband tussen blootstelling aan televisie en materialisme, waarbij zij onder meer controleerden voor verschillende motivaties om naar reclame te kijken. Moschis en Moore (1982) en Buijzen en Valkenburg (2003) ten slotte vonden dat het effect van reclame op materialisme alleen opging voor kinderen uit gezinnen waar niet over reclame en consumentenzaken werd gepraat. Quasi-Experimentele en Experimentele Studies Twee (quasi-) experimentele studies onderzochten de relatie tussen reclameblootstelling en materialisme. Greenberg en Brand (1993) onderzochten onder 782 adolescenten van vijftien en zestien jaar verschillen in materialisme tussen adolescenten van scholen waar het commerciële schoolnet Channel One werd uitgezonden en adolescenten van scholen waar dit net niet werd uitgezonden. Adolescenten die waren blootgesteld aan Channel One bleken significant vaker materialistische antwoorden te geven dan adolescenten die niet aan deze zender waren blootgesteld (r =.11). Goldberg en Gorn (1978) lieten een groep vier- tot vijfjarigen tien minuten naar een televisieprogramma voor kleuters kijken. Een groep kinderen kreeg het kleuterprogramma mét reclames te zien en een andere groep zonder. Na afloop van het televisieprogramma kregen alle kinderen twee foto s te zien. Op de eerste foto stond een jongen afgebeeld met het geadverteerde speelgoed in zijn hand. De tweede foto toonde een andere jongen, die geen speelgoed in zijn hand had. De kinderen werd verteld dat de jongen met het geadverteerde speelgoed "niet zo'n leuke jongen" was. Vervolgens liet men de kinderen kiezen met welke jongen op de foto ze het liefst wilden spelen. De kinderen die de commercial hadden gezien,

8 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 8 kozen significant vaker voor de niet zo leuke jongen met het speelgoed (51%) dan de kinderen in de controlegroep (30%). In hetzelfde experiment gebruikten Goldberg en Gorn (1978) een tweede operationalisatie van materialisme. De kinderen werd gevraagd of ze liever met het geadverteerde speelgoed wilden spelen of met hun vriendjes in de zandbak. De kinderen die de advertentie hadden gezien verkozen het speelgoed significant vaker boven hun vriendjes (59%) dan de kinderen in de controlegroep (30%). Het is echter de vraag of dit experiment daadwerkelijk heeft aangetoond dat reclame kinderen materialistisch maakt. Het is immers aannemelijk dat een aantrekkelijke speelgoedreclame tijdelijk de nieuwsgierigheid van kinderen wekt en dat het nieuwsgierigheid is, en niet materialisme, die maakt dat de kinderen het speelgoed boven een vriendje verkozen. Empirische Evidentie: Gezinsconflict Definitie en Operationalisatie Gezinsconflict Gezinsconflict wordt gezien als een negatieve interactie tussen ouder en kind over productaankopen en werd in het onderzoek op twee manieren geoperationaliseerd. In correlationeel onderzoek werd ouders of kinderen gevraagd aan te geven hoe vaak ze onenigheid hadden met de andere partij over productaankopen. In experimenteel onderzoek werd gezinsconflict gedefinieerd als de negatieve reacties van kinderen op afwijzingen van productverzoeken, zoals boosheid of het tegen de wil van de ouder ingaan (Goldberg & Gorn, 1978).

9 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 9 Correlationele Studies Negen correlationele studies onderzochten de relatie tussen reclameblootstelling en aankoopverzoeken (H2a; Atkin, 1975a, 1975b; Buijzen & Valkenburg, 2000, 2003; Galst & White, 1976; Isler, Popper, & Ward, 1987; Robertson & Rossiter, 1976, 1977; Robertson e.a., 1989). Vijf studies onderzochten de relatie tussen aankoopverzoeken en gezinsconflict (H2b; Atkin, 1975a, 1975b; Buijzen & Valkenburg, 2003; Robertson e.a., 1989; Ward & Wackman, 1972). Tenslotte onderzochten drie studies de directe relatie tussen reclame en gezinsconflict (Atkin, 1975a, 1975b; Buijzen & Valkenburg, 2003) Tabel De correlationele studies naar de relatie tussen televisiereclame en gezinsconflict staan vermeld in Tabel 2. De studies naar de relatie tussen reclameblootstelling en aankoopverzoeken (H2a) laten zonder uitzondering zien dat kinderen die meer naar commerciële televisie kijken hun ouders vaker om producten vragen. De ruwe correlaties in deze studies varieerden van r =.18 (Isler e.a., 1987) tot r =.41 (Atkin, 1975b). In onderzoek naar de correlaties tussen aankoopverzoeken en gezinsconflict (H2b) werd meestal gecontroleerd voor mogelijke derde variabelen. Deze studies vonden partiële correlaties van pr =. 25 (Atkin, 1975b) tot pr =.72 (Robertson e.a., 1989). In de studies van Atkin (1975a; 1975b) bleek de relatie alleen op te gaan voor jongens en niet voor meisjes, terwijl in het onderzoek van Buijzen en Valkenburg (2003) de relatie sterker bleek voor kinderen uit lage inkomensgezinnen. Ten slotte rapporteerden de twee studies naar de directe relatie tussen reclameblootstelling en gezinsconflict (H2) verbanden van respectievelijk r =.08 en r =.20

10 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 10 (Atkin, 1975a, 1975b). Buijzen en Valkenburg (2003) vonden in een padanalyse met aankoopverzoeken van kinderen als mediërende variabele echter geen directe relatie tussen reclame en gezinsconflict, hetgeen suggereert dat deze relatie niet direct is, maar wordt gemedieerd door de aankoopverzoeken van kinderen. Experimentele Studies Twee experimenten onderzochten de invloed van reclameblootstelling op aankoopverzoeken en gezinsconflict. Stoneman en Brody (1981) lieten zien dat blootstelling aan reclame het aantal aankoopverzoeken van kinderen stimuleert (H2a). In dit onderzoek werd de interactie tussen 36 moeders en hun drie- tot vijfjarige kleuters in de winkel onderzocht. De moeders kregen eerst samen met hun kind een cartoon te zien. De helft van de moeders en kinderen zagen alleen de cartoon, terwijl bij de andere helft zes commercials voor snoep en chips in de cartoon waren gemonteerd. Meteen na afloop van het televisiekijken gingen de moeders boodschappen doen met hun kinderen. De kinderen die net naar de snoepen chipscommercials hadden gekeken, deden ongeveer 50% meer aankoopverzoeken dan kinderen die de commercials niet hadden gezien. Deze kinderen vroegen bovendien ongeveer tweemaal zo vaak om de zojuist geadverteerde producten (M = 4.4) als de kinderen die de commercial niet hadden gezien (M = 1.9). Beide verschillen bleken significant. Goldberg en Gorn (1978) onderzochten de directe invloed van reclame op gezinsconflict (H2). Zij lieten 231 vier en vijf jaar oude kinderen een kleuterprogramma zien, waarin wél of geen speelgoedreclame was gemonteerd. Na afloop werd de kinderen gevraagd welk product ze liever wilden hebben, een tennisbal of het geadverteerde product. Hierbij werd hen verteld dat de voorkeur van hun moeder uitging naar de tennisbal. Kinderen die de

11 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 11 commercial hadden gezien, gingen significant vaker (46%) tegen de wil van hun moeder in dan kinderen die de commercial niet hadden gezien (21%). In hetzelfde experiment gebruikten Goldberg en Gorn (1978) een tweede operationalisatie van conflict. De kinderen werd na blootstelling aan het kleuterprogramma een verhaal verteld over een jongetje dat zijn vader vroeg om het geadverteerde speelgoed, maar dat vervolgens niet kreeg. Hierna werd de kinderen twee afbeeldingen getoond, één van een kind dat zijn vader knuffelt en één van een kind dat boos bij zijn vader wegloopt. Men vroeg de kinderen hoe ze dachten dat het jongetje uit het verhaal zou reageren. Hoewel kinderen die de commercial hadden gezien het plaatje met het boze jongetje iets vaker kozen, waren de verschillen tussen de experimentele groepen niet significant. Empirische Evidentie: Ongezonde Eetgewoonten Definitie en Operationalisatie Ongezonde Eetgewoonten Consumptiegedrag werd in de meeste correlationele studies vastgesteld door middel van zelfrapportage van het eetpatroon. Overgewicht werd geoperationaliseerd als Body Mass Index (BMI; gewicht in kg/[lengte in m] 2 ) of vetgehalte (gemeten als huidplooidikte op de triceps). In de experimentele studies werd consumptiegedrag meestal geoperationaliseerd als een kortetermijn-effect van de stimulus. Meestal vergeleek men het consumptiegedrag (bijv. het nuttigen van gezonde vs. ongezonde producten) van groepen kinderen die voorafgaand aan de meting wel of niet waren blootgesteld aan commercials voor voedingsmiddelen. Correlationele Studies

12 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 12 De relatie tussen reclame en het consumptiegedrag van kinderen en adolescenten (H3a) is onderzocht in vijf cross-sectionele correlationele studies (Atkin, 1975a; Bolton, 1983; Coon e.a., 2001; Ritchey & Olson, 1983; Taras e.a., 1989). De relatie tussen reclame en overgewicht (H3b) is onderzocht in één cross-sectionele (Gracey e.a., 1996) en drie causaal-correlationele studies (Dietz en Gortmaker, 1985; Hancox, Milne, & Poulton, 2004; Robinson e.a., 1993). Deze studies staan vermeld in Tabel Tabel In elk van de vijf correlationele studies naar de relatie tussen reclame en consumptiegedrag werd een significante relatie gevonden. Twee studies vonden ruwe correlaties van r =.30 (Atkin, 1975a) en r =.34 (Taras e.a., 1989). In Atkin s studie (1975a) bleef deze correlatie significant bij controle voor leeftijd, sekse, sociaal-economische status en schoolprestaties. De relatie bleek sterker voor meisjes en voor kinderen uit gezinnen zonder regels met betrekking tot snoepen en snacken. De drie overige studies voerden regressie-analyses uit met meerdere predictoren en vonden coëfficiënten voor reclamekijkfrequentie variërend van β =.15 (Bolton, 1983) tot β =.25 (Ritchey & Olson, 1983). In deze studies bleek met name het consumptiegedrag van de ouders een belangrijke voorspeller van het consumptiegedrag van kinderen dan hun televisiekijkfrequentie (bijv. in Bolton, 1983: β =.54 ). De cross-sectionele studie naar de relatie tussen televisiereclame en overgewicht (H3b) vond een significant positieve relatie van β =.06, terwijl gecontroleerd werd voor leeftijd, sekse, sociaal-economische status en school (Gracey e.a., 1996). Twee van de drie causaal-correlationele studies vonden ook significante relaties, in grootte variërend van β =.01 (sic; Dietz en Gortmaker, 1985) tot β =.11 (Hancox e.a., 2004). Deze relaties bleven

13 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 13 significant na controle voor sociaal-economische status, BMI bij aanvang van het onderzoek en BMI van de ouders. Experimentele Studies Van de zes experimenten naar de invloed van reclameblootstelling op het consumptiegedrag van kinderen (H3a) vonden drie studies een significante relatie. In een experiment van Goldberg en Gorn (1982) onder vijf- tot achtjarige kinderen in een zomerkamp, namen kinderen die naar snoepreclames hadden gekeken significant minder vaak fruit en sinaasappelsap in plaats van snoep als snack (25%) dan kinderen die de snoepreclames niet hadden gezien (34%). In het experiment van Jeffrey e.a. (1982) kozen vier- tot tienjarigen die naar reclames voor ongezonde voedingsmiddelen hadden gekeken significant vaker calorierijke snacks dan kinderen die de commercials niet hadden gezien, maar dit effect ging alleen op voor jongens. Dawson e.a. (1988) ten slotte vonden dat het consumptiegedrag van vijf- en zesjarigen die commercials voor ongezonde producten hadden gezien, significant groter was dan dat van kinderen die commercials hadden gezien voor gezonde producten (M = vs. M = 10.50). De resultaten van de overige experimenten zijn minder eenduidig. Goldberg en Gorn (1980) en Peterson e.a. (1984) vonden geen effect van reclame, terwijl Galst (1980) een negatief effect vaststelde. Bij deze studies kunnen de effecten van reclame voor voedingsmiddelen echter niet los gezien worden van andere experimentele stimuli, zoals blootstelling aan informatiespots van de overheid (Peterson e.a., 1984) of opvoedkundig commentaar van ouders tijdens het kijken (Galst, 1980), zodat geen uitsluitsel kan worden gegeven over de rol van voedingsmiddelenreclame in het consumptiegedrag van kinderen.

14 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 14 Discussie Het belangrijkste doel van dit vote-counting review was inzicht te verkrijgen in de status-quo van het empirische onderzoek naar drie nadelige effecten van televisiereclame: materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten. De Validiteit van de Hypothesen Reclame bevordert materialisme. Uit de grote meerderheid van de correlationele studies naar de relatie tussen blootstelling aan reclame en materialisme blijkt dat tussen deze twee variabelen een verband bestaat, dat door Cohen (1988) getypeerd zou worden als klein tot middelgroot. De relatie blijft in de meeste van deze studies staan na controle van mogelijke derde variabelen zoals leeftijd, sekse, sociaal-economische status en schoolprestaties. De correlationele resultaten worden bevestigd door het quasi-experiment van Greenberg en Brand (1993) en het experiment van Goldberg en Gorn (1978). Hoewel meer onderzoek nodig is om tot definitieve causale uitspraken te komen, suggereert onze analyse dat blootstelling aan televisiereclame materialistische waarden in kinderen stimuleert. Reclame bevordert gezinsconflict. De correlationele studies naar een of meer van de paden tussen reclame en gezinsconflict leveren zonder uitzondering kleine tot middelgrote verbanden op. Deze positieve verbanden worden slechts gedeeltelijk bevestigd door het experiment van Goldberg en Gorn (1978). De resultaten van zowel het correlationele als het experimentele onderzoek zijn in overeenstemming met de hypothese dat reclame gezinsconflict stimuleert. Verreweg het meeste onderzoek is echter correlationeel, terwijl de

15 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 15 enige experimentele studie weinig overtuigende resultaten laat zien. Hoewel het onderzoek in overeenstemming is met de hypothese dat reclame gezinsconflict bevordert, lijkt definitieve evidentie voor een causaal verband tot op heden te ontbreken. Reclame leidt tot ongezonde eetgewoonten. In het meeste correlationele onderzoek naar de relatie tussen blootstelling aan reclame en consumptiegedrag van kinderen wordt een kleine tot middelgrote relatie gevonden, terwijl de meeste studies naar de relatie tussen reclame en overgewicht van kinderen een significante, maar kleine relatie opleveren. Deze relaties blijven in de meeste studies staan na controle van verschillende kind- en gezinsvariabelen. De invloed van deze derde variabelen, met name het consumptiegedrag van de ouders, blijkt echter soms vele malen sterker dan dat van de reclame- en televisieblootstelling van kinderen. Het uitgevoerde experimentele onderzoek suggereert dat de causale richting van reclame naar verhoogde consumptie loopt en niet andersom. Concluderend kunnen we stellen dat het onderzoek de hypothese bevestigt dat blootstelling aan televisiereclame van invloed is op zowel het consumptiepatroon als het overgewicht van kinderen, hoewel de gevonden verbanden relatief klein zijn. Suggesties voor Toekomstig Onderzoek Ons literatuuroverzicht laat een drietal hiaten in de literatuur zien, waarop toekomstig onderzoek zich zou kunnen richten. In de eerste plaats bestaat er een behoefte aan een grotere verscheidenheid in onderzoeksmethoden. In het geval van reclame-effecten op materialisme en gezinsconflict geldt dat meer causaal onderzoek nodig is om de richting van de relaties vast te stellen. In het geval van reclame-effecten op gezondheid en overgewicht is onderzoek

16 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 16 gewenst dat de relatieve importantie van verschillende invloedsfactoren op de gezondheid van kinderen en adolescenten in kaart brengt. Toekomstig onderzoek dient tevens meer aandacht te besteden aan de operationalisatie van reclameblootstelling. In de meeste correlationele en causaalcorrelationele studies is reclameblootstelling geoperationaliseerd als televisiekijkfrequentie, waardoor het vaak onduidelijk is of de gevonden relaties daadwerkelijk zijn toe te schrijven aan televisiereclame. In het geval van overgewicht is het bijvoorbeeld voorstelbaar dat kinderen die veel televisiekijken minder bewegen, hetgeen een belangrijke alternatieve verklaring vormt van de gevonden effecten op overgewicht (Renders e.a., 2003). Een manier om reclameblootstelling accuraat vast te stellen is het bijhouden van gedetailleerde televisiedagboeken waarmee nagegaan kan worden hoeveel en welke reclames kinderen en adolescenten precies zien (zie bijv., Bolton, 1983). Op deze manier kan de specifieke rol van televisiereclame bij het ontstaan van materialisme, gezinsconflict en ongezonde eetgewoonten nauwkeuriger worden nagegaan. In de derde en laatste plaats zou toekomstig onderzoek zich meer moeten richten op de onderliggende mechanismen die de effecten van reclame (mede-) bepalen. Tot op heden kenmerkt het reclame-effect onderzoek zich door een vluchtig karakter. Onderzoekers dragen bij aan het wetenschappelijk debat met één of meer studies, en verlaten daarna weer snel het veld. Dit kan de reden zijn dat het reclame-effectonderzoek slechts zelden wordt geleid door expliciete theoretische modellen. Veel studies onderzoeken de relaties tussen reclame en materialisme, gezinsconflicten en ongezonde eetgewoonten als een input-output proces, zonder de mechanismen te onderzoeken die verantwoordelijk kunnen zijn voor deze effecten. Ons review heeft een aantal werkhypothesen opgeleverd om het effect van reclame verder te bestuderen. Toekomstig onderzoek zou zich naar ons idee meer moeten richten op de vraag hoe reclame het leven van kinderen beïnvloedt dan op de vraag of zij dit beïnvloedt.

17 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 17 Referenties Studies opgenomen de vote-counting analyses worden gemarkeerd door een asterisk. *Atkin, C. K. (1975a). Survey of pre-adolescent's responses tot television commercials. In The effects of television advertising on children, report #6. East Lansing, MI: Michigan State University. (ERIC Document Reproduction Service No. ED116820). *Atkin, C. K. (1975b). Survey of children's and mother's responses tot television commercials. In The effects of television advertising on children, report #8. East Lansing, MI: Michigan State University. (ERIC Document Reproduction Service No. ED123675). Atkin, C. K. (1980). Effects of television advertising on children. In E. L. Palmer & A. Dorr (Eds.), Children and the faces of television: Teaching, violence, selling (pp ). New York: Academic Press. Belk, R. W. (1985). Materialism: Trait aspects of living in the material world. Journal of Consumer Research, 12, *Bolton, R. N. (1983). Modeling the impact of television food advertising on children s diets. Current Issues and Research in Advertising, 6, *Buijzen, M., & Valkenburg, P. M. (2000). The impact of television advertising on children s Christmas wishes. Journal of Broadcasting and Electronic Media, 44, *Buijzen, M., & Valkenburg, P. M. (2003). The unintended effects of television advertising: A parent-child survey. Communication Research, 30, Bushman, B. J. (1994). Vote-counting procedures in meta-analysis. In H. Cooper & L. V. Hedges (Eds.), The handbook of research synthesis (pp ). New York: Russell Sage Foundation. *Churchill, G. A., & Moschis, G. P. (1979). Television and interpersonal influences on adolescent consumer learning. Journal of Consumer Research, 6,

18 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 18 Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences. (2nd ed.) Hillsdale, NJ: Erlbaum. Consumers International (1996). A spoonful of sugar. Television food advertising aimed at children: An International Survey. London: Consumers International. *Coon, K. A., Goldberg, J., Rogers, B. L., Tucker, K. L. (2001). Relationships between use of television during meals and children s food consumption patterns. Pediatrics, 107, e7. Available at the Pediatrics web site: *Dawson, B. L., Jeffrey, D., Balfour, P., Walsh, J.A. (1988). Television food commercials effect on children s resistance to temptation. Journal of Applied Social Psychology, 18, *Dietz, W. H., & Gortmaker, S. L. (1985). Do we fatten our children at the television set? Obesity and television viewing in children and adolescents. Pediatrics, 75, *Galst, J. P. (1980). Television food commercials and pro-nutritional public service announcements as determinants of young children s snack choices. Child Development, 51, *Galst, J., & White, M. (1976). The unhealthy persuader: The reinforcing value of television and children's purchase-influencing attempts at the supermarket. Child Development, 47, *Goldberg, M. E., & Gorn, G. J. (1978). Some unintended consequences of TV advertising to children. Journal of Consumer Research, 5(1), *Gorn, G. J., & Goldberg, M. E. (1980). Children s responses to repetitive television commercials. Journal of Consumer Research, 6, *Gorn, G. J., & Goldberg, M. E. (1982). Behavioral evidence of the effects of televised food messages on children. Journal of Consumer Research, 9,

19 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 19 *Gracey, D., Stanley, N., Burke, V., Corti, B., & Beilin, L. J. (1996). Nutritional knowledge, beliefs and behaviours in teenage school students. Health Education Research, 11, *Greenberg, B. S., & Brand, J. E. (1993). Television news and advertising in schools: The Channel One controversy. Journal of Communication, 43(1), *Hancox, R. J., Milne, B. J., & Poulton, R. (2004). Association between child and adolescent television viewing and adult health: A longitudinal birth cohort study. The Lancet, 364, *Isler, L., Popper, E. T., & Ward, S. (1987). Children s purchase requests and parental responses: Results from a diary study. Journal of Advertising Research, 27(5), *Jeffrey, D. B., McLellarn, R. W., & Fox, D. T. (1982). The development of children s eating habits: The role of television commercials. Health Education Quarterly, 9, Johnson, B. T., & Eagly, A. H. (2000). Quantitative synthesis of social psychological research. In H. T. Reis & C. M. Judd (Eds.), Handbook of research methods in social psychology. London: Cambridge University Press. Kunkel, D., Wilcox, B. L., Cantor, J., Palmer, E., Linn, S., & Dowrick, P. (2004). Report of the APA task force on advertising and children. Retrieved August 18, 2004, from the American Psychological Association web site: releases/childrenads.pdf. *Moschis, G. P., & Churchill, G. A. (1978). Consumer socialization: A theoretical and empirical analysis. Journal of Marketing Research, 15, *Moschis, G. P., & Moore, R. L. (1982). A longitudinal study of television advertising effects. Journal of Consumer Research, 9,

20 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 20 *Peterson, P.E., Jeffrey, D. B., Bridgwater, C. A., & Dawson, B. (1984). How pronutrition television programming affects children s dietary habits. Developmental Psychology, 20, Pollay, R. W. (1986). The distorted mirror: Reflections on the unintended consequences of advertising. Journal of Marketing, 50(2), Renders, C. M., Seidell, J. C., Van Mechelen, W., & Hirasing, R. H. (2003). Overgewicht bij kinderen en adolescenten. Maarssen : Elsevier. *Ritchey, N., & Olson, C. (1983). Relationships between family variables and children s preference for and consumption of sweet foods. Ecology of Food and Nutrition, 13, Robertson, T. S. (1979). Parental mediation of television advertising effects. Journal of Communication, 29(1), *Robertson, T. S., & Rossiter, J. R. (1976). Short-run advertising effects on children: A field study. Journal of Marketing Research, 13, *Robertson, T. S., & Rossiter, J. R. (1977). Children s responsiveness to commercials. Journal of Communication, 27(1), *Robertson, T. S., Ward, S., Gatignon, H., & Klees, D. M. (1989). Advertising and children: A cross-cultural study. Communication Research, 16, *Robinson, T. N., Hammer, L. D., Killen, J. D., Kraemer, H. C., Wilson, D. M., Hayward, C., & Taylor, C. B. (1993). Does television viewing increase obesity and reduce physical activity? Cross-sectional and longitudinal analyses among adolescent girls. Pediatrics, 91, *Stoneman, Z., & Brody, G. H. (1981). The indirect impact of child-oriented advertisements on mother-child interactions. Journal of Applied Developmental Psychology, 2,

21 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 21 *Taras, H., Sallis, T., Patterson, T., Nader, P., Nelson, J. (1989). Television influence on children s diets and physical activity. Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics, 10, *Ward, S., & Wackman, D. (1971). Family and media influences on adolescent consumer learning. American Behavioral Scientist, 14, *Ward, S., & Wackman, D. (1972). Television advertising and intrafamily influence: Children's purchase attempts and parental yielding. In Rubinstein, E. A., Comstock, G. A., & Murray, J. P. (Eds.), Television and Social Behavior Vol. IV: Television in Day-to-Day Life: Patterns of Use, (pp ). Washington DC: U.S. Department of Health, Education, and Welfare.

22 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 22 Tabel 1 Correlationele Studies naar de Relatie Tussen Blootstelling aan Reclame en Materialisme Onderzoek Leeftijd in jaren N Metingen van blootstelling Controlevariabelen Moderator variabelen Belangrijkste uitkomsten* Ward & Wackman (1971) 13-15; TV kijkfrequentie SES, IQ, geld, Leeftijd gezinscommunicatie, motivaties voor het kijken naar commercials, lezen van tijdschriften jaar = -.01ns jaar = -.07ns Atkin (1975a) 9-11; TV kijkfrequentie; Reclamekijkfrequentie Geen en leeftijd, sekse, SES, schoolprestaties Leeftijd; Sekse; SES TV kijkfrequentie: r =.24 pr =.18 Reclamekijkfrequentie: r =.22 pr =.13 Atkin (1975b) 4-6; 6-9; Zaterdagochtend kijkfrequentie Geen en leeftijd, sekse, etniciteit, schoolprestaties Leeftijd Sekse r =.25 pr =.10 Moderatoreffect leeftijd: 4-6 jr. pr =.04ns 6-9 jr. pr = jr. pr =.19 Moderatoreffect sekse: jongens pr =.15 meisjes pr =.05ns Moschis & Churchill, (1978) Churchill & Moschis (1979) TV kijkfrequentie Geen en leeftijd, sekse, SES, gezinscommunicatie, Geen r =.13 =.07ns communicatie met leeftijdgenoten; motivaties voor het kijken naar commercials en TV programma's, lezen kranten, consumentenopvoeding TV kijkfrequentie Leeftijd, sekse, SES, gezinscommunicatie, communicatie met leeftijdgenoten, geboortevolgorde Geen =.11 Moschis & Moore (1982) 12-15; Reclamekijkfrequentie Geen Leeftijd Cross-sectionele resultaten: r =.32 Idem Idem Idem Idem Leeftijd, sekse, SES, etniciteit, gezinscommunicatie, communicatie met leeftijdgenoten, materialisme jaar 0. Leeftijd; Materialisme jr 0; Gezinscommunicatie; Communicatie met leeftijdgenoten Longitudinale resultaten: r =.19 pr =.09ns Moderatoreffect materialisme jaar 0: laag pr =.24 hoog pr =.09ns Buijzen & Valkenburg (2003) Reclamekijkfrequentie Geen Leeftijd Sekse SES Gezinscommunicatie over reclame Moderatoreffect gezinscommunicatie: laag pr =.22 hoog pr =.14ns =.22 Moderatoreffect gezinscommunicatie: laag =.30 hoog =.13ns *r = product-moment correlatiecoëfficiënt; pr = partiële correlatiecoëfficiënt, = gestandaardiseerde multipele regressiecoëfficiënt. Alle vermelde coëfficiënten zijn significant op ten minste p <.05, tenzij anders aangegeven (ns = niet significant).

23 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 23 Tabel 2 Correlationele Studies naar de Relatie tussen Blootstelling aan Reclame en Gezinsconflict Onderzochte relatie* Onderzoek Leeftijd in jaren N Controlevariabelen Moderator variabelen Reclameblootstelling - aankoopverzoeken (H2a) Aankoopverzoeken gezinsconflict (H2b) Reclameblootstelling - gezinsconflict (H2) Atkin (1975a) 9-11; Geen en leeftijd, sekse, SES, schoolprestaties Leeftijd Sekse SES r =.32 pr =.27 pr =.46 r =.20 pr =.13 Moderatoreffect sekse: jongens r =.23 meisjes r =.03ns Atkin (1975b) 4-6; 6-9; Geen en leeftijd, sekse, etniciteit, schoolprestaties Leeftijd Sekse r =.41 pr =.29 pr =.25 r =.08 pr =.10 Moderatoreffect sekse: jongens r =.14 meisjes r =.07ns Moderatoreffect leeftijd: 4-6 jr pr = -.02ns 6-9 jr pr = jr pr =.28 Buijzen & Valkenburg (2003) Geen Leeftijd Sekse SES β =.11 β =.12 Moderatoreffect SES: Gezinscommunicatie Hoog β = Laag β =.23.04ns Niet significant Robertson & Rossiter (1976) Geen Geen r = Galst & White (1976) Isler e.a. (1987) Geen Geen r = Geen Geen r = Buijzen & Valkenburg (2000) Geen en leeftijd, sekse Geen r =.31 pr = Robertson e.a. (1989) Ward & Wackman (1972) Leeftijd, vraaggedrag, Geen β =.25 β = communicatiegedrag, onafhankelijk gedrag Geen Geen -- r = *r = product-moment correlatiecoëfficiënt; pr = partiële correlatiecoëfficiënt, = gestandaardiseerde multipele regressiecoëfficiënt. Alle vermelde coëfficiënten zijn significant op ten minste p <.05, tenzij anders aangegeven (ns = niet significant).

24 De Invloed van Televisiereclame op Kinderen en Adolescenten 24 Tabel 3 Correlationele Studies naar de Relatie tussen Blootstelling aan Reclame en Ongezonde Eetgewoonten Onderzoek Leeftijd in jaren N Metingen van blootstelling Afhankelijke variabele Controlevariabelen Moderator variabelen Belangrijkste uitkomsten* Atkin (1975a) 9-11; Reclamekijkfrequentie Consumptiegedrag Geen en leeftijd, sekse, SES, schoolprestaties Leeftijd r =.30 Sekse pr =. 28 SES Restricties Moderatoreffect sekse: mbt snacken jongens pr =.20 meisjes pr =.33 Moderatoreffect restricties: geen restricties pr =.31 restricties pr =.24 Bolton (1983) Reclamekijkfrequentie Consumptiegedrag Reclamekijkfrequentie ouders, snackfrequentie ouders, toezicht TV kijken Geen β =.15 Coon e.a. (2001) TV kijkfrequentie Consumptiegedrag Leeftijd, sekse, etniciteit, SES, gezinssamenstelling, kennis over voeding ouders, snackfrequentie ouders Geen Gezonde producten: β = -.16 Ongezonde producten: β =.14 Ritchey & TV kijkfrequentie Consumptiegedrag Olson (1983) Snackfrequentie ouders attitude ouders t.o.v. zoetwaren Geen β =.25 Taras e.a. (1989) TV kijkfrequentie Consumptiegedrag Geen Geen r =.34 Gracey e.a. (1996) Dietz & Gortmaker (1985) Weekend TV kijkfrequentie 6-11; Vetgehalte Leeftijd, sekse, school, invloed op voeding thuis, drinkgedrag TV kijkfrequentie Vetgehalte SES, leeftijd, aantal broers en zussen, geboortevolgorde, etniciteit, overgewicht jaar 0. Geen β =.06 Leeftijd Cross-sectionele resultaten: Overgewicht: 6-11: β = : β =.02 Obesitas: 6-11: β = : β =.01 Geen Longitudinale resultaten: Overgewicht: β =.03 Obesitas: β =.01 Robinson e.a. (1993) Idem Idem TV kijkfrequentie Idem Vetgehalte, BMI Idem Geen en leeftijd, etniciteit, SES, fysieke activiteit jaar 0, BMI ouders. Idem Geen Geen Cross-sectionele resultaten: Vet: r =.01ns, β = -.40ns BMI: r =.05ns, β = -.07ns Longitudinale resultaten: Vet: r =.03ns, β = -.19ns BMI: r =.01ns, β = -.40ns Hancox e.a. (2004) TV kijkfrequentie tijdens jeugd BMI op 26- jarige leeftijd SES, BMI op 5-jarige leeftijd, BMI ouders, fysieke activiteit -- β =.11 *r = product-moment correlatiecoëfficiënt; pr = partiële correlatiecoëfficiënt, = gestandaardiseerde multipele regressiecoëfficiënt. Alle vermelde coëfficiënten zijn significant op ten minste p <.05, tenzij anders aangegeven (ns = niet significant).

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen

Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen Onbedoelde effecten van televisiereclame op kinderen BA-thesis Universiteit van Amsterdam Studie: Communicatiewetenschap Media & Reclame Auteur: Nathalie Leenen Studentnummer: 5745845 Docent: S. van Pelt

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/134973

Nadere informatie

Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen

Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen 293 Natalie Van Hemelen, Ine Beyens & Steven Eggermont* Het verband tussen reclame, gezinsconflicten en teleurstelling bij kinderen Deze studie onderzoekt of reclameblootstelling leidt tot een verhoogd

Nadere informatie

Bachelor scriptie (definitieve versie)

Bachelor scriptie (definitieve versie) Bachelor scriptie (definitieve versie) Voedingsreclames moeten rekening houden met kinderen Een literatuuronderzoek naar de blootstelling van voedingsreclames op televisie op het ongezond eetgedrag van

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren

Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Thesis De invloed van voedselreclames op het eetgedrag van kinderen en de rol van geslacht, leeftijd en gewicht. Naam: Gamze

Nadere informatie

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen?

Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? 24 mei 2012 Wat is de invloed van televisiereclame voor voeding op het eetgedrag van kinderen? Afstudeerseminar Media en Reclame Bachelorthesis Jamila Reimerink 6124739 Docenten: Corine Meppelink Charlotte

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag

Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag Dr. L. van Leeuwen & drs. N. van Hasselt Huidige stand van kennis in de wetenschap over het effect van alcoholreclame op drinkgedrag Opdrachtgever: Financiering: Auteurs: Ministerie van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie?

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Maartje van Stralen: Mine Yildirim: Femke van Nassau: Mia Kösters: Hoe evalueer ik hoe mijn interventie werkt? Analyse van mediatoren Hoe evalueer

Nadere informatie

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het Pagina 1 / 16 Huwelijk en armoede Het huwelijk blijkt de kans op armoede als kind en volwassene te verkleinen. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op armoede tijdens het opgroeien. De

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal

Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie. Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Reclamewijsheid in Nederland: Regulatie en Educatie dr. Eva van Reijmersdal dr. Esther Rozendaal Dr. Eva van Reijmersdal & dr. Esther Rozendaal Regulatie Regulatie Verbod Transparantie Regulatie: verbod

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Consumed by consumer culture? Advertising s impact on children s materialism and life satisfaction Opree, S.J.

Consumed by consumer culture? Advertising s impact on children s materialism and life satisfaction Opree, S.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Consumed by consumer culture? Advertising s impact on children s materialism and life satisfaction Opree, S.J. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en Consumptie van (On)Gezonde voeding Fear-arousing communication on Children: Pilot Study into

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Natascha Notten Wetenschappelijk Congres Mediawijsheid - 24 januari 2018 Email: n.notten@ru.nl https://www.youtube.com/watch?v=rbb5roa1nvq

Nadere informatie

Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie

Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie Joost Oude Groeniger Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg GLOBE-symposium 10 maart 2017 De rol van gezondheidsgedrag

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding, risico s en kansen Mediaopvoeding kan kansen bieden, maar ook een belemmering vormen

Nadere informatie

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E.

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Alcoholmarketing in Europa en Nederland

Alcoholmarketing in Europa en Nederland Alcoholmarketing in Europa en Nederland Presentatie van onderzoek naar de effecten van alcoholreclame op het drinkgedrag van Europese jongeren en met name in de Nederlandse situatie. Dominique Lenssen,

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid The Relationship between Autonomy, Mobbing and Perceived Health Mariëtte Vester Eerste begeleider: mevrouw dr. T. Vollink Tweede begeleider: mevrouw

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Kristel Smets. Eerste Begeleider: dr. A. Mudde. Tweede Begeleider: dr. F. Vanacker. April Faculteit Psychologie

Kristel Smets. Eerste Begeleider: dr. A. Mudde. Tweede Begeleider: dr. F. Vanacker. April Faculteit Psychologie Mediëert Motivatie van de Adolescent tot Deelname aan Fysieke Activiteiten het Verband tussen de Invloed van de Ouders en het Beweeggedrag van de Adolescent? Does Motivation of the Adolescent to Participate

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana University of Groningen Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

De Gezonde Basisschool van de Toekomst

De Gezonde Basisschool van de Toekomst De Gezonde Basisschool van de Toekomst Nina Bartelink, PhD Candidate Patricia van Assema, Maria Jansen, Hans Savelberg, Stef Kremers Department of Health Promotion Maastricht University n.bartelink@maastrichtuniversity.nl

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya

Nadere informatie

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind?

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Wordt de Vader-Kind Angstrelatie Beïnvloed door Angstreducerend Gedrag van de Vader en de Kwantiteit van het Contact tussen Vader en Kind? Sicco de Haan Open Universiteit

Nadere informatie

Hoe ziek word je van zitten?

Hoe ziek word je van zitten? Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen Maureen Rutten-van Mölken SELFIE tweede nationale workshop 29 maart 2018 Agenda 12:00 12:30u Inloop met koffie, thee en broodjes 12:30 12:45u Voorstelrondje 12:45

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1

Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1 Energiebehoefte bij jongeren per dag 5 Jongens Meisjes Facts Van alle kinderen in de leeftijd 4-15 jaar heeft ongeveer 15% overgewicht. Onder 20 plussers is dit aantal bijna 50%. 1 Overgewicht ontstaat

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Leraar leerlingrelaties, schools leren van leerlingen en welbevinden van leraren Een samenvatting van twee reviewstudies

Leraar leerlingrelaties, schools leren van leerlingen en welbevinden van leraren Een samenvatting van twee reviewstudies Publiekssamenvatting Leraar leerlingrelaties, schools leren van leerlingen en welbevinden van leraren Een samenvatting van twee reviewstudies Deze publieksrapportage gaat over twee wetenschappelijke onderzoeken

Nadere informatie