Het chronisch compartiment syndroom van het onderbeen: symptomen, diagnostiek en lange termijnresultaten van de subcutane anterieure fasciotomie
|
|
- Adriaan Peters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het chronisch compartiment syndroom van het onderbeen: symptomen, diagnostiek en lange termijnresultaten van de subcutane anterieure W.M. de Fijter, dr. M.R.M. Scheltinga en M.G. Luiting, chirurgen Samenvatting Het chronisch compartimentsyndroom (CCS) van het onderbeen wordt gekenmerkt door inspanningafhankelijke pijn bij veelal jonge mensen. Doel van deze retrospectieve studie was te onderzoeken of het gehanteerde evaluatie- en behandelingsschema bij patiënten met een chronisch musculus tibialis anterior (CCS) (n = 72, benen = 118) effectief was. Bij patiënten met een palpabel spierfasciedefect (n=41, 35%) werden standaard geen aanvullende drukmetingen verricht; bleek in alle gevallen succesvol. Bij de overigen (n= 77, 65%) werd door drukmetingen de diagnose bevestigd (fout-negatief 4%; fout-positief 8%). Het postoperatieve complicatiepercentage bedroeg 16% (hematomen n=9, nervus peroneus superficialis n=2, enkelklachten n=6, recidief n= 2). Bij 6% werden complicaties op de lange termijn (follow-up: 5 jaar) gezien: letsel van de n. peroneus superficialis (n=2), chronische enkelklachten (n=4). Concluderend: Het CCS van het onderbeen is een klinische diagnose die op indicatie betrouwbaar met drukmetingen kan worden bevestigd; het door ons gehanteerde beslisschema is goed bruikbaar. De subcutane kent goede lange termijnresultaten. Inleiding Het compartimentsyndroom (CS) kan worden gedefinieerd als een toestand waarbij in het aangedane spiercompartiment door een te hoge druk de perfusie van de in het compartiment gelegen weefsels wordt gecompromitteerd 1. Bij het CS van het onderbeen worden een acute en een chronische vorm onderscheiden. Het acute compartimentsyndroom van het onderbeen vormt een directe bedreiging voor de aangedane extremiteit en treedt meestal secundair op bij fracturen, crushletsels en na revascularisatiechirurgie. Deze vorm vraagt om een spoedbehandeling door middel van een vier-loge-. De chronische vorm is inspanningsafhankelijk en veelal een gevolg van overbelasting zoals gezien wordt bij sporters en militairen. Het CCS kent een typische klinische presentatie 2,3. Gedurende inspanning ontwikkelt de patiënt een pijnlijk en strak gevoel ter plaatse van het onderbeen dat langzaam verdwijnt (een kwartier tot enkele uren) na het beëindigen van de inspanning. De lokalisatie van de aangegeven pijn, de spierfasciedefecten en de neurologische uitvalsverschijnselen kunnen een leidraad vormen bij het identificeren van het aangedane compartiment 4. Om deze toestand te objectiveren worden veelal aanvullend drukmetingen verricht zowel in rust als direct na inspanning hetgeen uiteindelijk kan bijdragen tot het stellen van de diagnose. De eerste behandeling is vaak, zoals een lange rustperiode, anti-inflammatoire medicijnen, diuretica en fysiotherapie 4,5. Echter in de praktijk blijken deze maatregelen zelden toereikend. In de literatuur wordt geen ondersteuning voor de conservatieve behandeling gevonden en is het algemene advies een operatieve behandeling in de vorm van ofwel een dan wel een fasciectomie 3,5,6,7. Het doel van onze studie was tweeledig. Het in Máxima Medisch Centrum gehanteerde beslisschema volgens Allen en Barnes waarin symptomatologie, drukmetingen en behandeling aan elkaar worden gekoppeld werd geëvalueerd op toepasbaarheid in de kliniek. Tevens werden de langetermijn resultaten van de subcutane geëvalueerd 8. Materiaal en Methoden Wij onderzochten retrospectief 72 patiënten die klinisch verdacht werden van een CCS van het anterieure compartiment van één of beide onderbenen. Op deze wijze werd tussen 1992 en 2000 een totaal van 144 onderbenen in het onderzoek betrokken (figuur 1). De onderzochte patiëntenpopulatie was voornamelijk opgebouwd uit militairen, 65 mannen en 7 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar (18-37). Bij 27 patiënten, 14 bilateraal en 13 unilateraal, werd bij lichamelijk onderzoek een spierfasciedefect als uiting Figuur 1. Diagnostisch en therapeutisch overzicht van onderzochte onderbenen. 161
2 van een te hoge druk in het anterieure/ laterale compartiment aangetroffen. Bij deze patiënten werden geen aanvullende drukmetingen verricht, maar werd onmiddellijk besloten tot een. De overige 45 patiënten, 32 bilateraal en 13 unilateraal, ondergingen ter bevestiging van de diagnose onder gestandaardiseerde omstandigheden aanvullende drukmetingen van het anterieure compartiment van beide onderbenen, dus ook van de 13 asymptomatische onderbenen. De inspanning werd geleverd op een loopband met een hellingshoek van 5%, gedurende de eerste 5 minuten met een loopbandsnelheid van 5 km/ uur gevolgd door een loopbandsnelheid van 6,5 km/ uur tijdens de volgende 5 minuten. De inspanning werd voortgezet totdat de patiënt de typerende pijnklachten in het onderbeen ontwikkelde. De drukken werden gemeten in rust, direct na inspanning en zo nodig na 5 minuten relaxatie, respectievelijk P 0, P 10, P 15. Hierbij werd gebruik gemaakt van een digitaal drukmetingsapparaat (Stryker Medical, Eindhoven, figuur 2) 9. Gedurende de meting lag de patiënt op de onderzoeksbank met de voet in ontspannen houding. Wij hanteerden het door Allen en Barnes opgestelde beslisschema (figuur 3), waarbij op basis van de gemeten drukken een definitieve behandeling werd ingesteld 8. Indien werd besloten om een operatieve behandeling in te stellen, werd een subcutane verricht met behulp van het fasciotoom zoals beschreven door Due (figuur 4) 9. Op een vingerbreedte lateraal van de tibia wordt halverwege het onderbeen een huidincisie gemaakt van 1 cm lengte. Via een kleine dwarse incisie in de fascia cruris wordt met behulp van de fasciotoom de fascie opgelicht en gekliefd, distaal richting grote teen en proximaal richting de punt van de patella. Nadien werd een drukverband aangelegd dat gedurende 24 uur in situ bleef. Vanaf de eerste postoperatieve dag werd patiënten opgedragen om tenminste 2 uur per dag te Figuur 2. Stryker meetinstrument. Tabel 1. Drukmetingen van het anterieure compartiment gerelateerd aan de symptomatologie. aantal gemiddelde gemiddelde onderbenen P0 * P10 symptomen (12-58) 48 (31-128) geen symptomen (13-24) 23 (17-32) * P in mmhg mobiliseren en in een tijdsbestek van 3 weken uit te breiden naar een normale mobilisatie. Om de vroege postoperatieve complicaties te identificeren werden de poliklinische gegevens verzameld door middel van statusonderzoek. De lange termijnresultaten werden verkregen door een telefonische enquête, waarin werd gevraagd naar de aard van de complicaties; tevens werd geïnventariseerd in hoeverre de functie van het behandelde been sinds de operatieve ingreep door die complicerende factor werd beperkt. Resultaten In totaal 118 onderbenen waren klinisch verdacht voor een anterieur CCS. Bij 41 onderbenen (35%) werd op grond van het bij lichamelijk onderzoek vastgestelde spierfasciedefect besloten tot een subcutane. In deze groep werden klinisch alleen de voor het CCS typerende pijnklachten doch geen neurologische uitvalsverschijnselen geconstateerd. Een groep van 45 patiënten kreeg drukmetingen van beide onderbenen (n= 90) waarbij een klinische onderverdeling werd gemaakt in symptomatisch (n= 77) en asymptomatisch (n=13; tabel 1). De gemiddelde rustdruk in de symptomatische groep was 29 mmhg (12-58) oplopend na inspanning naar een gemiddelde druk van 48 mmhg (31-128). In de asymptomatische groep werd een gemiddelde rustdruk van 17 mmhg (13-24) oplopend na inspanning naar een gemiddelde druk van 23 mmhg (17-32). Bij 12 van de 13 onderbenen (92%) zonder symptomatologie bestond op grond van de gemeten drukken geen indicatie voor een. Echter bij 1 onderbeen (8%) zou op basis van de gemeten drukken conform het door ons gehanteerde beslisschema P 0 > 20 mmhg en P 10 > 30 mmhg een geïndiceerd zijn (tabel 2). Op basis van de klinische bevindingen werd echter besloten het been te behandelen. De patiënt ontwikkelde gedurende de follow-up-periode aan het betreffende onderbeen geen CCS. P 10 < 30 P 15 < 30 P 0 < < P 10 < 50 P 15 > 30 P 10 > 50 P 10 < 30 P 0 > 20 P 10 > 30 Figuur 3. Beslisschema (Allen en Barnes) 7. Figuur 4. Fasciotoom. 162
3 Tabel 2. Relatie tussen metingen, symptomen en behandeling. druklimieten* symptomatisch asymptomatisch behandeling P0 > 20 en P10 > P0 > 20 en P10 < P0 < 20 en P10 > P0 < 20, 30< P10< 50 en P15 < P0 < 20, 30< P10< 50 en P15 > P0 < 20 en P10 < *P0 = rustdruk; P10 = druk direct na inspanning; P15 = relaxatiedruk. Bij 74 van 77 (96%) symptomatische onderbenen kon de diagnose CCS door middel van de gemeten drukken binnen ons beslisschema worden bevestigd. Echter in 3 gevallen (4%) zou op grond van de metingen conservatieve therapie geadviseerd kunnen worden, maar werd uiteindelijk een verricht, waarna een significante verbetering optrad van de klachten (tabel 2). Bij 3 van de 77 onderbenen (4%) werd uitval van de nervus peroneus profundus waargenomen corresponderend met rustdrukken van respectievelijk 45, 53 en 58 mmhg en inspanningsdrukken van respectievelijk 112, 121 en 128 mmhg. Bij 118 onderbenen werd een subcutane verricht. De korte en lange termijnresultaten staan beschreven in tabel 3. De korte termijn follow-up kon bij alle 118 onderbenen worden gerealiseerd met een gemiddelde follow-up-periode van 4,5 week. Tot de vroege postoperatieve complicaties behoorden: hematoomvorming (9%), enkelpijn (5%), recidiefklachten (2%) en letsel van de nervus peroneus superficialis (2%). Ten aanzien van de hematoomvorming trad spontaan herstel op binnen enkele weken. De 2 patiënten met recidiefklachten van het CCS, bevestigd door middel van drukmetingen, werden succesvol gereopereerd. De pijnklachten ter plaatse van de enkel werden specifiek aangegeven op het punt waar de pees van de musculus tibialis anterior wordt overkruist door het proximale deel van het retinaculum van de mm. peronei inferii en werden evenals het letsel van de nervus peroneus superficialis op de lange termijn vervolgd. Voor de lange termijnresultaten werden 46 patiënten bereikt met 92 behandelde onderbenen, een respons van 78%. De gemiddelde lange termijn follow-up bedroeg 5,2 jaar (2-10 jaar). We signaleerden 2 reeds in de postoperatieve fase vastgestelde letsels van de nervus peroneus superficialis en 4 patiënten (4 onderbenen) met persisterende klachten ter plaatse van de enkel; alleen de laatstgenoemde patiënten gaven te kennen hierdoor enigszins in het dagelijkse functioneren te worden beperkt (4%). Alle overige geënquêteerde patiënten waren tevreden en hadden geen klachten meer. Discussie De incidentie van het CCS in de algemene populatie blijft onduidelijk 4 en varieert met de aard van de onderzoekspopulatie 11,12. Onder militairen is het een veelvuldig gestelde diagnose. Het CCS komt meestal bilateraal voor en de incidentie is gelijk verdeeld over mannen en vrouwen 4,12. Het CCS is in het merendeel van de gevallen beperkt tot het anterieure compartiment (musculus tibialis anterior) 4. De symptomen zijn onmiskenbaar, hoewel andere diagnosen zoals periostitis en stressfracturen moeten worden uitgesloten 4. De spierfasciedefecten als uiting van een te hoge druk in het aangedane compartiment komen frequent voor en worden voornamelijk waargenomen op de plaats waar de nervus peroneus superficialis de diepe fascie doorboort 4,11. In de huidige studie detecteerden we in 35% van de gevallen spierfasciedefecten, hetgeen veelal wordt gezien als een indicatie tot een zonder noodzakelijke objectivering in de vorm van drukmetingen. De neurologische status kan helpen bij het identificeren van het aangedane compartiment. Het anterieure CCS kan zich presenteren als een neuropraxie van de nervus peroneus profunda die leidt tot een verzwakte dorsiflexie en paresthesieën tussen de eerste en tweede teen (de zogenaamde first webspace ). Het laterale CCS kan een neuropraxie van de nervus peroneus superficialis veroorzaken, die zich uit in paresthesieën over de anterolaterale zijde van het distale onderbeen en het dorsum met een verzwakte eversie van de voet. Het diepe posterieure CCS kan paresthesieën geven ter plaatse van het mediale gewelf van de voet, die gepaard kunnen gaan met krampen van de intrinsieke voetspieren 4. In onze studiegroep werd bij 3 onderbenen (3%) een volledig neurologisch beeld gezien Tabel 3. Complicaties van de subcutane. follow up aantal complicatie aantal (%) onderbenen korte 4,5 weken 118 hematoom 11 ( 9%) termijn (3-6 weken) zenuwletsel 2 ( 2%) enkelpijn 6 ( 5%) recidief 2 ( 2%) wondinfectie 0 ( 0%) totaal 19 (16%) lange 5,2 jaar 92 (78%) beperkte functie 4 ( 4%) termijn (2-10 jaar) normale functie 88 (96%) zenuwletsel 2 ( 2%) enkelpijn 4 ( 4%) totaal 6 ( 6%) 163
4 Figuur 5. Het verloop van de pees van de m. tibialis anterior (1) onder het retinaculum mm. peronei inferii (2) 16 passend bij het anterieure CCS. Bij de overige onderbenen was een enkele keer sprake van een sensibiliteitsstoornis van de first webspace terwijl het overgrote deel van de patiënten alleen pijnklachten had ter plaatse van het voorste compartiment. We zagen geen patiënten met een diep of oppervlakkig posterieur CCS. Drukmetingen van compartimenten van het onderbeen in ervaren handen is een accurate en betrouwbare methode om de diagnose CCS te stellen 4. Een verhoogde rustdruk en een verhoogde druk na inspanning zijn indicatief, maar standaardisatie van de meetmethode vormt een punt van aandacht 4. In de literatuur wordt de diagnose CCS slechts in 14-54% van de gevallen bevestigd door middel van aanvullende drukmetingen 13,14,15. In onze studie vonden we 77 symptomatische onderbenen en werd bij 74 onderbenen met behulp van drukmetingen een bevestiging van de diagnose verkregen (96%). Het in onze kliniek gehanteerde beslisschema heeft derhalve een goede voorspellende waarde ten aanzien de in te stellen behandeling. Het fout-negatief percentage (dat wil zeggen, een symptomatische patiënt die volgens het beslisschema niet in aanmerking komt voor een doch waarbij een wel geïndiceerd is) bedroeg slechts 4%. Het fout-positieve percentage (een asymptomatische patiënt die volgens het beslisschema in aanmerking komt voor een maar waarbij een niet geïndiceerd is) bedroeg slechts 8%. Hoewel het een retrospectieve studie betreft met de bekende beperkingen, bestaat de indruk dat met een goede kennis en herkenning van de symptomen en standaardisatie van de meetmethode het door ons gevonden percentage benaderbaar moet zijn. Ten aanzien van het beslisschema kan verder worden gezegd dat het zwaartepunt van de metingen (95%) valt in de groepen P0 > 20 / P10 > 30 en P0 < 20 / P10 < 30. De druk direct na inspanning vormt een belangrijke grenswaarde op basis waarvan in het merendeel van de gevallen een bevestiging van de diagnose CCS kan worden verkregen. De rustdruk en de relaxatiedruk zijn daarbij zelden doorslaggevend. Dynamische drukmetingen worden in de literatuur genoemd doch zijn minder betrouwbaar dan de rustdruk en de druk na inspanning 4. Echter, de herkenning van de klinische presentatie van het CCS vormt de hoeksteen bij het stellen van de diagnose. De behandeling van het CCS bestaat uit het verrichten van een. Over de uitvoering van de bestaat enige discussie. Sommige auteurs menen dat een open fasciëctomie minder recidieven (2%) geeft in vergelijking met een subcutane (11%) 10. De postoperatieve complicaties kunnen worden onderverdeeld in hematoomvorming, seroomvorming, neurinomen, wondinfecties, diepe veneuze trombose, recidiefklachten en anesthesiologische problemen 5,15. Het postoperatieve complicatiepercentage varieert tussen de 6 en 13% 4,10. Wij deden bij 118 onderbenen een subcutane zoals beschreven door Due 9. In totaal vonden we 16% postoperatieve complicaties waaronder slechts 2% recidieven. In hoeverre de complicaties die optraden -hematoomvorming, letsel van de nervus peroneus superficialis, pijnklachten van de enkel en recidiefklachten- een gevolg zijn van een insufficiënt uitgevoerde subcutane of het gevolg zijn van een min of meer blinde procedure verdient nader onderzoek. Over de langetermijn resultaten van de subcutane bestaat weinig literatuur. In één studie werd het resultaat van de subcutane na 3 en 6 maanden geëvalueerd doch werden de complicaties daarin niet expliciet betrokken 15. Ten aanzien van de nervus peroneus superficialis kan worden gezegd dat deze een gevarieerd anatomisch verloop kent en dat patiënten op de lange termijn geen enkele hinder ondervinden van een peroperatief ontstaan letsel van deze nervus 5. Van de postoperatieve complicaties treedt naar verloop van tijd veelal een spontaan herstel op. De 2 recidieven werden succesvol gereopereerd. Het letsel van de nervus peroneus superficialis was irreversibel, doch had geen consequenties voor het verder functioneren van de betrokken patiënt. Bij de 6 patiënten met pijn ter plaatse van de enkel hadden 4 een persisterende extensiebeperking (4%). Alle patiënten met pijnklachten ter plaatse van de enkel gaven een specifieke pijnplek aan in het verloop van de pees van de musculus tibialis anterior, juist waar deze wordt overkruist door het retinaculum van de mm. peronei inferii (figuur 5). Mogelijk is bij deze patiënten sprake geweest van een te ver naar distaal uitgevoerde subcutane met letsel van de pees van de m. tibialis anterior, of het retinaculum mm. peronei inferii of van beide. Concluderend kunnen we zeggen dat de herkenning van de klinische presentatie van het CCS de hoeksteen vormt van de diagnose. De aanvullende drukmetingen zijn accuraat en betrouwbaar bij het bevestigen van de diagnose en kunnen goed als leidraad dienen bij het instellen van de behandeling. De complicaties van de subcutane zijn gering en op de lange termijn zeer acceptabel. Literatuur 1. Mubarak SJ, Hargens AR. Definition and terminology. In: Compartment Syndromes and Volkmann s Contractures. Mubarak SJ, Hargens AR, eds. Philadelphia: W.B. Saunders Company, 1981:
5 2. Barnes M. Diagnosis and management of the chronic compartment syndromes: a review of the literature. Br J Sports Med 1997; 31: Abramowitz AJ, Schepsis AA. Chronic exertional compartment syndrome of the lower leg. Orthopaedic Rev 1994; 23: Blackman PG. A review of chronic exertional compartment syndrome in the lower leg. Med Sci Sports Exerc 2000; 32; 3: s4- s Howard JL, Mohtadi NGH, Wiley JP. Evaluation of outcomes in patiënts following surgical treatment of chronic exertional compartment syndrome in the leg. Clin J Sport Med 2000; 10; 3: Detmer DE, Sharpe K, Sufit RL, Girdley FM. Chronic compartment syndromes: diagnosis, management and outcomes. Am J Sports Med 1985; 13: Schepsis AA, Martini D, Corbet M. Surgical management of exertional compartment syndrome of the lower leg. AM J Sports Med. 1993; 21: Allen MJ, Barnes MR. Exercise pain in the lower leg.chronic compartment syndrome and medial tibial syndrome. J Bone Joint Surg1986; 68: Due J, Nordstrand K. A simple technique for subcutaneous fasciotomy. Acta Chir Scand. 1987; 153; 9: Turnipseed W, Detmer DE, Girdley F. Chronic compartment syndrome. An unusual cause for claudication. Ann Surg 1989; 210: Hutchinson MR, Ireland ML. Common compartment syndromes in athletes: treatment and rehabilitation. Sports Med 1994; 17; Styf J. Diagnosis of exercise-induced pain in the anterior aspect of the lower leg. Am J Sports Med 1988; 16: Qvarfordt P, Christenson JT, Eklof B, Ohlin B, Saltin B. Intramuscular pressure, muscle blood flow and skeletal muscle metabolism in chronic anterior part of the lower leg. Clin Orthop 1983; 179: Styf J. Chronic exercise-induced pain in the anterior aspect of the lower leg. An overview of diagnosis. Sports Med 1989; 7: Verleisdonk EJMM, van den Helder CJM, Hoogendoorn HA, van der Werken Chr. Goede resultaten van de bij het chronisch compartimentsyndroom van het onderbeen. Ned Tijdschr Geneeskd 1996; 140: 50: Sobotta J, Becher. Atlas of human anatomy, volume 3, 9 th English Edition, Urban & Swarzenberg, München-Berlin-Wien,
Chronisch compartiment syndroom
Chronisch compartiment syndroom Afdeling algemene chirurgie Algemeen Er is bij u vastgesteld dat u klachten heeft door een te hoge druk in de spieren van uw onderbeen. Dit wordt een chronisch compartiment
Nadere informatieChronisch compartimentsyndroom
Afdeling: Onderwerp: Chirurgie 1 Het chronisch compartimentsyndroom aan het onderbeen Inleiding Deze folder geeft u informatie over de gang van zaken bij een chronisch compartiment syndroom aan het onderbeen.
Nadere informatieEven bedanken. Van jonge Haagsche naar Old Amsterdam. CICS; take home message
16-11-13 Even bedanken Even voorstellen Van jonge Haagsche naar Old Amsterdam naar Haagse Nieuwe HAAGSE NIEUWE Chronisch Inspanningsgebonden Compartiment Syndroom (CICS) Robert van Oosterom 15 november
Nadere informatieChronisch compartimentsyndroom (CECS)
Chronisch compartimentsyndroom (CECS) Afdeling algemene chirurgie Er is bij u een te hoge druk in de spieren van uw onderbeen vastgesteld. Dit wordt een chronisch compartimentsyndroom genoemd (ook wel
Nadere informatieEen literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts
Een literatuuroverzicht Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie Maarten Moen Sportarts MTSS komt door tractie van de tibialis posterior aan het periost waardoor periostitis ontstaat.
Nadere informatieChronisch compartimentsyndroom
Chirurgie Chronisch compartimentsyndroom (onderbeen) Chronisch compartimentsyndroom (onderbeen) Deze folder geeft u een overzicht van de klachten en de behandeling van het chronisch compartimentsyndroom.
Nadere informatieMONO-DISCIPLINAIRE RICHTLIJN. Chronisch compartimentsyndroom van het onderbeen
MONO-DISCIPLINAIRE RICHTLIJN Chronisch compartimentsyndroom van het onderbeen Colofon Richtlijn Chronisch compartimentsyndroom van het onderbeen 2010, Vereniging voor Sportgeneeskunde Auteur: A.R. Hoogeveen
Nadere informatieOverbelasting van de onderbenen, een visie van een sport- bedrijfsarts
Overbelasting van de onderbenen, een visie van een sport- bedrijfsarts W.O. Zimmermann Den Helder, 29 oktober 2009, 45 minuten 1 TGTF, militaire sportgeneeskunde, Utrecht 2 TGTF personeel en diensten Personeel:
Nadere informatie'Het succes van een fasciotomie bij het inspanningsgebonden compartimentsyndroom en de relatie met een dynamische drukmeting'
'Het succes van een fasciotomie bij het inspanningsgebonden compartimentsyndroom en de relatie met een dynamische drukmeting' Afdeling: Sportgeneeskunde, Isala Zwolle Onderzoeker: M.T. Beekhuis-Heerema
Nadere informatiePerifere zenuw blokkade bij een patiënt at risk voor compartiment syndroom? Lucie van Genugten 3 e jaars AIOS Anesthesiologie 7 November 2014
Perifere zenuw blokkade bij een patiënt at risk voor compartiment syndroom? Lucie van Genugten 3 e jaars AIOS Anesthesiologie 7 November 2014 Vraag Maskeert een perifere zenuwblokkade het optreden van
Nadere informatieAneurysma Spurium. Het zorgnetwerk van ons allemaal
Aneurysma Spurium Disclosure (Potentiële) belangenverstrengeling: Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven: Geen Inhoud Wat is een aneurysma spurium? Oorzaken Symptomen Onderzoek
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieEen blessure aan de binnenkant van het onderbeen
Een blessure aan de binnenkant van het onderbeen Dr. Fred Hartgens, sportarts Maastricht UMC+ Vakgroepen Epidemiologie en Chirurgie Sportmedisch Adviescentrum Maastricht TWEE CASUS Casus 1 De 36-jarige
Nadere informatieHeupartroplastieken en chirurgische interventies na collumfractuur. Ellis Bos Physician assistant orthopedie
Heupartroplastieken en chirurgische interventies na collumfractuur. Ellis Bos Physician assistant orthopedie Epidemiologische gegevens bij heup# Er zijn +/- 2,2 miljoen ouderen in Nederland (> 65 jaar).
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Chapter IX De schildwachtklier is de eerste lymfklier waarop een kwaadaardige tumor draineert. Deze lymfklier zal als eerste zijn aangedaan, wanneer de tumor via de lymfbanen
Nadere informatieTenniselleboog (Epicondylitis Lateralis)
Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) TENNISELLEBOOG (EPICONDYLITIS LATERALIS) WAT IS EEN TENNISELLEBOOG? Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Een tenniselleboog is een degeneratieve
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Een liesbreukoperatie
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal Een liesbreukoperatie EEN LIESBREUKOPERATIE INLEIDING Deze folder geeft u informatie over een liesbreuk en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden. Het is goed u
Nadere informatieVoorwaarts Mars! Ontwikkelingen in de zorg voor militairen met onderbeenklachten
May 2012 Voorwaarts Mars! Ontwikkelingen in de zorg voor militairen met onderbeenklachten Wessel Zimmermann, sportarts en bedrijfsarts symposium 27 nov 2017, Doetinchem, 15-20 minuten. 1 Inhoud 1. Kennismaking
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatieOperatie van een liesbreuk. Hernia Inguinalis
Operatie van een liesbreuk Hernia Inguinalis 1 Deze folder geeft u informatie over een liesbreuk en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk
Nadere informatieWat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen]
Door: Marjolein Stegeman Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Zo n 1 op de 10 Nederlanders heeft wel eens last van zijn hiel, in 80%
Nadere informatieOverbelastingsklachten van de onderbenen bij de KL: samenwerking arts en fysiotherapeut.
Overbelastingsklachten van de onderbenen bij de KL: samenwerking arts en fysiotherapeut. Door Wessel Zimmermann Geregistreerd sportarts, bedrijfsarts i.o. IOF, Amsterdam, 13 september 2004 Inhoud van deze
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3
132 Postoperatieve periprothetische fracturen van het femur vormen een groot probleem na totale heup prothesechirurgie (THP). Daarnaast is de verwachting dat het aantal van dit type fracturen zal toenemen.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieAchtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium
Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31632 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Mensink, Gertjan Title: Bilateral sagittal split osteotomy by the splitter-separator
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
201 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de prevalentie van testiculaire microlithiasis in symptomatische en asymptomatische jongens, testisvolume van jongens met een verworven nietingedaalde testis
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van
Nadere informatieAanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol
Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen
Nadere informatieCarpale Tunnelsyndroom Poliklinische behandeling. Orthopedie
Carpale Tunnelsyndroom Poliklinische behandeling Orthopedie Inleiding U bent naar ons ziekenhuis doorverwezen omdat u last hebt van het carpale tunnel syndroom (CTS). In deze folder vindt u informatie
Nadere informatieSAMENVATTING EN CONCLUSIES CHAPTER
CHAPTER 10 De juiste diagnose, classificatie en behandeling van thoracolumbale wervelfracturen blijven een problematisch en controversieël onderwerp in traumatologie. Een kort historisch overzicht (Hoofdstuk
Nadere informatieDe Knie Sport- en peesletsels Aad Dhollander
De Knie Sport- en peesletsels 02.06.2018 Aad Dhollander Inhoud presentatie Wat is er nieuw? - Kraakbeen - Meniscus - Voorste kruisband Conclusie 2 Kraakbeen 3 De plaats van kraakbeenchirurgie Current treatments
Nadere informatieOnstabiel gevoel Last bij stappen
Naam: Datum: Leeftijd: 37 jaar Geslacht: M/V Beroep: bediende Adres: Telefoonnummer: / Hobby: joggen, zwemmen (totaal: 3u/week) Hoofdprobleem: Onstabiel gevoel en last ter hoogte van de rechter enkel Lichaamsdiagram
Nadere informatieSamenvattingen en Conclusies
De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden
Nadere informatieTRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE
TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak
Nadere informatieAnesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon
Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief
Nadere informatieHOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE
HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieBehandeling van een achillespeesruptuur
Behandeling van een achillespeesruptuur BEHANDELING VAN EEN ACHILLESPEESRUPTUUR Wat is een achillespeesruptuur? Bij een achillespeesruptuur is de achillespees afgescheurd door een acute overbelasting.
Nadere informatiePosterolaterale hoek letsels
Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they
Nadere informatieZweepslag * Enkeldistorsie * Tapen
Zweepslag * Enkeldistorsie * Tapen Planning Zweepslag (spierruptuur) Anatomie van de spier / keten Wat is het? Hoe ontstaat het? Pathofysiologie en gradaties Advies Enkeldistorsie Anatomie van de enkel
Nadere informatieEen 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal
3 Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal Dos Winkel Introductie Sporten waarbij men met maximale kracht een bal moet werpen of slaan,
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting. Chapter 9. Samenvatting
Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 135 The mangled lower leg 136 Chapter 9. Samenvatting Een chirurg die wordt geconfronteerd met een patiënt met een gecompliceerde onderbeenfractuur (een botbreuk
Nadere informatieZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam Ziekenhuis frozen shoulder
frozen shoulder 1 Inleiding De term frozen shoulder werd voor het eerst beschreven door de Amerikaanse chirurg Ernest Codman in 1934. De aandoening wordt zeer frequent beschreven in de medische literatuur
Nadere informatieSamenvatting*en*conclusies* *
Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten
Nadere informatieMorton-neuroom in de voet. Orthopedie
Morton-neuroom in de voet Orthopedie Een Morton s neuroom in de voet Als u aanhoudende pijn hebt in de voorzijde van de voet, heeft u mogelijk last van een goedaardige verdikking van een gevoelszenuw,
Nadere informatieJoggersvoet Het tarsaal tunnel syndroom komt vaker voor bij hardlopers en wordt daarom ook wel joggersvoet genoemd.
Tarsaal tunnel syndroom Wat is een tarsaal tunnel syndroom? Een tarsaal tunnel syndroom is een aandoening waarbij kinderen en volwassenen last hebben van tintelingen en een brandend pijnlijk gevoel onder
Nadere informatieFUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen
FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen Jan D. Visser 1 REGIO S ONDERSTE EXTREMITEIT Heup: vanaf het kraakbeen van het acetabulum tot halverwege het bovenbeen.
Nadere informatieLijst van auteurs 1. Inleiding 5 Koos van Nugteren. Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21
Lijst van auteurs 1 Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische casuïstiek 3 Inleiding 5 Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21 1 Chronische, bilaterale anterieure kniepijn
Nadere informatieHAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie
HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op
Nadere informatieCRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014
CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014 INLEIDING 50% van alle gewrichtsluxaties op de SEH 95-97% anterieure luxatie 65% van de ziekenhuizen hebben een protocol
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatieAnale fissuur. Centrum voor Algemene Heelkunde. Dr. Tom Feryn. www.dokterferyn.be
Centrum voor Algemene Heelkunde Dr. Tom Feryn www.dokterferyn.be Anale fissuur www.proctologiekliniek.be www.facebook.com/doktertomferyn www.youtube.com/doktertomferyn Wat is een anale fissuur? Een anale
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieDag van de trainer 15 december 2018 Sportblessures bij kinderen tips and tricks. Inhoud
Dag van de trainer 15 december 2018 Sportblessures bij kinderen tips and tricks @smacleuven @SMACLeuven Inhoud Doel: inzicht geven in hoe men tijdig specifieke letsels bij jonge atleten kan herkennen en
Nadere informatieIrritatie van de pezen van de duim (Morbus Quervain) Orthopedie
Irritatie van de pezen van de duim (Morbus Quervain) Orthopedie Inleiding U bent naar ons ziekenhuis doorverwezen omdat u last heeft van een peesontsteking rondom de pols en duim (Morbus Quervain). Deze
Nadere informatieChirurgie. Liesbreukoperatie. Hernia inguinalis
Chirurgie Liesbreukoperatie Hernia inguinalis Inleiding Deze folder geeft u informatie over een liesbreuk en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk,
Nadere informatieDe hardloper in Nederland Belasting vs. Belastbaarheid
De hardloper in Nederland Belasting vs. Belastbaarheid Inhoud Introductie SMC Rijnland Incidentie hardloopblessures Belasting vs. belastbaarheid Epidemiologie van sportblessures Rol van de fysiotherapeut
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieSymptomen. Onderzoek. Conservatieve therapie
Rotator Cuff Scheur De rotator cuff is de naam van het manchet dat wordt gevormd door vier spieren en pezen rond het schoudergewricht. De rotator cuff maakt de schouderbewegingen mogelijk en zorgt ook
Nadere informatieJ. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J
J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen
Nadere informatieZorginnovatie voor pijnlijke diabetische polyneuropathie. Margot Geerts Verpleegkundig Specialist
Zorginnovatie voor pijnlijke diabetische polyneuropathie Margot Geerts Verpleegkundig Specialist Diabetische polyneuropathie 1. Distale symmetrische polyneuropathie Uitval van een combinatie van sensore,
Nadere informatiePRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR. Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017
PRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017 VROUW, 60 JAAR, PIJN BENEN EN MOE Pijn in de benen, vermoeidheid en niet kunnen staan - Al jaren last,
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Moleculaire analyse van sputum voor de diagnostiek van longkanker Motivering van dit proefschrift Longkanker kent de hoogste mortaliteit van alle kankers. Dit komt doordat de ziekte
Nadere informatieB. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B
B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieCHIRURGIE/DERMATOLOGIE
CHIRURGIE/DERMATOLOGIE Varices Behandeling van spataderen In deze folder komen de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden van spataderen (varices) aan de orde. Allereerst wordt uitgelegd wat spataderen
Nadere informatieCHIRURGIE. Gescheurde achillespees Achillespeesruptuur
CHIRURGIE Gescheurde achillespees Achillespeesruptuur Gescheurde achillespees Deze folder geeft u een overzicht van de klachten en de behandeling van een gescheurde achillespees. U moet zich realiseren
Nadere informatieSamenvatting. Introductie
11SAMENVATTING Chapter 11 158 Samenvatting Introductie In patiënten met lang bestaande reumatoïde arthritis is het ellebooggewricht in 41 tot 68 % aangedaan. Dit zorgt voor pijnklachten en functiebeperkingen
Nadere informatieTechnische onderzoeken bij het vaataccess
Technische onderzoeken bij het vaataccess Dr Thiéry Chapelle Dienst hepatobiliaire, endocriene en transplantatie heelkunde Universitair ziekenhuis Antwerpen Wanneer technisch onderzoeken uitvoeren? 1.
Nadere informatieAandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Nadere informatieENKEL-ARMINDEX MET LOOPTEST Doel: Inleiding: Toepassingsgebied: Uitvoeringsbevoegdheid: Indicatie: Definities:
ENKEL-ARMINDEX MET LOOPTEST Doel: Het waarborgen van het landelijk uniform uitvoeren van het doppleronderzoek: enkel-armindex met looptest. Inleiding: Een enkel-armindex met looptest is een uitbreiding
Nadere informatieChronische instabiliteit van de enkel
Chronische instabiliteit van de enkel Een update Dr. Wim Jorissen, 24 maart 2012. Recidiverende enkeldistortio s Recidiverende enkeldistortio s met vaak een gevoel van instabiliteit Recidiverende enkeldistortio
Nadere informatieEnkelinstabiliteit. Wat is de oorzaak van enkelinstabiliteit? Wat zijn de klachten? Hoe stelt de arts de diagnose?
Enkelinstabiliteit Het enkelgewricht bestaat uit 3 botdelen: het scheenbeen (tibia), het kuitbeen (fibula) en het sprongbeen (talus). De stabiliteit van de enkel wordt, behalve door de vorm van de botten,
Nadere informatieChirurgie Liesbreuk operatie TEP
Chirurgie Liesbreuk operatie TEP 2 Inleiding Bij u is een liesbreuk geconstateerd en u heeft met uw behandelend chirurg afgesproken dat u daaraan geopereerd zal worden. In deze folder willen we u informatie
Nadere informatieFUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen
REGIO S ONDERSTE EXTREMITEIT FUNTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen Heup: vanaf het kraakbeen van het acetabulum tot halverwege het bovenbeen. Knie: vanaf
Nadere informatiePatiënteninformatie. (hernia inguinalis) Operatie voor een liesbreuk. Operatie voor een liesbreuk
Patiënteninformatie Operatie voor een liesbreuk (hernia inguinalis) Operatie voor een liesbreuk 1 Operatie voor een liesbreuk (hernia inguinalis) Polikliniek Chirurgie, route 0.3 Telefoon (050) 524 5810
Nadere informatieLuxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012
Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep
Nadere informatieCompartimentsyndroom na laparoscopische ingrepen in lithotomiepositie
Klinische les Compartimentsyndroom na laparoscopische ingrepen in lithotomiepositie Janneke Donckers, Jan H. de Kruif en William A.H. van der Stappen KLINISCHE PRAKTIJK Dames en Heren, Een compartimentsyndroom
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Om de behandeling met intrauteriene inseminaties (IUI) zo optimaal mogelijlk te laten verlopen zijn een aantal factoren noodzakelijk. Deze factoren betreffen 1) voldoende progressief
Nadere informatieDe tweede oorzaak van een liesbreuk is een zwakke plek in de buikspieren waardoor een abnormale
Werkstuk door een scholier 1330 woorden 21 juni 2004 7,4 20 keer beoordeeld Vak LO Inhoud: 1. Inleiding 2. Wat is een liesbreuk? 3. Welke operatie moet je ondergaan? 4. Complicaties. 5. Slot 6. Logboek
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rhemrev, Stephanus Jacobus Title: The non-displaced scaphoid fracture : evaluation
Nadere informatieVereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
Nadere informatieFysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma
Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Heupprothese (LROI)
Factsheet en Heupprothese (LROI) 9 september 2015 Beschrijving van indicatoren Registratie gestart: 1 januari 2007 Inclusiecriteria: Alle geplaatste totale heupprothesen en kop-halsprothesen in de LROI
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieCarpale tunnelsyndroom
NEUROLOGIE Carpale tunnelsyndroom Beknelling zenuw in pols en hand U heeft een afspraak omdat u klachten heeft die passen bij het Carpale tunnelsyndroom (CTS). Bij het CTS is een zenuw in de pols bekneld
Nadere informatieSchouderpathologie voorde huisarts
Schouderpathologie voorde huisarts Linda Cervenka Ellen de Wit Ron Onstenk April 2012 Schouderklachten?? Nekklachten Radiculaire klachten CTS Infectieus Polymyalgia Schouder/POB klachten Gecombineerd Schouder
Nadere informatieCEA Carotis endarteriectomie. ASZ Vaat Event Rudolf Tutein Nolthenius vaatchirurg
CEA Carotis endarteriectomie ASZ Vaat Event Rudolf Tutein Nolthenius vaatchirurg Anatomie: vaten Anatomie: vaten Anatomie: vaten Anatomie: cirkel van Willis Anatomie: zenuwen Symptomen Voordracht Kerkhoff
Nadere informatieHoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Nadere informatieCasus. Achillespeesklachten. Differentiaal diagnose. Anatomie. Rhijn Visser Sportarts
Casus Achillespeesklachten Rhijn Visser Sportarts Peter, een 35-jarige lange afstandloper, bezoekt het spreekuur. Hij heeft sinds 4 maanden geleidelijk toenemende last in de achillespeesregio. Hij is bang
Nadere informatieZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam Ziekenhuis Rotator Cuff Scheur
Rotator Cuff Scheur 1 Beschrijving De rotator cuff is de naam van het manchet dat wordt gevormd door vier spieren en pezen rond het schoudergewricht. De rotator cuff maakt de schouderbewegingen mogelijk
Nadere informatieCarpale tunnelsyndroom
RKZ Afdeling Handchirurgie Carpale tunnelsyndroom informatie voor patiënten T: 0251-265355 plstsec@rkz.nl www.afdelinghandchirurgie.nl Informatiefolder De informatie in deze folder is een aanvulling op
Nadere informatieSamenvatting, Nederlands
01010011 01100101 01100001 01101001 01100001 01101110 01110100 01101110 01101101 01110110 01110100 01100111 Samenvatting, Nederlands SAMENVATTING, NEDERLANDS Je weet pas waar je heen kan gaan als je weet
Nadere informatie