Beleidsstuk Zelfstandig Werken

Transcriptie

1 School met de Bijbel Vaartweg Eemdijk directie@smdb-eemdijk.nl website: Beleidsstuk Zelfstandig Werken IHOU 1. Inleiding 2. oelstellingen 3. Organisatie 4. fspraken per groep 5. Bijlagen ILEII Een uitgangspunt van het onderwijs op de School met de Bijbel is dat we de leerlingen zelfstandigheid aanleren. eze zelfstandigheid vergroot de competentie van het kind (zie schoolplan). Tevens biedt het de leerkracht mogelijkheden om in kleine instructiegroepen te werken. Bij het aanleren van zelfstandigheid staan twee dingen centraal: e organisatie: Het rooster Het klassenmanagement edragsregels Zelfstandig plannen: Leerlingen leren wat ze moeten regelen om eigen activiteiten uit te kunnen voeren Het zelfstandig werken loopt als een rode draad door ons onderwijs. Het aanleren begint al in de kleuterklassen en wordt t/m groep 8 steeds verder uitgebreid. OELSTELLIE In ons onderwijs gaan we er vanuit dat ieder kind uniek is en dus op een andere, eigen manier de lesstof in zich opneemt en verwerkt. e leerkracht is degene die dit proces begeleidt en zal steeds moeten zoeken naar de juiste vorm om dit te bereiken. e leerkracht geeft onderwijs op maat en zal binnen het klassenmanagement daar tijd voor vrij moeten maken. it kan met behulp van zelfstandig werken. Het doel van zelfstandig werken is als volgt te formuleren: de leerling kan steeds zelfstandiger functioneren waardoor de leerkracht meer tijd krijgt om onderwijs op maat te geven. e volgende doelen worden daarbij gesteld: Voor de leerling: Het bevorderen van eigen zelfstandigheid Het leren plannen van eigen werkzaamheden Het leren organiseren om de werkzaamheden uit te kunnen voeren

2 Het leren omgaan met uitgestelde aandacht Het leren kritisch te kijken naar eigen werk Voor de leerkracht: Tijd krijgen om onderwijs op maat te geven aan leerlingen die dat op grond van handelingsplannen nodig hebben Tijd krijgen om leerlingen te helpen die tijdens het zelfstandig werken gerichte vragen hebben Tijd krijgen om gerichte observaties te doen Tijd krijgen om leerlingen te begeleiden in het proces van komen tot zelfstandigheid ORISTIE Om te komen tot een goede opbouw en een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het zelfstandig werken, gaan we uit van de volgende basisafspraken: e leerkracht loopt regelmatig een vaste ronde om actuele problemen te signaleren e leerling gebruik van het blokje. it blokje kent: o Een zijde met een vraagteken: it is een teken dat de leerling een vraag heeft, bestemd voor de leerkracht. e leerling kan werken aan andere opdrachten tot de leerkracht tijd heeft voor de leerling. o Een groene zijde: it is een teken dat de leerling zelfstandig aan het werk kan zonder hulp en dat een andere leerling hem/haar om hulp mag vragen o Een rode zijde: it is het teken dat de leerling niet gestoord wil worden e leerling die een probleem ervaart, gaat als volgt te werk: o eerst zelf proberen op te lossen o daarna hulp vragen aan een medeleerling o doorgaan met andere opdracht en blokje op vraagteken leggen o wachten op de leerkracht tot deze zijn ronde loopt Het gebruik van het blokje is verplicht in de groepen 3 t/m 6. Het gebruik is in groep 7 en 8 facultatief Er wordt, in opbouw naar groep 8, steeds meer tijd aan zelfstandig werken besteed. e taken worden steeds omvangrijker. e leerlingen kijken hun werk zelf na. e leerlingen krijgen steeds meer vrijheid bij het plannen van hun werkzaamheden. oodzakelijk is een goed klassenmanagement, waardoor leerlingen in staat zijn, zonder voor overlast te zorgen, het benodigde materiaal zelf te pakken en weer op te ruimen. e leerlingen maken gebruik van een postvakje om hun weektaak en andere zaken in op te bergen e leerkracht controleert regelmatig het werk van de leerlingen. Er wordt gekeken of de leerling de taken volgens afspraak heeft afgerond en of het werk kritisch is nagekeken.

3 FSPRKE PER ROEP roep 1 Maakt per week drie opdrachten, deze zijn meestal constructief beeldend van aard. aarbij is groep 1 verdeeld in verschillende groepen. Elke groep heeft een eigen kleur. Elke dag worden twee groepen ingedeeld om een opdracht te maken, de andere groepen maken een keuze op het kiesbord. e leerkracht bepaalt welke kinderen bezig gaan met de opdrachten. Het belangrijkste voor groep 1 is dat de kinderen onthouden welke activiteit ze moeten doen van de leerkracht, en welke activiteit ze nog moeten doen in die week. an het einde van de week heeft iedereen alle opdrachten gemaakt. a de Voorjaarsvakantie wordt verwacht dat de kinderen van groep 1 aan het werk gaan met een weektaak. e kinderen krijgen aan het begin van de week het werk op wat ze moeten doen. e kinderen mogen zelf per dag inplannen wanneer ze aan het werk gaan. Er zijn zes werkmomenten in de week. an het einde van de week moeten de opdrachten af zijn. e leerkracht begeleidt de leerlingen van groep 1 nog in dit proces. ls de leerlingen van groep 1 na de Voorjaarsvakantie gaan werken met een weektaak staan er op het kiesbord ook de pictogrammen van de opdrachten van die week. roep 2 Werkt met een weektaak. it is een formulier met pictogrammen en een afkruiskolom. aarop staan de drie opdrachten die in die week gedaan moeten worden. e kinderen krijgen maandag tijdens de kleine kring instructie over het werk wat ze die week moeten doen. Op het formulier staan ook nog twee andere taken die de kinderen in die week moeten maken. eze taken variëren van werken met ontwikkelingsmateriaal, het maken van werkbladen of werken in een hoek met een bepaalde opdracht. an het einde van de week wordt gekeken of iedereen zijn/haar werk goed heeft gedaan. roep 3 e leerlingen werken in groep 3 met een dagtaak waarop de opdrachten worden aangegeven. it schema wordt gebruikt bij de verwerking van de lesstof die kort daarvoor is aangeboden. Tot de voorjaarsvakantie betreft dit alleen verplichte en keuzetaken op het gebied van taal/lezen. a de voorjaarsvakantie worden tijdens het zelfstandig werken ook andere vakken aangeboden, waarbij gedacht moet worden aan rekenen en schrijven. Op het takenblad worden de diverse opdrachten aangegeven met pictogrammen die overeenkomen met de pictogrammen die gebruikt worden in de methode Veilig Leren Lezen. Bij het zelfstandig werken wordt bij de introductie gebruik gemaakt van het kiesbord, later in het jaar wordt dit langzaam afgebouwd. Het werken met het takenblad gebeurt s morgens. roep 4-5 e leerkracht zorgt voor de invulling van de dagtaken, deze staan op een weekoverzicht vermeld. e vakken rekenen, taal, spelling en lezen worden zodanig ingevuld dat de leerling kan zien wat er zelfstandig gemaakt kan worden. Ook staan de vaste instructiemomenten duidelijk aangegeven. e leerling maakt de taken per dag. Het werken met dagtaken gebeurt s morgens. roep e leerkracht zorgt voor de invulling van de dagtaken, deze staan op een weekoverzicht vermeld. e vakken rekenen, taal, spelling en lezen worden zodanig ingevuld dat de leerling kan zien wat er zelfstandig gemaakt kan worden. Ook staan de vaste instructiemomenten duidelijk aangegeven. e leerlingen plannen de taken verdeeld over de hele week en bepalen zelf waarmee ze beginnen. Op de achterkant van de weektaak heeft de leerkracht ook de taken van de zaakvakken ingevuld. eze worden ook door de leerling gepland. Het werken met weektaken gebeurt s morgens.

4 aam: groep: week: M Rekenen V M Taal V M Spelling V M Lezen L oel: oel: oel: oel: I S Rekenen V M Taal V M Spelling V M Lezen L oel: oel: oel: oel: W O E S Rekenen V M Taal V M Spelling V M Lezen L oel: oel: oel: oel: O E R Rekenen V M Taal V M Spelling V M Lezen L oel: oel: oel: oel: V R I J Rekenen V M Taal V M Spelling V M Lezen L oel: oel: oel: oel:

5 Takenblad Vakken Planning f agekeken Resultaat J/M eschiedenis ardrijkskunde atuur Levend water X Engels X Taal Verkeer X Extra X Computer X Eigen werk Wat moet ik doen als: Mijn pen het niet doet? an pak je een potlood of leen je van je buurman/-vrouw Ik mijn schrift niet kan vinden? an pak je een ander schrift of blaadje Ik niet weet wat ik moet doen? Vraag je buurman/-vrouw om hulp Ik iets wil vragen aan de juf? Leg je blokje op het vraagteken (?) en ga verder met iets wat je wel snapt Ik last heb van een ander? Schuif je tafel zachtjes weg en werk verder Ik klaar ben met zelfstandig werken? Kijk op je takenblad wat je kunt doen. BLOKJE: ROO: IET STORE/IK WIL IET ESTOOR WORE ROE: JE M IETS VRE?: VR E JUF/MEESTER VRBRIEFJE: HEB JE TOCH O EE VR, VUL EE BRIEFJE I!