RUP Reconversiegebieden Zonnebekestraat gemeente Langemark Poelkapelle. Stedenbouwkundige voorschriften december 2017

Transcriptie

1 RUP Reconversiegebieden Zonnebekestraat gemeente Langemark Poelkapelle Stedenbouwkundige voorschriften december 2017

2

3 Dit RUP vervangt de bestemming van volgende BPA s: BPA Zorgcampus Sint-Paulus (goedgekeurd bij ministerieel besluit op 04/03/2005), BPA Blikstraat (goedgekeurd bij ministerieel besluit op 12/02/1980), BPA Cayennestraat, (goedgekeurd bij ministerieel besluit op 11/07/1980), en het gewijzigde BPA Cayennestraat, (goedgekeurd bij ministerieel besluit op 12/05/1998). De voorschriften opgenomen in dit RUP vervangen de voorschriften van voorgenoemde BPA s Alle verkavelingen en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften binnen de contour van het RUP worden opgeheven. Het betreffen volgende op te heffen verkavelingen (en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften): 1. De verkaveling nr /582/V/LANG001/1, CBS. d.d , 1 lot; 2. De verkaveling nr /606/V/LANG015/1, CBS d.d , 3 loten; 3. De verkaveling nr /746/V/LANG041/1, CBS d.d , 19 loten; 4. De verkaveling nr /759/V/LANG045/1, 2 loten; 5. De verkaveling nr /819/V/LANG053/1, CBS d.d , 2 loten; 6. De verkaveling nr /820/V/LANG054/1, CBS d.d , 5 loten; 7. De verkaveling nr /5713/V/LANG059/1, CBS d.d , 2 loten. 1

4 ALGEMENE BEPALINGEN Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: beeldkwaliteit, kwalitatief openbaar domein, zuinig en compact ruimtegebruik, inpassing in de landschappelijke context, impact op de verkeerssituatie, kwalitatief en gepast materiaalgebruik, privacy en bezonning. Inrichtingsstudie Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten van 2 of meer woongelegenheden dient een volumestudie en/of architecturaal onderzoek bijgevoegd te worden, teneinde de ruimtelijke inpasbaarheid en de kwaliteit van het wonen af te kunnen toetsen. Hierbij dient de ruimtelijke kwaliteit van volgende elementen besproken te worden: parkeerruimte, private buitenruimte, speelruimte bouwhoogte en individueel groen (dit alles steeds is relatie tot de omgeving). Werken en constructies in functie van openbaar nut Werken en constructies in functie van openbaar nut kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover ze geen afbreuk doen aan het normale gebruik van de betrokken zone en de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabarit en materiaalgebruik) geen afbreuk doet aan de kwaliteit van de betreffende zone. Integraal waterbeheer en waterhuishouding Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer. Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. Voorkooprecht Binnen het grafisch plan werd op basis van artikel en van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening een zone met een recht van voorkoop opgenomen. Deze zone is binnen het grafisch plan opgenomen als Recht van voorkoop :. Het voorkooprecht wordt toegekend aan bouwmaatschappij de Mandel, dit voorkooprecht is van toepassing voor 15 jaar. 2

5 Symbolen in overdruk weergegeven Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen: Deze cultuurhistorisch waardevolle gebouwen zijn op het verordenend grafisch plan aangeduid met een blauw stersymbool. De waardevolle erfgoedelementen moeten behouden blijven. Volgende inrichtingsprincipes zijn van toepassing: De gevels zichtbaar vanaf het openbaar domein kunnen, behoudens bij overmacht niet gesloopt worden; Bij renovatie, verbouwing of uitbreiding dienen volgende elementen gerespecteerd te worden: o Bij restauratie, renovatie en verbouwing dient zoveel mogelijk het karakter en de verschijningsvorm behouden te blijven. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd worden dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen. Het gebruik van een moderne eigentijdse vormentaal is mogelijk; o Bij restauratie, renovatie en verbouwing kunnen naast de authentieke materialen en kleuren ook een moderne eigentijdse materiaal- en kleurgebruik toegepast worden op voorwaarde dat ze geïntegreerd kunnen worden of dat ze het karakter van het gebouw versterken (accenten leggen). o zijn toegelaten in de gevel(s) en daken zichtbaar van af het openbaar domein, tenzij herstel in de oorspronkelijke toestand beoogd wordt: het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel; Van het behoud van het gebouw kan afgeweken worden indien in een gemotiveerde nota bij de bouwaanvraag kan aangetoond worden dat de werken voor het behoud of herstellen van het hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen van het pand te ingrijpend zijn vanuit financieel of bouwtechnisch oogpunt en niet in verhouding staan tot de erfgoedwaarde van het gebouw. Deze cultuurhistorisch waardevolle gebouwen vormen verschillende structurerende bakens binnen de historische dorpskern. 3

6 Centrumbebouwing: In deze zone zijn dient voldaan te worden aan de hierna opgesomde inrichtingsprincipes: Er zijn enkel gesloten bebouwingstypologieën toegestaan; Er geldt geen beperking tot het aantal aaneengesloten woningen; In deze zone geldt de perceelgrens aan de straatzijde als verplichte bouwlijn voor het hoofdgebouw; In deze zone zijn de voorschriften niet van toepassing in verband met het voorzien van parkeergelegenheden. Projectzone A: Inrichting In deze overdruk dient voldaan te worden aan de hierna opgesomde inrichtingsprincipes: Woondichtheid Er wordt een minimale woondichtheid nagestreefd van 20 woningen/ha. Openbaar groen Gezien de schaal van het gebied hoeft er geen openbaar groen aangelegd te worden. Ontsluitingsmogelijkheden Het gebied wordt ontsloten op de Papaverweg, enkel de woningen die direct aansluiten op de Zonnebekestraat kunnen rechtstreeks op de Zonnebekestraat ontsloten worden. Voor deze projectzone komt dit neer op 18 wooneenheden. Zoals aangetoond in de toelichtingsnota is het echter wel wenselijk om een gemeenschappelijke groenzone te voorzien, deze gericht op de bewoners van de projectzone, niet op deze van de wijk. Trage verbindingen Bij de ontwikkeling van deze zone wordt voorzien in een doorsteek voor voetgangers en fietsers. 4

7 Inplanting hoofdgebouwen Indien de nieuwe gebouwen gebouwd worden op dezelfde locatie als de historische bebouwing kan er afgeweken worden van de voorschriften betreffende de bouwlijnen. Projectzone B: Inrichting In deze overdruk dient voldaan te worden aan de hierna opgesomde inrichtingsprincipes: Woondichtheid Er wordt een minimale woondichtheid nagestreefd van 20 woningen/ha Voor deze projectzone komt dit neer op 11 wooneenheden Openbaar groen Gezien de schaal van het gebied hoeft er geen openbaar groen aangelegd te worden. Ontsluitingsmogelijkheden Het gebied wordt ontsloten op de Papaverweg. Trage verbindingen Binnen het gebied hoeft er geen een trage verbinding gerealiseerd worden. Ontwikkelingsmogelijkheden bedrijven in projectzone B: Bestemming Hoofdbestemming In afwachting van de realisatie van de onderliggende bestemmingsvoorschriften kunnen kleinschalige, lokale bedrijfsactiviteiten in projectzone B toegelaten worden. De inrichtingsvoorschriften van projectzone B treden in werking op het moment dat de 5

8 bedrijfsactiviteiten stopgezet worden. De kleinschalige lokale bedrijfsactiviteiten dienen te voldoen aan onderstaande inrichtingsvoorschriften. Inrichting Het verbouwen en herbouwen van bedrijfsgebouwen is toegelaten zolang voldaan wordt aan de hierna opgesomde inrichtingsprincipes: Inplanting hoofdgebouwen Bij herbouw of uitbreiding dienen de bedrijfsgebouwen op minimaal 3 meter van de zijdelingse bedrijfsperceelsgrens en op minimaal 8 meter van de achterste bedrijfsperceelsgrens geplaatst te worden. Gabariet hoofdgebouwen De bedrijfsgebouwen hebben een maximale bouwhoogte van 7 meter. Ontsluitingsmogelijkheden Het bedrijfsperceel dient ontsloten te worden op de Zonnebekestraat. Groenbuffers en groenschermen Ter hoogte van de achterste bedrijfsperceelsgrens dient een groenbuffer aangelegd te worden van minimaal 3 meter breed die bestaat uit streekeigen bomen en heesters met een volwassen hoogte van minimaal 3 meter. Ter hoogte van de zijdelingse bedrijfsperceelsgrenzen dient er minimaal een groenscherm aangelegd te worden, dit groenscherm bestaat uit een streekeigen haag van minimaal 2 meter hoog en 0,5 meter breed. Projectzone C: Inrichting In deze overdruk dient voldaan te worden aan de hierna opgesomde inrichtingsprincipes: Woondichtheid Er wordt een woondichtheid nagestreefd van 20 woningen/ha Voor deze projectzone komt dit neer op 30 wooneenheden 6

9 Openbaar groen Binnen dit gebied dient er een groenzone aangelegd te worden die 15 procent van de totale oppervlakte van het gebied beslaat. Deze groenzone dient gekoppeld te worden aan de trage verbinding die de Cayennestraat met de Zonnebekestraat verbindt. De groenzone wordt samen met de trage verbinding als één geheel ontwikkeld. Ontsluitingsmogelijkheden Het gebied kan geen ontsluiting maken rechtstreeks op de Zonnebekestraat, er moet richting de Papaverweg, of via de Blikstraat of via beide ontsloten worden, enkel de woningen die direct aansluiten op de Zonnebekestraat kunnen rechtstreeks op de Zonnebekestraat ontsloten worden. Trage verbindingen Binnen het gebied wordt een trage verbinding aangelegd die de Cayennestraat met de Zonnebekestraat verbindt. Deze trage verbinding bestaat uit een fiets- en wandelpad en sluit aan op de bestaande omliggende fiets- en wandelpaden. De trage verbinding wordt samen met de groenzone als één geheel ontwikkeld. Indicatieve aanduiding bouwlijn: Deze indicatieve aanduiding toont aan welke percelen afwijken op de voorschriften betreffende bouwlijnen. Op deze percelen geldt de perceelgrens aan de straat als verplichte bouwlijn. Indicatieve aanduiding nieuwe trage verbinding: De op het grafische plan aangeduide pijlen geven aan waar er verbindingen voor fietsers- en voetgangers gesitueerd liggen of waar er gecreëerd dienen te worden, de zuidelijke indicatieve aanduiding verbindt de Cayennestraat met de Zonnebekestraat en voorziet zo een trage ontsluiting voor het volledig binnengebied. De noordelijke indicatieve aanduiding naar de Boezingestraat creëert een verbinding van het binnengebied naar de dorpskern, de noordelijke indicatieve aanduiding naar de Het gebied beslaat ongeveer m², minimum 15% hiervan, zijnde 2.400m², dient als groenzone ingericht te worden. 7

10 Zonnebekestraat creëert een verbinding van het binnengebied naar de Vrije Basisschool Langemark. De indicatieve aanduiding die de Cayennestraat met de Zonnebekestraat verbindt dient aangelegd te worden binnen de grenzen van projectzone C. De overige indicatieve aanduidingen kunnen uit hun as verschuiven over een afstand van 10 meter ten opzichte van de ingetekende toestand op het grafisch plan. BEGRIPPEN Ééngezinswoning Woning voor de huisvesting van een particulier gezin. Meergezinswoning Gebouw voor de huisvesting van minimum twee gezinnen, waarbij elke woongelegenheid wordt ontsloten door één of meerdere gemeenschappelijke inkomhallen. 8

11 ART. 1: ZONE VOOR CENTRUMFUNCTIES - CATEGORIE WONEN, SUBCATEGORIE WOONGEBIED Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor wonen (sociaal woonaanbod en privaat woonaanbod), gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, dienstverlening, kantoren, wegenis en de bijhorende openbare en private groene en/of verharde ruimten. Inrichting De wegen waarlangs deze bestemming gelegen is betreffen lokale wegen categorie 1: lokale verbindingswegen, deze wegen laten vrijwel alle functies toe zolang ze op een correcte schaal aangewend worden. Woontypologie De woningen worden opgericht onder de vorm van open-, halfopen- of gesloten woningen; meergezinswoningen zijn uitsluitend toegelaten indien beperkt tot een gelijkvloerse woning en een woning op de eerste verdieping waarvan in het dakvolume slaapkamers en sanitaire ruimtes zijn toegelaten; Gesloten bebouwing is beperkt tot 5 aaneengesloten woningen, zijnde twee halfopen woningen en 3 gesloten woningen. (met uitzondering van overdruk centrumbebouwing). Gabarit hoofdgebouwen Maximaal twee bouwlagen plus een dakvolume met een maximale nokhoogte van 10 meter; De dakvorm is vrij, indien gekozen wordt voor een hellend dak dan is de maximum helling 45. Hoofdgebouwen in functie van gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, dienstverlening, kantoren hebben een totale maximale bouwhoogte van 8,00 m. Inplanting hoofdgebouwen Bij herbouw en nieuwbouw dient de bouwlijn op minimum 5 meter van de rooilijn gerealiseerd te worden 9

12 De bouwvrije zijdelingse strook bedraagt minimaal 3 meter indien de bouwhoogte van het gelijkvloerse bouwvolume kleiner of gelijk aan 3,75 meter is. Enkel wanneer er een volle bouwlaag bovenop het gelijkvloers bouwvolume gerealiseerd wordt, bedraagt de bouwvrije zijdelingse strook minimaal 4 meter; De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 20 meter. De bouwdiepte op de verdieping bedraagt maximaal 12 meter voor halfopen en gesloten bebouwing en 15 meter bij open bebouwing; Voor hoofdgebouwen in functie van gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, dienstverlening, kantoren gelden dezelfde inplantingsvoorschriften m.u.v. de bouwdiepte. Er dient een minimale afstand van 8,00 m tot de achterste perceelsgrens gerespecteerd worden. Gabarit en oppervlakte bijgebouwen Maximale bouwhoogte bijgebouwen: o Maximale kroonlijsthoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 3 meter; o Maximale nokhoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 4 meter. Maximale oppervlakte bijgebouwen (gezamenlijke oppervlakte) bedraagt 40m². Parkeren Meergezinswoningen en sociaal woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden. Voor elke poort, doorrit of standplaats (per begonnen lengte van 3 m) die uitgeeft op het openbaar domein, is nog een bijkomende parkeerplaats verplicht; Privaat woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één overdekte en één nietoverdekte parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden (met uitzondering van overdruk centrumbebouwing). Parkeerplaats: carport, garage (eventueel inpandig), parkeerplaats in open lucht op privaat terrein Het parkeren op privaat domein hoeft niet individueel te worden georganiseerd maar kan ook gebundeld, bijvoorbeeld in een collectieve private parkeerhaven. De woonkwaliteit van het project mag niet enkel bepaald worden door de kwaliteit van het wonen zelf, evenzeer dient voldoende groen en een kwalitatieve buitenruimte gecreëerd te worden. De tuin-/parkruimte dient een zachte overgang te bieden naar omwonenden en dient bij voorkeur connectie te maken met de trage voetgangers- en fietsersassen binnen de projectzone. 10

13 ART. 2: ZONE VOOR RESIDENTIEEL WONEN MET BEPERKTE FUNCTIES - CATEGORIE WONEN, SUBCATEGORIE WOONGEBIED Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor wonen (sociaal woonaanbod en privaat woonaanbod) en de bijhorende openbare en private groene en/of verharde ruimten. Overdrukzones kunnen andere bestemmingen toelaten. Nevenbestemming Binnen deze zone zijn volgende nevenfuncties toegelaten: kantoren, dienstverlening en vrije beroepen. Deze nevenfuncties worden enkel toegelaten in het hoofdgebouw met een maximum van 100 m² van de vloeroppervlakte. De nevenfuncties worden beperkt gehouden om de woonkwaliteit niet in het gedrang te brengen. De focus ligt op de woonfunctie. Inrichting Woontypologie De woningen worden opgericht onder de vorm van open-, halfopen- of gesloten ééngezinswoningen; Meergezinswoningen zijn uitgesloten; Gesloten bebouwing is beperkt tot 5 aaneengesloten woningen, zijnde twee halfopen woningen en 3 gesloten woningen. Gabarit hoofdgebouwen Maximaal twee bouwlagen plus een dakvolume met een maximale nokhoogte van 10 meter; De dakvorm is vrij, indien gekozen wordt voor een hellend dak dan is de maximum helling 45. Inplanting hoofdgebouwen De verplichte bouwlijn voor het hoofdgebouw ligt 5 meter achter de perceelgrens aan de straatzijde; 11

14 De bouwvrije zijdelingse strook bedraagt minimaal 3 meter indien de bouwhoogte van het gelijkvloerse bouwvolume kleiner of gelijk aan 3,75 meter is. Enkel wanneer er een volle bouwlaag bovenop het gelijkvloers bouwvolume gerealiseerd wordt, bedraagt de bouwvrije zijdelingse strook minimaal 4 meter; De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15 meter. De bouwdiepte op de verdieping bedraagt maximaal 12 meter voor halfopen en gesloten bebouwing en 15 meter bij open bebouwing. Gabarit en oppervlakte bijgebouwen Maximale bouwhoogte bijgebouwen: o Maximale kroonlijsthoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 3 meter; o Maximale nokhoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 4 meter. Maximale oppervlakte bijgebouwen (gezamenlijke oppervlakte) bedraagt 40 m². Parkeren Sociaal woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden; Privaat woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één overdekte en één nietoverdekte parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden. ART. 3: ZONE VOOR WOONLINT - CATEGORIE WONEN, SUBCATEGORIE WOONGEBIED Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor wonen (sociaal woonaanbod en privaat woonaanbod) en de bijhorende openbare en private groene en/of verharde ruimten. Nevenbestemming Binnen deze zone zijn volgende nevenfuncties toegelaten: vrije beroepen, handel, dienstverlening, en kantoren. Hier geldt geen maximale oppervlakte voor de nevenfunctie maar dient de nevenfunctie steeds gekoppeld te zijn aan een woonfunctie. Er kan slechts een nevenfunctie gevestigd worden eens de hoofdfunctie aanwezig is. Indien een perceel niet bewoond is kan er geen andere functie op gevestigd worden. 12

15 Inrichting Woontypologie De woningen worden opgericht onder de vorm van open-, halfopen- of gesloten ééngezinswoningen; Meergezinswoningen zijn uitgesloten; Gesloten bebouwing is beperkt tot 5 aaneengesloten woningen, zijnde twee halfopen woningen en 3 gesloten woningen. Gabarit hoofdgebouwen Maximaal twee bouwlagen plus een dakvolume met een maximale nokhoogte van 10 meter; De dakvorm is vrij, indien gekozen wordt voor een hellend dak dan is de maximum helling 45. Hoofdgebouwen in functie van gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, dienstverlening, kantoren hebben een totale maximale bouwhoogte van 8,00 m. Inplanting hoofdgebouwen De verplichte bouwlijn voor het hoofdgebouw ligt 5 meter achter de perceelgrens aan de straatzijde. (met uitzondering van overdruk centrumbebouwing en de indicatieve aanduiding bouwlijn); De bouwvrije zijdelingse strook bedraagt minimaal 3 meter indien de bouwhoogte van het gelijkvloerse bouwvolume kleiner of gelijk aan 3,75 meter is. Enkel wanneer er een volle bouwlaag bovenop het gelijkvloers bouwvolume gerealiseerd wordt, bedraagt de bouwvrije zijdelingse strook minimaal 4 meter; De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15 meter. De bouwdiepte op de verdieping bedraagt maximaal 12 meter voor halfopen en gesloten bebouwing en 15 meter bij open bebouwing. Voor hoofdgebouwen in functie van gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, dienstverlening, kantoren gelden dezelfde inplantingsvoorschriften m.u.v. de bouwdiepte. Er dient een minimale afstand van 8,00 m tot de achterste perceelsgrens gerespecteerd worden. 13

16 Gabarit en oppervlakte bijgebouwen Maximale bouwhoogte bijgebouwen: o Maximale kroonlijsthoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 3 meter; o Maximale nokhoogte t.o.v. aanliggend maaiveld 4 meter. Maximale oppervlakte bijgebouwen (gezamenlijke oppervlakte) bedraagt 40m². Parkeren Sociaal woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden. Privaat woonaanbod: per wooneenheid dient minimaal één overdekte en één nietoverdekte parkeerplaats op privaat terrein (individueel of collectief) voorzien te worden. ART. 4: ZORGZONE - CATEGORIE GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Bestemming: Hoofdbestemming De zone is bestemd voor woonvormen met een duidelijke ruimtelijk functionele link met de zorgcampus, waarbij de woonvormen gesitueerd liggen in een groene omgeving. Nevenbestemmingen Enkel zorg gerelateerde nevenfuncties zijn toegestaan: parkeerruimte, recreatie, hobbylandbouw, De volledige zone richt zich onder andere tot assistentiewoningen die gebruik maken van de faciliteiten van de zorgcampus of tot de uitbreiding van de zorgcampus. Een op zich staande, private ontwikkeling is niet wenselijk. Inrichting: Algemeen Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning dient een volumestudie en/of architecturaal onderzoek bijgevoegd te worden, teneinde de ruimtelijke inpasbaarheid af te kunnen toetsen. Maximaal gabarit hoofdvolume: Bijgebouwen: maximaal 3 meter hoog; 14

17 Hoofdgebouwen: de gelijkvloerse bouwlaag heeft een maximale hoogte van 4 meter. De maximale bouwhoogte kan toenemen onder een hoek van 45 tot maximaal 3 bouwlagen met plat dak. Deze eventuele bovenliggende bouwlagen hebben een maximale hoogte van 3,25 meter. Inplanting van de gebouwen: De afstand tot de perimeter van dit RUP bedraagt minimum 1 meter voor bijgebouwen (berging, carport, garage,... ) en 5 meter voor hoofdgebouwen. Maximale oppervlakte: Het gezamenlijke maximale bebouwingspercentage (hoofdvolumes, nevenvolume en losstaande bijgebouwen) bedraagt 50%. Groenvoorzieningen Minimale oppervlakte: de groenvoorziening bedraagt minimaal 1.000m² en wordt ingericht als park; De aanleg moet van deze zone een ruimtelijk kwalitatief geheel vormen waarbij de veiligheid voor zacht verkeer van essentieel belang is; Binnen de tuin-/parkruimte kan kleinschalige infrastructuur aangebracht worden gericht op de sociale en recreatieve functie van het gebied. ART. 5: ZONE VOOR AGRARISCH GEBIED CATEGORIE LANDBOUW, SUBCATEGORIE AGRARISCH GEBIED Bestemming: Het gebied is bestemd om het open landschap te bewaren. Het kan ingericht worden in functie van beroepslandbouw. Inrichting: Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de beroepslandbouw zijn toegelaten, voor zover ze niet hinderlijk zijn voor de aangrenzende zorgzone. Het is een zone die bestemd is voor beroepslandbouw. Activiteiten of gebouwen die de woonkwaliteit in de aangrenzende woon- en zorgzones in het gedrang brengen, kunnen evenwel niet vergund worden. Voorbeeld: serres (lichthinder), mestverwerking (geurhinder), 15

18 ART. 6: ZONE VOOR OPENBAAR GROEN CATEGORIE OVERIG GROEN, SUBCATEGORIE PARKGEBIED Bestemming De zone is bestemd voor de ontwikkeling en instandhouding van een park. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. Hierbij dient aan volgende inrichtingsprincipes voldaan te worden: De parkzone dient een uniform karakter te hebben zowel wat betreft landschapsontwerp, plantenkeuze als materiaalgebruik van kunstwerken (o.a. paden en brugjes). In het park mag geen wegenis voor gemotoriseerd verkeer voorzien worden. Beperkte wegenis kan enkel voorzien worden i.f.v. het onderhoud van het park. Voor zover de ruimtelijke-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: o het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied; o o Enkel zachte recreatief medegebruik van de zone wordt toegelaten; Het aanbrengen van kleinschalige recreatieve infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer. Deze infrastructuur is beperkt in oppervlakte en blijft ondergeschikt aan de parkontwikkeling. 16