STRATEGIE VOOR DE TRANSMURALE AANPAK VAN DE VOEDINGSPROBLEMATIEK BIJ OUDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STRATEGIE VOOR DE TRANSMURALE AANPAK VAN DE VOEDINGSPROBLEMATIEK BIJ OUDEREN"

Transcriptie

1 STRATEGIE VOOR DE TRANSMURALE AANPAK VAN DE VOEDINGSPROBLEMATIEK BIJ OUDEREN STAVO-PROJECT EINDRAPPORT Projectleiders Prof. dr. T. Defloor Prof. dr. M. Grypdonck Projectmedewerkers Lic. A. Heyneman Lic. A. Van Hecke

2

3 STRATEGIE VOOR DE TRANSMURALE AANPAK VAN DE VOEDINGSPROBLEMATIEK BIJ OUDEREN STAVO-PROJECT EINDRAPPORT Projectleiders Prof. dr. T. Defloor Prof. dr. M. Grypdonck Projectmedewerker Lic. A. Heyneman Lic. A. Van Hecke

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...4 Lijst van tabellen en figuren...7 Lijst van de frequent gebruikte afkortingen...9 Dankwoord...10 Inleiding...11 Deel 1 Richtlijn...14 Hoofdstuk 1: Inleiding...15 Hoofdstuk 2: Probleemstelling...17 Hoofdstuk 3: Voedingsbeleid Basiszorg Multidisciplinair voedingsteam Ziekenhuis Thuiszorg...20 Hoofdstuk 4: Beoordeling voedingstoestand en screening Effectiviteit en kosteneffectiviteit van screening Antropometrische parameters Screeningsinstrumenten Screeningsinstrumenten voor ondervoeding Overige screeningsinstrumenten voor ondervoeding Dehydratie Kauw- en slikstoornissen...26 Hoofdstuk 5: Orale Voedingsondersteuning Indicaties voor het opstarten van orale voedingsondersteuning Orale voedingsondersteuning in ziekenhuizen en thuiszorg Opvolging van orale voedingsondersteuning in ziekenhuizen en thuiszorg Orale voedingsondersteuning bij ouderen in het ziekenhuis en de thuiszorg Orale voedingsondersteuning en de opname van energie en voedingsstoffen Het onderhouden of verbeteren van de voedingstoestand met behulp van orale voedingsondersteuning Het onderhouden of verbeteren van de functionele toestand of de revalidatiemogelijkheden De invloed van orale voedingsondersteuning op de opnameduur

5 5.4.5 De invloed van orale voedingsondersteuning op de kwaliteit van leven De invloed van orale voedingsondersteuning op de overlevingskans Kosteneffectiviteit van orale voedingsondersteuning Voorkeur van de patiënt Dieetadvies versus standaardzorg Orale voedingssupplementen versus dieetadvies Orale multivitamines en minerale supplementen voor ondervoede patiënten Orale voedingsondersteuning voor patiënten met slikstoornissen...32 Hoofdstuk 6: Transfer ziekenhuis thuis...33 Besluit...35 Deel 2: Bevraging van de ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en de thuiszorg...36 Hoofdstuk 1: Inleiding...37 Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Selectie van de instellingen en organisaties...37 Ontwikkeling van de vragenlijst...38 Hoofdstuk 4: Resultaten Partim Ziekenhuizen en Rust- en Verzorgingstehuizen Algemeen beeld van respondenten Voedingsbeleid Beoordeling van voedingstoestand en screening Beoordeling van voedingstoestand en screening bij opname Beoordeling van voedingstoestand en screening tijdens het verblijf Strategie voor patiënten met risico op ondervoeding Transfer van zorginstelling naar thuis...51 Hoofdstuk 5: Resultaten Partim Thuiszorgorganisaties Algemeen beeld van de respondenten Voedingsbeleid Beoordeling van de voedingstoestand en screening Beoordeling van de voedingstoestand en screening bij eerste contact Beoordeling van de voedingstoestand bij volgende contacten Strategie voor patiënten met risico op ondervoeding Transfer van de zorginstelling naar thuis...59 Hoofdstuk 6: Conclusie

6 Deel 3: Best practices...62 Hoofdstuk 1: Inleiding...63 Hoofdstuk 2: Best practices binnen het AZ Maria Middelares Sint-Niklaas...63 Hoofdstuk 3: Best practices in het RVT Vincenthof in Oostakker...65 Hoofdstuk 4: Best practices binnen het AZ Damiaan in Oostende...67 Hoofdstuk 5: Best practices binnen het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen in de provincie Limburg...70 Besluit...71 Literatuurlijst...73 Bijlagen

7 Lijst van tabellen en figuren Tabel 1. Selectie van RVT s...37 Figuur 1. Functie van de contacpersoon...39 Tabel 2. Instellingen met verantwoordelijke voor voedingsbeleid...40 Tabel 3. Samenstelling van het voedingsteam...41 Tabel 4. Rol van de verpleegkundigen in ziekenhuizen en RVT s...41 Tabel 5a. Gestructureerde samenwerkingsverbanden van ziekenhuizen naargelang de grootte en de regio van de instelling...42 Tabel 5b. Gestructureerde samenwerkingsverbanden van RVT s naargelang de grootte en de regio van de instelling...42 Tabel 6. Basiszorg i.v.m. voeding...43 Tabel 7. Basiszorg i.v.m. voeding gerelateerd aan soort, aard, regio en grootte van zorginstelling...43 Tabel 8. Percentages naargelang de grootte van de instelling...44 Tabel 9. Evaluatie van voedingstoestand van de patiënt bij opname: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang het soort en de grootte van de instelling...45 Tabel 10. Wegen van de patiënt bij opname...45 Tabel 11a. Bepalen van BMI bij opname in de ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...46 Tabel 11b. Bepalen van BMI bij opname in de RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...46 Tabel 12. Overzicht van gebruikte screeningsinstrumenten voor ziekenhuizen en RVT s...47 Tabel 13. Voeding als thema in patiëntenbespreking: % aantal instellingen...47 Tabel 14a. Voeding als thema in patiëntenbespreking in ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...47 Tabel 14b. Voeding als thema in patiëntenbespreking in RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...48 Tabel 15a. Bepalen van energiebehoefte van patiënt in de ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...48 Tabel 15b. Bepalen van energiebehoefte van patiënt in RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...49 Tabel 16a. Uitvoeren van systematische controles i.f.v. het bereiken van gewenste energieopname per 24 uur in de ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...49 Tabel 16b. Uitvoeren van systematische controles i.f.v. het bereiken van gewenste energieopname per 24 uur in de RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...50 Tabel 17. Betrokkenheid van familie bij opstellen van voedingsplan en opvolging van voedingstoestand...51 Tabel 18a. Informatie over individuele zorgplan voor voeding bij ontslagin de ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling

8 Tabel 18b. Informatie over individuele zorgplan voor voeding bij ontslagin de RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...52 Tabel 19a. Informatie over duur voedingsbehandeling bij ontslagin de ziekenhuizen: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...52 Tabel 19b. Informatie over duur voedingsbehandeling bij ontslag in de RVT s: huidige situatie versus gewenste situatie naargelang de regio en de grootte van de instelling...52 Tabel 20. Overzicht van stellingen m.b.t. transfer van zorgsinstelling naar huis...53 Figuur2: Functie contactpersonen...54 Tabel 21. Samenstelling van het voedingsteam...54 Tabel 22. Rolverdeling binnen de thuiszorg...55 Tabel 23. Beoordeling voedingstoestand bij eerste contact...56 Tabel 24. Overzicht van gebruikte screeningsinstrumenten voor de thuiszorg...57 Tabel 25. Beoordeling voedingstoestand bij volgende contacten Tabel 26. Voeding als thema in patiëntenbespreking in de thuiszorg...58 Tabel 27. Strategie voor patiënten met risico op ondervoeding Tabel 28. Betrokkenheid van de familie bij het opstellen van een voedingsplan en het opvolgen van de voedingstoestand Tabel 29. Transferbeleid Tabel 30. Overzicht van de voorgelegde stellingen met betrekking tot het transferbeleid

9 Lijst van de frequent gebruikte afkortingen BMI Body Mass Index ESPEN European Society for Clinical Nutrition and Metabolism MNA Mini Nutritional Assessment MNA-SF Mini Nutritional Assessment Short Form MUST Malnutrition Universal Screening Tool NRS 2002 Nutritional Risk Screening 2002 OVO Orale voedingsondersteuning RVT( s) Rust- en verzorgingstehuis, hieronder worden ook de Rustoorden voor Bejaarden (ROB) verstaan. 9

10 Dankwoord Dit project werd mogelijk gemaakt door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Velen droegen bij aan het tot stand komen van het project. Onze dank gaat uit naar de participerende ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen (RVT s) en de thuiszorgorganisaties, de leden van het expertpanel voor de validering van de evidence based richtlijn en de leden van de Begeleidingscommissie. Wij wensen eveneens de instellingen en organisaties te bedanken die via hun contactpersoon bereid waren om hun best practices te verhelderen tijdens de interviews. Wij danken hen ook voor het ter beschikking stellen van de verschillende documenten die verder in het rapport opgenomen zijn. Gelieve bij elk gebruik van dit rapport als volgt te refereren: Heyneman, A., Van Hecke, A., Grypdonck, M., Defloor T. (2006) Strategie voor de transmurale aanpak van de voedingsproblematiek bij ouderen. Brussel, Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. 10

11 Inleiding Reeds in 1859 schreef Florence Nightingale in haar Notes on Nursing (1) Every careful observer of the sick will agree in this that thousands of patients are annually starved in the midst of plenty, from want of attention to the ways which alone make it possible for them to take food. Anno 2006 blijkt dit citaat nog even actueel als toen. De Raad van Europa vaardigde in 2003 een resolutie uit waarin aanbevelingen geformuleerd worden met betrekking tot een actieve en vroegtijdige opsporing en opvolging van de ondervoedingsproblematiek in de ziekenhuizen (2). Voor België werd een Nationaal Voedings- en gezondheidsplan opgemaakt voor de periode (3). In krachtlijn 5 van dit plan komt de preventie en de aanpak van ondervoeding in de ziekenhuizen, de RVT s en de thuiszorg aan bod. Voor elk van deze sectoren worden maatregelen voorgesteld. Er worden ook maatregelen voorgesteld met betrekking tot het toegankelijker maken van de gespecialiseerde voedingsinterventies. De thematiek van dit project sluit hier naadloos bij aan. - Doel van de conceptrichtlijn De term conceptrichtlijn wordt gehanteerd als overkoepelende term voor de drie delen van het project namelijk de evidence based richtlijn, de resultaten van de bevraging en de best practices. De conceptrichtlijn heeft tot doel een leidraad te bieden voor de multidisciplinaire aanpak van de zorg voor voeding bij ouderen in de thuiszorg of in het ziekenhuis. Deze conceptrichtlijn is een integratie van enerzijds een evidence based richtlijn en anderzijds in de praktijk gangbare best practices en initiatieven betreffende de zorg voor voeding bij ouderen. - Methodologie Voor de ontwikkeling van de conceptrichtlijn werd het geheel opgesplitst in drie delen. In eerste instantie werd een evidence based richtlijn opgemaakt op basis van internationale gepubliceerde richtlijnen. De evidence based richtlijn geeft een synthese weer van de evidentie die beschikbaar is met betrekking tot de zorg voor voeding bij ouderen in het ziekenhuis, de thuiszorg en de RVT s. In een tweede deel werd een elektronische bevraging uitgevoerd bij de Belgische algemene en universitaire ziekenhuizen, een toevalssteekproef van 200 Belgische RVT s en de thuiszorgorganisaties in België. De bevraging had tot doel om de actuele situatie en de gewenste situatie in kaart te brengen. 11

12 Tot slot werden in een derde en laatste deel best practices geïdentificeerd en verzameld. Hierbij kregen contactpersonen binnen instellingen en organisaties de mogelijkheid om hun best practices uiteen te zetten en te verhelderen tijdens een interview. Deze best practices kunnen als voorbeelden en inspiratiebron gelden voor instellingen die gelijkaardige praktijkvoeringen willen ontwikkelen en implementeren. Bij het begin van elk deel wordt een meer gedetailleerd overzicht gegeven van de gehanteerde methodologie en de uitgevoerde activiteiten voor het desbetreffende deel. Bij de start van het project werd eveneens een scope document opgesteld (zie bijlage inleiding 1 en 2). In dit document werd uiteengezet hoe het project zou uitgevoerd worden. Een activiteitenrapport is terug te vinden in bijlage inleiding 3. - Focus van de conceptrichtlijn De conceptrichtlijn is opgesteld voor verpleegkundigen en verzorgenden die zorg verlenen aan ouderen bij wie de zelfzorg voor voeding bedreigd is en/of bij wie ondervoeding aanwezig is. De conceptrichtlijn focust zich op de periode vanaf de opname van een patiënt in het ziekenhuis tot en met de periode van het ontslag. In de conceptrichtlijn worden naast aanbevelingen voor de periode die de patiënt doorbrengt in het ziekenhuis ook aanbevelingen geformuleerd om de voedingstoestand optimaal te houden en/of te optimaliseren voor de periode volgend op het ontslag uit het ziekenhuis. Volgende thema s komen doorheen de verschillende hoofdstukken aan bod: ondervoeding, dehydratatie en kauw- en slikstoornissen. Wat de behandeling van ondervoeding, dehydratatie en kauw- & slikstoornissen betreft, beperkt de conceptrichtlijn zich tot voedingsondersteuning die gegeven kan worden via orale weg. De problematiek rond enterale en parenterale voeding valt buiten het bestek van deze conceptrichtlijn net als specifieke diëten verbonden aan een bepaalde aandoening. - Onafhankelijk karakter van de conceptrichtlijn Alle leden van de onderzoeksgroep en de experts waren onafhankelijk van de industrie en verklaarden geen conflicterende belangen te hebben bij het ontwikkelen van deze conceptrichtlijn. De financierende overheid heeft op geen enkele wijze de totstandkoming van deze richtlijn beïnvloed. De gevolgde procedure garandeerde deze onafhankelijkheid. 12

13 - Voorlopig karakter van de conceptrichtlijn De conceptrichtlijn zorg voor voeding bij ouderen zal slechts een beperkte levensduur hebben. Deze conceptrichtlijn is dan ook tijdsgebonden en presenteert de inzichten en kennis beschikbaar op 15 februari De frequentie van de herziening is afhankelijk van resultaten van gepubliceerd onderzoek en vragen van de eindgebruiker of de verantwoordelijke overheidsdienst. Na de ontwikkeling van de conceptrichtlijn worden de verschillende belanghebbende partijen uitgenodigd om evidentie van nieuwe interventies te melden via de website. 13

14 Deel 1 Richtlijn 14

15 Hoofdstuk 1: Inleiding De richtlijn werd ontwikkeld op basis van gepubliceerde richtlijnen. Hiervoor werden voedingsrichtlijnen gepubliceerd in het Nederlands, Frans, Duits of Engels opgezocht. Bij de zoektocht werd gefocust op richtlijnen die de zorg voor voeding bij ouderen behandelen, onafhankelijk van een bepaald ziektebeeld. De referenties van richtlijnen die verwant zijn met de bestudeerde problematiek, maar niet in overeenstemming waren met de focus, werden opgenomen in de inventarisatie die terug te vinden is in bijlage 1.1 In de zoektocht naar richtlijnen werden volgende bronnen doorzocht: Agency for Healthcare Research and Quality ( American Society for Parenteral and Enteral Nutrition ( British Association for Parenteral and Enteral Nutrition ( Clinical Resource Efficiency Support Team ( European Society for Clinical Nutrition and Metabolism ESPEN ( Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO ( Haute Autorité de santé ( National Guideline Clearinghouse ( National Health Service for Scotland ( National Institute for Health and Clinical Excellence ( New Zealand Guidelines Group ( Royal College of Nursing ( Scottish Intercollegiate Guidelines Network ( Bijkomend werd in Google een zoekopdracht uitgevoerd in het Nederlands met de zoektermen richtlijn, ondervoeding en ouderen, in het Engels met guideline, malnutrition, undernourishment, adults en elderly en tot slot in het Frans met de termen directive, nutrition, adultes en personne âgée. Uit de teruggevonden richtlijnen kwamen beantwoorden vier richtlijnen aan de focus van het project. Twee van de richtlijnen waren Nederlandstalig. De richtlijn ontwikkeld door Arcares et al. (4) richt zich op de voedsel- en vochtvoorziening voor de oudere mens met een verpleeghuisindicatie en dus zowel op ouderen in verpleeghuizen als op verpleeghuisgeïndiceerde ouderen in verzorgingstehuizen, ziekenhuis en thuis. De voedingsrichtlijn Geriatrie van de Projectgroep Voedingsrichtlijn Geriatrie (5) verbonden aan het UMC St. Radboud in Nijmegen richt zich op de multidisciplinaire preventie en 15

16 behandeling van ondervoeding, dehydratie en slikstoornissen bij geriatrische patiënten in het ziekenhuis. Eén Franstalige richtlijn werd geïdentificeerd (6). Deze richtlijn spitst zich toe op het stellen van de diagnose van ondervoeding bij gehospitaliseerde ouderen en de verschillende technieken die hiervoor aangewend kunnen worden. Tot slot werd één Engelstalige richtlijn teruggevonden (7). Deze richtlijn behandelt de voedingsondersteuning bij volwassenen via orale, enterale & parenterale weg en de voorwaarden hiertoe. Bij de ontwikkeling van de richtlijn werd voor het deel met betrekking tot de screening van patiënten beroep gedaan op de ESPEN Guidelines for Nutrition screening 2002 (8) en op de ESPEN Guidelines on Enteral Nutrition: Geriatrics (9) die gepubliceerd werd tijdens het opmaken van de richtlijn. Onderzoekers uit Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk signaleerden twee handboeken. In het boek van Ferry et al. (10) wordt de problematiek van voeding en ondervoeding bij ouderen beschreven en de hieraan verbonden interventies die kunnen genomen worden om een gezonde voeding te behouden en ondervoeding te voorkomen. Bij de uitwerking van de richtlijn werd eveneens gebruik gemaakt van het werk van Stratton et al. (11). Dit boek handelt over de evidence based benadering voor de behandeling van ziekte gerelateerde ondervoeding. Voor de validering van de richtlijn werd een expertpanel opgericht. Het expertpanel bestond uit: Dhr. K. Boeykens (AZ Maria Middelares Sint-Niklaas) Mevr. A. De Beck (Universitair Ziekenhuis Gent) Lic. G. Demaiter (AZ Groeninge Kortrijk) Drs. B. Geurden (Universiteit Antwerpen - Karel de Grote Hogeschool) Dr. T. Hafsteinsdóttir (Universitair Medisch Centrum Utrecht) Prof. Dr. E. Robberecht (Universitair Ziekenhuis Gent) Dr. M. Schuurmans (Hogeschool Utrecht) Lic. L. Vandenbussche Prof. Dr. N. Van Den Noortgate (Universitair Ziekenhuis Gent) Mevr. R. Wouters (Wit-Gele Kruis Vlaanderen) De richtlijn werd gevalideerd met bethulp van een dubbele Delphi procedure. Hierbij werd in de eerste Delhpi ronde de proefversie van de richtlijn naar de leden van het expertpanel 16

17 verstuurd met de vraag om binnen de scope van het project opmerkingen te formuleren. Vervolgens werden alle opmerkingen geïnventariseerd en geanonimiseerd. Waar nodig werden wijzigingen of aanvullingen aangebracht in de richtlijn. In de tweede en finale Delphi ronde werden de geanonimiseerde opmerkingen samen met de aangebrachte wijzigingen opnieuw verstuurd naar de experts die meewerkten aan de eerste Delphi ronde met de vraag of zij zich konden vinden in de aanpassingen die doorgevoerd werden. De hoofdstukken 3-5 van dit deel vormen de synthese van de richtlijnen en werden voorgelegd aan het expertpanel. Hoofdstuk 2: Probleemstelling Ondervoeding wordt in Van Dale omschreven als toestand waarin het lichaam verkeert bij onvoldoende voeding. In kader van dit project wordt voor de omschrijving van ondervoeding gebruikt gemaakt van de definitie van Elia et al. (12): Malnutrition is a state of nutrition in which a deficiency or excess (or imbalance) of energy, protein, and other nutrients causes measurable adverse effects on tissue/body form (body, shape, size and composition) and function, and clinical outcome. De verschillende antropometrische, klinische en biochemische criteria die gebruikt worden om ondervoeding te beoordelen, hebben geresulteerd in sterk uiteenlopende prevalentiecijfers van ondervoeding. In een studie aan de hand van de Malnutrition Universal Screening Tool (MUST) werd vastgesteld dat 10% van de bevolking van 65 jaar en ouder een matig tot hoog risico hadden op ondervoeding. Bij gehospitaliseerde patiënten bevonden 10-60% van de patiënten, afhankelijk van hun toestand, zich in deze situatie. Er werden gelijkaardige percentages vastgesteld voor patiënten die verbleven in een RVT. Hoewel volgens Arnaud-Battandier et al. en Edington et al. (13;14) de meeste gevallen van ondervoeding teruggevonden kunnen worden in de thuiszorg, wordt het grootste deel van het budget gespendeerd in de ziekenhuizen. Voor België werd in de studie van Griep et al. (15) het risico op ondervoeding in RVT s bepaald met behulp van de Mini Nutritional Assessment (MNA). Hieruit blijkt dat 39% van de patiënten risico liepen op ondervoeding (MNA-score ) of ondervoed waren (MNAscore<17). Uit de studie van Pepersack (16) kwam naar voor dat de mediane MNA-score 18 punten was (range 9-29) voor patiënten opgenomen in geriatrische afdelingen. Voor wat betreft de thuiszorg blijkt uit de gegevens van de NAME-studie (17) dat 6% van de thuisverpleegde 60-plussers in een slechte voedingstoestand verkeert. In dezelfde studie werd een verhoogd risico op ondervoeding vastgesteld bij 45% van de patiënten. 17

18 De kost voor de behandeling van ondervoeding wordt in het Verenigd Koninkrijk geschat op miljard per jaar (18). Van dit bedrag wordt ongeveer 50% besteed aan de behandeling van patiënten met ondervoeding die opgenomen zijn in een ziekenhuis. Voor België wordt de meerkost voor de gezondheidszorg van ondervoeding geschat op 400 miljoen per jaar (19). Volgens de National Collaborating Centre for Acute Care (7) zijn er vier factoren die bijdragen tot de ontwikkeling van ziektegerelateerde ondervoeding. In eerste instantie kan er een verminderde opname vastgesteld worden die veroorzaakt wordt door een slechte eetlust, niet in staat zijn om te eten of een gebrek om zichzelf te voorzien van voldoende voeding. Ten tweede kunnen een verminderde vertering en/of opname ten gevolge van medische of chirurgische interventies aan de basis liggen. Vervolgens kan een verhoogde behoefte door een verhoogd metabolisme hiertoe bijdragen. Tot slot kan het overmatige verlies van voedingsstoffen via gastro-intestinale weg of via de huid ook bijdragen in de ontwikkeling van een ziektegerelateerde ondervoeding. Ondervoeding heeft een effect op zowel fysisch en psychosociaal functioneren, kwaliteit van leven en de mate van herstel na ziekte. De negatieve effecten zijn divers zoals een verlaagde immuniteit, vertraagde wondheling, verminderde spierkracht en vermoeidheid, immobiliteit, vocht- en elektrolytenstoornissen, verstoorde thermoregulatie, en dergelijke. Hoofdstuk 3: Voedingsbeleid 3.1 BASISZORG Uit het proefschrift van Mathey (20) komt naar voor dat aanpassingen van dagritme en smaak aan de behoeften van de patiënt een positief effect hadden op de voedingstoestand. Aanpassing van de ruimte en de sfeer in de ruimte waar de maaltijd genomen wordt, had eveneens een positief effect. 3.2 MULTIDISCIPLINAIR VOEDINGSTEAM Om ervoor te zorgen dat er op elk moment voldaan wordt aan de noden van de patiënt op voedingsgebied, is het noodzakelijk dat deze zorg gecoördineerd wordt. Afhankelijk van de organisatie of instelling kan de samenstelling en de taak van dit coordinerende orgaan verschillen. 18

19 3.2.1 Ziekenhuis In twee gerandomiseerde gecontroleerde studies (21;22) werd het effect van een multidisciplinair voedingsteam onderzocht. Het team bestond in beide studies uit een verpleegkundige en een diëtist. In de studie van Johansen (21) werd bij 212 risicopatiënten voor ondervoeding geen significant verschil gevonden voor de duur van de opname, mineure en majeure complicaties en levenskwaliteit. Bij een subgroepanalyse van de patiënten met complicaties die geen operatie vereisten, bleken patiënten in de experimentele groep (interventie van voedingsteam) een significant kortere opnameduur te hebben. Ook dat deel van de opnameduur, gevoelig voor voedingsondersteuning, lag significant lager in de experimentele groep. In de andere studie (22) werden 47 patiënten bij wie een percutane endoscopische gastrostomiesonde (PEG-sonde) geplaatst werd gedurende 12 maanden opgevolgd door het voedingsteam. Er werd geen verschil gevonden tussen de groep die opgevolgd werd door het voedingsteam en de controlegroep voor mortaliteit, complicaties, tijd tot verwijdering van de PEG-sonde, totale opnameduur of heropname. Voor wat betreft levenskwaliteit werd een verbetering van het sociaal functioneren gemeten in de groep die opgevolgd werd door het voedingsteam. In twee niet gerandomiseerde studies (23;24) over voedingsondersteuning via enterale weg hadden patiënten, die begeleid werden door een voedingsteam, minder onbehandelde metabole complicaties zoals hyperglycemie en hypofosfatemie. Patiënten in de groep begeleid door het voedingsteam kregen frequenter geschikte voeding. De studie van Powers (23) rapporteerde minder complicaties in de groep begeleid door het voedingsteam, maar deze bevindingen werden niet bevestigd door de studie van Brown (24). In geen van beide studies werd een verschil in mortaliteit gedetecteerd. Op basis van studies naar de kosteneffectiviteit van voedingsteams (22;25-29) bleek er een tendens te zijn dat kosten bespaard kunnen worden wanneer een voedingsteam geconsulteerd wordt. Vijf van de zes studies (22;25-28) spitsten zich toe op enterale of parenterale voedingsondersteuning. Statements: Een voedingsteam binnen de instelling kan de opnameduur voor patiënten met mineure complicaties en een aantal complicaties gerelateerd aan ondervoeding verminderen, hoewel de evidentie eerder beperkt is. 19

20 Er zijn aanwijzingen dat er meer aandacht aan de voeding van de patiënt besteed wordt indien een klinisch actief voedingsteam aanwezig is. Uit de beschikbare literatuur blijkt dat een klinisch voedingsteam ostenbesparend kan zijn voornamelijk door een adequate opvolging van enterale en parenterale voeding Thuiszorg Gerandomiseerde gecontroleerde studies over de potentiële positieve effecten van voedingsteams in de thuiszorg konden niet geïdentificeerd worden. Besluit Op basis van de beschikbare evidentie blijkt dat een voedingsteam binnen de instelling het aantal complicaties gerelateerd aan ondervoeding kan verminderen en dat de kosten gereduceerd kunnen worden door het voorkomen van onnodige behandelingen en de preventie van complicaties. De kwaliteit van de studies was eerder beperkt in termen van design, beperkt aantal patiënten per studie en heterogeniteit van de studiepopulatie. Hoofdstuk 4: Beoordeling voedingstoestand en screening 4.1 EFFECTIVITEIT EN KOSTENEFFECTIVITEIT VAN SCREENING In drie studies (30-32) werd het effect van screening op de kwaliteit van zorg en patiëntenoutcomes vergeleken met standaardzorg. Twee van de drie studies (30;31) vertoonden ernstige gebreken op vlak van methodologie zoals een lage statistische power, bedenkingen bij de kwaliteit van het gebruikte screeningsinstrument, zwak design en ontbreken van geschikte outcomes. In de derde studie (32) werden patiënten ouder dan 60 in de interventiegroep gescreend voor ondervoeding, dysfagie en dehydratie. Het gewicht van de patiënten in de interventiegroep was significant toegenomen en er werden significant minder ziekenhuisinfecties vastgesteld. Het aantal decubitusletsels en de opnameduur veranderden niet. Voor bepaalde parameters zoals opnameduur en aantal ziekenhuisinfecties werden geen baseline gegevens gerapporteerd. Voor wat betreft de kosteneffectiviteit kon slechts één studie teruggevonden worden (32). Uit deze studie blijkt dat het screenen van patiënten kostenbesparend kan zijn. 20

21 Statement: Er zijn aanwijzingen dat het screenen van patiënten effectief en kosteneffectief kan zijn. 4.2 ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS Gewicht en lengte In vier studies (33-36) werd een verband gevonden tussen gewichtsverlies en een stijgende morbiditeit en mortaliteit bij patiënten in het ziekenhuis en de thuiszorg. Voor wat betreft het detecteren van ondervoeding op basis van het gewicht is er geen optimale drempelwaarde gekend, maar de waarde van 10% gewichtsverlies ten opzichte van het normale gewicht wordt weerhouden door diverse expertpanels (37-40). In het rapport van Walker et al. (41) worden volgende criteria gebruikt om ondervoeding te definiëren: > 10% ongewild gewichtsverlies de laatste 3-6 maanden of 5-10 % gewichtsverlies de laatste maand of een ongewild gewichtsverlies van 3 kg of meer of een ongewild gewichtsverlies van 10 % of meer ten opzicht van het ideale gewicht. Wetenschappelijke evidentie over de noodzakelijke frequentie van het wegen van patiënten is tot op heden niet voor handen (4). De lengte van een patiënt is niet direct een parameter voor de voedingstoestand van de patiënt, maar wordt wel gebruikt voor de berekening van andere parameters zoals de Body Mass Index (BMI) (6). Indien het niet mogelijk is om de volledige lengte van de patiënt op te meten, kan gebruik gemaakt worden van formule ontwikkeld door Chumlea (42). Hierbij wordt de lengte van de patiënt berekend aan de hand van de afstand van de knie tot de voetzool (zie bijlage 1.2) Statements: Bij de screening naar patiënten in ondervoeding of met het risico op ondervoeding op basis van gewicht wordt aanbevolen om bij onderstaande situaties te spreken van ondervoeding: >10% ongewild gewichtsverlies de laatste 3-6 maanden; 5-10 % gewichtsverlies de laatste maand; een ongewild gewichtsverlies van 3 kg of meer; een ongewild gewichtsverlies van 10% of meer ten opzicht van het ideale gewicht. Evidentie over de noodzakelijke frequentie van het wegen van patiënten is niet voor handen. 21

22 Om de BMI te kunnen berekenen en opvolgen, is het aangewezen om van bij opname de lengte en het gewicht van de patiënt op te meten Body Mass Index (BMI) De BMI is de verhouding van het gewicht (in kilogram) tot het kwadraat van de lengte (in meter) en wordt uitgedrukt als kg/m². De drempelwaarde voor ondervoeding varieerde van studie tot studie, maar meestal wordt 20 kg/m² gehanteerd (43-53). Voor personen van 65 jaar en ouder wordt door Beck en Ovesen (54) een drempelwaarde van 24 kg/m² aanbevolen. Door de Club francophone gériatrie et nutrition (10) wordt 21 kg/m² vooropgesteld. Het verband tussen morbiditeit en mortaliteit enerzijds en de BMI anderzijds werd in een ziekenhuissetting onderzocht in verschillende studies (45;46;55-62). De resultaten waren echter tegenstrijdig. Statement: De BMI kan gebruikt worden voor het screenen naar ondervoeding en het opvolgen van de voedingstoestand. Overige parameters Naast de hierboven vermelde parameters kan eveneens gebruik gemaakt worden van huidplooimetingen, de bovenarmomtrek en het schatten van de vette massa en de spiermassa. De nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid van de metingen is in grotere mate afhankelijk van de afnemer en de toestand van de patiënt (6). Besluit Bij het gebruik van huidplooimeting, de armomtrek en het schatten van de magere massa, de vette massa en de spiermassa voor de screening naar ondervoeding hangt de nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid van de metingen in grotere mate af van de afnemer en de toestand van de patiënt. 4.3 SCREENINGSINSTRUMENTEN Naast individuele antropometrische parameters kan bij de screening naar ondervoeding, dehydratie en kauw- en slikstoornissen ook gebruik gemaakt worden van screeningsinstrumenten. Afhankelijk van het instrument worden biochemische, antropometrische en/of klinische parameters opgemeten. In het kader van deze richtlijn wordt gefocust op die instrumenten die ontwikkeld zijn voor de screening naar ondervoeding 22

23 die afgenomen en geïnterpreteerd kunnen worden door verpleegkundigen of verzorgenden en waarvoor geen labo-analyses nodig zijn. In hoofdzaak zijn dit instrumenten die gebruik maken van antropometrische en/of klinische parameters Screeningsinstrumenten voor ondervoeding In de studie van Prompers (63) werden drie screeningsinstrumenten voor ouderen vergeleken, namelijk de Screeningslijst voedingstoestand verpleeghuis (SVV), de MNA en de Nutrition screening initiative checklist (NSI). Gezien het invullen van de MNA ongeveer 25 minuten per lijst kost, werd de Mini Nutritional Assessment Short Form (MNA-SF) ontwikkeld, een lijst met zes vragen over voedselinname, gewichtsverlies, mobiliteit, depressie en stress. De MNA en de MNA-SF worden hieronder uitvoeriger besproken. a) Mini Nutritional Assessment Scale (MNA) Er zijn twee vormen van de MNA beschikbaar, namelijk de volledige vragenlijst ontwikkeld door Guigoz (64) en de Short Form (MNA-SF) ontwikkeld door Rubenstein (65;66). Het is de bedoeling dat de MNA-SF, bestaande uit 6 vragen, gebruikt wordt voor een eerste algemene screening. Wordt ondervoeding vastgesteld, dan kan voor bijkomend onderzoek de overige 12 vragen van de MNA gesteld worden aan de patiënt. Op basis van valideringsonderzoek (67-69) bleek de MNA gecorreleerd te zijn aan leeftijd, energieopname, biochemische en antropometrische parameters, cognitief functioneren (gemeten aan de hand van de Mini Mental State), Activiteiten van het Dagelijkse Leven (ADL). Bijkomend bleek de MNA voor patiënten met risico op ondervoeding sensitiever te zijn in vergelijking met het bepalen van de albumine en predictief te zijn voor mortaliteit (64;70;71). Uit de literatuur (64;72-74) kwam naar voor dat de sensitiviteit van de MNA varieerde tussen 30,4% en 92%; de specificiteit varieerde tussen 47,1% en 98%. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bedroeg κ=.51 (75). De sensitiviteit en specificiteit van de MNA-SF was respectievelijk 97.9% en 100% voor de detectie van ondervoeding (65;66). De MNA wordt aanbevolen door ESPEN als instrument voor de screening naar ondervoeding en het risico op ondervoeding bij ouderen (8) (zie bijlage 1.3). Gezien het standaard afnemen van de MNA een grotere tijdsinvestering vergt, kan ervoor geopteerd worden om in eerste instantie de MNA-SF af te nemen en op indicatie de volledige MNA. 23

24 b) Malnutrition Universal Screening Tool (MUST) De MUST werd in 2003 ontwikkeld om ondervoeding en obesitas te screenen. Het instrument werd gevalideerd en bleek een voorspellende waarde te hebben voor opnameduur, bestemming na ontslag en mortaliteit. In de thuissituatie had de MUST een voorspellende waarde voor de frequentie van ziekenhuisopname en bezoek aan de huisarts (76). De MUST wordt door ESPEN aanbevolen als screeningsinstrument voor ouderen in de thuissituatie (8) (zie bijlage 1.3). c) Nutritional Risk Screening 2002 (NRS 2002) De Nutritional Risk Screening 2002 (NRS 2002) werd ontwikkeld door Kondrup et al (77) op basis van een analyse van gecontroleerde klinische studies. Bij de ontwikkeling van dit screeningsinstrument werd nagegaan aan welke criteria patiënten moeten voldoen om een positief effect van voedingsondersteuning te kunnen vaststellen. Op basis van deze criteria werd de NRS 2002 opgesteld. Uit de studie van Kyle et al. (78) kwam naar voor dat de NRS 2002 een vergelijkbare sensitiviteit had met de MUST (NRS %, MUST 61%). De specificiteit van de NRS bedroeg 93% ten opzichte van 76% voor de MUST. De NRS 2002 wordt door ESPEN aanbevolen als screeningsinstrument voor patiënten opgenomen in het ziekenhuis (8) (zie bijlage 1.3). d) Short Nutritional Assessment Questionnaire (SNAQ ) De Short Nutritional Assessment Questionnaire (SNAQ ) werd ontwikkeld door Kruizenga et al (79) en specifiek voor het Nederlandse taalgebied (zie bijlage 1.3). De sensitiviteit en de specificiteit van de SNAQ lag in het onderzoek van Kruizenga et al boven 75%. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen verpleegkundigen lag op κ = 0.69; tussen een verpleegkundige en een diëtist op κ = Overige screeningsinstrumenten voor ondervoeding Prognostic Inflammatory and Nutritional Index (PINI) Ingenbleek et al. (80) hebben een voorspellende index (Prognostic Inflammatory and Nutritional Index (PINI)) ontwikkeld op basis van twee biochemische parameters voor de voedingstoestand (albumine en pre-albumine) en twee voor ontsteking waaronder C-reactive protein (CRP) en orosomucoïde. Er konden geen studies teruggevonden worden waarin het 24

25 instrument gevalideerd werd en ook geen studies waarin het instrument gebruikt werd voor de diagnose van ondervoeding. Verschillende studies (81-83) toonden aan dat er een verband was tussen een verhoogde PINI-score en een verhoogde mortaliteit op korte termijn. Prognostic Nutritional Index (PNI) De Prognostic Nutritional Index (PNI) (84), ontwikkeld om het risico op postoperatieve complicaties in te schatten, maakt gebruik van de huidplooimeting van de triceps, de bepaling van albumine en transferrine en een overgevoeligheidstest. Het instrument werd gevalideerd bij chirurgische patiënten (85). Bij onderzoek naar het voorspellend vermogen van de PNI werd een significant verband vastgesteld tussen de PNI score en het optreden van postoperatieve complicaties (86-89). Het instrument werd ontwikkeld voor de risicobepaling op post-operatieve complicaties en werd voor de diagnose van ondervoeding slechts gebruikt in twee studies (88;89). Nutritional Risk Index (NRI) De Nutritional Risk Index (NRI) werd opgesteld met de bedoeling de patiënten te detecteren die in aanmerking komen voor een preoperatieve voedingsondersteuning (90). Er konden geen referenties teruggevonden worden waarin het instrument gevalideerd werd en er werden geen verbanden gevonden met parameters die wijzen op ondervoeding. Statement: Voor de screening naar ondervoeding bij ouderen aan de hand van een screeningsinstrument kan gebruik gemaakt worden van de MNA en/of de MNA-SF; de MUST en dit in de thuissituatie; de NRS 2002 en dit bij een opname in het ziekenhuis Dehydratie In de geconsulteerde richtlijnen (4-7) kon geen screeningsinstrument voor dehydratie teruggevonden worden. 25

26 4.3.4 Kauw- en slikstoornissen In twee studies (91;92) kon een gevalideerde watersliktest teruggevonden worden voor patiënten met een cerebrovasculair accident (CVA). Bij deze test wordt de hoeveelheid water die een patiënt moet drinken systematisch opgevoerd, vertrekkend van een theelepel naar een hoeveelheid van 50 mililiter of meer. Op basis van eerder onderzoek (93-95) werd een nieuwe slikscreening voor geriatrische patiënten ontwikkeld en gevalideerd. Voor de validering van dit nieuwe instrument werd gebruik gemaakt van het gestandaardiseerde logopedische slikonderzoek als referentietest. De sensitiviteit bedroeg 73% en de specificiteit 91%. De overeenstemming tussen verpleegkundige en logopedist was 90% (κ=.72) (96). Op voorwaarde dat de slikstoornis therapeutisch te beïnvloeden is, wordt een radiologisch slikonderzoek aanbevolen voor het verder onderzoeken van patiënten met een positieve slikscreening (95;97). Statement Voor de screening naar kauw- en slikproblemen kan gebruik gemaakt worden van een slikscreeningstest of een radiologisch slikonderzoek, wanneer geïndiceerd. Besluit Het screenen van oudere patiënten die opgenomen zijn in een ziekenhuis blijkt kosteneffectief te zijn. Hetzelfde geldt voor andere patiëntengroepen, behalve wanneer het risico op ondervoeding en acute mortaliteit laag is. Kosteneffectiviteit voor andere settings dan ziekenhuizen is moeilijker te bepalen. Bij de screening kan gebruik gemaakt worden van verschillende parameters en instrumenten. De BMI is een eenvoudige parameter om een beeld te krijgen van de evolutie van het gewicht in verhouding tot de lengte. Het verband met morbiditeit en mortaliteit is echter niet helder. Voor wat betreft de screening op basis van verschillende antropometrische en klinische parameters zijn verschillende instrumenten voor handen. Op basis van de geconsulteerde richtlijnen bleek de validering van de MNA het best gedocumenteerd te zijn. Bijkomend kan gebruik gemaakt worden van instrumenten waarin biochemische parameters opgemeten worden. Hierbij moet opgemerkt worden dat biochemische parameters eerder een beeld geven van de ziekte-ernst of prognose en minder van nutritionele toestand. 26

27 Hoofdstuk 5: Orale Voedingsondersteuning Orale Voedingsondersteuning (OVO) kan omschreven worden als interventies die genomen worden om de nutritionele toestand van de patiënt te behouden of te optimaliseren via orale weg. Onder de noemer OVO vallen in kader van deze richtlijn alle producten die via orale weg ingenomen kunnen worden om de voedingstoestand te onderhouden of te verbeteren. 5.1 INDICATIES VOOR HET OPSTARTEN VAN ORALE VOEDINGSONDERSTEUNING Op basis van onvoldoende evidentie in de geconsulteerde richtlijnen (4-6;98) was het niet mogelijk om statements te formuleren met betrekking tot de indicaties voor OVO. 5.2 ORALE VOEDINGSONDERSTEUNING IN ZIEKENHUIZEN EN THUISZORG Aangezien onvoldoende of overdreven toediening van macro- en micronutriënten schadelijk kan zijn (7), vereist de toediening ervan de nodige zorg. De individuele voedingsbehoeften van patiënten varieert afhankelijk van de actuele en historische voedingstoestand en hangt eveneens af van hun fysieke toestand. Hiervoor is het van essentieel belang dat de voedingsbehoefte van de patiënt bepaald wordt voordat een behandeling opgestart wordt. Als leidraad voor de correcte toediening kan onder andere gebruik gemaakt worden van de aanbevelingen geformuleerd door de British Association for Parenteral and Enteral Nutrition (BAPEN) (99) en de Parenteral and Enteral Nutrition Group of the British Dietetic Association (PEN-Group) (100). Bijkomende studies met betrekking tot het overmatig toedienen van orale voedingssupplementen bij ernstig zieke patiënten zijn noodzakelijk (7). Onder orale voedingssupplementen worden alle orale voedingsmiddelen verstaan die ter ondersteuning van de voeding bovenop de normale voeding toegediend worden. Enterale en parenterale ondersteuning werden in deze context niet meegenomen. Statement Bij het opstarten van OVO bij patiënten met ondervoeding moet rekening gehouden worden met de mogelijke schadelijke gevolgen van het overdreven toedienen van macro- en micronutriënten. 5.3 OPVOLGING VAN ORALE VOEDINGSONDERSTEUNING IN ZIEKENHUIZEN EN THUISZORG Er werden geen studies teruggevonden waarin de impact van de opvolging van OVO bestudeerd werd. 27

28 5.4 ORALE VOEDINGSONDERSTEUNING BIJ OUDEREN IN HET ZIEKENHUIS EN DE THUISZORG Orale voedingsondersteuning en de opname van energie en voedingsstoffen In een Cochrane review van 2005 (101) bleek dat in 29 (14; ) van de 49 geïncludeerde studies gerapporteerd werd dat het toedienen van OVO leidde tot een verhoogde opname van energie en voedingsstoffen. Een gelijkaardig resultaat werd teruggevonden in de meta-analyse uitgevoerd in de NICE richtlijn op basis 40 gerandomiseerde gecontroleerde studies. Op basis van 22 studies (14;109; ; ) kon een significante toename van het gewicht vastgesteld worden. Het succes van OVO was afhankelijk van de therapietrouw, het optreden van neveneffecten zoals nausea en diarree en tot slot de kost van de behandeling (121;123;145; ). Statements Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten leidt tot een verhoogde opname van energie en voedingsstoffen. Beïnvloedende factoren voor de effectiviteit van OVO zijn: therapietrouw, neveneffecten (nausea en diarree) en de kost van de behandeling Het onderhouden of verbeteren van de voedingstoestand met behulp van orale voedingsondersteuning Gewichtsverlies kan voorkomen worden door een eiwit- en energierijke voeding, gecombineerd met snacks tussen de maaltijden en door OVO wanneer de normale opname ontoereikend is. Op basis van een meta-analyse van 32 studies in de review van Milne et al. (101) werd een gemiddelde gewichtstoename van 2.3% (CI %) vastgesteld bij het gebruik van OVO. Veranderingen met betrekking tot andere antropometrische parameters waren minder consistent, maar globaal gezien kon een verbetering van de voedingstoestand aangetoond worden (101). De invloed van OVO op de lichaamssamenstelling werd slechts sporadisch onderzocht. Toename van vetvrije massa en massa lichaamscellen werden gerapporteerd in vier studies (114; ). In andere onderzoeken werd echter geen verschil teruggevonden (120; ) 28

29 Statement Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten kan de voedingstoestand onderhouden of kan leiden tot een toename van het gewicht Het onderhouden of verbeteren van de functionele toestand of de revalidatiemogelijkheden In de beschikbare literatuur werden tegenstrijdige resultaten teruggevonden voor het effect van OVO op de functionele status van patiënten, hoewel verschillende studies functionele verbeteringen aantoonden. Zo werden in de studie van Gray-Donald et al. (148) bij ouderen die OVO kregen significant minder valincidenten vastgesteld in vergelijking met ouderen die geen OVO toegediend kregen. Unosson et al. (159) beschreven een hogere activiteitsgraad na acht weken OVO bij bewoners van RVT s. Verbetering in de Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL) werd vastgesteld bij Potter (160), Tidermark et al. (143), Volkert et al. (145) en Woo et al.(128). In verschillende studies (109;146;154;157;161) werd echter geen verschil gevonden tussen experimentele en controlegroep voor ADL. Op het vlak van mobiliteit werd in vier studies (123;152;159;161) geen verandering vastgesteld. Gelijkaardige resultaten werden teruggevonden voor sterkte van de handgreep (114;117;120;123;125;137;148;152;153). Deze laatste parameter is een indicator van de mate waarin de patiënt fysiek nog actief is. In één gerandomiseerde (162), twee niet gerandomiseerde (156;163) en één niet gecontroleerde studie (156;163;164) werd een verbeterde sterkte van de handgreep vastgesteld bij patiënten met OVO. In vier studies (117;147;159;165) werd geen verschil gevonden in mentale capaciteit bij het al dan niet toedienen van OVO. Statement Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten kan leiden tot een verbetering van de functionele toestand en de revalidatiemogelijkheden, hoewel de resultaten tegenstrijdig zijn De invloed van orale voedingsondersteuning op de opnameduur De voedingstoestand is slechts één van de factoren die een invloed hebben op de opnameduur van geriatrische patiënten. De beschikbare onderzoeksresultaten over de invloed van OVO op de opnameduur waren echter tegenstrijdig. Zo werd in de systematische review van Milne et al. (166) vastgesteld dat patiënten behandeld met OVO een significant kortere opnameduur hadden. Bij een update van dezelfde systematische review (101) 29

30 werden drie studies (143;167;168) toegevoegd aan de meta-analyse en op basis van de nieuwe analyse werd er geen significant verschil vastgesteld. Statement Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten kan leiden tot een verkorting van de opnameduur, hoewel de resultaten tegenstrijdig zijn De invloed van orale voedingsondersteuning op de kwaliteit van leven Kwaliteit van leven is een belangrijke parameter in het bepalen van het therapeutisch voordeel van OVO. Desondanks werd dit onderwerp slechts onderzocht in enkele studies. Drie studies (116;123;162) vonden een verbetering van de kwaliteit van leven bij OVO, in drie andere studies (125;148;158) werden geen verschillen vastgesteld. Statement Er zijn aanwijzingen dat het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten een positief effect kan hebben op de kwaliteit van leven De invloed van orale voedingsondersteuning op de overlevingskans Uit twee meta-analyses (11;101) kwam naar voor dat de mortaliteit significant lager lag bij patiënten die OVO kregen in vergelijking met de controlegroep. Op basis van de metaanalyse van Avenell (169) werd bij patiënten met een heupfractuur geen effect op de mortaliteit vastgesteld bij de toediening van OVO. Statement Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten heeft een positief effect op de overlevingskans Kosteneffectiviteit van orale voedingsondersteuning In twee studies (13;14) en één niet gepubliceerd rapport (170) werd de kosteneffectiviteit van orale voedingssupplementen bestudeerd. Op basis van onderzoek aan de hand van het kosteneffectiviteitmodel ontwikkeld door de National Collaborating Centre for Acute Care (7) is het niet helder of het gebruik van voedingssupplementen bij oudere gehospitaliseerde patiënten kosteneffectief is. 30

31 Statement Bij het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten is het niet duidelijk of deze interventie kosteneffectief is Voorkeur van de patiënt De voorkeur van de patiënt werd bestudeerd in vier studies ( ). Uit deze studies kwam naar voor dat patiënten orale voedingssupplementen een acceptabele vorm van OVO vonden. Acceptatie werd gemeten aan de hand van ervaring van de smaak, voorkeur van de patiënt en hoeveelheid die ingenomen wordt. Statement Het toedienen van OVO bij geriatrische patiënten werd door deze patiëntengroep als een acceptabele vorm van voedingsondersteuning ervaren. 5.5 DIEETADVIES VERSUS STANDAARDZORG De impact van dieetadvies (advies over een specifiek dieet en/of advies over het algemeen voedingsgedrag) in vergelijking met standaardzorg werd bestudeerd in één review (175) en één gerandomiseerde gecontroleerde studie (176). De bedoeling van dieetadvies was het voedingspatroon bij te sturen en zo te optimaliseren. Op basis van de geconsulteerde literatuur konden geen significante verschillen vastgesteld worden. In twee studies (177;178) werd gepeild naar de visie van patiënten over dieetadvies. Hieruit bleek dat de kennis en de inter-persoonlijke vaardigheden van de adviesgever, de mate waarin het dieet op maat samengesteld wordt, de betrokkenheid van de patiënt en het geven van informatie over de periode na het ontslag de belangrijkste factoren waren die de voldoening van de patiënt betreffende het dieetadvies bepaalden. Statement De voldoening van een patiënt met betrekking tot dieetadvies wordt onder andere bepaald door de kennis en de inter-persoonlijke vaardigheden van de adviesgever, de mate waarin het dieet op maat samengesteld wordt, de betrokkenheid van de patiënt en het geven van informatie over de periode na het ontslag. 31

Malnutritie. Screening en Behandeling. Bart Geurden, RN, PhD

Malnutritie. Screening en Behandeling. Bart Geurden, RN, PhD Malnutritie Screening en Behandeling Bart Geurden, RN, PhD INHOUD 1. Inleiding en probleemstelling 2. Definitie van malnutritie 3. Komt dit vaak voor: prevalentie 4. Wat zijn oorzaken en gevolgen van malnutritie

Nadere informatie

Tabel 6. Overzicht van gevalideerde (screenings)instrumenten voor (risico op) ondervoeding

Tabel 6. Overzicht van gevalideerde (screenings)instrumenten voor (risico op) ondervoeding Tabel 6. Overzicht van gevalideerde (screenings)instrumenten voor (risico op) ondervoeding Screeningsinstrument + ontwikkelaar Onderdelen Setting waarin gevalideerd Validiteit Benodigde tijd Subjective

Nadere informatie

(Mal)nutritie op geriatrische ziekenhuisdiensten van richtlijn tot inventarisatie

(Mal)nutritie op geriatrische ziekenhuisdiensten van richtlijn tot inventarisatie Symposium E=verpleegkunde 2 (Mal)nutritie op geriatrische ziekenhuisdiensten van richtlijn tot inventarisatie I.Bocquaert, A.Heyneman, M.Lardennois, K.Vanderwee, B.Folens T.Defloor & M.Gobert Manutritie

Nadere informatie

11/6/2006. Oorzaken. Screening in de Geriatrie. Ondervoeding is frequent. Dienst BMI Albumine <3.5 g% Prof Dr M.Vandewoude G 15-40 16-60

11/6/2006. Oorzaken. Screening in de Geriatrie. Ondervoeding is frequent. Dienst BMI Albumine <3.5 g% Prof Dr M.Vandewoude G 15-40 16-60 11/6/006 Screening in de Geriatrie Prof Dr M.Vandewoude Universitair Centrum Geriatrie Ondervoeding is frequent Dienst BMI Albumine

Nadere informatie

The RIGHT food is the best medicine

The RIGHT food is the best medicine The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid

Nadere informatie

Basisvoedingszorg: terug naar de essentie. Bart Geurden RN, PhD

Basisvoedingszorg: terug naar de essentie. Bart Geurden RN, PhD Basisvoedingszorg: terug naar de essentie Bart Geurden RN, PhD INHOUD Inleiding Het ideale voedingsbeleid Barrières Toekomst Inleiding Definitie Ondervoeding is een voedingstoestand waarbij een tekort

Nadere informatie

Voorkomen en beheersen van ondervoeding: Nuttig en haalbaar?

Voorkomen en beheersen van ondervoeding: Nuttig en haalbaar? Voorkomen en beheersen van ondervoeding: Nuttig en haalbaar? oprof. Dr. T. Defloor oprof. Dr. M. Grypdonck odr. K. Vanderwee olic. I. Bocquaert olic. M. Lardennois olic. B. Folens Opbouw Inleiding Definiëring

Nadere informatie

Definities, diagnostiek, prevalentie en determinanten van ondervoeding bij ouderen

Definities, diagnostiek, prevalentie en determinanten van ondervoeding bij ouderen Definities, diagnostiek, prevalentie en determinanten van ondervoeding bij ouderen Prof. dr. Dimitri Beeckman Verplegingswetenschap en Vroedkunde Universiteit Gent SYMPOSIUM Ondervoeding bij hulpbehoevende

Nadere informatie

Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD

Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD Onderzoeker Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing Disclosure belangen spreker: M. Sealy Geen (potentiële)

Nadere informatie

VASTSTELLEN EN AANPAKKEN VAN ONDERVOEDING: SIMPEL TOCH ANTWERPEN 20 APRIL 2017

VASTSTELLEN EN AANPAKKEN VAN ONDERVOEDING: SIMPEL TOCH ANTWERPEN 20 APRIL 2017 VASTSTELLEN EN AANPAKKEN VAN ONDERVOEDING: SIMPEL TOCH ANTWERPEN 20 APRIL 2017 Wie ben ik? Dr.André FRANCK Bestuurslid Huisartsenvereniging Wilrijk Lic.Gerontologie Medisch Voedingsdeskundige VOEDINGS-

Nadere informatie

Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten?

Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten? Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten? Peter Schepens Diëtist Oncologie AZ Sint-Lucas Brugge Inhoud 1. Belang van screening op de voedingstoestand van de patiënt

Nadere informatie

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013 Inhoud Presentatie Definitie Ondervoeding Verschillende schalen Ouderen Centrum & Ondervoeding HagaZiekenhuis & Ondervoeding Eigen Onderzoek Voedingsgebied Supplementen

Nadere informatie

27/09/2018. Casus. Impact van chirurgie. Impact van voeding. thv spijsverteringsstelsel postoperatief voedingsbeleid. anesthesie herstel

27/09/2018. Casus. Impact van chirurgie. Impact van voeding. thv spijsverteringsstelsel postoperatief voedingsbeleid. anesthesie herstel Ingrijpen op de foregut : wat als het begin van het eetkanaal verstoord wordt? Perspectief van de diëtist Floor Wynants - Eveline Vanhalewyck Competentiecentrum klinische voeding Voeding Chirurgie Impact

Nadere informatie

Ervaring en (toekomst)visie van de federale overheid rond de financiering van voedingsteams binnen ziekenhuizen

Ervaring en (toekomst)visie van de federale overheid rond de financiering van voedingsteams binnen ziekenhuizen 1 Bouwen aan een (klinisch) voedingsteam Ervaring en (toekomst)visie van de federale overheid rond de financiering van voedingsteams binnen ziekenhuizen B. Folens Coördinator van de cel Verpleegkunde 2

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen

Ondervoeding bij ouderen Ondervoeding bij ouderen Caroline Boomkamp Klinisch geriater Bernhoven Inhoud Definities Screening en assessment Prevalentie Oorzaken Gevolgen Behandeling van ondervoeding Definitie geriatrische patiënt

Nadere informatie

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Renaldo Secchi 3 juni 2010 Inhoud Introductie Wat is ondervoeding? Gevolgen van ondervoeding? Prevalentie van ondervoeding Voeding

Nadere informatie

Nutrition Platform for Chronic Care

Nutrition Platform for Chronic Care i Nutrition Platform for Chronic Care Nutrition Platform for Chronic Care woensdag 15 juni 2016 2 Nutrition Platform for Chronic Care woensdag 15 juni 2016 3 Nutrition Platform for Chronic Care woensdag

Nadere informatie

Postoperatief opklimmende voeding

Postoperatief opklimmende voeding 1 Postoperatief opklimmende voeding Wetenschappelijke evidentie en praktijk Kelly Van Gasse Klinische diëtiste 2 Inhoudsopgave ERAS Preoperatief beleid Factoren die: De gastro-intestinale functies bepalen

Nadere informatie

Ondervoeding bij hulpbehoevende ouderen thuis en in een thuisvervangende omgeving

Ondervoeding bij hulpbehoevende ouderen thuis en in een thuisvervangende omgeving Ondervoeding bij hulpbehoevende ouderen thuis en in een thuisvervangende omgeving Screening, preventie en behandeling van ondervoeding bij ouderen: nut, bijwerkingen en kosten-efficiëntie Dr. Wim Janssens

Nadere informatie

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen Ann Gryp, Hoofdverpleegkundige geriatrie Frailty Frailty heeft te maken met kwetsbaarheid. Frailty zegt iets over de ernst

Nadere informatie

VERPLEEGKUNDIGE ZORG. 3.2 Ondervoeding

VERPLEEGKUNDIGE ZORG. 3.2 Ondervoeding 3.2 Ondervoeding Het probleem van ziektegerelateerde ondervoeding in ziekenhuizen is al jaren bekend. De prevalentie is hoog (20-40 procent bij volwassenen en kinderen) en zonder systematische screening

Nadere informatie

Henri is nooit speciaal ziek geweest. Hij rookt dagelijks enkele sigaretjes en hij drinkt nog regelmatig zijn pintjes.

Henri is nooit speciaal ziek geweest. Hij rookt dagelijks enkele sigaretjes en hij drinkt nog regelmatig zijn pintjes. Henri 86 jaar Henri is een jaar geleden opgenomen in het woonzorgcentrum. Henri is nooit speciaal ziek geweest. Hij rookt dagelijks enkele sigaretjes en hij drinkt nog regelmatig zijn pintjes. Thuis ging

Nadere informatie

Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding. Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding

Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding. Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding Inhoud Inleiding Screening Aanpak na screening Energie-en eiwitrijke voeding Drinkvoeding

Nadere informatie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze

Nadere informatie

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE December 2008 INLEIDING Uit de LPZ meting van 2007 blijkt dat in verpleeg- en verzorgingshuizen

Nadere informatie

8.2 Ondervoeding. 72 Inspectie voor de Gezondheidszorg

8.2 Ondervoeding. 72 Inspectie voor de Gezondheidszorg 8.2 Ondervoeding Het probleem van ziektegerelateerde ondervoeding in ziekenhuizen is al jaren bekend. De prevalentie is hoog (20-40 procent bij volwassenen en kinderen) en zonder systematische screening

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen. J.P.Baeyens Co-Chair European Nutrition for Health Alliance

Ondervoeding bij ouderen. J.P.Baeyens Co-Chair European Nutrition for Health Alliance Ondervoeding bij ouderen J.P.Baeyens Co-Chair European Nutrition for Health Alliance Overzicht presentatie Wie is de European Nutrition for Health Alliance? Wat betekent voeding? 4 problemen: 1. Niemand

Nadere informatie

Werkgroep 4 Meetinstrumenten en meetmethodes

Werkgroep 4 Meetinstrumenten en meetmethodes Werkgroep 4 Meetinstrumenten en meetmethodes Werkgroepleden Astrid Lanslots, diëtist Thuiszorg Mark en Maas Martin van Leen, verpleeghuisarts en manager Advies- en BehandelCentrum Avoord Zorg & Wonen Inleiding

Nadere informatie

Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen. zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws

Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen. zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws Wie werkt er samen met een diëtist? Wie houdt rekening met voeding bij de behandeling? Slaat

Nadere informatie

ADVIES VAN DE WETENSCHAPPELIJKE EPERTENGROEP ONDERVOEDING VAN HET NATIONAAL VOEDING- EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR BELGIE 1

ADVIES VAN DE WETENSCHAPPELIJKE EPERTENGROEP ONDERVOEDING VAN HET NATIONAAL VOEDING- EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR BELGIE 1 ADVIES VAN DE WETENSCHAPPELIJKE EPERTENGROEP ONDERVOEDING VAN HET NATIONAAL VOEDING- EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR BELGIE 1 Inleiding SCREENING OP ONDERVOEDING EN EVALUATIE VAN DE VOEDINGSTOESTAND (NUTRITIONAL

Nadere informatie

Student login: DDJVCRAI

Student login: DDJVCRAI https://socrative.com/ Student login: DDJVCRAI Malnutritie bij ouderen An Gers diëtiste, docent voeding Thomas More campus Turnhout Er zullen in België in 2050 drie keer meer tachtigjarigen zijn vergeleken

Nadere informatie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding Informatiebrochure voor de patiënt en de familie INLEIDING Met ouder worden veranderen uw dagelijkse activiteiten en gewoonten. Het is niet altijd eenvoudig

Nadere informatie

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans 1 Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergoot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen,opname

Nadere informatie

Preventie ondervoeding in woonzorgcentra

Preventie ondervoeding in woonzorgcentra Preventie ondervoeding in woonzorgcentra Inhoud 1. Waarom een (onder)voedingsbeleid in het WZC? 2. Doel draaiboek preventie ondervoeding in WZC 3. Inhoud draaiboek preventie van ondervoeding in woonzorgcentra

Nadere informatie

Evidence Based Nursing

Evidence Based Nursing Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige

Nadere informatie

Voeding bij kanker. Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige. Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken. Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014

Voeding bij kanker. Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige. Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken. Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014 Voeding bij kanker Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014 Rolverdeling en interactie patiënt - diëtist - verpleegkundige

Nadere informatie

dr. Dimitri Beeckman Prof. dr. Ann Van Hecke Simon Lagrange Prof. dr. Sofie Verhaeghe Dit project kwam tot stand i.s.m.:

dr. Dimitri Beeckman Prof. dr. Ann Van Hecke Simon Lagrange Prof. dr. Sofie Verhaeghe Dit project kwam tot stand i.s.m.: DE IMPLEMENTATIE VAN EEN GASTROLOGISCHE PRACTICE- BASED BENADERING EN EEN EVIDENCE-INFORMED VERPLEEGKUNDIGE AANPAK VAN ONDERVOEDING BIJ OUDEREN IN TWEE : EEN PILOOTPROJECT EINDRAPPORT Universiteit Gent

Nadere informatie

Verwezenlijkingen binnen de krachtlijn ondervoeding van het federaal voedingsen gezondheidsplan voor België (FVGP-B)

Verwezenlijkingen binnen de krachtlijn ondervoeding van het federaal voedingsen gezondheidsplan voor België (FVGP-B) 1 Verwezenlijkingen binnen de krachtlijn ondervoeding van het federaal voedingsen gezondheidsplan voor België (FVGP-B) Symposium Ondervoeding bij hulpbehoevende ouderen thuis en in een thuisvervangende

Nadere informatie

Signalering van ondervoeding in de eerstelijnszorg en thuiszorg

Signalering van ondervoeding in de eerstelijnszorg en thuiszorg Signalering van ondervoeding in de eerstelijnszorg en thuiszorg 1. Achtergrond Ziektegerelateerde ondervoeding komt voor in alle sectoren van de gezondheidszorg en heeft grote gevolgen voor een patiënt.

Nadere informatie

Ouderen, kanker en ondervoeding

Ouderen, kanker en ondervoeding Ouderen, kanker en ondervoeding Lisette CPGM de Groot Wageningen Universiteit, Wageningen Malnutrition / ondervoeding Stratton, 2003: a state of nutrition in which a deficiency or excess of energy, protein

Nadere informatie

Ondervoeding in revalidatiecentra Resultaten, discussie en afspraken. Projectteam: Dorijn Hertroijs Coby Wijnen Hinke Kruizenga

Ondervoeding in revalidatiecentra Resultaten, discussie en afspraken. Projectteam: Dorijn Hertroijs Coby Wijnen Hinke Kruizenga Ondervoeding in revalidatiecentra Resultaten, discussie en afspraken Projectteam: Dorijn Hertroijs Coby Wijnen Hinke Kruizenga Aanleiding onderzoek Ondervoeding sinds 2010 prestatie indicator (PI) voor

Nadere informatie

Wat is ondervoeding? Oorzaken van ondervoeding

Wat is ondervoeding? Oorzaken van ondervoeding 16-11-2011 Inhoudsopgave Voorwoord De Vierstroom heeft ervoor gekozen om het screeningsinstrument, de SNAQrc (Short Nutritional Assessment Questionnaire for Residential Care) te implementeren in de strijd

Nadere informatie

Plaats: Institut Jules Bordet Studie uitgevoerd in 2012 door J. Cantarero M. Csergö, Dr. E.Toussaint, M. Moreau, N. Hallot, Y. Lalami, D.

Plaats: Institut Jules Bordet Studie uitgevoerd in 2012 door J. Cantarero M. Csergö, Dr. E.Toussaint, M. Moreau, N. Hallot, Y. Lalami, D. Evaluatie van (het) ondervoedings(risico) in een Oncologisch Daghospitaal. Resultaten van een studie gevoerd in 2012-20132013 Plaats: Institut Jules Bordet Studie uitgevoerd in 2012 door J. Cantarero M.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 ONDERVOEDING 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

meten is weten Ouderdomsondervoeding OO in het kader van het project S3 smaak & selectieve smaaksturing

meten is weten Ouderdomsondervoeding OO in het kader van het project S3 smaak & selectieve smaaksturing Ouderdomsondervoeding OO meten is weten in het kader van het project S3 smaak & selectieve smaaksturing Innovatieve Kennis- en implementatiecluster Food & Health Leuven Tienen INLEIDING S3 richt zich tot

Nadere informatie

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Overzicht Taak oncodiëtiste Ondervoeding bij kanker Voedingsadvies

Nadere informatie

A Behandelt u patiënten met voetwonden? ja nee* B Is de uitkomst van patiënten met diabetische ja nee voetwond(en) geregistreerd?

A Behandelt u patiënten met voetwonden? ja nee* B Is de uitkomst van patiënten met diabetische ja nee voetwond(en) geregistreerd? Inclusiecriteria: Patiënten geclassificeerd met de Texasclassificatie. Per patiënt wordt de wond met de ernstigste graad aan enig been geteld, mocht er sprake zijn van een recidief nadat de wond volledig

Nadere informatie

LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE

LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE Brussel, 15.03.2014 Mevr. Renée Jacobs +32 2 891 09 35 rjacobs@klstjan.be Staging the Aging Symposium, 15.03.2014 Mvr. Renée Jacobs Aantal nieuwe kankerregistraties in België in

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Nutritional assessment and body composition Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Inhoud Nutritional Assessment: wat, waarom, hoe? Methoden body composition Aanbevelingen voor de praktijk Ziektegerelateerde

Nadere informatie

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen De samenvatting van de interventie Genieten aan tafel die in zorginstellingen is uitgevoerd,

Nadere informatie

Ouderen en ondervoeding

Ouderen en ondervoeding Ouderen en ondervoeding Rens Henquet, Kaderarts ouderengeneeskunde Angela van Liempd, Huisarts/medisch directeur RCH Ellen Mathijssen, Diëtist De Wever Inleiding Casus Ondervoeding in de huisartsen praktijk,

Nadere informatie

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag Inleiding Het College van Geneesheren voor de dienst Geriatrie heeft in het kader van kwaliteitsverbeterende initiatieven de laatste jaren gewerkt rond het gebruik van assessment instrumenten. Aan de hand

Nadere informatie

HANDREIKING VOOR CLIËNTENRADEN behorend bij de Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vochten voedselvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden 1

HANDREIKING VOOR CLIËNTENRADEN behorend bij de Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vochten voedselvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden 1 HANDREIKING VOOR CLIËNTENRADEN behorend bij de Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vochten voedselvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden 1 Voorwoord: Deze handreiking is geschreven als leeswijzer

Nadere informatie

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding Peg of Pech casus casus Bewoonster verblijft vanaf eind jaren tachtig in het WZC en er wordt dan beslist (heel terecht) om een PEG-sonde te plaatsen. Criteria zijn de levensverwachting, kwaliteit van leven

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Onderzoeksresultaten ondervoeding op de revalidatie afdeling in het verpleeghuis Judith van Zwienen Hoe is het allemaal begonnen Eerste DV&V award Aanleiding

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen: waarom samen aanpakken en oplossingen zoeken?

Ondervoeding bij ouderen: waarom samen aanpakken en oplossingen zoeken? Ondervoeding bij ouderen: waarom samen aanpakken en oplossingen zoeken? Prof. dr. Dimitri Beeckman Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde Universiteit Gent Edwig Goossens Centre for Gastrology

Nadere informatie

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis Uitgangspunten: Vroege herkenning: - binnen 24 uur na opname - hoogrisicopatiënten tijdens polikliniekbezoek Snelle en optimale behandeling

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Richtlijn ondervoeding bij patiënten met kanker

Richtlijn ondervoeding bij patiënten met kanker Richtlijn ondervoeding bij patiënten met kanker Jolanda Chua-Hendriks Wat is evidence-based? Niet: volledig of uitsluitend gebaseerd op evidence (wetenschappelijk bewijs) Wel: ontwikkeld volgens (5 stappen)

Nadere informatie

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen Prof Dr Heleen Evenhuis Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten Afd Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam

Nadere informatie

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie Dienst geriatrie Interne liaison Informatiebrochure voor de patiënt en de familie INLEIDING Een ziekenhuisopname is voor kwetsbare oudere patiënten risicovol vanwege hun verhoogde kans op complicaties

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Kennisclip Signaleren van ondervoeding bij dementie. Kathleen Paal, diëtist MoveDis, voedings- en bewegingspraktijk

Kennisclip Signaleren van ondervoeding bij dementie. Kathleen Paal, diëtist MoveDis, voedings- en bewegingspraktijk Kennisclip Signaleren van ondervoeding bij dementie Kathleen Paal, diëtist MoveDis, voedings- en bewegingspraktijk Inhoud 1. Hoe vaak komt ondervoeding voor? 2. Oorzaken en gevolgen van ondervoeding 3.

Nadere informatie

Delirium Clinical Assessment Protocol (CAP) = 0

Delirium Clinical Assessment Protocol (CAP) = 0 Delirium Clinical Assessment Protocol (CAP) = 0 De informatie over deze CAP-code wordt opgesplitst in twee delen: (I) Betekenis: De betekenis van code 0 bij de Delirium-CAP. (II) Richtlijnen: De stappen

Nadere informatie

Implementatie van screening naar ondervoeding in een Belgisch ziekenhuis stappenplan

Implementatie van screening naar ondervoeding in een Belgisch ziekenhuis stappenplan Implementatie van screening naar ondervoeding in een Belgisch ziekenhuis stappenplan Auteurs: Sabrina Mattens - UZ Brussel Lia Reynders, Astrid Wijenbergh, Gwen Pieters ZNA Els Vercruyssen GasthuisZusters,

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

De oudere patiënt met kanker. Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016

De oudere patiënt met kanker. Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016 De oudere patiënt met kanker Drs. Diny van Harten, Beleidsmedewerker Geriatrie Maart 2016 Kanker en ouderen (1) Stijging van het aantal 80 plussers van 4% (2009) naar 10% (2050). Bijna 60% van de maligniteiten

Nadere informatie

dr. Bianca Buijck en Martijn van Gemst

dr. Bianca Buijck en Martijn van Gemst dr. Bianca Buijck en Martijn van Gemst Symposium Honger voor Revalidatie dinsdag 19 februari 2019 Evoluon Eindhoven www.zorgboog.nl/symposium-grz Honger voor revalidatie: hoe vanzelfsprekend is eten in

Nadere informatie

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

Ondervoeding. 1.1 Begrippen 1 Ondervoeding Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen volgt eerst een uiteenzetting van de diverse

Nadere informatie

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe 1 Inhoud 1. Aanleiding 2. Planning 3. Literatuurstudie 4. Protocolontwikkeling 5. Opleiding 6. Kennistest 7. Besluit 2 1 Aanleiding Prevalentiecijfers Europees

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Angela Fleming en Yvonne Verhulst, Ter Gooi Diëtistendagen 2016 4 De meerwaarde van de diëtist bij de behandeling van de klinische COPD patiënt. Angela

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen

Ondervoeding bij ouderen Ondervoeding bij ouderen Dr. Harriët Jager-Wittenaar Senior onderzoeker Lectoraat Transparante Zorgverlening Hanzehogeschool Groningen Leeruitkomsten Aan het einde van deze workshop: Kunt u ondervoeding

Nadere informatie

MEET WEET EET BEHEERDER & VERDELER VAN DE BELGISCHE VOEDINGSMIDDELENTABEL, DE MERKNAMENDATABANK EN DE VOEDINGSPLANNER. www.nubel.

MEET WEET EET BEHEERDER & VERDELER VAN DE BELGISCHE VOEDINGSMIDDELENTABEL, DE MERKNAMENDATABANK EN DE VOEDINGSPLANNER. www.nubel. MEET WEET EET www.nubel.com BEHEERDER & VERDELER VAN DE BELGISCHE VOEDINGSMIDDELENTABEL, DE MERKNAMENDATABANK EN DE VOEDINGSPLANNER Nubel_brochure.indd 1 02/11/12 wk1 08:31 NUBEL VOOR EEN EVENWICHTIGE

Nadere informatie

Gezonde voeding bij ouderen. Door Ann Van Hoye, diëtiste

Gezonde voeding bij ouderen. Door Ann Van Hoye, diëtiste Gezonde voeding bij ouderen Door Ann Van Hoye, diëtiste Op het menu Voedingsbehoefte Gezonde voeding Het leven start bij water Smaak Ondervoeding Voedselinfectie Voedingsbehoefte Voedingsbehoefte Basaal

Nadere informatie

Wat betekent ondervoeding?

Wat betekent ondervoeding? Wat betekent ondervoeding? Wat u moet weten Ondervoeding is een veelvoorkomend fenomeen, maar wordt nochtans vaak over het hoofd gezien, vooral bij ouderen. Het kan in de thuissituatie voorkomen, maar

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Gezondheidsraad. 29 november Daan Kromhout Commissievoorzitter Vicevoorzitter Gezondheidsraad. Gezondheidsraad

Gezondheidsraad. 29 november Daan Kromhout Commissievoorzitter Vicevoorzitter Gezondheidsraad. Gezondheidsraad Gezondheidsraad 29 november 2011 Gezondheidsraad Daan Kromhout Commissievoorzitter Vicevoorzitter Gezondheidsraad Het adviesproces Adviesaanvraag: 18 augustus 2009 7 vergaderingen van multidisciplinaire

Nadere informatie

Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen

Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen Onder redactie van: G.A.E.G. van Asseldonk BSc J.J. van Duinen MSc M. Former-Boon R. van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Auteurs: Kathleen Leemans, Joachim Cohen Contact: kleemans@vub.ac.be 02/477.47.64 De indicatorenset is ontwikkeld

Nadere informatie

Ondervoeding herkennen

Ondervoeding herkennen 18 TOEPASSING IN DE PRAKTIJK Ondervoeding herkennen in het Centrum voor Ouderengeneeskunde Amsterdam Vergelijking van instrumenten Janneke Schilp promovendus, afdeling Gezondheidswetenschappen, Vrije Universiteit

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Over voeding en ondervoeding

Over voeding en ondervoeding Over voeding en ondervoeding 2 november 2012 Over voeding en ondervoeding Inaugurele rede Feike van der Leij Lector Health & Food Lectoraat Food, Health & Safety beste onderwijs = onderzoek onderzoek =

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

Casus oudere vrouw met COPD

Casus oudere vrouw met COPD Casus oudere vrouw met COPD Een casus: Mevrouw de Wit 73 jarige vrouw 2003 tot 2005 herhaalde heupfracturen, kunstheup links Osteoporose Sinds een aantal jaren COPD gold 3, matige ziektelast Echtgenoot

Nadere informatie

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg In vergrijzende samenlevingen is de zorg voor het toenemende aantal kwetsbare ouderen een grote uitdaging

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q)

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q) DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q) Onderzoeksgroep Chronisch zieken, Faculteit Gezondheidszorg, Hogeschool Utrecht, Utrecht, Nederland Jeroen Dikken, MSc, RN Jita G. Hoogerduijn, PhD Marieke

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Voeding voor gezondheidswinst

Voeding voor gezondheidswinst Voeding voor gezondheidswinst Voeding voor patiënten is méér dan nutriënten 2 feb 2017, Dr. Nicole de Roos Voedingsproblemen? Die gaan wel weer over... Voedingsproblemen? Die pakken we aan! We zijn meer

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie