Uitvoeringsprogramma. Participatie

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Participatie 2015

2 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Sociaal Domein Datum Februari 2015

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Inleiding Belangrijkste ontwikkelingen Doelen voor Hoe gaan we dat doen Stimuleren en faciliteren van werk Talentontwikkeling bij werkzoekenden Vraag en aanbod bij elkaar brengen in de regio Optimaal gebruik maken van (nieuwe) voorzieningen De focus terug in de organisatie Bundelen van financiële middelen 11 3 Onderdeel Participatiebudget Inleiding Voorzieningen werkgevers/werkzoekenden ten behoeve van arbeidsinschakeling Instrumenten Innovatie 21 Bijlage 1: overzicht beschikbare budgetten in het kader van Werk 25 Bijlage 2: overzicht activiteiten Participatiebudget 26 Bijlage 3: resultaten gemeente Eindhoven 3

4 1 Inleiding 1.1 Inleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet ingevoerd. Deze wet vervangt een aantal wetten die gaan over werk en inkomen. Dit zijn de WWB, de Wsw en een deel van de Wajong. Het doel van de Participatiewet is dat zoveel mogelijk mensen, met of zonder arbeidsbeperking, gaan werken. De gemeente beschikt over het zogenaamde Participatiebudget om mensen te ondersteunen naar arbeidsinschakeling of activering. Op dit budget wordt vanuit het Rijk de komende jaren fors bezuinigd. We zullen de middelen daardoor effectief en efficiënt in moeten zetten. Met het Participatiebudget willen we bereiken dat zoveel mogelijk inwoners kunnen meedoen, het liefst door het verrichten van betaald werk. In ons coalitieakkoord Expeditie Eindhoven hebben we opgenomen dat we niemand buiten de boot willen laten vallen. We willen de mensen die aan de kant staan of dreigen te komen méér kansen geven. En voor de groep waarvoor betaald werk (nog) een brug te ver is, is sociale participatie -bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk- wenselijk. Ook dan wordt meegedaan in onze samenleving. Dit uitvoeringsprogramma gaat over de manier waarop we zoveel mogelijk inwoners aan het arbeidsproces kunnen laten deelnemen of op een andere wijze kunnen laten participeren. We werken toe naar één overall budget voor participatie waarin, naast het Participatiebudget, ook andere budgetten zijn opgenomen om onze ambities te realiseren. Dit zijn bijvoorbeeld de BUIG-reserves, de landelijke middelen voor de cofinanciering van sectorplannen (Asscher-middelen) en ESF-budgetten. We willen al deze budgetten bundelen en integraal inzetten om meer werkgelegenheid te creëren en meer mensen aan de slag te helpen. Daar waar mogelijk boren we meer inkomstenbronnen aan. Het jaar 2015 is een overgangsjaar waarin we toegroeien naar een integrale benadering op het gebied van de drie decentralisaties volgens de uitgangspunten van WIJeindhoven én de nadere uitwerking van de Participatiewet (met onder andere beleid op het gebied van beschut werken/loonkostensubsidie en de vorming van een Regionaal Werkbedrijf). In dit hoofdstuk worden eerst de belangrijkste ontwikkelingen en doelen beschreven. In hoofdstuk 2 is op hoofdlijnen opgenomen op welke wijze we dat gaan realiseren. De nadere uitwerking van de verschillende programma s is in hoofdstuk 3 uiteengezet. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de verschillende budgetten die we inzetten in het kader van werk. In bijlage 2 zijn de verwachte uitgaven van het Participatiebudget uiteengezet. De verwachte resultaten in 2015 staan beschreven in bijlage Belangrijkste ontwikkelingen Op dit moment staan ongeveer inwoners uit Eindhoven bij UWV ingeschreven als werkloos-werkzoekend. Er zijn momenteel ruim inwoners WW-gerechtigd, bijna inwoners met een Wajong-uitkering en ruim inwoners zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering. De economie vertoont voorzichtige tekenen van herstel. Hierdoor 4 gemeente Eindhoven

5 kan de vraag naar personeel weer gaan toenemen. We gaan samen met onder meer het UWV maatregelen nemen op het gebied van onder meer van-werk-naar-werk arrangementen en gezamenlijke ondersteuning van uitkeringsgerechtigden zodat minder mensen in de WW terecht komen, mede in het licht van onze ambitie om het aantal WWgerechtigden in een periode van 4 jaar te halveren. In het Sociaal Akkoord 1 tussen Kabinet en sociale partners is afgesproken dat op de middellange termijn de nadruk komt te liggen op het voorkomen van werkloosheid door te investeren in werkzekerheid, goed werkgeverschap, duurzame inzetbaarheid en arrangementen in het kader van werk-naar-werk. Er is hierin ook afgesproken om landelijk in de periode tot 2026 totaal banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking, waarvan banen bij de overheid (banenafspraak). Voor 2015 moeten landelijk banen in het bedrijfsleven en banen bij de overheid gerealiseerd worden. Voor onze arbeidsmarktregio (ongeveer 3,8% van Nederland) is dit vertaald naar 228 banen in het bedrijfsleven en 114 bij de overheid in Als onderdeel van de afspraken moeten er 35 regionale werkbedrijven komen, geïnitieerd en gecoördineerd vanuit een centrumgemeente. Gemeente Eindhoven is de centrumgemeente voor Zuidoost-Brabant. De sociale partners (werknemers en werkgeversvertegenwoordiging) zijn de dragende kracht achter het uitvoeren van de landelijke afspraken. Landelijk worden er afspraken gemaakt over de harmonisering van de no-riskpolis, jobcoaching en de mobiliteitsbonus, dit wordt in de Participatiewet geregeld. In samenspraak met de gemeenten, UWV, de Wsw-bedrijven en het onderwijs in onze arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant, willen we één ingang bieden voor werkgevers en het instrumentarium voor werkgevers en werknemers zoveel mogelijk harmoniseren. Werkgevers uit onze arbeidsmarktregio hebben dan bijvoorbeeld nog maar met één regeling voor loonkostensubsidie te maken. Voor de invulling van de kabinetsdoelstelling van beschut werken en de inzet van loonkostensubsidie worden op dit moment in regionaal verband scenario s uitgewerkt. Naast deze regionale ontwikkelingen gaan we als gemeente onze activiteiten steeds meer in de wijk laten plaatsvinden volgens de uitgangspunten van WIJeindhoven. We hebben dus enerzijds te maken met afstemming op regionaal niveau en anderzijds met een steeds meer op de wijk gerichte aanpak waarin activiteiten dicht bij onze inwoners worden ingezet. 1.3 Doelen voor 2015 Zoals aangegeven zijn er op dit moment ruim inwoners afhankelijk van een bijstandsuitkering. Naar verwachting zullen er meer mensen onder de Participatiewet gaan vallen. Vanaf januari jl. is er namelijk geen instroom meer mogelijk in de Wsw. Ook zijn de criteria om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering strenger geworden. Het Ministerie van SZW gaat (op grond van de macro-economische verkenningen 2015 van het CPB) ervan uit dat door deze beleidswijzigingen het aantal bijstandsgerechtigden landelijk stijgt met naar uiteindelijk eind Voor Eindhoven komt dit ongeveer overeen met een toename van 160 bijstandsgerechtigden in Daarnaast stijgt het aantal niet-uitkeringsgerechtigde 1 Perspectief voor een sociaal én ondernemend land: uit de crisis, met goed werk, op weg naar 2020, Stichting van de arbeid, 11 april gemeente Eindhoven 5

6 werkzoekenden die in het kader van de Participatiewet ondersteuning bij arbeidsinschakeling nodig hebben. In 2015 willen we deze toename fors beperken door een goede uitvoering van alle activiteiten uit dit uitvoeringsprogramma. In het kader van preventie is het van groot belang om bij nieuwe aanvragers van een bijstandsuitkering meteen het gesprek aan te gaan en in aansluiting met ieders talent op zoek te gaan naar de beste manier om aan werk te komen. Zo helpen we de mensen snel op weg en voorkomen we dat ze bijstandsafhankelijk worden. We werken vanuit de uitgangspunten van WIJeindhoven en we hebben onder meer de beschikking over instrumenten zoals het Werkleerbedrijf. Van belang is ook om goede afstemming tot stand te brengen met het onderwijs om (voortijdig) schoolverlaters een goed vervolgperspectief te bieden. Daarnaast willen we dit jaar, op basis van de verwachting dat er in 2015 licht economische groei plaatsvindt, totaal 900 bijstandsgerechtigden laten uitstromen naar betaald werk 2. Voor mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt investeren we in programma s om talenten verder te ontwikkelen en hun afstand tot de arbeidsmarkt overbrugbaar te maken. Vervolgens kan bemiddeling naar werk gerealiseerd worden. Daarnaast hebben we als doel dat er in 2015 minimaal 500 bijstandsgerechtigden parttime werken. Ieder halfjaar zullen we deze streefcijfers opnieuw tegen het licht houden. Een ander doel heeft betrekking op maatschappelijke participatie. Niet van eenieder kan verwacht worden dat betaald werk mogelijk is, ook niet op de langere termijn. Voor hen zijn er programma s op het gebied van sociale activering. Ze kunnen dan stijgen op de participatieladder door deelname aan maatschappelijke activiteiten. Van de ruim bijstandsgerechtigden is het doel om mensen te laten stijgen op de participatieladder. Daarbij kijken we naar mogelijkheden om de samenwerking te versterken met maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk in de wijk. In dit kader kan bijvoorbeeld gedacht worden aan activiteiten bij Ergon Buurtbedrijven (zie paragraaf 3.3.2) of ondersteuningsactiviteiten in wijk- en buurtcentra. Dit alles doen we steeds meer in samenwerking met WIJeindhoven, de regiogemeenten, het UWV en de sw-organisaties (Ergon, WVK, en WSD) in onze arbeidsmarktregio én via nieuwe innovatieve arrangementen met werkgevers die bereid zijn om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen. Aangezien de reorganisatie nagenoeg is afgerond en ook de WWB-maatregelen op 1 januari 2015 zijn geïmplementeerd, gaan we de focus op effectieve dienstverlening versterken in onze organisatie. Daarbij hoort ook een rechtmatige uitvoering van de Participatiewet. In het kader van de solidariteit en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid wordt bijstand immers verstrekt aan inwoners die in zodanige omstandigheden verkeren of dreigen te raken dat zij niet beschikken over middelen om in de 2 Dit is gebaseerd op het scenario licht economisch herstel conform MKBA 2.0, gebaseerd op een groei van het bijstandsbestand van 0,43% in 2015 en conform hetgeen hierin in de begroting 2015 is opgenomen. Rekening houdend met een beginstand van WWB-ers begin 2015 komt dit neer op maximaal WWB-ers ultimo gemeente Eindhoven

7 noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Hieraan zijn verplichtingen verbonden die we handhaven om naleving te bevorderen. We streven ernaar om het totaal aantal bijstandsgerechtigden in 2015 ten opzichte van 2014 niet teveel te laten stijgen. Uiteraard zijn we afhankelijk van de conjunctuur. Zoals eerder genoemd gaan we uit van licht economisch herstel waarbij langzamerhand de vraag naar personeel weer gaat toenemen. gemeente Eindhoven 7

8 2 Hoe gaan we dat doen 2.1 Stimuleren en faciliteren van werk Allereerst is het stimuleren en faciliteren van werkgelegenheid van groot belang voor onze economische en sociale vitaliteit, zeker ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Economische Zaken zet zich actief in om het ondernemers- en vestigingsklimaat in onze stad en regio te verbeteren. Belangrijk in dit kader zijn een goede infrastructuur, goed opgeleid personeel in de regio (onder andere door een goed onderwijsaanbod dat aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt) en een aantrekkelijk ondernemers- en vestigingsklimaat. Dit moet zorgen voor meer werkgelegenheid in onze regio waardoor we meer mensen perspectief op betaald werk kunnen geven. Ook via de hightech sector ontstaan banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zoals bij toeleveranciers en in de faciliterende dienstverlening (bijvoorbeeld schoonmaak, beveiliging, catering). We creëren zicht op (toekomstige) kansen op de arbeidsmarkt op basis van sectorale arbeidsmarktanalyses en marktbewerkingsplannen in regionaal verband. Daarnaast maakt Ergon afspraken over jobcarving en reshoring zodat er meer kansen liggen op het gebied van laaggeschoold werk of er functies ontstaan die passen bij de belastbaarheid van mensen. Ook gunnen we Ergon opdrachten in het kader van bijvoorbeeld groen, post en schoonmaak waardoor mensen in het kader van de Wsw aan de slag blijven. In het kader van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid, ons subsidiebeleid en ons deelnemingenbeleid sturen we actief op social return waarbij werkgelegenheid voor laaggeschoolden en mensen met een arbeidsbeperking belangrijke aspecten zijn. 2.2 Talentontwikkeling bij werkzoekenden Veel werkzoekenden vinden geheel zelfstandig betaald werk. Zij vinden zelf of via hun eigen netwerk een betaalde baan. Ook zijn veel inwoners in staat om op een andere wijze zelfstandig invulling te geven aan meedoen. Andere mensen hebben daarbij wat hulp nodig, bijvoorbeeld door een korte interventie van -of via- een generalist. Bij anderen, vooral mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, is langere, specifiekere en zelfs specialistische ondersteuning nodig om betaald werk of participatie in onze maatschappij mogelijk te maken. We hebben daarbij specifiek aandacht voor de kwetsbaren op de arbeidsmarkt zoals jongere en oudere werklozen. We bieden deze mensen individueel maatwerk en we spreken hen aan op hun talenten in plaats van hun belemmeringen. Deze ondersteuning bieden we dan in samenhang met eventuele andere ondersteuningsarrangementen aan. We zorgen ervoor dat de betreffende inwoner of het huishouden één contactpersoon heeft. Op het moment dat specifieke deskundigheid of een zeer intensieve begeleiding geboden is, wordt specialistische dienstverlening (2 e lijn) ingezet onder regie van de generalist. Een groot deel van dit Uitvoeringsprogramma Participatie 2015 gaat daarover. Het heeft betrekking op programma s om: - de talenten van werkzoekenden verder te ontwikkelen door training, begeleiding of scholing; - werkgevers financieel te compenseren voor de verminderde productiviteit als zij 8 gemeente Eindhoven

9 mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen via bijvoorbeeld loonkostensubsidie, no-riskpolis of jobcoaching; - het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. We werken daarbij steeds meer preventief zodat (langdurige) uitkeringsafhankelijkheid voorkomen wordt. In hoofdstuk 3 zijn al deze voorzieningen nader uiteengezet. In de loop van 2015 zullen we steeds meer initiatieven verkennen en opstarten om kennis over te dragen naar de wijk, nieuwe arrangementen ontwikkelen samen met inwoners en zaken borgen. Hierbij kan gedacht worden aan het in samenspraak met inwoners ontwikkelen van initiatieven om in groepsverband te werken aan ontplooiing en ontwikkeling. Daarbij worden verbindingen gelegd met (arbeidsmatige) dagbesteding, vrijwilligerswerk, buurtarrangementen, het te ontwikkelen Regionaal Werkbedrijf en de aansluiting van beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt. Dit uitvoeringsprogramma is in die zin niet rigide maar biedt mogelijkheden om gedurende 2015 deze doorontwikkeling vorm en inhoud te geven. 2.3 Vraag en aanbod bij elkaar brengen in de regio We streven naar een zo sluitend mogelijke aanpak waarbij werkgever en werkzoekende/nemer elkaar kunnen vinden. Dat begint bij een goede en transparante registratie van vacatures en werkzoekenden én samenwerking met UWV, andere (regio)gemeenten, de Wsw-bedrijven en andere partners die op dit gebied actief zijn. We bundelen krachten en gaan uit van gedeelde verantwoordelijkheid. We ontwikkelen innovatieve werkgelegenheidsprojecten om mensen met een arbeidsbeperking aan betaald werk te helpen (zie paragraaf 3.4.1) Ook stimuleren we werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen via social return on investment dat integraal onderdeel vormt van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid. Daarbij vinden we het van belang dat er geen onacceptabele verdringing plaatsvindt. Via de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) zorgen we ervoor dat de plaatsingen bij deze bedrijven een duurzaam karakter hebben. Ook stellen we een eenvoudige en eenduidige set van spelregels op. In het kader van de Participatiewet is een Sociaal Akkoord afgesloten tussen sociale partners, met op dit vakgebied de volgende relevante zaken: - werkgevers stellen tot 2026 totaal landelijk extra banen beschikbaar voor mensen met een arbeidsbeperking. Als dat niet lukt, dan wordt een quotumwet geactiveerd; - er komen landelijk 35 Regionale Werkbedrijven waar de vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar gebracht wordt. In deze werkbedrijven (waarvan er één in Eindhoven komt) moet de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden tussen de partners (regiogemeenten, UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties) goed afgestemd worden. Op dit moment treffen we samen met onze partners in het Regionale Werkbedrijf (regiogemeenten, UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties, sw-bedrijven en onderwijsinstellingen) de voorbereidingen voor het Regionale Werkbedrijf in onze arbeidsmarktregio. In de commissienotitie van 18 november 2014 Participatiewet in het gemeente Eindhoven 9

10 kader van het Regionaal Werkbedrijf en de toelichting op 3 februari 2015 aan de raad over de huidige stand van zaken, is daar uitgebreid op ingegaan. Het Regionaal Werkbedrijf is een netwerkorganisatie met een werkgeversservicepunt als uitvoeringsorganisatie om de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt in onze regio bij elkaar te brengen. Het Regionale Werkbedrijf heeft als taak dat partners zorgen voor: - transparantie/registratie van vacatures; - transparantie/registratie van mensen die op zoek zijn naar werk (brede aanpak); - dienstverlening aan werkgevers met personeelsvragen. De vraag van de werkgever is hierbij het uitgangspunt; - één ingang voor werkgevers met personeelsvragen (onder meer één telefoonnummer, één website en één contactpersoon) via het Werkgeversservicepunt; - één plan om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen ( marktbewerkingsplan ); - harmonisatie van instrumenten (zoals loonkostensubsidie, methoden om loonwaarde te meten, jobcoaching, no-riskpolis en mobiliteitsbonus) voor werkgevers uit de arbeidsmarktregio. Samen met werkgevers -en óók als werkgever- voelen we ons verantwoordelijk om het regionale deel van deze banenafspraak in te vullen. We zullen daartoe samenwerken met alle betrokken partijen op de arbeidsmarkt, stimuleren de ontwikkeling van sociale ondernemingen, zorgen voor transparantie op de arbeidsmarkt én een zo eenduidig mogelijk instrumentarium in de regio. 2.4 Optimaal gebruik maken van (nieuwe) voorzieningen De komende jaren wordt de Wsw via natuurlijk verloop afgebouwd. Met de Participatiewet krijgen de gemeenten de beschikking over de nieuwe voorzieningen, te weten loonkostensubsidie en de mogelijkheid van beschut werken. Tegelijk met de natuurlijke afbouw van de Wsw, worden er in de macrobudgetten BUIG en Participatiebudget de komende decennia stapsgewijs middelen toegevoegd om loonkostensubsidie en beschut werken mogelijk te maken. Uiteindelijk (rond het jaar 2060) zijn er in de macrobudgetten middelen beschikbaar om landelijk beschut werkenplekken en banen met loonkostensubsidie te realiseren. Met beschut werken en loonkostensubsidie wordt het mogelijk om mensen met een lagere loonwaarde tóch te plaatsen zodat ontwikkeling en ontplooiing kan plaatsvinden. De werkgever wordt dan gecompenseerd voor die lagere loonwaarde. Periodiek wordt de loonwaarde (en daarmee de hoogte van de loonkostensubsidie) vastgesteld. Momenteel worden scenario s opgesteld en doorgerekend waarin zowel de financiële als de maatschappelijke consequenties inzichtelijk gemaakt worden (zie hiervoor ook de commissienotitie van 18 november 2014 Participatiewet in het kader van het Regionaal Werkbedrijf, 14R6047). Hierbij worden ook de verbindingen aangegeven met arbeidsmatige dagbesteding. Op grond van de opgestelde scenario s kan de gemeenteraad het beleid vaststellen in een verordening. Het Rijk heeft aangegeven dat gemeenten uiterlijk 1 juli 2015 het beleid rondom dit nieuwe instrumentarium vastgelegd moeten hebben. 10 gemeente Eindhoven

11 Ook gaan we inzichtelijker maken of de (nieuwe) instrumenten de beoogde effecten hebben. In het tweede kwartaal 2015 wordt, aanvullend op de MKBA 2.0, een beoordelingsmatrix ontwikkeld tussen het Sociaal Domein en het Economisch Domein om te meten en te beoordelen of de maatregelen de juiste effecten hebben. Dit model wordt dan gebruikt om te bezien of nieuwe voorstellen of maatregelen in potentie effectief en efficiënt zijn. Voor alle nieuwe initiatieven geldt dat we steeds beter in staat zijn te beoordelen welke maatregelen effectief en efficiënt zijn. 2.5 De focus terug in de organisatie In 2014 is er veel aandacht uitgegaan naar de reorganisatie en de implementatie van de landelijke WWB-maatregelen. In 2015 gaan we de focus op een effectieve en efficiënte dienstverlening aan onze inwoners weer versterken en terugbrengen in de organisatie. De activiteiten uit dit Uitvoeringsprogramma worden adequaat opgepakt, uitgevoerd en gemonitord. Op basis daarvan vinden eventuele bijstellingen plaats. 2.6 Bundelen van financiële middelen Met de Participatiewet wordt ook een Rijksbezuiniging doorgevoerd. Met een beperkter budget moeten méér mensen ondersteund worden. Door de landelijke beleidswijzigingen (Wsw en Wajong) wordt de participatiedoelgroep van de gemeente breder en in volume groter. Het Participatiebudget gaat vanaf dit jaar onderdeel uitmaken van de integratie-uitkering Sociaal Domein, waarin de middelen voor de WMO, de Jeugdzorg en het Participatiebudget worden gebundeld tot één ongedeeld budget. De gemeenten krijgen hierdoor de ruimte om binnen de grenzen van de integratie-uitkering Sociaal Domein deze gebundelde middelen naar eigen inzicht te besteden. Het Participatiebudget bedraagt voor 2015 in totaal 45,7 miljoen waarvan 35,4 miljoen Wsw-middelen en 10,3 miljoen re-integratiemiddelen voor de oude en nieuwe doelgroep WWB. Om ondanks de Rijksbezuinigingen zoveel mogelijk inwoners te laten participeren die daarbij ondersteuning nodig hebben, zetten we de middelen effectief en efficiënt in én gebruiken we andere inkomsten zoals middelen van de provincie en het Rijk (Asscher, Klijnsma) en Europese middelen (ESF, EFRO). Daarbij is veelal sprake van cofinanciering. We bundelen daarmee de budgetten. Vanaf 2016 kan hier ook het educatiebudget in fases aan toegevoegd worden. We kunnen dan onderwijs en educatie nog beter afstemmen op de vraag van de arbeidsmarkt. Daarnaast gaan we na of er nog meer bronnen zijn. In bijlage 1 zijn deze verschillende budgetten opgenomen BUIG-reserve In 2012 is er als gevolg van een overschot op de BUIG-middelen een BUIG-reserve gevormd. Binnen de reserve BUIG bedraagt de vrije ruimte momenteel 3,1 miljoen. Voor 2015 wordt voorgesteld om uit de BUIG-reserve te onttrekken voor de voor de bekostiging van de oude gesubsidieerde banen (ID-banen, WIWdienstbetrekkingen en Arbeidspool). De mensen die werkzaam zijn op grond van deze gemeente Eindhoven 11

12 regelingen blijven hun werkzaamheden verrichten. Er is sprake van een natuurlijke afbouw van deze regelingen doordat mensen bijvoorbeeld met pensioen gaan. Door inzet van de BUIG-reserve wordt het Participatiebudget niet teveel belast en blijven er middelen over voor participatie van de brede doelgroep. Na onttrekking van bovengenoemd voorstel resteert in de BUIG-reserve een vrije ruimte van 2,15 miljoen. Met een deel van dit budget zullen in de loop van 2015 nadere voorstellen worden voorgelegd. Uitwerkingsrichtingen die momenteel worden bezien zijn onder andere: - het ontwikkelen of mede faciliteren van sociale ondernemingen (zie ook paragraaf 3.4.1). We zetten het BUIG-budget in omdat, conform de regelgeving, het Participatiebudget individueel verantwoord moet worden ten aanzien van de gemeentelijke re-integratiedoelgroep; - op basis van een beknopte uitvoeringsgerichte analyse, de meest kwetsbare werklozen op de arbeidsmarkt ondersteunen door een praktische, effectieve aanpak te ontwikkelen, dit in samenspraak met relevante netwerken en doelgroepen; - succesvolle innovatieve projecten en initiatieven starten of vervolgen. In eerder genomen besluiten ten aanzien van de BUIG-reserve (zie Raadsinformatiebrief 12R5153) zijn voorstellen c.q. reserveringen gedaan voor de periode 2012 t/m 2015 ten behoeve van: - intensivering ondernemersbenadering; - stimuleren van werkgeverschap voor kwetsbare werkzoekenden. Het (momenteel) beschikbare bedrag is Dit bedrag is reeds in de begroting 2015 opgenomen (betreft eerdere begrotingswijzing met onttrekking BUIG reserve en begrotingswijziging naar aanleiding reservering jaarrekening 2014). In de loop van 2015 worden voorstellen gedaan op welke wijze het economisch herstel en de vraag naar personeel verder versterkt kan worden. Het gaat om concrete activiteiten om de vraag naar betaald werk (ook voor mensen met een arbeidsbeperking) te vergroten. Ideeën voor de besteding hiervan gaan uit naar onder andere de begeleiding van ZZP ers, De Broekriem, ondersteuning eigen kracht en doorstart MKB. Met deze voorstellen wordt concrete invulling gegeven aan de besteding van het beschikbare bedrag van Regionale ESF-middelen Van groot belang is de aanpak van jeugdwerkloosheid. We zetten in op het stimuleren van doorleren, het aanpakken van vroegtijdig schoolverlaten en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Op de reeds afgelopen 2 e tranche ESF Jeugdwerkloosheid (regionaal) zal dit jaar de subsidie definitief worden vastgesteld. Hiervan is naar een huidige voorzichtige inschatting een resterend deel beschikbaar van voor de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant (14 gemeenten inclusief centrumgemeente Eindhoven). De hoogte van dit bedrag is met name gebaseerd op de door ons ingediende eindverantwoording en een aanname van een korting van 10% hierop door het ministerie SZW. De eindcontrole door het ministerie op onze subsidieverantwoording heeft nog maar net plaatsgevonden. Zodra het ministerie de subsidie heeft vastgesteld zullen medio 2015 in regionaal verband bestedingsvoorstellen worden ontwikkeld in het kader van voorkomen/bestrijding van jeugdwerkloosheid. 12 gemeente Eindhoven

13 Ideeën hierbij zijn onder meer starters-, stage-, meesters- en doorstartbeurs, BBL- en BOL-trajecten en trajecten voor kwetsbare jongeren. Naast deze ideeën willen we nieuwe initiatieven in samenspraak met de regio starten via drie sporen: - het ontwikkelen of mede faciliteren van sociale ondernemingen waar werkloze jongeren in dienst genomen worden; - op basis van een beknopte, uitvoeringsgerichte analyse de meest kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt (met een grote kans op langdurige bijstandsafhankelijkheid) ondersteunen door een praktische, effectieve aanpak te ontwikkelen (mogelijk op grond van de input van een daartoe te organiseren conferentie in samenspraak met de doelgroep en de betrokken netwerken); - succesvolle projecten en initiatieven starten of vervolgen Voorzichtig economisch herstel: kansen via Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 (Asscher-middelen) De economie vertoont tekenen van voorzichtig herstel. Dat betekent dat orderportefeuilles weer langzaam gaan groeien. De groei van de personeelsvraag (veelal eerst via de uitzendbureaus) kent vaak een wat na-ijlend effect bij economisch herstel. Voor 2015 wordt landelijk een banengroei van banen verwacht door het UWV. Dit betekent dat er kansen ontstaan voor mensen op de arbeidsmarkt. De vacatures die weer ontstaan door uitbreidings- of vervangingsvraag hebben veelal betrekking op specifieke beroepen. Het gaat dan bijvoorbeeld om beroepen in de techniek waar men zoekt naar lassers of monteurs. Om die kansen te benutten, is het van belang dat mensen die met ontslag worden bedreigd of momenteel geen baan hebben de overstap kunnen maken naar beroepen en sectoren waarin vacatures ontstaan, bijvoorbeeld in de techniek. Dat geeft de betreffende werkgevers de gelegenheid om de (al langer openstaande) vacatures te vervullen en geeft werknemers of werkzoekenden de gelegenheid om een overstap te maken naar een beroep of sector met meer toekomstperspectief. In de praktijk zien we vaak dat beroepsveranderingen schaars zijn, mede als gevolg van hoge investeringskosten zoals scholing. Daarom is het wenselijk een tijdelijke impuls te geven aan het in gang zetten van transities op de arbeidsmarkt. Om deze reden heeft Minister Asscher middelen beschikbaar gesteld (landelijk totaal 150 miljoen) voor de co-financiering van sectorplannen die zich richten op het bevorderen van werk naar werk én van werkloosheid naar werk. Sectoren die inzetten op bijvoorbeeld bemiddeling naar een andere baan of omscholings- of bijscholingstrajecten om mensen aan een baan te helpen, kunnen via een sectorplan voor co-financiering in aanmerking komen. Als extra instrument is de inzet van brug-ww mogelijk. Daarbij is extra ondersteuning vanuit de werkloosheidswet mogelijk voor baanwisselingen waarbij sprake is van substantiële omscholing in de richting van kansrijke beroepen. In regionaal verband wordt door de sociale partners een aanvraag ingediend voor deze Regeling. In de loop van 2015 wordt u hierover nader geïnformeerd en wordt inzichtelijk wat dit voor onze regio c.q. gemeente Eindhoven Middelen voor ontwikkeling Regionaal Werkbedrijf Er is door staatssecretaris Klijnsma per Regionaal Werkbedrijf een bedrag van 1 miljoen beschikbaar gesteld voor het oprichten van deze Regionale Werkbedrijven. Het gemeente Eindhoven 13

14 bedrag van 1 miljoen voor ons Regionaal Werkbedrijf wordt over de periode 2014, 2015 en 2016 verspreid. Voor 2015 is 0,5 miljoen beschikbaar. De bestedingen ervan worden in regionaal verband vastgesteld en betreffen met name organisatie- en ontwikkelkosten BTW De gemeente Eindhoven heeft onderzoek gedaan om de beschikking van het BTW compensatiefonds van de periode te herzien. Omdat deze aspecten betrekking hebben op kosten vanuit het Participatiebudget, zal een positief besluit van de belastinginspecteur ertoe leiden dat deze middelen -na besluitvorming B&Wterugvloeien naar het Participatiebudget en besteed worden in het verlengde van de doelstellingen uit dit Uitvoeringsprogramma. 14 gemeente Eindhoven

15 3 Onderdeel Participatiebudget Inleiding Het Participatiebudget wordt ingezet om mensen die daarbij ondersteuning nodig hebben te laten meedoen. In dit hoofdstuk is op het gebied van het Participatiebudget 2015 een onderverdeling gemaakt in: - voorzieningen voor werkgevers/werknemers ten behoeve van arbeidsinschakeling; - instrumenten; - innovatie. Dit betreft geen rigide indeling, er zit op onderdelen uiteraard een overlap. Ons budget willen we breed inzetten, voor alle groepen die extra ondersteuning nodig hebben inclusief de mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. We willen daarbij met name vraaggericht te werk gaan. Veel mensen zijn zelf in staat de juiste keuzes maken, anderen vragen daarbij ondersteuning of kunnen die gebruiken. Dáár wordt het budget op hoofdlijnen voor ingezet. Dat betekent ook dat we in onze aanpak extra aandacht hebben voor de meer kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt zoals werkzoekenden van 45 jaar en ouder, (allochtone) jongeren, mensen met psychische problemen en inwoners die voorheen een beroep konden doen op de Wsw of de Wajong. Uiteraard zorgen we ervoor dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat mensen bijstandsafhankelijk worden door goede afspraken met het UWV, het onderwijs (in verband met onder meer de jongeren die vanuit het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs uitstromen) en inzet van bijvoorbeeld het Werkleerbedrijf. In de loop van 2015 gaan we steeds meer activiteiten dicht bij de inwoners laten plaatsvinden, in de wijk en steeds meer vanuit een integrale aanpak. De inzet van dit Participatiebudget is daarom flexibel waardoor doorontwikkeling mogelijk is. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle activiteiten. In dit hoofdstuk worden dit nader toegelicht In bijlage 3 zijn de verwachte resultaten opgenomen. 3.2 Voorzieningen werkgevers/werkzoekenden ten behoeve van arbeidsinschakeling Werkgelegenheidsprojecten door Werkgeversteam en Servicepunt Leren en Werken Het Werkgeversteam van de gemeente ontwikkelt vanuit het Economisch Domein in samenspraak met werkgevers en partners (zoals Ergon, UWV, de regiogemeenten en het Servicepunt Leren en Werken) werkgelegenheidsprojecten waarbij bijstandsgerechtigden aan betaald werk geholpen worden. De werkgever stelt daarbij doorgaans een functieprofiel op. De werving en selectie vindt plaats door het Werkgeversteam. Aan werkgevers waar we goede ervaringen mee hebben stellen we anonieme CV s ter beschikking. Met de werkgever wordt een arrangement ontwikkeld waarbij bijvoorbeeld een korte periode met behoud van uitkering wordt gewerkt (werkstage) en een voor de functie gemeente Eindhoven 15

16 relevante opleiding wordt gestart. Na het werkstage wordt door de werkgever een dienstverband aangeboden of vindt detachering plaats. Met het budget van worden de arrangementen voor werkgever en werknemer gefinancierd (bijvoorbeeld de kosten van opleidingen, jobcoaching en trainingen). Vanaf 2015 is de formatie van het Werkgeversteam uitgebreid. Hiermee kunnen we de dienstverlening aanbieden aan werkgevers die banen beschikbaar stellen aan werkzoekenden (waaronder de mensen met een arbeidsbeperking in het kader van de baanafspraken én een belangrijk deel van onze eigen ambitie realiseren om 900 mensen uit te laten stromen). Dit team kan op basis van een opgesteld functieprofiel een deel van de werving en selectie van werkgevers overnemen. Hier zijn in 2014 goede ervaringen mee opgedaan, we gaan dit voortzetten en uitbreiden in Daarnaast kan dit team arrangementen ontwikkelen met de nieuwe sociale ondernemingen (zie paragraaf 3.4.1). Ook wordt door het Werkgeversteam een groot deel van de kandidaten aangeleverd in het kader van de social return afspraken op basis van onze inkoopopdrachten. Er is daarom voor de capaciteit (inbesteding) van het werkgeversteam en het Servicepunt Leren en Werken opgenomen. Hiermee worden in samenspraak met werkgevers werkgelegenheidsprojecten ontwikkeld om te komen tot plaatsing van kandidaten op vacatures. In de loop van 2015 zullen de taken van het Servicepunt Leren en Werken gebundeld worden met de taken van het werkgeversteam. Dit vormt de opmaat naar het regionale werkgeversservicepunt in het kader van het Regionaal Werkbedrijf waarin de partners op het gebied van de werkgeversdienstverlening -op basis van een netwerkorganisatie- samenwerken. Het werkgeversteam gaat in 2015 samenwerken met onder meer de 14 regiogemeenten, UWV en de 3 Wsw-bedrijven. Er wordt (op basis van een netwerkorganisatie) één werkgeversservicepunt tot stand gebracht. Door de totstandkoming van één werkgeversservicepunt (één loket, één contactpersoon) en een (zoveel mogelijk) geharmoniseerd instrumentarium kan de werkgeversdienstverlening verbeterd worden. Ook gaan we ons instrumentarium voor werkzoekenden zoveel mogelijk afstemmen. Voor 2015 hebben we de ambitie om via het Werkgeversteam totaal 600 bijstandsgerechtigden uit te laten stromen, enerzijds op individuele vacatures, anderzijds via de werkgelegenheidsprojecten. Van de 600 bemiddelingen is de verwachting dat er ongeveer 350 bijstandsgerechtigden vanuit het Werkleerbedrijf komen, ongeveer 200 bijstandsgerechtigden vanuit de Multidisciplinaire teams/wijeindhoven en 50 kandidaten via loonkostensubsidie Project zittend bestand We zijn in de afrondende fase van het project zittend bestand. Via een gerichte externe diagnose zijn de talenten en competenties van een groot deel van het bijstandsbestand helder in kaart gebracht. Aan de hand van deze diagnose stelt de specialist Participatie (voorheen: casemanager) in samenspraak met de cliënt een op de persoon toegespitst ontwikkelplan (maatwerk) op waarin is opgenomen hoe de afstand tot de arbeidsmarkt overbrugd kan worden en wat daarvoor nodig is. 16 gemeente Eindhoven

17 Mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt zullen grotendeels relatief snel en zelfstandig -of mogelijk met een kleine interventie- een baan kunnen vinden. Als er ondersteuning nodig is, dan zetten we maatwerk in via bijvoorbeeld het Persoonsgebonden Re-integratiebudget (bijvoorbeeld begeleiding, bemiddeling, workshops, training of scholing). We stimuleren mensen actief deel te nemen door arbeids- of maatschappelijke participatie, door beheersing van de Nederlandse taal, door het leren van effectief werkzoekgedrag en werknemersvaardigheden. Vaak zijn voor een werkgever motivatie- en basale werknemersvaardigheden van groot belang. Via het eigen netwerk, ons Werkgeversteam, vernieuwende arbeidsmarktinstrumenten (zoals meestersbeurs, startersbeurs, stagebeurs) of via bijvoorbeeld vacaturecafés kunnen mensen effectiever naar vacatures, leerwerkbanen of werkervaringsplaatsen geleid worden. Voor mensen die een wat grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt worden specifieke sociale activeringstrajecten ingezet zoals vrijwilligerswerk, participatieplaatsen bij onder meer Ergon Buurtbedrijven of werkervaringsplaatsen zoals de Meestersbeurs. Dit kan dan een opstap vormen naar (een programma gericht op) betaald werk Loonkostensubsidie In 2014 is een pilot loonkostensubsidie gestart met UWV en Ergon met als doel bijstandsgerechtigden uit te laten stromen naar betaald werk én om, vooruitlopend op de Participatiewet, ervaringen op te doen met loonwaardemeting en het instrument loonkostensubsidie. In 2014 zijn er via deze pilot 25 mensen bemiddeld naar betaald werk door middel van een loonkostensubsidie of via detachering. De gemeenten moeten dit nieuwe instrumentarium op grond van de Participatiewet zoveel mogelijk in regionaal verband afstemmen (Regionaal Werkbedrijf) zodat werkgevers zoveel mogelijk te maken hebben met één loonwaardemeting en één systematiek van de loonkostensubsidie. De gemeenteraad moet dit instrument vóór 1 juli 2015 bij verordening vastgesteld hebben. Dienstverlening voor nieuwe doelgroepen De pilot loonkostensubsidie wordt begin 2015 voortgezet totdat het beleid over beschut werken en loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet is vastgesteld door de gemeenteraad (uiterlijk 1 juli 2015). Ook de Ergon-regiogemeenten 3 sluiten hierop aan. Op deze wijze kunnen we ook vóór 1 juli 2015 een zachte landing realiseren voor de nieuwe doelgroepen (mensen die voorheen konden instromen in de Wsw en de Wajong). Dat doen we in goed overleg met het onderwijsveld (onder andere de scholen voor Praktijkonderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs en MEE) zodat warm overgedragen wordt. Ook participeren we in de betreffende netwerken. Zodra de gemeenteraad regels heeft vastgesteld in de verordening over onder meer de loonwaardemeting, loonkostensubsidie en beschut werken, zal uitvoering op grond van de nieuwe regels plaatsvinden. 3 De gemeenten Eindhoven, Veldhoven, Valkenswaard, Heeze-Leende, Waalre (en Geldrop-Mierlo op inkoopbasis) participeren in een gemeenschappelijke regeling waarvan Ergon de uitvoeringsorganisatie van de Wet sociale werkvoorziening is. gemeente Eindhoven 17

18 In 2015 is de planning om totaal 50 mensen uit te laten stromen naar betaald werk via het Werkgeversteam. Conform de regelgeving wordt de loonkostensubsidie gefinancierd uit het BUIG-budget en wordt de begeleiding betaald uit het Participatiebudget Servicepunt Leren & Werken Het Servicepunt Leren en Werken is op grond van samenwerkingsafspraken tussen UWV, Summa-college en de gemeente Eindhoven tot stand gebracht. De taak van het Servicepunt Leren en Werken is het informeren van werkzoekenden en werknemers over scholingsvragen. Ook kunnen werkgevers geïnformeerd worden over scholing van hun personeel. Daarnaast vinden er interventies plaats bij cliënten ten aanzien van laaggeletterdheid. Naast deze taken voert het Servicepunt ook de banen- en beroepenoriëntatie uit in het kader van het Plan van aanpak jeugdwerkloosheid. Ook worden er door het Servicepunt instroomprojecten ontwikkeld waarbij sprake is van betaald werk in combinatie met een kwalificerende opleidingscomponent. Zoals in paragraaf Werkgelegenheidsprojecten is aangegeven, zullen de taken van het Servicepunt en de taken van ons Werkgeversteam meer geïntegreerd worden om te komen tot intensievere samenwerking op het gebied van de werkgeversdienstverlening. Voor 2015 is het doel om totaal 35 bijstandsgerechtigden via instroomprojecten met een kwalificatiecomponent uit te laten stromen Servicepunt Zorg en Welzijn Het Servicepunt Zorg en Welzijn is er voor werkgevers, werknemers en werkzoekenden die kennis willen maken of extra informatie willen over de zorg- en welzijnssector. Het servicepunt organiseert beroepenoriëntaties, interactieve workshops, participeert op banenmarkten en houdt speeddates. Het Servicepunt voert daarnaast voor werkgevers in overleg met of op verzoek van zorg- en welzijnsorganisaties informatie-, instroom en mobiliteitsprojecten uit. In 2015 is door de zorginstellingen zelf een traject in gang gezet waarbij het Servicepunt Zorg en Welzijn wordt opgewaardeerd tot een voorloper van een eventueel te realiseren mobiliteitscentrum/arbeidsmarktpool waarbij het bieden van werkzekerheid in de zorg voor de hele arbeidsmarktregio Eindhoven het uitgangspunt is. Er wordt verkend of een businessmodel kan worden uitgewerkt waarbij sprake is van een zelf bedruipend mobiliteitscentrum dat antwoord geeft op de korte termijn behoefte om nu mensen te plaatsen die een baan (dreigen) te verliezen in de zorg zodat hen nieuw perspectief wordt geboden, maar ook op de langere termijn het belang van het behoud van vakmanschap voor ogen houdt. De gemeente participeert bestuurlijk en ambtelijk en brengt kennis in via het regionaal zorgoverleg dat hiertoe is ingericht Premie Participatieplaats In onze verordening is opgenomen dat aan mensen die werken met behoud van uitkering in het kader van de Participatieplaats, iedere 6 maanden een premie verstrekt wordt van maximaal 350. We verwachten dat ruim 120 mensen in zo n Participatieplaats additionele werkzaamheden verrichten, onder meer bij Buurtbedrijven (zie paragraaf 3.3.2) 18 gemeente Eindhoven

19 3.3 Instrumenten Werkleerbedrijf In het Werkleerbedrijf wordt voornamelijk dienstverlening aangeboden aan mensen die nieuw instromen en die een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het is daarom een belangrijk preventief instrument: er wordt zoveel mogelijk voorkomen dat mensen afhankelijk worden van een uitkering. Er worden werknemersvaardigheden opgedaan en er vindt groepsbegeleiding plaats. Ook vindt individuele coaching, begeleiding en interventies plaats om te komen tot bijstandsonafhankelijk, zo mogelijk via het verrichten van betaald werk. Het Werkgeversteam is daarom dicht gepositioneerd bij het Werkleerbedrijf en kan gericht vacatures aanbieden en werkgelegenheidsprojecten ontwikkelen ten behoeve van uitplaatsing van de deelnemers. In 2014 zijn er tot en met oktober aanmeldingen bij het Werkleerbedrijf geweest. Het aantal gestarte trajecten bedroeg 842. Het aantal afgesloten trajecten in die periode was 870 met als resultaat: mensen zijn uitgestroomd naar betaald werk; - 50 mensen zijn gedeeltelijk uitgestroomd naar werk; mensen blijven bijstandsgerechtigd; mensen hebben geen recht op een uitkering of zagen af van dienstverlening. In 2015 is een bedrag opgenomen voor de faciliteiten (gebouw, organisatie werkplekken) en een bedrag voor het casemanagement (individuele en groepsbegeleiding). Voor 2015 is het doel om ruim trajecten te starten en ruim 450 mensen uit te laten stromen naar betaald werk. Een deel daarvan (naar verwachting 350 mensen) stroomt uit via de vacatures van het Werkgeversteam. Ook gaan we gesprekken aan met het UWV om te kijken of WW-ers die op korte termijn in de bijstand dreigen te geraken al een Werkleertraject aan te bieden. Dit laatste ook in het kader van ons streven om het aantal WW-ers in een periode van vier jaar te halveren Buurtbedrijven Via Ergon Buurtbedrijven verrichten bijstandsgerechtigden met een relatief zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (met behoud van uitkering) re-integratieactiviteiten waarbij het aanleren van werknemersvaardigheden centraal staat. De werkzaamheden zijn onder meer het opruimen van zwerfafval, het vrijhouden van achterpaden en het schoonmaken van sportkantines. Het is daarom sterk wijkgeoriënteerd. Begin 2015 wordt gestart om hierin ook de samenwerking aan te gaan met de WIJeindhoven-teams. De doelstelling van ieder traject is in beginsel individueel bepaald maar voor een groot deel van de deelnemers vormt dit een eerste stap naar maatschappelijke participatie en zo mogelijk economische zelfredzaamheid. Dit wordt uitgedrukt in stijging op de Participatieladder. De deelnemers worden begeleid vanuit Ergon en de gemeente. Iedere drie maanden wordt het traject gemonitord. Bij afsluiting van het traject wordt er een eindrapportage opgesteld waarin behaalde trajectresultaten op het gebied van onder meer zelfredzaamheid, zelfbeschikking, groei sociale en werknemersvaardigheden worden opgenomen. Ook wordt indien van toepassing een advies voor een vervolgtraject opgenomen. In 2014 zijn structureel 75 mensen actief in een gemeente Eindhoven 19

20 Buurtbedrijftraject. Indicatie is dat er 200 nieuwe aanmeldingen plaatsvinden in De duur van de trajecten is 6 tot 9 maanden. Er wordt voor alle deelnemers in het traject een stijging van de Participatieladder gerealiseerd Stedelijk Kompas Het schakelpunt Werk en Activering van het Stedelijk Kompas richt zich op leerwerktrajecten voor (dreigend) dak- en thuislozen. Het schakelpunt is in 2012 opgestart en heeft zich in 2013 en 2014 verder ontwikkeld. Er ligt nu een duidelijk werkproces. Deelnemers krijgen via een screening zicht op hun mogelijkheden met betrekking tot werk. Vervolgens wordt er een passend traject ingezet op de juiste werkplek dat uitzicht biedt op het voor de deelnemer maximaal haalbare resultaat. Deze werkwijze heeft ook geleid tot een netwerk van werkgevers die bereid zijn een leerwerkplek te bieden aan personen behorend tot het Stedelijk Kompas. Structurele vormen van dagactivering gericht op werk staan hierin centraal. De werkzaamheden worden dan ook voortgezet in Het Stedelijk Kompas c.q. het coördinatiepunt maakt vanaf januari 2015 onderdeel uit van het gemeentelijk de-escalatieteam (GDT)-lab. Voor 2015 is binnen het Participatiebudget een aparte post gereserveerd voor de kosten van nieuwe leerwerktrajecten voor (dreigend) dak- en thuislozen en de begeleiding daarvan. De inkoop van deze trajecten worden zoveel mogelijk ondergebracht in het kader van het Persoonsgebonden Re-integratiebudget (zie paragraaf 3.3.6). In de Opdracht Sociaal Domein 2015 is voor een half jaar subsidie verleend voor het Arbeidstrainingscentrum van Neos. Deze tijd wordt benut om te onderzoeken of de kosten van deze trajecten via de reguliere inkoop kunnen meelopen of dat de kosten hiervan apart dienen te worden bekostigd. Er zitten ongeveer 350 bijstandsgerechtigden residentieel (via tehuizen) en ongeveer 100 bijstandsgerechtigden zijn dakloos. Het doel is stijging op de Participatieladder/Zelfredzaamheidmatrix en 30% uitstroom naar betaald werk bij de 60 trajecten Verzuimbegeleiding Om mensen actief te houden in hun traject wordt verzuimbegeleiding ingezet Inbesteding Multidisciplinaire teams (MDT)/frontoffice Als er specialistische 2 e lijnsdienstverlening noodzakelijk is, dan werken (via de frontoffice) medewerkers samen om te komen tot integrale dienstverlening op het gebied van werk, inkomen en zorg. Dit wordt uitgevoerd oor de multidisciplinaire teams waarin de specialisten participatie samenwerken met de specialisten inkomen en de specialisten voorzieningen. De capaciteit (inbesteding) hiervoor wordt voor 5,0 miljoen gefinancierd uit het Participatiebudget. De taken zijn onder meer de screening aan de poort, groepsbegeleidingstrajecten en de individuele trajecten voor bijstandsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Zoals al eerder uiteen is gezet, zullen we de activiteiten steeds vaker dicht bij de inwoners in de wijk laten plaatsvinden. In die zin zullen we op termijn een deel van de capaciteit overdragen aan WIJeindhoven. De taken zijn het starten en begeleiden van activeringstrajecten waarbij kennis en vaardigheden aangeleerd worden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en overbrugbaar te maken zodat mensen in een later stadium bemiddeld kunnen worden, 20 gemeente Eindhoven

21 veelal via het Werkgeversteam. Deze activiteiten worden hoofdzakelijk in groepsverband opgepakt. Het doel is om 300 mensen naar betaald werk uit te laten stromen (waarvan 200 mensen via het Werkgeversteam) en voor alle klanten een sluitende aanpak te bewerkstelligen in het kader van activering op grond van onder meer het project zittend bestand. Het doel is daarbij om bij totaal bijstandsgerechtigden een stijging op de participatieladder te realiseren Persoonsgebonden re-integratiebudget Zoals eerder is aangegeven, wordt het traject op de individuele situatie van de inwoner toegespitst. Dit kan bijvoorbeeld via het Persoonsgebonden Re-integratiebudget (PRB) waarbij een maatwerktraject wordt geboden. Met het PRB: - wordt optimaal invulling gegeven aan maatwerk; - is sprake van zelfsturing, daar waar nodig kunnen inwoners ondersteund worden bij het maken van de juiste keuzes in het aanbod door een PRB-adviseur; uiteindelijk toetst de casemanager of het aanbod op een effectieve en efficiënte manier leidt tot participatie; - hebben we niet meer te maken met aanbestedingsprocedures en een standaard aanbod. Uit een register van inmiddels zo n 150 leveranciers kan een werkzoekende -waar nodig met begeleiding- een specifiek aanbod kiezen. Nieuwe dienstverlening kan te allen tijde in het register worden opgenomen op verzoek van een inwoner, generalist, specialist of uiteraard de dienstverlener zelf. Het betreft een zogenaamde dynamische aanbesteding waarbij dagelijks nieuwe dienstverleners zich kunnen melden. Onlangs is een nieuwe oproep gedaan aan de markt om PRB-dienstverlening aan te bieden aan met name de nieuwe doelgroepen (voormalig Wajong en Wsw) die meer georiënteerd is in de wijk. De verwachting is dat er in 2015 ongeveer 350 mensen in een activerings-, opleidings-, bemiddelings- of leerwerktraject actief zijn. De afgelopen jaren is vooral geïnvesteerd in activeringstrajecten voor mensen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. De bemiddelbare mensen gaan doorgaans naar het Werkleerbedrijf (met name nieuwe instroom) of worden bemiddeld via het Werkgeversteam. Het doel voor 2015 is om van de 350 deelnemers in traject, 200 mensen te laten stijgen op de participatieladder en 50 mensen uit te laten stromen. 3.4 Innovatie Innovatieve projecten We willen verbindingen leggen tussen de drie decentralisaties. Op het snijvlak van werk, sociale activering, WMO en ondersteuning ontwikkelen we innovatieve arrangementen. Een voorbeeld hiervan is het Huishoudtientje waarbij enerzijds inwoners ondersteund worden bij huishoudelijke hulp en anderzijds ruim 500 mensen hun baan blijven behouden. In de wijk gaan we daarnaast verbindingen leggen tussen dagbesteding, sociale activering, vrijwilligerswerk en ondersteuning. Afhankelijk van de keuzes rondom beschut werk (zie paragraaf 2.4) worden arrangementen ontwikkeld. gemeente Eindhoven 21